HP Photosmart C6300 All-in-One series Windows-help
HP Photosmart C6300 All-in-One series
1 Hulp bij de HP Photosmart C6300 All-in-One series.............................................................7 2 Overzicht HP All-in-One Een overzicht van de HP All-in-One...........................................................................................9 Overzicht van het bedieningspaneel........................................................................................10 Functies van het bedieningspaneel....................................................................................
Papier met volledig formaat of fotopapier met een klein formaat plaatsen.........................67 Briefkaarten, Hagaki- of indexkaarten plaatsen..................................................................70 Enveloppen plaatsen..........................................................................................................72 Andere papiersoorten plaatsen..........................................................................................74 Papierstoringen voorkomen......................
Inhoudsopgave De scanfuncties gebruiken Een afbeelding scannen.........................................................................................................107 Een origineel naar een computer scannen.......................................................................107 Een origineel naar een geheugenkaart scannen..............................................................108 Een gescande afbeelding bewerken.....................................................................................
13 Winkel voor inktbenodigdheden.........................................................................................141 Inhoudsopgave 14 Probleemoplossing Leesmij-bestand weergeven...................................................................................................143 Problemen met de installatie oplossen...................................................................................143 U kunt het apparaat niet inschakelen..............................................................
Inhoudsopgave 15 Garantie en ondersteuning van HP Garantie..................................................................................................................................313 Garantie-informatie printcartridge...........................................................................................313 Wat te doen bij problemen......................................................................................................314 Voordat u HP-ondersteuning belt............................
Exposure to radio frequency radiation..............................................................................329 Notice to users in Brazil....................................................................................................329 Notice to users in Canada................................................................................................329 European Union regulatory notice....................................................................................
Hulp bij de HP Photosmart C6300 All-in-One series Meer informatie over de HP All-in-One vindt u hier: • • • • • • • • • • • • • • "Overzicht HP All-in-One" op pagina 9 "Meer informatie zoeken" op pagina 17 "De installatie van de HP All-in-One voltooien" op pagina 19 "Hoe kan ik?" op pagina 61 "Originelen en papier laden" op pagina 63 "Afdrukken vanaf de computer" op pagina 77 "De fotofuncties gebruiken" op pagina 97 "De scanfuncties gebruiken" op pagina 107 "De kopieerfuncties gebruiken" op pagina 111 "De
Hoofdstuk 1 Hulp bij de HP Photosmart C6300 All-in-One series 8 Hulp bij de HP Photosmart C6300 All-in-One series
2 Overzicht HP All-in-One Gebruik de HP All-in-One om documenten of foto's van uw computer af te drukken, foto's direct vanaf een geheugenkaart of opslagapparaat af te drukken, documenten of foto's te scannen of kopieën te maken. HP-papier dat speciaal is ontworpen voor het soort project dat u wilt afdrukken, levert de beste resultaten op.
Hoofdstuk 2 (vervolg) Label Beschrijving 8 Fotolade 9 Toegangsklep voor wagen met printcartridges 10 Glasplaat 11 Binnenkant van klep 12 Achterklep 13 Ethernet-poort 14 USB-poort aan de achterkant 15 Aansluiting voor netsnoer* * Gebruik het apparaat alleen met de netadapter die door HP is geleverd. Overzicht van het bedieningspaneel Dit gedeelte beschrijft de functies van de knoppen en lampjes van het bedieningspaneel, evenals de pictogrammen en slaapmodus op het scherm.
(vervolg) Label Pictogra m Naam en omschrijving 2 Start: keert terug naar het beginscherm (het standaardscherm als u het apparaat inschakelt). 3 Menu: biedt een reeks opties verwant met het huidige beeldscherm. 4 Terug: keert terug naar het vorige scherm op het beeldscherm. 5 OK: hiermee selecteert u een menu-instelling, waarde of foto op het display. 6 Navigatieknop: laat toe om door de foto's en menuopties te bladeren met de toetsen pijltje omhoog, omlaag, links of rechts.
Hoofdstuk 2 (vervolg) Label Pictogra m Naam en omschrijving 18 Aan: schakelt het apparaat in of uit. Als het apparaat uit is, gebruikt het toch nog een minimale hoeveelheid stroom. Om de stroom helemaal te onderbreken schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. 19 Lampje voor draadloos netwerk: geeft aan dat de printer is aangesloten op een draadloos netwerk.
Overzicht van de menu's De volgende onderwerpen bieden een kort overzicht van de beshikbare hoofdmenu's vanuit het scherm Home en de knoppen op het bedieningspaneel. • • • • • Menu Kopiëren Menu Foto Menu Scannen Menu Instellingen Menu Help Menu Kopiëren Als u Kopiëren op het scherm Home selecteert, verschijnt het scherm Aantal kopieën. Wanneer u op de knop Menu op het scherm drukt, zijn de volgende opties beschikbaar.
Hoofdstuk 2 Scannen naar USB Flash Drive Menu Instellingen Wanneer u op Instellingen op het bedieningspaneel drukt, zijn de volgende opties beschikbaar. Afdrukbare schoolpapieren Netwerk Extra Voorkeuren Bluetooth Menu Help Met Menu Help kunt u snel de belangrijkste Help-onderwerpen vinden. Het is beschikbaar als u op Help drukt terwijl het beginscherm op het beeldscherm wordt weergegeven. Als u een van de eerste vijf onderwerpen selecteert, verschijnt de Help op het scherm.
Tekst invoeren met behulp van het visuele toetsenbord 1. Druk op de pijltjes op de navigatieknop om het teken te markeren als u een letter, een cijfer of een symbool op het visuele toetsenbord wilt selecteren. Kleine letters, hoofdletters, cijfers en symbolen invoeren • Voor het invoeren van kleine letters selecteert u de knop abc op het visuele toetsenbord en vervolgens drukt u op OK. • Voor het invoeren van hoofdletters selecteert u de knop ABC op het visuele toetsenbord en vervolgens drukt u op OK.
Hoofdstuk 2 Overzicht 16 Overzicht HP All-in-One
3 Meer informatie zoeken Er is een scala aan bronnen beschikbaar, zowel gedrukt als op het scherm, waarin u informatie kunt vinden over het instellen en gebruiken van de HP All-in-One. Startershandleiding De startershandleiding geeft instructies voor het installeren van de HP All-in-One, waaronder over het installeren van de printkop, het plaatsen van printcartridges en papier, en het installeren van software. Zorg dat u de stappen uit de startershandleiding in de juiste volgorde uitvoert.
Hoofdstuk 3 Meer informatie zoeken 18 Meer informatie zoeken
De installatie van de HP All-in-One voltooien Raadpleeg dit gedeelte nadat u de stappen uit de startershandleiding hebt voltooid, zodat u de installatie van de HP All-in-One kunt voltooien. Dit gedeelte bevat belangrijke informatie over het instellen van uw apparaat.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien 5. Druk op de pijltjestoets omlaag als u de opdracht krijgt om Ja ter bevestiging te markeren, en druk vervolgens op OK. Het menu Voorkeuren wordt weergegeven. 6. Druk op de knop met de pijl omlaag om Land/regio instellen te markeren en druk vervolgens op OK. 7. Druk op de pijltjestoets omlaag om door de landen/regio's te bladeren. Druk op OK als u het gewenste land of de gewenste regio is gemarkeerd. 8.
De modus energie besparen instellen Wanneer u de HP All-in-One uitzet, schakelt deze standaard naar de energiebesparende modus. Dit maakt het apparaat energie-efficiënt, maar het betekent ook dat het langer dan verwacht kan duren voor het apparaat inschakelt. Verder kan de HP All-in-One mogelijk een aantal automatische onderhoudstaken niet uitvoeren in de energiebesparende modus.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien 2. Druk op de knop met de pijl omlaag om Bluetooth te markeren en druk vervolgens op OK. 3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Bluetooth-lade selecteren te markeren en druk vervolgens op OK. 4. Druk op de knop met de pijl omlaag om Hoofdlade of Fotolade te markeren en druk vervolgens op OK. De fabrieksinstellingen herstellen U kunt de oorspronkelijke instellingen zoals die waren bij aanschaf van de HP All-in-One herstellen.
2. Druk op de knop met de pijl omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK. 3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Demomodus te markeren en druk vervolgens op OK. 4. Druk op de pijltjestoets omhoog of omlaag om Aan of Uit te markeren en druk vervolgens op OK. De tipdiavoorstelling in- of uitschakelen 1. Druk op Instellingen. 2. Druk op de knop met de pijl omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK. 3.
Hoofdstuk 4 (vervolg) De installatie voltooien Beschrijving Aanbevolen aantal aangesloten computers voor de beste prestaties Ondersteunde softwarefuncties Instructies bij installatie Ingebouwde draadloze (WLAN 802.11-) netwerkverbinding Maximaal vijf computers aangesloten met behulp van een draadloze router (infrastructuurmodus). Alle functies worden ondersteund. Volg de instructies in "De HP All-in-One op een ingebouwd draadloos (WLAN 802.11-)netwerk installeren" op pagina 27 op.
Zie dit gedeelte: Aansluiten op een vast (Ethernet) netwerk. "De HP All-in-One instellen op een vast (Ethernet-)netwerk" op pagina 25 Aansluiten op een draadloos netwerk met een draadloze router (infrastructuur). "De HP All-in-One op een ingebouwd draadloos (WLAN 802.11-)netwerk installeren" op pagina 27 Rechtstreeks aansluiten op een draadloze computer zonder een draadloze router (ad hoc).
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien Ga als volgt te werk om de HP All-in-One te installeren in een vast netwerk: Zie dit gedeelte: Verzamel eerst alle vereiste materialen. "Wat u nodig hebt voor een vast netwerk" op pagina 26 Sluit het apparaat daarna aan op een vast netwerk. "De HP All-in-One aansluiten op het netwerk" op pagina 26 Installeer de software tot slot.
3. Sluit het andere uiteinde van de Ethernet-kabel aan op een beschikbare poort op de Ethernet-router of switch. 4. Installeer de software zodra u het apparaat hebt aangesloten op het netwerk. Verwante onderwerpen "De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 36 De HP All-in-One op een ingebouwd draadloos (WLAN 802.11-)netwerk installeren De HP All-in-One is uitgerust met een interne netwerkcomponent die ondersteuning biedt voor draadloze netwerken.
Hoofdstuk 4 Een draadloos infrastructuurnetwerk heeft onder andere de volgende voordelen ten opzichte van een adhoc-netwerk: De installatie voltooien • • • • • Geavanceerde netwerkbeveiliging Verbeterde betrouwbaarheid Flexibiliteit Betere prestaties Gedeelde breedbandaansluiting voor het Internet Om de HP All-in-One te installeren op een ingebouwd draadloos WLAN 802.11netwerk, moet u als volgt te werk gaan: Zie dit gedeelte: Verzamel eerst alle vereiste materialen.
Opmerking Zorg ervoor dat er geen Ethernet-kabel is aangesloten op de HP All-in-One voordat u verbinding maakt met een draadloos infrastuctuurnetwerk. Het apparaat aansluiten met de Wizard voor draadloze instellingen 1. Noteer de volgende gegevens over uw toegangspunt: • Netwerknaam (ook wel SSID genoemd) • WEP-sleutel, WPA-toegangscode (indien nodig). Raadpleeg de documentatie bij uw draadloze toegangspunt wanneer u niet beschikt over deze gegevens.
Hoofdstuk 4 5. Druk op de pijltjestoets naar beneden om de netwerknaam die u in stap 1 hebt genoteerd te markeren en druk dan op OK. De installatie voltooien Wanneer u uw netwerknaam niet in de lijst aantreft a. Selecteer Een nieuwe netwerknaam (SSID) invoeren. Gebruik indien nodig de pijltjestoets naar beneden om dit te markeren en druk op OK. Het visuele toetsenbord wordt weergegeven. b. Geef de SSID op.
Opmerking Als de verbinding niet tot stand is gebracht, was de draadloze router of het toegangspunt mogelijk tijdelijk op non-actief gezet nadat u SecureEasySetup had geactiveerd. Herhaal bovengenoemde taak, en zorg ervoor dat u de stappen op het bedieningspaneel van het apparaat onmiddellijk voltooit nadat u op de knop op de draadloze router of het toegangspunt hebt gedrukt.
Hoofdstuk 4 OF De installatie voltooien ▲ Gebruik een adhoc-netwerkprofiel op uw computer om verbinding te maken met het apparaat. Als uw computer momenteel niet is geconfigureerd met een adhocnetwerkprofiel, raadpleeg dan het Help-bestand van het besturingssysteem van uw computer voor de juiste methode om een adhoc-profiel op uw computer te maken.
Opmerking De netwerknaam is hoofdlettergevoelig, het is dus belangrijk elke hoofd- en kleine letter te onthouden. b. Selecteer Openen in de lijst Netwerkverificatie als die aanwezig is. Ga anders door met de volgende stap. c. Selecteer WEP in de lijst Gegevenscodering. Opmerking U kunt een netwerk maken waarin geen WEP-sleutel wordt gebruikt. HP raadt u echter aan een WEP-sleutel te gebruiken voor de beveiliging van het netwerk. d.
Hoofdstuk 4 Verwante onderwerpen • "Woordenlijst van netwerktermen" op pagina 51 • "Aansluiten op een draadloos ad hoc-netwerk" op pagina 34 De installatie voltooien Een netwerkprofiel maken voor andere besturingssystemen Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan Windows Vista of Windows XP, raadt HP u aan het configuratieprogramma te gebruiken dat bij uw draadloze LAN-kaart is geleverd. Zoek in de lijst met programma's op de computer naar het configuratieprogramma voor uw draadloze LAN-kaart.
Wanneer u uw netwerknaam niet in de lijst aantreft a. Selecteer Een nieuwe netwerknaam (SSID) invoeren. Het visuele toetsenbord wordt weergegeven. b. Geef de SSID op. Gebruik de pijlknoppen op het bedieningspaneel om een letter of cijfer te markeren op het visuele toetsenbord en druk vervolgens op OK om deze/dit te selecteren. Opmerking U moet de exacte hoofdletters en kleine letters invoeren. Anders wordt de draadloze verbinding niet tot stand gebracht. c.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien 7. Druk nogmaals op OK om te bevestigen. Het apparaat probeert verbinding te maken met de SSID. Als in een bericht wordt aangegeven dat u een ongeldige WEP-sleutel hebt ingevoerd, controleert u de sleutel die u hebt genoteerd voor het nieuwe netwerk, volgt u de instructies om de WEPsleutel te corrigeren, en probeert u opnieuw. 8. Wanneer het apparaat verbinding heeft gemaakt met het netwerk, gaat u naar de computer om de software te installeren.
