HP Color LaserJet CM3530 MFP Gebruikershandleiding voor de geïntegreerde webserver
HP geïntegreerde webserver Gebruikershandleiding
Copyright en garantie Handelsmerken en credits © 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking of vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Microsoft® en Windows® zijn in de VS geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corp. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Overzicht Wat is een geïntegreerde webserver? ................................................................................................ 2 Functies .............................................................................................................................. 2 HP Web JetAdmin en de HP geïntegreerde webserver ...................................................... 3 Systeemvereisten .........................................................................................
De functie AutoSend inschakelen ...................................................................................... 41 Beveiliging .......................................................................................................................................... 42 Beveiligingsinstellingen configureren ................................................................................. 43 De wizard Beveiliging van HP Jetdirect configureren ........................................................
Verplichte gegevens en limieten voor records .................................................. 91 Een importbestand maken met Microsoft Outlook ............................................ 91 Een adresboek exporteren ................................................................................................ 92 Adresboeken wissen .......................................................................................................... 92 Adresseringsinstellingen ........................................
vi NLWW
Lijst van tabellen Tabel 1-1 Tabel 2-1 Tabel 2-2 Tabel 2-3 Tabel 2-4 Tabel 2-5 Tabel 2-6 Tabel 2-7 Tabel 2-8 Tabel 3-1 Tabel 3-2 Tabel 3-3 Tabel 3-4 Tabel 3-5 Tabel 3-6 Tabel 3-7 Tabel 3-8 Tabel 3-9 Tabel 3-10 Tabel 3-11 Tabel 3-12 Tabel 3-13 Tabel 3-14 Tabel 3-15 Tabel 3-16 Tabel 3-17 Tabel 4-1 Tabel 4-2 Tabel 4-3 Tabel 4-4 Tabel 4-5 Tabel 4-6 Tabel 4-7 Tabel 4-8 NLWW HP geïntegreerde webserver .............................................................................................................
Tabel 4-9 Tabel 5-1 Tabel 5-2 Tabel 5-3 Tabel 5-4 Tabel 6-1 viii Voorkeursinstellingen ..................................................................................................................... 100 Verzenden naar fax ........................................................................................................................ 104 Geavanceerde faxinstellingen ........................................................................................................ 106 Faxadresboek ......
Lijst van afbeeldingen Afbeelding 1-1 Afbeelding 2-1 Afbeelding 2-2 Afbeelding 2-3 Afbeelding 2-4 Afbeelding 2-5 Afbeelding 2-6 Afbeelding 2-7 Afbeelding 2-8 Afbeelding 2-9 Afbeelding 2-10 Afbeelding 2-11 Afbeelding 2-12 Afbeelding 2-13 Afbeelding 3-1 Afbeelding 3-2 Afbeelding 3-3 Afbeelding 3-4 Afbeelding 3-5 Afbeelding 3-6 Afbeelding 3-7 Afbeelding 3-8 Afbeelding 3-9 Afbeelding 3-10 Afbeelding 3-11 Afbeelding 3-12 Afbeelding 3-13 Afbeelding 3-14 Afbeelding 3-15 Afbeelding 3-16 Afbeelding 3-17 Afbeelding
Afbeelding 3-21 Afbeelding 3-22 Afbeelding 3-23 Afbeelding 3-24 Afbeelding 3-25 Afbeelding 3-26 Afbeelding 3-27 Afbeelding 3-28 Afbeelding 4-1 Afbeelding 4-2 Afbeelding 4-3 Afbeelding 4-4 Afbeelding 4-5 Afbeelding 4-6 Afbeelding 4-7 Afbeelding 4-8 Afbeelding 4-9 Afbeelding 4-10 Afbeelding 4-11 Afbeelding 4-12 Afbeelding 4-13 Afbeelding 5-1 Afbeelding 5-2 Afbeelding 5-3 Afbeelding 5-4 Afbeelding 5-5 Afbeelding 5-6 Afbeelding 6-1 Afbeelding 7-1 x Scherm Datum & tijd .........................................
1 NLWW Overzicht 1
Wat is een geïntegreerde webserver? Een webserver biedt een omgeving waarin webprogramma's kunnen worden uitgevoerd op dezelfde manier als een besturingssysteem, zoals Microsoft® Windows®, een omgeving biedt waarbinnen programma's op uw computer kunnen worden uitgevoerd. Een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer, Apple Safari of Mozilla Firefox, kan de gegevens van een webserver weergeven.
● Voor elke dag wektijden instellen zodat het apparaat klaar is met initialiseren en kalibreren wanneer u het wilt gebruiken ● Informatie over de configuratie van het apparaat en het gebruik van de benodigdheden regelmatig naar uw serviceprovider verzenden. ● De beveiligingsinstellingen van het apparaat configureren HP Web JetAdmin en de HP geïntegreerde webserver HP Web JetAdmin is een hulpprogramma voor systeembeheer op het web dat u met een webbrowser kunt gebruiken.
Systeemvereisten Om de HP geïntegreerde webserver te kunnen gebruiken, hebt u de volgende componenten nodig: ● 4 Een ondersteunde webbrowser. Onder andere de volgende browsers ondersteunen geïntegreerde webservers: ◦ Konqueror 3.5 of later ◦ Microsoft Internet Explorer 6.0 of later ◦ Mozilla Firefox 1.0 of later ◦ Opera 9.0 of later ◦ Safari 1.0 of later ● Een TCP/IP-netwerkaansluiting (Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
De HP geïntegreerde webserver openen Volg de onderstaande procedure om de HP geïntegreerde webserver te openen. OPMERKING: U kunt de schermen van de HP geïntegreerde webserver niet bekijken van buiten een firewall. 1. Open uw ondersteunde webbrowser. 2. Typ het IPv4- of IPv6-TCP/IPadres dat aan het product is toegewezen, de hostnaam of de geconfigureerde hostnaam in het veld Adres of Ga naar. Hieronder volgen een paar voorbeelden: ● IPv4 TCP/IP-adres: http://192.168.1.
Aanmelden en afmelden In de schermen van de HP geïntegreerde webserver kunt u productgegevens bekijken en configuratieopties wijzigen. De schermen en instellingen kunnen afwijken, afhankelijk van de manier waarop u de HP geïntegreerde webserver opent: als een algemene gebruiker, een IT-beheerder of een serviceprovider. Deze wachtwoorden kunnen door een IT-beheerder of een serviceprovider worden aangepast.
Door de HP geïntegreerde webserver bladeren U kunt door de schermen van de HP geïntegreerde webserver bladeren door op een van de tabbladen te klikken (zoals Informatie of Instellingen). Klik vervolgens op een van de menu's op de navigatiebalk die u aan de linkerzijde van het scherm kunt vinden. In de volgende afbeelding en tabel wordt informatie over de schermen van de HP geïntegreerde webserver gegeven.
