Gebruikershandleiding
© Copyright 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc. SD Logo is een handelsmerk van zijn eigenaar. Java is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................ 1 Leuk om te doen ................................................................................................................................... 1 Informatie zoeken .................................................................................................................................
Verbinding maken met een bekabeld netwerk ................................................................................... 26 Met een lokaal netwerk (LAN) verbinden ........................................................................... 26 Modem gebruiken .............................................................................................................. 26 Modemkabel aansluiten ....................................................................................
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................... 39 Computer uitschakelen ....................................................................................................................... 39 Opties voor energiebeheer instellen ................................................................................................... 40 Standen voor energiebesparing gebruiken .........................
USB-apparaat gebruiken .................................................................................................................... 54 USB-apparaat aansluiten ................................................................................................... 55 USB-apparaat verwijderen ................................................................................................. 55 eSATA-apparaat gebruiken (alleen bepaalde modellen) ................................................................
DriveLock-wachtwoord in Computer Setup beheren ......................................................... 74 DriveLock-wachtwoord instellen ........................................................................ 75 DriveLock-wachtwoord invoeren ....................................................................... 76 DriveLock-wachtwoord wijzigen ........................................................................ 76 DriveLock-beveiliging verwijderen ....................................................
BIOS-versie bepalen ......................................................................................... 94 BIOS-update downloaden ................................................................................. 95 Advanced System Diagnostics gebruiken .......................................................................................... 96 13 Ondersteuning ............................................................................................................................................
1 Welkom Nadat u de computer gebruiksklaar hebt gemaakt en hebt geregistreerd, moet u de volgende stappen uitvoeren: ● Neem even de tijd om de gedrukte basishandleiding voor Windows 8 door te nemen en de nieuwe Windows®-functies te bekijken. TIP: Als u snel terug wilt navigeren naar het beginscherm van de computer vanuit een open app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-logotoets op het toetsenbord. Als u de Windows-logotoets opnieuw indrukt, keert u naar het vorige scherm terug.
Informatie zoeken De computer bevat verschillende hulpmiddelen voor de uitvoering van uiteenlopende taken. Hulpmiddelen Informatie over Poster Installatie-instructies ● De computer gebruiksklaar maken ● Onderdelen van de computer herkennen Basishandleiding Windows 8 Overzicht van het gebruik van en de navigatie met Windows® 8. Help en ondersteuning ● Informatie over het besturingssysteem Als u Help en ondersteuning wilt openen, typt u h en selecteert u Help en ondersteuning.
Hulpmiddelen Informatie over Beperkte garantie* Garantiegegevens U kunt als volgt de garantie weergeven: Typ HP op het startscherm, selecteert u HP Support Assistant, Deze computer en daarna Garantie en services. – of – Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos.
2 Vertrouwd raken met de computer Bovenkant Touchpad Onderdeel 4 Beschrijving (1) Muisbesturing Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (2) Linkerknop van de muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (3) Touchpad aan/uit-knop Hiermee kunt u het touchpad in- en uitschakelen.
Onderdeel Beschrijving (5) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (6) Rechterknop van de muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. (7) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Lampjes Onderdeel (1) Aan/uit-lampje ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld. (2) Num Lock-lampje Wit: Num Lock is ingeschakeld. (3) Lampje voor draadloze communicatie ● Wit: Een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloos Local Area Network (WLAN) en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld. ● Oranje: Alle apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld.
Knoppen en vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel 8 Beschrijving (4) Knop Geluid dempen Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in). (5) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lk-toets of de esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-logotoets Hiermee keert u vanuit een open app of het bureaublad terug naar het startscherm. OPMERKING: Als u de Windows-logotoets opnieuw indrukt, keert u naar het vorige scherm terug.
Voorkant Onderdeel (1) (2) (3) (4) (5) Beschrijving Lampje voor draadloze communicatie Aan/uit-lampje Lampje van de netvoedingsadapter/ accu Lampje van de vaste schijf Ventilatieopeningen (3) ● Wit: Een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloos Local Area Network (WLAN) en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld. ● Oranje: Alle apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld. ● Aan: De computer is ingeschakeld.
Rechterkant Onderdeel Beschrijving (1) ExpressCard-slot Dit slot ondersteunt optionele ExpressCards of Smart Cards. (2) Mediakaartlezer Ondersteunt de volgende typen digitale kaarten: (3) Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audioingang (microfoon) ● MultiMediaCard ● SD-geheugenkaart (Secure Digital) Optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten.
Onderdeel (6) Beschrijving Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch in- en uitschakelt terwijl u met de computer werkt. (7) Dockingconnector Hierop sluit u een optioneel dockingapparaat aan.
