HP LaserJet M9059 MFP Gebruikershandleiding
HP LaserJet M9059 MFP Gebruikershandleiding
Auteursrechtinformatie © 2009 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking of vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, behalve voor zover toegestaan volgens het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd. De enige garanties voor producten en services van HP worden uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd.
Inhoudsopgave 1 Basisinformatie over het product Inleiding ................................................................................................................................................ 2 Productkenmerken ............................................................................................................................... 3 Productintroductie ................................................................................................................................
Netwerk en I/O .................................................................................................. 27 Fax instellen ...................................................................................................... 36 E-mailinstallatie ................................................................................................. 39 Menu Verzendinstellingen ................................................................................. 39 Menu Werking apparaat ........................
Het formaat van documenten wijzigen of afdrukken op een aangepast papierformaat ..................................................................................................................... 67 Een omslagblad afdrukken ................................................................................................ 67 Watermerken gebruiken .................................................................................................... 68 Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken in Macintosh .
7 Afdruktaken Materiaalsoort en materiaal in lade plaatsen ...................................................................................... 98 Functies van de Windows-printerdriver gebruiken ........................................................................... 100 De printerdriver openen ................................................................................................... 100 Afdruksnelkoppelingen gebruiken ...........................................................................
8 Kopiëren Werken met het kopieerscherm ....................................................................................................... 122 Standaardkopieeropties instellen ..................................................................................................... 123 Basisinstructies voor kopiëren .......................................................................................................... 124 Kopiëren vanaf de glasplaat .......................................................
Digitale fax ........................................................................................................................................ 150 11 Beheer en onderhoud Informatiepagina’s ............................................................................................................................ 152 Geïntegreerde webserver .................................................................................................................
Printcartridges bewaren ................................................................................................... 175 Verwachte levensduur van printcartridges ....................................................................... 176 De levensduur van de printcartridge controleren ............................................................. 176 Op het bedieningspaneel van de MFP ............................................................ 176 In de geïntegreerde webserver .......................
Lijnen .............................................................................................................................. 219 Grijze achtergrond .......................................................................................................... 219 Tonervegen ..................................................................................................................... 220 Losse toner ...................................................................................................
Milieubescherming ........................................................................................................... 249 Ozonproductie ................................................................................................................. 249 Lager energieverbruik ...................................................................................................... 249 Tonerverbruik ...........................................................................................................
xii NLWW
1 NLWW Basisinformatie over het product ● Inleiding ● Productkenmerken ● Productintroductie ● Uitvoerapparaten 1
Inleiding Afbeelding 1-1 HP LaserJet M9059 MFP De HP LaserJet M9059 MFP wordt standaard met de volgende items geleverd: 2 ● Multifunctionele invoerlade voor 100 vel (lade 1) ● Twee invoerladen voor 500 vel ● Eén invoerlade voor 2000 vel ● Automatische documentinvoer (ADF) ● Een geïntegreerde HP Jetdirect-printserver voor aansluiting op een 10/100/1000Base-TX-netwerk (Gigabit-ondersteuning) ● 384 MB RAM ● Een duplexmodule ● Een vaste schijf Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het product NLW
Productkenmerken De HP LaserJet M9059 MFP is ontworpen voor gebruik door werkgroepen. De MFP is een zelfstandig kopieerapparaat dat niet op een computer hoeft te worden aangesloten. Met uitzondering van afdruktaken via het netwerk kunnen alle functies op het bedieningspaneel van de MFP worden ingesteld. Functies ● Dubbelzijdig kopiëren en afdrukken ● Afbeeldingen aanpassen ● Digitaal verzenden in kleur ● Afdrukken en kopiëren in zwart-wit.
Gebruikersinterface ● Grafische weergave op bedieningspaneel ● Geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning (voor netwerkproducten) ● HP-werksetsoftware voor MFP-status en waarschuwingen en het afdrukken van interne informatiepagina’s Taal en lettertypen ● HP Printer Command Language (PCL) 6 ● HP PCL 5e voor compatibiliteit ● Printer Management Language ● 80 schaalbare TrueType-lettertypen ● HP postscript 3-emulatie Kopiëren en verzenden ● Modi voor tekstbestanden, grafische besta
● ◦ Automatische documentinvoer (ADF – Automatic Document Feeder): Kan maximaal 100 vel Letter- of A4-papier bevatten, of 50 vel 11 x 17- of A3-papier. ◦ Dubbelzijdig afdrukken: Hiermee kunt u dubbelzijdig afdrukken (aan beide kanten van het papier afdrukken). Uitvoer De MFP biedt de volgende optionele uitvoermogelijkheden: ◦ Stapelaar voor 3000 vellen: Voor maximaal 3000 vel papier. Bovenste bak (afdrukzijde boven): Voor maximaal 100 vel papier.
Milieuvoorzieningen ● Met firmware-updates is het mogelijk de MFP-firmware bij te werken. Om de recentste firmware te downloaden, gaat u naar www.hp.com/go/ljm9059mfp_firmware en volgt u de instructies op het scherm. Gebruik de HP Web Jetadmin-software (ga naar www.hp.com/go/webjetadmin) om op eenvoudige wijze firmware-updates naar meerdere producten te sturen. OPMERKING: vereist. Voor volledige ondersteuning van dit product is HP Web Jetadmin 10.
Productintroductie Afbeelding 1-2 Productintroductie NLWW 1 Klep documentinvoer 2 Documentinvoer (ADF) 3 Bedieningspaneel met touchscreen op display 4 Lade 1 5 Rechterklep 6 Verticale transferklep 7 Lade 4 8 Lade 3 9 Lade 2 10 Linkerklep (achter uitvoerapparaat) 11 Uitvoerapparaat 12 Voorklep 13 Duplexeenheid (binnen de MFP) 14 Uitvoerbak ADF 15 Linkerklep 16 Stroomkabel van de printer 17 Stroomkabel van lade 4 18 EIO-sleuf 1 19 EIO-kaart kopieprocessor Productintrodu
Uitvoerapparaten Deze MFP wordt geleverd met een stapelaar voor 3000 vel, een nietmachine/stapelaar voor 3000 vel, een multifunctionele afwerkeenheid, of een postbus met 8 bakken. Stapelaar voor 3000 vellen ● Stapelt maximaal 3000 vel A4- of Letter-papier ● Stapelt maximaal 1500 vel A3- of Ledger-papier ● Stapelt taken trapsgewijs (offset) of plaatst de eerste pagina van de taak trapsgewijs. De onderste uitvoerbak (uitvoerbak voor afdrukzijde onder) is de standaard uitvoerbak voor alle afdruktaken.
● Stapelt maximaal 50 vel papier per document van A4- en Letter-papier ● Stapelt maximaal 25 vel papier per document van A3- en Ledger-papier ● Vouwt enkelvoudige pagina’s ● Kan maximaal 40 brochures van 5 vel of 20 brochures van 10 vel rugnieten en vouwen. Informatie over nieten De afwerkeenheid kan documenten nieten die tussen 2 en 50 vel papier van 75 g/m2 bevatten van A-4of Letter-formaat of 25 vellen van A3 of 11 x 17-inch formaat of die maximaal 5,5 mm hoog zijn.
Volg onderstaande procedure om een brochure te maken met de printerdriver: ● Bereid de brochure voor: Rangschik de pagina’s op één vel (dit wordt brochureopmaak genoemd) om een brochure te maken. U kunt de brochure in uw eigen softwareprogramma opmaken of u kunt de functie voor het maken van brochures van de printerdriver gebruiken. ● Een omslag toevoegen: U kunt een omslag toevoegen aan de brochure door een afwijkende eerste pagina van een andere papiersoort te selecteren.
2 NLWW Bedieningspaneel ● Het bedieningspaneel gebruiken ● Het menu Beheer gebruiken 11
Het bedieningspaneel gebruiken Het bedieningspaneel heeft een VGA-aanraakscherm dat toegang biedt tot alle functies van het apparaat. Gebruik de knoppen en het numerieke toetsenbord om taken en de apparaatstatus te regelen. De LED's geven de algemene status van apparaat weer. Lay-out van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een grafisch aanraakscherm, bedieningsknoppen voor taken, een numeriek toetsenbord en drie LED's voor de status.
Beginscherm Het beginscherm biedt toegang tot de apparaatfuncties en geeft de huidige status van het apparaat weer. OPMERKING: De functies die op het beginscherm worden weergegeven zijn afhankelijk van de door de systeembeheerder ingestelde apparaatconfiguratie.
7 Netwerkadres Raak Netwerkadres aan om gegevens over de netwerkverbinding op te zoeken. 8 Datum en tijd Hier worden de huidige datum en tijd weergegeven. De systeembeheerder kan de indeling instellen die het apparaat gebruikt om de datum en tijd weer te geven, bijvoorbeeld de 12-uurs indeling of de 24-uurs indeling. Knoppen op het aanraakscherm De statusregel op het aanraakscherm biedt informatie over de status van het apparaat. Hier kunnen verschillende knoppen worden weergegeven.
Het menu Beheer gebruiken Gebruik het menu Beheer om de standaardwerking van het apparaat in te stellen en andere algemene instellingen te maken, bijvoorbeeld de taal en de notatie voor datum en tijd. OPMERKING: Menu's kunnen word vergrendeld door de beheerder. Neem contact op met de beheerder als een menu of menu-item niet beschikbaar is. Navigeren in het menu Beheer Raak op het beginscherm Beheer aan om de menustructuur te openen.
Informatie, menu Beheer > Informatie U kunt dit menu gebruiken om informatiepagina's en rapporten die intern op het apparaat zijn opgeslagen af te drukken. Tabel 2-1 Menu Informatie Menuoptie Submenuoptie Configuratiepagina Faxrapporten (alleen beschikbaar als de HP LaserJet analoog faxaccessoire 300 is geïnstalleerd) Waarden Omschrijving Menustructuur Beheer Afdrukken Geeft de basisstructuur en de instellingen van het menu Beheer en de huidige beheerinstellingen weer.
Tabel 2-1 Menu Informatie (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Voorbeeldpagina's/lettertypen Submenuoptie Waarden Omschrijving PCL-lettertypelijst Afdrukken Een lijst van PCL-lettertypen (printer control language) die momenteel op het apparaat beschikbaar zijn. PS-lettertypelijst Afdrukken Een lijst van postscript-lettertypen die momenteel op het apparaat beschikbaar zijn. Standaard taakopties Beheer > Standaard taakopties Met dit menu kunt u voor elke functie standaardtaakopties definiëren.
Tabel 2-2 Menu Standaardopties voor originelen (vervolg) Menuoptie Waarden Omschrijving Afbeelding aanpassen Donkerheid U kunt deze instelling gebruiken om de uitvoer te optimaliseren voor donkerdere of lichtere originelen die u scant of kopieert. Achtergrond opruimen Verhoog de instelling voor Achtergrond opruimen als u vage afbeeldingen van de achtergrond wilt verwijderen of een lichte achtergrondkleur wilt verwijderen.
Standaardkopieeropties Beheer > Standaard taakopties > Standaardkopieeropties OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Tabel 2-3 Menu Standaardkopieeropties Menuoptie Submenuoptie Waarden Omschrijving Aantal kopieën Typ het aantal exemplaren. De fabrieksinstelling is 1. Stel het standaard aantal exemplaren voor een kopieertaak in. Aantal zijden 1 (standaard) Stel het standaard aantal zijden voor kopieën in.
Standaardfaxopties Beheer > Standaard taakopties > Standaardfaxopties OPMERKING: Dit menu is alleen beschikbaar als de HP LaserJet analoog faxaccessoire 300 is geïnstalleerd. Tabel 2-4 Menu Fax verzenden Menuoptie Submenuoptie Resolutie Waarden Omschrijving Standaard (100x200 dpi) (standaard) Stel de resolutie voor verzonden documenten in. Afbeeldingen met een hogere resolutie bevatten meer dpi (dots per inch), dus de afbeelding wordt gedetailleerder weergegeven.
Standaard e-mailopties Beheer > Standaard taakopties > Standaarde-mailopties U kunt dit menu gebruiken om standaardopties in te stellen voor e-mails die vanaf dit apparaat worden verzonden. OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Menuoptie Waarden Omschrijving Bestandstype document PDF (standaard) Kies de bestandsindeling voor de e-mail.
Standaardopties Verzenden naar map Beheer > Standaard taakopties > Standaardopties Verzenden naar map U kunt dit menu gebruiken om standaardopties in te stellen voor scantaken die naar de computer worden verzonden. OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Menuoptie Waarden Omschrijving Kleur/zwart Kleurenscan Geef op of het bestand zwart of in kleur moet worden weergegeven.
Standaardafdrukopties Beheer > Standaard taakopties > Standaardafdrukopties U kunt dit menu gebruiken om standaardopties in te stellen voor taken die vanaf een computer worden verzonden. OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Tabel 2-6 Menu Standaardafdrukopties Menuoptie Waarden Omschrijving Kopieën per taak Typ een waarde. Gebruik deze functie om het standaardaantal exemplaren voor afdruktaken in te stellen.
Menu Tijd/schema's Beheer > Tijd/Schema's Met dit menu stelt u opties in voor het instellen van de tijd en het in- en uitschakelen van de sluimermodus. OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde.
Tabel 2-7 Menu Tijd/schema's (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Wektijd Maandag Submenuoptie Waarden Omschrijving Uitschakelen (standaard) Kies Speciaal om een wektijd voor elke dag van de week in te stellen. De sluimermodus wordt uitgeschakeld volgens dit schema. Het gebruik van een sluimerschema helpt bij het besparen van energie en bereidt het apparaat voor op gebruik; gebruikers hoeven dan niet te wachten tot het apparaat is opgewarmd.
Menu Beheer Beheer > Beheer Met dit menu stelt u de algemene opties voor apparaatbeheer in. OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Tabel 2-8 Menu Beheer Menuoptie Submenuoptie Knop Netwerkadres Waarden Omschrijving Weergeven (standaard) Gebruik deze optie voor weergave van de knop Netwerkadres op het bedieningspaneel.
