HP Color LaserJet CP3505 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © 2007 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Vermenigvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. CorelDRAW™ is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation of Corel Corporation Limited. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Basisinformatie over de printer Productvergelijking ............................................................................................................................... 2 Productkenmerken ............................................................................................................................... 3 Productintroductie ................................................................................................................................
Functie Taal ....................................................................................................................... 31 Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld .......................................................... 32 3 Software voor Windows Ondersteunde besturingssystemen voor Windows ............................................................................ 34 Ondersteunde printerdrivers voor Windows ................................................................
5 Connectiviteit USB-configuratie ................................................................................................................................ 56 De USB-kabel aansluiten ................................................................................................... 56 Netwerkconfiguratie ............................................................................................................................ 57 De netwerkkabel aansluiten ............................................
Opgeslagen taken beheren ................................................................................................................ 83 8 Afdruktaken Materiaalsoort en materiaal in lade plaatsen ...................................................................................... 86 De printerdriver openen ...................................................................................................................... 88 Afdruktaken beheren ........................................................
10 Beheer en onderhoud Informatiepagina's ............................................................................................................................ 114 E-mailwaarschuwingen configureren ............................................................................................... 116 De geïntegreerde webserver gebruiken ...........................................................................................
Problemen met de papierverwerking ................................................................................................ 169 Diagnosetestpagina’s ....................................................................................................................... 174 Problemen met de manier waarop de printer reageert ..................................................................... 176 Problemen met het bedieningspaneel van de printer .........................................................
Bijlage D Overheidsinformatie FCC-kennisgeving ............................................................................................................................ 214 Programma voor milieuvriendelijke producten ................................................................................. 215 Milieubescherming ........................................................................................................... 215 Ozonproductie ..............................................................
x NLWW
1 NLWW Basisinformatie over de printer ● Productvergelijking ● Productkenmerken ● Productintroductie 1
Productvergelijking De HP Color LaserJet CP3505-printers zijn verkrijgbaar in de hieronder beschreven configuraties.
Productkenmerken Tabel 1-2 Functies Functie Printer uit de HP Color LaserJet CP3505-serie Prestaties ● 450 MHz processor Geheugen ● HP Color LaserJet CP3505: 256 MB RAM ● HP Color LaserJet CP3505n: 256 MB RAM ● HP Color LaserJet CP3505dn: 384 MB RAM ● HP Color LaserJet CP3505x: 384 MB RAM ● Grafisch display ● Help op het bedieningspaneel ● Printerdrivers voor Windows en Macintosh ● Geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en bestelmogelijkheden voor printerbenodigdheden (b
Tabel 1-2 Functies (vervolg) Functie Printer uit de HP Color LaserJet CP3505-serie Papierverwerking ● ● Toebehoren Toegang 4 Invoer ◦ Lade 1 (multifunctionele lade): een multifunctionele lade voor papier, transparanten, etiketten en enveloppen. Voor maximaal 100 vel papier of 20 enveloppen. ◦ Lade 2: een lade voor 250 vel waarin standaard papiermaten tot Legal-formaat automatisch worden herkend en speciaal papier kan worden geladen.
Productintroductie De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de naam en de plaats van de belangrijkste onderdelen van de printer.
Afbeelding 1-2 Zij- en achteraanzicht 1 2 3 4 5 1 Aan-uitschakelaar 2 Voedingsaansluiting 3 EIO-sleuf 4 Hi-Speed USB 2.
NLWW HP Color LaserJet CP3505n CB442A HP Color LaserJet CP3505dn CB443A HP Color LaserJet CP3505x CB444A Productintroductie 7
8 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
2 NLWW Bedieningspaneel ● Overzicht van het bedieningspaneel ● Menu's op het bedieningspaneel ● Menu Taak ophalen ● Menu Informatie ● Menu Papierverwerking ● Menu Apparaat configureren ● Menu Diagnose ● Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen ● Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld 9
Overzicht van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel biedt functies voor de bediening van de printer en geeft berichten weer over de printer, afdruktaken en de status van de benodigdheden.
De printer biedt informatie via het display en de lampjes in het onderste gedeelte van het bedieningspaneel. Het display biedt verdere statusinformatie, menu's, Help-informatie en foutberichten. De lampjes Klaar, Gegevens en Attentie bieden overzichtelijke informatie over de status van de printer. U kunt de meeste dagelijkse afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via de printerdriver of een softwareprogramma.
Het hoofdscherm van het display bestaat uit twee gebieden: bericht/prompt en meter voor benodigdheden. Afbeelding 2-2 Display van de printer 2 1 3 1 Berichten-/promptgebied 2 Meter voor benodigdheden 3 Kleurencartridges van links naar rechts: zwart, geel, cyaan en magenta Het bericht- en het promptgebied bieden informatie over de staat van de printer en laten u weten hoe u verder moet handelen. De meter voor de benodigdheden toont het niveau in de printcartridges (zwart, magenta, geel en cyaan).
Menu's op het bedieningspaneel Volg de onderstaande stappen om toegang tot het bedieningspaneel te krijgen. 1. Druk op Menu. 2. Druk op of 3. Druk op om de gewenste optie te selecteren. 4. Druk op om naar het vorige niveau terug te gaan. 5. Druk op Menu om het menu te sluiten. 6. Druk op om naar het overzicht te gaan. om extra informatie over een menu weer te geven. De hoofdmenu's worden weergegeven in de volgende tabel.
Menu Taak ophalen OPMERKING: Dit menu wordt alleen weergegeven als de printer is voorzien van een harde schijf. Gebruik het menu TAAK OPHALEN om opgeslagen taken af te drukken of te verwijderen via het bedieningspaneel. Menu-item Waarde Omschrijving ALLE PRIVÉTAKEN ALLE PRIVÉTAKEN wordt weergegeven als er meerdere taken zijn opgeslagen en beveiligd met een PIN-code (Personal Identification Number).
Menu Informatie Met het menu INFORMATIE kunt u afdrukspecifieke printerinformatie openen en afdrukken. NLWW Submenu Omschrijving MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN Hiermee drukt u een overzicht af van het menu van het bedieningspaneel waarop u de lay-out en de instelling van de diverse menu-items van het bedieningspaneel kunt zien. Raadpleeg Informatiepagina's op pagina 114. CONFIGURATIE AFDRUKKEN Hiermee drukt u de configuratiepagina van de printer af. STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR.
Menu Papierverwerking Gebruik het menu PAPIERVERWERKING om de invoerladen op soort en formaat te configureren. OPMERKING: Gebruik dit menu voordat u de eerste keer gaat afdrukken. Zo worden de laden goed geconfigureerd. Menu-item Waarde Omschrijving LADE 1 FORMAAT Er wordt een lijst met de beschikbare formaten weergegeven. Hiermee configureert u het papierformaat voor lade 1. De standaardinstelling is ELK FORMAAT.
Menu Apparaat configureren Met het menu APPARAAT CONFIGUREREN kunt u de standaard afdrukinstellingen wijzigen of opnieuw instellen, de afdrukkwaliteit aanpassen en de systeemconfiguratie en I/O-opties wijzigen. De vijf submenu's van APPARAAT CONFIGUREREN worden hieronder beschreven. Submenu Afdrukken Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken waarvoor geen eigenschappen zijn bepaald.
Menu-item Waarden Omschrijving AAN PCL PAGINALENGTE Hiermee configureert u instellingen voor de printertaal. AFDRUKRICHTING Met PAGINALENGTE stelt u het aantal regels per pagina in. De standaardinstelling is 60. LETTERTYPEBRON GROOTTE LETTERTYPE PITCH LETTERTYPE PUNTGROOTTE LETTERTYPE TEKENSET CR AAN LF TOEVOEGEN ONDERDRUK LEGE PAGINA'S TOEWIJZING MEDIABRON Met AFDRUKRICHTING stelt u in of de pagina wordt opgemaakt langs de lange zijde of de korte zijde. De standaardinstelling is STAAND.
Menu-item Waarden Omschrijving LADE 3 AANPASSEN AUTODETECTIEMOD US DETECTIE LADE 1 DETECTIE LADE>1 Als een lade is ingesteld op GEWOON of ELK FORMAAT, en in de afdruktaak geen materiaalsoort is opgegeven, wordt de afdrukkwaliteit aangepast aan de materiaalsoort die door de printer wordt herkend. De standaardinstelling voor lade 1 is VOLLED. DETECTIE, waarmee transparanten, glanzend papier en stevig papier worden herkend. AFDRUKMODI Er wordt een lijst met afdrukmaterialen weergegeven.
storingen. Raadpleeg Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen op pagina 26 voor meer informatie. Menu-item Waarden Omschrijving DATUM/TIJD DATUM Hiermee stelt u de tijd en de datum in op de printer. DATUMNOTATIE TIJD TIJDINDELING MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN 1–100 Hiermee beperkt u het aantal taken dat op de printer kan worden opgeslagen.
Menu-item Waarden Omschrijving PROMPT VOOR FORMAAT/SOORT printerdriver. INGESCHAKELD gebruikt de papierverwerking van HP. UITGESCHAKELD gebruikt de papierverwerking van Adobe PS. De standaardinstelling is INGESCHAKELD. BLANCO PAGINA'S IN DUPLEXER EEN ANDERE LADE GEBRUIKEN bepaalt of de printer aan de gebruiker vraagt een andere lade te gebruiken wanneer de geselecteerde lade niet beschikbaar is. De standaardinstelling is INGESCHAKELD.
Menu-item Waarden Omschrijving PERSONALITY AUTO Hiermee stelt u de standaard-personality in op PCL-, PDFof PostScript-emulatie, of op automatische schakeling. De standaardinstelling is AUTO. PCL PDF PS VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN TAAK AAN Raadpleeg Functie Personality op pagina 28 voor meer informatie. Hiermee stelt u in hoe lang een verwijderbare waarschuwing wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. De standaardinstelling is TAAK.
Menu-item Waarden Omschrijving RAM-SCHIJF AUTO Hiermee bepaalt u hoe de functie voor de RAM-schijf is geconfigureerd. Selecteer AUTO om de printer in staat te stellen de optimale grootte van de RAM-schijf te bepalen op basis van de hoeveelheid beschikbaar geheugen. Met UIT schakelt u de RAM-schijf uit, maar er is nog wel een minimale RAM-schijf beschikbaar. De standaardinstelling is AUTO. UIT TAAL Er wordt een lijst met beschikbare talen weergegeven.
Menu-item Waarden Omschrijving FABRIEKSINSTELLINGE N TERUGZETTEN Geen Hiermee wist u de paginabuffer, verwijdert u alle tijdelijke personality-gegevens, stelt u de afdrukomgeving opnieuw in en zet u alle fabrieksinstellingen terug. Met dit menu worden de netwerkinstellingen van HP Jetdirect niet teruggezet naar de fabrieksinstellingen. SLUIMERMODUS UIT Hiermee schakelt u de sluimermodus in en uit. De standaardinstelling is AAN.
