HP LaserJet P4010 and P4510 Series - User's Guide

Functies voor taakopslag gebruiken
De volgende taakopslagfuncties zijn voor afdruktaken beschikbaar:
Controleren en vasthouden-taken: Deze functie is een snelle en eenvoudige methode om één
exemplaar van een taak af te drukken en te proeflezen en vervolgens de overige exemplaren af
te drukken.
Persoonlijke taken: als u een privétaak naar het apparaat stuurt, wordt de taak niet afgedrukt tot
u de vereiste pincode op het bedieningspaneel invoert.
Snelkopieertaken: u kunt het gewenste aantal exemplaren van een taak afdrukken en vervolgens
een exemplaar van de taak opslaan op de harde schijf van het apparaat. Als u de taak opslaat,
kunt u later meer exemplaren van de taak afdrukken.
Opgeslagen taken: u kunt taken zoals personeelsformulieren, urenregistraties of agenda's
opslaan op het apparaat en andere gebruikers toestaan de taak op elk gewenst moment af te
drukken. Opgeslagen taken kunnen worden beveiligd met een pincode.
VOORZICHTIG: Als u het apparaat uitschakelt, worden alle snelkopieertaken, 'Controleren en
vasthouden'-taken en persoonlijke taken verwijderd.
Opgeslagen taken maken
Met de printerdriver kunt u opgeslagen taken maken.
Windows 1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen en vervolgens op het tabblad Taakopslag.
3. Selecteer de gewenste modus voor opgeslagen taken.
Zie
Opties voor taakopslag instellen op pagina 103 voor meer informatie.
Macintosh 1. Klik in het menu Archief op Druk af.
2. Open het menu Taakopslag.
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Taakopslag: het soort opgeslagen taak.
Zie
Taken opslaan op pagina 61 voor meer informatie.
OPMERKING: Selecteer de optie Opgeslagen taak in de driver als u een taak blijvend wilt opslaan
en wilt voorkomen dat de taak door het apparaat wordt verwijderd wanneer ergens anders ruimte voor
nodig is.
Opgeslagen taken afdrukken
OPMERKING: U kunt op de knop Map drukken om rechtstreeks naar het menu TAAK
OPHALEN te gaan. Daar begint u bij stap 3 van de volgende procedure.
1.
Druk op Menu
.
2. Druk op de pijl omlaag
om TAAK OPHALEN te selecteren en druk vervolgens op OK.
3. Druk op de pijl omlaag
om uw gebruikersnaam te selecteren en druk daarna op OK.
4. Druk op de pijl omlaag
om de naam van een taak te selecteren en druk daarna op OK.
NLWW Functies voor taakopslag gebruiken 97