Menu Begininstellingen Beheer > Begininstellingen Het menu Eerste installatie bevat de getoonde submenu's: ● Menu Netwerk en I/O ● Menu Fax instellen ● Menu E-mailinstallatie OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Waarden en beschrijving IPV4-instellingen Configuratiemethode Specificeert de methode waarmee TCP/IPv4parameters worden geconfigureerd voor de Jetdirectprintserver. Bootp: Gebruik BootP (Bootstrap Protocol) voor automatische configuratie van een BootP-server. DHCP (Standaard) Gebruik DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) voor de automatische configuratie vanaf een DHCPv4-server.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Waarden en beschrijving Handmatige instellingen (Alleen beschikbaar indien Configuratiemethode is ingesteld op Handmatig) Configureer parameters alleen direct vanaf het bedieningspaneel van de printer: IP-adres: Het unieke IP-adres van de printer (n.n.n.n.) waarbij n een waarde tussen 0 en 255 is. Subnetmasker: Het subnetmasker van de printer (m.m.m.m.) waarbij m een waarde is tussen 0 en 255.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Waarden en beschrijving DHCPv6-beleid Ingestelde router (Standaard) De door de printserver te gebruiken stateful-autoconfiguratiemethode wordt bepaald door een router. De router specificeert of de printserver het adres, de configuratiegegevens of beide verkrijgt van een DHCPv6-server. Router niet beschikbaar: Als er geen router beschikbaar is, moet de printserver proberen de stateful-configuratie van een DHCPv6-server te krijgen.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Submenuoptie A Talk Inschakelen Submenuoptie Waarden en beschrijving Uitschakelen : Schakel het AppleTalk-protocol uit. Aan (standaard): Schakel het AppleTalk-protocol in. DLC/LLC Inschakelen Uitschakelen : Schakel het DLC/LLC-protocol uit. Aan (standaard): Schakel het DLC/LLC-protocol in. Beveiliging Bev. pagina afdrukken Ja: Drukt een pagina af met de huidige beveiligingsinstellingen van de HP Jetdirectprintserver.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Waarden en beschrijving LAN HW-test VOORZICHTIG: Het uitvoeren van deze geïntegreerde test wist uw TCP/IP-configuratie. Deze test voert een interne loopbacktest uit. Een interne loopbacktest verzendt en ontvangt alleen pakketten op de interne netwerkhardware. Er zijn geen externe transmissies op uw netwerk. Selecteer Ja om deze test te kiezen of Nee om deze test niet te kiezen.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Ping-test Waarden en beschrijving Deze test wordt gebruikt om de netwerkcommunicatie te controleren. Deze test zendt link-levelpakketten naar een externe netwerkhost en wacht dan op een juiste respons. Stel de volgende items in om een pingtest uit te voeren: Bestemmingstype Geef aan of het doelapparaat een IPv4- of IPv6knooppunt is. Bestemmings-IP IPv4: Typ het IPv4-adres. IPV6: Typ het IPv6-adres.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Ping-resultaten 34 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel Waarden en beschrijving Met dit item kunt u de ping-teststatus en de resultaten bekijken op het bedieningspaneel. U kunt de volgende items selecteren: Verzonden pakketten Geeft het aantal pakketten (0 - 65535) weer dat naar de externe host is verzonden sinds de meest recente test is gestart of voltooid.
Tabel 2-10 Menu's Jetdirect (vervolg) Menuoptie Verbindingssnelheid Submenuoptie Submenuoptie Waarden en beschrijving De linksnelheid en communicatiemodus van de printserver moeten overeenkomen met die van het netwerk. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het apparaat en de geïnstalleerde printserver. Kies één van de volgende linkconfiguratie-instellingen: VOORZICHTIG: Als u de linkinstelling wijzigt kan de netwerkcommunicatie met de printserver en het netwerkapparaat verloren gaan.
Fax instellen Beheer > Begininstellingen > Fax instellen OPMERKING: Dit menu is alleen beschikbaar als de HP LaserJet analoog faxaccessoire 300 is geïnstalleerd. Tabel 2-11 Menu Fax instellen Menuoptie Submenuoptie Benodigde instellingen Land/regio Submenuoptie Waarden Omschrijving (Vermelde landen/ regio's) De instellingen configureren die wettelijk vereist zijn voor uitgaande faxen. Uitgeschakeld Met deze functie schakelt u PCfaxverzending in of uit.
Tabel 2-11 Menu Fax instellen (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Instellingen faxverzending Volume kiestoon fax Submenuoptie Waarden Omschrijving Uitschakelen Met deze functie stelt u het volume in van de tonen die u hoort wanneer het apparaat het faxnummer kiest.
Tabel 2-11 Menu Fax instellen (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Waarden Omschrijving Interval opnieuw kiezen Het bereik ligt tussen 1 en 5 minuten. De fabrieksinstelling is 5 minuten. Met deze functie stelt u het aantal minuten in tussen de belpogingen als het nummer van de ontvanger bezet is of niet reageert. Kiestoon detecteren Ingeschakeld Met deze functie stelt u in of het apparaat moet controleren of er een kiestoon is voordat de fax wordt verzonden.
E-mailinstallatie Beheer > Begininstellingen > E-mail instellen Met dit menu schakelt u de e-mailfunctie in en configureert u de standaard e-mailinstellingen. OPMERKING: Gebruik de geïntegreerde webserver om geavanceerde e-mailinstellingen te configureren. Zie Geïntegreerde webserver op pagina 154 voor meer informatie. Tabel 2-12 Menu E-mailinstallatie Menuoptie Waarden Omschrijving Adresvalidatie Aan (standaard) Met deze optie kan het apparaat de e-mailsyntaxis controleren als u een e-mailadres typt.
Menu Werking apparaat Beheer > Werking apparaat OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Tabel 2-14 Menu Werking apparaat Menuoptie Submenuoptie Waarden Omschrijving Taal Selecteer de taal uit de lijst. U kunt deze functie gebruiken om een andere taal te selecteren voor berichten op het bedieningspaneel. Als u een andere taal selecteert, verandert mogelijk ook de toetsenbordindeling.
Tabel 2-14 Menu Werking apparaat (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Gedrag van lade Gewenste\nlade gebr. Submenuoptie Waarden Omschrijving Exclusief (standaard) U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe het apparaat taken verwerkt waarvoor een specifieke invoerlade is opgegeven. Eerste Prompt handmatige invoer Altijd (standaard) Tenzij geladen PS-verwerking van \nafdrukmateriaal Ingeschakeld (standaard) Uitgeschakeld Andere lade gebr.
Tabel 2-14 Menu Werking apparaat (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Automatisch afdrukken onderbreken Submenuoptie Waarden Omschrijving Ingeschakeld Als deze functie is ingeschakeld, kunnen kopieertaken afdruktaken onderbreken die zijn ingesteld op het afdrukken van meerdere exemplaren. Uitgeschakeld (Standaard) De kopieertaak wordt in de afdrukwachtrij ingevoegd aan het einde van een exemplaar van de afdruktaak.
Tabel 2-14 Menu Werking apparaat (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Algemene afdrukwerking A4/Letter negeren Submenuoptie Waarden Omschrijving Nee U kunt deze functie gebruiken om af te drukken op papier van Letter-formaat als een A4-taak naar het apparaat is verzonden, maar er geen papier van A4-formaat in het apparaat is geplaatst (of omgekeerd). Deze optie wisselt tevens A3- met Ledger-formaat en omgekeerd.
Tabel 2-14 Menu Werking apparaat (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Waarden Omschrijving PCL Paginalengte Voer een waarde tussen 5 en 128 regels in. De fabrieksinstelling is 60 regels. PCL is een reeks printeropdrachten die Hewlett-Packard heeft ontwikkeld om printerfuncties te kunnen benaderen. Afdrukstand staand (standaard) Selecteer de afdrukstand die meestal wordt gebruikt voor afdruktaken.
Menu Afdrukkwaliteit Beheer > Afdrukkwaliteit OPMERKING: Waarden die zijn voorzien van “(standaard)” zijn de fabrieksinstellingen. Sommige menu-items hebben geen standaardwaarde. Tabel 2-15 Menu Afdrukkwaliteit Menuoptie Submenuoptie Waarden Omschrijving Registratie instellen Testpagina Afdrukken (knop) Druk een testpagina af om de kalibratie in te stellen. Volg de instructies op de pagina om iedere lade in te stellen.
Tabel 2-15 Menu Afdrukkwaliteit (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Modus Klein papier Waarden Omschrijving Normaal (standaard) Kies Langzaam om de MFP aan te passen voor het afdrukken van smal afdrukmateriaal. Langzaam Kalibreren/Reinigen 46 Reinigingspagina maken Maken (knop) Hiermee genereert u een pagina waarmee u overtollige toner van de drukrol in de fuser kunt verwijderen. De pagina bevat instructies die u door het reinigingsproces begeleiden.
Menu Probleemoplossing Beheer > Problemen oplossen OPMERKING: Veel van de menuopties in het menu Probleemoplossing zijn bedoeld voor geavanceerde probleemoplossing. Tabel 2-16 Menu Problemen oplossen Menuoptie Submenuoptie Logbestand Fax T.30-opsporing (alleen beschikbaar als de HP LaserJet analoog faxaccessoire 300 is geïnstalleerd) Submenuoptie Waarden Omschrijving Afdrukken Hiermee worden de gebeurteniscodes en de bijbehorende engine-cycli op het bedieningspaneel weergegeven. T.
Tabel 2-16 Menu Problemen oplossen (vervolg) Menuoptie Submenuoptie Papierbaantest Submenuoptie Waarden Omschrijving Testpagina afdrukken Afdrukken Genereer een testpagina voor het testen van de papierverwerkingsfuncties. Geef op op welke baan de test moet worden uitgevoerd, zodat u specifieke papierbanen kunt testen. Bron Alle laden Geef op of de testpagina wordt afgedrukt vanuit alle laden of vanuit een specifieke lade. Lade 1 Lade 2 (Indien van toepassing worden aanvullende laden weergegeven.
Menu Herstellen Beheer > Herstelfuncties Tabel 2-17 Menu Herstelfuncties Menuoptie Waarden Omschrijving Lokaal adresboek wissen Wissen (knop) Hiermee kunt u alle adressen wissen uit de adresboeken die op het apparaat zijn opgeslagen. Faxactiviteitenlog wissen Ja Hiermee kunt u alle gebeurtenissen uit het faxactiviteitenlog wissen.
50 Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
3 NLWW Software voor Windows ● Windowsondersteunde besturingssystemen ● Ondersteunde printerdrivers voor Windows ● HP Universal Print Driver (UPD) ● Selecteer de juiste printerdriver voor Windows ● Prioriteit van afdrukinstellingen ● Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows ● Ondersteunde hulpprogramma's ● Software voor andere besturingssystemen 51
Windowsondersteunde besturingssystemen De volgende Windows-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: 52 ● Windows XP (32-bits en 64-bits) ● Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits) ● Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) ● Windows 2000 ● Windows Vista Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
Ondersteunde printerdrivers voor Windows Bij HP kunt u de volgende drivers downloaden: ● HP Universal Print Driver (UPD) Postscript, PCL 6, PCL 5 ● Mac-driver ● Linux ● SAP ● UNIX-modelscript Voor de HP LaserJet M9059 MFP is geen productspecifieke driver beschikbaar. Drivers voor dit product zijn beschikbaar bij www.hp.com/go/ljm9059mfp_software of bij het alternatief in uw land of regio.
HP Universal Print Driver (UPD) De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die rechtstreeks toegang biedt tot vrijwel elk HP LaserJet-product, vanaf elke locatie, zonder afzonderlijke drivers te downloaden. De driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert.
Selecteer de juiste printerdriver voor Windows Printerdrivers verschaffen toegang tot productfuncties en zorgen ervoor dat de computer met het apparaat kan communiceren (via een printertaal). Raadpleeg de installatieopmerkingen en de leesmijbestanden voor extra software en talen. HP PCL 6 driveromschrijving ● Aanbevolen voor afdrukken in Windows-omgevingen. ● Biedt de meeste gebruikers de beste snelheid, afdrukkwaliteit en productondersteuning.
Prioriteit van afdrukinstellingen Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. 56 ● Het dialoogvenster Pagina-instelling: Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Pagina-instellingof een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen De configuratie-instellingen van het product wijzigen 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 1. 1. 2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure. 2.
Ondersteunde hulpprogramma's Deze MFP is uitgerust met diverse hulpprogramma’s om het apparaat eenvoudig te kunnen bewaken en beheren op een netwerk. HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een op browsertechnologie gebaseerd hulpmiddel voor printers die via HP Jetdirect zijn aangesloten op een intranet, en moet alleen op de netwerkcomputer van de beheerder worden geïnstalleerd. OPMERKING: Voor volledige ondersteuning van dit apparaat is HP Web Jetadmin 10.0 of hoger vereist.
Software voor andere besturingssystemen NLWW Besturingssysteem Software UNIX Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar www.hp.com/support/net_printing om de HP Jetdirect printer installer voor UNIX te downloaden. Linux Ga voor informatie naar www.hp.com/go/linuxprinting.
60 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
4 NLWW Het product gebruiken met Macintosh ● Software voor Macintosh ● Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken 61
Software voor Macintosh Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh De volgende Macintosh-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: ● Mac OS X v10.3, v10.4, v10.5 en hoger OPMERKING: Voor Mac OS X V10.4 en hoger worden Mac's met PPC en Intel Core-processoren ondersteund. Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript® Printer Description), PDE's (Printer Dialog Extensions) en de HP Printer Utility voor Macintosh.
Software voor Macintosh installeren voor netwerken Mac OS X V10.3 en later 1. Sluit de netwerkkabel aan tussen de HP Jetdirect-afdrukserver en een netwerkpoort. 2. Download de driver via www.hp.com/go/ljm9059mfp_software. U kunt de driver ook bij uw dealer krijgen. 3. Dubbelklik op het pictogram van het Installatieprogramma in de map met de HP LaserJet Installer. 4. Volg de instructies op het computerscherm. 5. Klik in het Apple-menu op Systeemvoorkeuren en vervolgens op Afdrukken en faxen. 6.
De HP Printer Utility openen De HP Printer Utility openen in Mac OS X V10.3 en V10.4 1. Open de Finder, klik op Programma's, klik op Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Printerconfiguratie. 2. Selecteer het product dat u wilt configureren en klik vervolgens op Hulpprogramma. De HP Printer Utility openen in Mac OS X V10.5 ▲ Klik in het menu Printer op Printer Utility. -ofKlik in de Wachtrij op het pictogram Hulpprogramma.
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Macintosh Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. ● Dialoogvenster Pagina-instelling: klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare opdracht op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te openen.
Software verwijderen uit het Macintosh-besturingssysteem Als u software van een Macintosh-computer wilt verwijderen, sleept u de PPD-bestanden naar de prullenbak. Ondersteunde hulpprogramma's voor Macintosh Geïntegreerde webserver Het apparaat beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over apparaat- en netwerkactiviteiten. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer, Netscape Navigator, Apple Safari of Firefox.
Functies van de Macintosh-printerdriver gebruiken Voorinstellingen voor afdrukken maken en gebruiken in Macintosh Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. Een voorinstelling voor afdrukken maken 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Selecteer de driver. 3. Selecteer de afdrukinstellingen. 4. Klik in het venster Instellingen op Bewaar als... en typ een naam voor de voorinstelling. 5.