Menu Diagnose Met het menu DIAGNOSE kunt u testen uitvoeren waarmee problemen met de printer kunnen worden vastgesteld en opgelost. NLWW Menu-item Omschrijving GEBEURTENISLOGBOEK AFDRUKKEN Hiermee drukt u een lijst af met de laatste 50 vermeldingen in het printerlogboek, te beginnen met de meest recente vermelding. LOGBESTAND WEERGEVEN Hiermee geeft u de laatste 50 gebeurtenissen weer op het bedieningspaneel, te beginnen met de meest recente gebeurtenis.
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen Wijzig via het bedieningspaneel de standaardinstellingen van de printerconfiguratie, zoals het formaat en soort afdrukmateriaal, de sluimervertraging, de printer-personality (printertaal) en het verhelpen van storingen. U kunt ook toegang krijgen tot het bedieningspaneel van de printer via een computer, namelijk met behulp van de pagina Instellingen van de geïntegreerde webserver.
6. Druk op of om UITSLUITEND of EERSTE te selecteren. 7. Druk op om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren naar de status Klaar. Functie Prompt voor handmatige invoer instellen 1. Druk op Menu. 2. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op 3. Druk op om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op 4. Druk op om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op 5.
Functie Formaat/soort-prompt instellen 1. Druk op Menu. 2. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op 3. Druk op om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op 4. Druk op om LADEGEDRAG te markeren en druk vervolgens op 5. Druk op om PROMPT VOOR FORMAAT/SOORT te markeren en druk vervolgens op 6. Druk op of 7. Druk op om het geselecteerde gedrag op te slaan en druk vervolgens op Menu om terug te keren naar de status Klaar. . . . .
● PDF: Stelt de printer in voor gebruik van de indeling PDF (Portable Document Format). ● PS: Stelt de printer in voor gebruik van de PostScript-emulatiemodus. Functie Personality instellen 1. Druk op Menu. 2. Druk op knop om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op 3. Druk op knop om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op 4. Druk op knop om PERSONALITY te markeren en druk vervolgens op 5.
Functie Automatisch doorgaan instellen 1. Druk op Menu. 2. Druk op knop om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op 3. Druk op knop om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op 4. Druk op knop om AUTOM. DOORGAAN te markeren en druk vervolgens op 5. of Druk op te bevestigen. om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op 6. Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar. . . .
Functie Storing verhelpen Met deze optie bepaalt u de reactie van de printer na een papierstoring, bijvoorbeeld de manier waarop de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardinstelling. ● AUTO: Wanneer er voldoende geheugen beschikbaar is, wordt de functie voor het verhelpen van storingen automatisch door de printer ingeschakeld. ● AAN: De pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden opnieuw afgedrukt.
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld Als de printer met anderen wordt gedeeld, volgt u de onderstaande richtlijnen: ● Raadpleeg altijd uw systeembeheerder voordat u de instellingen op het bedieningspaneel wijzigt. Het wijzigen van de instellingen op het bedieningspaneel kan gevolgen hebben voor andere afdruktaken. ● Overleg altijd met de andere gebruikers voordat u het standaardlettertype van de printer wijzigt of softwarelettertypen downloadt.
3 NLWW Software voor Windows ● Ondersteunde besturingssystemen voor Windows ● Ondersteunde printerdrivers voor Windows ● Selecteer de juiste printerdriver voor Windows ● Prioriteit van afdrukinstellingen ● Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows ● De Windows-software installeren ● Software verwijderen voor Windows ● Ondersteunde hulpprogramma's ● Software voor andere besturingssystemen 33
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows Het product wordt geleverd met software voor de volgende Windows-besturingssystemen: ● Windows 2000 ● Windows Server 2003 (32-bits) ● Windows Server 2003 (64-bits) (alleen PCL 5e-printerdriver) Meer informatie over het upgraden van Windows 2000 Server naar Windows Server 2003, het gebruik van Windows Server 2003 point-and-print, of het gebruik van Windows Server 2003 Terminal Services and Printing, kunt u vinden op http://www.microsoft.com/.
Ondersteunde printerdrivers voor Windows ● PCL 5 ● PCL 6 ● PS level 3-emulatie De printerdrivers hebben een online Help met aanwijzingen voor veelvoorkomende afdruktaken en een beschrijving van de knoppen, selectievakjes en vervolgkeuzelijsten van de printerdriver.
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows Printerdrivers geven toegang tot de printerfuncties en zorgen dat de computer via een printerbesturingstaal met het apparaat kan communiceren. Raadpleeg de installatie-instructies en de Leesmij-bestanden op de cd-rom van het apparaat voor extra software en talen. 36 ● Gebruik de PCL 6-printerdriver voor de beste algehele prestaties. ● Gebruik de PCL 5-printerdriver voor algemene afdruktaken.
Prioriteit van afdrukinstellingen Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. NLWW ● Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Paginainstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows De instellingen van alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De instellingen van alle afdruktaken wijzigen 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 1. 2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure. 2.
De Windows-software installeren De Windows-software installeren voor directe verbindingen Wanneer de software wordt geïnstalleerd in een omgeving met directe verbindingen, moet de software altijd worden geïnstalleerd voordat de USB-kabel wordt aangesloten. Daarnaast moet een standaard USB-kabel van 2 meter worden gebruikt. De afdruksysteemsoftware installeren 1. Sluit alle geopende of actieve programma's af. 2. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station.
De afdruksysteemsoftware installeren 1. U moet beheerdersrechten hebben om software te installeren onder Windows 2000, Windows XP of Windows Vista. 2. Zorg dat de HP Jetdirect-printerserver en printer op de juiste manier zijn aangesloten op het netwerk. Druk een configuratiepagina af (zie Informatiepagina's op pagina 114). U vindt het IPadres dat momenteel is geconfigureerd op de tweede pagina van de configuratiepagina.
Software verwijderen voor Windows NLWW 1. Klik op Start en vervolgens op Alle programma's. 2. Klik op HP en vervolgens op HP Color LaserJet CP3505. 3. Klik op Software verwijderen HP Color LaserJet CP3505 en volg de instructies op het scherm om de software te verwijderen.
Ondersteunde hulpprogramma's De HP Color LaserJet CP3505-printers zijn voorzien van verschillende hulpprogramma's waarmee u de printer op een netwerk eenvoudig kunt controleren en beheren. HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een op de browser gebaseerd beheerprogramma voor printers op uw intranet die zijn verbonden via HP Jetdirect. Het hoort alleen op de computer van de netwerkbeheerder te worden geïnstalleerd.
Overige componenten en hulpprogramma's NLWW Windows Macintosh OS ● Een programma voor het automatisch installeren van het afdruksysteem ● ● Online webregistratie HP Printer Utility – apparaatinstellingen wijzigen, status bekijken en waarschuwingen instellen voor printergebeurtenissen vanaf een Mac. Dit hulpprogramma is geschikt voor Mac OS X 10.2 en later.
Software voor andere besturingssystemen 44 Besturingssysteem Software UNIX Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar www.hp.com/support/net_printing om de HP Jetdirect printer installer voor UNIX te downloaden. Linux Ga voor informatie naar www.hp.com/go/linuxprinting. OS/2 De OS/2-drivers zijn verkrijgbaar bij IBM en zijn voorzien van OS/2. Ze zijn niet beschikbaar voor Vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Japans en Traditioneel Chinees. Raadpleeg voor meer informatie www.hp.com/support/software.
4 NLWW Het product gebruiken met Macintoshsoftware ● Software voor Macintosh ● Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken 45
Software voor Macintosh Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh De volgende Macintosh-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: ● Mac OS X 10.2,8, 10.3, 10.4 en hoger OPMERKING: Voor Mac OS X 10.4 en hoger worden Macs met PPC- en Intel Core-processoren ondersteund. Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript® Printer Description), PDE's (Printer Dialog Extensions) en de HP Printer Utility voor Macintosh.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh De instellingen van alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De instellingen van alle afdruktaken wijzigen De configuratie-instellingen van het apparaat wijzigen 1. Kies Druk af in het menu Archief. 1. Kies Druk af in het menu Archief. 1. Klik in het menu Ga van de Finder op Programma's. 2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's. 2.
7. Selecteer het Printermodel in het pop-upmenu en selecteer vervolgens in het pop-upmenu waarin Algemeen is geselecteerd het juiste PPD-bestand voor het apparaat. 8. Druk een testpagina vanuit een willekeurig softwareprogramma af om te controleren of de software correct is geïnstalleerd. Installeer de software opnieuw als de installatie mislukt.
de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IP-adres van het apparaat in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in Informatiepagina's op pagina 114.) Zie De geïntegreerde webserver gebruiken op pagina 117 voor een volledig overzicht van de functies van de geïntegreerde webserver.
Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken Afdruksnelkoppelingen maken en gebruiken in Macintosh Gebruik afdruksnelkoppelingen om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. Een afdruksnelkoppeling maken 1. Klik in het menu Archief van het softwareprogramma op Druk af. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Selecteer de afdrukinstellingen. 4. Klik in het venster Afdruksnelkoppelingen op Opslaan als...
OPMERKING: voorblad. Als u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type Watermerken gebruiken Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond van elke pagina van het document. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Watermerken. 3. Selecteer naast Modus het type watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer Watermerk als u een semitransparant bericht wilt afdrukken.
Afdrukken op beide zijden van het papier afdrukken (duplex) Automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruiken 1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren: ● Plaats voor lade 1 het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven. De onderkant moet als eerste in de printer worden ingevoerd.
De kleuropties instellen Gebruik het pop-upmenu Kleuropties om in te stellen hoe kleuren vanuit softwareprogramma's moeten worden geïnterpreteerd en afgedrukt. 1. Klik in het menu Archief van het softwareprogramma op Druk af. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Open het pop-upmenu Kleuropties. 4. Als u Mac OS X gebruikt, klikt u op Toon geavanceerde opties. 5. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
54 Hoofdstuk 4 Het product gebruiken met Macintosh-software NLWW
5 NLWW Connectiviteit ● USB-configuratie ● Netwerkconfiguratie 55
USB-configuratie Voor alle printermodellen worden USB-aansluitingen ondersteund. De USB-poort bevindt zich aan de rechterkant van de printer. De USB-kabel aansluiten Sluit de USB-kabel aan op de printer. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer.
Netwerkconfiguratie De HP Color LaserJet-modellen CP3505n, CP3505dn en CP3505x ondersteunen netwerkverbindingen. De netwerkpoort bevindt zich aan de rechterkant van de printer. De netwerkkabel aansluiten Sluit de netwerkkabel aan op de printer. Afbeelding 5-2 Netwerkpoortverbinding 1 2 1 Netwerkpoort 2 Netwerkkabel Het netwerkproduct configureren Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters op de printer moet configureren.
8. Druk op om HANDMATIG te markeren en druk vervolgens op 9. Druk op om HANDMATIGE INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op 10. Druk op om IP-adres: te markeren en druk vervolgens op of op 11. Druk op knop adres. . . om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van het IP- om naar de volgende serie getallen te gaan. (Druk op 12. Druk op getallen te gaan.) OPMERKING: . om naar de vorige reeks Houd de pijltoets ingedrukt om de getallen sneller te doorlopen. 13.
