User manual
Oorzaak: De printcartridges waren niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat.
Printcartridges in de verkeerde sleuf
Oplossing: Controleer of de printcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst. Als
dat het geval is, verwijdert u de printcartridges, installeert u ze opnieuw en controleert
u of ze goed zijn geplaatst en vastgeklikt.
Ervoor zorgen dat de printcartridges juist in de printer zijn geplaatst
1. Zorg ervoor dat het apparaat aan staat.
2. Open het vak met de printcartridge.
De wagen met printcartridges bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat.
3. Controleer of u de juiste printcartridges voor uw product gebruikt. Raadpleeg voor
een lijst met nummers van compatibele printcartridges de gedrukte documentatie
bij het product.
4. Verwijder de zwarte printcartridge uit de uitsparing rechts. Raak de inktsproeiers
en de koperkleurige contactpunten niet aan. Controleer de koperkleurige
contactpunten en inktsproeiers op eventuele beschadigingen.
Controleer of de doorzichtige plastic tape is verwijderd. Als deze nog steeds de
inktsproeiers afdekt, kunt u de doorzichtige plastic tape voorzichtig verwijderen
door aan het roze lipje te trekken. Verwijder in geen geval de bruinrode tape, die
de elektrische contactpunten bedekt.
Hoofdstuk 12
212 Probleemoplossing
Probleemoplossing