OPMERKING: voorblad. Als u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type Watermerken gebruiken Een watermerk is een mededeling, bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', die wordt afgedrukt op de achtergrond van elke pagina van het document. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Watermerken. 3. Selecteer naast Modus het type watermerk dat u wilt gebruiken. Selecteer Watermerk als u een semitransparant bericht wilt afdrukken.
Twee zijden van de pagina bedrukken (afdrukken in duplex) Automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruiken 1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier zoals briefpapier plaatst, plaats het dan op een van de volgende manieren: ● Plaats voor lade 1 het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven. De onderkant moet als eerste in de printer worden ingevoerd.
Taken opslaan U kunt taken op het apparaat opslaan, zodat u ze op een willekeurig tijdstip kunt afdrukken. U kunt opgeslagen taken delen met andere gebruikers of deze privé maken. 1. Klik in het menu Archief op Druk af. 2. Open het menu Taakopslag. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Taakopslag het type opgeslagen taak. 4. Voer voor opgeslagen taken van de typen Opgeslagen taak, Persoonlijke taak en Opgeslagen persoonlijke taak een naam in het venster Taaknaam in.
5 NLWW Connectiviteit ● USB-verbinding ● Extra aansluiting ● Netwerkconfiguratie 71
USB-verbinding Deze MFP ondersteunt een Type B Hi-speed USB 2.0-verbinding voor afdrukken.
Extra aansluiting Deze MFP heeft een extra aansluiting voor uitvoerapparaten voor papierverwerking. De poort bevindt zich aan de achterzijde van de MFP.
Netwerkconfiguratie Mogelijk moet u bepaalde netwerkparameters op het apparaat configureren. U kunt deze parameters configureren op de volgende locaties: ● Installatiesoftware ● Bedieningspaneel van het apparaat ● Geïntegreerde webserver ● Beheersoftware (HP Web Jetadmin of HP LaserJet Utility voor Macintosh) OPMERKING: Zie Geïntegreerde webserver op pagina 154 voor meer informatie over het gebruik van de geïntegreerde webserver.
7. Raak Configuratiemethode aan. 8. Raak Handmatig aan. 9. Raak Opslaan aan. 10. Raak Handmatige instellingen aan. 11. Raak IP-adres aan. 12. Raak het tekstvak voor het IP-adres aan. 13. Typ het IP-adres met het toetsenbord op het touch-screen. 14. Raak OK aan. 15. Raak Opslaan aan. Subnetmasker instellen 1. Ga naar Beheer en raak deze optie aan. 2. Ga naar Eerste installatie en raak deze optie aan. 3. Raak Netwerk en I/O aan. 4. Raak Geintegreerde Jetdirect aan. 5. Raak TCP/IP aan. 6.
6. Raak IPV4-instellingen aan. 7. Raak Configuratiemethode aan. 8. Raak Handmatig aan. 9. Raak Opslaan aan. 10. Raak Handmatige instellingen aan. 11. Raak Standaardgateway aan. 12. Raak het tekstvak voor de standaardgateway aan. 13. Typ de standaardgateway met het toetsenbord op het touch-screen. 14. Raak OK aan. 15. Raak Opslaan aan.
AppleTalk uitschakelen 1. Ga naar Beheer en raak deze optie aan. 2. Ga naar Eerste installatie en raak deze optie aan. 3. Raak Netwerk en I/O aan. 4. Raak Geintegreerde Jetdirect aan. 5. Raak AppleTalk aan. 6. Raak Inschakelen aan. 7. Raak Uitschakelen aan. 8. Raak Opslaan aan. DLC/LLC uitschakelen 1. Ga naar Beheer en raak deze optie aan. 2. Ga naar Eerste installatie en raak deze optie aan. 3. Raak Netwerk en I/O aan. 4. Raak Geintegreerde Jetdirect aan. 5. Raak DLC/LLC aan. 6.
78 Hoofdstuk 5 Connectiviteit NLWW
6 NLWW Papier en afdrukmateriaal ● Het gebruik van papier en afdrukmateriaal ● Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal ● Aangepaste papierformaten ● Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal ● Papier en afdrukmateriaal plaatsen ● Laden configureren ● Uitvoerbak selecteren 79
Het gebruik van papier en afdrukmateriaal Dit product ondersteunt een grote verscheidenheid aan papier en ander afdrukmateriaal. Zie hiervoor de richtlijnen in deze gebruikershandleiding.
Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en past zich aan verschillende materialen aan. OPMERKING: Voor de beste afdrukresultaten dient u voor het afdrukken de meest geschikte papierformaten en papiersoorten te selecteren in de printdriver.
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten (vervolg) 82 Formaat Afmetingen Dubbele briefkaart 148 x 200 mm Briefkaart (VS) 88.9 x 139.
Aangepaste papierformaten Dit product ondersteunt diverse aangepaste papierformaten. Ondersteunde aangepaste formaten zijn formaten die binnen de richtlijnen voor minimum- en maximumpapierformaat voor het product liggen maar die niet worden weergegeven in de tabel met ondersteunde papierformaten. Geef het aangepaste formaat in de printerdriver op wanneer u een ondersteund aangepast formaat gebruikt en plaats het papier in een lade die de aangepaste formaten ondersteunt.
Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal Dit product ondersteunt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Hanteer de volgende richtlijnen om bevredigende resultaten te verkrijgen. Voor de beste afdrukresultaten moet u, wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal gebruikt, de soort en het formaat instellen in uw printerdriver. VOORZICHTIG: HP LaserJet-printers gebruiken tonerkatalysators om dry toner-deeltjes met zeer precieze stippen op het papier te drukken.
Papier en afdrukmateriaal plaatsen Dit gedeelte bevat informatie over het laden van papier van standaard- en aangepast formaat in de vier invoerladen. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u nooit papier verwijdert uit of bijvult in lade 1 en nooit lade 2, lade 3 of lade4 opent terwijl u afdrukt of kopieert vanuit deze lade. Dit kan papierstoringen veroorzaken. Druk etiketten en enveloppen alleen af vanuit lade 1 om schade aan de MFP te voorkomen. Stuur etiketten, enveloppen en transparanten naar de bovenste bak.
3. Stel de papierlengtegeleiders zodanig bij dat deze de papierstapel net aanraken, maar het papier niet buigen. Afbeelding 6-3 Vul lade 1 (3 van 3) 4. Zorg dat het papier onder de lipjes op de geleiders past en niet boven de indicatoren voor het papierniveau uitkomt. OPMERKING: Als u afdrukt op A3, 11x17 of ander materiaal van lang formaat, trekt u het verlengstuk van de lade uit tot het niet verder kan. Laden 2, 3 en 4 vullen Laden 2 en 3 kunnen maximaal 500 vel standaardpapier bevatten.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u nooit papier verwijdert uit of bijvult in een lade terwijl u vanuit deze lade afdrukt. Dit kan papierstoringen veroorzaken. 1. Open de lade zo ver mogelijk. Afbeelding 6-4 Laden 2, 3 en 4 vullen (1 van 6) 2. Stel de linkerpapiergeleider (Y) bij door op het lipje op de geleider te drukken en de geleider tegen het juiste papierformaat te schuiven. Afbeelding 6-5 Laden 2, 3 en 4 vullen (2 van 6) 3.
5. Stel de schakelaar Custom/Standard (Aangepast/Standaard) in op Standard (Standaard). Afbeelding 6-8 Laden 2, 3 en 4 vullen (5 van 6) 6. Sluit de lade. Op het bedieningspaneel van de MFP wordt de materiaalsoort en het formaat voor de lade mogelijk weergegeven. Als de configuratie niet juist is, raakt u Wijzigen op het bedieningspaneel aan. Als de configuratie juist is, raakt u OK aan.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u nooit papier verwijdert uit of bijvult in een lade terwijl u vanuit deze lade afdrukt. Dit kan papierstoringen veroorzaken. 1. Open de lade zo ver mogelijk. Afbeelding 6-10 Niet-detecteerbaar papier van standaardformaat plaatsen in laden 2, 3 en 4 (1 van 6) 2. Druk op het lipje op de voorste papiergeleider en schuif de geleider geheel naar buiten. 3. Druk op het lipje op de linkerpapiergeleider en schuif de geleider geheel naar buiten. 4.
6. Stel de voorste papiergeleider bij door op de lipjes op de geleider te drukken en verschuif de geleider totdat deze de rand van het papier net aanraakt. Afbeelding 6-13 Niet-detecteerbaar papier van standaardformaat plaatsen in laden 2, 3 en 4 (4 van 6) OPMERKING: staat. 7. Controleer bij het vullen van lade 4 of de papiergeleidervergrendeling omhoog Stel de schakelaar Custom/Standard (Aangepast/Standaard) in op Custom (Aangepast).
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u nooit papier verwijdert uit of bijvult in een lade terwijl u vanuit deze lade afdrukt. Dit kan papierstoringen veroorzaken. 1. Open de lade zo ver mogelijk. Afbeelding 6-16 Aangepast afdrukmateriaal plaatsen in laden 2, 3 en 4 (1 van 6) 2. Druk op het lipje op de voorste papiergeleider (X) en schuif de geleider geheel naar buiten. 3. Druk op het lipje op de linkerpapiergeleider (Y) en schuif de geleider geheel naar buiten. 4.
7. Stel de voorste papiergeleider (X) bij door op de lipjes op de geleider te drukken en verschuif de geleider totdat deze de rand van het papier net aanraakt. Afbeelding 6-20 Aangepast afdrukmateriaal plaatsen in laden 2, 3 en 4 (5 van 6) 8. Let op de richting van het papier en op de waarde van de X- en Y-afmetingen. De X- en Y-afmeting worden aangegeven in de lade. U hebt deze informatie nodig voor een latere stap. OPMERKING: staat. 9.
Laden configureren In de volgende situaties wordt u mogelijk automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat wanneer u afdrukmateriaal in de laden plaatst. Het volgende bericht wordt op het bedieningspaneel weergegeven: Lade [type] [formaat] Raak “Wijzigen” aan om formaat of soort te wijzigen. Raak "OK" aan om te accepteren.. OPMERKING: De aanwijzing wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en als lade 1 is geconfigureerd volgens Elk formaat en Elk soort.
Bron Als u vanuit de Bron wilt afdrukken, selecteert u een bepaalde lade waaruit het materiaal moet worden gehaald. De MFP probeert uit de opgegeven lade af te drukken, ongeacht het soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade selecteert die is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, drukt de MFP niet automatisch af.
Uitvoerbak selecteren De MFP heeft ten minste twee locaties voor uitvoerbakken: de ADF-uitvoerbak (1) en een uitvoerbak op het uitvoerapparaat. Afbeelding 6-22 Uitvoerbakken U wordt geadviseerd een uitvoerlocatie te selecteren in uw softwareprogramma of printerdriver.
maximaal 50 vel papier per document. De bovenste bak is de standaard uitvoerbak als de multifunctionele afwerkeenheid wordt aangesloten. De onderste brochurebak (7) is de onderste bak op de multifunctionele afwerkeenheid. Deze bak biedt een functie voor vouwen en rugnieten van brochures met maximaal 10 vel papier. Uitvoerlocatie selecteren Afdrukken... U wordt geadviseerd een uitvoerlocatie (bak) te selecteren in uw programma of stuurprogramma.
7 NLWW Afdruktaken ● Materiaalsoort en materiaal in lade plaatsen ● Functies van de Windows-printerdriver gebruiken ● Documenten nieten ● Een afdruktaak annuleren ● Enveloppen afdrukken ● Functies voor afdruktaakopslag 97
Materiaalsoort en materiaal in lade plaatsen Minimale materiaalafmetingen zijn 98 x 191 mm. Maximale materiaalafmetingen zijn 312 x 470 mm. Tabel 7-1 Materiaalinformatie lade 1 Soort afdrukmateriaal Specificaties afdrukmateriaal Hoeveelheid afdrukmateriaal Stuurprogrammainstellingen Afdrukstand papier Papier en karton, standaardformaten Maximum stapelhoogte: 10 mm Standaard of niet opgegeven N.v.t. 64 g/m2 tot 216 g/m2 Dubbelzijdig afdrukken: 64 g/m2 tot 199 g/m2 Gelijk aan 100 vel 75 g/ m2.
Tabel 7-3 Materiaalinformatie lade 4 NLWW Soort afdrukmateriaal Specificaties afdrukmateriaal Hoeveelheid afdrukmateriaal Stuurprogrammainstellingen Afdrukstand papier Papier en karton 64 g/m2tot 199 g/m2 Maximaal 2000 vel Standaard of niet opgegeven N.v.t.
Functies van de Windows-printerdriver gebruiken De printerdriver openen Taak Stappen De printerdriver openen Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. Hulp krijgen bij een afdrukoptie Klik op ? in the rechterbovenhoek van de printerdriver en klik vervolgens op een willekeurig item in de printerdriver. Er wordt een pop-upbericht weergegeven, met daarin informatie over het desbetreffende item.
Procedure voor Uit te voeren stappen Pas de afdrukresolutie van afgedrukte afbeeldingen aan. In de zone Afdrukkwaliteit selecteert u een optie in de eerste keuzelijst. Raadpleeg de online Help van de printerdriver voor meer informatie over de beschikbare opties. Selecteer Conceptkwaliteit afdrukken In de zone Afdrukkwaliteit klikt u op EconoMode. Documenteffecten instellen Voor het uitvoeren van de volgende taken, opent u de printerdriver en klikt u op het tabblad Effecten.
OPMERKING: De opties die op dit tabblad beschikbaar zijn, hangen af van het afwerkingsapparaat dat u gebruikt. Taak Stappen Nietopties selecteren Selecteer in de vervolgkeuzelijst Nieten een nietoptie. Een scheidingspagina afdrukken tussen verschillende exemplaren a) Klik op Taakscheiding. Het dialoogvenster Details scheidingspagina wordt geopend. b) In de vervolgkeuzelijst Details scheidingspagina klikt u op Scheidingspagina en vervolgens selecteert u een papierbron en een papiersoort.
Taak Stappen De gebruikersnaam voor een opgeslagen taak instellen Klik in het gedeelte Gebruikersnaam op Gebruikersnaam om de standaard Windows-gebruikersnaam te gebruiken. Als u een andere gebruikersnaam wilt opgeven, klikt u op Aangepast en typt u de naam. Een naam voor de opgeslagen taak opgeven a) Klik in het gedeelte Taaknaam op Automatisch om de standaardtaaknaam te gebruiken. Als u een taaknaam wilt opgeven, klikt u op Aangepast en typt u de naam.