Linkerkant Onderdeel Beschrijving (1) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten. (2) RJ-45-netwerkconnector Hierop sluit u een netwerkkabel aan. (3) RJ-11-modemconnector (alleen bepaalde modellen) Hierop kunt u een modemkabel aansluiten. (4) Optische-schijfeenheid Leest van en (alleen bepaalde modellen) schrijft naar een optische schijf. (5) Lampje van de optische-schijfeenheid ● Aan: Er wordt geschreven naar of gelezen van de optischeschijfeenheid.
Achterkant Onderdeel 14 Beschrijving (1) Poort voor externe monitor Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten. (2) USB-2.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. (3) USB-3.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes (2)* Met deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN). (2) WWAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WWAN's (wireless wide area networks). (3) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. (4) Webcamlampje (alleen bepaalde modellen) De webcam is in gebruik.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Onderpaneel Bevat de vaste schijf, het slot voor de LAN-module, het slot voor de WWAN-module en het slot voor de geheugenmodule. VOORZICHTIG: vervang de module voor draadloze communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de regelgeving met betrekking tot apparatuur voor draadloze communicatie in uw land.
Onderdeel Beschrijving (5) SIM-slot Ondersteunt een SIM-kaart (subscriber identity module) voor draadloze communicatie. Het SIM-slot bevindt zich in de accuruimte. (6) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch in- en uitschakelt terwijl u met de computer werkt.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
Knop voor draadloze communicatie gebruiken De computer heeft een knop voor draadloze communicatie, een of meer draadloze apparaten en een of twee lampjes voor draadloze communicatie, afhankelijk van het model. Standaard zijn alle apparaten voor draadloze communicatie geactiveerd en brandt het lampje voor draadloze communicatie (wit) wanneer u de computer aanzet.
Gebruikmaken van een internetprovider Als u thuis internet wilt gebruiken, moet u een account bij een internetprovider openen. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de computer met voorzieningen voor draadloze communicatie aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
WLAN configureren Als u een WLAN wilt instellen en verbinding wilt maken met internet, hebt u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een abonnement voor internet met hoge snelheid via een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw internetprovider na wat voor type modem u hebt.
Draadloze radiosignalen hebben bereik tot buiten het netwerk, zodat andere WLAN-apparaten onbeveiligde signalen kunnen ontvangen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om uw WLAN te beveiligen: ● Gebruik een firewall. Een firewall is een barrière die zowel gegevens als verzoeken om gegevens die naar uw netwerk zijn verzonden, controleert en eventuele verdachte onderdelen verwijdert. Er zijn zowel software- als hardwarematige firewalls beschikbaar. Sommige netwerken gebruiken een combinatie van beide typen.
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met HP mobiel breedband kan de computer WWAN's gebruiken om toegang te krijgen tot internet vanaf meerdere locaties en binnen grotere gebieden dan mogelijk is met WLAN's. Voor gebruik van HP mobiel breedband heeft u een netwerkserviceprovider nodig (ook wel aanbieder van mobiele netwerkdiensten genoemd). In de meeste gevallen is dat een provider van mobiele telefonie (telecomprovider).
SIM-kaart plaatsen en verwijderen VOORZICHTIG: oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een SIM-kaart, om beschadiging van de connectoren te voorkomen. Ga als volgt te werk om een SIM-kaart te plaatsen: 1. Schakel de computer uit. 2. Klap het beeldscherm dicht. 3. Ontkoppel alle externe apparaten die op de computer zijn aangesloten. 4. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 5. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accuruimte naar u toe. 6.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie een binnen klein bereik, ter vervanging van fysieke kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten, zoals de volgende, vroeger werden aangesloten: ● Computers (desktopcomputer, notebookcomputer, PDA) ● Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smart phone) ● Weergaveapparaten (printer, camera) ● Audioapparaten (headset, luidsprekers) ● Muis Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Er zijn twee soorten bekabelde verbindingen: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LANverbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te beperken, mag u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector steken.
Modemkabel aansluiten Ga als volgt te werk om de modemkabel aan te sluiten: 1. Steek de modemkabel in de modemconnector (1) van de computer. 2. Steek de modemkabel in de RJ-11-telefoonaansluiting in de muur (2). OPMERKING: als de modemkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
4 Aanwijsapparaten en toetsenbord Cursorbesturing gebruiken OPMERKING: naast de bij de computer horende cursorbesturingen kunt u een (afzonderlijk aan te schaffen) externe USB-muis gebruiken door deze aan te sluiten op een van de USB-poorten van de computer. Voorkeuren voor cursorbesturing instellen Via de eigenschappen voor de muis in Windows kunt u de instellingen voor aanwijsapparaten aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld de knopconfiguratie, kliksnelheid en opties voor de aanwijzer instellen.