5. Druk op om TCP/IP te markeren en druk vervolgens op 6. Druk op om IPV4-INSTELLINGEN te selecteren. 7. Druk op om CONFIGURATIEMETHODE te selecteren. 8. Druk op om HANDMATIG te markeren en druk vervolgens op 9. Druk op om HANDMATIGE INSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op 10. Druk op . . om STANDAARDGATEWAY te markeren en druk vervolgens op of op 11. Druk op standaardgateway. . .
AppleTalk uitschakelen 1. Druk op Menu. 2. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op 3. Druk op om I/O te markeren en druk vervolgens op 4. Druk op om GEÏNTEGREERDE JETDIRECT te markeren en druk vervolgens op 5. Druk op om APPLETALK te markeren en druk vervolgens op 6. Druk op om INSCHAKELEN te selecteren. 7. Druk op om UIT te markeren en druk vervolgens op 8. Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar. . . . . . DLC/LLC uitschakelen 1.
6 Papier en afdrukmateriaal Dit product is geschikt voor een verscheidenheid aan papier en andere afdrukmaterialen, zolang wordt voldaan aan de richtlijnen van deze gebruikershandleiding. Met afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen voldoet kunnen zich de volgende problemen voordoen: ● Slechte afdrukkwaliteit ● Meer papierstoringen ● Voortijdige slijtage van de printer waardoor reparaties nodig zijn Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van het merk HP.
Het gebruik van papier en afdrukmateriaal Dit product ondersteunt een grote verscheidenheid aan papier en ander afdrukmateriaal. Zie hiervoor de richtlijnen in deze gebruikershandleiding.
Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en past zich aan verschillende materialen aan. OPMERKING: Voor de beste afdrukresultaten dient u voor het afdrukken de meest geschikte papierformaten en papiersoorten te selecteren in de printdriver.
Aangepaste papierformaten Dit product ondersteunt diverse aangepaste papierformaten. Ondersteunde aangepaste formaten zijn formaten die binnen de richtlijnen voor minimum- en maximumpapierformaat voor het product liggen maar die niet worden weergegeven in de tabel met ondersteunde papierformaten. Geef het aangepaste formaat in de printerdriver op wanneer u een ondersteund aangepast formaat gebruikt en plaats het papier in een lade die de aangepaste formaten ondersteunt.
Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal Dit product ondersteunt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Hanteer de volgende richtlijnen om bevredigende resultaten te verkrijgen. Voor de beste afdrukresultaten moet u, wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal gebruikt, de soort en het formaat instellen in uw printerdriver. VOORZICHTIG: HP LaserJet-printers gebruiken tonerkatalysators om dry toner-deeltjes met zeer precieze stippen op het papier te drukken.
Papier plaatsen In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe u afdrukmateriaal in de verschillende invoerladen plaatst. VOORZICHTIG: Als u probeert af te drukken op afdrukmateriaal dat gekreukeld, gevouwen of op enigerlei wijze beschadigd is, kan er een papierstoring optreden. Lade 1 (multifunctionele lade) vullen Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel papier of 10 enveloppen kan bevatten.
3. Trek het verlengstuk van de lade uit en open indien nodig het extra verlengstuk van de lade. 4. Schuif de papiergeleiders voor de breedte iets verder uit elkaar dan de breedte van het afdrukmateriaal. 5. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde omlaag en met de bovenste, korte zijde als eerste in de lade. OPMERKING: Raadpleeg Afdrukken op beiden zijden van het papier (dubbelzijdig afdrukken) op pagina 98 voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
6. Schuif de papiergeleiders voor de breedte net zover naar binnen totdat deze de stapel afdrukmateriaal op zijn plaats houden zonder het materiaal te buigen. Het afdrukmateriaal moet onder de lipjes op de breedtegeleiders passen. VOORZICHTIG: Wacht totdat de printer gereed is met afdrukken voordat u Lade 1 (optioneel) sluit. Anders kunnen papierstoringen ontstaan. Enveloppen plaatsen in Lade 1 U kunt vanuit Lade 1 verschillende soorten enveloppen afdrukken.
VOORZICHTIG: Enveloppen met klemmetjes, vensters, binnenvoering, niet-bedekt plakmiddel of andere synthetische materialen kunnen de printer zwaar beschadigen. Probeer nooit op beide zijden van een envelop af te drukken om storingen en mogelijke beschadiging van de printer te vermijden. Voordat u enveloppen plaatst, moet u ervoor zorgen dat deze vlak en onbeschadigd zijn en niet aan elkaar plakken. Gebruik geen zelfklevende enveloppen waarvan de kleefstroken onder druk vastkleven.
4. Plaats maximaal 10 enveloppen in het midden van Lade 1 met de afdrukzijde naar beneden, de postzegelhoek van de printer af gericht en de korte zijde naar de printer gekeerd. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer zonder te forceren. 5. Schuif de geleiders tegen de stapel enveloppen, echter zonder dat deze opbollen. De enveloppen moeten onder de lipjes op de geleiders passen. Lade 2 vullen Lade 2 is geschikt voor 250 vellen standaard papier en kan worden ingesteld op veel formaten.
VOORZICHTIG: Als u papierstoringen wilt vermijden, moet u geen lade openen of verwijderen tijdens het afdrukken. NLWW 1. Trek Lade 2 uit de printer en verwijder alle papier. 2. Laat het verlengstuk voor de uitvoerbak uit de bak glijden. 3. Pas de lengtegeleider aan totdat de pijl wijst naar het papierformaat dat u plaatst.
4. Verschuif de zijgeleiders totdat de pijl op de rechterbreedtegeleider het geplaatste papierformaat aangeeft. 5. Plaats het papier in de lade. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand richting de voorkant van de lade. OPMERKING: Raadpleeg Afdrukken op beiden zijden van het papier (dubbelzijdig afdrukken) op pagina 98 voor plaatsingsinstructies als u dubbelzijdig wilt afdrukken. 6.
7. Schuif de lade terug in de printer. Lade 3 vullen De optionele Lade 3 biedt plaats aan 500 vel normaal papier en kan worden ingesteld op veel formaten. Lade 3 is geïnstalleerd onder Lade 2. Als Lade 3 is geïnstalleerd, wordt hij door de printer herkend en wordt Lade 3 weergegeven als een optie in het menu APPARAAT CONFIGUREREN op het bedieningspaneel. VOORZICHTIG: De papierbaan voor Lade 3 loopt door Lade 2.
3. Pas de lengtegeleider aan totdat de pijl wijst naar het papierformaat dat u plaatst. 4. Verschuif de zijgeleiders totdat de pijl op de rechterbreedtegeleider het geplaatste papierformaat aangeeft. 5. Plaats het papier in de lade. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand richting de voorkant van de lade.
NLWW 6. De stapel papier moet in alle vier hoeken vlak in de lade liggen en moet onder de hoogtelipjes zijn geplaatst. 7. Schuif de lade terug in de printer.
Laden configureren U kunt de laden op soort en formaat configureren. U kunt verschillende soorten papier in de laden van de printer plaatsen en vervolgens papier opvragen per soort of formaat in het programma. OPMERKING: Als u eerder HP LaserJet-printers hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om Lade 1 te configureren in de Eerste modus of de Cassettemodus. Als u de instellingen voor de Eerste modus wilt nabootsen, configureert u voor Lade 1 de opties ELK FORMAAT en ELKE SOORT.
Gebruik de instelling ELK AANGEPAST als u een aantal aangepaste formaten wilt afdrukken vanuit de lade zonder een formaat in te stellen voor iedere taak. Gebruik de instelling AANGEPAST als u een bepaald afdrukformaat wilt afdrukken vanuit een bepaalde lade. Als u een aangepaste taak wilt afdrukken, probeert de printer een formaat te vinden dat precies overeenkomt.
Configureer Lade 1 voor enveloppen. 1. Als voor Lade 1 een specifiek formaat is ingesteld, stelt u op het bedieningspaneel het papierformaat voor Lade 1 in op het formaat van de enveloppen. 2. Geef Lade 1 aan in het softwareprogramma. 3. Wanneer uw software niet automatisch de juiste opmaak voor een envelop kiest, moet u in uw programma of in de printerdriver de stand Liggend opgeven.
Voer de volgende procedure uit om een lade voor een aangepast formaat te configureren. Wanneer een aangepast formaat voor een lade is ingesteld, blijft deze instelling behouden totdat u de instellingen van de lengtegeleiders wijzigt. Een aangepast formaat instellen in Lade 2 of Lade 3 1. Open de lade en plaats het papier met de afdrukzijde omhoog in de lade. 2. Stel de lengtegeleiders in naar de positie niet-standaard en sluit de lade. 3.
OPMERKING: Bij het afdrukken op zwaar afdrukmateriaal, zoals kaarten, glanzend papier of enveloppen, bereikt u een optimale afdrukkwaliteit als u het soort afdrukmateriaal instelt via het bedieningspaneel of het programma voordat u de taak afdrukt. Detectie lade 1 Volledige detectie (standaard) ● De printer pauzeert bij iedere pagina om de materiaalsoort te detecteren. ● Dit is de beste modus als u verschillende materialen gebruikt voor één afdruktaak.
7 NLWW Functies van het product gebruiken ● Functies Sluimervertraging en Sluimermodus instellen ● Opgeslagen taken beheren 81
Functies Sluimervertraging en Sluimermodus instellen Met de functie SLUIMERVERTRAGING bepaalt u hoelang het duurt voordat de printer die enige tijd niet actief is geweest, overschakelt naar de sluimermodus om energie te besparen.
Opgeslagen taken beheren OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor printers met een geïnstalleerde harde schijf. Voor het opslaan van afdruktaken op de printer, kunt u het tabblad Taakopslag gebruiken in het dialoogvenster Eigenschappen in de printerdriver. Nadat een taak is opgeslagen, kunt u deze afdrukken of verwijderen vanuit het bedieningspaneel van de printer. Een opgeslagen taak afdrukken 1. Druk op Menu. 2. Druk op om TAAK OPHALEN te markeren en druk vervolgens op .
Als de taak niet is beveiligd met een PIN-code, verwijdert de printer de taak. 6. of op om het Als u hierom wordt gevraagd, voert u een PIN-code in door te drukken op nummer te wijzigen. Nadat u elk getal van de viercijferige PIN-code hebt ingevoerd, drukt u op . De printer verwijdert de taak nadat u het vierde getal van de PIN hebt ingevoerd en op gedrukt.
8 NLWW Afdruktaken ● Materiaalsoort en materiaal in lade plaatsen ● De printerdriver openen ● Afdruktaken beheren ● Een afdruktaak annuleren ● Ander papier gebruiken en omslagbladen afdrukken ● Een lege eerste pagina afdrukken ● Watermerken gebruiken ● Afdruksnelkoppelingen maken en gebruiken in Windows ● Formaat van documenten wijzigen ● Aangepast papierformaat instellen in de printerdriver ● Afdrukken op beiden zijden van het papier (dubbelzijdig afdrukken) ● Meerdere pagina's op
Materiaalsoort en materiaal in lade plaatsen Minimale materiaalafmetingen zijn 148 x 210 mm. Maximale materiaalafmetingen zijn 216 x 356 mm. Tabel 8-1 Materiaalinformatie lade 1 Soort afdrukmateriaal Specificaties afdrukmateriaal Hoeveelheid afdrukmateriaal Stuurprogrammainstellingen Afdrukstand papier Papier en karton, standaardformaten Maximum stapelhoogte: 10 mm Standaard of niet opgegeven N.v.t. Bereik: 60 g/m2 tot 163 g/m2 Gelijk aan 100 vel 75 g/ m2.
