HP Deskjet 5700 serie HP Deskjet 5700 serie
Kennisgevingen van Hewlett-Packard De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht. De enige garantie voor producten en services van HP wordt uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd.
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 HP Deskjet 5700 serie printer..............................................................................3 Speciale functies..................................................................................................4 Aan de slag...........................................................................................................5 Printerfuncties ........................................................................................................
8 Printersoftware...................................................................................................42 Afdrukinstellingen.................................................................................................42 Dialoogvenster Pagina-instelling..........................................................................42 Dialoogvenster Afdrukken..................................................................................... 43 De printer beheren (Mac OS 10.3)....................
1 HP Deskjet 5700 serie printer Selecteer een van de volgende onderwerpen als u het antwoord op een vraag wilt weten: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Speciale functies Aan de slag De printer aansluiten Foto's afdrukken Overige documenten afdrukken Afdruktips Printersoftware Onderhoud Problemen oplossen Benodigdheden Specificaties Informatie over milieu Informatie over handelsmerken en copyright HP Deskjet 5700 serie 3
2 Speciale functies Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over verschillende indrukwekkende functies: ● ● ● ● ● ● 4 Afdrukken zonder rand: met deze functie maakt u gebruik van de volledige pagina tijdens het afdrukken van foto's en brochures. Uitbreidingsmogelijkheid voor afdrukken met zes inkten: verbeter uw fotoafdrukken met fotopatroon (apart verkrijgbaar). Digitale foto's afdrukken: gebruik de digitale fotoafdrukmogelijkheden van de printer voor uw foto's.
3 Aan de slag ● ● ● ● ● ● Printerfuncties Knoppen en lampjes Papierladen Inktpatronen Modus inktreserve Automatische papiertypesensor Printerfuncties De HP-printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken.
Hoofdstuk 3 1 Automatische papiertypesensor 2 Inktpatronen 3 Modus inktreserve 1 USB-poort Knoppen en lampjes Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om afdruktaken te annuleren en een taak opnieuw te starten. De printerlampjes geven een indicatie over de status van de printer. De printerknoppen kunt u op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de printer vinden.
1 Bedieningspaneel 2 Aan/uit-knop en -lampje 3 Knop Afdrukken annuleren 4 Statuslampjes van de inktpatroon 5 Doorgaan-knop en -lampje Aan/uit-knop en -lampje Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan of uit te zetten. Het kan ongeveer vijf seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt gedrukt. 1 Aan/uit-knop Het Aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is. Let op Druk altijd op de Aan/uit-knop om de printer in of uit te schakelen.
Hoofdstuk 3 1 Knop Afdrukken annuleren 2 Doorgaan-knop en -lampje Knop Afdrukken annuleren Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. Doorgaan-knop en -lampje Het Doorgaan-lampje knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u op de knop Doorgaan om verder te gaan met afdrukken.
1 2 Het linkerstatuslampje geeft de driekleurenpatroon weer die in het linkergedeelte van de inktpatroonhouder is geïnstalleerd. – Als het lampje continu brandt, is de driekleurenpatroon bijna leeg. – Het lampje knippert als de driekleurenpatroon moet worden nagekeken. Het rechterstatuslampje geeft de zwarte inktpatroon of fotopatroon weer. Eén van deze inktpatronen is in het rechtergedeelte van de inktpatroonhouder geïnstalleerd.
Hoofdstuk 3 3 Klap het verlengstuk van de lade uit. Invoerlade In de invoerlade plaatst u papier of ander afdrukmateriaal. Pas de papiergeleider aan om af te drukken op verschillende formaten afdrukmateriaal. 1 Invoerlade 2 Papiergeleider Uitvoerlade Afgedrukte pagina’s komen in de uitvoerlade terecht.
1 Uitvoerlade Klap de uitvoerlade omhoog om papier of ander afdrukmateriaal te plaatsen. Klap de uitvoerlade omlaag als u gaat afdrukken. Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van de uitvoerlade uittrekken. Als u in de modus Snelconcept afdrukt, moet u de verlengstukstop van de lade uitklappen.
Hoofdstuk 3 4 Klap de uitvoerlade omhoog. 5 Klap de invoerlade omhoog. Inktpatronen U kunt drie inktpatronen in de printer gebruiken. 1 Zwarte inktpatroon 2 Driekleurenpatroon 3 Fotopatroon Zie Inktpatronen gebruiken voor informatie over het afdrukken met de inktpatronen. Zie Inktpatronen vervangen voor informatie over het aanschaffen van inktpatronen.