Aansluiten op andere computers in een netwerk U kunt de HP All-in-One aansluiten op meerdere computers in een klein netwerk. Als de HP All-in-One al is aangesloten op een computer in een netwerk, moet u voor elke andere computer de software van de HP Photosmart installeren. Tijdens de installatie van een draadloze verbinding spoort de software de SSID (netwerknaam) van het netwerk op.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien 3. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Netwerk is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. 4. Druk op pijltjestoets omlaag om Wizard voor draadloze instellingen te markeren en druk vervolgens op OK. Hiermee start u de wizard Draadloos instellen. 5. Installeer de software voor een netwerkverbinding, kies Apparaat toevoegen en kies vervolgens Door middel van het netwerk. 6.
De wizard Draadloos instellen gebruiken De Wizard voor draadloze instellingen uitvoeren. 1. Druk op Instellingen. 2. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Netwerk is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. 3. Druk op pijltjestoets omlaag om Wizard voor draadloze instellingen te markeren en druk vervolgens op OK. Het Wizard voor draadloze instellingen wordt uitgevoerd. Verwante onderwerpen • "De HP All-in-One op een ingebouwd draadloos (WLAN 802.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien 3. Druk op pijltjestoets naar beneden tot Netwerkinstellingen weergeven is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: • Druk op de pijltjestoets omlaag totdat Overzicht vaste verbinding weergeven wordt gemarkeerd, en vervolgens op OK om de vaste netwerkinstellingen weer te geven.
De draadloze netwerktest afdrukken De draadloze netwerktest voert een reeks diagnostische testen uit om te bepalen of de netwerkinstallatie al dan niet geslaagd is. Als een probleem wordt gedetecteerd, zal een aanbeveling voor de oplossing van dit probleem mee worden afgedrukt op het rapport. U kunt de draadloze netwerktest op elk moment afdrukken. Als u het draadloze testrapport wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op Instellingen. 2.
Hoofdstuk 4 Verbindingssnelheid instellen 1. Druk op Instellingen. De installatie voltooien 2. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Netwerk is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. 3. Druk op pijltjestoets naar beneden tot Geavanceerde configuratie is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. Druk op pijltjestoets naar beneden tot De verbindingssnelheid instellen is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. 4.
Verwante onderwerpen • "Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken" op pagina 39 • "Definities van termen op de netwerkconfiguratiepagina" op pagina 45 De geïntegreerde webserver gebruiken Als uw computer is aangesloten op een HP All-in-One in een netwerk, kunt u de geïntegreerde webserver gebruiken die zich in de HP All-in-One bevindt.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien De interne webserver openen 1. Druk een netwerkconfiguratiepagina af om te zoeken naar het IP-adres van het apparaat. 2. Voer in de Adresbalk in de webbrowser op de computer het IP-adres van het apparaat in, zoals wordt weergegeven op de netwerkinstellingenpagina. Bijvoorbeeld http://192.168.1.101. De Start-pagina van de geïntegreerde webserver wordt weergegeven. Deze pagina bevat informatie over het apparaat.
Verwante onderwerpen "Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken" op pagina 39 De installatie voltooien Definities van termen op de netwerkconfiguratiepagina De netwerkconfiguratiepagina bevat de netwerkinstellingen voor het apparaat. Er zijn instellingen voor algemene informatie, 802.3 vast (Ethernet), en 802.11 draadloos. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • Algemene netwerkinstellingen Instellingen voor vast netwerk (802.3) Instellingen voor draadloos netwerk (802.
Hoofdstuk 4 (vervolg) Parameter Beschrijving Wachtwoord beheerder De status van het beheerderswachtwoord voor de geïntegreerde webserver: • De installatie voltooien • mDNS Ingesteld: het wachtwoord is ingesteld. U moet het wachtwoord invoeren om wijzigingen aan te brengen in de parameters van de geïntegreerde webserver. Niet ingesteld: er is geen wachtwoord ingesteld. Er is geen wachtwoord vereist voor het aanbrengen van wijzigingen in de parameters van de geïntegreerde webserver.
Parameter Beschrijving Configuratie-bron Het protocol dat wordt gebruikt om het IP-adres aan de HP All-in-One toe te wijzen: • • • • DNS-server AutoIP: de configuratieparameters worden automatisch bepaald door de installatiesoftware. DHCP: de configuratieparameters worden bepaald door een DHCPserver (Dynamic Host Configuration Protocol) in het netwerk. Bij kleinere netwerken kan dit een router zijn. Handmatig: de configuratieparameters worden handmatig ingesteld, zoals een statisch IP-adres.
Hoofdstuk 4 (vervolg) Parameter Beschrijving IP-adres Dit adres vormt een unieke identificatie van het apparaat in het netwerk. IPadressen worden dynamisch toegewezen door DHCP of automatisch. U kunt ook een statisch IP-adres instellen, maar dat wordt niet aanbevolen. De installatie voltooien Opmerking Als u tijdens de installatie handmatig een ongeldig IP-adres toewijst, wordt de HP All-in-One door de netwerkcomponenten niet gedetecteerd.
(vervolg) Beschrijving • • Communicatiemo dus Uitgeschakeld: De radio is uitgeschakeld. Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing op dit type netwerk. Een IEEE 802.11-netwerkcontext waarin apparaten of stations met elkaar communiceren. • • • Infrastructuur: de HP All-in-One communiceert met andere netwerkapparaten via een draadloos toegangspunt, zoals een draadloze router of een basisstation. Adhoc: De HP All-in-One communiceert rechtstreeks met elk apparaat op het netwerk.
Hoofdstuk 4 (vervolg) Parameter Beschrijving De installatie voltooien Bij de verificatie wordt nagegaan of de identiteit van een gebruiker of apparaat klopt, voordat er toegang tot het netwerk wordt verleend. Hierdoor wordt het moeilijker om zonder toestemming toegang te krijgen tot de netwerkbronnen. Deze beveiligingsmethode wordt veelal gebruikt op draadloze netwerken. Bij een netwerk dat gebruik maakt van het verificatietype Open systeem wordt de identiteit van netwerkgebruikers niet gecontroleerd.
Parameter Beschrijving Aantal ontvangen pakketten Het aantal gegevenspakketten dat foutloos is ontvangen door de HP All-in-One sinds deze is ingeschakeld. De teller wordt gewist als de HP All-in-One wordt uitgezet. Woordenlijst van netwerktermen Toegangspunt Een netwerkrouter voor draadloze toepassingen. ASCII American Standard Code for Information Interchange.
Hoofdstuk 4 (vervolg) De installatie voltooien hub Hubs worden niet veel meer gebruikt in moderne thuisnetwerken. Een hub ontvangt een signaal van elke computer en verzendt dit naar alle andere computers die zijn aangesloten op de hub. Hubs zijn passief: hubs stellen andere netwerkapparaten in staat om onderling te communiceren. Hubs verrichten geen netwerkbeheertaken. IP-adres Een uniek getal waarmee het apparaat op het netwerk wordt aangeduid.
Wat u nodig hebt voor Bluetooth-aansluiting Een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth (zoals een PDA, cameratelefoon of computer) Een HP Bluetooth-adapter Sommige Bluetooth-apparaten wisselen apparaatadressen uit wanneer ze met elkaar communiceren, zodat u mogelijk ook de apparaatadressen van de HP All-in-One moet achterhalen om een verbinding tot stand te brengen. Het apparaatadres van het apparaat zoeken 1. Plaats de HP Bluetooth-adapter in de USB-poort aan de voorzijde. 2. Druk op Instellingen. 3.
Hoofdstuk 4 • De installatie voltooien • Microsoft-stack: Als u Windows Vista of Windows XP met Service Pack 2 hebt geïnstalleerd op uw computer, dan heeft uw computer de Microsoft Bluetooth® Protocol Stack. Met de Microsoft-stack kunt u automatisch een externe Bluetooth®adapter installeren. Als uw Bluetooth®-adapter de Microsoft-stack ondersteunt, maar niet automatisch installeert, dan bevindt de Microsoft-stack zich niet op uw computer.
Opmerking De software wordt geïnstalleerd om ervoor te zorgen dat het printerstuurprogramma beschikbaar is voor de Bluetooth®-verbinding. Als u de software al hebt geïnstalleerd, hoeft u deze niet opnieuw te installeren. Als u zowel een USB- als een Bluetooth®-verbinding wilt met het apparaat, installeert u eerst de USB-verbinding. Zie de startershandleiding voor meer informatie. Als u geen USB-verbinding nodig hebt, selecteert u Rechtstreeks naar de computer in het scherm Verbindingstype.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien Parameter Beschrijving Apparaatadres Het hardware-adres van het Bluetooth-apparaat. Apparaatnaam De apparaatnaam die aan het apparaat is toegewezen, welke de printer kan identificeren op een Bluetooth-apparaat. Wachtwoord De gebruiker moet deze waarde invoeren om via Bluetooth te kunnen afdrukken. Zichtbaarheid Toont of de HP All-in-One zichtbaar is voor Bluetooth-apparaten binnen het bereik.
Verwante onderwerpen "Tekst invoeren met behulp van het visuele toetsenbord" op pagina 14 U kunt instellingen voor de beveiliging van het apparaat inschakelen via het menu Bluetooth op de HP All-in-One. In het Bluetooth-menu kunt u: • • Wachtwoordverificatie instellen, zodat er eerst een wachtwoord moet worden ingevoerd voordat er vanaf een Bluetooth-apparaat naar de HP All-in-One kan worden afgedrukt.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien 6. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Beveiligingsniveau is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. 7. Druk op OK om Hoog te selecteren. Bij een hoog beveiligingsniveau is verificatie vereist. De verificatie via een wachtwoordsleutel is nu ingesteld voor het apparaat.
De installatie voltooien 2. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Bluetooth is gemarkeerd en druk vervolgens op OK. 3. Druk op de knop met de pijl omlaag tot Bluetooth opnieuw instellen is gemarkeerd en druk vervolgens op OK.
Hoofdstuk 4 De installatie voltooien 60 De installatie van de HP All-in-One voltooien
Hoe kan ik? Dit gedeelte bevat koppelingen naar veelvoorkomende taken, zoals het afdrukken van foto's, scannen en kopiëren.
Hoofdstuk 5 Hoe kan ik? 62 Hoe kan ik?
6 Originelen en papier laden U kunt een groot aantal verschillende papiersoorten en papierformaten in de HP All-in-One plaatsen, waaronder papier van A4- of Letter-formaat, fotopapier, transparanten en enveloppen. De HP All-in-One detecteert standaard automatisch het papierformaat en de papiersoort die u in de invoerlade plaatst. Vervolgens worden de instellingen hierop aangepast om de beste uitvoerkwaliteit voor dit papier te verkrijgen.
Hoofdstuk 6 3. Sluit de klep. Papier voor afdrukken en kopiëren selecteren U kunt verschillende soorten en maten papier gebruiken in de HP All-in-One. Lees de volgende aanbevelingen door om de beste afdruk- en kopieerkwaliteit te krijgen. Wanneer u een ander papierformaat of een andere papiersoort wilt gebruiken, moet u de bijbehorende instellingen wijzigen.
HP Geavanceerd Fotopapier of HP Fotopapier HP Geavanceerd Fotopapier of HP Fotopapier is stevig, glanzend fotopapier met een speciale afwerking die ervoor zorgt dat de inkt onmiddellijk droogt, zodat u de afdrukken gemakkelijk en vlekkeloos kunt verwerken. Dergelijke foto's zijn bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken.
Hoofdstuk 6 leiden tot papierstoringen. Het gebruik van zwaar papier of papier dat geen inkt opneemt, kan resulteren in vlekkerige, doorgelopen of onvolledige afbeeldingen. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn. HP Opstrijkpatronen HP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd en wit textiel) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts met uw digitale foto's.
• • Enveloppen met klemmetjes of vensters. Deze enveloppen kunnen vastlopen in de rollen en papierstoringen veroorzaken. Banierpapier. Meer papiersoorten die u beter niet kunt gebruiken voor het maken van kopieën • Enveloppen. • Andere transparanten dan HP Premium Inkjet Transparanten. • Opstrijkpatronen. • Wenskaartpapier. Papier laden In dit deel wordt de procedure beschreven voor het laden van verschillende formaten en soorten papier waarmee u vanaf de HP All-in-One kunt kopiëren of afdrukken.
Hoofdstuk 6 2. Schuif de papierbreedtegeleider naar de uiterste stand. 3. Plaats de stapel papier in de hoofdinvoerlade met de korte rand naar voren en de afdrukzijde naar beneden. Schuif de stapel papier vooruit totdat de stapel niet verder kan. Originelen en papier laden Let op Zorg dat het apparaat inactief en stil is wanneer u papier in de hoofdinvoerlade plaatst.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden. Schuif het verlengstuk van de lade zo ver mogelijk naar u toe. Klap de papierklem aan het eind van het verlengstuk van de lade uit, zodat het verlengstuk in zijn geheel is geopend. Opmerking Klap het verlengstuk van de lade niet uit als u papier van Legalformaat gebruikt. Originelen en papier laden Fotopapier van maximum 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade plaatsen. 1. Til de klep van de fotolade omhoog. 2. Schuif de papierbreedtegeleider naar de uiterste stand.
Hoofdstuk 6 4. Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het papier aankomt. Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de fotolade. Zorg ervoor dat de stapel fotopapier in de fotolade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van de papierbreedtegeleider. 5. Laat de klep van de fotolade zakken. Originelen en papier laden Briefkaarten, Hagaki- of indexkaarten plaatsen U kunt briefkaarten, Hagaki-kaarten en indexkaarten in de fotolade plaatsen.
2. Schuif de papierbreedtegeleider naar de uiterste stand. 4. Schuif de breedtegeleider voor het papier naar binnen totdat deze tegen de stapel kaarten komt. Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de fotolade. Zorg ervoor dat de stapel kaarten in de fotolade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van de papierbreedtegeleider. 5. Laat de klep van de fotolade zakken. Papier laden 71 Originelen en papier laden 3.
Hoofdstuk 6 Enveloppen plaatsen U kunt een of meer enveloppen in de hoofdinvoerlade van de HP All-in-One plaatsen. Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of klemmetjes. Opmerking Raadpleeg de Help-functie van uw tekstverwerkingssoftware voor informatie over het opmaken van tekst voor afdrukken op enveloppen. Voor nog betere resultaten kunt u ook een etiket gebruiken voor het retouradres op enveloppen. Enveloppen laden 1.
4. Plaats een of meer enveloppen tegen de rechterzijde van de hoofdinvoerlade met de klep van de envelop naar boven en aan de linkerkant. Schuif de stapel enveloppen naar voren totdat de stapel niet verder kan. 5. Schuif de breedtegeleider voor het papier naar binnen totdat deze tegen de stapel enveloppen komt. Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de hoofdinvoerlade. Zorg dat de stapel enveloppen in de hoofdinvoerlade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van de papierbreedtegeleider. 6.
Hoofdstuk 6 Verwante onderwerpen "Een reeks adressen afdrukken op etiketten of enveloppen" op pagina 94 Andere papiersoorten plaatsen De volgende papiersoorten zijn bedoeld voor special projecten. Maak uw project in de HP Photosmart-software of een andere toepassing, stel de papiersoort en het papierformaat in en druk af. HP Premium Inkjet Transparant ▲ Plaats de transparanten zodanig dat de witte transparantstrip, met de pijlen en het HP-logo, bovenop ligt en naar de printer wijst.