Tabel 1-1 HP geïntegreerde webserver (vervolg) Onderdeel Kenmerk van het scherm van de HP geïntegree rde webserver Omschrijving Meer informatie 3 Tabbladen Tabblad Informatie Hierop kunt u informatie over het product bekijken. U kunt het product niet configureren met de schermen op dit tabblad. Zie De productstatus bekijken op de informatieschermen van de HP geïntegreerde webserver op pagina 11. Tabblad Instellingen Gebruik de functies op dit tabblad om het product te configureren.
Tabel 1-1 HP geïntegreerde webserver (vervolg) NLWW Onderdeel Kenmerk van het scherm van de HP geïntegree rde webserver Omschrijving Meer informatie 6 Afmelden/ aanmelden Afhankelijk van soort gebruiker Aanmelding als ITbeheerder of serviceprovider. Zie Aanmelden en afmelden op pagina 6. 7 Scherm Afhankelijk van het menuonderdeel Klik op een menuonderdeel om een scherm weer te geven. ● Zie De productstatus bekijken op de informatieschermen van de HP geïntegreerde webserver op pagina 11.
10 Hoofdstuk 1 Overzicht NLWW
2 De productstatus bekijken op de informatieschermen van de HP geïntegreerde webserver De schermen van het tabblad Informatie zijn alleen voor informatieve doeleinden bestemd. U kunt het apparaat niet vanaf deze schermen configureren. Als u het apparaat wilt configureren via HP geïntegreerde webserver, gaat u naar Het product configureren vanaf de schermen van het tabblad Instellingen op pagina 29. OPMERKING: Sommige apparaten ondersteunen niet alle schermen.
Status apparaat Gebruik het scherm Status apparaat om de huidige status van het product te bekijken. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken. Afbeelding 2-1 Scherm Status apparaat 1 2 3 4 6 5 7 Tabel 2-1 Status apparaat Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webserver-tabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7.
Configuratiepagina Gebruik het scherm Configuratiepagina om de huidige productinstellingen te bekijken, printerproblemen op te lossen en de installatie van optionele accessoires, zoals de DIMM's (dual inline memory modules) te controleren. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Afbeelding 2-3 Scherm Configuratiepagina – 2 van 2 6 7 8 9 Tabel 2-2 Configuratiepagina Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webserver-tabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7. 2 Apparaatgegevens Geeft het serienummer, de versienummers en overige informatie voor het apparaat weer. 3 Geïnstall.
Tabel 2-2 Configuratiepagina (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied DMax is een dichtheidskalibratie van elke kleur in de printcartridge bij een dekking van 100%. DHalf is ook een dichtheidskalibratie van elke kleur in de printcartridge, maar als halftoon in plaats van verzadigde kleur. Tijdens het afdrukken van de halftoon worden de tonerdots verspreid, waardoor de dekkingsgraad minder dan 100% bedraagt.
Status benodigdheden Het scherm Status benodigdheden geeft gedetailleerde informatie over de benodigdheden weer en toont onderdeelnummers voor de originele HP-benodigdheden. (Wanneer u nieuwe producten bestelt, is het handig het onderdeelnummer bij de hand te hebben.) In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Tabel 2-3 Status benodigdheden (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied OPMERKING: Als een cartridge wordt gebruikt die niet van HP is, is het mogelijk dat er geen informatie over de cartridge beschikbaar is. Daarnaast kan er een waarschuwing op het scherm verschijnen over de risico's van het gebruik van onderdelen die niet van HP zijn. Er is dan geen verdere informatie over de status van de cartridge beschikbaar.
Logbestand Op het scherm Logbestand staan de meest recente apparaatgebeurtenissen, waaronder papierstoringen, verwerkingsfouten en andere printerfouten. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Gebruikspagina De Gebruikspagina geeft het aantal pagina's weer voor elk soort afdrukmateriaal dat door het apparaat is verwerkt alsmede het aantal dubbelzijdige pagina's. Het totaalaantal wordt berekend door de som van het aantal afgedrukte pagina's te vermenigvuldigen met het aantal eenheden. De informatie op dit scherm kan worden gebruikt om vast te stellen hoeveel toner of papier in voorraad moet blijven. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Afbeelding 2-7 Scherm Gebruikspagina – 2 van 3 4 Afbeelding 2-8 Scherm Gebruikspagina – 3 van 3 Tabel 2-5 Gebruikspagina 20 Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webserver-tabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7.
Tabel 2-5 Gebruikspagina (vervolg) NLWW Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Eenheden Een eenheid staat gelijk aan een standaardpagina van A4-formaat (Letterformaat). Alle overige paginaformaten worden vergeleken met dit standaardformaat. Een pagina van A4-formaat (Letter-formaat) die dubbelzijdig wordt afgedrukt, telt als twee eenheden.
Diagnostische pagina Het scherm Diagnostische pagina geeft informatie over kalibratie, kleurdichtheid en parameters. Afbeelding 2-9 Scherm Diagnostische pagina 1 2 3 4 Tabel 2-6 Diagnostische pagina 22 Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webserver-tabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7.
Tabel 2-6 Diagnostische pagina (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied Kleurvlakregistratie vindt plaats wanneer nieuwe printcartridges worden geïnstalleerd om te compenseren voor mogelijke lichte variaties in cartridgeomvang. DMax is een dichtheidskalibratie van elke kleur in de printcartridge bij een dekking van 100%. DHalf is ook een dichtheidskalibratie van elke kleur in de printcartridge, maar als halftoon in plaats van verzadigde kleur.
Apparaatgegevens Op het scherm Apparaatgegevens wordt de volgende informatie weergegeven: ● Apparaatnaam ● Apparaatlocatie ● Activanummer ● Bedrijfsnaam ● Contactpersoon ● Productnaam ● Apparaatmodel ● Serienummer apparaat De naam, het model en het serienummer van het apparaat worden automatisch gegenereerd. U kunt de overige gegevens op dit scherm configureren vanuit het scherm Apparaatgegevens op het tabblad Instellingen.
Foto van bedieningspaneel Op het scherm Foto van bedieningspaneel ziet u het display van het bedieningspaneel van het product zoals u dit ziet wanneer u voor het product staat. Deze weergave geeft de productstatus weer die u kan helpen bij het oplossen van problemen met het product. OPMERKING: Het uiterlijk van het scherm is afhankelijk van uw product.
Logboek kleurgebruiktaak Gebruik het Logboek kleurgebruiktaak om gebruiksgegevens van de printer te bekijken. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u het scherm Logboek kleurgebruiktaak kunt gebruiken. Afbeelding 2-12 Scherm Logboek kleurgebruiktaak 1 2 3 Tabel 2-7 Logboek kleurgebruiktaak Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 Printerinformatie Geeft het serienummer en de naam van de printer weer.
Afdrukken OPMERKING: Het scherm Afdrukken (en het menu Afdrukken aan de linkerzijde) is alleen beschikbaar als dit is geconfigureerd om op het tabblad Beveiliging onder het tabblad Instellingen te verschijnen. Gebruik het scherm Beveiliging om het scherm Afdrukken uit te schakelen als u dit om beveiligingsredenen niet wilt weergeven. Zie voor meer informatie Beveiliging op pagina 42.