Inktpatronen gebruiken De inktpatronen kunnen op de volgende manieren worden gebruikt: Standaard afdruktaken Gebruik de zwarte inktpatroon en driekleurenpatroon voor standaard afdruktaken. Kleurenfoto's van hoge kwaliteit Voor levendigere kleuren tijdens het afdrukken van kleurenfoto's of andere speciale documenten, verwijdert u de zwarte inktpatroon en installeert u een fotopatroon. De fotopatroon levert in combinatie met de driekleurenpatroon nagenoeg korrelvrije foto's.
Hoofdstuk 3 Afdrukken in modus inktreserve Als u afdrukt in de modus inktreserve, werkt de printer langzamer en gaat de kwaliteit van de afdrukken achteruit. Geïnstalleerde inktpatroon Resultaat Zwarte inktpatroon Kleuren afdrukken in grijstinten. Driekleurenpatroon Kleuren worden wel afgedrukt, maar zwart wordt als grijstint weergegeven en is niet echt zwart. Fotopatroon Kleuren afdrukken in grijstinten. Opmerking HP adviseert om de fotopatroon niet voor de modus inktreserve te gebruiken.
4 De printer aansluiten ● ● USB Netwerk USB De printer wordt met een USB-kabel (Universele Seriële Bus) aangesloten op de computer. Zie de installatieposter die bij de printer wordt geleverd voor instructies over het aansluiten van de printer met een USB-kabel. Opmerking Mogelijk is bij uw printer geen USB-kabel geleverd. Netwerk De printer kan op twee manieren worden aangesloten op een netwerk: ● ● De printer kan via een netwerkcomputer worden gedeeld.
5 Foto's afdrukken De printersoftware biedt meerdere functies die het eenvoudiger maken om digitale foto's af te drukken en de fotokwaliteit te verbeteren. Lees hier hoe u de volgende taken kunt uitvoeren: ● ● ● ● ● ● ● ● Een foto zonder rand afdrukken. Een foto met rand afdrukken. De HP-opties voor digitale fotografie gebruiken voor het verbeteren van foto's. De fotopatroon gebruiken voor prachtige kleuren en nagenoeg korrelvrije foto's. De hoogste afdrukresolutie bereiken met Maximum dpi.
6 1 Kleine foto's 2 Grote foto's Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken Voer de volgende stappen uit om een foto zonder rand af te drukken: 1 2 3 4 5 6 Open het dialoogvenster Pagina-instelling. Klik op het gewenste papierformaat zonder rand in de lijst Papierformaat en klik vervolgens op OK. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit en selecteer de volgende afdrukinstellingen: – Papiertype: kies een geschikt fotopapier als papiertype.
Hoofdstuk 5 Foto's afdrukken met een rand ● ● ● Richtlijnen Het afdrukken voorbereiden Afdrukken Richtlijnen ● ● ● Gebruik een fotopatroon samen met de driekleurenpatroon voor een hoge afdrukkwaliteit. Gebruik HP Premium Plus Fotopapier om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt. Overschrijd niet de capaciteit van de invoerlade: 30 vel fotopapier. Het afdrukken voorbereiden 1 2 3 4 5 Klap de uitvoerlade omhoog. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2 6 Grote foto's Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken 1 2 3 4 5 6 Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: kies een geschikt papierformaat. – Afdrukstand: kies de juiste afdrukrichting. Klik op OK. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit en selecteer de volgende instellingen: – Papiertype: kies een geschikt fotopapier als papiertype. – Kwaliteit: Best of Maximum dpi.
Hoofdstuk 5 Keuzemenu: selecteer een van de volgende opties: ● ● ● ● ● ● 'Rode ogen'-reductie: klik op Aan als u het rode-ogeneffect in de foto wilt verwijderen of verminderen. Digitale flash: stel de gewenste belichting in de donkere gedeelten in om meer detail te benadrukken. Klik op Automatisch als u licht en donker automatisch door de printersoftware van de printer wilt laten aanpassen. Contrastverbetering: stel het gewenste contrast in.
U kunt fotopatronen apart kopen als deze niet bij de printer zijn geleverd. ● ● ● De fotopatroon installeren De fotopatroon gebruiken De fotopatroon bewaren De fotopatroon installeren Om de fotopatroon te installeren, verwijdert u de zwarte inktpatroon uit de printer en vervolgens installeert u de fotopatroon in het rechtergedeelte van de inktpatroonhouder. Opmerking Volg de richtlijnen voor opslag om een inktpatroon te beschermen als deze niet in de printer is geïnstalleerd.