• • "Een afbeelding spiegelen voor opstrijkpatronen" op pagina 92 "Een reeks adressen afdrukken op etiketten of enveloppen" op pagina 94 Papierstoringen voorkomen Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen. • • • • • • • • Verwijder regelmatig afgedrukte exemplaren uit de uitvoerlade. Zorg dat fotopapier niet krult of kreukt door al het ongebruikte fotopapier in een hersluitbare verpakking te bewaren.
Hoofdstuk 6 Originelen en papier laden 76 Originelen en papier laden
7 Afdrukken vanaf de computer U kunt de HP All-in-One gebruiken in combinatie met elke softwaretoepassing waarmee u kunt afdrukken. U kunt een grote verscheidenheid aan projecten afdrukken, zoals afbeeldingen zonder rand, nieuwsbrieven, wenskaarten, opstrijkpatronen en posters.
Hoofdstuk 7 6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. De HP All-in-One instellen als de standaardprinter U kunt de HP All-in-One instellen als standaardprinter voor alle softwaretoepassingen. Dit betekent dat de HP All-in-One automatisch wordt geselecteerd in de printerlijst wanneer u de optie Afdrukken kiest uit het menu Bestand in een softwaretoepassing.
6. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Formaat, in het gedeelte Formaatwijzigingsopties. 7. Selecteer het geschikte papierformaat en klik op OK. In de volgende tabel worden de voorgestelde instellingen voor het papierformaat weergegeven voor de verschillende papiersoorten die u in de invoerlade kunt plaatsen. Bekijk de uitgebreide reeks opties in de lijst Formaat goed om te bepalen of er al een papierformaat is gedefinieerd voor de papiersoort die u gebruikt.
Hoofdstuk 7 5. Klik op het tabblad Functies. 6. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Papiersoort, in het gedeelte Basisopties. 7. Selecteer de papiersoort die u hebt geladen, en klik op OK. De afdrukresolutie weergeven De afdrukresolutie wordt in dots per inch (dpi) weergegeven. Het aantal dpi varieert, afhankelijk van de papiersoort en de afdrukkwaliteit die u in de printersoftware selecteert. De afdrukresolutie weergeven 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. 2.
De afdrukstand wijzigen Met de instelling voor de afdrukstand kunt u het document verticaal of horizontaal op de pagina afdrukken. Doorgaans stelt u de afdrukstand in de softwaretoepassing in waarmee u het document of het project maakt. Als u echter speciaal HP-papier of papier van een aangepast formaat gebruikt, of als u de afdrukstand niet kunt instellen in de softwaretoepassing, kunt u de afdrukstand wijzigen in het dialoogvenster Eigenschappen voordat u begint met afdrukken. De afdrukstand wijzigen 1.
Hoofdstuk 7 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 5. Klik op het tabblad Kleur. 6. Klik op de knop Kleurenopties. 7. Pas met de schuifregelaars de verzadiging, helderheid of schakering aan. • Helderheid geeft aan hoe licht of donker een afgedrukt document is. • Verzadiging is de relatieve zuiverheid van afgedrukte kleuren.
Snel afdrukopties instellen Afdruksnelkoppelingen gebruiken om af te drukken met afdrukinstellingen die u vaak gebruikt. De printersoftware heeft verscheidene speciaal ontworpen afdruksnelkoppelingen die beschikbaar zijn in de lijst Snel afdrukopties instellen. Opmerking Wanneer u een afdruksnelkoppeling selecteert, worden automatisch de juiste afdrukopties weergegeven. U kunt ze laten zoals ze zijn, ze veranderen of uw eigen snelkoppelingen maken voor vaak gebruikte taken.
Hoofdstuk 7 3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen. 5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op een snelkoppeling. De afdrukinstellingen voor de geselecteerde snelkoppeling worden weergegeven. 6. Wijzig de afdrukinstellingen in de waarden die u in de nieuwe snelkoppeling wilt hebben. 7.
• • • Een reeks adressen afdrukken op etiketten of enveloppen Een poster afdrukken Een webpagina afdrukken Een afbeelding zonder rand afdrukken Als u foto's zonder rand afdrukt, kunt u tot bovenaan, onderaan en tot aan de randen van het papier afdrukken op fotopapier van 13 x 18 cm . Tip Gebruik voor het afdrukken van uw foto's HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat. Een afbeelding zonder rand afdrukken 1. Laad papier tot 13 x 18 cm in de fotolade. 2.
Hoofdstuk 7 papier en HP-inkt zijn speciaal ontworpen om samen te gebruiken voor een goede kwaliteit. Het verdient aanbeveling HP Premium Plus Fotopapier te gebruiken in de HP All-in-One voor het afdrukken van foto's. Een foto afdrukken op fotopapier 1. Laad papier tot 13 x 18 cm in de fotolade of groot fotopapier in de hoofdlade. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4.
Tip U kunt rode ogen van de foto verwijderen als u de modus Uit of Basis gebruikt door het vakje Rode ogen verwijderen aan te vinken. 10. Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Eigenschappen. 11. (Optioneel) Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het tabblad Kleur en schakelt u het selectievakje Afdrukken in Grijsschaal in. Selecteer in de vervolgkeuzelijst een van de volgende opties: • Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in grijstinten.
Hoofdstuk 7 8. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer de juiste papiersoort. 9. Selecteer Maximum dpi in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. Opmerking Klik op Resolutie om te weten te komen met welk dpi het apparaat zal afdrukken op basis van de papiersoort en de instellingen van afdrukkwaliteit die u hebt geselecteerd. 10. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
1 3 5 8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken. Het apparaat begint met afdrukken. Wacht totdat alle pagina's met oneven nummers zijn afgedrukt voordat u de afgedrukte pagina's uit de uitvoerlade haalt. Er wordt een dialoogvenster met instructies weergegeven zodra de printer gereed is om de tweede zijde af te drukken. 9. Klik op Doorgaan wanneer u gereed bent.
Hoofdstuk 7 7. Selecteer afhankelijk van uw taal de juiste zijde voor het binden in de lijst Brochureindeling is. • Als uw taal van links naar rechts wordt geschreven, selecteert u Links binden. • Als uw taal van rechts naar links wordt geschreven, selecteert u Rechts binden. Het vak Pagina's per vel wordt automatisch ingesteld op twee pagina's per vel. 8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken. Het apparaat begint met afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 5. Klik op het tabblad Functies. 6.
Hoofdstuk 7 Tip Selecteer deze optie als standaardinstelling zodat u deze niet opnieuw hoeft in te stellen wanneer u een document met meerdere pagina's afdrukt. Een document met meerdere pagina's in omgekeerde volgorde afdrukken 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 4. Klik op het tabblad Functies. 5. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer vervolgens HP Opstrijkpatroon. 6. Als het geselecteerde formaat niet het formaat is dat u wenst, klikt u op het juiste formaat in de lijst Formaat. 7. Klik op het tabblad Geavanceerd. 8.
Hoofdstuk 7 Een reeks adressen afdrukken op etiketten of enveloppen Met de HP All-in-One kunt u afdrukken op één envelop, op een groep enveloppen of op etiketvellen die speciaal voor inkjetprinters zijn bedoeld. Een reeks adressen op etiketten of enveloppen afdrukken 1. Druk eerst een testpagina op standaardpapier af. 2. Plaats de afgedrukte testpagina op het etiketvel en houd vervolgens beide pagina's tegen het licht. Controleer of elk tekstblok op de juiste wijze op het etiket is geplaatst.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd. 6. Vouw Documentopties uit en vouw vervolgens Printerfuncties uit. 7. Klik in de vervolgkeuzelijst Poster afdrukken op 2 x 2 (4 vellen), 3 x 3 (9 vellen), 4 x 4 (16 vellen) of 5 x 5 (25 vellen). Hiermee geeft u het apparaat de opdracht het document zodanig te vergroten dat dit op 4, 9, 16 of 25 pagina's past. Als uw oorspronkelijke documenten meerdere pagina's bevatten, wordt elk van deze pagina's op 4, 9, 16 of 25 vellen afgedrukt.
Hoofdstuk 7 Een afdruktaak stoppen vanaf de computer 1. Klik op de taakbalk van Windows op Start en klik vervolgens op Configuratiescherm. 2. Klik op Printers (of dubbelklik op Printers en faxen). 3. Dubbelklik op het printerpictogram. Tip U kunt ook dubbelklikken op het printerpictogram op de taakbalk van Windows. 4. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren. 5. Klik in het menu Document op de optie Afdrukken annuleren of Annuleren of druk op het toetsenbord op Delete.
De fotofuncties gebruiken De HP All-in-One is uitgerust met geheugenkaartsleuven en een USB-poort aan de voorzijde, waarmee u foto's kunt afdrukken of bewerken vanaf een geheugenkaart of opslagapparaat (zoals een geheugenpen, een draagbare harde schijf of een digitale camera in opslagmodus) zonder de foto's eerst op een computer te uploaden.
Hoofdstuk 8 Foto's 1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate, Memory Stick Duo of Duo Pro (adapter optioneel), of Memory Stick Micro (adapter vereist) 2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC; adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini, Secure Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-Picture card 3 CompactFlash (CF) types I en II 4 USB-poort voorkant (voor opslagapparaten)
Tip Voor de beste afdrukkwaliteit, raadt HP u aan om HP-papier te gebruiken dat speciaal is ontworpen voor het type project dat u afdrukt, in combinatie met originele HP-inkt. HP-papier en HP-inkt zijn speciaal ontworpen om samen te gebruiken voor een goede kwaliteit. Foto's Foto's afdrukken 1. Plaats fotopapier in de juiste invoerlade. • Plaats fotopapier van maximum 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade. • Plaats fotopapier van volledig formaat in de invoerlade. 2.
Hoofdstuk 8 Tip Tijdens het afdrukken kunt u drukken op OK om meer foto's toe te voegen aan de afdrukwachtlijst. Verwante onderwerpen "Foto's bewerken via het bedieningspaneel" op pagina 101 Speciale projecten maken van uw foto's Met de HP All-in-One kunt u speciale projecten maken met uw foto's, waaronder: Foto's • • • • fotoalbums Panorama-afdrukken foto's voor de portefeuille foto's in paspoortformaat Speciale projecten maken 1.
Foto's opslaan op de computer U kunt de HP Photosmart-software gebruiken die op uw computer is geïnstalleerd om foto's van een geheugenkaart of opslagapparaat naar de harde schijf van uw computer over te brengen om online foto's te delen en om foto's vanaf uw computer af te drukken. Foto's opslaan 1. Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat of sluit een opslagapparaat aan op de USB-poort vooraan. 2. Druk op de pijltjestoets naar rechts tot Opslaan is gemarkeerd en druk vervolgens op OK.
Hoofdstuk 8 Rode ogen van foto's verwijderen ▲ Er wordt standaard automatisch een rode-ogencorrectie toegepast op alle foto's in de afdrukwachtrij. Om deze functie uit te schakelen drukt u op de knop Rode ogen verwijderen op het bedieningspaneel wanneer u een geheugenkaart of opslagapparaat aansluit.
2. Druk in het menu Foto's bewerken op de knop met de pijl omhoog of omlaag om Bijsnijden te markeren en druk vervolgens op OK. 3. Druk op de knop Inzoomen of Uitzoomen om op het onderwerp van de foto in- of uit te zoomen. Er verschijnt een uitlijning op de foto om u bij benadering de zone te tonen die zal worden afgedrukt. 4. Gebruik de pijltjes op de navigatieknop om de foto af te bakenen en een specifieke afdrukzone te selecteren. 5. Druk op OK om de foto bij te snijden.
Hoofdstuk 8 Verwante onderwerpen "Foto’s afdrukken" op pagina 98 Een kader afdrukken rond uw foto U kunt een decoratieve gekleurde rand rond de buitenzijden van uw foto afdrukken om de foto in te kaderen. Opmerking De wijzigingen zijn alleen van toepassing op het bekijken en afdrukken van de foto. De wijzigingen worden niet op de geheugenkaart opgeslagen. Foto's Een kader afdrukken rond uw foto 1. Druk op de knop Menu op het fotoselectiescherm. 2.
3. Druk op de knop met de pijl naar links of naar rechts om de foto helderder of minder helder te maken. De huidige helderheidsselectie wordt aangegeven door de verticale lijn op de schuifbalk. 4. Wanneer u klaar bent met het aanpassen van de helderheid, drukt u op OK. Speciale kleureffecten toepassen op foto's U kunt speciale kleureffecten op een foto toepassen zodat deze wordt afgedrukt met een sepia, handgekleurde of zwart-witafwerking.
Hoofdstuk 8 Foto's 106 De fotofuncties gebruiken
9 De scanfuncties gebruiken Scannen is het proces waarbij tekst en afbeeldingen naar een elektronische bestandsopmaak voor de computer worden geconverteerd. U kunt met de HP All-in-One bijna alles scannen (foto's, tijdschriftartikelen en tekstdocumenten). Met de scanfuncties van de HP All-in-One kunt u het volgende te doen: • • • • • De tekst van een artikel naar uw tekstverwerker scannen en deze in een verslag citeren.
Hoofdstuk 9 Opmerking Wanneer u het pictogram HP Digital Imaging Monitor in het systeemvak van Windows sluit, kan dit tot gevolg hebben dat de HP All-in-One ietwat aan scanfunctionaliteit inboet. Als dit gebeurt, kunt u de volledige functionaliteit herstellen door de computer opnieuw op te starten of door de HP Photosmartsoftware opnieuw te starten.
Opmerking Als de HP All-in-One op een netwerk is aangesloten, kunt u de gescande afbeelding alleen openen op een aangesloten computer als de geheugenkaart via het netwerk wordt gedeeld. 3. Druk op Start scannen. 4. Druk op de knop met de pijl omlaag om Scannen naar geheugenkaart of Scannen naar USB Flash Drive te markeren en druk vervolgens op OK. Het apparaat scant de afbeelding en slaat het bestand op de geheugenkaart of het opslagapparaat op in JPEG-opmaak.
Hoofdstuk 9 Verwante onderwerpen "De HP Photosmart-software gebruiken" op pagina 15 Het scannen stoppen Het scannen stoppen ▲ Druk op Annuleren op het bedieningspaneel.
10 De kopieerfuncties gebruiken Met de HP All-in-One kunt u kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten, waaronder transparanten. U kunt het formaat van een origineel vergroten of verkleinen zodat het op een bepaald formaat papier kan worden afgedrukt, de donkerheid van de kopie aanpassen en speciale functies gebruiken om kopieën van hoge kwaliteit van foto's te maken, inclusief kopieën zonder rand.