Een bestand afdrukken of firmware bijwerken vanuit het scherm Afdrukken Voer de volgende stappen uit om een bestand af te drukken of productfirmware bij te werken vanuit het scherm Afdrukken. 28 1. Klik op Bladeren om een af te drukken bestand te zoeken op uw apparaat of netwerk. 2. Klik op Toepassen.
3 Het product configureren vanaf de schermen van het tabblad Instellingen Gebruik de schermen op het tabblad Instellingen om het apparaat vanaf uw computer te configureren.
Apparaat configureren U kunt het scherm Apparaat configureren gebruiken om de pagina's met apparaatgegevens af te drukken en om het apparaat op afstand te configureren. De menu's op dit scherm lijken op de menu's die beschikbaar zijn op het bedieningspaneel van uw apparaat. Sommige van de bedieningspaneelmenu's van het product zijn niet beschikbaar vanaf de HP geïntegreerde webserver. Raadpleeg de bij uw apparaat meegeleverde documentatie voor meer informatie over de menu's op uw apparaat.
Tabel 3-1 Apparaat configureren (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 2 Selecteer een menu Menu Informatie Hiermee kunt u de pagina's met apparaatgegevens afdrukken. Deze pagina's bevatten details over het apparaat en de configuratie hiervan. Menu Standaard taakopties Gebruik dit menu om voor iedere functie de standaard taakopties te definiëren.
Formaten/typen laden In het scherm Formaten/typen laden kunt u papierformaten en -soorten toewijzen aan iedere lade van het apparaat. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
E-mailserver Gebruik het scherm E-mailserver om de e-mailinstellingen voor uitgaande e-mail te configureren. Gebruik de instellingen op dit scherm om e-mailberichten te verzenden en te ontvangen, inclusief de productwaarschuwingen. In de volgende afbeelding, tabel en procedures wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken. Afbeelding 3-3 Scherm E-mailserver 1 2 3 192.68.0.
Uitgaande e-mail configureren U moet de uitgaande e-mail configureren als u de functies Waarschuwingen of AutoSend wilt gebruiken. 1. Verzamel de volgende informatie. (Doorgaans beschikt uw netwerk- of e-mailbeheerder over de benodigde informatie voor het configureren van uitgaande e-mail.) ● Het TCP/IP-adres van de SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) op uw netwerk. De EWS gebruikt het TCP/IP-adres van de SMTP-server voor het doorsturen van e-mailberichten naar andere computers.
Waarschuwingen Vanuit het scherm Waarschuwingen kunnen IT-beheerders het product zodanig instellen dat probleem- en statuswaarschuwingen via e-mail naar personen van uw keuze kunnen worden gestuurd. Wanneer deze functie is geconfigureerd, kunnen waarschuwingen automatisch worden verzonden met informatie over benodigdheden, de status van de papierbaan, service en adviezen. U kunt meerdere personen waarschuwingen sturen waarbij elke persoon slechts díe waarschuwingen ontvangt die zijn aangegeven.
Tabel 3-4 Waarschuwingen (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Bewerken Met deze knop kunt u wijzigingen aanbrengen in de bestemming of bestemmingslijst. 4 Test Met deze knop kunt u een testwaarschuwing verzenden naar de bestemming of bestemmingslijst. 5 Verwijderen Met deze knop kunt u de bestemming of bestemmingslijst verwijderen.
Afbeelding 3-6 Scherm Waarschuwingen - instellingen – 2 van 2 Waarschuwingen configureren 1. Voer een van de volgende handelingen uit: ● Klik op Nieuwe bestemmingslijst om een nieuwe bestemmingslijst te maken. -of- ● Klik naast de lijst die u wilt wijzigen op Bewerken om een bestaande bestemmingslijst te wijzigen. Het scherm Waarschuwingen – instellen verschijnt. 2. Typ een naam in het veld Lijstnaam, zoals Service of Benodigdheden. 3.
OPMERKING: Als de browser geen JavaScript accepteert, is het selectievakje voor berichtonderdrukking altijd ingeschakeld. De inschakeling van het selectievakje wordt geldig wanneer u op de knop Toepassen drukt. Als de bijbehorende waarschuwingen voor onderdrukking niet zijn geselecteerd, wordt het scherm Waarschuwingen - instellingen vernieuwd met een waarschuwing dat u eerst de bijbehorende waarschuwingen voor onderdrukking moet selecteren als u de weergave ervan op het bedieningspaneel wilt onderdrukken.
De configuratie van een bestemmingslijst testen 1. Klik op de knop Test (zie Afbeelding 3-4 Scherm Waarschuwingen op pagina 35) naast de bestemmingslijst die u wilt testen. Het onderstaande dialoogvenster wordt weergegeven. Afbeelding 3-7 Scherm Waarschuwingen - testen 2. Selecteer de bestemmingen die u wilt testen. 3. Het retouradres is het e-mailadres van het apparaat.
AutoSend Gebruik het scherm AutoSend om informatie over de configuratie van het apparaat en de gebruiksgegevens over de benodigdheden te verzenden naar door u gewenste e-mailbestemmingen, zoals serviceproviders. Via deze functie kunt u een relatie onderhouden met Hewlett-Packard Company of een andere serviceprovider die u services biedt zoals vervanging van printcartridges, contracten voor betaling per pagina, afspraken over ondersteuning en registratie van gebruiksgegevens.
Tabel 3-5 AutoSend (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 5 Verzenden naar HP Schakel dit selectievakje in om regelmatig informatie over de configuratie van uw apparaat en de status van de benodigdheden naar HP te versturen. De informatie wordt verzonden naar een HP-e-mailadres (bijvoorbeeld mijnproduct@hp.com) in een tekstbestand met de bestandsextensie .XML. Dit bestand is in het Engels.
Beveiliging In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u het scherm Beveiliging kunt gebruiken. Afbeelding 3-9 Scherm Beveiliging 1 2 3 4 5 Tabel 3-6 Beveiliging Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webservertabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7.
Tabel 3-6 Beveiliging (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied OPMERKING: Deze knop wordt niet weergegeven als er op het apparaat geen apparaat voor massaopslag is geïnstalleerd. 5 Status van beveiligingsinstellingen In dit gedeelte vindt u een overzicht van de huidige beveiligingsinstellingen van het apparaat. U kunt deze instellingen wijzigen door op de knop Beveiligingsinstellingen configureren te klikken.
Afbeelding 3-11 Scherm Beveiligingsinstellingen configureren – 2 van 2 5 6 7 8 9 Tabel 3-7 Beveiligingsinstellingen configureren Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 Apparaatwachtwoord Gebruik deze functie voor het instellen van uw wachtwoord (maximaal 16 tekens). Met het apparaatwachtwoord bepaalt u wie er toegang heeft tot de apparaatinstellingen en ze kan wijzigen. Het apparaatwachtwoord toewijzen of wijzigen: 44 1.