Touchpadbewegingen gebruiken Middels het touchpad of aanraakscherm (alleen bepaalde modellen) kunt u het aanwijsapparaat op het scherm bewegen door met uw vingers de actie van de aanwijzer te besturen. TIP: bij computers met een aanraakscherm kunt u de bewegingen uitvoeren op het scherm, op het touchpad of een combinatie van beide. Het touchpad ondersteunt een aantal bewegingen. Om touchpadbewegingen te gebruiken, plaatst u twee vingers gelijktijdig op het touchpad.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. ● Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze naar boven, onder, links of rechts. Knijpen/zoomen Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst. 30 ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op de touchpadzone en ze daarna van elkaar af te bewegen.
Draaien (alleen bepaalde modellen) U kunt met uw vingers items zoals foto's draaien. ● Wijs een object aan en plaats de wijsvinger van uw linkerhand op de touchpadzone. Gebruik vervolgens de wijsvinger van uw rechterhand om een draaiende beweging te maken van twaalf uur naar drie uur. Voor een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van drie uur naar twaalf uur. OPMERKING: Draaien is bedoeld voor bepaalde apps waarin u een object of afbeelding kunt bewegen.
OPMERKING: Afhankelijk van het land of de regio waarin u woont, is het mogelijk dat uw toetsenbord andere toetsen en toetsenbordfuncties heeft dan de toetsen en functies die in dit gedeelte worden beschreven. Sneltoetsen herkennen Een hotkey is een combinatie van de fn-toets (2) en ofwel de esc-toets (1) of een van de functietoetsen (4). Het gebruik van een toegangstoets: ▲ Druk kort op fn en druk vervolgens kort op de tweede toets van de sneltoetscombinatie.
Sneltoetscombinatie Beschrijving fn+f8 Hiermee start u HP Power Assistant. Hiermee geeft u de oplaadgegevens weer voor alle geïnstalleerde accu's. Op het scherm wordt zowel weergegeven welke accu's worden opgeladen als de resterende lading van elke accu. fn+f9 Hiermee verlaagt u de helderheid van het beeldscherm. fn+f10 Hiermee verhoogt u de helderheid van het beeldscherm. Toetsenblokken gebruiken De computer is voorzien van een geïntegreerd numeriek toetsenblok.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het ingebedde numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk nogmaals op fn +num lk om het toetsenblok uit te schakelen. OPMERKING: het geïntegreerde numerieke toetsenblok wordt uitgeschakeld wanneer een extern toetsenbord of een extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer.
5 Multimedia De computer beschikt mogelijk over het volgende: ● Geïntegreerde luidspreker(s) ● Geïntegreerde microfoon(s) ● Geïntegreerde webcam ● Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware ● Multimediaknoppen of -toetsen Besturingselementen voor het afspelen van media gebruiken Afhankelijk van uw computermodel beschikt u mogelijk over de volgende bedieningselementen voor het afspelen van media waarmee u een mediabestand kunt afspelen, pauzeren, vooruit spoelen of terugspoelen: ● Mediaknoppen ●
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze hoofdtelefoon op uw computer aan te sluiten. WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Microfoon aansluiten Sluit een microfoon aan op de microfoonconnector op de computer om audio op te nemen.
U bevestigt of wijzigt de audio-instellingen als volgt op de computer: 1. Typ op het startscherm c en selecteer Configuratiescherm in de lijst met applicaties. 2. Selecteer Hardware en geluiden en daarna Geluid Webcam (alleen bepaalde modellen) Sommige computers hebben een geïntegreerde webcam. In combinatie met de vooraf geïnstalleerde software kunt u de webcam gebruiken om een foto te maken of een video op te nemen.
▲ Sluit de kabel van het apparaat aan op de externe-monitorpoort om een VGA-weergaveapparaat aan te sluiten. DisplayPort (alleen bepaalde modellen) Via de DisplayPort sluit u de computer aan op een optioneel video- of audioapparaat, zoals een highdefinition televisietoestel of op andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur. De DisplayPort levert betere prestaties dan de VGA-externemonitorpoort en zorgt voor betere digitale aansluitmogelijkheden.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/ uit-knop verwijst in deze handleiding naar beide typen bedieningselementen. Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Opties voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken De slaapstand wordt ingeschakeld in de fabriek. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt in het geheugen opgeslagen. VOORZICHTIG: U mag de slaapstand niet activeren terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een externe mediakaart.
Wachtwoord zetten voor beëindigen slaap- of sluimerstand Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaapstand of de sluimerstand: 1. Typ energie in het startscherm en selecteer Instellingen en vervolgens Energiebeheer. 2. Selecteer in het linkerdeelvenster Een wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen. 3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn. 4. Klik op Een wachtwoord vereisen (aanbevolen).
De computer wordt door een accu gevoed als die niet is aangesloten op externe netvoeding. De accuwerktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, programma's die worden uitgevoerd, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de computer is aangesloten en andere factoren. Als u de accu in de computer laat zitten wanneer de computer is aangesloten op een netvoedingsbron, wordt de accu opgeladen.