Taak Stappen Briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor elke taak op dezelfde manier plaatsen, of er nu enkelzijdig of dubbelzijdig wordt afgedrukt a) Open het gedeelte Documentopties en vervolgens het gedeelte Printerfuncties. b) In de vervolgkeuzelijst Alternatieve modus voor briefpapier selecteert u Aan. c) Plaats het papier in het product zoals u zou doen voor dubbelzijdig afdrukken.
Documenten nieten OPMERKING: Nietfuncties zijn alleen beschikbaar als de nietmachine/stapelaar of de multifunctionele afwerkeenheid bij de MPP gevoegd zijn. Stel de nietmachine op het bedieningspaneel in voor afgedrukte taken U kunt de nietmachine doorgaans selecteren vanuit het door u gebruikte softwareprogramma of de printerdriver. Sommige opties zijn mogelijk echter alleen beschikbaar vanuit de printerdriver. Zie Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows op pagina 57 voor meer informatie.
Het apparaat configureren voor stoppen of doorgaan als de nietcartridge leeg is U kunt opgeven of de MFP stopt met afdrukken als de nietcartridge leeg is of doorgaat met afdrukken maar zonder te nieten. 1. Ga naar Beheer en raak deze optie aan. 2. Ga naar Werking apparaat en raak deze optie aan. 3. Ga naar en raak Nietmachine/stapelaar of Multifunct. Afwerkeenheidaan. 4. Raak Nietjes op aan. 5.
3. Trek de groene hendel bij de lege nietcassette omhoog en trek vervolgens de cassette naar buiten. Afbeelding 7-3 Nietjes in stapelaar/nietmachine plaatsen (3 van 5) 4. Plaats de nieuwe nietcassette en druk de groene hendel naar beneden zodat de cassette op zijn plaats vastklikt. Afbeelding 7-4 Nietjes in stapelaar/nietmachine plaatsen (4 van 5) 5. Sluit de klep van de nietmachine en duw de stapelaar/nietmachine terug op zijn plaats.
2. Schuif de nietmachine naar u toe. Afbeelding 7-7 Nietjes in de multifunctionele afwerkeenheid plaatsen (2 van 8) 3. Draai aan de grote groene knop totdat de blauwe stip in het venster van de nietmachine verschijnt. Afbeelding 7-8 Nietjes in de multifunctionele afwerkeenheid plaatsen (3 van 8) 4. Draai de kleine groene knop van de nietmachine met de klok mee totdat de nietcassette naar de linkerkant van de nietmachine gaat.
6. Plaats de nieuwe nietcassette en klik deze vast. Afbeelding 7-11 Nietjes in de multifunctionele afwerkeenheid plaatsen (6 van 8) 7. Schuif de nietmachine in de afwerkeenheid. Afbeelding 7-12 Nietjes in de multifunctionele afwerkeenheid plaatsen (7 van 8) 8. Sluit de klep van de nietmachine en plaats de multifunctionele afwerkeenheid weer tegen de MFP aan.
Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak afbreken vanaf het bedieningspaneel of vanuit het programma. Voor instructies voor het afbreken van een afdruktaak vanaf een computer in een netwerk, raadpleegt u de online Help van de desbetreffende netwerksoftware. OPMERKING: Nadat een afdruktaak is geannuleerd, kan het even duren voordat alle afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd. De huidige afdruktaak stoppen via het bedieningspaneel 1. Druk op het bedieningspaneel op Stop. 2.
Enveloppen afdrukken Enveloppen moet u afdrukken via lade1, waarin u maximaal 10 enveloppen kunt plaatsen. De afdrukprestaties zijn afhankelijk van het type envelop. Maak eerst altijd een aantal proefafdrukken met enveloppen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen. Zie Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 81 of ga naar www.hp.com/support/ljm9059mfp voor specificaties van enveloppen.
3. Schuif de geleiders tegen de stapel enveloppen, echter zonder dat deze opbollen. De enveloppen moeten onder de lipjes op de geleiders passen. Afbeelding 7-16 Enveloppen laden in lade 1 (3 van 3) 4. Verplaats de fuserhendels (zie Verplaats de fuserhendels. op pagina 112). Verplaats de fuserhendels. 1. Schuif het uitvoerapparaat weg van de MFP om de linkerklep te kunnen openen. Afbeelding 7-17 Verplaats de fuserhendels (1 van 4) 2. Open de linkerklep.
3. Zoek de twee blauwe hendels en breng deze omhoog. OPMERKING: Nadat u de enveloppen hebt afgedrukt, zet u de fuserhendels weer naar beneden. VOORZICHTIG: Als u de fuserhendels niet terugplaatst naar de lage stand voor standaardpapiersoorten, kan dit leiden tot een slechte afdrukkwaliteit. Afbeelding 7-19 Verplaats de fuserhendels (3 van 4) 4. Sluit de linkerklep. Afbeelding 7-20 Verplaats de fuserhendels (4 van 4) 5. Schuif het uitvoerapparaat weer terug op zijn plaats.
VOORZICHTIG: Als u de fuserhendels niet terugplaatst naar de lage stand voor standaardpapiersoorten, kan dit leiden tot een slechte afdrukkwaliteit.
Functies voor afdruktaakopslag Voor dit afdruktaken zijn de volgende functies voor taakopslag beschikbaar: ● Controleren en vasthouden-taken: Deze functie biedt een snelle en eenvoudige methode om één exemplaar van een taak af te drukken en te controleren en vervolgens de overige exemplaren af te drukken. ● Persoonlijke taken: Wanneer u een privé-taak naar het apparaat verstuurt, wordt de taak pas afgedrukt wanneer u de vereiste PIN-code (Personal Identification Number) via het bedieningspaneel invoert.
De functie Controleren en vasthouden gebruiken Deze functie Controleren en vasthouden biedt een snelle en eenvoudige methode om één exemplaar van een taak af te drukken en te controleren. Als u de taak permanent wilt opslaan en wilt voorkomen dat het apparaat deze verwijdert wanneer extra schijfruimte nodig is, selecteert u in de driver de optie Opgeslagen taak.
de afdruktaak naar het apparaat hebt gestuurd, moet u de PIN-code gebruiken om de taak af te drukken. Een persoonlijke taak maken Een afdruktaak wordt in het stuurprogramma als persoonlijke taak opgegeven door de optie Persoonlijke taak te selecteren en een gebruikersnaam, een taaknaam en een 4-cijferige pincode in te voeren in het veld Maak taak privé. De taak wordt pas afgedrukt nadat u de PIN hebt ingevoerd op het bedieningspaneel van het apparaat.
De functie voor snelkopiëren gebruiken De snelkopieerfunctie drukt het opgevraagde aantal exemplaren van een taak af en slaat een exemplaar op de harde schijf van het apparaat op. Extra exemplaren van de taak kunnen later worden afgedrukt. Deze functie kan in de printerdriver worden uitgeschakeld. Het standaardaantal verschillende snelkopieertaken dat op het apparaat kan worden opgeslagen is 32. Op het bedieningspaneel kunt u het standaardaantal wijzigen. Zie Navigeren in het menu Beheer op pagina 15.
5. Raak Verwijderen aan. 6. Raak Ja aan. De functie voor opgeslagen taken gebruiken U kunt een afdruktaak op de harde schijf van het apparaat opslaan zonder er een afdruk van te maken. U kunt de taak wanneer u wilt afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. U kunt bijvoorbeeld een personeelsformulier, agenda of urenregistratie of rekenformulier downloaden, dat gebruikers kunnen afdrukken wanneer ze het nodig hebben.
120 Hoofdstuk 7 Afdruktaken NLWW
8 Kopiëren Dit apparaat kan functioneren als een zelfstandig, direct toegankelijk kopieerapparaat. U hoeft de software voor het afdruksysteem niet op de computer te installeren, u kunt de kopieerinstellingen op het bedieningspaneel wijzigen. U kunt ook originelen kopiëren door de documentinvoer of de scannerglasplaat te gebruiken.
Werken met het kopieerscherm Raak op het beginscherm Kopiëren aan om het kopieerscherm te openen. Let op dat alleen de eerste zes kopieerfuncties meteen zichtbaar zijn. Om bijkomende kopieerfuncties te bekijken, raakt u Meer opties aan.
Standaardkopieeropties instellen Via het beheermenu kunt u standaardinstellingen opgeven die gelden voor alle kopieertaken. Desgewenst kunt u voor een aparte taak de meeste instellingen onderdrukken. Nadat deze taak is voltooid, gelden de standaardinstellingen weer. 1. Blader op het beginscherm naar Beheer en raak deze optie aan. 2. Raak achtereenvolgens Standaard taakopties en Standaardkopieeropties aan. 3. Er zijn verschillende opties beschikbaar.
Basisinstructies voor kopiëren In dit gedeelte vindt u de basisinstructies voor het kopiëren. Kopiëren vanaf de glasplaat Vanaf de glasplaat kunt u maar liefst 999 kopieën maken van klein, licht of zwaar afdrukmateriaal. U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld bonnen, krantenknipsels, foto's, oude documenten, versleten documenten en boeken. Plaats de originele documenten met de te kopiëren zijde omlaag op de glasplaat. Leg de hoek van het origineel tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Kopieerinstellingen aanpassen Het apparaat biedt verschillende functies waarmee u de uitgevoerde kopieën kunt optimaliseren. Deze functies zijn alle toegankelijk via het scherm Kopiëren. Het scherm Kopiëren bestaat uit verschillende pagina's. Raak Meer opties op de eerste pagina aan om naar de volgende pagina te gaan. Vervolgens kunt u met de pijl-omhoog of -omlaag naar andere pagina's schuiven.
Dubbelzijdige documenten kopiëren U kunt dubbelzijdige documenten zowel handmatig als automatisch kopiëren. Dubbelzijdige documenten manueel kopiëren Kopies die via deze procedure worden gemaakt, worden afgedrukt op één zijde en moeten met de hand worden gesorteerd. 1. Plaats de documenten die u wilt kopiëren in de invoerlade van de documentinvoer, met de eerste pagina naar beneden en met de bovenkant van de pagina naar de documentinvoer gericht. 2. Raak Start kopiëren aan.
3. Raak Zijden aan. 4. Raak dubbelzijdig origineel, dubbelzijdige uitvoer aan. 5. Raak OK aan. 6. Raak Start kopiëren aan. Enkelzijdige kopieën maken van dubbelzijdige documenten NLWW 1. Plaats de documenten die u wilt kopiëren in de documentinvoer met de eerste pagina naar beneden en met de bovenkant van de pagina naar de invoer gericht. 2. Raak op het bedieningspaneel Kopiëren aan. 3. Raak Zijden aan. 4. Raak dubbelzijdig origineel, enkelzijdige uitvoer aan. 5. Raak OK aan. 6.
Originelen van verschillende formaten combineren U kunt originelen kopiëren die zijn afgedrukt op verschillende papierformaten mits de vellen papier één afmeting gemeen hebben. U kunt bijvoorbeeld de papierformaten A4 en A5 combineren, of de formaten letter en legal. 1. Leg de vellen in het originele document zo dat zij alle dezelfde breedte hebben. 2. Leg de vellen met de kopieerzijde omlaag in de documentinvoer en schuif beide papiergeleiders tegen het document. 3.
Wijzig de instelling voor kopiëren-sorteren U kunt het apparaat zodanig instellen dat meerdere exemplaren van kopieën automatisch worden gesorteerd in sets. Als u de functie voor automatisch sorteren hebt ingeschakeld en bijvoorbeeld twee kopieën maakt van drie pagina's, worden de pagina's in deze volgorde afgedrukt: 1,2,3,1,2,3. Als de functie voor automatisch sorteren niet is ingeschakeld, worden de pagina's in deze volgorde afgedrukt: 1,1,2,2,3,3.
Foto's en boeken kopiëren Een foto kopiëren OPMERKING: Kopieer foto's vanaf de flatbed scanner en niet vanuit de documentinvoer. 1. Open de klep en leg de foto met de afbeelding omlaag op de flatbed scanner. Leg de linkerbovenhoek van de foto tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2. Sluit het deksel voorzichtig. 3. Raak Start kopiëren aan. Boek kopiëren 1.
Kopieertaken combineren met Taak creëren Gebruik de functie Taak creëren om één kopieertaak te maken van meerdere scans. U kunt hiervoor zowel de documentinvoer als de glasplaat gebruiken. De instellingen voor de eerste scan worden gebruikt voor volgende scans. 1. Raak Kopiëren aan. 2. Ga naar Taak creëren en raak deze optie aan. 3. Raak Taak creëren aan aan. 4. Raak OK aan. 5. Selecteer zo nodig de gewenste kopieeropties. 6. Raak Start kopiëren aan.
Een kopieertaak annuleren Als u een kopieertaak die bezig is, wilt annuleren, raakt u Stop op het bedieningspaneel aan. Hiermee stopt u het apparaat. Raak vervolgens Huidige taak annuleren aan. OPMERKING: Als u een kopieertaak annuleert, wis dan het document van de flatbedscanner of van de automatische documentinvoer.
Functies voor kopieertaakopslag U kunt een opgeslagen kopieertaak maken op het bedieningspaneel van het apparaat, die later afgedrukt kan worden. Een opgeslagen kopieertaak maken 1. Leg het origineel met de afdrukzijde omlaag op de scannerglasplaat of met de afdrukzijde omlaag in de ADF. 2. Raak in het beginscherm Taakopslag aan. 3. Raak het tabblad Maken aan. 4. Geef de naam voor de opgeslagen taak op een van de volgende manieren op: ● Kies een bestaande map in de lijst.
Een opgeslagen kopieertaak verwijderen Taken die zijn opgeslagen op de harde schijf kunnen via het bedieningspaneel worden gewist. 1. Raak in het beginscherm Taakopslag aan. 2. Raak het tabblad Ophalen aan. 3. Ga naar de map Taakopslag en raak de map aan waar de opgeslagen taak in staat. 4. Ga naar de opgeslagen taak die u wilt verwijderen en raak deze aan. 5. Raak Verwijderen aan. 6. Raak Ja aan.
9 Scannen en verzenden naar een emailadres De MFP biedt mogelijkheden voor kleurenscans en digitaal verzenden. Via het bedieningspaneel kunt u documenten in zwart-wit of kleur scannen en deze als e-mailbijlage naar een e-mailadres verzenden. Het apparaat moet zijn aangesloten op een LAN (local area network) om digitaal verzenden te kunnen gebruiken. OPMERKING: Als e-mail niet is geconfigureerd, wordt het e-mailpictogram niet op het bedieningspaneel weergegeven.