Tabel 3-7 Beveiligingsinstellingen configureren (vervolg) Het apparaatwachtwoord uitschakelen: 2 PJL-wachtwoord 1. Typ het huidige apparaatwachtwoord in het tekstvak Oud wachtwoord. 2. Vul niets in in de tekstvakken Nieuw wachtwoord en Controleer het wachtwoord. 3. Klik onder aan de pagina op Toepassen. 4. Het dialoogvenster voor verificatie wordt weergegeven. Gebruik het nieuwe wachtwoord om nogmaals te verifiëren.
Tabel 3-7 Beveiligingsinstellingen configureren (vervolg) een ander willekeurig teken geschreven. Mogelijk start het apparaat tijdens dit proces een aantal keren opnieuw op. 6 Vergrendeling van toegang tot bedieningspaneel: Met deze functie kunt u het bedieningspaneel van het apparaat vergrendelen, waardoor u voorkomt dat onbevoegden toegang hebben tot het paneel en/of dat zij de instellingen van het apparaat wijzigen.
De wizard Beveiliging van HP Jetdirect configureren Gebruik de wizard Beveiliging van HP Jetdirect configureren om beveiligingsinstellingen te configureren voor het beheer van de HP Jetdirect-afdrukserver. HP Web Jetadmin is een krachtig, op het web gebaseerd softwareprogramma voor het installeren, configureren en beheren van op het netwerk aangesloten apparaten. Aangezien het programma apparaten kan installeren en configureren, moet het zichzelf ook tegen ongewenste toegang kunnen beveiligen.
Verificatiebeheer Gebruik het scherm Verificatiebeheer om de apparaatfuncties in te stellen die gebruikers pas na aanmelding kunnen gebruiken. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Tabel 3-8 Verificatiebeheer (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Functies van het apparaat Geef een aanmeldingsmethode op voor gebruikers die toegang willen tot de volgende functies: 4 NLWW Toekomstige installaties ● Kopiëren ● Kleurenkopie ● Verzenden naar e-mail ● Fax verzenden ● Verzenden naar map ● Taakopslag ● Opgeslagen taak maken ● Secundaire e-mail DSS (Digital Sending Service) ● Workflow DSS (Digital Sending Service) G
LDAP-verificatie Gebruik de pagina LDAP-verificatie om een LDAP-server (Lightweight Directory Access Protocol) te configureren voor verificatie van apparaatgebruikers. Als LDAP-verificatie is geselecteerd als de aanmeldingsmethode voor een of meer apparaatfuncties op de pagina Verificatiebeheer, moet de gebruiker bij het apparaat geldige gebruikersgegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) invoeren om toegang te krijgen tot deze functies. De verificatie bestaat uit twee onderling afhankelijke stappen.
Tabel 3-9 LDAP-verificatie (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 2 Bindmethode LDAPserver Met de instelling voor Bindmethode LDAP-server kunt u bepalen hoe het apparaat verbinding maakt met de LDAP-server. Vraag de beheerder van uw LDAP-server om vast te stellen welke methode het meest geschikt voor u is. ● Eenvoudig - de geselecteerde LDAP-server ondersteunt geen codering. Het eventuele wachtwoord wordt ongecodeerd over het netwerk verzonden.
Tabel 3-9 LDAP-verificatie (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied Als de methode Gegevens van LDAP-beheerder gebruiken is geselecteerd, wordt Binden en zoekopdracht alleen gebruikt als zoekopdracht. U kunt opgeven dat de basis van de LDAP/map moet worden doorzocht en dan doorzoekt het apparaat de gehele LDAP-structuur naar het gebruikersobject dat overeenkomt met de gebruikersnaam die op het apparaat is ingevoerd.
Kerberos-verificatie Gebruik de pagina Kerberos-verificatie om het apparaat (multifunctioneel randapparaat of digitale zender) te configureren voor verificatie van gebruikers van een Kerberos-domein. Als Kerberosverificatie is geselecteerd als de aanmeldingsmethode voor een of meer apparaatfuncties op de pagina Verificatiebeheer, moet de gebruiker bij het apparaat geldige gebruikersgegevens (gebruikersnaam, wachtwoord en domein) invoeren om toegang te krijgen tot deze functies.
Tabel 3-10 Kerberos-verificatie (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Hostnaam Kerberos-server Als er een correct geconfigureerde DNS-service (Domain Name Service) beschikbaar is, mag de hostnaam van de Kerberos-server overeenkomen met het standaard Kerberos-domein. Het apparaat maakt gebruik van DNS om te kijken welke KDC (Kerberos Domain Controller) op het netwerk als eerste beschikbaar is.
Tabel 3-10 Kerberos-verificatie (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 9 Binden en zoekopdracht De waarde van Binden en zoekopdracht wordt gebruikt voor validatie van de gebruikersgegevens op de LDAPserver. Deze waarde wordt gecombineerd met de RDN tot de complete DN (Distinguished Name) van de gebruiker.
Kerberos-verificatie initialiseren Voer deze stappen uit om Kerberos-verificatie voor uw product te initialiseren. OPMERKING: Geïntegreerde Kerberos-verificatie maakt gebruik van sessietickets in het verificatieproces. De sessietickets krijgen een tijdstempel van de KDC (Key Distribution Center) en het product. Het is van groot belang dat de tijden van de stempels elkaar binnen vijf minuten opvolgen. Dit wordt gedaan door dezelfde tijd in te stellen op de KDC en het product. 1.
d. Zoek de naam met attribuut van van de apparaatgebruiker in de LDP-opsporing. Kopieer het attribuut waarin de naam wordt gedefinieerd en plak deze in het veld en naam met attribuut van. OPMERKING: Voor de Kerberos-omgeving is cn vereist in plaats van displayName . e. Klik op Toepassen. Als u deze stappen hebt voltooid, gaat u door met de stappen in het volgende gedeelte, Verificatiebeheer configureren voor Kerberos-verificatie op pagina 57.
3. Voer onder het gedeelte Toegang tot de LDAP-server de volgende stappen uit: a. Selecteer Kerberos in het vervolgkeuzemenu van de Bindmethode LDAP-server. OPMERKING: De bindmethoden van de LDAP-server op de schermen Adresseringsinstellingen en Kerberos-verificatie moeten overeenkomen, anders werkt de Kerberos-verificatie niet goed. b. 4. 5. Klik onder Gegevens om de optie Openbare gegevens gebruiken te selecteren. ◦ Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Verificatie PIN-code apparaat Wanneer op de pagina Verificatiebeheer de optie Verificatie PIN-code is geselecteerd voor één of meer apparaatfuncties, wordt de gebruiker gevraagd een PIN-code in te voeren voordat deze toegang krijgt tot de apparaatfuncties. Als de onjuiste PIN-code is ingevoerd, gaat de gebruiker terug naar het vorige scherm. Als de juiste PIN-code is ingevoerd, krijgt de gebruiker toegang tot alle functies waarvoor die PIN-code geldt.