Hoofdstuk 10 3. Druk op Start kopiëren, Zwart of op Start kopiëren, Kleur om te beginnen met kopiëren. De kopieertaak bekijken Nadat u kopieerinstellingen op de HP All-in-One hebt gewijzigd, kunt u een voorbeeld van het verwachte resultaat op het scherm bekijken voordat u begint met kopiëren. Opmerking Verander papierformaat en -type naar het papier dat u daadwerkelijk in de invoerlade hebt geplaatst, zodat het voorbeeld juist is.
De kopieerinstellingen wijzigen voor de huidige taak U kunt de kopieerinstellingen van de HP All-in-One aanpassen aan vrijwel elke kopieertaak.
Hoofdstuk 10 Automatisch, en laad u het fotopapier in de HP All-in-One. Verander de Papiersoort uitsluitend als u problemen met de afdrukkwaliteit vaststelt als u gebruik maakt van de instelling Automatisch. De papiersoort voor kopieën instellen 1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd. 2. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren. 3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Papiersoort te markeren en druk vervolgens op OK. 4.
De snelheid of kwaliteit van het kopiëren wijzigen De HP All-in-One heeft drie opties die de kopieersnelheid en -kwaliteit beïnvloeden. • • • Beste levert een hoge kwaliteit voor elke papiersoort en voorkomt het streepeffect dat soms in effen vlakken voorkomt. Met Beste wordt trager gekopieerd dan met de kwaliteitsinstellingen Normaal of Snel. Normaal hiermee maakt u afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is de standaardinstelling en de aanbevolen instelling voor het meeste kopieerwerk.
Hoofdstuk 10 toekomstige kopieertaken te laten gelden, slaat u de instellingen op als standaardinstellingen. Standaardkopieerinstellingen vanaf het bedieningspaneel instellen 1. Breng de gewenste wijzigingen in de kopieerinstellingen aan. 2. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd. 3. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren. 4. Druk op de knop met de pijl omlaag om Als Nieuwe Standaards instellen te markeren en druk vervolgens op OK. 5. Druk op OK om te bevestigen.
Druk op de knop met de pijl omhoog of omlaag om een van het volgende te markeren, en druk vervolgens op OK. • • Ware grootte: met deze functie kunt u een exacte kopie van het origineel afdrukken. Aanpassen aan pagina: met deze functie kunt u een origineel kopiëren zodat het binnen de bedrukbare marges van een pagina past zonder dat de kans bestaat dat een deel van het origineel wordt bijgesneden.
Hoofdstuk 10 6. Druk op de pijltjestoets omlaag en rechts om de cursor naar de rechter onderhoek van het bijsnijdingsgebied te verplaatsen en druk vervolgens op OK. Het apparaat toont een voorbeeld op het scherm van de verwachte afdruk. 7. Druk op Start kopiëren, Zwart of op Start kopiëren, Kleur om het voorbeeld te accepteren en te beginnen met kopiëren.
• • Dunne, gekleurde objecten of lijnen bevatten zwarte gedeelten. Horizontale korrelstructuren of witte banden zijn zichtbaar in lichtgrijze en gemiddeld grijze gebieden. Kwaliteitsproblemen met kopiëren verhelpen 1. Druk op OK als Kopiëren op het beginscherm is gemarkeerd. 2. Druk op de knop Menu om Kopieerinstellingen te selecteren. 3. Druk op de knop met de pijl omlaag om Verbeteringen te markeren en druk vervolgens op OK. 4.
Hoofdstuk 10 Kopiëren 120 De kopieerfuncties gebruiken
11 De afdrukfuncties gebruiken Met de HP All-in-One kunt u afdrukken maken van fotografische originelen die u op de glasplaat hebt geplaatst. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • Extra afdrukken van foto's maken Een foto bewerken voor het opnieuw afdrukken Extra afdrukken van foto's maken U kunt een afgedrukte kopie van een foto scannen om nieuwe afdrukken te maken in een hele reeks formaten afdrukken, tot het formaat van Letter-papier of A4-papier.
Hoofdstuk 11 • Speciale kleureffecten toepassen op foto's Een vervaagd origineel herstellen Als de foto is vervaagd door veroudering of blootstelling aan de zon, kunt u deze herstellen zodat de kleuren in uw nieuwe afdruk meer lijken op de oorspronkelijke kleuren. Een vage originele foto herstellen bij opnieuw afdrukken 1. Druk op de knop Menu op het selectiescherm opnieuw afdrukken. 2.
Zoomen en pannen om een foto bij te snijden Met de HP All-in-One kunt u in- of uitzoomen en een bepaald deel van een foto afdrukken. Als u de foto afdrukt, wordt alleen het bijgesneden gebied dat op het scherm wordt getoond, afgedrukt. Een foto bijsnijden 1. Druk op de knop Menu op het selectiescherm opnieuw afdrukken. 2. Druk in het menu Foto's bewerken op de knop met de pijl omhoog of omlaag om Bijsnijden te markeren en druk vervolgens op OK. 3.
Hoofdstuk 11 3. Druk op de knop met de pijl naar links of naar rechts om de foto helderder of minder helder te maken. De huidige helderheidsselectie wordt aangegeven door de verticale lijn op de schuifbalk. 4. Wanneer u klaar bent met het aanpassen van de helderheid, drukt u op OK.
De HP All-in-One heeft weinig onderhoud nodig. Af en toe kan het nodig zijn om stof en vuil van de glasplaat en de binnenkant van de klep te verwijderen, om te zorgen dat uw kopieën en scans duidelijk blijven. U moet eveneens de printcartridges vervangen, de printkop regelmatig schoonmaken en de printer uitlijnen. Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de HP All-in-One optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover nodig.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One • • • • • • Schakel de HP All-in-One uit door op de knop Aan op het apparaat te drukken. Wacht tot het lampje Aan uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Als de HP All-in-One verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15,6 - 26,6 °C).
Inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel 1. Druk op Instellingen. 2. Druk op pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK. 3. Druk op pijltjestoets omlaag om Inktinhoud weergeven te markeren en druk vervolgens op OK. Het apparaat geeft een inhoud weer die het geschatte inktniveau van alle geïnstalleerde cartridges toont. 4. Druk op een knop om terug te gaan naar het menu Extra. Inktniveaus controleren vanuit de HP Photosmart-software 1.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One aanwijzingen om uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de pagina. Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels. Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de oude printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode buiten het apparaat.
Het onderhoud van de HP All-in-One 5. Draai het oranje kapje om het af te breken. 6. Schuif met behulp van de gekleurde pictogramvormen de printcartridge in de lege sleuf tot deze op zijn plaats vastklikt en stevig in de sleuf zit. Let op Til de vergrendelingsgreep op de wagen met de printcartridges niet omhoog om de printcartridges te installeren. Dit kan ertoe leiden dat de printcartridges niet goed zijn geplaatst, wat afdrukproblemen veroorzaakt.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One 7. Herhaal stap 3 tot en met 6 voor elke printcartridge die u wilt vervangen. 8. Sluit de toegangsklep voor de inktcartridges. Verwante onderwerpen "Winkel voor inktbenodigdheden" op pagina 141 Inkt verwijderen van de huid en van kleding Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen: Oppervlak Reinigingsmethode Huid Was de huid op de desbetreffende plaats met een zeep met schuurmiddel.
• • De printkop reinigen De printer uitlijnen De printkop reinigen Als uw afdruk streperig is, of ontbreekt, of verkeerde of ontbrekende kleuren heeft, moet de printkop mogelijk worden gereinigd. Tijdens dit proces wordt inkt gebruikt om te proberen de inktsproeiers in de printkop te ontstoppen en te reinigen. Het kan enkele minuten duren en gebruikt een of meerdere vellen papier. De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel 1. Druk op Instellingen. 2.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One Verwante onderwerpen "De printer uitlijnen" op pagina 132 De printer uitlijnen Het apparaat lijnt de printkop tijdens de eerste installatie automatisch uit. U kunt deze functie gebruiken wanneer er in het printerstatusrapport strepen of witte lijnen door een van de gekleurde vlakken lopen of als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit van uw afdrukken. De printkop uitlijnen vanaf het bedieningspaneel 1. Druk op Instellingen. 2.
Het onderhoud van de HP All-in-One Een statusrapport voor de printer afdrukken 1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade. 2. Druk op Instellingen. 3. Druk op pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK. 4. Druk op pijltjestoets omlaag om Printerstatusrapport te markeren en druk vervolgens op OK. Het apparaat drukt een statusrapport af.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One Het afdrukkwaliteitsrapport evalueren 1. Controleer de inktniveaus die op de pagina worden getoond. Als een cartridge zeer lage inktniveaus vertoont en de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is, overweeg dan die printcartridge te vervangen. De afdrukkwaliteit verslechtert naarmate de cartridges leeg raken.
Als de afbeelding wazig of streperig is, reinig dan de printkop, lijn de printer uit, en druk vervolgens deze diagnosepagina nogmaals af. Afbeelding 12-6 Voorbeeldafbeelding - wazig Afbeelding 12-7 Voorbeeldafbeelding - strepen Opmerking Als met het reinigen van de printkop en het uitlijnen van de printer dit probleem met de afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor hulp. • Als er een vlek of kras op de afbeelding is, controleer dan of het papier is gekreukt.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One Als de scheiding tussen de kleuren wazig of vaag is, of de kleur gemengd lijkt te zijn, reinig dan de printkop en druk deze diagnosepagina vervolgens nogmaals af. Afbeelding 12-10 Aangrenzende gekleurde blokken - wazige, vage of gemengde kleuren Opmerking Als met het reinigen van de printkop dit probleem met de afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor hulp. 5.
Opmerking Als met het reinigen van de printkop dit probleem met de afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor hulp. Als u geen fouten ziet op het afdrukkwaliteitrapport, werkt het afdruksysteem correct. Er is geen reden om onderdelen te vervangen of onderhoud uit te voeren, want het apparaat werkt juist. Als u nog steeds een probleem met de afdrukkwaliteit ondervindt, zijn er een aantal andere dingen die u kunt controleren: • • • • Controleer het papier.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One De glasplaat reinigen Door vingerafdrukken, vlekken, haren en stof op de hoofdglasplaat van de klep werkt het apparaat minder snel en wordt de nauwkeurigheid van kopieer- en scanfuncties negatief beïnvloed. De glasplaat reinigen 1. Zet het product uit, neem het netsnoer uit het stopcontact en open het deksel. 2. Reinig de glasplaat met een zachte doek of spons, die u vochtig hebt gemaakt met een niet-schurend glasschoonmaakmiddel.
Let op Zorg dat er geen alcohol op de glasplaat of de buitenkant van het apparaat terechtkomt. Het apparaat kan erdoor beschadigd raken. 5. Sluit het netsnoer aan en schakel het apparaat in. De buitenkant reinigen Gebruik een zachte doek of een vochtige spons om stof, vegen en vlekken van de behuizing te vegen. De binnenkant van de HP All-in-One hoeft niet te worden gereinigd. Zorg dat u geen vloeistof op het bedieningspaneel of in de HP All-in-One morst.
Hoofdstuk 12 Het onderhoud van de HP All-in-One 140 Het onderhoud van de HP All-in-One
13 Winkel voor inktbenodigdheden Raadpleeg de documentatie bij de HP All-in-One voor een lijst met artikelcodes voor inktcartridges. U kunt met de software bij de HP All-in-One ook het bestelnummer voor alle inktcartridges vinden. Op de website van HP kunt u on line inktcartridges bestellen. Daarnaast kunt u bij de plaatselijke HP-leverancier inktcartridges kopen of de bestelnummers vragen van de juiste inktcartridges voor uw apparaat.
Hoofdstuk 13 Winkel voor inktbenodigdheden 142 Winkel voor inktbenodigdheden
14 Probleemoplossing Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • Leesmij-bestand weergeven Problemen met de installatie oplossen Problemen met het netwerk oplossen Papierstoringen Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Problemen met afdrukken oplossen Problemen met geheugenkaarten oplossen Problemen met scannen oplossen Problemen met kopiëren oplossen Fouten Leesmij-bestand weergeven U kunt het Leesmij-bestand bekijken voor informatie over systeemvereisten en mogelijke installatiepr
Hoofdstuk 14 Let op Sluit de USB-kabel pas op de computer aan als er op het scherm een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de USB-kabel op de computer aan te sluiten.
• • • 1 Aansluiting van netsnoer 2 Netsnoer en netsnoeradapter 3 Stopcontact Controleer bij gebruik van een stekkerdoos of deze is ingeschakeld. U kunt het apparaat ook rechtstreeks op een stopcontact aansluiten. Test het stopcontact om te zien of er stroom op staat. Sluit een apparaat aan waarvan u zeker weet dat dit werkt en controleer of het apparaat stroom ontvangt. Als dat niet het geval is, kan er een probleem zijn met het stopcontact.
Hoofdstuk 14 Oplossing 4: neem contact op met HP om de voeding te vervangen. Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning om een voedingseenheid voor het toestel te vragen. Ga naar: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: De voedingseenheid was niet bedoeld voor gebruik met dit apparaat.
Raadpleeg de startershandleiding bij de printer voor meer informatie over het installeren van de software en het aansluiten van de USB-kabel. Oorzaak: De USB-kabel is aangesloten voordat de software is geïnstalleerd. Als u de USB-kabel aansluit voordat dit wordt gevraagd, dan kunnen er fouten optreden. Nadat het apparaat werd geïnstalleerd, wil het niet drukken Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst.
Hoofdstuk 14 Oplossing 4: controleer of de printcartridges goed zijn geïnstalleerd en of ze nog inkt bevatten. Oplossing: Controleer of de printcartridges goed zijn geïnstalleerd en of ze nog inkt bevatten. Zie voor meer informatie: "Werken met printcartridges" op pagina 125 Oorzaak: Er was wellicht een probleem met een of meer printcartridges. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Als de cd-rom in het cd-romstation van de computer wordt geplaatst, gebeurt er niets Oplossing: Als de installatie niet automatisch wordt uitgevoerd, kunt u deze handmatig starten. De installatie starten op een Windows-computer 1. Klik in het Windowsmenu Start op In werking stellen (of klik op Accessoires en dan op In werking stellen). 2. Typ d:\setup.exe in het vak Uitvoeren en klik op OK. Als het cd-romstation niet aan de stationsletter D is toegewezen, moet u de juiste stationsletter gebruiken.
Hoofdstuk 14 4. Klik op Opnieuw om opnieuw verbinding proberen te maken. 5. Ga door met de installatie en start de computer opnieuw op wanneer dat wordt gevraagd. Oorzaak: De USB-verbinding tussen de printer en de computer is mislukt. Er wordt een bericht weergegeven dat er een onbekende fout is opgetreden Oplossing: Verwijder de software volledig en installeer deze vervolgens opnieuw. De software verwijderen en het product opnieuw instellen 1. Ontkoppel en reset het apparaat.