Hoofdstuk 5 5 6 Stel de Verzadiging, Helderheid en Schakering in voor het afdrukken van de kleuren. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Druk af. CMYK-instellingen Voer deze stappen uit om de CMYK-instellingen te specificeren: 1 2 3 22 Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. Klik op het tabblad CMYK-instellingen.
4 5 Pas de geleiders Cyaan, Magenta, Geel en Zwart aan om het niveau van elke kleur die bij het afdrukken wordt gebruikt, te specificeren. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Druk af. Geavanceerd kleurbeheer Kleurbeheer definieert het kleurenbereik waarin kan worden afgedrukt. De printersoftware vertaalt de kleuren van uw document vanuit de huidige kleurinstellingen naar de geselecteerde kleurbeheeroptie.
Hoofdstuk 5 De instelling 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd is de hoogste resolutiekwaliteit die voor deze printer beschikbaar is. Als 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd in de printersoftware is geselecteerd, zal de driekleurenpatroon in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd (max. 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd in kleur en 1200-dpi invoer) afdrukken. Als er ook een fotopatroon is geïnstalleerd, wordt de afdrukkwaliteit nog verder verbeterd.
Verwerking ● ● Houd het fotopapier altijd vast bij de randen. Vingerafdrukken op fotopapier kan de afdrukkwaliteit verslechteren. Als de hoeken van het fotopapier meer dan 10 mm (0,4 inch) omkrullen, moet u het papier vlak maken door deze in de zak te leggen en vervolgens voorzichtig in tegengestelde richting buigen totdat het papier vlak ligt. Fotopapier moet vlak zijn voordat u gaat afdrukken.
6 Afdruktips Tijd besparen Stel de volgorde in waarin het document de pagina's moet afdrukken. Geld besparen Druk meerdere pagina's af op één vel papier. De kwaliteit van de afdrukken verbeteren ● ● ● Selecteer het juiste papiertype. Selecteer de juiste afdrukkwaliteit. Wijzig eventueel het formaat van het document. De paginavolgorde instellen De paginavolgorde legt de volgorde vast waarin uw documenten die uit meerdere pagina's bestaan, worden afgedrukt.
Opmerking De functie omgekeerde paginavolgorde is alleen beschikbaar in Mac OS X 10.3 en later. Afdrukken van meerdere pagina's op één vel papier De printersoftware biedt u de mogelijkheid verschillende pagina’s van een document op één vel papier af te drukken. De printersoftware vergroot/verkleint de documenttekst en -afbeeldingen automatisch zodat deze op de afgedrukte pagina passen.
Hoofdstuk 6 – – – – Snel normaal: hiermee drukt u sneller af dan in de modus Normaal en krijgt u een hogere afdrukkwaliteit dan met Snel concept. Normaal: hiermee krijgt u de beste balans op tussen de afdrukkwaliteit en de snelheid. Dit is de meest geschikte instelling voor documenten. Best: hiermee drukt u af met hoge kwaliteit. Maximum dpi: hiermee drukt u af met de hoogste kwaliteit.
De automatische papiertypesensor gebruiken Automatisch is de standaardinstelling voor papiersoort. Als deze wordt gebruikt, selecteert de Automatische papiertypesensor automatisch de geschikte afdrukinstellingen voor het afdrukmateriaal waarop wordt afgedrukt, in het bijzonder bij papier en afdrukmateriaal van HP. Volg de volgende stappen om de automatische papiertypesensor te gebruiken: 1 2 3 4 Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit.
7 Overige documenten afdrukken E-mail Brieven Documenten Enveloppen Brochures Wenskaarten Briefkaarten Transparanten Etiketten Indexkaarten Opstrijkpatronen Afdruktips: bespaar kosten en moeite en vergroot tegelijkertijd de kwaliteit van uw afdrukken met deze afdruktips. Printersoftware: informatie over de printersoftware. E-mail ● ● ● Richtlijnen Het afdrukken voorbereiden Afdrukken Richtlijnen Overschrijd niet de capaciteit van de invoerlade: 100 vel gewoon papier.
5 Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken 1 2 3 4 5 Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal of de afdrukrichting in. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. In de vervolgkeuzelijst Papiertype klikt u op Automatisch of Gewoon papier. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Hoofdstuk 7 Afdrukken 1 2 3 4 5 6 Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal of de afdrukrichting in. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. In de vervolgkeuzelijst Papiertype klikt u op Automatisch of Gewoon papier. In de vervolgkeuzelijst Kwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Afdrukken 1 2 3 4 5 6 Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal of de afdrukrichting in. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. In de vervolgkeuzelijst Papiertype klikt u op Automatisch of Gewoon papier. In de vervolgkeuzelijst Kwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Hoofdstuk 7 2 3 4 5 Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. In de vervolgkeuzelijst Papiertype klikt u op Automatisch of Gewoon papier. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken. Brochures ● ● ● ● Richtlijnen Het afdrukken voorbereiden Brochures zonder rand afdrukken Brochures met rand afdrukken Richtlijnen ● ● ● ● Gebruik HP Brochure en Flyer-papier voor de beste resultaten.
