HP Color LaserJet CP5220 Series - User's Guide
Kleurbeheer
Kleur beheren door de instellingen in het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen.
Automatisch
Wanneer u de kleuropties op Automatisch instelt, krijgt u over het algemeen de beste afdrukkwaliteit voor
documenten in kleur. Met de kleuraanpassingsoptie Automatisch kunt u neutrale grijstinten, halftonen en
randverbeteringen in de verschillende elementen van een document optimaliseren. Meer informatie vindt u
in de Help van de printerdriver.
OPMERKING: De standaardinstelling is Automatisch. Deze wordt aanbevolen voor het afdrukken van alle
kleurendocumenten.
Afdrukken in grijstinten
Als u de optie Afdrukken in grijstinten in de printerdriver kiest, wordt uw document in zwart-wit afgedrukt.
Deze optie is handig voor het afdrukken van kleurendocumenten die u wilt kopiëren of faxen.
Wanneer Afdrukken in grijstinten wordt geselecteerd, gebruikt het product de modus monochroom (zwart-
wit), waardoor het gebruik van de kleurencartridges wordt verminderd.
Kleur handmatig aanpassen
Met de kleuraanpassingsoptie Handmatig kunt u zelf neutrale grijstinten, halftonen en randverbeteringen
voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen. Als u via het tabblad Kleur naar de handmatige kleuropties wilt
gaan, selecteert u Handmatig en vervolgens Instellingen.
Handmatige kleuropties
Met de handmatige kleuraanpassingsopties kunt u zelf de opties Neutrale grijstinten, Halftonen en
Scherpteregeling voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen.
Tabel 8-1 Handmatige kleuropties
Omschrijving Opties
Neutrale grijstinten
De instelling Neutrale grijstinten bepaalt de methode
die wordt gebruikt voor het creëren van grijze kleuren
die in tekst, illustraties en foto’s worden gebruikt.
●
Alleen zwart genereert neutrale kleuren (grijstinten en zwart) met
alleen zwarte toner. Dit garandeert neutrale kleuren zonder
kleurencontrast. Deze instelling is het best geschikt voor documenten
en transparanten met grijsschalen.
●
4 kleuren levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door alle vier
tonerkleuren te combineren. Deze methode levert beter in elkaar
overlopende kleuren en kleurovergangen naar niet-neutrale kleuren
en biedt bovendien het donkerste zwart.
Randinstelling
Met de instelling Scherpteregeling wordt bepaald hoe
randen worden weergegeven. De randinstelling bestaat
uit twee componenten: aangepaste halftonen en
'trapping'. Aangepaste halftonen bieden scherpere
randen. Trapping vermindert het effect van onjuist
geplaatste kleuren door de randen van het
naastgelegen onderwerp enigszins te overlappen.
●
Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. Aangepaste
halftonen worden geactiveerd.
●
Bij Normaal wordt overlapping ingesteld op een gemiddeld niveau.
Adaptieve halftonen is ingeschakeld.
●
Bij Licht wordt overlapping ingesteld op een laag niveau. Adaptieve
halftonen is ingeschakeld.
●
Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als aangepaste
halftonen.
60 Hoofdstuk 8 Kleur voor Windows NLWW