Let op Als de computer vervaardigd is door HP of Compac, verwijder dan geen andere toepassingen dan deze die hieronder worden weergegeven. • Functies van HP Imaging device • HP Document Viewer • HP Photosmart Essential • HP Image Zone • HP-galerie voor foto en beeldbewerking • HP Photosmart, Officejet, Deskjet (met productnaam en softwareversie) • HP Software Update • HP Share to Web • HP Solution Center • HP Director (HP-dirigent) • HP Memories Disk Greeting Card Creator 32 d. Ga naar C:\Program Files\HP o
Hoofdstuk 14 e. Als het selectievakje naast Opstartonderdelen laden is geselecteerd, klikt u op de selectiemarkering om deze te verwijderen. f. Klik op het tabblad Services en schakel het vakje Alle Microsoft Services verbergen in. g. Klik op Alles uitschakelen. h. Klik op Toepassen en klik vervolgens op Sluiten. Opmerking Als u een bericht ontvangt met Toegang geweigerd terwijl u veranderingen aanbrengt, klik dan op OK en ga door. Dit bericht verhindert u niet de wijzigingen aan te brengen. i.
5. Installeer de software. Ga als volgt te werk om de software te installeren: a. Plaats de software-cd in het cd-romstation van de computer. De software-installatie moet nu automatisch opstarten. Opmerking Als de installatie niet automatisch wordt uitgevoerd, klikt u in het Windowsmenu Start op Zoeken starten (of Uitvoeren). In het dialoogvenster Zoeken starten (of Uitvoeren) tikt u d:\setup.exe in en vervolgens drukt u op Enter.
Hoofdstuk 14 5. Start de computer opnieuw op. Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas aan op de computer nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd. 6. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand.
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 14 Oplossing 3: controleer de actieve netwerkverbinding Oplossing: Controleer of u een actieve netwerkverbinding hebt. Controleren of u een actieve netwerkverbinding hebt ▲ Controleer de twee Ethernet-lampjes boven en onder de RJ-45 Ethernetaansluiting op de achterkant van het apparaat. De lampjes geven het volgende aan: a. Bovenste lampje: als dit lampje constant groen brandt, is het apparaat op de juiste wijze op het netwerk aangesloten en is communicatie tot stand gebracht.
Het scherm Printer niet gevonden verschijnt tijdens de installatie Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 14 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: schakel antivirus- of antispyware-toepassingen tijdelijk uit Oplossing: Verwijder de software van het apparaat en start uw computer opnieuw op. Schakel de antivirus- of anti-spywareprogramma tijdelijk uit. Installeer vervolgens de software van het apparaat opnieuw. U kunt uw antivirus- of antispywaretoepassingen weer inschakelen nadat de installatie is voltooid.
• Het scherm Printer niet gevonden verschijnt tijdens de installatie Tijdens de installatie van een draadloos netwerk ziet u de SSID (netwerknaam) niet op het scherm Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 14 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: controleer of uw netwerknaam (SSID) onderaan de SSID-lijst staat Oplossing: Druk op de pijl naar beneden om naar onder in de lijst te bladeren. Eerst worden de infrastructuur-items vermeld, dan de adhoc-items. Oorzaak: Uw netwerknaam (SSID) bevond zich onderaan de SSID-lijst die werd weergegeven op het scherm wanneer u het apparaat op een draadloos netwerk installeerde.
Oplossing 1: schakel de netwerkapparaten in Oplossing: Schakel de apparaten in het netwerk in, zoals de draadloze router voor een infrastructuurnetwerk of de computer voor een adhoc-netwerk. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor informatie over het inschakelen van de draadloze router. Oorzaak: De apparatuur was niet ingeschakeld. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 apparaat gebruikt de eerste WEP-sleutel (geselecteerd door de draadloze router als de standaard WEP-sleutel). Start het installatieproces opnieuw en zorg ervoor dat u de eerste WEP-sleutel van de draadloze router gebruikt. Voer de WEP-sleutel in op exact dezelfde manier als hij terug te vinden is in de routerinstellingen. De WEPsleutel is lettergevoelig.
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de firewall weer inschakelen. Als er nog steeds vensters met berichten over de firewall verschijnen, moet u deze berichten altijd accepteren of toestaan. Raadpleeg de documentatie die bij de firewallsoftware is geleverd voor meer informatie. Oorzaak: Een firewall, antivirus- of anti-spywaretoepassing verhinderde dat het apparaat toegang krijgt tot de computer. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 2. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan. Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, controleert u de rollen en wieltjes op gescheurde stukjes papier die in het apparaat kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit het toestel verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen. 3. Plaats de achterklep terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt. 4.
• • • • Houd fotopapier altijd bij de rand vast. Door vingerafdrukken op het fotopapier vermindert de afdrukkwaliteit. Gebruik geen zwaar geweven papier. Afbeeldingen of tekst worden dan mogelijk onjuist afgedrukt. Leg geen papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; de hele papierstapel in de invoerlade moet van hetzelfde formaat en dezelfde soort zijn.
Hoofdstuk 14 • • Oplossing 7: reinig de printkop Oplossing 8: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt Oplossing: Controleer of uw printcartridges originele HP-printcartridges zijn. Het is raadzaam om originele HP-inktpatronen te gebruiken. Originele HPinktpatronen zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer schitterende resultaten kunt bereiken.
klaar bent met afdrukken, doet u het ongebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen. Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen. Zie voor meer informatie: • • "Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren" op pagina 64 "Informatie over papier" op pagina 164 Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Hoofdstuk 14 Opmerking Op bepaalde computerschermen, kunnen kleuren anders worden weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat geval is er niets mis met het apparaat, de afdrukinstellingen of de printcartridges. U hoeft niet verder te proberen het probleem op te lossen.
Oorzaak: Er was een probleem opgetreden met de printkop. Tekst of illustraties worden niet volledig met inkt gevuld Probeer de volgende oplossingen als de inkt de tekst of de afbeelding niet volledig vult zodat het lijkt of er stukken ontbreken of zijn opengelaten.
Hoofdstuk 14 Oplossing 3: controleer de afdrukinstellingen Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen. • Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort in de invoerlade. • Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te laag is ingesteld. Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of Maximum aantal dpi.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de afdrukkwaliteit. Zie voor meer informatie: • • "De printkop reinigen" op pagina 131 "Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is" op pagina 133 Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: stel de instelling voor de afdrukkwaliteit hoger in Oplossing: Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te laag is ingesteld. Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of Maximum aantal dpi.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: gebruik een hogere instelling voor de afdrukkwaliteit Oplossing: Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te laag is ingesteld. Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of Maximum aantal dpi.
Hoofdstuk 14 Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist ingesteld. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: controleer de papiersoort Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere papiersoort die geschikt is voor het apparaat. Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Hoofdstuk 14 Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Zie voor meer informatie: • • • "De papiersoort voor afdrukken instellen" op pagina 79 "De afdruksnelheid of afdrukkwaliteit wijzigen" op pagina 80 "Afdrukken met Maximum aantal dpi" op pagina 87 Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist ingesteld. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: gebruik een afbeelding van een betere kwaliteit Oplossing: Gebruik een afbeelding met een hogere resolutie.
Hoofdstuk 14 Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat. Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het ongebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Oorzaak: De achterklep was niet goed geplaatst. Inktstrepen op de achterkant van het blad Probeer de volgende oplossingen als er inktvlekken op de achterkant van de afdruk zitten. • • Oplossing 1: druk af op een gewoon blad papier Oplossing 2: wacht terwijl de inkt opdroogt Oplossing 1: druk af op een gewoon blad papier Oplossing: Bedruk een of meerdere pagina's gewoon papier om alle overtollige inkt in het apparaat op te zuigen. Overtollige inkt verwijderen met gewoon papier 1.
Hoofdstuk 14 • • • Oplossing 3: controleer de afdrukinstellingen Oplossing 4: reinig de rollen Oplossing 5: laat het apparaat nakijken Oplossing 1: reset het apparaat Oplossing: Schakel het apparaat uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen. Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt: • • - een pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet rafelt of geen vezels achterlaat; - gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan deeltjes bevatten waardoor de printcartridges kunnen worden beschadigd). De rollen reinigen 1. Schakel het toestel uit en koppel het netsnoer los. 2. Druk op het lipje aan de linkerkant van de achterklep om deze te ontgrendelen. Verwijder de klep door deze weg te trekken van het toestel. 3.
Hoofdstuk 14 Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen. • • • Oplossing 1: gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes Oplossing 2: lijn de printer uit Oplossing 3: reinig de printkop Oplossing 1: gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes Oplossing: Gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes om er zeker van te zijn dat het apparaat vloeiende lettertypen kan afdrukken.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de afdrukkwaliteit. Zie voor meer informatie: • • "De printkop reinigen" op pagina 131 "Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is" op pagina 133 Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd. Het apparaat drukt langzaam af Probeer de volgende oplossingen als het apparaat heel traag afdrukt.
Hoofdstuk 14 Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het toestel.
Zie voor meer informatie: "Enveloppen plaatsen" op pagina 72 Oorzaak: Een stapel enveloppen was niet goed geladen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: controleer de soort envelop Oplossing: Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of klemmetjes. Oorzaak: De verkeerde soort envelop is geladen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 Oplossing 1: schakel het apparaat in Oplossing: Bekijk het lampje Aan op het apparaat. Als dit niet oplicht, is het apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan om de printer in te schakelen. Oorzaak: Het apparaat stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Sommige documenten worden langzamer afgedrukt dan andere. Als er enkele minuten na het verzenden van een afdruktaak naar het apparaat nog niets is gebeurd, kijkt u of er op het display van het apparaat berichten staan. Oorzaak: Het apparaat was bezig met een andere taak. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij Oplossing: Een afdruktaak in de wachtrij blijven staan nadat de taak is geannuleerd.
Hoofdstuk 14 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 9: controleer de verbinding van de printer met de computer Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u de printer uit en weer in.
• • Oplossing 1: reset het apparaat Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af Oplossing 1: reset het apparaat Oplossing: Zet het apparaat en de computer gedurende 60 seconden uit, zet beide weer aan en probeer opnieuw af te drukken. Oorzaak: Er was geen beschikbaar geheugen in het toestel. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 Oplossing 2: plaats papier in de invoerlade Oplossing: Plaats papier in de invoerlade. Zie voor meer informatie: "Papier laden" op pagina 67 Oorzaak: Er was geen papier meer in het apparaat. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: selecteer de juiste printer Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt geselecteerd.
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij Oplossing: Een afdruktaak in de wachtrij blijven staan nadat de taak is geannuleerd. Door de geannuleerde taak loopt de wachtrij vast, waardoor de volgende afdruktaak niet kan worden afgedrukt. Open op de computer de printermap en kijk of de geannuleerde taak in de afdrukwachtrij blijft staan. Probeer de taak in de wachtrij te verwijderen.
Hoofdstuk 14 uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld. Controleer de status van het apparaat als de verbindingen veilig zijn en niet gedurende enkele minuten is afgedrukt nadat u een afdruktaak hebt verzonden naar het apparaat. Klik op Instellingen in de software van HP Photosmart en klik vervolgens op Status.
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: De papiergeleiders waren niet correct ingesteld. Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
3. Controleer de illustraties in het document om ervoor te zorgen dat de huidige afmetingen binnen het afdrukgebied van het apparaat vallen. 4. Annuleer de afdruktaak als de afbeeldingen niet in het afdrukgebied van de pagina passen. Tip In sommige softwaretoepassingen kunt u het document schalen, zodat het op het geselecteerde papierformaat past. U kunt het formaat van een document ook schalen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen.
Hoofdstuk 14 Oplossing 1: verwijder extra pagina's of regels aan het einde van het document Oplossing: Open het documentbestand in het programma en verwijder extra pagina's of regels aan het eind van het document. Oorzaak: Het document dat u afdrukte, bevatte een extra lege pagina. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oorzaak: U hebt de kaart geformatteerd op een Windows XP-computer. Bij Windows XP wordt een geheugenkaart van 8 MB of minder en 64 MB of meer standaard geformatteerd met FAT32. Digitale camera's en andere apparaten gebruiken de FAT (FAT16 of FAT12)-indeling en herkennen een met FAT32 geformatteerde kaart niet. Het lampje Foto naast de geheugenkaartsleuven knippert Oplossing: Trek de geheugenkaart niet uit de sleuf zolang het lampje Foto knippert.
Hoofdstuk 14 Oplossing 2: verwijder de tweede geheugenkaart Oplossing: Verwijder een van de geheugenkaarten. U kunt maar één geheugenkaart tegelijk gebruiken. Zie voor meer informatie: "Een geheugenkaart plaatsen" op pagina 97 Oorzaak: U had meer dan één geheugenkaart geplaatst. Het apparaat leest de geheugenkaart niet Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst.
Oplossing 3: verwijder de bijkomende geheugenkaart Oplossing: U kunt maar één geheugenkaart tegelijk inbrengen. Als er meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, knippert het waarschuwingslampjelampje snel en wordt een foutbericht weergegeven op het computerscherm. Verwijder de tweede geheugenkaart om het probleem op te lossen. Oorzaak: U had meer dan één geheugenkaart geplaatst. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: schakel het apparaat in Oplossing: Schakel de printer in. Oorzaak: De printer stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: schakel de computer in Oplossing: Zet de computer aan Oorzaak: De computer stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Foto's op een aangesloten digitale camera met PictBridge worden niet afgedrukt Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 14 • • • • • • • De gescande afbeelding is leeg De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden De gescande afbeelding heeft onjuiste paginalay-out De gescande afbeelding heeft stippellijnen in plaats van tekst De tekstopmaak is onjuist Tekst is onjuist of weggevallen De scanfunctie werkt niet Het scannen wordt onderbroken Oplossing: Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in. Als dit geen resultaat oplevert, probeert u met een lagere resolutie te scannen.
Oplossing 3: installeer de HP Photosmart-software Oplossing: Plaats de installatie-cd van de HP Photosmart en installeer de software. Zie de startershandleiding voor meer informatie. Oorzaak: De HP Photosmart-software is misschien niet geïnstalleerd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: start de HP Photosmart-software Oplossing: Start de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd en voer de scanbewerking opnieuw uit.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat geplaatst. De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden Oplossing: Met de softwarefunctie Automatisch bijsnijden wordt alles bijgesneden wat niet tot de hoofdafbeelding behoort. Dit komt niet altijd overeen met wat u wilt. Schakel in dat geval de functie voor automatisch bijsnijden uit in de software. U kunt de scan dan met de hand bijsnijden of helemaal niet bijsnijden.
• • Oplossing 2: Maak de glasplaat en de klep schoon. Oplossing 3: Selecteer de juiste OCR-taal Oplossing 1: Pas de helderheid in de software aan Oplossing: Pas de helderheid aan in de software en scan het origineel opnieuw. Oorzaak: De helderheid was niet goed ingesteld. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Maak de glasplaat en de klep schoon.