8 Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken. Brochures met rand afdrukken 1 2 3 4 Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal of de afdrukrichting in. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit en specificeer de volgende instellingen: – Papiertype: kies het juiste type brochurepapier. – Kwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi.
Hoofdstuk 7 Afdrukken 1 2 3 4 Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: kies een geschikt kaartformaat. – Afdrukstand: kies de juiste afdrukrichting. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit en specificeer de volgende instellingen: – Papiertype: kies een geschikt kaarttype. – Kwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Opmerking Klik op het fotoformaat zonder rand dat overeenkomt met het kaartformaat om een kaart zonder rand af te drukken. 2 3 4 5 6 Klik op OK. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit en specificeer de volgende instellingen: – Papiertype: kies een geschikt kaarttype. – Kwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi. Stel de HP-opties voor digitale fotografie in als u deze wilt gebruiken. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Hoofdstuk 7 Afdrukken 1 2 3 4 Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal of de afdrukrichting in. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit en specificeer de volgende instellingen: – Papiertype: kies een geschikt transparanttype. – Kwaliteit: Normaal of Best. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Afdrukken 1 2 3 4 5 6 Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: A4 of US Letter – Afdrukstand: kies de juiste afdrukrichting. Klik op OK. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. In de vervolgkeuzelijst Papiertype klikt u op Automatisch of Gewoon papier. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Hoofdstuk 7 Afdrukken 1 2 3 4 5 Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: kies een geschikt kaartformaat. – Afdrukstand: kies de juiste afdrukrichting. Klik op OK. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit en specificeer het juiste papiertype. Selecteer eventuele overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
6 Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken 1 Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instelling: – Papierformaat: A4 of US Letter – Spiegelbeeld afdrukken: selecteer deze instelling Opmerking Voor bepaalde papiertypen voor opstrijkpatronen hoeft u de pagina niet spiegelbeeld af te drukken. 2 3 4 5 6 Klik op OK. Open het dialoogvenster Afdrukken. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. In de vervolgkeuzelijst Papiertype klikt u op Automatisch of Gewoon papier.
8 Printersoftware ● ● ● ● ● Afdrukinstellingen Dialoogvenster Pagina-instelling Dialoogvenster Afdrukken De printer beheren (Mac OS 10.3) De printer beheren (Mac OS 10.2 en eerder) Afdrukinstellingen De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik de printersoftware (dat wil zeggen de printerdriver) om de afdrukinstellingen voor een document te wijzigen.
Gebruik het dialoogvenster Pagina-instelling om de volgende taken uit te voeren: ● ● ● Het papierformaat instellen voor een document Formaat wijzigen van een document De afdrukrichting van het document specificeren Dialoogvenster Afdrukken Gebruik het dialoogvenster Afdrukken om afdrukinstellingen te wijzigen voor het document dat u wilt afdrukken. De beschikbare opties zijn afhankelijk van het paneel dat is geselecteerd.
Hoofdstuk 8 3 4 5 6 7 8 9 Paneelmenu: schakelen tussen panelen voor afdrukinstellingen, een toepassingsspecifiek paneel en een samenvatting van afdrukinstellingen voor het document. ?: de MacHelp openen. Voorvertoning: een online afdrukvoorbeeld van het document bekijken. Bewaar als pdf: het document naar Adobe PDF-indeling converteren. Fax: een document als fax verzenden. Annuleer: het dialoogvenster Afdrukken sluiten zonder het document af te drukken. Druk af: het document afdrukken.
De printerlijst verschijnt. Een printer toevoegen Volg deze stappen om een printer op uw computer toe te voegen: 1 2 Open de Printerlijst. Klik op Voeg toe. Het dialoogvenster Printer toevoegen verschijnt.
Hoofdstuk 8 3 4 5 Selecteer het verbindingstype voor de printer (bijvoorbeeld USB). Selecteer de printernaam in de lijst. Klik op Voeg toe. Een standaardprinter instellen Volg deze stappen om de printer in te stellen als standaardprinter: 1 2 3 Open de Printerlijst. Klik op de printernaam. Selecteer de printer en klik vervolgens op Maak standaard. Een printer verwijderen Volg deze stappen om een printer van uw computer te verwijderen: 1 2 3 Open de Printerlijst.