Tabel 8-2 Materiaalinformatie voor lade 2, lade 3 en lade 4 (vervolg) Soort afdrukmateriaal Specificaties afdrukmateriaal Hoeveelheid afdrukmateriaal Stuurprogramma -instellingen Afdrukstand papier Zwaar 0,13 mm dik Maximum stapelhoogte: 100 vel (lade 2) of 200 vel (lade 3) Licht glanzend, glanzend of zwaar glanzend Te bedrukken zijde omhoog Glanzend Bereik: Maximum stapelhoogte: 100 vel (lade 2) of 200 vel (lade 3) Licht glanzend, glanzend of zwaar glanzend Te bedrukken zijde omhoog 106 g/m2
De printerdriver openen Raadpleeg Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows op pagina 38 voor meer informatie over het openen van de printerdriver.
Afdruktaken beheren Als u Windows gebruikt, wordt door drie instellingen bepaald waar de printerdriver zal proberen om papier op te nemen. De instellingen voor Bron, Soort en Formaat worden in de meeste programma's weergegeven in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert, selecteert de printer automatisch een lade op basis van de standaardinstellingen.
verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten of transparanten. Druk altijd af volgens Formaat voor enveloppen. 90 ● Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat en de laden niet zijn geconfigureerd voor een bepaalde soort of een bepaald formaat, plaatst u het papier of het afdrukmateriaal in Lade 1. Vervolgens selecteert u de opties Soort en Formaat in de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen.
Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak afbreken vanaf het bedieningspaneel of vanuit het programma. Voor instructies voor het afbreken van een afdruktaak vanaf een computer in een netwerk raadpleegt u de online Help voor het desbetreffende netwerkbesturingssysteem. OPMERKING: Nadat een afdruktaak is geannuleerd, kan het even duren voordat alle afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd. Een afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1.
Ander papier gebruiken en omslagbladen afdrukken Volg deze instructies als de eerste pagina van de afdruktaak anders moet zijn dan de andere pagina's. 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Speciale pagina's op Pagina's op ander papier afdrukken. 5. Klik op Instellingen. 6.
Een lege eerste pagina afdrukken NLWW 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Speciale pagina's op Omslagbladen. 5. Klik op Instellingen. 6. Selecteer de instellingen die u wilt gebruiken voor het toevoegen van lege of voorbedrukte omslagbladen. Klik op Toevoegen. 7. Klik op OK om terug te gaan naar het tabblad Papier/Kwaliteit.
Watermerken gebruiken Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond van elke pagina van het document. 1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand in het softwareprogramma. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten op de vervolgkeuzelijst Watermerken. 4. Klik op het watermerk dat u wilt gebruiken. Klik op Bewerken om een nieuw watermerk te maken. 5.
Afdruksnelkoppelingen maken en gebruiken in Windows Gebruik afdruksnelkoppelingen om de huidige instellingen van de driver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. Snelkoppelingen zijn beschikbaar op de meeste tabbladen van de printerdriver. U kunt maximaal 25 afdruksnelkoppelingen opslaan. Een afdruksnelkoppeling maken 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3.
Formaat van documenten wijzigen Met de opties voor het wijzigen van het documentformaat kunt u de schaal van een document aanpassen op basis van een percentage van de normale grootte. U kunt een document ook afdrukken op een ander papierformaat, met of zonder vergroten/verkleinen. Een document vergroten of verkleinen 1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand in het softwareprogramma. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3.
Aangepast papierformaat instellen in de printerdriver NLWW 1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand in het softwareprogramma. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier of Papier/Kwaliteit op de optie Aangepast. 4. Typ de naam van het aangepaste papierformaat in het venster Aangepast papierformaat. 5. Geef de lengte en breedte van het papier op. Als u een te kleine of te grote afmeting opgeeft, stelt de driver het minimale of maximale formaat in.
Afdrukken op beiden zijden van het papier (dubbelzijdig afdrukken) OPMERKING: Dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar voor de HP Color LaserJet CP3505-, CP3505n-, CP3505dn- en CP3505x-printers Automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruiken 1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren: ● Plaats voor lade 1 het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden en de bovenzijde eerst.
5. Druk op of op om AAN te selecteren om dubbelzijdig afdrukken in te schakelen of UIT om dubbelzijdig afdrukken uit te schakelen en druk vervolgens op . 6. Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar. Handmatig dubbelzijdig afdrukken 1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Windows U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. 1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand in het softwareprogramma. 2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer onder Documentopties het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16). 5. Als het aantal pagina's meer dan 1 bedraagt, selecteert u de opties voor Paginaranden afdrukken en Paginavolgorde.
Kleuropties instellen Via de opties van het tabblad Kleur kan worden ingesteld hoe kleuren vanuit softwareprogramma's moeten worden geïnterpreteerd en afgedrukt. U kunt kiezen uit de kleuropties Automatisch en Handmatig. Zie Kleuren instellen op pagina 108 voor meer informatie. ● Selecteer Automatisch als u de instellingen van kleuren en halftonen voor tekst, illustraties en foto's wilt optimaliseren.
Het dialoogvenster HP Digital Imaging Options gebruiken Gebruik HP Digital Imaging Options om foto's en afbeeldingen van betere kwaliteit af te drukken. OPMERKING: HP Digital Imaging Options is beschikbaar voor Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003 en Vista. De volgende opties zijn beschikbaar in het dialoogvenster HP Digital Imaging Options: ● Contrastverbetering: Verbeter de kleuren en het contrast van verbleekte foto's automatisch.
Het tabblad Services gebruiken Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, geeft u met behulp van het tabblad Services de apparaatgegevens en de statusgegevens van benodigdheden weer. Klik op het pictogram Status apparaat en benodigdheden om de pagina Apparaatstatus van de geïntegreerde HP-webserver te openen. Op deze pagina staat het volgende: de status van het apparaat, het percentage resterende levensduur van elk onderdeel en informatie voor het bestellen van benodigdheden.
104 Hoofdstuk 8 Afdruktaken NLWW
9 NLWW Kleur ● Afdrukken in kleur ● Kleuren instellen ● Kleuren overeenstemmen 105
Afdrukken in kleur De HP Color LaserJet CP3505-printers bieden automatische kleurfuncties die uitstekende kleurresultaten opleveren. Dankzij de zorgvuldig samengestelde en geteste kleurtabellen kunt u alle mogelijke kleuren gelijkmatig en nauwkeurig afdrukken. De printers bieden ook geavanceerde hulpmiddelen voor ervaren gebruikers.
In vier kleuren afdrukken (CMYK) Bij het afdrukken in vier kleuren op een drukpers worden de inkten cyaan, magenta, geel en zwart (CMYK) gebruikt. CMYK-gegevensbestanden worden gewoonlijk gebruikt in de grafische sector (drukkerijen en uitgeverijen) om rijke, intensieve kleuren te leveren voor tekst en afbeeldingen. De printer accepteert CMYK-kleuren via de PS-printerdriver.
Kleuren instellen Instelling van de kleuropties op Automatisch levert over het algemeen de beste afdrukkwaliteit voor documenten in kleur. Er kunnen echter situaties optreden waarin u een kleurdocument in grijstinten (zwart-wit) wilt afdrukken of een van de kleuropties van de printer wilt wijzigen. ● In Windows kunt u in grijstinten afdrukken of kleuropties veranderen via het tabblad Kleur van de printerdriver.
Tabel 9-1 Handmatige kleuropties (vervolg) Omschrijving Opties Neutrale grijstinten ● Met de instelling Neutrale grijstinten wordt bepaald welke methode wordt toegepast voor het samenstellen van grijze kleuren in tekst, afbeeldingen ● en foto's. ● Randinstelling Met de instelling Scherpteregeling wordt bepaald hoe randen worden weergegeven. De randinstelling ● bestaat uit twee componenten: aangepaste halftonen en 'trapping'. Aangepaste halftonen bieden scherpere randen.
3. Druk op om AFDRUKKWALITEIT te selecteren en druk vervolgens op 4. Druk op om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren en druk vervolgens op 5. Druk op om KLEURGEBRUIK BEPERKEN te selecteren en druk vervolgens op 6. Druk op om een van de volgende opties te selecteren: 7. . . . ● KLEUR UITSCHAKELEN: Met deze instelling kan geen enkele gebruiker in kleur afdrukken. ● KLEUR INSCHAKELEN: Dit is de standaardinstelling, waarmee alle gebruikers in kleur kunnen afdrukken.
Kleuren overeenstemmen Het laten overeenstemmen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is ingewikkeld omdat printers en monitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels via een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw); printers drukken kleuren af door middel van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en zwart).
de staal. Kleuren kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte papiersoort en het softwareprogramma. Voer de volgende procedure uit om kleurvoorbeelden af te drukken vanaf het bedieningspaneel van de printer: 1. Druk op Menu. 2. Druk op 3. om CMYK-VOORBEELDEN AFDRUKKEN of RGB-VOORBEELDEN Druk op AFDRUKKEN te markeren en druk vervolgens op . 112 Hoofdstuk 9 Kleur om INFORMATIE te markeren en druk vervolgens op .
10 Beheer en onderhoud NLWW ● Informatiepagina's ● E-mailwaarschuwingen configureren ● De geïntegreerde webserver gebruiken ● Gebruik van HP Easy Printer Care Software ● De HP Printer Utility voor Macintosh gebruiken ● Benodigdheden beheren ● Onderdelen en benodigdheden vervangen ● De printer reinigen ● Geheugen beheren 113
Informatiepagina's Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken die informatie geven over de printer en de huidige configuratie. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de procedures voor het afdrukken van informatiepagina's. Beschrijving De pagina afdrukken Menustructuur 1. Druk op Menu. Hierop worden de menu's en beschikbare instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. 2. Druk op 3.
Beschrijving De pagina afdrukken Logboek kleurgebruik 1. Druk op Menu. Hierin worden statistieken voor kleurgebruik door de printer weergegeven. 2. Druk op 3. Druk op om LOGBOEK KLEURGEBRUIKTAKEN AFDRUKKEN te markeren en druk vervolgens op . Bestandsdirectory 1. Druk op Menu. Hierop wordt informatie over alle geïnstalleerde apparaten voor massaopslag weergegeven. 2. Druk op 3. Druk op om BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN te markeren en druk vervolgens op .
E-mailwaarschuwingen configureren U kunt HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver gebruiken om het systeem zo in te stellen dat waarschuwingen worden gegeven bij problemen met de printer. De waarschuwingen worden via emailberichten verzonden naar de door u opgegeven e-mailadressen.
