User manual
Controleren of de juiste printcartridges werden geplaatst en deze installeren
1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Druk op de Aan-knop als deze niet
is verlicht.
2. Open de deur van de printcartridge, wacht dan totdat de printwagen stil staat.
3. Druk zachtjes achteraan op de cartridge om deze los te maken.
4. Schuif de cartridge naar buiten en controleer deze:
Let op Raak de koperen elektrische contactpunten of de spuitmondjes niet
aan.
• Controleer de elektrische contactpunten op vuil en stof.
• Controleer of de doorzichtige tape op de inktsproeiers volledig is verwijderd.
Let op Probeer de koperen elektrische strook niet te verwijderen!
5. Bekijk het selectienummer op het label van de printcartridge en zorg ervoor dat
deze compatibel is met het apparaat. De compatibele printcartridges zijn vermeld
in de documentatie die met uw apparaat werd meegeleverd.
1 Selectienummer
6. Indien de printcartridge het verkeerde selectienummer heeft, installeer dan een
nieuwe printcartridge. Zie "
De printcartridges vervangen" op pagina 72 voor meer
informatie.
7. Sluit de klep voor de printcartridge.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: reinig de contactpunten van de printcartridge
Oplossing: Als het selectienummer van de printcartridge correct is en de vorige
oplossing het probleem niet heeft opgelost, probeert u de printcartridge te reinigen.
Zie "
De contactpunten van de printcartridge reinigen" op pagina 78 voor meer
informatie.
Indien het statuslampje van de printcartridge blijft knipperen nadat de printcartridge
werd gereinigd, moet u de printcartridge vervangen. Zie "
De printcartridges
vervangen" op pagina 72 voor meer informatie.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met printcartridges oplossen 101
Probleemoplossing