Hoofdstuk 14 Oplossing 1: schakel de computer in Oplossing: Zet de computer aan. Oorzaak: De computer stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: controleer de kabels Oplossing: Controleer de kabels die het apparaat op uw computer aansluiten. Als het apparaat op de computer is aangesloten met een vaste of draadloze verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Oplossing 1: schakel het apparaat in Oplossing: Bekijk het lampje Aan op het apparaat. Als dit niet oplicht, is het apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan om de printer in te schakelen. Oorzaak: Het apparaat stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 Oplossing 5: verhelp de papierstoring Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat in het apparaat is achtergebleven. Zie voor meer informatie: "Papierstoringen verhelpen" op pagina 163 Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen. Delen van het origineel ontbreken of zijn afgesneden Oplossing: Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat, zoals hieronder wordt weergegeven.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: plaats het origineel goed op de glasplaat Oplossing: Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat, zoals hieronder wordt weergegeven. Oorzaak: Het origineel was niet correct op de glasplaat gelegd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 Oplossing 1: gebruik Aanpassen aan pagina om de foto te vergroten Oplossing: Als u een foto zodanig wilt vergroten dat deze op een volledige pagina past zonder dat de randen worden bijgesneden, gebruikt u de optie Aanpassen aan pagina.
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost. • • Oplossing 1: scan, verander het formaat, en druk de afbeelding af Oplossing 2: gebruik fotopapier voor het maken van kopieën zonder randen Oplossing 1: scan, verander het formaat, en druk de afbeelding af Oplossing: Wanneer u een kopie zonder rand maakt van een zeer klein origineel, vergroot het apparaat het origineel tot een maximaal percentage. Hierdoor kan er witruimte langs de randen overblijven.
Hoofdstuk 14 • • • • • • • • • • • • • • • • • Wagen vastgelopen Wagen loopt vast Fout stal van apparaat Verkeerde firmwareversie Geheugen is vol Mechanismefout Probleem met fotolade Fotolade kan geen papier nemen Fotolade kan geen papier uitstoten Scanfouten Er kan niet worden afgedrukt Het apparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd Toestel niet gevonden Het apparaat kon geen beschikbare scanbestemmingen vinden Een vereist software-component werd niet gevonden of was onjuist geïnstalleerd Er is een
Volg de stappen op het scherm om verder te gaan. Oorzaak: De wagen met de printcartridges was geblokkeerd. Wagen loopt vast Probleemoplossing Oplossing: Schakel het apparaat uit en open de toegangsklep van de printcartridges om bij de wagen met printcartridges te komen. Verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren, inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in. Volg de stappen op het scherm om verder te gaan.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: U moest het apparaat opnieuw instellen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het toestel.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: verwijder voorwerpen die de wagen met printcartridges blokkeren Oplossing: Laat de toegangsklep van de wagen met printcartridges zakken om bij de wagen met printcartridges te komen. Verwijder alle objecten die de wagen met de printcartridges blokkeren, inclusief eventueel verpakkingsmateriaal. Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in. Oorzaak: De wagen met de printcartridges was geblokkeerd.
Hoofdstuk 14 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de fotolade is geplaatst Oplossing: Controleer of u op de juiste manier papier in de fotolade hebt geplaatst. Zie voor meer informatie: "Papier laden" op pagina 67 Oorzaak: Het papier werd niet op de juiste manier doorgevoerd omdat het niet correct was geplaatst. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oorzaak: Het papier wordt mogelijk niet goed doorgevoerd als u het apparaat in een omgeving met extreem hoge of lage vochtigheid gebruikt. Fotolade kan geen papier nemen Oplossing: Verwijder de uitvoerlade en vervang het papier. Duw de uitvoerlade zo ver mogelijk naar binnen. Zorg ervoor dat de uitvoerlade helemaal naar beneden is gebracht en plat ligt. Oorzaak: De uitvoerlade was niet helemaal geplaatst. Fotolade kan geen papier uitstoten Oplossing: Duw de uitvoerlade helemaal naar beneden.
Hoofdstuk 14 Oplossing 1: controleer of de software correct is geïnstalleerd Oplossing: Controleer of de software correct is geïnstalleerd. Open de HP Solution Center en controleer dat alle pictogrammen aanwezig zijn. Als de juiste knoppen voor uw apparaat (zoals Maak kopieën) niet worden weergegeven, is de installatie mogelijk niet voltooid en moet u de software verwijderen en opnieuw installeren. Verwijder de toepassingsbestanden niet zomaar van de vaste schijf.
4. Klik op USB-samengesteld apparaat, klik op Actie en klik vervolgens op Verwijderen. Wanneer een scherm verschijnt om het wissen te bevestigen, bevestigt u het wissen. 5. Koppel de USB-kabel los van het apparaat. 6. Wacht enkele seconden en sluit de kabel vervolgens weer aan. Dit zou de Windows apparaatdetectie opnieuw moeten opstarten (Plug and Play). Er kan een venster met Nieuwe hardware gevonden verschijnen. 7.
Hoofdstuk 14 3. Klik op Status. Als het apparaat juist werkt, verschijnt een bericht waarin staat dat uw apparaat klaar is. 4. Als u een foutmelding Afgesloten ontvangt, controleer dan of er een andere optie of een ander tabblad voor het apparaat is met een bijgesloten kopienummer, zoals HP Photosmart C6300 All-in-One series 2. 5. Selecteer de tweede optie van het apparaat en herhaal stap 2 tot en met 4. 6. Probeer nogmaals te scannen.
Oorzaak: Het apparaat was niet goed aangesloten op een voedingseenheid of moest worden gereset. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 6: controleer de USB-kabel tussen het apparaat en de computer Oplossing: Controleer de USB-verbinding tussen het apparaat en uw computer. Als het apparaat op de computer is aangesloten met een vaste of draadloze verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld. 3.
Hoofdstuk 14 6. Controleer de USB-kabel om zeker te zijn dat deze goed werkt. Opmerking Als u een oudere kabel gebruikt, werkt deze mogelijk niet goed. Sluit de kabel op een ander product aan en controleer of de USB-kabel werkt. Als u problemen ondervindt, moet de USB-kabel waarschijnlijk worden vervangen. De kabel mag niet langer zijn dan 3 meter lang zijn. 7. Als u een andere USB-kabel beschikbaar hebt, probeer die dan te gebruiken. 8. Start de computer opnieuw op. 9.
7. Selecteer uw apparaat in de TWAIN-bronlijst. 8. Klik op Bestand en vervolgens op Nieuwe scan. Beeldverwerking voor Windows scant vanaf het apparaat met behulp van TWAINsoftware in plaats van de HP Solution Center. Oorzaak: Als u met WIA kon scannen, geeft dit aan dat er een probleem is met de HP Solution Center. U kunt verder WIA gebruiken om te scannen, of de volgende oplossing proberen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 Een reservekopie van het register maken a. Klik op de taakbalk van Windows op Start. b. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: • In Windows Vista: In Zoeken starten, tikt u regedit in, en vervolgens drukt u op Enter. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Doorgaan. • In Windows XP: Klik op Uitvoeren. Als het dialoogvenster Uitvoeren verschijnt, tikt u regedit in, en vervolgens drukt u op Enter.
7. Start de computer opnieuw op en probeer nogmaals te scannen. Als u kunt scannen, gaat u verder met de volgende stap om de Lexbcserverservice opnieuw op te starten. Opmerking De service opnieuw opstarten maakt de normale functionaliteit van de Lexmark- of Dell-services mogelijk zonder de HP-software te beïnvloeden. 8. Start de Lexbcserver-service opnieuw op. De service opnieuw opstarten a. Klik in de Windows-taakbalk op Start, klik met de rechtermuisknop op Mijn computer en klik vervolgens op Beheren.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: Er was een probleem met de verbinding tussen het toestel en de computer. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 10: download en installeer de patch voor onverwachte interne fouten en communicatiefouten Oplossing: Download en installeer de patch voor onverwachte interne fouten en communicatiefouten. Met deze patch lost u de fout Er is een onverwachte interne fout opgetreden op en andere communicatiefouten met het apparaat.
Opmerking Deze lijst is niet volledig. Als er zich communicatieproblemen voordoen wanneer u probeert te scannen, volg dan de stappen hieronder om het probleem op te lossen. 5. Koppel alle USB-apparaten (printers, scanners, camera's, enz.) los van de computer, behalve de muis of het toetsenbord. 6. Sluit de USB-kabel opnieuw aan op de USB-poort aan de achterkant van het apparaat. 7. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel opnieuw aan op een USB-poort van uw computer. Probleemoplossing 8.
Hoofdstuk 14 10. Druk een statusrapport voor de printer af om de autonome basisfunctionaliteit van het apparaat te testen. Raadpleeg de volgende procedure voor meer informatie over het afdrukken van een statusrapport voor de printer. 11. Proberen te scannen. Als de scan lukt, veroorzaken andere USB-apparaten die op de computer zijn aangesloten mogelijk het probleem. 12. Als de scan lukt, sluit u een USB-apparaat tegelijk aan op de computer. 13.
Oplossing 12: verwijder de software en installeer deze opnieuw Oplossing: Verwijder de software volledig en installeer deze vervolgens opnieuw. De software verwijderen en het product opnieuw instellen 1. Ontkoppel en reset het apparaat. Het apparaat ontkoppelen en resetten a. Controleer of de printer aanstaat. b. Druk op de knop Aan om de printer uit te schakelen. c. Koppel de voedingskabel los van de achterzijde van het apparaat. d. Sluit het netsnoer weer aan de achterzijde van het apparaat aan. e.
Hoofdstuk 14 3. Sluit programma's die op de achtergrond worden uitgevoerd. Opmerking Wanneer de computer wordt ingeschakeld, wordt automatisch een softwaregroep met de naam 'Terminate and Stay Resident (TSR)' geladen. Deze programma's activeren enkele van de computerhulpprogramma's zoals de anti-virussoftware, maar deze zijn niet nodig om de computer te laten functioneren. Het gebeurt soms dat TSR''s verhinderen dat de HP-software wordt geladen en bijgevolg niet correct wordt geïnstalleerd.
4. Voer het hulpprogramma Schijfopruiming uit om tijdelijke bestanden en mappen te verwijderen. Het schijfhulpprogramma uitvoeren a. Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Programma's of Alle programma's, en klik vervolgens op Bureau-accessoires. b. Klik op Systeemwerkset en klik vervolgens op Schijfopruiming. De Schijfopruiming analyseert de harde schijf en geeft vervolgens een rapport weer met een lijst van te verwijderen componenten. c.
Hoofdstuk 14 • • • • • • • • Oplossing 1: druk een statusrapport voor de printer af Oplossing 2: verwijder de taken uit de afdrukwachtrij Oplossing 3: koppel de USB-kabel los en sluit hem vervolgens weer aan Oplossing 4: controleer of het apparaat als standaardprinter is ingesteld Oplossing 5: controleer of de werking van de printer is onderbroken of de printer offline is Oplossing 6: verwijder de taken handmatig uit de afdrukwachtrij Oplossing 7: stop de printspooler en start hem opnieuw op Oplossing 8:
Oplossing 2: verwijder de taken uit de afdrukwachtrij Oplossing: Start uw computer opnieuw op om de afdrukwachtrij leeg te maken. De afdrukwachtrij leegmaken 1. Start de computer opnieuw op. 2. Nadat de computer opnieuw is opgestart, controleert u de wachtrij. a. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: • Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Configuratiescherm en klik op Printers.
Hoofdstuk 14 Na het opnieuw aansluiten moet het apparaat beginnen met de taken in de afdrukwachtrij. Opmerking Zorg dat de hub is ingeschakeld als u het apparaat aansluit via een USB-hub. Als de hub aan staat, sluit u het apparaat direct op uw computer aan. 5. Als het product niet automatisch begint af te drukken, start u nog een afdruktaak. Oorzaak: Het apparaat was niet correct aangesloten op de computer. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd. 6. Controleer het stuurprogramma weergegeven in het vervolgkeuzemenu Stuurprogramma om te controleren of het apparaat het juiste stuurprogramma gebruikt. De naam van uw apparaat moet zijn weergegeven als het stuurprogramma. 7. Als het verkeerde stuurprogramma is geselecteerd, selecteert u het juiste stuurprogramma in het vervolgkeuzemenu Stuurprogramma. 8. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Hoofdstuk 14 Oplossing 6: verwijder de taken handmatig uit de afdrukwachtrij Oplossing: Maak de afdrukwachtrij handmatig leeg. De afdrukwachtrij manueel leegmaken 1. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: • Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Configuratiescherm en klik op Printers. • Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten. 2.
Oplossing 8: controleer of er een probleem is met de softwaretoepassing Oplossing: Controleer of de softwaretoepassing het probleem veroorzaakt. De softwareapplicatie controleren 1. Sluit de softwareapplicatie en open ze weer. 2. Probeer opnieuw af te drukken vanaf de softwareapplicatie. Opmerking Mogelijk wordt afdrukken vanuit een DOS-applicatie niet door de printer ondersteund. Ga na of de software een op Windows gebaseerd programma of een op DOS gebaseerd programma is.
Hoofdstuk 14 Oplossing 2: controleer het netsnoer en de USB-kabel Oplossing: Controleer of het netsnoer en de USB-kabel juist zijn aangesloten. Controleer ook of het apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat op de computer is aangesloten met een vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld. De stroomtoevoer controleren 1. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op het apparaat en de netsnoeradapter.
Opmerking Als u een oudere kabel gebruikt, werkt deze mogelijk niet goed. Sluit de kabel op een ander product aan en controleer of de USB-kabel werkt. Als u problemen ondervindt, moet de USB-kabel waarschijnlijk worden vervangen. De kabel mag niet langer zijn dan 3 meter lang zijn. 7. Als u een andere USB-kabel beschikbaar hebt, probeer die dan te gebruiken. 8. Start de computer opnieuw op. 9. Probeer nogmaals te scannen nadat de computer opnieuw is opgestart.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: Het is mogelijk dat u de computer niet opnieuw hebt opgestart nadat u de software van het apparaat hebt geïnstalleerd. Of misschien was er een ander probleem met de computer. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: maak de installatie van het apparaat ongedaan en installeer deze opnieuw Oplossing: Verwijder het apparaat van het bedieningspaneel Printers en faxen en installeer het vervolgens opnieuw.
6. Plaats de cd-rom van de HP Photosmart in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand. 7. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer. 8.
Hoofdstuk 14 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: controleer het netsnoer en de USB-kabel Oplossing: Controleer of het netsnoer en de USB-kabel juist zijn aangesloten. Controleer ook of het apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat op de computer is aangesloten met een vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld. De stroomtoevoer controleren 1.
Opmerking Als u een oudere kabel gebruikt, werkt deze mogelijk niet goed. Sluit de kabel op een ander product aan en controleer of de USB-kabel werkt. Als u problemen ondervindt, moet de USB-kabel waarschijnlijk worden vervangen. De kabel mag niet langer zijn dan 3 meter lang zijn. 7. Als u een andere USB-kabel beschikbaar hebt, probeer die dan te gebruiken. 8. Start de computer opnieuw op. 9. Probeer nogmaals te scannen nadat de computer opnieuw is opgestart.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: Het is mogelijk dat u de computer niet opnieuw hebt opgestart nadat u de software van het apparaat hebt geïnstalleerd. Of misschien was er een ander probleem met de computer. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: verwijder het apparaat en installeer het opnieuw Oplossing: Verwijder het apparaat van het bedieningspaneel Printers en faxen en installeer het vervolgens opnieuw.