De geïntegreerde webserver gebruiken OPMERKING: Als de printer rechtstreeks is aangesloten op een computer, gebruikt u HP Easy Printer Care Software om de printerstatus weer te geven.
Tabblad of gebied Omschrijving Tabblad Informatie ● Status apparaat: Hier vindt u informatie over de printerstatus en de resterende levensduur van HP-benodigdheden, waarbij 0% betekent dat een onderdeel op is. Op deze pagina worden tevens het soort en formaat van het ingestelde afdrukmateriaal voor elke lade weergegeven. Klik op Instellingen wijzigen om de standaardinstellingen te wijzigen. ● Configuratiepagina: Hier vindt u informatie over de configuratiepagina van de printer.
Tabblad of gebied Omschrijving ● Datum & tijd: Hiermee wordt de tijd gesynchroniseerd met een netwerktijdserver. ● Wektijd: Hiermee kunt u een wektijd voor de printer instellen of bewerken. ● Kleurgebruik beperken: Hiermee kunt u beperkingen op afdruktaken in kleur voor de gebruikers instellen. ● Ladeformaten/-soorten: Hiermee kunt u de laden configureren voor verscheidene afdrukmaterialen. OPMERKING: Het tabblad Instellingen kan worden beveiligd met een wachtwoord.
Gebruik van HP Easy Printer Care Software HP Easy Printer Care Software is een toepassing die u voor de volgende taken kunt gebruiken: ● De printerstatus controleren. ● De status van de benodigdheden controleren. ● Statuswaarschuwingen instellen. ● Toegang krijgen tot hulpmiddelen voor onderhoud en het oplossen van problemen. U kunt HP Easy Printer Care Software gebruiken als de printer rechtstreeks is aangesloten op de computer of als de printer is aangesloten op een netwerk.
Gebied Omschrijving Tabblad Ondersteuning ● Hier vindt u apparaatgegevens, waaronder waarschuwingen voor items die uw aandacht nodig hebben. Hier vindt u Helpinformatie en -koppelingen. ● Hier vindt u koppelingen naar informatie over en hulpmiddelen bij het oplossen van problemen. ● Hier vindt u koppelingen naar de website van HP voor registratie, ondersteuning en het bestellen van benodigdheden.
De HP Printer Utility voor Macintosh gebruiken Gebruik de HP Printer Utility om een printer te configureren en te beheren vanaf een computer met Mac OS X 10.2 of 10.3. De HP Printer Utility openen De HP Printer Utility openen in Mac OS X 10.2 1. Open de Finder en klik vervolgens op Programma's. 2. Klik op Bibliotheek en klik vervolgens op Printers. 3. Klik op HP en selecteer vervolgens Hulpprogramma's. 4. Dubbelklik op HP Printer Selector om de HP Printer Selector te openen. 5.
NLWW Item Omschrijving Opgeslagen taken Beheert afdruktaken die zijn opgeslagen op de harde schijf van de printer. Ladeconfiguratie Wijzigt de standaardinstellingen van de printerladen. IP-instellingen Wijzigt de netwerkinstellingen van de printer en geeft toegang tot de geïntegreerde webserver. Extra instellingen Geeft toegang tot de geïntegreerde webserver. Waarschuwingen via e-mail Configureert de printer om bij bepaalde gebeurtenissen een waarschuwing per e-mail te verzenden.
Benodigdheden beheren Als u printcartridges op de juiste manier gebruikt, opslaat en beheert, bent u verzekerd van afdrukken van goede kwaliteit. Levensduur van benodigdheden De levensduur van de printcartridge hangt af van het gebruikspatroon en de hoeveelheid toner die voor uw afdruktaken nodig is. Wanneer u bijvoorbeeld pagina's afdrukt die voor vijf procent met inkt zijn bedekt, kan een printcartridge van HP gemiddeld 4000 of 6000 pagina's meegaan, afhankelijk van het printermodel.
De levensduur van de printcartridge controleren U kunt het niveau van de printcartridge controleren via het bedieningspaneel van de printer, de geïntegreerde webserver, de printersoftware, HP Easy Printer Care Software of de HP Web Jetadminsoftware. Controleer de meter voor de benodigdheden op het bedieningspaneel.
Printcartridges opslaan Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken. VOORZICHTIG: Als u beschadiging van de printcartridge wilt voorkomen, dient u deze niet langer dan een paar minuten aan licht bloot te stellen en het oppervlak van de rol niet aan te raken.
Onderdelen en benodigdheden vervangen Volg de richtlijnen in dit gedeelte zorgvuldig wanneer u printerbenodigdheden vervangt. Richtlijnen voor vervanging Neem de volgende richtlijnen in acht bij het opstellen van de printer om benodigdheden eenvoudig te kunnen vervangen: ● Er moet voldoende ruimte zijn aan de boven- en voorkant van de printer om benodigdheden te kunnen verwijderen. ● De printer moet op een vlak, stevig oppervlak worden geplaatst.
Een printcartridge vervangen 1. Open de voorklep. VOORZICHTIG: Plaats niets op de transfereenheid en raak de transfereenheid, die zich achter de voorklep bevindt, niet aan. 2. Verwijder de gebruikte printcartridge uit de printer. 3. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking voor recycling.
4. Pak beide uiteinden van de printcartridge vast en verspreid de toner door de printcartridge voorzichtig heen en weer te schudden. VOORZICHTIG: Raak de sluiter en het oppervlak van de rol niet aan. NLWW 5. Verwijder de oranje transportvergrendeling en de transporttape, die aan de linkertransportvergrendeling is bevestigd, van de nieuwe printcartridge. Gooi de transporttape en de transportvergrendeling weg volgens de plaatselijke voorschriften. 6.
7. Sluit de voorklep. Na enige tijd wordt op het bedieningspaneel het bericht Klaar weergegeven. 8. De installatie is nu voltooid. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking waarin de nieuwe printcartridge is geleverd. Raadpleeg de bijgesloten recyclinggids voor instructies over recycling. 9. Als u een niet-originele printcartridge gebruikt, raadpleegt u het bedieningspaneel van de printer voor nadere instructies.
De printer reinigen Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes ophopen in de printer. Dit kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van tonervlekken of vegen. Deze printer beschikt over een reinigingsstand waarmee dergelijke problemen kunnen worden opgelost en voorkomen. De printer reinigen vanaf het bedieningspaneel 1. Druk op Menu. 2. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op 3.
Geheugen beheren De printers uit de HP Color LaserJet CP3505-serie hebben één DIMM-sleuf (Dual Inline Memory Module) voor maximaal 1 GB RAM.
2. Trek de twee zwarte lipjes aan de rechterkant van de printer voorzichtig naar elkaar toe en trek vervolgens de formatter-eenheid uit de printer. 3. Plaats de formatter-kaart op een schone, vlakke onderlaag. Om een DIMM te vervangen die momenteel is geïnstalleerd, schuift u de hendels aan weerszijden van de DIMM-sleuf opzij, en vervolgens trekt u de DIMM schuin omhoog en uit de sleuf. 4. NLWW Haal de nieuwe DIMM uit de antistatische verpakking en zoek de inkeping in de onderrand van de DIMM.
5. Houd de DIMM bij de randen vast en breng vervolgens de inkeping in de DIMM onder een hoek in lijn met het streepje op de DIMM-sleuf. Daarna drukt u de DIMM in de sleuf tot deze stevig vast zit. Als de DIMM juist is geplaatst, zijn de metalen contactpunten niet zichtbaar. 6. Druk de DIMM naar beneden tot beide hendels de DIMM vastzetten.
8. Sluit het netsnoer en de USB- of netwerkkabel weer aan en zet vervolgens de printer aan. 9. Zie Geheugen activeren op pagina 135 voor de procedure na het installeren van een geheugenDIMM. Geheugen activeren Als u een geheugen-DIMM hebt geïnstalleerd, moet de printerdriver zo worden ingesteld dat het extra geheugen wordt herkend. 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan klik vervolgens op Printers of Printers en faxapparaten. 2. Selecteer deze printer en selecteer Eigenschappen. 3.
136 Hoofdstuk 10 Beheer en onderhoud NLWW
11 Problemen oplossen NLWW ● Controlelijst voor het oplossen van de belangrijkste problemen ● Berichten op het bedieningspaneel ● Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen ● Storingen oplossen ● Problemen met de papierverwerking ● Diagnosetestpagina’s ● Problemen met de manier waarop de printer reageert ● Problemen met het bedieningspaneel van de printer ● Problemen met het afdrukken van kleuren ● Onjuiste printeruitvoer ● Macintosh-problemen ● Problemen met softwareprogramma's
Controlelijst voor het oplossen van de belangrijkste problemen Als u problemen hebt met de printer, kan de volgende lijst uitkomst bieden bij het zoeken naar de oorzaak: ● Is de printer aangesloten op het elektriciteitsnet? ● Is de printer ingeschakeld? ● Is de printer Klaar? ● Zijn alle benodigde snoeren aangesloten? ● Worden er berichten weergegeven op het bedieningspaneel? ● Zijn er originele HP-onderdelen geïnstalleerd? ● Zijn eventueel recentelijk vervangen printcartridges correct geïnstal
Berichten op het bedieningspaneel Er zijn vier soorten berichten waarmee printerstatus of problemen met de printer worden aangegeven. Soort bericht Omschrijving Statusberichten Statusberichten geven de actuele toestand van de printer weer. De berichten geven informatie over de normale werking van de printer en er zijn geen handelingen van de gebruiker nodig om deze te wissen. De berichten veranderen als de toestand van de printer verandert.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Druk op voor Help. Raadpleeg Benodigdheden en accessoires op pagina 193 voor meer informatie. CARTRIDGE VERVANGEN wordt afgewisseld met Druk op De levensduur van de printcartridge is verstreken. Het afdrukken kan pas verdergaan als de cartridge is vervangen. voor Help Druk op voor Help. Zie Printcartridges verwisselen op pagina 127 of Onderdelen en benodigdheden vervangen op pagina 127 voor meer informatie.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 13.XX.YY DUPLEXSTORING ACHTER VOORKLEP Er is een papierstoring in de voorklep. Open de voorklep en verhelp de storing. Raadpleeg Papierstoringen vanuit invoerladen verhelpen op pagina 159. wordt afgewisseld met Druk op Als dit bericht blijft verschijnen nadat u alle pagina's hebt verwijderd en de Help hebt gesloten, moet u contact opnemen met de ondersteuning van HP. voor Help. 13.XX.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie gesloten, moet u contact opnemen met de ondersteuning van HP. 13.XX.YY STORING IN LADE X Er is een pagina vastgelopen in Lade 1 of Lade 3. Verhelp de storing en druk op . wordt afgewisseld met of Verwijder storing en druk op Raadpleeg Papierstoringen vanuit invoerladen verhelpen op pagina 159. Als dit bericht blijft verschijnen nadat u alle pagina's hebt verwijderd en de Help hebt gesloten, moet u contact opnemen met de ondersteuning van HP.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 40 SLECHTE TRANSMISSIE EIO X Er is een verbinding verbroken met de kaart in de EIO-sleuf. 1. wordt afgewisseld met Druk op OPMERKING: verloren. om verder te gaan 2. 40 SLECHTE TRANSMISSIE GEÏNTEGREERDE I/0 Druk op om verder te gaan met afdrukken. De verbinding met de HP Jetdirect geïntegreerde printserver is verbroken. Gegevens gaan Als deze fout zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met de ondersteuning van HP.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 3. Zet de printer aan. 4. Als deze fout zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met de ondersteuning van HP. 1. Druk op wordt afgewisseld met 2. Als u wilt doorgaan, schakelt u het apparaat uit en weer in Zet de printer uit en weer aan als het bericht blijft verschijnen. 3. Als deze fout zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met de ondersteuning van HP. 1. Druk op wordt afgewisseld met 2.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie kan doorgaan, maar er kan zich onverwacht gedrag voordoen. 68.X PERMANENTE OPSLAG IS VOL wordt afgewisseld met Druk op om verder te gaan Het apparaat met het niet-vluchtige 1. geheugen is vol. Druk op om het bericht te wissen. Het afdrukken kan doorgaan, maar er 2. kan zich onverwacht gedrag voordoen. X Omschrijving Bij 68.0-fouten zet u de printer uit en weer aan. Als zich een 68.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Afdrukken... DIAGNOSEPAGINA De printer is bezig met het afdrukken van de diagnosepagina. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Klaar. Geen handeling vereist. Afdrukken... GEBRUIKSPAGINA De printer is bezig met het afdrukken van een pagina met informatie over het gebruik van de printer. Als de pagina is afgedrukt, keert de printer terug naar de stand Klaar. Geen handeling vereist. Afdrukken...