Accuwerktijd maximaliseren De accuwerktijd varieert, afhankelijk van voorzieningen die u gebruikt terwijl de computer op accuvoeding werkt. De maximale accuwerktijd neemt geleidelijk af, omdat de capaciteit van de accu afneemt ten gevolge van bepaalde natuurlijke processen. Tips voor het maximaliseren van de accuwerktijd: ● Verlaag de helderheid van het scherm.
Lage acculading verhelpen wanneer geen externe voedingsbron beschikbaar is Om een lage acculading te verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is, slaat u uw werk op en schakelt u de computer uit. Accu plaatsen of verwijderen Accu plaatsen U plaatst de accu als volgt: ▲ Plaats de accu in de accuruimte totdat de accu op zijn plaats zit, (1). De accuontgrendelingen aan de linkerkant vergrendelen de accu automatisch (2). Verschuif de accuvergrendeling (3) om de accu te vergrendelen.
● Verlaag de helderheid van het beeldscherm. ● Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken. Door de gebruiker vervangbare accu opbergen (alleen bepaalde modellen) VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen om schade aan de accu te voorkomen. Als u een computer langer dan twee weken niet gebruikt en loskoppelt van de externe voedingsbron, verwijdert u de door de gebruiker vervangbare accu en bergt u de accu afzonderlijk op.
● wanneer u informatie schrijft naar een cd, dvd of bd (alleen bepaalde modellen); ● wanneer u Schijfdefragmentatie uitvoert; ● Wanneer u een back-up of herstelactie uitvoert Als u de computer aansluit op een externe netvoedingsbron, gebeurt het volgende: ● Begint de accu op te laden. ● Als de computer is ingeschakeld, verandert het energiemeterpictogram in de taakbalk van vorm. Wanneer u de computer van externe netvoeding los koppelt: ● Schakelt de computer over op accuvoeding.
Omschakelbaar videosysteem/dubbel videosysteem (alleen bepaalde modellen) Bepaalde computers zijn voorzien van een omschakelbaar videosysteem of een dubbel videosysteem. ● Omschakelbaar videosysteem: ondersteund door AMD™ en Intel. Als de computer een dynamisch omschakelbaar videosysteem van AMD heeft, is er alleen ondersteuning voor een omschakelbaar videosysteem. ● Dubbel videosysteem: alleen ondersteund door AMD.
Omschakelbaar videosysteem gebruiken (alleen bepaalde modellen) Bij een omschakelbaar videosysteem kunt u schakelen tussen de modi Performance (Prestaties) en Power Saving (Energiebesparing). U beheert als volgt de instellingen voor een omschakelbaar videosysteem: 1. Klik op het Windows-bureaublad met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Configure Switchable Graphics (Omschakelbaar videosysteem configureren). 2.
7 Externe kaarten en apparaten Kaarten voor mediakaartlezers gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's.
Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Gebruik de volgende procedure voor het veilig verwijderen van de digitale kaart, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. 1. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de digitale kaart. 2. Klik op het pictogram voor het verwijderen van hardware in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Volg daarna de instructies op het scherm. 3.
ExpressCard plaatsen VOORZICHTIG: Voorkom beschadiging van de computer en externe mediakaarten: plaats een PC Card niet in een ExpressCard-slot. VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om het risico van beschadiging van de connectoren te beperken: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een ExpressCard. Verplaats of vervoer de computer niet wanneer er een ExpressCard in gebruik is. OPMERKING: Uw apparaat kan er iets anders uitzien dan het afgebeelde apparaat.
2. Plaats de kaart voorzichtig in het ExpressCard-slot en druk de kaart aan tot deze stevig op zijn plaats zit. U hoort een geluidssignaal als de kaart is gedetecteerd en er wordt mogelijk een menu met beschikbare opties weergegeven. OPMERKING: De eerste keer dat u een ExpressCard aansluit, verschijnt er een bericht in het systeemvak om aan te geven dat het apparaat wordt herkend door de computer.
Smart Cards gebruiken (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: De term Smart Card verwijst in dit hoofdstuk zowel naar Smart Cards als Java™ Cards. Een Smart Card is een accessoire met het formaat van een creditcard, dat is voorzien van een microchip met geheugen en een microprocessor. Smart Cards hebben, net zoals personal computers, een besturingssysteem voor het beheer van de in- en uitvoer. Daarnaast zijn ze voorzien van beveiligingsvoorzieningen om ze te beveiligen tegen aanvallen van buitenaf.
USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd. Zie de instructies van de fabrikant voor meer informatie over apparaatspecifieke software.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de afgebeelde computer. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
eSATA-apparaat gebruiken (alleen bepaalde modellen) Op een eSATA-poort kan een optionele, hoogwaardige eSATA-component worden aangesloten, bijvoorbeeld een externe eSATA vaste schijf. Voor bepaalde eSATA-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd. Zie de instructies van de fabrikant voor meer informatie over apparaatspecifieke software. OPMERKING: De eSATA-poort ondersteunt ook optionele USB-apparaten.
eSATA-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een connector van de eSATA-poort te voorkomen. ▲ Als u een eSATA-apparaat wilt aansluiten op de computer, sluit u de eSATA-kabel van het apparaat aan op de eSATA-poort. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: zie de instructies van de fabrikant voor meer informatie over de vereiste software en stuurprogramma's en over de computerpoort die moet worden gebruikt. Ga als volgt te werk om een extern apparaat op de computer aan te sluiten: VOORZICHTIG: Als u een apparaat met eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Dockingconnector gebruiken Met de dockingconnector kunt u de computer aansluiten op een optioneel dockingapparaat. Een optioneel dockingapparaat biedt extra poorten en connectoren die met de computer kunnen worden gebruikt. OPMERKING: De volgende afbeelding kan enigszins afwijken van uw computer of dockingapparaat.
8 Schijfeenheden Schijfeenheden hanteren VOORZICHTIG: schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures, worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden. Externe vaste schijven gebruiken VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sla uw werk op en sluit de computer af voordat u een geheugenmodule of een vaste schijf plaatst of vervangt. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
Vaste schijf vervangen of upgraden VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vaste-schijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
Prestaties van de vaste schijf verbeteren Schijfdefragmentatie gebruiken Wanneer u de computer gebruikt, raken de bestanden op de vaste schijf gefragmenteerd. Met Schijfdefragmentatie worden de gefragmenteerde bestanden en mappen samengevoegd op de vaste schijf zodat het systeem efficiënter werkt. OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's. Nadat u Schijfdefragmentatie hebt gestart, werkt het zelfstandig verder.
Kort na elk van deze gebeurtenissen wordt de vaste schijf door HP 3D DriveGuard weer vrijgegeven voor normale werking. OPMERKING: Omdat SSD's (solid-state drives) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig. OPMERKING: Vaste schijven in de ruimte voor de primaire of secundaire vaste schijf worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Vaste schijven die in een optioneel dockingapparaat zijn geïnstalleerd of op een USB-poort zijn aangesloten, worden niet beschermd door HP 3D DriveGuard.
HP 3D DriveGuard software gebruiken Met de HP 3D DriveGuard software kunt u de volgende taken uitvoeren: ● HP 3D DriveGuard in- of uitschakelen. OPMERKING: Afhankelijk van uw gebruikersrechten is het mogelijk dat u HP 3D DriveGuard niet kunt in- of uitschakelen. Leden van de groep Administrators kunnen de gebruikersrechten van andere gebruikers aanpassen. ● Achterhalen of een schijfeenheid in het systeem wordt ondersteund door HP 3D DriveGuard. U start de software en wijzigt instellingen als volgt: 1.
Optische schijf plaatsen Optischeschijfeenheid met lade 1. Schakel de computer in. 2. Druk op de ontgrendelknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen. 3. Trek de lade uit (2). 4. Houd de schijf bij de randen vast om te voorkomen dat u het oppervlak aanraakt en plaats de schijf op de as in de lade met het label naar boven. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf enigszins schuin zodat u deze voorzichtig op de as kunt plaatsen. 5.
Optische schijf verwijderen Optischeschijfeenheid met lade Er zijn twee manieren om een schijf te verwijderen, afhankelijk van of de lade normaal opengaat of niet. Als de lade normaal opengaat 1. Druk op de ontgrendelknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen en trek de lade voorzichtig zo ver mogelijk uit (2). 2. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan.
Als de lade niet normaal opengaat 1. Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de schijfeenheid. 2. Druk voorzichtig op de paperclip om de lade te ontgrendelen en trek de lade vervolgens zo ver mogelijk uit (2). 3. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan.
Optische-schijfeenheden delen Hoewel de computer geen geïntegreerde optische-schijfeenheid heeft, kunt u software en gegevens gebruiken en applicaties installeren door een optische-schijfeenheid te delen die is aangesloten op een andere computer in het netwerk. Het delen van schijfeenheden is een voorziening van het besturingssysteem Windows, waardoor een schijfeenheid op een computer toegankelijk is voor andere computers binnen hetzelfde netwerk.
9 Beveiliging Computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsfuncties moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Computerrisico Beveiligingsvoorziening Onbevoegd meenemen van de computer Slot voor een beveiligingskabel (voor een optionele beveiligingskabel) *Computer Setup is een vooraf geïnstalleerd programma in het ROM-geheugen, dat zelfs kan worden gebruikt wanneer het besturingssysteem niet werkt of niet kan worden geladen. U kunt navigeren door Computer Setup en selecties maken met behulp van de cursorbesturing (zoals het touchpad, de EasyPoint-muisbesturing of een USB-muis) of het toetsenbord.