Verificatie PIN-code gebruiker Op de pagina Verificatie PIN-code gebruiker kunt u records voor PIN-codes van gebruikers afzonderlijk in het apparaat opslaan, en records voor PIN-codes van gebruikers die al in het apparaat zijn opgeslagen wijzigen of verwijderen. Ook kunt u de functie Importeren/Exporteren van het apparaat gebruiken om in één keer een lange lijst met gebruikers te laden in plaats van deze één voor één toe te voegen.
Een nieuwe gebruiker toevoegen Als u een nieuwe gebruiker en PIN-code wilt toevoegen, dan gaat u als volgt te werk: 1. Klik op Nieuwe gebruiker toevoegen... De pagina Gebruiker toevoegen wordt geopend. 2. Typ de naam van de betreffende persoon in het veld Naam. Afhankelijk van de gebruikte taal is de maximumlengte 245 tekens of minder. 3. Typ het e-mailadres van de persoon in het veld E-mailadres. Dit moet minder dan 255 tekens bevatten.
Overige koppelingen bewerken Gebruik het scherm Overige koppelingen bewerken om maximaal vijf koppelingen aan de gewenste websites toe te voegen of aan te passen (zie de volgende opmerking). Deze koppelingen verschijnen op de schermen van de HP geïntegreerde webserver in het veld Overige koppelingen onder de linkernavigatiebalk. Drie permanente koppelingen (hp instant support, Benodigdheden bestellen en Productondersteuning) zijn al ingesteld.
Tabel 3-11 Overige koppelingen bewerken (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 4 Overige koppelingen hp instant support Hiermee kunt u een verbinding met webbronnen tot stand brengen die u kunnen helpen bij het oplossen van specifieke problemen en kunt u zien welke aanvullende diensten er voor uw apparaat beschikbaar zijn. (Gedetailleerde informatie, waaronder serienummer en foutstatus, wordt doorgestuurd naar de klantenservice van HP.
Apparaatgegevens Gebruik het scherm Apparaatgegevens om een naam voor het apparaat in te voeren, om een artikelnummer toe te kennen en om de bedrijfsnaam, de contactpersoon van het apparaat en de fysieke locatie van het apparaat te configureren. De apparaatnaam, het apparaatmodel en serienummer van het apparaat zijn ook op dit scherm te vinden. Afbeelding 3-19 Scherm Apparaatgegevens OPMERKING: Als u wijzigingen aanbrengt op het scherm Apparaatgegevens, klikt u op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Taal Gebruik het scherm Taal om de taal te selecteren waarin de schermen van de HP geïntegreerde webserver verschijnen. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken. Afbeelding 3-20 Scherm Taal 1 2 3 4 VOORZICHTIG: Als u de optie Pagina's bekijken in de Printer of de optie Selecteer een taal kiest, wordt de taal gewijzigd voor iedereen die gebruikmaakt van de HP geïntegreerde webserver.
Datum & tijd Gebruik het scherm Datum & tijd om de producttijd te updaten. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken. Afbeelding 3-21 Scherm Datum & tijd 1 2 5 3 4 Tabel 3-13 Datum & tijd 66 Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webserver-tabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7.
Datum en tijd – geavanceerd Gebruik het scherm Datum en tijd – geavanceerd om de tijdzone te selecteren en de instellingen voor de zomertijd te wijzigen. U kunt hier ook de gewenste notatie voor de weergave van de datum en tijd selecteren. De volgende illustratie is een weergave van het scherm Datum en tijd – geavanceerd. Afbeelding 3-22 Scherm Datum en tijd – geavanceerd Tijdafwijkingscorrectie Gebruik het scherm Datum en tijd – tijdafwijkingscorrectie om tijdafwijkingscorrectie in te schakelen.
OPMERKING: Dit proces synchroniseert de apparaatklok met de klok van de netwerktijdserver. 1. Schakel het selectievakje Tijdafwijkingscorrectie inschakelen in. 2. In het veld Netwerkadres tijdserver typt u het TCP/IP-adres of de hostnaam van de klok die u voor de tijdafwijkingscorrectie wilt gebruiken. OPMERKING: U kunt ook op de knop Automatisch server zoeken klikken om een tijdserver op uw netwerk te vinden en dit veld automatisch te vullen. 3.
Sluimerschema Een IT-beheerder kan het scherm Sluimerschema gebruiken om voor elke dag sluimerschema's en inschakeltijden in te stellen. Zo kan bijvoorbeeld worden ingesteld dat het apparaat om 07:30 uur wordt ingeschakeld. Dit betekent dat het apparaat om 08:00 uur klaar is met initialiseren en kalibreren en gereed is voor gebruik. De beheerder kan slechts één wektijd per dag instellen, maar voor elke dag kan een andere wektijd worden ingesteld.
Kleur beperken Gebruik het scherm Kleur beperken om het afdrukken in kleur te beperken. U kunt afdrukken in kleur voor alle gebruikers, voor bepaalde gebruikers of voor bepaalde toepassingen beperken. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Tabel 3-15 Kleur beperken (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 2 Toegang tot afdrukken in kleur Selecteer deze optie wanneer u toegang wilt tot het menu Kleur beperken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. 3 Hiermee kunt u de opties voor het afdrukken in kleur instellen Selecteer of alle kleurentaken in kleur of in zwart-wit moeten worden afgedrukt, of volgens aangepaste machtigingsinstellingen.
Als u op de pagina Kleur beperken op de optie KLEUR INDIEN TOEGESTAAN klikt, worden de functies Machtigingen voor gebruikers en Machtigingen voor toepassingen van het scherm ingeschakeld. Zie de afbeelding hieronder.
Tabel 3-16 Kleur beperken – KLEUR INDIEN TOEGESTAAN (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Naam systeemgebruiker Typ de naam van de systeemgebruiker in dit veld. 4 Machtiging Hier kunt u het machtigingsniveau voor kleurgebruik selecteren voor de gebruiker die wordt weergegeven in het veld Naam systeemgebruiker.
Instellingen beginscherm Via het scherm Instellingen beginscherm hebt u toegang tot de apparaatfuncties die worden weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat. Bovendien wordt in dit scherm de huidige status van het apparaat weergegeven.
4 Opties voor digitaal versturen instellen Beheerders kunnen de schermen van het tabblad Digitaal versturen gebruiken om de digitale verzendopties van bepaalde apparaten in te stellen. OPMERKING: Sommige producten ondersteunen niet alle bovengenoemde schermen.
Algemene instellingen Gebruik het scherm Algemene instellingen om beheerdersgegevens voor Digitaal versturen in te stellen. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
Verzenden naar map Gebruik het scherm Verzenden naar map om gescande documenten te verzenden naar gedeelde mappen of FTP-sites. OPMERKING: De gedeelde mappen of FTP-sites moeten functioneren voordat u dit hulpmiddel gebruikt, anders kunt u ze niet als bestemming toevoegen. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u het scherm Verzenden naar map kunt gebruiken.