Bedieningspaneelbericht Druk op Omschrijving Aanbevolen actie voor status Druk op en vervolgens op voor Help. of Raadpleeg Richtlijnen voor vervanging op pagina 127 voor meer informatie. BESTEL CARTRIDGE wordt afgewisseld met Klaar De aangegeven printcartridge is bijna aan het einde van de levensduur. De printer is klaar en het aangegeven aantal resterende pagina's kan verder worden afgedrukt. Bestel de aangegeven printcartridge.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie een ander bericht dat aangeeft welke lade voor de taak gebruikt wordt. Bezig met verwerken... uit lade De printer is actief bezig met het verwerken van een taak uit de aangegeven lade. Geen handeling vereist. CODE CRC-FOUT Er is een fout opgetreden tijdens een upgrade van de firmware. 1. Installeer de firmware opnieuw. 2. Als deze fout zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met de ondersteuning van HP.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving HANDMATIGE INVOER Er is geen afdrukmateriaal in Lade 1 Druk op om vanuit een andere lade af te geplaatst, en de huidige afdruktaak vereist drukken. Raadpleeg Laden configureren een type en formaat dat beschikbaar is in een op pagina 76 voor meer informatie. andere lade.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie LADE X GEBRUIKEN De printer biedt alternatieve papiertypen om voor deze afdruktaak te gebruiken. 1. Gebruik desgewenst en om een ander formaat of andere soort te markeren en druk op om het formaat of de soort te selecteren. 2. Druk op om terug te gaan naar het vorige formaat of de vorige soort. Raadpleeg Laden configureren op pagina 76 voor meer informatie.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie ONDERDEEL GEÏNSTALLEERD DAT NIET Er is een nieuwe printcartridge geïnstalleerd VAN HP IS die niet van HP is. Dit bericht wordt weergegeven tot er benodigdheden van HP wordt afgewisseld met worden geïnstalleerd of tot u drukt op . Wanneer u in de veronderstelling bent dat u benodigdheden van HP hebt aangeschaft, maar dit niet het geval is, gaat u naar www.hp.com/go/anticounterfeit.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Originele HP-onderdelen geïnstalleerd Er is een nieuwe printcartridge van HP geïnstalleerd. De printer keert terug naar Klaar na ongeveer 10 seconden. Geen handeling vereist. PAPIERBAANSTORING VOORKLEP Er is een pagina vastgelopen in de papierbaan. Open de voorklep en verwijder het vastgelopen papier. Papierbaan vrijmaken De printer is vastgelopen of heeft onjuist geplaatst papier gevonden.
Bedieningspaneelbericht SCHIJF REINIGEN X% VOLTOOID wordt afgewisseld met Omschrijving Het geheugen wordt gereinigd. Dit proces kan een uur duren. Tijdens deze periode kunnen er geen taken worden afgedrukt. wordt afgewisseld met NIET UITSCHAKELEN SLECHTE VERBINDING DUPLEXER 3. Selecteer AFDRUKKWALITEIT en druk vervolgens op . 4. Selecteer REINIGINGSPAGINA VERWERKEN en druk vervolgens op . Schakel de printer niet uit. Wacht totdat het proces is voltooid.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie opnieuw te installeren en vervolgens kunt u de printer inschakelen. 4. Als het bericht aanhoudt, moet u het opslagapparaat vervangen. Toegang geweigerd MENU'S GEBLOKKEERD De printerbeheerder heeft het bedieningspaneel vergrendeld. Onder deze omstandigheid kunt u de instellingen van het bedieningspaneel niet wijzigen. Het bericht verdwijnt na een paar seconden en de printer keert terug naar de status Klaar of BEZET.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie USB-OPSLAG IS BESCHERMD TEGEN SCHRIJVEN Het bestandssysteem is beveiligd en er kunnen geen nieuwe bestanden naartoe worden geschreven. 1. Als u schrijven naar het opslagapparaat wilt activeren, moet u de schrijfbeveiliging uitschakelen met HP Web Jetadmin. 2. Zet de printer uit en weer aan om het bericht van het bedieningspaneel te wissen. 1. Zet de printer uit. 2.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Klaar Aanbevolen actie Raadpleeg Benodigdheden en accessoires op pagina 193 voor meer informatie. 1. Druk op om te controleren welke benodigdheden moeten worden besteld. wordt afgewisseld met 2. Bestel de aangegeven benodigdheden. Klaar Raadpleeg Benodigdheden en accessoires op pagina 193 voor meer informatie. VOORRAAD VERVANGEN Negeren is actief Minimaal één printcartridge is leeg, maar het afdrukken gaat verder.
Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen1 Oorzaak Oplossing Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal op pagina 63. Er is een component onjuist geïnstalleerd. Zorg ervoor dat alle printcartridges, de transfer- en de fusereenheid juist zijn geïnstalleerd.
Storingen oplossen Locaties van papierstoringen Gebruik deze afbeelding om papierstoringen in de printer te verhelpen. Raadpleeg Papierstoringen vanuit invoerladen verhelpen op pagina 159 voor instructies over het verhelpen van storingen.
3. Druk op om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren en druk vervolgens op 4. Druk op om STORINGSHERSTEL te markeren en druk vervolgens op 5. Druk op om UIT te markeren en druk vervolgens op 6. Druk op Menu om terug te keren naar de status Klaar. . . . Papierstoringen vanuit invoerladen verhelpen Procedures in de volgende gedeelten corresponderen met berichten die op het bedieningspaneel kunnen worden weergegeven. Lade 1 NLWW 1. Verwijder het papier uit de lade. 2.
3. Plaats de stapel afdrukmateriaal in Lade 1. 4. Controleer of de papiergeleiders het papier op de plaats houden zonder het te buigen en of het papier niet boven de lipjes uitsteekt. 5. Druk op om verder te gaan met afdrukken. Lade 2 of Lade 3 1. Als de optionele Lade 3 is geïnstalleerd, trekt u Lade 3 naar buiten en plaatst u deze op een vlakke ondergrond. Verwijder het papier als het zichtbaar is. 2.
NLWW 3. Trek Lade 2 naar buiten en leg deze op een vlakke ondergrond. 4. Verwijder het papier als het zichtbaar is. 5. Als u geen papier ziet zitten, controleert u of zich in de printer aan de bovenkant van de ladeopening papier bevindt. Verwijder al het vastgelopen papier.
6. Plaats Lade 2 en de optionele Lade 3 weer terug. OPMERKING: 7. Druk op Gebruik Lade 1 als u wilt afdrukken op zwaarder papier. om verder te gaan met afdrukken. OPMERKING: Als u afdrukt vanuit Lade 2, wordt het afdrukken automatisch hervat. Papierstoringen van binnen in het product verhelpen Fusergedeelte (bovenklep) 1. Open de bovenklep. 2. Als het vastgelopen vel zichtbaar is, dient u het vel te verwijderen en vervolgens de bovenklep te sluiten.
3. Als het papier niet zichtbaar is, schakelt u de printer uit. WAARSCHUWING! De fuser is heet. Wacht 10 minuten voordat u verdergaat. 4. Plaats uw duimen op de fuserhendels, druk op de hendels en trek de fuser omhoog om het papier te verwijderen. 5. Duw de sluiterklep van de fuser omhoog. VOORZICHTIG: Open de sluiterklep niet als de fuser zich in de printer bevindt.
6. Verwijder alle vastgelopen papier. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u doorgaat met afdrukken. 7. Pak de fuser vast met uw duimen op de hendels en duw vervolgens beide kanten van de fuser in de printer. Druk de fuser omlaag totdat deze vastklikt. 8. Sluit de bovenklep en schakel vervolgens de printer in.
Voorklep 1. Open de voorklep. VOORZICHTIG: Plaats geen objecten op de transfereenheid. Raak de bovenkant van de transfereenheid en de contactpunten aan de linkerkant van de transfereenheid niet aan. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u doorgaat met afdrukken. NLWW 2. Verwijder alle zichtbare papier. 3. Zoek de groene registratieplaatlipjes die zich onder de onderste printcartridge bevinden.
4. Druk op de lipjes en trek vervolgens de registratieplaat omhoog. Verwijder al het vastgelopen afdrukmateriaal en plaats de registratieplaat weer op zijn oorspronkelijke plaats. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u doorgaat met afdrukken. 5. Sluit de voorklep.
NLWW 2. Open de voorklep. 3. Draai de transfereenheid omhoog en van de voorklep af. 4. Verwijder al het vastgelopen afdrukmateriaal van onder de transfereenheid.
5. Zoek de groene registratieplaatlipjes die zich onder de onderste printcartridge bevinden. 6. Druk op de lipjes en trek vervolgens de registratieplaat omhoog. Verwijder al het vastgelopen afdrukmateriaal en plaats de registratieplaat weer op zijn oorspronkelijke plaats. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u doorgaat met afdrukken. 7. Sluit de bovenklep en schakel vervolgens de printer in.
Problemen met de papierverwerking Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties in de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers. Raadpleeg Benodigdheden en accessoires op pagina 193 voor bestelinformatie. Zie Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal op pagina 63 voor de papierspecificaties voor deze printer. De printer voert meerdere vellen tegelijk in Oorzaak Oplossing De lade is te vol. Verwijder het overtollige papier uit de lade.
De printer neemt papier uit de onjuiste lade Oorzaak Oplossing In het submenu SYSTEEMINSTELLINGEN van het menu APPARAAT CONFIGUREREN is het ladegedrag van de opgegeven lade ingesteld op EERSTE. Wijzig de instelling in UITSLUITEND. Het papierformaat is niet correct geconfigureerd voor de lade. Druk een configuratiepagina af of gebruik het bedieningspaneel om te bepalen welk formaat is geconfigureerd voor de diverse laden.