Wachtwoorden instellen in Windows Wachtwoord Functie Beheerderswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-account op beheerdersniveau. OPMERKING: Met dit wachtwoord kan geen toegang worden verkregen tot de inhoud van Computer Setup. Gebruikerswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. *Voor informatie over het instellen van een wachtwoord voor de Windows-beheerder of voor een Windows-gebruiker* typt u h in het startscherm en kiest u Help en ondersteuning.
Wachtwoord Functie TPM Set to Factory Defaults (TPM ingesteld op fabrieksinstellingen - alleen bepaalde modellen) No/Yes (Nee/Ja) ● Als het beheerderswachtwoord niet is ingesteld of als TPM Security Device is ingesteld op Hidden (Verborgen), is deze optie verborgen. ● Als Embedded Security State (Toestand van geïntegreerde beveiliging) is ingesteld op Enabled (Ingeschakeld), selecteert u Yes (Ja) om de fabrieksinstellingen van de TPM te herstellen.
5. Typ nogmaals uw nieuwe wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd. 6. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, klikt u op het pictogram Save (Opslaan) linksonder in het scherm en volgt u de instructies op het scherm. – of – Selecteer met de pijltoetsen File (Bestand) > Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk op enter. De wijzigingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt opgestart. BIOS-beheerderswachtwoord verwijderen 1.
deze schijf te krijgen. U krijgt alleen toegang tot de schijf met behulp van de DriveLock-wachtwoorden als de schijf in de computer of een geavanceerde poortreplicator is geplaatst. Om DriveLock-beveiliging toe te passen op een interne vaste schijf, moeten in Computer Setup een gebruikerswachtwoord en een hoofdwachtwoord worden ingesteld.
De wijzigingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt opgestart. DriveLock-wachtwoord invoeren Zorg ervoor dat de vaste schijf in de computer zelf is ondergebracht (niet in een optioneel dockingapparaat of externe MultiBay). Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het gebruikerswachtwoord of het hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld). Druk daarna op enter.
3. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > DriveLock en druk op enter. 4. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen Set DriveLock Password (DriveLockwachtwoord instellen) en druk op enter. 5. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen Set DriveLock Password (DriveLockwachtwoord instellen) en druk op enter. 6. Selecteer met de cursorbesturing of de pijltoetsen een interne vaste schijf en druk vervolgens op enter. 7.
5. Lees de waarschuwing. Selecteer YES (JA) om verder te gaan. 6. Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup (Computerinstellingen) af te sluiten, klikt u op Save (Opslaan) en volgt u de instructies op het scherm. – of – Selecteer met de pijltoetsen File (Bestand) > Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk op enter. Beveiliging met Automatische DriveLock verwijderen Ga als volgt te werk om de DriveLock-beveiliging te verwijderen in Computer Setup: 1.
Firewallsoftware gebruiken Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die zowel uit hardware als software bestaat.
Optionele beveiligingskabel installeren OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. OPMERKING: Het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit gedeelte. Raadpleeg Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor de plaats van het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel. 80 1.
De vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde modellen) Op bepaalde computermodellen zijn geïntegreerde vingerafdruklezers beschikbaar. Stel een gebruikersaccount met een wachtwoord in op de computer om de vingerafdruklezer te gebruiken. U kunt zich bij deze account aanmelden op de computer door de gekozen vinger over de lezer te halen. U kunt de vingerafdruklezer ook gebruiken om wachtwoordvelden in te vullen op websites en in andere programma's waarvoor aanmelding vereist is.
10 Onderhoud Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft één geheugenmodulecompartiment. U kunt de capaciteit van de computer vergroten door een geheugenmodule in het beschikbare slot voor geheugenuitbreidingsmodules te plaatsen of door een upgrade van de bestaande geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule uit te voeren.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2), draai deze 45 graden en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 6.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule, totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: zorg dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 7. Plaats het afdekplaatje terug (zie Het afdekplaatje verwijderen of terugplaatsen op pagina 61). 8. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 44). 9.
● Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie) ● Antistatische veegdoekjes VOORZICHTIG: Gebruik de volgende reinigingsproducten niet: sterke oplosmiddelen, zoals alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride en koolwaterstoffen, deze kunnen het oppervlak van de compute r permanent beschadigen. Vezelachtig materiaal, zoals papieren doekjes, die de computer kunnen bekrassen.