Tabel 4-2 Instellingen voor Verzenden naar map (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 7 Alles verwijderen Klik op Alles verwijderen om alle vooraf gedefinieerde mappen uit de lijst te verwijderen. 8 Toegang tot map testen Klik op Toegang tot map testen om te testen of een vooraf gedefinieerde map voor het apparaat toegankelijk is. 9 WINS-server Gebruik de instelling WINS-server om de hostnaam of het IP-adres van de WINS-server op te geven.
3. Als u Eenvoudig delen van bestanden hebt geselecteerd, kunt u de volgende stappen overslaan en op OK drukken. Ga anders verder met de stappen 3 tot en met 7. a. Klik op de knop Machtigingen. b. Als u iedereen in uw netwerk toegang tot uw map wilt verlenen, klikt u op Everyone en selecteert u Volledig beheer toestaan en vervolgens OK. (Ga verder met stap 4) c. Voer het onderstaande uit als u alleen bepaalde gebruikers toegang tot de map wilt verlenen: selecteer Everyone en klik op Verwijderen. d.
Het pictogram van de map wordt gewijzigd in: . Dit geeft aan dat de map nu wordt gedeeld. Iedereen die de gebruikersnaam en het wachtwoord kent van de account(s) die toegang heeft/hebben gekregen tot de bovenstaande gedeelde map(pen), kunnen de mappen openen. Het delen van de map is voltooid. Herhaal deze stappen voor alle mappen die u met andere netwerkgebruikers wilt delen. Een gedeelde map aan de lijst Verzenden naar map toevoegen 1.
Tabel 4-3 Map toevoegen, scherm (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied OPMERKING: Als u de Computernaam wilt zoeken, klikt u met de rechtermuisknop op Deze computer op het Bureaublad. Klik op Eigenschappen en vervolgens op Computernaam. Kopieer de Volledige computernaam naar het vak Map-pad. 3 Standaardbestandsnaam Kies een willekeurige naam als standaardbestandsnaam. De gebruiker van het apparaat kan de gekozen bestandsnaam telkens overschrijven.
Tabel 4-3 Map toevoegen, scherm (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 7 Bestandsindeling metagegevens Metagegevensbestanden bevatten informatie voor elk gescande document, inclusief de naam van het apparaat en de attributen van het bestand. Deze bestanden worden veelvuldig gebruikt door toepassingen van derden om de gescande documenten op te sporen en te verspreiden.
Alle mappen verwijderen Voer deze stappen uit om alle mappen van het apparaat te verwijderen: 1. Klik op Alles verwijderen. 2. Klik op OK om de verwijdering te bevestigen. Alle mappen worden verwijderd. Een vooraf gedefinieerde map testen Voer deze stappen uit om te testen of een vooraf gedefinieerde map voor het apparaat toegankelijk is. 1. Selecteer een map in de lijst Vooraf gedefinieerde mappen. 2. Klik op Toegang tot map testen.
E-mailinstellingen Voor het product is een SMTP-gatewayserver (Simple Mail Transfer Protocol) nodig om e-mailberichten naar hun bestemmingen te kunnen versturen. OPMERKING: Als de SMTP-gateway niet reageert of niet is geconfigureerd, wordt het volgende bericht op het scherm weergegeven: 0.0.0.0 antwoordt niet of is geen geldige SMTP-gatewayserver.
Tabel 4-4 E-mailinstellingen (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied OPMERKING: Sommige apparaten herkennen alleen TCP/IP-adressen. In zulke gevallen worden hostnamen naar het bijbehorende TCP/IP-adres geconverteerd. 5 Maximumgrootte van bijlagen Selecteer hier de maximumgrootte van e-mailbijlagen die de SMTP-gateway kan verwerken.
Geavanceerde e-mailinstellingen In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u het scherm Geavanceerde e-mailinstellingen kunt gebruiken. Afbeelding 4-5 Scherm Geavanceerde e-mailinstellingen 1 3 5 2 4 Tabel 4-5 Geavanceerde e-mailinstellingen Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webserver-tabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7.
Adresboek e-mail Een e-mailadresboek is een lijst met e-mailadressen die in het apparaat zijn opgeslagen. In het adresboek kunt u vaak gebruikte e-mailadressen opslaan zodat u snel het juiste e-mailadres kunt kiezen als u een document wilt verzenden vanaf het voorpaneel van het apparaat. In het e-mailadresboek kunt u e-mailadressen afzonderlijk in het apparaat opslaan en e-mailadressen die al in het apparaat zijn opgeslagen bewerken.
Een e-mailadres toevoegen Voor het toevoegen van een nieuw e-mailadres gaat u als volgt te werk: 1. Klik E-mailadres toevoegen... De pagina E-mailadres toevoegen wordt geopend. 2. Typ de naam van de betreffende persoon in het veld Naam. Deze naam wordt weergegeven in de lijst die op het bedieningspaneel van het apparaat verschijnt wanneer een gebruiker een emailadres zoekt. Afhankelijk van de gebruikte taal is de maximumlengte 245 tekens of minder. 3. Typ het e-mailadres in het veld E-mailadres.
Importeren/exporteren Gebruik deze pagina om een adresboek en gebruikersinformatie te importeren en exporteren naar en vanuit het apparaat. Als u gegevens naar het apparaat importeert, voegt u nieuwe e-mailadressen, faxnummers of gebruikersrecords toe, zodat u deze kunt gebruiken vanaf dit apparaat. Op deze manier kunt u gemakkelijk beginlijsten maken of kunt u uw HP-apparaat actueel houden met de meest recente veranderingen binnen uw organisatie.
Een adresboek importeren Gegevens uit een adresboek kunt u importeren door eerst een door komma's gescheiden bestand (CSVindeling) te maken. De CSV-indeling is een gangbare bestandsindeling die vaak wordt gebruikt voor het overbrengen van gegevens tussen databaseprogramma's en apparaten. Dit bestand kan worden gemaakt met een spreadsheetprogramma zoals Microsoft Excel of een tekstprogramma zoals Microsoft Notepad. Zorg ervoor dat u het bestand, nadat u dit hebt gemaakt, opslaat of exporteert als .
4. Als u het bronbestand naar het apparaat wilt importeren, klikt u op Bladeren... naast het veld Bestandsnaam adresboek op de pagina Importeren/Exporteren om naar het bronbestand te gaan op uw computer. 5. Klik op Importeren om het gegevensbestand naar het apparaat te importeren. Afhankelijk van de netwerksnelheid duurt het importproces ongeveer 1 minuut voor elke 1000 records.
3. Selecteer Door lijstscheidingstekens gescheiden waarden (CSV) en klik op Volgende. 4. Selecteer de map Contactpersonen en klik op Volgende. 5. Typ een naam voor het bestand met de extensie .csv. Klik op Bladeren om de locatie te kiezen waar u het bestand op uw computer wilt opslaan. Klik op Volgende. 6. Klik op Voltooien om de wizard te voltooien en het bestand te exporteren. 7. Als u het .