4 Selecteer een afdruktaak door erop te klikken. Gebruik de volgende knoppen om de afdruktaak te beheren. – Verwijder: de geselecteerde afdruktaak annuleren. – Stel uit: de geselecteerde afdruktaak onderbreken. – Hervat: een onderbroken afdruktaak hervatten. – Stop taken: alle afdruktaken in de wachtrij onderbreken. De printer beheren (Mac OS 10.2 en eerder) Gebruik Afdrukbeheer om afdruktaken te beheren.
Hoofdstuk 8 2 3 Klik op de printernaam. Selecteer de printer en klik vervolgens op Maak standaard. De naam van de printer wordt vet weergegeven om aan te geven dat het de standaardprinter is. Een printer verwijderen Volg deze stappen om een printer van uw computer te verwijderen: 1 2 3 Open Afdrukbeheer. Klik op de printernaam die u wilt verwijderen. Klik op Verwijder.
9 Onderhoud ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Inktpatronen installeren De functie voor automatisch in- en uitschakelen instellen Inktpatronen uitlijnen Kleur kalibreren Afdrukkwaliteit kalibreren De inktpatronen automatisch reinigen Geschatte inktniveau's bekijken De printerbehuizing onderhouden Inkt verwijderen van de huid en van kleding Handmatig reinigen van inktpatronen Inktpatronen onderhouden De HP Inkjet werkset gebruiken Inktpatronen installeren ● ● ● ● Combinaties van inktpatronen Specificatienummers Mod
Hoofdstuk 9 1 ● ● Etiket met specificatienummer Printerdocumentatie: voor een lijst met specificatienummers van inktpatronen kunt u de naslaggids raadplegen die bij de printer is geleverd. HP Inkjet werkset: open de HP Inkjet werkset en selecteer vervolgens het paneel Benodigdheden. Modus inktreserve De printer kan ook afdrukken met slechts één inktpatroon geïnstalleerd. Zie modus inktreserve voor meer informatie.
Let op Raak de !step not translated! 2 inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn vereiste elektrische contactpunten. 7 8 9 Houd de inktpatroon zodanig dat de koperen strook zich aan de onderkant bevindt en naar de printer toe is gericht.
Hoofdstuk 9 Automatisch inschakelen Automatisch inschakelen is een standaardfunctie van de printer. De printer schakelt automatisch in als u een bestand afdrukt of de printerkap opent. Automatisch uitschakelen Schakel de functie voor automatisch inschakelen in om de printer in een energiebesparende modus te schakelen met een laag stroomverbruik nadat de printer niet-actief is geweest gedurende 30 minuten.
Voor het uitvoeren van een kalibratie voor afdrukkwaliteit reinigt u de inktpatronen en vervolgens drukt u het document opnieuw af. Als de lijnen nog steeds verschijnen, moet u een kalibratie voor de afdrukkwaliteit uitvoeren. Voer de volgende stappen uit om de afdrukkwaliteit te kalibreren: 1 2 3 4 5 Plaats papier van Letter-formaat of gewoon, wit A4-papier in de invoerlade. Controleer of zowel een zwarte als een driekleureninktpatroon in de printer zijn geïnstalleerd. Open de HP Inkjet werkset.
Hoofdstuk 9 Denk aan de volgende tips wanneer u de printer reinigt: ● ● ● Reinig de binnenkant van de printer niet. Houd alle vloeistoffen uit de buurt van de binnenkant. Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of wasmiddelen. Als een huishoudelijk schoonmaakmiddel of -oplosmiddel voor de printer wordt gebruikt, veegt u buitenoppervlakken van de printer schoon met een zachte doek die met water vochtig is gemaakt.
2 3 Wacht totdat de inktpatroonhouder zich naar de rechterzijde heeft verplaatst, nietactief is en geen geluid meer maakt. Verwijder de inktpatronen en plaats deze op een vel papier met de koperen contactpunten naar boven. Let op Laat de inktpatronen niet langer dan een half uur buiten de printer liggen. Reinigingsinstructies 1 2 Bevochtig een wattenstaafje met gedistilleerd water en knijp het overtollige water eruit. Veeg de koperen contactpunten van de inktpatroon schoon met het wattenstaafje.
Hoofdstuk 9 Inktpatronen bewaren Als inktpatronen uit de printer worden verwijderd, bewaart u ze in een luchtdichte plastic verpakking of in de inktpatroonbeschermer die bij de fotopatroon wordt geleverd. Als u de inktpatroon in een luchtdichte plastic verpakking bewaart, moeten de !step not translated! 2 inktsproeiers met de koppen naar beneden toe worden bewaard zonder dat ze met de verpakking in contact komen.