VOORZICHTIG: Zorg er tijdens het reinigen van het touchpad en toetsenbord voor dat er geen vloeistoffen tussen de toetsen terecht komt. Hierdoor kunnen er interne onderdelen beschadigd raken. ● Gebruik voor het reinigen en desinfecteren van het touchpad en toetsenbord een zachte microvezel-doek of een zeemlap die bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen, of gebruik een aanvaardbaar bacteriedodend wegwerpdoekje.
11 Back-up en herstel Ter bescherming van uw informatie gebruikt u Back-up maken en terugzetten van Windows om backups te maken van afzonderlijke bestanden en mappen, om back-ups te maken van de volledige vaste schijf, om systeemherstelmedia te maken (alleen bepaalde modellen) met behulp van de geïnstalleerde optische-schijfeenheid (alleen bepaalde modellen) of een optionele externe optischeschijfeenheid, of om systeemherstelpunten te maken.
Houd bij het maken van back-ups rekening met het volgende: ● Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak hiervan periodiek een back-up. ● Maak een back-up van sjablonen die zijn opgeslagen bij de bijbehorende programma's. ● Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermopname van uw instellingen te maken. Een schermafbeelding kan veel tijd besparen als u opnieuw uw voorkeuren moet instellen.
VOORZICHTIG: Sommige opties van Opstartherstel wissen en formatteren de vaste schijf volledig. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Wanneer het herformatteren is voltooid, herstelt de herstelprocedure het besturingssysteem en de stuurprogramma’s, software en hulpprogramma’s vanaf de back-up die voor herstel is gebruikt. 1. Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden. 2.
4. Druk op f11 als het bericht "Press for recovery" (Druk op f11 voor herstellen) op het scherm wordt weergegeven. 5. Volg de instructies op het scherm. Media met het besturingssysteem Windows 8 gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm om een dvd met besturingssysteem Windows 8 te bestellen. U kunt de dvd ook telefonisch bestellen bij onze Klantenondersteuning.
12 Computer Setup (BIOS) en Advanced System Diagnostics Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Navigeren en selecteren in Computer Setup Ga als volgt te werk om te navigeren in Computer Setup en items te selecteren: 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer de melding "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. ● Als u een menu of menuonderdeel wilt selecteren, gebruikt u de tab-toets en de pijltoetsen en drukt u vervolgens op enter.
Fabrieksinstellingen in Computer Setup herstellen OPMERKING: Het herstellen van de standaardwaarden is niet van invloed op de vasteschijfmodus. Ga als volgt te werk om alle instellingen in Computer Setup terug te zetten op de fabriekswaarden: 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer de melding "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3.
BIOS bijwerken Geüpdate versies van het BIOS zijn beschikbaar via de website van HP. De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's worden genoemd. Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en over het oplossen van problemen.
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: Om schade aan de computer of een mislukte installatie te voorkomen, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet terwijl de computer op accuvoeding werkt of is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
Advanced System Diagnostics gebruiken Met Advanced System Diagnostics kunt u diagnosetests uitvoeren om vast te stellen of de hardware van de computer naar behoren werkt. De volgende diagnosetests zijn beschikbaar in Advanced System Diagnostics: ● System Tune-Up (Systeemoptimalisatie): deze groep aanvullende tests controleert de computer om er zeker van te zijn dat de hoofdcomponenten correct werken.
13 Ondersteuning Contact opnemen met de ondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding of in Help en ondersteuning geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html. Hier kunt u: ● online chatten met een technicus van HP; OPMERKING: Engels.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie, waaronder: Onderdeel (1) Productnaam (2) Serienummer (s/n) (3) Artikelnummer/productnummer (p/n) (4) Garantieperiode (5) Modelbeschrijving Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de ondersteuning.
14 Specificaties ● Ingangsvermogen ● Omgevingsvereisten Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf (schrijven naar optische schijf) 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
A Reizen met de computer Neem voor optimale resultaten de volgende transportrichtlijnen in acht: ● Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport: ◦ Maak een back-up van uw gegevens. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals digitale kaarten. VOORZICHTIG: Verwijder media uit de schijfeenheid voordat u de schijfeenheid uit de schijfhouder haalt en voordat u de schijfeenheid vervoert, verstuurt of opbergt.
locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is voor het gebruik van een bepaald apparaat, kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u het apparaat gebruikt. ● Ga als volgt te werk als u de computer in het buitenland wilt gebruiken: ◦ Vraag de douanebepalingen voor computers op voor de landen/regio's die u gaat bezoeken. ◦ Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken. De netspanning, frequentie en stekkers kunnen verschillen per land/regio.
B Problemen oplossen Deze bijlage bestaat uit de volgende gedeelten: Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen ● Raadpleeg Help en ondersteuning voor aanvullende informatie en koppelingen naar websites. Typ op het startscherm h en selecteer Help en ondersteuning. OPMERKING: Voor sommige controle- en reparatieprogramma's is een internetverbinding vereist. HP biedt ook aanvullende programma's waarvoor geen internetverbinding vereist is. ● Neem contact op met de ondersteuning van HP.