Adresseringsinstellingen OPMERKING: Het LDAP-protocol wordt doorgaans alleen gebruikt in e-mailomgevingen van bedrijven. Als u een ISP gebruikt voor e-mailservices, raadt HP u aan de functie Adresboek e-mail te gebruiken. U dient een of meer bestemmingsadressen in te voeren zodat het product gescande documenten kan verzenden. De adresseringsfunctie van het product vereenvoudigt dit proces door de LDAP-server op het netwerk te openen.
Tabel 4-6 Adresseringsinstellingen (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 4 Bindmethode LDAP-server Anoniem Selecteer deze optie om verbinding te maken met de LDAP-server indien de LDAP-server geen gebruikersgegevens nodig heeft voor toegang tot de LDAPdatabase. Eenvoudig Selecteer deze optie om verbinding te maken met de LDAP-server indien de LDAP-server gebruikersgegevens nodig heeft voor toegang tot de LDAPdatabase.
Tabel 4-6 Adresseringsinstellingen (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied Als de methode Gegevens van LDAP-beheerder gebruiken is geselecteerd, wordt Binden en zoekopdracht alleen gebruikt als zoekopdracht. U kunt opgeven dat de basis van de LDAP/map moet worden doorzocht en dan doorzoekt het apparaat de gehele LDAP-structuur naar het gebruikersobject dat overeenkomt met de gebruikersnaam die op het apparaat is ingevoerd.
Tabel 4-6 Adresseringsinstellingen (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm 16 Ophalen van gebruiker het e-mailadres van de MFPgebruiker met behulp van het attribuut van... Informatie over of mogelijkheden van het gebied ● sn: achternaam ● givenName: voornaam Voer het LDAP-attribuut in dat het e-mailadres van de persoon bevat.
Tabel 4-7 Geavanceerde adresseringsinstellingen (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Opties Geavanceerd zoeken Selecteer de geavanceerde zoekinstellingen voor de LDAP-server. De volgende instellingen zijn beschikbaar. 4 NLWW Items zoeken in de database ● Maximaal aantal LDAP-adressen. Gebruik dit besturingselement om het aantal overeenkomende e-mailadressen in te stellen dat wordt geretourneerd door één zoekactie.
Log Gebruik het scherm Log om informatie over de digitale verzendtaak te krijgen, zoals eventueel optredende fouten. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken. OPMERKING: Als de HP DSS is geïnstalleerd, worden digitale verzendtaken in de HP DSS geregistreerd in plaats van in de HP geïntegreerde webserver. Open de HP MFP DSS Configuration Utility en klik op het tabblad Log om het log te zien.
Als u op de knop Details klikt op het scherm Log, verschijnt het scherm Details. Dit scherm geeft informatie weer over digitale verzendtaken, zoals taak-ID, het tijdstip waarop de taak is verzonden, de naam van de verzender en overige details. Afbeelding 4-11 Scherm Details Voor taken die niet goed zijn verzonden, verschijnt er een knop Problemen oplossen onder aan het scherm Details. Als u op Problemen oplossen klikt, verschijnt het scherm Problemen oplossen.
Voorkeuren Gebruik het scherm Voorkeursinstellingen om algemene instellingen voor de digitale verzendfuncties te configureren. In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u dit scherm kunt gebruiken.
De HP DSS-software gebruiken De HP Color LaserJet CM3530 MFP bevat de Digital Sending Software (HP DSS), die kan worden gebruikt om digitale verzendtaken uit te voeren. Als de HP DSS is geïnstalleerd, zijn alle HP geïntegreerde webserver-schermen voor Digital Sending beschikbaar voor alleen-lezen.
102 Hoofdstuk 4 Opties voor digitaal versturen instellen NLWW
5 Faxfuncties gebruiken Met de Digital Sending-functies van het product kunnen gescande documenten naar een faxnummer worden verzonden, waardoor de verzendmogelijkheden van een faxapparaat worden gesimuleerd. Als het product over een faxmodem beschikt, kan het ook voor het verwerken van binnenkomende faxen worden ingesteld. Het tabblad Fax bevat opties voor het configureren en gebruiken van de faxmogelijkheden van het product.
Faxinstellingen Het product kan gescande documenten naar een faxnummer verzenden en op deze manier de verzendfuncties van een faxapparaat simuleren. Als het product beschikt over een faxmodem, kan het ook worden ingesteld om faxen te ontvangen. OPMERKING: Het scherm Faxinstellingen is alleen beschikbaar als uw product over een faxmodemkaart beschikt. OPMERKING: Faxinstellingen kunnen ook worden geconfigureerd op de pagina Apparaat configureren, die beschikbaar is vanaf het tabblad Instellingen.
Tabel 5-1 Verzenden naar fax (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Faxen verzenden rechtstreeks vanaf de interne modem van het apparaat via de Digital Sendingservice NLWW Faxen worden rechtstreeks vanaf het apparaat verzonden.
Geavanceerde faxinstellingen In de volgende afbeelding en tabel wordt beschreven hoe u het scherm Geavanceerde faxinstellingen kunt gebruiken. Afbeelding 5-2 Scherm Geavanceerde faxinstellingen 1 2 3 4 5 6 8 7 9 Tabel 5-2 Geavanceerde faxinstellingen Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 1 HP geïntegreerde webserver-tabbladen en -menu's Zie voor meer informatie Door de HP geïntegreerde webserver bladeren op pagina 7.
Tabel 5-2 Geavanceerde faxinstellingen (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied kopregel boven de fax moet verschijnen, of hoe vaak het product opnieuw moet proberen indien de ontvangende faxlijn bezet is of niet reageert. 5 Ontvangen Selecteer hier de instellingen voor ontvangen faxen. U kunt aangeven in welke uitvoerbak de faxen moeten worden afgeleverd en of de inkomende faxen passend gemaakt moeten worden op het formaat papier in de invoerlade.
VOORZICHTIG: De Signaalsterkte-instelling kan niet worden aangepast, tenzij dit door een ervaren servicetechnicus wordt aangeraden om slecht functionerende faxcommunicaties te corrigeren.
Faxadresboek Een faxadresboek is een lijst met faxnummers die in het apparaat zijn opgeslagen. In het adresboek kunt u vaak gebruikte faxnummers opslaan zodat u snel de juiste bestemming kunt kiezen als u een document wilt faxen vanaf het voorpaneel van het MFP-apparaat. Op de pagina Faxadresboek kunt u faxnummers afzonderlijk in het apparaat opslaan en faxnummers die al in het apparaat zijn opgeslagen bewerken.
Tabel 5-3 Faxadresboek (vervolg) Onderdeel Gebied op het scherm Informatie over of mogelijkheden van het gebied 3 Bestaande vermeldingen bewerken of verwijderen Gebruik deze functie om faxvermeldingen te bewerken of uit het adresboek te verwijderen. 4 Faxnummer bewerken Klik op deze knop om een faxnummer te bewerken. 5 Faxnummer verwijderen Klik op deze knop om een faxnummer te verwijderen. 6 Alle faxnummers verwijderen Klik op deze knop om alle faxnummers te verwijderen.