● ● ● ● ● Afdrukkwaliteit kalibreren. De functie automatische inschakelen/uitschakelen configureren. Productondersteuning op de HP-website zoeken. Informatie zoeken over de inktpatronen die bij uw printer worden gebruikt. De website van HP gebruiken om uw printer te registreren.
Hoofdstuk 9 HP Inkjet werkset-panelen Paneelmenu van de Inkjet werkset: selecteer het gewenste paneel om de opties van de HP Inkjet werkset te bekijken: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 58 WOW!: hiermee drukt u een voorbeeldpagina af zodat u de uitvoerkwaliteit van de printer kunt bekijken. Test: hiermee drukt u een testpagina of een diagnosepagina af. Reinig: hiermee kunt u de inktpatronen reinigen. Inktniveau: hiermee kunt u de geschatte inktniveau's bekijken.
10 Problemen oplossen ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Printer drukt niet af Papierstoringen en overige papierproblemen Foto's worden niet juist afgedrukt Afdrukkwaliteit is slecht Document wordt niet goed afgedrukt Problemen met het afdrukken van documenten zonder rand Foutberichten Printerlampjes branden of knipperen Document wordt langzaam afgedrukt Als zich problemen blijven voordoen Printer drukt niet af ● ● ● ● Het volgende controleren De printerlampjes controleren De printerkabelaansluiting controleren Als de
Hoofdstuk 10 Als de printer nog steeds niet afdrukt 1 2 Selecteer het onderwerp dat het probleem het beste omschrijft: – Papierstoring – Bericht dat het papier op is – Printer werpt papier uit Als de printer nog steeds niet afdrukt, sluit u af en start u de computer opnieuw op.
6 Plaats het papier opnieuw in de invoerladen en druk het document opnieuw af. Opmerking Als er regelmatig papierstoringen optreden, moet u zwaarder papier gebruiken. Raadpleeg de naslaggids voor specificaties over het papiergewicht. Printer drukt meerdere vellen in één keer af Controleer het volgende als de printer meerdere vellen in één keer afdrukt: Papiergewicht Er kan op meerdere vellen tegelijk worden afgedrukt wanneer het papier een lager gewicht heeft dan het vereiste papiergewicht.
Hoofdstuk 10 ● ● Controleer of de beschermende tape van de inktpatronen is verwijderd. Als u een document zonder rand afdrukt, terwijl het Doorgaan-lampje en het statuslampje van de inktpatroon knipperen, controleert u of een driekleurenpatroon en een zwarte inktpatroon of een fotopatroon zijn geïnstalleerd. Bericht dat het papier op is Als het bericht verschijnt dat het papier op is, volgt u deze instructies.
6 7 Pas de kleuren aan. Volg de onderstaande richtlijnen: – Als de kleuren te geel zijn, verplaatst u de geleider voor Kleurtint naar Kouder. – Als de kleuren te blauw zijn, verplaatst u de geleider voor Kleurtint naar Warmer. Druk de foto opnieuw af. Er verschijnen horizontale lijnen op een foto Als er lichte of donkere horizontale lijnen op de foto's verschijnen, moet u onderstaande procedure volgen: 1 2 3 4 Reinig de inktpatronen. Druk de foto opnieuw af.
Hoofdstuk 10 Vervaging is zichtbaar op de randen van een foto Controleer of het fotopapier niet is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het probleem blijft, moet u fotopapier gebruiken dat niet gekruld is. Zie Opslag en verwerking van fotopapier voor instructies over het voorkomen dat fotopapier gaat omkrullen.
Strepen en ontbrekende lijnen Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen. De afdruk is vervaagd ● ● Controleer of beide inktpatronen niet bijna leeg zijn. Als een inktpatroon bijna leeg is, is het misschien raadzaam deze te vervangen. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor de juiste onderdeelnummers. Controleer of er een zwarte inktpatroon is geïnstalleerd.
Hoofdstuk 10 Er verschijnt te veel of te weinig inkt op de pagina Voer de volgende stappen uit om de inktdichtheid aan te passen: 1 2 3 4 5 6 Als de kleuren nog steeds niet goed worden weergegeven, opent u het dialoogvenster Afdrukken en vervolgens selecteert u het paneel Kleur. Selecteer het paneel Papiertype/kwaliteit. Klik op het tabblad Inkt. Sleep de schuifknop Inktdichtheid in de richting van Licht of Zwaar. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer. Klik op Druk af.