Configureer het apparaat om e-mail te verzenden Alvorens u een document naar e-mail kunt verzenden, dient u het apparaat te configureren. OPMERKING: Met de volgende instructies kunt u het apparaat op het bedieningspaneel configureren. U kunt deze procedures ook uitvoeren met gebruik van de geïntegreerde webserver. Zie Geïntegreerde webserver op pagina 154 voor meer informatie.
De SMTP-instellingen testen 1. Raak in het beginscherm Beheer aan. 2. Raak Eerste installatie aan. 3. Raak achtereenvolgens E-mailinstallatie en Gateway voor versturen testen aan. Als de configuratie juist is, verschijnt Gateways OK op het display van het bedieningspaneel. Als de eerste test met succes is afgerond kunt u een e-mail naar uzelf sturen met de functie digitaal verzenden. De functie is correct geconfigureerd als u de e-mail ontvangt.
Het scherm E-mail verzenden gebruiken Met het aanraakscherm navigeert u door de opties van het scherm E-mail verzenden. 1 E-mail verzenden Door het aanraken van deze knop wordt het document gescand en wordt een e-mailbestand verzonden naar de opgegeven e-mailadressen. 2 Knop Beginscherm Het aanraken van deze knop opent het beginscherm. 3 Veld te bewerken Raak dit veld aan om het toetsenbord te openen zodat u een e-mailadres kunt typen.
Basisfuncties voor e-mail uitvoeren De e-mailfunctie van het apparaat biedt de volgende voordelen: ● U kunt documenten verzenden naar meerdere e-mailadressen, wat tijd en afleverkosten bespaart. ● U kunt bestanden in zwart-wit en in kleur afleveren. Bestanden kunnen worden verzonden in verschillende bestandsindelingen die de ontvanger kan bewerken. Met e-mail worden documenten gescand in het geheugen van het apparaat en als e-mailbijlage verzonden naar een of meerdere e-mailadressen.
6. Druk op Start om het verzenden te starten. 7. Als u gereed bent, verwijdert u het originele document van de scannerglasplaat, ADF, of uitvoerbak. De functie voor automatisch invullen gebruiken Als u tekens typt in de velden Aan:, Cc: of Van: op het scherm E-mail verzenden wordt de functie voor automatisch aanvullen ingeschakeld.
Het adresboek gebruiken U kunt e-mail verzenden naar een lijst ontvangers door de functie voor adresboek van het apparaat te gebruiken. Raadpleeg uw systeembeheerder voor informatie over het configureren van adreslijsten. OPMERKING: U kunt ook de geïntegreerde webserver (EWS) gebruiken om het e-mailadresboek te maken en te beheren. U kunt het EWS e-mailadresboek ook gebruiken om afzonderlijke e-mailadressen of e-maildistributielijsten toe te voegen, te bewerken of te verwijderen.
U kunt het adresboek gebruiken als u e-mailadressen in de velden Van:, Aan:, Cc:, of Bcc: typt. U kunt ook adressen toevoegen of verwijderen uit het adresboek. Open het adresboek door de adresboekknop ( ) aan te raken. E-mailadressen toevoegen aan het lokale adresboek 1. Raak Lokaal aan. 2. Raak 3. (Optie) Raak het veld Naam aan en voer op het weergegeven toetsenbord een naam voor de nieuwe invoer in. Raak OK aan. aan. De naam is de alias voor het e-mailadres.
E-mailinstellingen wijzigen voor de huidige taak Gebruik de knop Meer opties om de volgende e-mailinstellingen voor de huidige afdruktaak te wijzigen: NLWW Knop Omschrijving Bestandstype document Raak deze knop aan om de indeling van het gescande bestand te wijzigen. Uitvoerkwaliteit Raak deze knop aan om de afdrukkwaliteit van het gescande bestand te verhogen of te verlagen. Een hogere kwaliteitsinstelling levert een groter bestand op. Resolutie Raak deze knop aan om de scanresolutie te wijzigen.
Scannen naar een map Als de systeembeheerder de functie beschikbaar heeft gesteld, kan het apparaat een gescand bestand naar een map op het netwerk verzenden. Ondersteunde besturingssystemen voor mapbestemmingen zijn onder meer Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Server 2008 en Windows Vista. OPMERKING: U moet mogelijk een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren om deze optie te gebruiken of om te kunnen verzenden naar bepaalde mappen. Raadpleeg de systeembeheerder voor meer informatie. 1.
Scannen naar een workflow-bestemming OPMERKING: Deze functie is een onderdeel van de optionele Digital Sending Software. Als de systeembeheerder de workflow-functionaliteit heeft ingeschakeld, kunt u een document scannen en naar een aangepaste workflow-bestemming verzenden. Een workflow-bestemming geeft u de mogelijkheid aanvullende informatie met het gescande document te verzenden naar een opgegeven netwerk of FTP-locatie (File Transfer Protocol).
146 Hoofdstuk 9 Scannen en verzenden naar een e-mailadres NLWW
10 Faxen NLWW ● Analoge fax ● Digitale fax 147
Analoge fax U kunt analoge faxfuncties aan de MFP toevoegen door het analoge faxaccessoire 300 aan te schaffen. Na installatie kan de MFP functioneren als een zelfstandig faxapparaat. Zie Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen op pagina 240 voor informatie over het bestellen van de analoge faxeenheid. De Analog Fax Accessory 300 Faxhandleiding en de Analog Fax Accessory 300 Send Faxstuurprogramma handleiding bevinden zich op www.hp.com/go/mfpfaxaccessory300.
oplossen van problemen met de faxmodule. Deze handleiding wordt met het faxaccessoire meegeleverd. Gebruik het Send Fax-stuurprogramma om een fax te verzenden vanaf een computer zonder dat u dat via het bedieningspaneel van de MFP hoeft te doen. Zie de HP LaserJet MFP Analog Fax Accessory 300 Send Fax-stuurprogramma handleiding voor meer informatie.
Digitale fax Digitaal faxen is beschikbaar als u de optionele HP Digital Sending Software hebt geïnstalleerd. Ga naar http://www.hp.com/go/digitalsending voor meer informatie over het bestellen van deze software. Bij digitaal faxen hoeft de MFP niet direct op een telefoonlijn te worden aangesloten. In plaats daarvan kan de MFP een fax op een van de volgende drie manieren verzenden: ● Met LAN-fax verzendt u faxen via een externe faxaanbieder.
11 Beheer en onderhoud NLWW ● Informatiepagina’s ● Geïntegreerde webserver ● HP Web Jetadmin-software gebruiken ● HP Printer Utility voor Macintosh ● Beveiligingsfuncties ● De ingebouwde klok instellen ● De MFP reinigen ● De scanner kalibreren ● Waarschuwingen configureren ● Benodigdheden beheren ● Printeronderhoudskit ● Geheugen beheren ● Energiezuinige instellingen 151
Informatiepagina’s Informatiepagina's bevatten gegevens over het apparaat en de huidige configuratie In de volgende tabel vindt u aanwijzingen voor het afdrukken van informatiepagina's. Beschrijving De pagina afdrukken via het bedieningspaneel van de MFP Menustructuur 1. Raak in het beginscherm Beheer aan. Hierop worden de menu's en beschikbare instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. 2. Raak Informatie aan. 3. Raak Configuratie-/statuspagina's aan. 4. Raak Menustructuur Beheer aan. 5.
Beschrijving De pagina afdrukken via het bedieningspaneel van de MFP Bestandsdirectory 1. Raak in het beginscherm Beheer aan. Bevat gegevens over eventuele apparaten voor massaopslag, bijvoorbeeld flash-stations, geheugenkaarten of harde schijven, die in het apparaat zijn geïnstalleerd. 2. Raak Informatie aan. 3. Raak Configuratie-/statuspagina's aan. 4. Raak Bestandsdirectory aan. 5. Raak Afdrukken aan. Faxrapporten 1. Raak in het beginscherm Beheer aan.
Geïntegreerde webserver Gebruik de geïntegreerde webserver om de MFP- en netwerkstatus te bekijken en de afdrukfuncties te beheren via uw computer in plaats van het bedieningspaneel van de MFP. Hierna vindt u een aantal voorbeelden van datgene wat u met de geïntegreerde webserver kunt doen: ● MFP-statusinformatie weergeven ● Per lade instellen welk type afdrukmateriaal aanwezig is; ● De resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen. ● De configuratie van laden bekijken en wijzigen.
Gebieden van de geïntegreerde webserver Tabblad of gebied Opties Tabblad Informatie ● Apparaatstatus: Geeft de status van het apparaat en informatie over de resterende levensduur van HP-benodigdheden weer, waarbij 0% betekent dat een onderdeel leeg is. Op deze pagina worden ook de soort en het formaat weergegeven van het printerpapier dat voor elke lade is ingesteld. Klik op Instellingen wijzigen om de standaardinstellingen te wijzigen.
Tabblad of gebied Opties Kerberos-verificatie: Op de pagina Kerberos-verificatie kunt u het apparaat configureren om gebruikers te verifiëren in een Kerberos-domein. Wanneer Kerberos-verificatie is geselecteerd als aanmeldmethode voor een of meer apparaatfuncties, moet de gebruiker geldige gegevens (zoals een gebruikersnaam en wachtwoord en domein) invoeren om toegang te krijgen tot die functies.
HP Web Jetadmin-software gebruiken HP Web Jetadmin 6.5 is een op het web gebaseerde softwareoplossing waarmee u op afstand installatie-, controle- en probleemoplossingstaken kunt uitvoeren op randapparatuur die via een netwerk is aangesloten. De intuïtieve browserinterface vereenvoudigt het cross-platformbeheer van een groot aantal apparaten, inclusief apparaten van HP en andere fabrikanten. Het beheer is proactief, waardoor netwerkbeheerders problemen kunnen oplossen voordat deze bij de gebruiker optreden.
HP Printer Utility voor Macintosh Gebruik de optionele HP Printer Utility om een printer te configureren en te onderhouden vanaf een computer met Mac OS X v10.3 of v10.4. In dit gedeelte worden een aantal functies beschreven die u kunt gebruiken met de HP Printer Utility. De HP Printer Utility openen Welk proces u gebruikt om de HP Printer Utility te starten, hangt af van het Macintoshbesturingssysteem dat u gebruikt. De HP Printer Utility openen in Mac OS X V10.3 of Mac OS X V10.4 1.
Een bestand naar de printer uploaden Een bestand van de computer naar de printer verzenden. Welke handeling de printer uitvoert, hangt af van het type bestand dat wordt verzonden. Wanneer een afdrukklaar bestand (zoals een .PS- of een .PCL-bestand) wordt verzonden, wordt het door de printer afgedrukt. 1. Open de HP Printer Utility. 2. Selecteer in de lijst Configuratie-instellingen de optie Bestanden uploaden. 3. Klik op Kies, navigeer naar het bestand dat u wilt uploaden en klik op OK. 4.
Opgeslagen taken opslaan of afdrukken De functie voor het opslaan van taken inschakelen of een opgeslagen taak vanaf de computer afdrukken. U kunt ook een opgeslagen afdruktaak verwijderen. 1. Open de HP Printer Utility. 2. Selecteer in de lijst Configuratie-instellingen de optie Opgeslagen taken. 3. Voer een van de volgende taken uit: ● Als u de functie voor taakopslag wilt inschakelen, selecteert u Taakopslag inschakelen en klikt u op Nu toepassen.
● Subnetmasker ● Standaardgateway Als u meer instellingen in de geïntegreerde webserver wilt wijzigen, klikt u op Extra netwerkinstellingen. De geïntegreerde webserver wordt geopend en de tab Netwerken is al geselecteerd. 4. Klik op Nu toepassen. De geïntegreerde webserver openen 1. Open de HP Printer Utility. 2. Selecteer in de lijst Configuratie-instellingen de optie Extra instellingen. 3. Klik op Open geïntegreerde webserver.
Beveiligingsfuncties In dit gedeelte worden belangrijke beveiligingsfuncties uitgelegd die voor de MFP beschikbaar zijn: ● De geïntegreerde webserver beveiligen ● Schijf beveiligd wissen ● Beveiligingsvergrendeling ● Verificatie ● De menu's van het bedieningspaneel vergrendelen De geïntegreerde webserver beveiligen Een wachtwoord voor toegang tot de geïntegreerde webserver toewijzen zodat onbevoegde gebruikers de MFP-instellingen niet kunnen wijzigen. 1. Open de geïntegreerde webserver.
taken, schijfgebaseerde lettertypen en schijfgebaseerde macro's (formulieren), opgeslagen faxbestanden, adresboeken en toepassingen van HP en andere fabrikanten. OPMERKING: Opgeslagen taken worden alleen veilig overschreven als deze zijn verwijderd via het menu Taak ophalen van de MFP nadat de juiste wismodus is ingesteld.
SMTP-server niet wijzigen. In de volgende procedure wordt beschreven hoe u toegang tot de menu's van het bedieningspaneel kunt beperken met behulp van de HP Web Jetadmin-software. (Zie HP Web Jetadmin-software gebruiken op pagina 157.) 1. Open het programma HP Web Jetadmin. 2. Open de map APPARAATBEHEER in de vervolgkeuzelijst van het paneel Navigatie. Navigeer naar de map APPARAATLIJSTEN. 3. Selecteer de MFP. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Apparaathulpprogramma's de optie Configureren. 5.
De ingebouwde klok instellen Via de ingebouwde klok kunt u de datum en tijd instellen. De datum- en tijdinformatie wordt gekoppeld aan opgeslagen afdruk- en faxtaken en opgeslagen taken voor digitaal verzenden, zodat u de meest recente versies van opgeslagen afdruktaken kunt herkennen. NLWW 1. Raak op het bedieningspaneel Beheer aan. 2. Raak Tijd/schema's aan. 3. Raak Datum/tijd aan. 4. Kies een datumnotatie. 5. Kies een tijdnotatie. 6. Raak de velden voor Datum aan om de datum in te voeren.
De MFP reinigen Een reinigingspagina afdrukken 1. Raak in het beginscherm Beheer aan. 2. Raak Afdrukkwaliteit aan. 3. Raak Kalibreren/Reinigen aan. 4. Raak Reinigingspagina maken aan. Het apparaat drukt een reinigingspagina af. 5. Volg de instructies op de afgedrukte reinigingspagina.
2. Open de voorste klep van de MFP, draai de groene hendel naar beneden in de ontgrendelde positie en verwijder de printcartridge uit de MFP. Afbeelding 11-3 De papierbaan reinigen (2 van 6) VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat de printcartridge beschadigd raakt, kunt u deze het beste met twee handen uit de MFP halen. Stel de printcartridge niet langer dan een paar minuten bloot aan licht. Dek de printcartridge af als deze zich buiten de MFP bevindt.