6. Plaats de cd-rom van de HP Photosmart in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand. 7. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer. 8.
Hoofdstuk 14 Oplossing 2: maak de installatie van de HP Photosmart-software ongedaan en installeer deze opnieuw Oplossing: Verwijder de volledige HP Photosmart-software van de computer en installeer deze opnieuw met de cd die bij uw apparaat werd geleverd. De software-installatie ongedaan maken en opnieuw installeren 1. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Instellingen, Configuratiescherm. 2. Dubbelklik op Software. 3. Verwijder alle items die gerelateerd zijn aan de HP-scansoftware.
Een vereist software-component werd niet gevonden of was onjuist geïnstalleerd Oplossing: Verwijder de volledige HP Photosmart-software van de computer en installeer deze opnieuw met de cd die bij uw apparaat werd geleverd. De software-installatie ongedaan maken en opnieuw installeren 1. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Instellingen, Configuratiescherm. 2. Dubbelklik op Software. 3. Verwijder alle items die gerelateerd zijn aan de HP-scansoftware.
Hoofdstuk 14 Er is een fout opgetreden bij het verbinden met het apparaat Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
3 Stopcontact 2. Zorg ervoor dat het apparaat aan staat. 3. Als het apparaat geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact aan. 4. Schakel het apparaat uit en reset het door het netsnoer los te koppelen. 5. Wacht 5 seconden en sluit het netsnoer weer aan. 6. Schakel het apparaat in. 7. Probeer nogmaals te scannen. 3. Probeer nogmaals te scannen. Als de scan mislukt, gaat u naar de volgende stap. 4.
Hoofdstuk 14 6. Controleer de USB-kabel om zeker te zijn dat deze goed werkt. Opmerking Als u een oudere kabel gebruikt, werkt deze mogelijk niet goed. Sluit de kabel op een ander product aan en controleer of de USB-kabel werkt. Als u problemen ondervindt, moet de USB-kabel waarschijnlijk worden vervangen. De kabel mag niet langer zijn dan 3 meter lang zijn. 7. Als u een andere USB-kabel beschikbaar hebt, probeer die dan te gebruiken. 8. Start de computer opnieuw op. 9.
Oplossing 5: verwijder de HP Photosmart-software en installeer hem opnieuw Oplossing: Verwijder de volledige HP Photosmart-software van de computer en installeer deze opnieuw met de cd die bij uw apparaat werd geleverd. De software-installatie ongedaan maken en opnieuw installeren 1. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Instellingen, Configuratiescherm. 2. Dubbelklik op Software. 3. Verwijder alle items die gerelateerd zijn aan de HP-scansoftware.
Hoofdstuk 14 Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd en nog steeds een probleem ondervindt, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio in de keuzelijst en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor technische ondersteuning. Oorzaak: U hebt mogelijk begeleiding nodig om het apparaat of de software goed te laten werken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: controleer de verbinding van de printer met de computer Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u de printer uit en weer in.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: De software voor het apparaat is niet in staat om het bestand te openen of op te slaan. Onleesbare bestanden. NN-bestanden konden niet worden gelezen Oplossing: Plaats de geheugenkaart opnieuw in het apparaat. Als dit niet werkt, maakt u de foto's opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al naar de computer hebt overgebracht, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de apparaatsoftware. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd.
Bestandsindeling niet ondersteund Oplossing: Open het bestand in een andere toepassing en sla het op in een indeling die de HP-software herkent. Oorzaak: De HP-software herkent en ondersteunt de bestandsindeling niet van de afbeelding die u wilt openen of opslaan. Als de bestandsextensie aangeeft dat het een ondersteund bestandstype betreft, is het bestand wellicht beschadigd. Ongeldige bestandsnaam Oplossing: Controleer of de bestandsnaam geen ongeldige symbolen bevat.
Hoofdstuk 14 Oorzaak: Het bestandssysteem op de geheugenkaart is beschadigd. Gebruikersfouten Hieronder vindt u een lijst met veelvoorkomende gebruikersfouten: • • • • • • • • • Geheugenkaartfout Kan niet bijsnijden Niet verbonden Onvoldoende schijfruimte Geen toegang tot kaart Gebruik slechts één kaart tegelijk De kaart is verkeerd ingebracht De kaart is beschadigd De kaart is niet volledig ingebracht Geheugenkaartfout Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen.
Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken. Kan niet bijsnijden Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 14 probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost. • • • Oplossing 1: verwijder alle geheugenkaarten op een na Oplossing 2: verwijder de geheugenkaart en installeer deze correct Oplossing 3: duw de geheugenkaart helemaal vooruit Oplossing 1: verwijder alle geheugenkaarten op een na Oplossing: Verwijder alle geheugenkaarten op één na.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto enkele seconden knipperen en dan blijven branden. Oorzaak: U hebt de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren geplaatst. De kaart is beschadigd Oplossing: Formatteer de geheugenkaart in de camera opnieuw of formatteer de geheugenkaart in een computer met Windows XP door de indeling FAT te selecteren. Zie de documentatie bij de digitale camera voor meer informatie.
Hoofdstuk 14 Kan geen papier invoeren vanuit de invoerlade Oplossing: Als het papier in het apparaat op is of als er slechts een paar vellen over zijn, dient u meer papier in de invoerlade te plaatsen. Als er nog papier in de invoerlade ligt, haal dan het papier eruit, maak een rechte stapel en plaats het papier weer terug in de invoerlade. Volg de instructies op het display of op het computerscherm om verder te gaan met de afdruktaak.
Oplossing 1: plaats de achterklep terug Oplossing: Als u de achterklep hebt verwijderd om een papierstoring te verhelpen, plaatst u de klep terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt. Oorzaak: De achterklep was van het apparaat verwijderd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is geplaatst.
Hoofdstuk 14 Oplossing 4: reinig de papierinvoerrollen met de HP Paper Feed Cleaning Kit Oplossing: Voor bepaalde inkjet-producten is een speciale kit nodig, de HP Paper Feed Cleaning Kit, om de papierinvoerrollen te reinigen en dit probleem op te lossen. Om na te gaan of dit van toepassing is op uw apparaat, gaat u naar: www.hp.com/ support. Zoek naar "HP Paper Feed Cleaning Kit" voor meer informatie over deze kit en om te controleren of u de kit voor uw apparaat nodig hebt.
Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd en nog steeds een probleem ondervindt, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio in de keuzelijst en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor technische ondersteuning. Oorzaak: U hebt mogelijk begeleiding nodig om het apparaat of de software goed te laten werken.
Hoofdstuk 14 4. Druk op OK op het bedieningspaneel om verder te gaan met de huidige afdruktaak. Oorzaak: Papier is vastgelopen in de printer. Papierconflict Oplossing: Verander de afdrukinstelling of plaats het juiste papier in de invoerlade. • Gebruik geen papier dat te dun is, een te gladde structuur heeft of gemakkelijk rekt. Het kan verkeerd in de papierbaan worden ingevoerd en papierstoringen veroorzaken.
• • • • Toestel niet gevonden Communicatietest mislukt Verkeerd uitzetten Tweerichtingscommunicatie verbroken Toestel niet gevonden Oplossing: Als het apparaat niet goed op de computer is aangesloten, kunnen zich communicatiefouten voordoen. Controleer of de USB-kabel stevig is bevestigd aan de printer en de computer (zie hieronder).
Hoofdstuk 14 Oplossing 2: sluit het apparaat aan op de computer Oplossing: Als het apparaat niet goed op de computer is aangesloten, kunnen zich communicatiefouten voordoen. Controleer of de USB-kabel stevig is bevestigd aan de printer en de computer (zie hieronder). Als het apparaat op de computer is aangesloten door een vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen ingeschakeld en actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: sluit het apparaat aan op de computer Oplossing: Als het apparaat niet goed op de computer is aangesloten, kunnen zich communicatiefouten voordoen. Controleer of de USB-kabel stevig is bevestigd aan de printer en de computer (zie hieronder).
Hoofdstuk 14 • • • • • • • • Oorspronkelijke HP-inkt is op Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt De printkop ontbreekt of is beschadigd Probleem met de printkop Probleem met klaarmaken printer Sensorstoring Printcartridge ontbreekt, is verkeerd geplaatst of is niet bedoeld voor dit apparaat Sensorstoring Het uitlijnen is mislukt Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: U kunt van uw apparaat blijven afdrukken, maar voor een optimale afdrukkwaliteit moet u de printkop uitlijnen. Als de uitlijning nog steeds niet werkt en de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Ga naar: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Hoofdstuk 14 Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: U kunt van uw apparaat blijven afdrukken, maar voor een optimale afdrukkwaliteit moet u de printkop uitlijnen. Als de uitlijning nog steeds niet werkt en de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Ga naar: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oplossing 2: verwijder voorwerpen die de weg blokkeren Oplossing: Verwijder alle voorwerpen, zoals papier, die de wagen met printcartridges blokkeren. Zet het apparaat terug op de fabrieksinstellingen (reset). De wagen met printcartridges vrijmaken 1. Laat het product aanstaan en koppel vervolgens het netsnoer en de USB-kabel los van de achterzijde van het apparaat. Let op Controleer of het apparaat is ingeschakeld voordat u het netsnoer loskoppelt.
Hoofdstuk 14 c. Controleer het papierpad helemaal rechts en verwijder papier dat nog in het apparaat zit. d. Schuif de wagen helemaal naar rechts. e. Controleer het papierpad helemaal links en verwijder papier dat nog in het apparaat zit. 4. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges. 5. Controleer op een papierstoring aan de achterzijde van het apparaat. 6. Steek alleen de stekker weer in het stopcontact. Als het apparaat niet automatisch wordt ingeschakeld, drukt u op de knop Aan.
4. Druk op OK op het bedieningspaneel om verder te gaan met de huidige afdruktaak. Oorzaak: De wagen met de printcartridges was geblokkeerd door een papierstoring. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: controleer of het apparaat op een geschikte voedingsbron is aangesloten Oplossing: Controleer of het apparaat goed is aangesloten op een geschikte voedingsbron. Probleemoplossing Controleren of het apparaat is aangesloten op een geschikte voedingsbron 1.
Hoofdstuk 14 5. Probeer af te drukken van uw computer. Als het apparaat afdrukt als het rechtstreeks op een stopcontact en niet op stekkerblokken of piekbeveiligers is aangesloten, dan leiden de stekkerblokken of piekbeveiligers wellicht onvoldoende voltage naar het apparaat. 6. Als het apparaat niet kan afdrukken en de wagen met printcartridges nog steeds vastgelopen is, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Ga naar: www.hp.com/support.
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost. • • Oplossing 1: controleer of de printcartridges compatibel zijn Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing 1: controleer of de printcartridges compatibel zijn Oplossing: Controleer of u de juiste printcartridges voor uw apparaat gebruikt. Raadpleeg voor een lijst met nummers van compatibele printcartridges de gedrukte documentatie bij het apparaat.
Hoofdstuk 14 Inktwaarschuwing Oplossing: Als u een bericht met een Inktwaarschuwing ontvangt, hoeft u de aangegeven printcartridge nog niet te vervangen. De hoeveelheid inkt is misschien echter zo laag dat een slechte afdrukkwaliteit wordt veroorzaakt. Volg instructies op het scherm om door te gaan. Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging klaar hebt om te installeren. HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging klaar hebt om te installeren.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat. Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder gaat. 4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt. 5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden. Ze moeten op hun plaats klikken. 6.
Hoofdstuk 14 8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats. Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst. Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw worden aangepast. 9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf. 10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge. Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm. Probleemoplossing 11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Oplossing 2: reinig de elektrische contactpunten Oplossing: Reinig de elektrische contactpunten. Let op De reinigingsprocedure duurt slechts een paar minuten. Zorg ervoor dat de printcartridges opnieuw in het apparaat worden geplaatst wanneer dit wordt gevraagd. Als u ze voor een langere periode uit het apparaat laat kan dit leiden tot schade aan de printcartridges. De elektrische contactpunten reinigen 1. Controleer of de printer aanstaat. 2.
Hoofdstuk 14 1 Inktvenster 2 Elektronische contactpunten 5. Veeg de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje schoon. Let op Zorg ervoor dat u geen inkt of ander vuil op het doorzichtige plastic inktvenster naast de contactpunten wrijft. 6. Zoek aan de binnenkant van het apparaat de contactpunten in de printkop. De contactpunten zien eruit als een set van vier koper- of goudkleurige pinnen die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten op de printcartridges passen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: sluit de vergrendelingspal van de wagen met printcartridges Oplossing: Zorg ervoor dat de vergrendelingspal van de printkop goed is gesloten. Als u de vergrendelingsgreep omhoog laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges correct te kunnen plaatsen.
Hoofdstuk 14 Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het apparaat. Waarschuwing inktniveau Oplossing: Als u het apparaat gaat verplaatsen of vervoeren nadat u dit bericht hebt gekregen, moet u het rechtop houden en mag u het niet opzij kantelen om inktlekken te vermijden.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: controleer of de printcartridges correct zijn geplaatst Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende stappen om deze fout op te lossen. Nagaan of de printcartridges goed zijn geplaatst 1. Controleer of de printer aanstaat. 2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door de rechtervoorkant van het apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
Hoofdstuk 14 6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is. • Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is opgelost. • Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap. • Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de volgende stap. 7.
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is. 13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in. Oorzaak: De printcartridges waren verkeerd geïnstalleerd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support.
Hoofdstuk 14 3. Verwijder iedere printcartridge door op het lipje op de printcartridge te drukken en de printcartridge vervolgens uit de sleuf te trekken. Plaats de printcartridges op een vel papier met de inktopeningen naar boven. 4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt. Probleemoplossing 5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen. 6. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de printkop opnieuw.
7. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken. Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges correct te kunnen plaatsen. 8.
Hoofdstuk 14 Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: Er is een probleem opgetreden bij het plaatsen van de printkop en de printcartridges. Cartridge die niet van HP is Oplossing: Volg de instructies op het display om door te gaan of vervang de aangegeven printcartridges. Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging klaar hebt om te installeren.
Zie voor meer informatie: • • "Printcartridges vervangen" op pagina 127 "De printkop reinigen" op pagina 131 Oorzaak: De oorspronkelijke HP-inkt in de aangegeven printcartridges was op. Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als die niet voldoende is, probeer dan de printkop te reinigen om te zien of de kwaliteit daardoor verbetert. Volg de instructies op het display of het computerscherm om door te gaan.
Hoofdstuk 14 3. Verwijder alle printcartridges en plaats ze op een vel papier met de inktopening naar boven. 4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt. Probleemoplossing 5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen. 6. Reinig de printkop.