Nieuwe afdrukinstellingen zijn niet zichtbaar in het document De printerinstellingen kunnen verschillen van de afdrukinstellingen in het softwareprogramma. Selecteer de juiste afdrukinstellingen in het softwareprogramma.
Hoofdstuk 10 Horizontale lijnen verschijnen op een foto Als er lichte of donkere horizontale lijnen op de foto's verschijnen: 1 2 3 4 Reinig de inktpatronen. Druk de foto opnieuw af. Als de lijnen nog steeds verschijnen, moet u een kalibratie voor de afdrukkwaliteit uitvoeren. Er moet een zwarte inktpatroon en een driekleurenpatroon geïnstalleerd zijn voor de kalibratie voor afdrukkwaliteit. Druk de foto opnieuw af.
Inktvegen Volg deze richtlijnen als de achterkant van een foto inktvegen bevat of het papier aan elkaar vastplakt: ● ● Gebruik HP Fotopapier. Controleer of het fotopapier niet is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het papier niet is omgekruld, volgt u de onderstaande stappen: 1 2 3 4 Open het dialoogvenster Afdrukken.
Hoofdstuk 10 Zie Opslag en verwerking van fotopapier voor instructies over het voorkomen dat fotopapier gaat omkrullen. Vervaging treedt op dichtbij de randen van een foto Als vervaging ongeveer 25 tot 63 mm vanaf de rand van een foto optreedt, installeert u een fotopatroon in de printer.
Voor fotopapier met een afscheurrand Als de rand onder de afscheurrand verschijnt, moet u de afscheurrand verwijderen. Als de rand boven de afscheurrand verschijnt: ● ● Lijn de inktpatronen uit. Controleer of er geen probleem met de bronafbeelding is. Als u bijvoorbeeld een gescande afbeelding wil afdrukken, moet u controleren of de afbeelding niet scheef was geplaatst tijdens het scannen.
Hoofdstuk 10 Als de invoerlade papier bevat 1 Controleer het volgende: – De invoerlade bevat voldoende papier (ten minste tien vellen). – De invoerlade is niet te vol. – De papierstapel raakt de achterkant van de invoerlade. 2 Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier. 3 Druk op de knop Doorgaan om door te gaan met afdrukken. Als de invoerlade leeg is 1 Plaats papier in de lade. 2 Druk op de knop Doorgaan om door te gaan met afdrukken.
1 Aan/uit-lampje 2 Statuslampjes van de inktpatroon 3 Doorgaan-lampje Aan/uit-lampje knippert 1 Aan/uit-lampje Als het Aan/uit-lampje knippert, is printer klaar om af te drukken. Het lampje stopt met knipperen als de printer alle gegevens heeft ontvangen.
Hoofdstuk 10 1 Doorgaan-lampje Het papier in de printer kan op zijn 1 Plaats papier in de invoerlade. 2 Druk op de knop Doorgaan. Er kan een papierstoring opgetreden zijn Volg deze instructies voor het verhelpen van de papierstoring. Statuslampje van de inktpatroon brandt of knippert De printer heeft twee statuslampjes voor de inktpatronen. 1 2 Het linkerstatuslampje geeft de driekleurenpatroon weer die in het linkergedeelte van de inktpatroonhouder is geïnstalleerd.
Als het lampje brandt en knippert Controleer of de juiste inktpatronen zijn geïnstalleerd. Volg de richtlijnen voor afdrukken zonder rand als u een document zonder randen aan het afdrukken bent en het lampje gaat knipperen. Volg anders de deze stappen: 1 2 3 4 Open de printerkap, verwijder de inktpatronen aan de rechterzijde en sluit vervolgens de kap.
Hoofdstuk 10 Afdrukmodus Best of Maximum dpi is geselecteerd De printer drukt langzamer af als Best of Maximum dpi als afdrukkwaliteit is geselecteerd. Om de afdruksnelheid te vergroten, moet u een andere modus voor afdrukkwaliteit kiezen. Printer is in de modus inktreserve Het is mogelijk dat de printer langzamer afdrukt als deze zich in de modus inktreserve bevindt. Als u de afdruksnelheid wilt verhogen, gebruikt u twee inktpatronen in de printer.
11 Benodigdheden ● ● Papier USB-kabels Papier Deze lijst kan worden gewijzigd. Ga naar de website van HP op www.hp.com/support voor een bijgewerkte lijst.