6. Sluit de voorklep, sluit alle kabels weer aan en zet de MFP aan (druk de knop in). Afbeelding 11-7 De papierbaan reinigen (6 van 6) De buitenkant van de MFP reinigen ● Reinig de buitenkant van de MFP als deze zichtbaar sporen vertoont. ● Gebruik hiervoor een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd. Het aanraakscherm reinigen ● Reinig het aanraakscherm wanneer nodig (vingerafdrukken, stof).
2. Bekijk de bovenste en de onderste glasstrook van de automatische documentinvoer. Afbeelding 11-9 Het automatische invoersysteem (ADF) reinigen (2 van 5) 3. Veeg de glasstroken voorzichtig af met een schone, licht bevochtigde, pluisvrije doek. 4. Ga naar de witte onderkant van kunststof. Afbeelding 11-10 Het automatische invoersysteem (ADF) reinigen (3 van 5) 5. Ga naar de witte kalibratiestrips van kunststof. Afbeelding 11-11 Het automatische invoersysteem (ADF) reinigen (4 van 5) 6.
De bovenste glasstrook van de ADF reinigen Indien de kwaliteit van de kopieën niet is verbeterd, moet mogelijk de bovenste glasstrook van de automatische documentinvoer worden gereinigd. VOORZICHTIG: Reinig dit gebied alleen wanneer er bijvoorbeeld strepen op uw kopieën verschijnen en u stof ziet binnen in de glasstrook. Als dit gebied vaak wordt schoongemaakt, kan stof in de MFP terechtkomen. 1. Open de ADF-klep. Afbeelding 11-13 De bovenste glasstrook van de ADF reinigen (1 van 4) 2.
5. Sluit de ADF-klep. Afbeelding 11-16 De bovenste glasstrook van de ADF reinigen (4 van 4) De ADF-rollen reinigen U moet de rollen in de ADF reinigen als er sprake is van vellen die verkeerd worden ingevoerd of als de originelen die de ADF verlaten sporen vertonen. 1. Open de bovenklep. VOORZICHTIG: Reinig de rollen alleen indien er sprake is van vellen die verkeerd worden ingevoerd of als sporen op de originelen voorkomen en u stof op de rollen ziet.
4. Sluit de bovenklep. Afbeelding 11-19 De rollen van de automatische documentinvoer (ADF) reinigen (3 van 6) 5. Open de ADF-klep. Afbeelding 11-20 De rollen van de automatische documentinvoer (ADF) reinigen (4 van 6) 6. Ga naar de rollen. Afbeelding 11-21 De rollen van de automatische documentinvoer (ADF) reinigen (5 van 6) 7. Veeg de rollen voorzichtig af met een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd. VOORZICHTIG: Giet geen water direct op de rollen.
De scanner kalibreren Kalibreer de scanner ter compensatie van offsets in het scannerafbeeldingssysteem (leeskop) voor ADF en vlakplaatscanners. Vanwege mechanische spelingen is het mogelijk dat de leeskop van de scanner de positie van de afbeelding niet nauwkeurig leest. Tijdens de kalibratieprocedure worden offsetwaarden voor de scanner berekend en opgeslagen. De offsetwaarden worden vervolgens gebruikt bij het produceren van scans zodat het juiste gedeelte van het document wordt vastgelegd.
Waarschuwingen configureren U kunt met HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver van de MFP het systeem configureren om te waarschuwen bij problemen met de MFP. De waarschuwingen worden gegeven in de vorm van een e-mailbericht aan het door u opgegeven e-mailadres. U kunt het volgende instellen: ● De printer(s) die u wilt bewaken. ● Welke waarschuwingen u wilt ontvangen (bijvoorbeeld voor papierstoringen, papier op, status van de benodigdheden en klep open).
Benodigdheden beheren Gebruik voor het beste afdrukresultaat originele HP printcartridges. HP-printcartridges Als u een nieuwe printcartridge van HP gebruikt, is de volgende informatie over benodigdheden beschikbaar: ● Resterend percentage van de benodigdheden ● Geschat aantal resterende pagina's ● Aantal afgedrukte pagina's OPMERKING: Zie Benodigdheden en accessoires op pagina 239 voor informatie over het bestellen van cartridges.
VOORZICHTIG: Stel de printcartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht. Zo voorkomt u beschadiging van de patroon. Tabel 11-1 Temperatuurspecificaties van de printcartridge Omgevingsconditie Aanbevolen Toegestaan Opslag/stand-by Temperatuur (printcartridge) 17° tot 25°C 15° tot 30°C -20 tot 40 °C Verwachte levensduur van printcartridges De gemiddelde opbrengst van een cartridge is 38.000 pagina's conform ISO/IEC 19752.
Printeronderhoudskit OPMERKING: De printeronderhoudskit is een verbruiksartikel en valt niet onder de garantie. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan na ongeveer 350.000 pagina's een nieuwe onderhoudskit voor de printer te installeren. Afhankelijk van het gebruik dient u de kit mogelijk eerder te vervangen. Wanneer het bericht Vervang onderhoudskit wordt weergegeven op het bedieningspaneel, hebt u een printeronderhoudskit nodig voor het installeren van de nieuwe onderdelen.
Geheugen beheren De MFP bevat twee DIMM-sleuven voor DDR-geheugen (double data rate) om het geheugen van de MFP uit te breiden. DDR DIMM’s zijn verkrijgbaar in 64, 128 en 256MB voor maximaal 512MB. De MFP beschikt over twee flash-sleuven voor de volgende functies: ● Gebruik voor het toevoegen van op flash-geheugen gebaseerde extra lettertypen, macro’s en patronen de juiste DDR DIMM. ● Gebruik voor het toevoegen van andere op flash-geheugen gebaseerde printertalen en MFP-opties de juiste DDR DIMM.
2. Schuif het optionele uitvoerapparaat weg van de afdrukmotor. Afbeelding 11-23 DIMM’s voor DDR-geheugen installeren (1 van 8) 3. Zet de MFP uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los. Afbeelding 11-24 DIMM’s voor DDR-geheugen installeren (2 van 8) 4. Maak de twee duimschroeven los die zich op achterzijde van de MFP bevinden. Afbeelding 11-25 DIMM’s voor DDR-geheugen installeren (3 van 8) 5. Houd de schroeven vast en trek de formatteerkaart uit de MFP.
6. Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Houd de DIMM vast met uw vingers tegen de zijranden en uw duimen tegen de achterrand. Breng de inkepingen van de DIMM op één lijn met de DIMM-sleuf. (Controleer of de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM-sleuf open zijn, of naar buiten wijzen.) Afbeelding 11-27 DIMM’s voor DDR-geheugen installeren (5 van 8) 7. Duw de DIMM recht in de sleuf (stevig drukken). Zorg dat de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM naar binnen op hun plaats klikken.
9. Plaats de stekker in het stopcontact en sluit alle kabels opnieuw aan. Zet de MFP aan. Afbeelding 11-30 DIMM’s voor DDR-geheugen installeren (8 van 8) 10. Sluit het optionele uitvoerapparaat opnieuw op de MFP aan. Geheugeninstallatie controleren Volg deze procedure om er zeker van te zijn dat de DDR DIMM's goed zijn geïnstalleerd: 1. Controleer of Klaar op het bedieningspaneel van de MFP wordt weergegeven wanneer de MFP wordt aangezet.
Energiezuinige instellingen Sluimeren en wekken De sluimervertraging instellen Gebruik de functie voor sluimervertraging om de periode in te stellen gedurende welke de MFP inactief moet zijn voordat de sluimermodus actief wordt. De standaardinstelling is 45 minuten. 1. Ga naar Beheer en raak deze optie aan. 2. Raak Tijd/schema's aan. 3. Raak Sluimervertraging aan. 4. Raak de gewenste instelling voor sluimervertraging aan.
NLWW 7. Raak de gewenste opties aan om het juiste uur, de juiste minuut en de juiste VM/NM-instelling op te geven. 8. Als u de MFP elke dag op dezelfde tijd wilt wekken (inclusief weekenddagen), raakt u op het scherm Op alle dagen toepassen de optie Ja aan. Als u de tijd voor afzonderlijke dagen wilt instellen, raakt u Nee aan en herhaalt u de procedure voor elke dag.
184 Hoofdstuk 11 Beheer en onderhoud NLWW
12 Problemen oplossen NLWW ● Problemen oplossen ● MFP-problemen oplossen ● Soorten berichten op het bedieningspaneel ● Berichten op het bedieningspaneel ● Storingen verhelpen ● Problemen met de verwerking van afdrukmateriaal ● Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ● Faxproblemen oplossen ● Problemen met kopiëren oplossen ● E-mailproblemen oplossen ● Problemen met de netwerkverbinding oplossen ● Algemene problemen met een Macintosh oplossen 185
Problemen oplossen Als de MFP niet op de juiste wijze reageert, loopt u de punten in de volgende controlelijst een voor een na. Als de MFP ergens niet verder wil, gaat u te werk volgens de suggesties voor probleemoplossing. Als het probleem na een bepaalde stap is opgelost, hoeft u de resterende stappen in de controlelijst niet meer uit te voeren. Controlelijst probleemoplossing 1. 2. Controleer of het Gereed-lampje van de MFP brandt. Voer de volgende stappen uit als er geen lampjes branden: a.
MFP-problemen oplossen Situatie/bericht Oplossing Het display van het bedieningspaneel is leeg en de interne ventilatoren werken niet. Controleer of de MFP in ingeschakeld. Druk op alle knoppen om te controleren of ze het allemaal doen. Neem contact op met uw HP-servicevertegenwoordiger indien deze stappen niet werken. De MFP staat aan, maar de interne ventilatoren draaien niet. Controleer of de netspanning geschikt is voor de stroomconfiguratie van de MFP.
Soorten berichten op het bedieningspaneel De status van het apparaat of problemen met het apparaat worden aan de hand van vier berichttypen op het display weergegeven. Soort bericht Omschrijving Statusberichten De statusberichten geven de status van het apparaat aan. U krijgt met deze berichten informatie over de normale werking van het apparaat. Deze berichten verdwijnen weer vanzelf. De inhoud van deze berichten verandert wanneer de status van het apparaat verandert.
Berichten op het bedieningspaneel Op het bedieningspaneel van het apparaat worden gedetailleerde berichten weergegeven. Wanneer er een bericht op het bedieningspaneel wordt weergegeven, lost u het probleem op aan de hand van de instructies op het scherm. Als er op het apparaat een fout- of waarschuwingsbericht wordt weergegeven en er geen stappen worden weergegeven om het probleem op te lossen, schakel het apparaat dan uit en vervolgens weer in.
Storingen verhelpen Wanneer via een bericht op het bedieningspaneel een papierstoring wordt gemeld, controleert u op de aanwezigheid van papier op de plaatsen die worden aangegeven in de volgende afbeelding. Mogelijk moet u ook op plaatsen zoeken die niet worden aangegeven in het papierstoringsbericht. Wanneer de locatie van de papierstoring niet duidelijk is, kijk dan eerst in het gedeelte bij de voorklep.
11 Voorklep en printcartridgegebied 12 Bovenste uitvoerbak Storingen in de duplexeenheid verhelpen 1. Schuif het uitvoerapparaat weg van de MFP om de linkerklep te kunnen openen. Afbeelding 12-2 Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (1 van 6) 2. Open de linkerklep en verwijder eventueel papier zorgvuldig uit dit gedeelte. WAARSCHUWING! Voorkom contact met de naastliggende fuserzone. Dit gedeelte kan heet zijn. Afbeelding 12-3 Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (2 van 6) 3.
5. Open de voorklep. Afbeelding 12-5 Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (4 van 6) 6. Controleer of er zich papier in de duplexeenheid bevindt en trek eventueel achtergebleven papier uit de MFP. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. Afbeelding 12-6 Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (5 van 6) 7. Plaats de duplexeenheid terug in de MFP door deze in de sleuf te laten glijden tot de eenheid op zijn plaats wordt vergrendeld.
Storingen in het gebied rondom de invoerladen verhelpen Papierstoringen verhelpen in lade 1 1. Controleer of er zich papier in het gebied van lade 1 bevindt en verwijder eventueel papier dat zich hier bevindt. Controleer zorgvuldig of u alle stukjes gescheurd papier hebt verwijderd. Afbeelding 12-8 Papierstoringen verhelpen in lade 1 (1 van 2) 2. Open en sluit de rechterklep om de MFP opnieuw te initialiseren.
3. Open de klep voor toegang tot de papierstoring. Trek het groene lipje omhoog. Afbeelding 12-11 Papierstoringen verhelpen bij de rechterklep (2 van 3) 4. Verwijder papier uit dit gedeelte door het uit de MFP te trekken. 5. Druk het groene lipje naar beneden in de oorspronkelijke positie. Afbeelding 12-12 Papierstoringen verhelpen bij de rechterklep (3 van 3) 6. Sluit de rechterklep. Papierstoringen verhelpen in lade 2 en 3 1. Open de lade zo ver mogelijk.
4. Open de rechterklep, verwijder zichtbaar papier en sluit de rechterklep. Hierdoor reset u de MFP. Afbeelding 12-15 Papierstoringen verhelpen in lade 2 en 3 (3 van 3) Papierstoringen verhelpen in lade 4 1. Open de verticale transferklep van de lade 4. Afbeelding 12-16 Papierstoringen verhelpen in lade 4 (1 van 4) 2. Controleer de aanwezigheid van papier verwijder eventueel papier uit dit gedeelte. Controleer zorgvuldig of u alle stukjes gescheurd papier hebt verwijderd. 3.
6. Sluit de verticale transferklep. Afbeelding 12-19 Papierstoringen verhelpen in lade 4 (4 van 4) Storingen in de uitvoergedeelten verhelpen Storingen verhelpen in de stapelaar of de nietmachine/stapelaar 1. Wanneer zich een papierstoring voordoet in de uitvoerbakken, trek het vastgelopen papier dan langzaam en voorzichtig in een rechte baan uit de MFP zodat het papier niet scheurt. Afbeelding 12-20 Storingen verhelpen in de stapelaar of de nietmachine/stapelaar (1 van 7) 2.
3. Til bij de stapelaar het snoer van de onderste uiyvoerbak van het appaat omhoog en trek het eventueel aanwezige papier weg uit dit gebied. Trek bij de nietmachine/stapelaar eventueel papier dat uitsteekt voorzichtig naar buiten. OPMERKING: Alleen de stapelaar beschikt over een snoer op de onderste uitvoerbak. Afbeelding 12-22 Storingen verhelpen in de stapelaar of de nietmachine/stapelaar (3 van 7) 4. Til de groene hendel in het flippergebied omhoog.