Een faxnummer verwijderen Als u alle faxnummers wilt verwijderen, klikt u op de knop Alle faxnummers verwijderen. Als u één bestaande vermelding wilt verwijderen, gaat u als volgt te werk: NLWW 1. Selecteer het faxnummer dat u wilt verwijderen in de pagina Faxadresboek. In het zoekveld kunt u een naam typen om een bepaald faxnummer te zoeken. 2. Klik op Faxnummer verwijderen... De pagina Faxnummer verwijderen wordt geopend.
Faxsnelkiesnummers Gebruik dit scherm om de snelkiesnummers voor het apparaat te beheren. Op de volgende afbeelding wordt het scherm Faxsnelkiesnummers weergegeven. Er zijn 100 snelkiesnummers (genummerd 00–99) beschikbaar op het apparaat via het scherm met faxtaken. De snelkiesnummers staan op het faxscherm op nummer vermeld. De naam van elk snelkiesnummer wordt ook weergegeven. Snelkiesnummers kunnen meerdere bestemmingsnummers bevatten en gebruikmaken van de tekens ( — ), ( * ) en ( # ).
6 NLWW Netwerkfuncties beheren vanuit de schermen van het tabblad Netwerk 113
Overzicht Gebruik de netwerkschermen om uw apparaat op uw netwerk te configureren en te beheren. Het uiterlijk en de eigenschappen van de schermen die beschikbaar zijn vanaf het tabblad Netwerk kunnen verschillen, afhankelijk van het model en de versie van uw HP Jetdirect-printserver. Het volgende scherm lijkt op het scherm dat u ziet als u klikt op Netwerk. Klik in de linkernavigatiebalk op het menu Netwerk voor het scherm dat u wilt bekijken.
● De beveiliging van uw apparaat configureren met behulp van wachtwoorden, toegangslijsten en beheerdersprotocollen ● Algemene statusinformatie van het netwerk bekijken, inclusief de netwerkstatistieken die op de afdrukserver zijn opgeslagen, voor het oplossen van problemen met het netwerk of voor het optimaliseren van het netwerk ● Protocolinformatie bekijken voor alle ondersteunde netwerkverbindingen ● De Configuratiepagina van de HP Jetdirect openen ● De frequentie instellen waarmee de HP geïnte
116 Hoofdstuk 6 Netwerkfuncties beheren vanuit de schermen van het tabblad Netwerk NLWW
7 Overige koppelingen als hulpbron gebruiken Het veld Overige koppelingen bevat drie permanente koppelingen die snel toegang bieden tot productspecifieke informatie zoals interactieve probleemoplossingen en bestelinformatie voor originele HP-onderdelen. Afbeelding 7-1 Scherm Overige koppelingen bewerken OPMERKING: U kunt het scherm Overige koppelingen bewerken op het tabblad Instellingen gebruiken om maximaal vijf aangepaste koppelingen naar websites van uw keuze toe te voegen.
hp instant support Hewlett-Packard Company biedt hp instant support, een op Internet gebaseerd ondersteuningssysteem dat diagnostische informatie verzamelt van uw product en deze vergelijkt met de informatiedatabase van HP. Bij hp instant support kunt u intelligente oplossingen vinden waarmee u snel en eenvoudig problemen kunt oplossen. Hoe werkt hp instant support? Er wordt informatie van uw product verzameld en verzonden (beveiligd) naar Hewlett-Packard Company als u op hp instant support klikt.
Benodigdheden bestellen Via de koppeling Benodigdheden bestellen gaat u naar een webpagina waarmee u eenvoudig online benodigdheden bij een leverancier naar keuze kunt bestellen. De benodigdheden die u nodig hebt, zijn al geselecteerd voor u. U kunt de hoeveelheden wijzigen of extra onderdelen selecteren. Uw onderdelen worden in het winkelwagentje gedaan en zodra u klaar bent, wordt er gecontroleerd of de juiste benodigdheden zijn besteld door uw leverancier.
Productondersteuning De koppeling Productondersteuning maakt verbinding met een webpagina die een uitgebreid menu met ondersteuningsbronnen weergeeft, speciaal voor bedrijven. Via deze webpagina kunt u deze taken uitvoeren en nog veel meer: ● Een lijst van HP-producten op een site zoeken: computers, werkstations, servers, opslagapparaten, printers, scanners, apparatuur voor digitale weergave en mobiele apparatuur. ● Technische ondersteuning verkrijgen.
Mijn Serviceprovider en Mijn Servicecontract De koppelingen Mijn Serviceprovider en Mijn Servicecontract verschijnen alleen als deze door de serviceprovider op het scherm Overige koppelingen op het tabblad Instellingen zijn gemaakt (en eventueel een nieuwe naam hebben gekregen). De koppeling kan worden aangeklikt door elke gebruiker voor informatie over de serviceprovider en het servicecontract. De informatie kan maximaal 50 tekens bevatten en wordt opgeslagen in het permanente geheugen van het apparaat.
122 Hoofdstuk 7 Overige koppelingen als hulpbron gebruiken NLWW
Index A AAN/UIT, scherm 69 aanmelden LDAP-verificatie 50 procedures 6 Verificatiebeheer 48 wachtwoordinstellingen 42 aanschaffen, benodigdheden 63 accessoires, installatie controleren 13 activanummer 24 activiteitenlog fax 107 activiteitenlogbestanden digitaal versturen 98 adresseren instellingen 93 adressering Kerberos-verificatie 57 Afdrukken, scherm 27 afmelden 6 Algemeen, scherm, digitaal versturen 76 algemene beveiliging instellingen, algemeen 42 Apparaat configureren, scherm 30 Apparaatgegevens, sche
Explorer, ondersteunde versies 4 externe firmware-updates 27 F factuurcodes, fax 105 FAQ's 63, 120 fax configureren 103 faxen ontvangen 107 faxen verzenden 105, 106 faxinstellingen 104, 106 Firefox, ondersteunde versies 4 firewalls 5 firmware bijwerken 27 Formaten/typen laden, scherm 32 Foto van bedieningspaneel, scherm 25 foutberichten logbestand 18 logbestanden digitaal versturen 98 functies 2 G gateway-instellingen, SMTP 84 Geavanceerde e-mailinstellingen, scherm 86 Geavanceerde faxinstellingen 106 gebru
Opera, ondersteunde versies 4 Overige koppelingen, veld 62, 117 Overige koppelingen bewerken, scherm 62, 117 P paginatellingen 19 papier Gebruikspagina 19 lade-instellingen 15 status 12 PDF-bestanden, afdrukken 27 personality's 14 plusteken, menu's 31 printcartridges bestellen 63, 119 functie AutoSend 40 gebruiksgegevens 19 status 12, 16 printertalen 14 printserver, HP Jetdirect 114 PRN-bestanden 27 probleemoplossing Configuratiepagina, scherm 13 instant support 63, 118 Probleemoplossing, menu 31 problemen
126 Index NLWW
© 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.