Het papier wordt niet vanuit Lade 2 en 3 ingevoerd Oorzaak Oplossing Er is papier van onjuist formaat geplaatst. Plaats het juiste papierformaat. De lade is leeg. Plaats papier in de opgegeven lade. De correcte papiersoort voor de lade is niet geselecteerd op het bedieningspaneel. Selecteer op het bedieningspaneel de juiste papiersoort voor de lade. Het papier van een eerdere storing is niet geheel verwijderd. Open de printer en verwijder al het afdrukmateriaal dat in de papierbaan zit.
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de printer Oorzaak Oplossing Enveloppen zijn in een niet-ondersteunde lade geplaatst. Voor enveloppen mag alleen Lade 1 worden gebruikt. Plaats enveloppen in Lade 1. De enveloppen zijn gekruld of beschadigd. Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving. Zie Het gebruik van papier en afdrukmateriaal op pagina 62 voor meer informatie. De enveloppen zijn dichtgeplakt omdat het vochtigheidsgehalte te hoog is.
Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of drukt onjuist af (dubbelzijdig afdrukken) Oorzaak Oplossing De printerdriver is niet ingesteld voor dubbelzijdig afdrukken. Configureer de printerdriver voor dubbelzijdig afdrukken. De eerste pagina wordt afgedrukt op de achterkant van een voorbedrukt formulier of een vel met briefhoofd. Als u Lade 1 gebruikt, plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar onder en met de onderzijde als eerste in de lade.
Diagnosetestpagina’s Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken voor het vaststellen en oplossen van printerproblemen. Pagina Omschrijving Pagina van papierbaantest De pagina van de papierbaantest kunt u gebruiken voor het testen van de papierverwerkingsfuncties van de printer. U kunt de papierbaan opgeven die u wilt testen door de bron, de bestemming en andere beschikbare functies te selecteren. 1. Druk op Menu. 2. Druk op om DIAGNOSE te markeren en druk vervolgens op 3.
Pagina Omschrijving Diagnostische pagina Deze pagina biedt informatie over printerkalibratie, kleurdichtheid en andere parameters. Pagina voor probleemoplossing m.b.t. afdrukkwaliteit NLWW 1. Druk op Menu. 2. Druk op om DIAGNOSE te markeren en druk vervolgens op 3. Druk op om DIAGNOSEPAGINA AFDRUKKEN te markeren en druk vervolgens op . . Raadpleeg Pagina's voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 190.
Problemen met de manier waarop de printer reageert Het uitleesvenster op het bedieningspaneel is leeg Oorzaak Oplossing De aan-uitknop van de printer is uitgeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld. Ventilatoren kunnen draaien terwijl de printer in de stand-bystand staat (uit). De geheugen-DIMM's van de printer zijn defect of onjuist geïnstalleerd. Controleer of de geheugen-DIMM's van de printer correct zijn geïnstalleerd en niet defect zijn.
De printer staat aan, maar er wordt niets afgedrukt Oorzaak Oplossing Er is een onjuiste driver geselecteerd in het programma of de printerdriver. Selecteer de PS-driver in het softwareprogramma of de printerdriver. De printer is niet juist geconfigureerd. Raadpleeg Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen op pagina 26. De computerpoort is niet geconfigureerd of werkt niet goed. Sluit een ander randapparaat aan op deze poort om te controleren of de poort goed werkt.
Het is niet mogelijk de printer vanaf de computer te selecteren Oorzaak Oplossing Het Klaar-lampje van de printer brandt niet. Druk op Stop om de printer naar de status Klaar te laten terugkeren. Er wordt een ander printerbericht dan Klaar op het bedieningspaneel van de printer weergegeven. Raadpleeg Berichten op het bedieningspaneel op pagina 139. Er is een onjuiste printerdriver op de computer geïnstalleerd. Installeer de juiste printerdriver.
Problemen met het bedieningspaneel van de printer De volgende tabel bevat veelvoorkomende problemen met het bedieningspaneel van de printer en oplossingen om deze problemen te verhelpen. Wanneer de printer voor het eerst wordt ingeschakeld, blijft het bedieningspaneel leeg. Oorzaak Oplossing De formatter is tijdens het transport losgekomen. 1. Zet de printer uit. 2. De klep van de formatter heeft een zwarte hendel aan de boven- en onderkant.
Het is niet mogelijk Lade 3 (optionele papierinvoer voor 500 vel) Oorzaak Oplossing Lade 3 (papierinvoer voor 500 vel) wordt niet als invoerladeoptie weergegeven op de configuratiepagina of op het bedieningspaneel. Lade 3 verschijnt alleen als optie als deze is geïnstalleerd. Controleer of Lade 3 op de juiste wijze is geïnstalleerd. Lade 3 wordt niet als optie weergegeven in de printerdriver. Controleer of de configuratie van de printerdriver Lade 3 herkent.
Problemen met het afdrukken van kleuren Er wordt zwart afgedrukt in plaats van kleur Oorzaak Oplossing U hebt Grijstinten geselecteerd in het softwareprogramma of de printerdriver. Selecteer in het softwareprogramma of printerdriver de modus Kleur in plaats van de modi Grijstinten of Monochroom. In uw softwareprogramma is niet de juiste printerdriver geselecteerd. Selecteer de juiste printerdriver. Er verschijnt geen kleur op de configuratiepagina. Neem contact op met de ondersteuning van HP.
Inconsequente kleuren na installatie van een printcartridge Oorzaak Oplossing Nieuwe printcartridges dienen soms een paar pagina's af te drukken voordat ze een constante afdrukkwaliteit leveren. Druk ongeveer 50 pagina's af met de nieuwe cartridge en herhaal vervolgens de afdruktaak. Wellicht is er nog een printcartridge die bijna leeg is. Controleer de meter voor de benodigdheden op het bedieningspaneel of druk een statuspagina voor de benodigdheden af. Raadpleeg Informatiepagina's op pagina 114.
Onjuiste printeruitvoer Problemen met de uitvoer Onjuiste lettertypenafdruk Oorzaak Oplossing Het lettertype is onjuist geselecteerd in het softwareprogramma. Selecteer het lettertype opnieuw in het softwareprogramma. Het lettertype is niet beschikbaar voor de printer Download het lettertype naar de printer of gebruik een ander lettertype. (In Windows doet de driver dit automatisch.) De juiste printerdriver is niet geselecteerd. Selecteer de juiste printerdriver.
Gedeeltelijke afdruk Oorzaak Oplossing Er verschijnt een geheugenfoutbericht op het bedieningspaneel van de printer. 1. Maak printergeheugen vrij door onnodig gedownloade lettertypen, opmaakmodellen en macro’s in het printergeheugen te wissen. of 2. Het bestand dat u afdrukt, bevat fouten. Voeg meer geheugen toe aan de printer. Controleer het softwareprogramma om ervoor te zorgen dat het bestand geen fouten bevat. 1.
Macintosh-problemen In deze paragraaf worden problemen beschreven die zich bij Mac OS X kunnen voordoen. Het printerstuurprogramma staat niet in Afdrukbeheer of Hulpprogramma voor printerinstelling. Oorzaak Oplossing De printersoftware is wellicht niet geïnstalleerd of onjuist geïnstalleerd. Zorg dat het PPD-bestand van de printer zich in de volgende map op de harde schijf bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/ Resources/.
De printerdriver installeert de door u geselecteerde printer niet automatisch in Afdrukbeheer of het Hulpprogramma voor printerinstelling Oorzaak Oplossing taal die u gebruikt. Installeer de software opnieuw. Instructies vindt u in de handleiding Aan de slag. De interfacekabel is defect of van slechte kwaliteit. Vervang de interfacekabel door een kabel van goede kwaliteit. Er is geen afdruktaak verzonden naar de printer van uw keuze Oorzaak Oplossing De afdrukwachtrij is wellicht gestopt.
Wanneer de printer is aangesloten met een USB-kabel, wordt deze niet weergegeven in Afdrukbeheer of in het Hulpprogramma voor printerinstelling nadat u de driver hebt geselecteerd Oorzaak Oplossing Hardwareproblemen oplossen ● Controleer of de printer is ingeschakeld. ● Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is aangesloten. ● Controleer of u de juiste high-speed USB-kabel gebruikt. ● Controleer of er niet te veel USB-apparaten vermogen uit de keten afnemen.
Problemen met softwareprogramma's Kan systeemselecties niet wijzigen Oorzaak Oplossing Systeemwijzigingen via software zijn geblokkeerd door het bedieningspaneel van de printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder. Het programma ondersteunt geen systeemwijzigingen. Raadpleeg de documentatie van de software. De juiste printerdriver is niet geladen. Laad de juiste printerdriver. De juiste driver voor de toepassing is niet geladen. Laad de juiste driver voor de toepassing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, kunnen de volgende gedeelten uitkomst bieden bij het zoeken naar de oorzaak. Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door papier Bepaalde problemen met de afdrukkwaliteit zijn het gevolg van gebruik van onjuist papier. ● Gebruik papier dat voldoet aan de papierspecificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten papier en afdrukmateriaal op pagina 63. ● Het oppervlak van het papier is te glad.
● Als de afgedrukte kleuren verkeerd lijken, kunt u andere kleuren selecteren in het softwareprogramma of de printerdriver. ● Als u een reflectieprojector gebruikt, moet u in plaats daarvan een gewone overhead-projector gebruiken. Problemen met afdrukkwaliteit veroorzaakt door de omgeving Als de printer in uitzonderlijk vochtige of droge omstandigheden werkt, moet u controleren of de omgeving voldoet aan de specificaties.
over het oplossen van problemen, moet u de printer kalibreren. Zie De printer kalibreren op pagina 191. Als de problemen zich blijven voordoen, gaat u naar http://www.hp.com/go/printquality/ cljcp3505 De printer kalibreren Kalibreren is een printerfunctie waarmee de afdrukkwaliteit wordt geoptimaliseerd. Hebt u problemen met de afdrukkwaliteit, kalibreer dan de printer. NLWW 1. Druk op Menu. 2. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren en druk vervolgens op 3.
192 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
A NLWW Benodigdheden en accessoires ● Ga naar http://www.hp.com/sbso/product/supplies voor het bestellen van benodigdheden in de Verenigde Staten. ● Ga anders naar: http://www.hp.com/ghp/buyonline.html. ● Ga voor het bestellen van benodigdheden in Canada naar: http://www.hp.ca/catalog/supplies. ● Ga voor het bestellen van benodigdheden in Europa naar: http://www.hp.com/go/supplies. ● Ga naar http://www.hp.com/paper/ voor het bestellen van benodigdheden in Azië/Oceanië.
Onderdelen en benodigdheden Reserveonderdelen en printerbenodigdheden voor deze printer blijven verkrijgbaar tot minstens vijf jaar nadat de productie van de printer is gestopt. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de beschikbare benodigdheden en accessoires voor HP Color LaserJet CP3505-printers.
