HP LaserJet P4010 and P4510 Series - User's Guide

Probleem Voorbeeld Oplossing
U dient ook de papiersoort in te stellen voor de lade die u gebruikt. (Zie Het
papier selecteren op bron, soort of formaat op pagina 87.)
Kreukels en vouwen 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt
opgelost.
2. Controleer of aan de omgevingsvereisten van het apparaat is voldaan. (Zie
Omgevingsvereisten op pagina 219.)
3. Draai de stapel papier in de lade om. Probeer het opnieuw nadat u het papier
180 graden hebt gedraaid.
4. Controleer of het papier correct is geladen en of alle aanpassingen zijn
doorgevoerd. (Zie
Laden vullen op pagina 80.)
5. Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specificaties. (Zie
Papier en afdrukmateriaal op pagina 71.)
6. Als de enveloppen gekreukt zijn, moet u proberen de enveloppen zo te
bewaren dat ze plat liggen.
7. Wanneer het papier licht van gewicht en glad is, opent u het menu APPARAAT
CONFIGUREREN op het bedieningspaneel. In het submenu
AFDRUKKWALITEIT selecteert u FUSER MODI en vervolgens selecteert u
de papiersoort die u gebruikt. Wijzig de instelling in LAAG. Hiermee verlaagt
u de hitte van het fuser-proces. (Zie
Submenu Afdrukkwaliteit op pagina 21.)
U dient ook de papiersoort in te stellen voor de lade die u gebruikt. (Zie
Het
papier selecteren op bron, soort of formaat op pagina 87.)
Verticale witte strepen 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt
opgelost.
2. Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specificaties. (Zie
Papier en afdrukmateriaal op pagina 71.)
3. Vervang de printcartridge.
Bandensporen
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
C
C
C
C
C
a
a
a
a
a
c
c
c
c
c
b
b
b
b
b
Dit probleem treedt gewoonlijk op als de inktcartridge veel langer is gebruikt dan de
geschatte levensduur. Bijvoorbeeld als u een groot aantal pagina's afdrukt met een
erg lage tonerdekking.
1. Vervang de printcartridge.
2. Verlaag het aantal pagina's dat u afdrukt met een erg lage tonerdekking.
Witte vlekken op zwart 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt
opgelost.
2. Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specificaties. (Zie
Papier en afdrukmateriaal op pagina 71.)
3. Controleer of aan de omgevingsvereisten van het apparaat is voldaan. (Zie
Omgevingsvereisten op pagina 219.)
4. Vervang de printcartridge.
Tabel 10-2 Voorbeelden van afdrukproblemen (vervolg)
188 Hoofdstuk 10 Problemen oplossen NLWW