1 Plastic randen aan de kanten van de sproeiers 2 Rand tussen sproeiers en contactpunten 3 Elektronische contactpunten Let op Raak de gebieden met de sproeiers en de elektrische contactpunten alleen aan met reinigingsmateriaal en niet met uw vinger. b. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om opgehoopte inkt en vuil van de hoek tussen de sproeiers en de contactpunten te vegen. Fouten 291 Probleemoplossing De printkop reinigen a.
Hoofdstuk 14 c. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om de plastic randen aan beide kanten van de sproeiers schoon te vegen. Veeg van de sproeiers af. d. Wrijf de eerder gereinigde gebieden droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat met de volgende stap. 7. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat. De elektrische contactpunten in het apparaat reinigen a. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of flessenwater. b.
9. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken. Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges correct te kunnen plaatsen. 10.
Hoofdstuk 14 Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: Er is een probleem opgetreden bij de printkop of de printcartridges. Probleem met de printkop Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst.
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen. 1 Plastic randen aan de kanten van de sproeiers 2 Rand tussen sproeiers en contactpunten 3 Elektronische contactpunten Probleemoplossing 6. Reinig de printkop. Op de printkop zijn er drie gebieden die moeten worden gereinigd: de plastic randen aan beide kanten van de inktsproeiers, de hoek tussen de sproeiers en de elektrische contactpunten en de elektrische contactpunten.
Hoofdstuk 14 b. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om opgehoopte inkt en vuil van de hoek tussen de sproeiers en de contactpunten te vegen. c. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om de plastic randen aan beide kanten van de sproeiers schoon te vegen. Veeg van de sproeiers af. Probleemoplossing d. Wrijf de eerder gereinigde gebieden droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat met de volgende stap.
7. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat. De elektrische contactpunten in het apparaat reinigen a. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of flessenwater. b. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat door met het doekje van boven naar onder te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig totdat er geen inkt meer op het doekje zit. 9. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Hoofdstuk 14 11. Sluit de klep van de printcartridges. Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost. • • • Oplossing 1: reinig de sensor Oplossing 2: reinig de sensorvensters op de printcartridges Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing 1: reinig de sensor Oplossing: Reinig de sensor. Als het probleem niet is opgelost, kunt u doorgaan met afdrukken, maar het is mogelijk dat de werking van het inktsysteem verandert. Let op De reinigingsprocedure duurt slechts een paar minuten.
Hoofdstuk 14 5. Veeg de sensor met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje schoon. 6. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of de foutmelding is opgelost. 7. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in. Oorzaak: Mogelijk heeft zich inkt opgestapeld op de sensor. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder gaat. 4. Verwijder alle printcartridges en plaats ze op een vel papier met de inktopeningen naar boven. De inktcartridges verwijderen a. Druk op het klepje op de printcartridge om hem te ontgrendelen, en verwijder hem dan uit de sleuf. c. Herhaal stap a en stap b voor elke printcartridge. 5. Wrijf het sensorvenster voor elke printcartridge schoon met een droog wattenstaafje of pluisvrije doek.
Hoofdstuk 14 6. Installeer elke printcartridge in de sleuf. Duw de cartridge omlaag tot het klepje op zijn plaats klikt. Breng de kleur en het pictogram op de label van elke printcartridge in overeenstemming met de kleur en het pictogram op de sleuf voor die printcartridge. 7. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of de fout opgelost is. 8. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in.
Oplossing 1: plaats alle printcartridges Oplossing: Zorg ervoor dat alle printcartridges zijn geplaatst. Zie voor meer informatie: "Printcartridges vervangen" op pagina 127 Oorzaak: Een of meer printcartridges ontbraken. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: ga na of alle printcartridges juist zijn geplaatst Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende stappen om deze fout op te lossen.
Hoofdstuk 14 4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt. 5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden. Ze moeten op hun plaats klikken. 6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is. • Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is opgelost.
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is. 13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in. Zie voor meer informatie: "Printcartridges vervangen" op pagina 127 Oorzaak: Een of meerdere printcartridges waren niet geïnstalleerd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 4. Houd de printcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek de elektrische contactpunten op de printcartridge. De elektrische contactpunten zijn vier kleine rechthoeken van koper- of goudkleurig metaal aan de onderkant van de printcartridge. 1 Inktvenster 2 Elektronische contactpunten 5. Veeg de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje schoon.
9. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is. 10. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in. Controleer of uw printcartridge nog steeds onder garantie staat en of de einddatum van de garantieperiode nog niet is bereikt. • • Als de einddatum van de garantieperiode is bereikt, moet u een nieuwe printcartridge kopen.
Hoofdstuk 14 • • • Oplossing 1: reinig de sensor Oplossing 2: reinig de sensorvensters op de printcartridges Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing 1: reinig de sensor Oplossing: Reinig de sensor. Als het probleem niet is opgelost, kunt u doorgaan met afdrukken, maar het is mogelijk dat de werking van het inktsysteem verandert. Let op De reinigingsprocedure duurt slechts een paar minuten.
5. Veeg de sensor met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje schoon. 6. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of de foutmelding is opgelost. 7. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in. Oorzaak: Mogelijk heeft zich inkt opgestapeld op de sensor. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 14 b. Plaats de printcartridge op een vel papier met de inktopening naar boven. c. Herhaal stap a en stap b voor elke printcartridge. 5. Wrijf het sensorvenster voor elke printcartridge schoon met een droog wattenstaafje of pluisvrije doek. Het sensorvenster is een gebied van doorzichtig plastic vlakbij de koper- of goudkleurige metalen contactpunten onderaan de printcartridge. Probeer deze metalen contactpunten niet aan te raken. Probleemoplossing 6.
7. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of de fout opgelost is. 8. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in. Oorzaak: Mogelijk heeft zich inkt opgestapeld op het venster van de printcartridge en moet dit worden gereinigd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.
Hoofdstuk 14 Probleemoplossing 312 Probleemoplossing
15 Garantie en ondersteuning van HP Hewlett-Packard biedt ondersteuning via het Internet en per telefoon voor de HP All-in-One.
Hoofdstuk 15 Wat te doen bij problemen Voer de volgende stappen uit als er sprake is van een probleem: 1. Raadpleeg de documentatie van het apparaat. 2. 3. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/support. De on line ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP.
d. Zorg dat u het probleem gedetailleerd kunt beschrijven. e. Zorg ervoor uw serienummer bij de hand te hebben. U vindt het serienummer op een zelfklever aan de achterzijde van de HP All-in-One. Het serienummer is de 10-cijferige code in de linkerbovenhoek van de sticker. Opmerking Het serienummer van het apparaat kan ook worden gevonden met de HP Photosmart-software.
Hoofdstuk 15 Extra garantieopties U kunt tegen vergoeding uw garantie voor de HP All-in-One verlengen. Ga naar www.hp.com/ support, selecteer uw land of regio en uw taal en zoek vervolgens in het gedeelte over services en garantie naar meer informatie over verlenging van de garantie. HP Quick Exchange Service (Japan) Raadpleeg "De HP All-in-One verpakken" op pagina 318 voor instructies voor het verpakken van uw printer voor retournering of vervanging.
De HP All-in-One gereedmaken voor verzending Als u door HP-ondersteuning of door de winkel waar u het apparaat hebt gekocht, wordt gevraagd de HP All-in-One voor onderhoud op te sturen, moet u de volgende onderdelen verwijderen en bewaren voordat u het apparaat terugstuurt: • De overlay van het bedieningspaneel • Het netsnoer, de USB-kabel en eventuele andere kabels die op de HP All-in-One zijn aangesloten Let op De vervangende HP All-in-One wordt zonder netsnoer geleverd.
Hoofdstuk 15 4. Bewaar de overlay van het bedieningspaneel. Stuur deze niet met de HP All-in-One mee. Let op Het is mogelijk dat de vervangende HP All-in-One zonder overlay voor het bedieningspaneel wordt geleverd. Bewaar de overlay op een veilige plek. Wanneer de vervangende HP All-in-One wordt geleverd, bevestigt u de overlay van het bedieningspaneel opnieuw aan het apparaat. Om de functies op het bedieningspaneel van de vervangende HP All-in-One te kunnen gebruiken, moet u de overlay weer aanbrengen.
Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties en internationale overheidsvoorschriften voor de HP All-in-One. Zie voor bijkomende specificaties de gedrukte documentatie bij de HP All-in-One. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Specificaties • Programma voor milieubeheer • Overheidsvoorschriften • Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur Specificaties In dit gedeelte worden de technische specificaties voor de HP All-in-One beschreven.
Hoofdstuk 16 Opmerking Zie de printerdriver voor een volledige lijst van de ondersteunde afdrukmaterialen en hun afmetingen. Technische informatie Afdrukspecificaties • De afdruksnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document. • Afdrukken in panorama-formaat • Methode: drop-on-demand thermal inkjet • Taal: PCL3 GUI Kopieerspecificaties • Digitale beeldverwerking • Het maximumaantal kopieën verschilt per model.
Veiligheidsinformatiebladen Kringloopprogramma • • Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen Mededeling Energy Star® • • • Bericht aan gebruikers in California Battery disposal in the Netherlands Battery disposal in Taiwan • • EU battery directive Disposal of waste equipment by users in private households in the European Union Papiergebruik Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN 12281:2002.
Hoofdstuk 16 ENERGY STAR is een in de V.S. gedeponeerd servicemerk van het Amerikaanse EPA. Als partner van ENERGY STAR heeft HP vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR voor laag energieverbruik. Ga voor meer informatie over de ENERGY STAR-richtlijnen naar de volgende website: www.energystar.gov Technische informatie Bericht aan gebruikers in California De bij dit product geleverde batterij kan perchloraat bevatten. Moet mogelijk speciaal worden behandeld.
Français Directive sur les batteries de l'Union Européenne Ce produit contient une batterie qui permet de maintenir l'intégrité des données pour les paramètres du produit ou l'horloge en temps réel et qui a été conçue pour durer aussi longtemps que le produit. Toute tentative de réparation ou de remplacement de cette batterie doit être effectuée par un technicien qualifié.
Hoofdstuk 16 English Français Deutsch Italiano Español Česky Dansk Bortskaffelse af affaldsudstyr for brugere i private husholdninger i EU Dette symbol på produktet eller på dets emballage indikerer, at produktet ikke må bortskaffes sammen med andet husholdningsaffald. I stedet er det dit ansvar at bortskaffe affaldsudstyr ved at aflevere det på dertil beregnede indsamlingssteder med henblik på genbrug af elektrisk og elektronisk affaldsudstyr.
Overheidsvoorschriften De HP All-in-One voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
Hoofdstuk 16 FCC statement FCC statement Technische informatie The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified that the following notice be brought to the attention of users of this product. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
Technische informatie Notice to users in Japan about the power cord Noise emission statement for Germany Geräuschemission LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19 Toxic and hazardous substance table Declaration of conformity (European Economic Area) The Declaration of Conformity in this document complies with ISO/IEC 17050-1 and EN 17050-1. It identifies the product, manufacturer’s name and address, and applicable specifications recognized in the European community.
Hoofdstuk 16 HP Photosmart C6300 All-in-One series declaration of conformity Technische informatie Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur Dit deel bevat de volgende overheidsvoorschriften met betrekking tot draadloze producten.
Exposure to radio frequency radiation Exposure to radio frequency radiation Technische informatie Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized. This product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such a manner to minimize the potential for human contact during normal operation.
Hoofdstuk 16 European Union regulatory notice European Union Regulatory Notice Technische informatie Products bearing the CE marking comply with the following EU Directives: • • Low Voltage Directive 2006/95/EC EMC Directive 2004/108/EC CE compliance of this product is valid only if powered with the correct CE-marked AC adapter provided by HP.
Technische informatie Notice to users in Taiwan Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur 331
Hoofdstuk 16 Technische informatie 332 Technische informatie
Symbolen en getallen 2 pagina's op 1 afdrukken 90 4 pagina's op 1 afdrukken 90 4 x 6 inch (10 x 15 cm) foto's zonder rand afdrukken 85 802.11 draadloos, configuratiepagina 47 802.
Index niet-ondersteunde indelingen 255 ondersteunde indelingen 255 ongeldige naam 255 onleesbaar 254 bestellen inktbenodigdheden 141 printcartridges 141 beveiliging Bluetooth 56 netwerk, WEP-sleutel 28, 33, 34, 36, 48, 49, 50 problemen oplossen 33 Beveiliging Bluetooth-adapter 57 bewerken van gescande afbeeldingen 109 bijsnijden kopie zonder randen is niet goed 209 mislukt 257 binnenkant van klep, reinigen 138 Bluetooth afdrukken vanaf een computer 53 beveiligingsinstellingen 57 toegankelijkheid 57 wachtwo
fout wegens ontbreken van verbinding 257 G garantie 313, 316 gateway, standaardinstelling 46, 48 geavanceerde netwerkinstellingen 41 geheugenkaarten bestand onleesbaar 254 digitale camera kan niet lezen 196 foto's ontbreken 254 foutberichten 256 HP All-in-One kan niet lezen 198 opslaan van bestanden op de computer 101 plaatsen 101 problemen oplossen 196 scannen naar 108 sleuven 97 geïntegreerde webserver toegang met webbrowser 43 wachtwoordinstellingen 46 wizard Setup 44 Gevonden printer (scherm), Windows
Leesmij-bestand 143 Legal-papier kopie 113 plaatsen 67 specificaties 319 Letter-papier kopiëren 113 plaatsen 67 specificaties 319 lichter exemplaren 115 liggende afdrukstand 81 M Index MAC-adres 46, 47 MAC-adres (Media Access Control) 46, 47 marges niet correct 193 tekst of afbeelding afgesneden 194 mDNS-servicenaam 46 media.
transparanten 74 wenskaarten 74 posters 94 printcartridges bestellen 141 eerder gebruikt 289 inkt bijna op 195 Printcartridges foutbericht 302 foutberichten 267 Het inktniveau controleren 126 inkt van andere fabrikanten 288 niet compatibel 274 niet correct 274, 302 Tips 125 vervangen 127 printcartridges vervangen 127 printen afdrukkwaliteitsrapport 133 diagnosepagina 133 statusrapport voor de printer 132 zelftestrapport 132 printer, uitlijnen 132 printers delen usb 24 Windows 24 printer uitlijnen 132 printk
stoppen afdruktaak 95 kopiëren 119 scannen 110 storingen, papier 75 subnetmasker 46 Subnet-masker 48 systeemvereisten 319 T Index taal, instellen 19 technische gegevens afdrukspecificaties 320 kopieerspecificaties 320 papierspecificaties 319 technische informatie scanspecificaties 320 systeemvereisten 319 tekst afgesneden 194 betekenisloze tekens 188 gekarteld 181 niet volledig gevuld 169 onjuiste opmaak op scan 204 onjuist of ontbreekt op scan 204 stippellijnen op scan 204 verbeteren op kopieën 118 vloe