8. Sluit alle geopende kleppen. Schuif het uitvoerapparaat weer terug op zijn plaats. Afbeelding 12-26 Storingen verhelpen in de stapelaar of de nietmachine/stapelaar (7 van 7) Papierstoringen verhelpen in het papierbaangebied van de multifunctionele afwerkeenheid 1. Open de bovenklep. Afbeelding 12-27 Papierstoringen verhelpen in het papierbaangebied van de multifunctionele afwerkeenheid (1 van 3) 2. Trek het papier langzaam en voorzichtig recht uit de afwerkeenheid zodat het niet scheurt.
Papierstoringen verhelpen tussen de multifunctionele afwerkeenheid en de MFP 1. Schuif de afwerkeenheid weg van de MFP. Afbeelding 12-30 Papierstoringen verhelpen tussen de multifunctionele afwerkeenheid en de MFP (1 van 4) 2. Verwijder eventueel aanwezig papier voorzichtig uit het uitvoergebied van de MFP. Afbeelding 12-31 Papierstoringen verhelpen tussen de multifunctionele afwerkeenheid en de MFP (2 van 4) 3. Verwijder voorzichtig eventueel papier uit het invoergebied van de afwerkeenheid.
Brochurestoringen verhelpen in de multifunctionele afwerkeenheid 1. Schuif de afwerkeenheid weg van de MFP. Afbeelding 12-34 Brochurestoringen verhelpen in de multifunctionele afwerkeenheid (1 van 7) 2. Als er papier is vastgelopen in het invoergebied van de afwerkeenheid maar nog niet tussen de vouwrollers is gekomen, verwijdert u het papier voorzichtig uit het invoergebied en gaat u vervolgens direct door naar stap 7.
5. Draai de onderste groene knop met de klok mee om het vastgelopen papier door de vouwrollen en in de brochurebak te voeren. Afbeelding 12-38 Brochurestoringen verhelpen in de multifunctionele afwerkeenheid (5 van 7) 6. Sluit de klep van de nietmachine. Afbeelding 12-39 Brochurestoringen verhelpen in de multifunctionele afwerkeenheid (6 van 7) 7. Schuif de multifunctionele afwerkeenheid weer terug op zijn plaats.
2. Schuif de nietmachine naar u toe. Afbeelding 12-42 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de multifunctionele afwerkeenheid (2 van 11) 3. Draai aan de grote groene knop totdat de blauwe stip in het venster van de nietmachine verschijnt (dit betekent dat de nietmachine volledig is geopend). Afbeelding 12-43 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de multifunctionele afwerkeenheid (3 van 11) 4.
5. Verwijder de nietcassette. Afbeelding 12-45 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de multifunctionele afwerkeenheid (5 van 11) 6. Trek de hendel met de groene stip omhoog. Afbeelding 12-46 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de multifunctionele afwerkeenheid (6 van 11) 7. Verwijder het beschadigde nietje. Afbeelding 12-47 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de multifunctionele afwerkeenheid (7 van 11) 8. Druk de hendel met de groene stip omlaag.
9. Installeer de nietcassette opnieuw. Afbeelding 12-49 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de multifunctionele afwerkeenheid (9 van 11) 10. Schuif de nietmachine in het apparaat. Afbeelding 12-50 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de multifunctionele afwerkeenheid (10 van 11) 11. Sluit de klep van de nietmachine.
2. Zoek het beschadigde nietje aan de achterkant van de nietmachinekop en verwijder het. Afbeelding 12-52 Een vastgelopen nietje in het bovenste deel van de nietkop in de multifunctionele afwerkeenheid verwijderen. 3. Volg stap 10 tot en met 11 van de procedure om vastgelopen nietjes uit de multifunctionele afwerkeenheid te verwijderen. Vastgelopen nietjes verwijderen uit de stapelaar/nietmachine 1. Verwijder de stapelaar/nietmachine uit de MFP.
4. Trek de hendel met de groene stip omhoog. Afbeelding 12-56 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de stapelaar/nietmachine (4 van 9) 5. Verwijder het beschadigde nietje. Afbeelding 12-57 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de stapelaar/nietmachine (5 van 9) 6. Druk de hendel met de groene stip omlaag. Afbeelding 12-58 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de stapelaar/nietmachine (6 van 9) 7. Installeer de nietcassette opnieuw.
8. Sluit de klep van de nietmachine. Afbeelding 12-60 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de stapelaar/nietmachine (8 van 9) 9. Schuif de nietmachine/stapelaar weer terug op zijn plaats. Afbeelding 12-61 Vastgelopen nietjes verwijderen uit de stapelaar/nietmachine (9 van 9) OPMERKING: Na het verwijderen van vastgelopen nietjes moet de nietmachine opnieuw worden gevuld. Hierdoor is het mogelijk dat de eerste paar documenten (niet meer dan vijf) niet worden geniet.
2. Open de linkerklep. WAARSCHUWING! Voorkom contact met de naastliggende fuserzone. Dit gedeelte kan heet zijn. Afbeelding 12-63 Papierstoringen verhelpen bij de linkerklep (2 van 4) 3. Verwijder vastgelopen of beschadigd papier uit dit gedeelte door het uit de MFP te trekken. 4. Druk de groene hendel naar beneden en controleer zorgvuldig of er papier aanwezig is. Zorg ervoor dat alle stukjes gescheurd papier zijn verwijderd. Afbeelding 12-64 Papierstoringen verhelpen bij de linkerklep (3 van 4) 5.
Storingen verhelpen in de postbus met 8 bakken 1. Schuif de postbus met 8 bakken weg van de MFP. Ga hiervoor aan de linkerkant van de MFP staan en trek de postbus met 8 bakken recht naar u toe. Afbeelding 12-66 Storingen verhelpen in de postbus met 8 bakken (1 van 3) 2. Verwijder voorzichtig de bovenste bak (afdrukzijde naar boven). 3. Trek de hendel op de uitvoerpapiermodule naar beneden en verwijder eventueel vastgelopen papier uit dit gedeelte.
Regelmatig terugkerende storingen verhelpen Situatie Oplossing Herhaaldelijke papierstoringen van algemene aard 1. Controleer of het afdrukmateriaal correct in de lades is geplaatst en of alle breedtegeleiders juist zijn ingesteld (zie Afdruktaken op pagina 97). 2. Controleer of de papierlade is ingesteld op het geplaatste papierformaat en dat er niet te veel papier in de lade is geplaatst. 3. Draai de stapel papier in de lade om.
Problemen met de verwerking van afdrukmateriaal Gebruik alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties in de HP LaserJet Printer Family Print Media Gudde. U vindt deze handleiding op www.hp.com/support/ljpaperguide. De printer voert meerdere vellen tegelijk in De printer voert meerdere vellen tegelijk in Oorzaak Oplossing De invoerlade is te vol. Verwijder het overtollige afdrukmateriaal uit de invoerlade. Het afdrukmateriaal plakt aan elkaar.
De printer neemt papier op uit de onjuiste lade De printer neemt papier op uit de onjuiste lade Oorzaak Oplossing U gebruikt een stuurprogramma voor een andere printer. Meer informatie. Gebruik de driver voor deze printer. De opgegeven lade is leeg. Plaats papier in de opgegeven lade. De optie Gewenste\nlade gebr. is ingesteld op Eerste in het submenu Gedrag van lade van het menu Werking apparaat. Wijzig de instelling in Exclusief.
Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd Oorzaak Oplossing Het papier van een eerdere storing is niet geheel verwijderd. Open de MFP en verwijder alle afdrukmateriaal in de papierbaan. Kijk het fusergedeelte zorgvuldig na op vastgelopen afdrukmateriaal. Geen van de optionele laden wordt vermeld als beschikbare invoerlade. De optionele laden worden alleen als beschikbaar vermeld als ze zijn geïnstalleerd. Controleer of de optionele laden correct zijn geïnstalleerd.
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de MFP Oorzaak Oplossing De enveloppen zijn gekruld of beschadigd. Controleer of de fuserhendels in de juiste stand staan. Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving. De enveloppen zijn dichtgeplakt omdat het vochtigheidsgehalte te hoog is. Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen in een geregelde omgeving. De afdrukstand van de envelop is onjuist.
Printer kan niet dubbelzijdig afdrukken of doet het niet goed. NLWW Oorzaak Oplossing Het printerstuurprogramma is niet ingesteld voor duplexafdrukken. Stel het printerstuurprogramma in om duplexafdrukken te activeren. De eerste pagina wordt afgedrukt op de achterkant van een voorbedrukt formulier of een vel met briefhoofd. Plaats de voorbedrukte formulieren of het briefhoofdpapier in lade 1 met de bedrukte zijde naar boven en met de onderkant van de pagina gericht naar de MFP-invoer.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Dit gedeelte helpt u bij het herkennen van problemen met de afdrukkwaliteit. Tevens wordt hier beschreven wat u kunt doen om dergelijke problemen te verhelpen. Vaak kunnen problemen met de afdrukkwaliteit vrij eenvoudig worden verholpen door uw apparaat correct te onderhouden, materiaal te gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP of een reinigingsblad door het apparaat heen te voeren.
Lichte afdrukken (deel van de pagina) Afbeelding 12-69 Lichte afdrukken (deel van de pagina) 1. Controleer of de printcartridge volledig is geplaatst. 2. De printcartridge is misschien defect. Vervang de printcartridge. 3. Mogelijk voldoet het materiaal niet aan de specificaties van HP (bijvoorbeeld omdat het papier te vochtig of te ruw is). Zie Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 81.
Tonervlekken Afbeelding 12-71 Tonervlekken Als u vastgelopen papier hebt verwijderd, is het mogelijk dat daarna vlekjes op de pagina zichtbaar zijn. 1. Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. 2. Reinig de binnenkant van het apparaat en voer een reinigingspagina door het apparaat. Zie De MFP reinigen op pagina 166. 3. Probeer een andere papiersoort. 4. Controleer of de printcartridge niet lekt. Als de printcartridge lekt, moet u deze vervangen.
Lijnen Afbeelding 12-73 Lijnen Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c Aa Bb C c 1. Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. 2. Reinig de binnenkant van het apparaat en voer een reinigingspagina door het apparaat. Zie De MFP reinigen op pagina 166. 3. Vervang de printcartridge. Grijze achtergrond Afbeelding 12-74 Grijze achtergrond NLWW 1. Gebruik geen papier dat al een keer door het apparaat is gevoerd. 2.
Tonervegen Afbeelding 12-75 Tonervegen 1. Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. 2. Controleer of de fuserhendels weer naar beneden staan (tenzij u enveloppen bedrukt). 3. Probeer een andere papiersoort. 4. Controleer of aan de omgevingsspecificaties voor het apparaat is voldaan. Zie Bedrijfsomgeving op pagina 246. 5. Reinig de binnenkant van het apparaat en voer een reinigingspagina door het apparaat. Zie De MFP reinigen op pagina 166. 6.
Herhaalde fouten Afbeelding 12-77 Herhaalde fouten 1. Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. 2. Als de afstand tussen fouten 44 mm, 53 mm, 63 mm of 94 mm is, moet de printcartridge mogelijk worden vervangen. 3. Reinig de binnenkant van het apparaat en voer een reinigingspagina door het apparaat. Zie De MFP reinigen op pagina 166. Zie ook Herhaalde afbeelding op pagina 221. Herhaalde afbeelding Afbeelding 12-78 Herhaalde afbeelding Dear Mr.
Vervormde tekens Afbeelding 12-79 Vervormde tekens AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc 1. Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. 2. Controleer of aan de omgevingsspecificaties voor het apparaat is voldaan. Zie Bedrijfsomgeving op pagina 246. Scheve pagina Afbeelding 12-80 Scheve pagina 1. Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. 2. Controleer of er geen afgescheurde stukjes papier in het apparaat zitten. 3.
Krullen of golven Afbeelding 12-81 Krullen of golven 1. Keer de stapel in de lade om. Ook kunt u proberen de stapel 180 graden te draaien. 2. Let erop dat papiersoort en –kwaliteit voldoen aan de specificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 81. 3. Controleer of aan de omgevingsspecificaties voor het apparaat is voldaan. Zie Bedrijfsomgeving op pagina 246. 4. Probeer af te drukken naar een andere uitvoerbak. 5.
Verticale witte strepen Afbeelding 12-83 Verticale witte strepen 1. Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. 2. Let erop dat papiersoort en –kwaliteit voldoen aan de specificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 81. 3. Vervang de printcartridge.
Lijnen met vegen Afbeelding 12-86 Lijnen met vegen 1. Let erop dat papiersoort en –kwaliteit voldoen aan de specificaties van HP. Zie Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal op pagina 81. 2. Controleer of aan de omgevingsspecificaties voor het apparaat is voldaan. Zie Bedrijfsomgeving op pagina 246. 3. Keer de stapel in de lade om. Ook kunt u proberen de stapel 180 graden te draaien. 4. Open het menu Beheer op het bedieningspaneel.
Willekeurig herhaald beeld Afbeelding 12-88 Willekeurig herhaald beeld (1 van 2) Afbeelding 12-89 Willekeurig herhaald beeld (2 van 2) Als een afbeelding die boven aan de pagina wordt weergegeven (in effen zwart) verderop op de pagina wordt herhaald (in een grijs veld), is de toner van de vorige afdruktaak misschien niet helemaal gewist. (Het herhaalde beeld kan lichter of donkerder zijn dan het veld waarin het wordt weergegeven.
Faxproblemen oplossen Informatie over het oplossen van faxproblemen vindt u in de faxhandleiding bij analoog faxaccessoire 300 en de Send Fax-driverhandleiding bij analoog faxaccessoire 300. Kijk ook op http://www.hp.com/go/mfpfaxaccessory300.
Problemen met kopiëren oplossen Kopieerproblemen voorkomen Hieronder volgen enkele eenvoudige stappen die u kunt volgen om de kopieerkwaliteit te verbeteren: ● Kopiëren vanaf de flatbedscanner. Hiermee krijgt u een kopie van een betere kwaliteit dan wanneer u kopieert vanuit de automatische documentinvoer (ADF). ● Gebruik originelen van goede kwaliteit. ● Plaats het afdrukmateriaal correct in de lade.
Probleem Oorzaak Oplossing Kopieën zijn te licht of te donker. De instelling van de donkerheid moet worden aangepast. Raak Kopiëren en vervolgens Afbeelding aanpassen. aan Schuif de schuifregelaar Donkerheid om de afdruk lichter of donkerder te maken. Tekst is onduidelijk. De donkerheid moet worden aangepast. Raak Kopiëren en Afbeelding aanpassen. aan om de scherpte aan te passen Schuif de schuifregelaar Scherpte naar rechts om de achtergrond te verminderen.