Hoofdstuk 11 C6831AC Letter, 20 vel (Canada) C6832A A4, 20 vel (Europa) Q1786A A4, 50 vel (Europa) Q1951A A4, 20 vel (Azië, Pacific) Q1933A A4, 20 vel (Japan) HP Premium Plus Fotopapier (met afscheurrand) Q1977A 4x6 inch, 20 vel (V.S.) Q1978A 4x6 inch, 60 vel (V.S.) Q5431A 4x6 inch, 100 vel (V.S.
Q5447A Letter, 120 vel (V.S.) C6039AC Letter, 15 vel (Canada) C6979AC Letter, 50 vel (Canada) Q2519A A4, 20 vel (Europa) C7040A A4, 50 vel (Europa) HP Premium Fotopapier, Glanzend (met afscheurrand) Q1988A 4x6 inch, 20 vel (V.S.) Q1989A 4x6 inch, 60 vel (V.S.) Q1990A 4x6 inch, 100 vel (V.S.) Q1988AC 4x6 inch, 20 vel (Canada) Q1989AC 4x6 inch, 60 vel (Canada) Q1991A 10x15 cm, 20 vel (Europa) Q1992A 10x15 cm, 60 vel (Europa) HP Premium Fotopapier, Mat (met afscheurrand) Q5435A 4x6 inch, 60 vel (V.S.
Hoofdstuk 11 Q5510A Letter, 50 vel (V.S.) HP Geavanceerd Fotopapier, Glanzend (met afscheurrand) Q5508A 4x6 inch, 20 vel (V.S.) Q5509A 4x6 inch, 60 vel (V.S.) HP Wenskaart, Mat, Wit, in vieren gevouwen C6042A A4, 20 vel (Europa) HP Wenskaart, Mat, Wit, dubbelgevouwen C7018A Letter, 20 vel (V.S.) HP Fotowenskaart, dubbelgevouwen C6044A Letter, 10 vel (V.S.
12 Specificaties ● Printerspecificaties Printerspecificaties Zie de naslaggids die bij uw printer is geleverd voor de volledige printerspecificaties, inclusief de volgende informatie: ● ● ● ● Soorten, formaten en gewicht van het papier en overige afdrukmateriaal dat in uw printer kan worden gebruikt Afdruksnelheid en resoluties Stroomvereisten Vereisten voor besturingssysteem van de computer HP Deskjet 5700 serie 81
13 Informatie over milieu ● ● Milieuverklaring Hergebruik van inktpatronen Milieuverklaring Hewlett-Packard streeft voortdurend naar verbetering van de ontwerpprocessen van haar Deskjet printers om zodoende de negatieve effecten te verminderen op de kantooromgeving en op de omgevingen waar printers worden geproduceerd, geleverd en gebruikt.
Energieverbruik in de uitgeschakelde stand: als de printer uit staat, wordt nog steeds een minimale hoeveelheid energie verbruikt. Energieverbruik kan worden voorkomen door de printer uit te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Hergebruik van inktpatronen Klanten die hun HP-inktpatronen willen recyclen, kunnen deelnemen aan het wereldwijde recyclingprogramma voor lege inktpatronen van HP.
Index A AdobeRGB 23 Afdrukbeheer 47 afdrukinstellingen 42 afdrukken 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd 23 afdrukkwaliteit 27 briefkaarten 36 brieven 31 brochures 34 CMYK-instellingen 22 documenten 32 e-mailberichten 30 enveloppen 33 etiketten 38 formaat van documenten wijzigen 28 foto's 16 foto's met een rand 18 foto's zonder rand 16 hoge kwaliteit 23 indexkaarten en overig klein afdrukmateriaal 39 instellen van de paginavolgorde 26 kleurbeheer 23 kleuropties 21 maximum dpi 23 meerdere pagina's op één vel papi
Index K kleurbeheer 23 kleurkalibratie 52 kleuropties helderheid 21 schakering 21 verzadiging 21 knoppen Aan/uit-knop 7 Doorgaan-knop 8 knop Afdrukken annuleren 8 L lampjes Aan/uit-lampje 7 Aan/uit-lampje knippert 73 alle lampjes knipperen 75 Doorgaan-lampje 8 Doorgaan-lampje knippert 73 statuslampje van de inktpatroon knippert 74 statuslampjes van de inktpatronen 8 M Mac OS X Classic 42 maximum dpi 23 milieuverklaring 82 modus inktreserve 13 N netwerk 15 O onderhoud inktpatronen 55 printerbehuizing 53 op
USB aansluiten op de printer kabel 80 15 V verwijderen, de printer 46, 48 W wenskaart afdrukken 35 werkset 56 86 HP Deskjet 5700 serie