Bestellen via de geïntegreerde webserver Voer de volgende procedure uit om printerbenodigdheden rechtstreeks via de geïntegreerde webserver te bestellen (zie De geïntegreerde webserver gebruiken op pagina 117). NLWW 1. Ga naar de webbrowser van uw computer en typ het IP-adres van de printer. Het venster Printerstatus wordt weergegeven. Of ga naar de URL die in de e-mailwaarschuwing is aangegeven. 2. Voer een wachtwoord in als hierom wordt gevraagd. 3.
196 Bijlage A Benodigdheden en accessoires NLWW
B NLWW Service en ondersteuning 197
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE Printer uit de HP Color LaserJet CP3505-serie Eén jaar beperkte garantie HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en constructiefouten.
ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. Sommige landen/regio's, staten of provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is. VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, ZIJN DE VOORWAARDEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING EEN AANVULLING OP DE GELDENDE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT AAN U.
Garantieservice Herstel door klanten HP-producten zijn ontworpen met een groot aantal onderdelen voor Herstel door klanten (CSR); dit verkort de reparatietijden en biedt meer flexibiliteit bij het vervangen van defecte onderdelen. Als HP bij de diagnose vaststelt dat de reparatie kan worden uitgevoerd door het gebruik van een CSR-onderdeel, verstuurt HP dat onderdeel rechtstreeks naar u zodat het kan worden vervangen.
Beperkte garantie voor printcartridges en fotogevoelige rollen Deze HP printcartridge is vrij van defecten in materiaal en vakmanschap. De garantie heeft geen betrekking op printcartridges die (a) zijn bijgevuld, gereviseerd, hergebruikt of op enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd gebruik, onjuiste opslag of gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of (c) slijtage vertonen door dagelijks gebruik.
Color LaserJet Image Fuser Kit en Image Transfer Kit Beperkte garantieverklaring Dit product van HP is vrij van defecten in materiaal en vakmanschap tot op het bedieningspaneel van de printer wordt aangegeven dat de levensduur verstreken is.
Klantondersteuning Tijdens de garantieperiode kunt u gebruik maken van de gratis telefonische ondersteuning voor uw land/regio Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de doos van het product of op www.hp.com/support/. Zorg dat u de productnaam, het serienummer, de aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand hebt. NLWW 24-uurs ondersteuning via internet http://www.hp.com/support/cljcp3505 ondersteuning voor de producten die u op een Macintoshcomputer gebruikt www.hp.
Onderhoudsovereenkomsten van HP HP heeft diverse soorten onderhoudsovereenkomsten die aan de behoefte aan verschillende soorten ondersteuning tegemoetkomen. Onderhoudsovereenkomsten behoren niet bij de standaardgarantie. Ondersteunde services kunnen per land/regio verschillen. Vraag uw plaatselijke HP-dealer welke services voor u beschikbaar zijn.
Printer opnieuw inpakken Als de printer moet worden verplaatst of verzonden naar een andere locatie, moet u de volgende procedure uitvoeren om de printer opnieuw in te pakken. VOORZICHTIG: Schade tijdens het verzenden als gevolg van een onjuiste verpakking is de verantwoordelijkheid van de klant. De printer moet rechtop blijven staan tijdens de verzending. De printer opnieuw inpakken VOORZICHTIG: Het is erg belangrijk dat u de printcartridges verwijdert voordat u de printer verzendt.
206 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
C Printerspecificaties De printerspecificaties geven informatie over het formaat en gewicht van de printer, de stroomvereisten en het stroomverbruik en hoeveel geluid de printer maakt. In de specificaties wordt ook beschreven hoe de verschillende bedieningsmodi van de printer het stroomverbruik, de warmteafgifte en de geluidsafgifte beïnvloeden.
Productspecificaties Tabel C-1 Afmetingen van de HP Color LaserJet CP3505-printers 1 Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht1 Basismodel 40,0 cm 45,0 cm 40,0 cm 20,3 kg Basismodel met duplexer 42,3 cm 45,0 cm 40,0 cm 21,5 kg Basismodel met optionele lade 3 54,0 cm 45,0 cm 40,0 cm 25,4 kg Basismodel met duplexer en optionele lade 3 56,3 cm 45,0 cm 40,0 cm 26,6 kg Bij het gewicht van de printer zijn de printcartridges niet meegerekend.
Voedingsspecificaties WAARSCHUWING! De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar de printer wordt verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning. Veranderingen kunnen leiden tot beschadiging van de printer en de garantie doen vervallen.
Specificaties stroomverbruik Tabel C-3 Stroomverbruik (gemiddeld, in watt)1 1 Productmodel Afdrukken2 Klaar3 Sluimer4 Uit Warmteafgifte bij status Klaar (BTU/uur)5 HP Color LaserJet CP3505 437 48 15 0,5 162 HP Color LaserJet CP3505n 437 48 15 0,5 162 HP Color LaserJet CP3505dn 437 48 15 0,5 162 HP Color LaserJet CP3505x 407 46 15 0,7 162 Het stroomverbruik wordt weergegeven op basis van de hoogste gemeten waarden bij afdrukken in kleur en zwart-wit met standaardvoltages.
Geluidsspecificaties Tabel C-4 Geluidsafgifte van de HP Color LaserJet CP3505-printers 1 Geluidsniveau Volgens ISO 9296 Afdrukken (20 ppm)1 LWAd = 6,4 Bel (A) [64 dB (A)] Klaar LWAd = 5,4 Bel (A) [54 dB (A)] Geluidsdruk: positie van omstander Volgens ISO 9296 Afdrukken (20 ppm)1 LpAm = 50 dB (A) Klaar LpAm = 40 dB (A) De afdruksnelheid is 20 ppm voor materiaal van het formaat Letter en 21 ppm voor materiaal van het formaat A4. OPMERKING: Deze waarden zijn onder voorbehoud van wijzigingen.
Specificaties voor de werkomgeving Tabel C-5 Specificaties voor de werkomgeving Omgeving Aanbevolen Toegestaan Temperatuur 17 tot 25 °C 10 tot 27 °C Vochtigheid 20 tot 60% relatieve vochtigheid (RH) 10 tot 70% RH Hoogte Niet van toepassing 0 tot 2600 m OPMERKING: Deze waarden zijn onder voorbehoud van wijzigingen.
D Overheidsinformatie Dit gedeelte bevat de volgende overheidsinformatie: NLWW ● FCC-kennisgeving ● Programma voor milieuvriendelijke producten ● Conformiteitsverklaring ● Land-/regiospecifieke kennisgevingen 213
FCC-kennisgeving Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie.
Programma voor milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op het milieu beperken. Ozonproductie Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O3) voort. Lager energieverbruik In de sluimermodus loopt het stroomverbruik aanzienlijk terug.
OPMERKING: Gebruik het retouretiket uitsluitend om originele HP LaserJet-printcartridges terug te zenden. Het etiket is niet bestemd voor HP inkjet-cartridges, cartridges van andere merken dan HP, bijgevulde of opnieuw gefabriceerde cartridges of retourzendingen in verband met de garantie. Voor informatie over het recyclen van uw HP inkjet-cartridges gaat u naar www.hp.com/recycle.
Papier Dit product is geschikt voor kringlooppapier als het papier voldoet aan de richtlijnen zoals omschreven in de Handleiding Specificaties afdrukmateriaal voor HP LaserJet-printers. Dit product is geschikt voor kringlooppapier dat voldoet aan EN12281:2002. Materiaalbeperkingen Aan dit HP-product is geen kwik toegevoegd. Dit HP-product bevat een batterij waarvoor mogelijk speciale verwerking vereist is aan het eind van de gebruiksduur.
Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-huishoudens in de Europese Unie Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet met het gewone afval mag worden weggeworpen. In plaats hiervan dient u afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/ inzamelingspunt voor elektrische en elektronische apparatuur.
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC 17050–1 en EN 17050–1 Naam fabrikant: Adres fabrikant: Hewlett-Packard Company 11311 Chinden Boulevard, Boise, Idaho 83714-1021, USA verklaart, dat het product Productnamen:3) Printer uit de HP Color LaserJet CP3505-serie printers Modelnummer:2) BOISB-0504-00 Inclusief Q5985A – optionele invoerlade voor 500 vel ALLE Q6470A, Q7581A, Q7582A, Q7563A Productopties: Printcartridges conform de volgende productspecificaties: VEILIGHEID: IEC 60
Land-/regiospecifieke kennisgevingen Laserverklaring Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften ingevoerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de VS.
EMI-verklaring (Taiwan) Laserverklaring voor Finland Luokan 1 laserlaite Klass 1 Laser Apparat HP Color LaserJet CP3505, CP3505n, CP3505dn, CP3505x, laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (1994) mukaisesti.
Tabel met chemicaliën (China) 222 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Index Symbolen en getallen 2-zijdig afdrukken 98 A aangepaste papierformaatinstellingen Macintosh 50 Aangepaste papierformaten 64 aangepast papierformaat driverinstellingen 97 aan-uitschakelaar 6 accessoires bestellen 193 adres, printer Macintosh, problemen oplossen 185 afdrukken in kleur 106 afdrukken in grijstinten 108 afdrukmateriaal aangepast formaat 97 aangepast formaat, Macintoshinstellingen 50 automatische detectie 79 configureren van laden 26 documentformaat, selecteren 96 eerste pagina 50, 92 hand
snelkoppelingen (Macintosh) 50 snelkoppelingen (Windows) 95 tabblad Services 103 Windows-instellingen 95 dubbelzijdig afdrukken bindopties afdruktaken 99 instellingen van het bedieningspaneel 98 E Easy Printer Care, software 42 Een andere lade gebruiken (functie) 27 eerste pagina ander papier gebruiken 50, 92 leeg 93 EIO (Enhanced Input/Output) configureren 60 EIO-sleuf 6 e-mailwaarschuwingen configureren 116 EMI-verklaring Taiwan 221 EMI-verklaring voor Korea 220 energiebesparing.
lampjes, bedieningspaneel 10, 11 lege pagina's afdrukken 93 lettertypen EPS-bestanden, problemen oplossen 186 lettertypenlijst afdrukken 115 Linux-software 44 M Macintosh afdruksysteem voor netwerken installeren 48 afdruksysteem voor rechtstreekse verbindingen installeren 47 driverinstellingen 47, 50 formaat van documenten wijzigen 50 ondersteunde besturingssystemen 46 ondersteuning 203 problemen, problemen oplossen 185 software 46 softwareonderdelen 43 software verwijderen 48 stuurprogramma's, problemen op
recycling programma van HP voor retourneren en recyclen van afdrukbenodigdheden 216 regels FCC 214 registratie pagina 174 reinigen van de printer 131 S schalen, documenten 96 serviceovereenkomsten 204 Services (tabblad) Macintosh 53 Sluimermodus (functie) 82 Sluimervertraging (functie) 82 snelkoppelingen 95 snelkoppelingen (Macintosh) 50 software geïntegreerde webserver 42, 48 HP Easy Printer Care 42 HP Web Jetadmin 42 installatie voor directe verbinding, Macintosh 47 instellingen 37, 46 Macintosh 43, 46 Ma