Probleem Oorzaak Oplossing De afdruk staat scheef of vervormd op de pagina. De papiergeleiders zijn mogelijk onjuist afgesteld. Verwijder al het afdrukmateriaal uit de invoerlade, leg de stapel recht en plaats het afdrukmateriaal opnieuw in de lade. Pas de papiergeleiders aan de breedte en lengte van het gebruikte afdrukmateriaal aan en probeer opnieuw af te drukken. Mogelijk moet de scanner worden gekalibreerd. Lijn de lade uit en kalibreer vervolgens de scanner.
Prestatieproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Er wordt geen kopie uitgevoerd. De invoerlade is misschien leeg. Plaats afdrukmateriaal in het apparaat. Het origineel is misschien verkeerd geplaatst. Plaats het origineel met de te bedrukken kant naar onder in de ADF of de flatbedscanner. De afsluitstrook is misschien niet goed van de cartridge verwijderd. Plaats de printcartridge weer in de printer en stuur de defecte cartridge terug. Het origineel is misschien verkeerd geplaatst.
E-mailproblemen oplossen Als u geen e-mails kunt verzenden met de functie digitaal verzenden, kan het nodig zijn het adres van de SMTP-gateway of de LDAP-gateway opnieuw te configureren. Druk een configuratiepagina af om de huidige adressen van de SMTP- en LDAP-gateways te achterhalen. Zie Informatiepagina’s op pagina 152. Voer de volgende procedure uit om te controleren of de SMTP- en LDAPgatewayadressen geldig zijn.
Problemen met de netwerkverbinding oplossen Als de MFP niet goed communiceert met het netwerk, gebruikt u de informatie in dit gedeelte om het probleem op te lossen. Afdrukproblemen met het netwerk oplossen ● Controleer of de netwerkkabel goed op de RJ45-connector van de formatter is aangesloten. ● Controleer of het verbindingslampje de RJ45-connector op de formatteereenheid knippert. ● Controleer of de I/O-kaart gereed is. Druk een configuratiepagina af (zie Informatiepagina’s op pagina 152).
het fysieke adres met het hardware-adres in het gedeelte HP Jetdirect-configuratie op de HP Jetdirect-configuratiepagina. Als de adressen overeenkomen, is alle netwerkcommunicatie geldig. 4. Als u niet kunt controleren of de MFP via het netwerk communiceert, neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
Algemene problemen met een Macintosh oplossen In deze paragraaf worden problemen beschreven die zich bij Mac OS X kunnen voordoen. Tabel 12-1 Problemen met Mac OS X De printerdriver wordt niet weergegeven in de lijst van Afdrukbeheer of het Hulpprogramma voor printerinstelling. Oorzaak Oplossing De printersoftware is wellicht niet geïnstalleerd of onjuist geïnstalleerd. Controleer of het PPD-bestand in de volgende map op de harde schijf staat: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources/ >.
Tabel 12-1 Problemen met Mac OS X (vervolg) Het printerstuurprogramma installeert de door u geselecteerde printer niet automatisch in Afdrukbeheer of het Hulpprogramma voor printerinstelling. Oorzaak Oplossing De printersoftware is wellicht niet geïnstalleerd of onjuist geïnstalleerd. Controleer of het PPD-bestand in de volgende map op de harde schijf staat: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources/ >.lproj, waarbij > de tweeletterige taalcode is voor de taal die u gebruikt.
Tabel 12-1 Problemen met Mac OS X (vervolg) Wanneer u de printer met een USB-kabel hebt aangesloten, staat de printer niet in Afdrukbeheer of het Hulpprogramma voor printerinstelling nadat u het stuurprogramma hebt geselecteerd. Oorzaak Oplossing Dit probleem wordt veroorzaakt door een software- of een hardwareonderdeel. Softwareproblemen oplossen ● Controleer of de Macintosh USB ondersteunt. ● Controleer of uw Macintosh-besturingssysteem Mac OS X v10.3 of hoger is.
238 Hoofdstuk 12 Problemen oplossen NLWW
A Benodigdheden en accessoires In dit gedeelte vindt u informatie over het bestellen van onderdelen, benodigdheden en accessoires. Gebruik alleen onderdelen en accessoires die specifiek zijn ontworpen voor dit apparaat.
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Neem contact op met uw dealer voor het bestellen van onderdelen, accessoires en benodigdheden.
Onderdeelnummers Type optie Optie Beschrijving of gebruik Bestelnummer Papierverwerking stapelaar voor 3000 vellen Een stapelaar voor 3000 vel. Het apparaat biedt ook taakoffsetmogelijkheden. C8084A Nietmachine/stapelaar voor 3,000 vel Een stapelaar voor 3000 vel kan tot 50 vellen papier per document nieten. Het apparaat biedt ook taakoffsetmogelijkheden.
Type optie Optie Beschrijving of gebruik Bestelnummer Kabels en interfaceaccessoires Verbeterde EIO-kaarten HP Jetdirect Connectivitykaart voor USB-verbindingen, seriële verbindingen en LocalTalk-verbindingen J4135A HPJetdirect 615N-printserver voor Fast Ethernet (10/100Base-TX) netwerken (alleen RJ-45) J6057A HP 680N Wireless 802.
B NLWW Specificaties ● Productspecificaties ● Voedingsspecificaties ● Akoestische emissie ● Bedrijfsomgeving 243
Productspecificaties Tabel B-1 Afmetingen 1 Model Hoogte Diepte Breedte Gewicht1 HP LaserJet M9059-MFP 1219 mm 1085 mm 1334 mm 143 kg Zonder printcartridge Tabel B-2 Afmetingen met alle deuren en kleppen geheel geopend Model Hoogte Diepte Breedte HP LaserJet M9059-MFP 1664 mm 1296 mm 2501 mm 244 Bijlage B Specificaties NLWW
Voedingsspecificaties WAARSCHUWING! De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar het apparaat wordt verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning. Als u hieraan iets verandert, kan het apparaat beschadigd raken en vervalt de garantie.
Akoestische emissie Tabel B-5 Geluidsniveau1, 2 Geluidsniveau Volgens ISO 9296 Afdrukken3 LWAd= 7,4 Bels (A) [74 dB(A)] Klaar Essentieel onhoorbaar 1 Waarden zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Ga naar www.hp.com/go/ljm9059mfp/regulatory voor recente informatie. 2 Geteste configuratie: Basiseenheid kan doorlopend gebruikt worden om af te drukken en te scannen met automatische documentinvoer op A4-papier en zonder uitvoerapparaat. 3 Afdruksnelheid is 50 apm.
C NLWW Overheidsinformatie 247
FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch apparaat van Klasse A, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie.
Milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op het milieu beperken. Ozonproductie Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O3) voort. Lager energieverbruik Het energieverbruik daalt aanzienlijk in de stand Gereed/de slaapstand (laag energieverbruik).
Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet U kunt lege HP LaserJet-printcartridges gratis en gemakkelijk retourneren en recyclen dankzij HP Planet Partners. Meer informatie en instructies in verschillende talen vindt u in elke nieuwe verpakking van printcartridges en andere afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet. U helpt het milieu te sparen als u meerdere cartridges tegelijk retourneert in plaats van afzonderlijk.
van U.S. Postal Service. Kijk voor meer informatie op http://www.hp.com/recycle als u extra etiketten of dozen voor massaretour wilt aanvragen. U kunt ook bellen met 1-800-340-2445. UPS rekent de normale tarieven voor een aangevraagde UPS pickup. Deze informatie kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Materiaalbeperkingen De fluorescerende lamp van de scanner en/of het LCD-scherm van het bedieningspaneel van dit HPproduct bevatten kwik. Als de lamp versleten is, moet deze mogelijk op een speciale manier worden verwijderd. Dit HP-product bevat een batterij waarvoor mogelijk speciale verwerking vereist is aan het eind van de gebruiksduur.
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) U kunt een Material Safety Data Sheet (MSDS) voor benodigdheden met chemicaliën (bijvoorbeeld toner) verkrijgen via de website van HP op www.hp.com/go/msds of www.hp.com/hpinfo/ globalcitizenship/environment.
Land-/regiospecifieke voorschriften Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring overeenkomstig ISO/IEC 17050–1 en EN 17050–1 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company DoC#: BOISB-0403-01-rel.3.
Laserverklaring Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften ingevoerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de VS.
Laserverklaring voor Finland Luokan 1 laserlaite Klass 1 Laser Apparat HP LaserJet M9059, laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (1994) mukaisesti. VAROITUS ! Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
Index A A4-papierinstellingen 43 aangepaste papierformaatinstellingen Macintosh 67 aangepaste papierformaten 83 aantal exemplaren standaardinstellingen 19 accessoires bestellen 240, 241 locatie 7 activiteitenlog, fax 153 Activiteitenlogboek bezig met wissen 49 ADF ondersteunde formaten 139 ADF (automatische documentinvoer) capaciteit 5 het invoersysteem reinigen 168 locatie 7 reinigen van bovenste glasstrook 170 reinigen van rollen 171 adres, printer Macintosh, problemen oplossen 235 adresboek, e-mail adre
multifunctionele afwerkeenheid 95 selecteren 96 standaardinstellingen 23 bandensporen, problemen oplossen 224 bedieningspaneel Beginscherm 13 belangrijkste toetsgeluiden, standaardinstellingen 40 berichten, genummerde lijst 189 berichtensoorten 188 e-mailscherm 138 help 14 Informatie, menu 16 instellingen 56, 65 knoppen 12 knoppen op het aanraakscherm 14 kopieerscherm 122 lampjes 12 locatie 7 menu's vergrendelen 164 Menu Afdrukkwaliteit 45 menu Begininstellingen 27 menu Beheer 26 Menu Beheer 15 menu E-mail
Menu Setup 39 ontvangers, lijsten 141 probleemoplossing 187 SMTP-ondersteuning 136 standaardinstellingen 22 taakinstellingen 143 verifiëren, gatewayadressen 232 workflow 145 Digitaal verzenden, tabblad geïntegreerde webserver 156 DIMM’s bestellen 241 controleren installatie 181 Installeren 178 sleuven 178 uitbreidingsopties 3 DLC/LLC-instellingen 31 documenten schalen Macintosh 67 Windows 101 documentinvoer Dubbelzijdige documenten kopiëren 126 donker, kopiëren 229 dots per inch (dpi) 3 dpi, instellingen 45
foutberichten e-mailwaarschuwingen 64 genummerde lijst 189 onderhoud, opnieuw instellen 177 soorten 188 standaardinstellingen 40 FTP, verzenden naar 145 functies 2 fuser modussen 45 G gateways adressen controleren 232 configureren 136 testen 137 geavanceerde afdrukopties Windows 103 geblokkeerde faxen, lijst afdrukken 153 gebruikspagina, afdrukken 152 Gegevens-lampje locatie 12 gegolfd papier, probleemoplossing 223 geheugen aanwezige 2 beheren 178 toevoegen 178 uitbreiden 178 geïntegreerde webserver een wac
Knop Sluimer 12 Knop Start 12 Knop Status 12 Knop Stop 12 kopieën sorteren 129 kopiëren afdrukmateriaal, problemen oplossen 229 annuleren 132 bedieningspaneel, navigatie 122 boeken 130 dubbelzijdige documenten 126 formaat, problemen oplossen 231 foto's 130 functies 4, 121 kwaliteit, probleemoplossing 228 meerdere originelen 131 probleemoplossing 231 problemen, voorkomen 228 sorteren 129 standaardinstellingen 17, 19 Taakmodus 131 taken onderbreken 42 Koreaanse EMC-verklaring 255 kwaliteit instellingen 45 kop
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) 253 meerdere pagina's per vel Windows 101 Memory Enhancement technology (MEt) 3 menu's, bedieningspaneel Afdrukkwaliteit 45 Beheer 15, 26 Eerste installatie 27 E-mailinstallatie 39 Fax instellen 36 Herstelfuncties 49 Informatie 16 Instelling voor verzenden 39 Service 49 Standaard taakopties 17 Tijd/schema's 24 vergrendelen 164 Werking apparaat 40 menu Begininstellingen 27 menu Beheer 26 menu E-mail instellen 39 menu Faxsetup 36 menu Service, bedieningspaneel 49
papier A4-instellingen 43 aangepaste formaten 83 aangepast formaat, Macintoshinstellingen 67 eerste en laatste pagina's, afwijkend papier gebruiken 100 eerste pagina 67 formaat, selecteren 100 fusermodi 45 gekanteld 222 gekreukeld 223 omgekruld 223, 229 omslagen, ander papier gebruiken 100 ondersteunde formaten 81 pagina's per vel 68 probleemoplossing 216, 229 standaardformaat, selecteren 23, 100 type, selecteren 100 papierbaan reinigen 166 papierstoringen multifunctionele afwerkeenheid 198, 199, 200 stapel
rugnieten 10 S scannen onmiddellijk 41 standaardinstellingen 17 scannen naar e-mail adresboeken 141 ontvangers, lijsten 141 scannen naar e-mailadres adresboeken 141 configureren 136 documenten verzenden 139 informatie over 135, 139 probleemoplossing 187 standaardinstellingen 21 scannen naar e-mailadres bedieningspaneelinstellinge n 138 documenten laden 139 documenten verzenden 139 LDAP-ondersteuning 136 SMTP-ondersteuning 136 taakinstellingen 143 scannen naar map 144 scannen naar workflow 145 scanner kali
taal, printer standaardinstellingen 43 tabblad Instellingen, geïntegreerde webserver 155 tabblad Netwerk, geïntegreerde webserver 156 taken Macintosh-instellingen 64 taken opslaan Windows 102 TCP/IP-instellingen 27 tekens, vervormde 222 tekst, probleemoplossing vaag 225, 229 vervormde tekens 222 weggevallen tekst 218 Telefoonlijn, faxaccessoire aansluiten 148 temperatuur vereisten 176 temperatuurspecificaties 246 testen netwerken 31 tijd, instelling 24, 165 tijdzone 24 time-out inactief 40 toetsen, bedienin
waarschuwingen, e-mail 64 watermerken Windows 101 webbrowser, vereisten geïntegreerde webserver 154 websites firmware-updates 6 HP Web Jetadmin, downloaden 157 Material Safety Data Sheet (MSDS) 253 universele printdriver 54 wektijd, instelling 25, 182 Windows driverinstellingen 57 driversondersteunde 53 ondersteunde besturingssystemen 52 universele printdriver 54 Windows 2000-fax 150 witte of vervaagde strepen 228 witte plekken, problemen oplossen 218 witte strepen of vlekken, problemen oplossen 224 workflo
© 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.