De computer kan niet worden ingeschakeld Als de computer niet wordt ingeschakeld wanneer u op de aan/uit-knop drukt, kunnen de volgende suggesties u wellicht helpen te achterhalen waarom de computer niet opstart: ● Als de computer is aangesloten op een stopcontact, controleert u of het stopcontact voldoende voeding levert door een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan te sluiten.
De computer is ongewoon warm Als de computer in gebruik is, kan deze warm aanvoelen. Dit is een normaal verschijnsel. Wanneer de computer echter ongewoon warm aanvoelt, is de computer mogelijk oververhit als gevolg van een geblokkeerde ventilatieopening. Als u vermoedt dat de computer oververhit raakt, laat u de computer afkoelen tot kamertemperatuur. Zorg dat alle ventilatieopeningen nergens door worden geblokkeerd tijdens het gebruik van de computer.
● Controleer of de draadloze router of het draadloze toegangspunt correct is aangesloten op de netvoedingsadapter en het kabel- of DSL-modem, en of de lampjes branden. ● Koppel alle kabels los en sluit ze opnieuw aan. Schakel vervolgens het apparaat uit en opnieuw in. De lade van de optischeschijfeenheid gaat niet open bij het verwijderen van een cd of dvd 1. Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de schijfeenheid. 2.
De optischeschijfeenheid wordt niet gedetecteerd Als het besturingssysteem een geïnstalleerd apparaat niet detecteert, kan het zijn dat het apparaatstuurprogramma ontbreekt of beschadigd is. 1. Verwijder eventuele schijven uit de optischeschijfeenheid. 2. Klik op Computer en vervolgens op Systeem-monitor. 3. Identificeer in het tabblad Hardware de opslagcontroller in de kolom Type. 4. Klik op het driehoekje naast de apparaten tot u de optischeschijfeenheid heeft gevonden.
Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het brandproces is voltooid ● Controleer of alle programma's zijn afgesloten. ● Schakel de slaapstand uit. ● Controleer of u het juiste type schijf voor uw schijfeenheid gebruikt. ● Controleer of de schijf correct is geplaatst. ● Selecteer een lagere schrijfsnelheid en probeer het opnieuw. ● Als u een schijf kopieert, slaat u de informatie van de bronschijf op de vaste schijf op voordat u probeert de inhoud te branden op een nieuwe schijf.
C Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is de ontlading van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u ontvangt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit Accu 42 aan/uit-knop 39 aan/uit-knop, herkennen 7 aan/uit-lampjes 6, 10 aan/uit-schakelaar 39 aanwijsapparaten, voorkeuren instellen 28 accu lage acculading 43 ontladen 43 resterende lading weergeven 42 vervangen 45 voeding besparen 44 Accu afvoeren 45 opbergen 45 Accucontrole 42 Accu-informatie zoeken 42 accu-ontgrendeling 16 accuruimte 16, 98 accutemperatuur 45 Accuvoeding 42 Advanced System Diagnostics 96 Afdekplaatje service, herkennen 16 Afsluiten 39 Antennes voor draadloze communicati
DriveLock-wachtwoord beschrijving 74 instellen 75 invoeren 76 verwijderen 76 wijzigen 76 E Elektrostatische ontlading 109 energiemeter 41 eSATA/USB 2.
draadloos 6, 10 geluid uit 6 netvoedingsadapter/accu 10 Num Lock 6 Touchpad 6 voeding 6, 10 Lampjes vaste schijf 10 webcam 15 Lampjes, vaste schijf 64 Lampje van de netvoedingsadapter/accu 10 lampje voor draadloze communicatie 6, 10, 18 Leesbare media 40 Leuk om te doen 1 Luchthavenbeveiligingsapparatuur 61 Luidspreker, herkennen 17 M Media afspelen, bedieningselementen voor 35 Mediakaartlezer, herkennen 11 Mediasneltoetsen 35 Microfooningang (audio-ingang) herkennen 11 Microsoft, certificaat van echtheid,
schijfdefragmentatie 63 schijfopruiming 63 standen voor energiebesparing 40 T temperatuur 45 toetsen esc 9 fn 9 functie 9 Windows-applicaties 9 Windows-logo 9 Toetsen geluidsvolume 36 media 35 toetsenblok herkennen 33 ingebed numeriek 9 Toetsenblok, extern gebruiken 34 num lock 34 Toetsenbordlampje, herkennen Lampje 15 Lichtknop 15 Omgevingslichtsensor 15 toetsenbord toegangstoetsen, herkennen 32 Touchpad gebruiken 28 knoppen 5 TouchPad, knop herkennen 4 Touchpadbewegingen draaien 31 in-/uitzoomen 30 knijpe