LASERJET PRO 300 COLOR LASERJET PRO 400 COLOR Gebruikershandleiding M351 M451
HP LaserJet Pro 300 color M351 en HP LaserJet Pro 400 color M451 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © 2014 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen/regio's. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Symbolen in deze handleiding TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen. OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of uitleg van een taak. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het apparaat wordt beschadigd.
iv Symbolen in deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Informatie over het apparaat ........................................................................................... 1 Productvergelijking ................................................................................................................... 2 Milieuvriendelijke functies ......................................................................................................... 4 Toegankelijkheidsfuncties ........................................................................
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ........................................................................ 28 Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows ............................................. 28 Software voor andere besturingssystemen ................................................................................. 28 4 Het apparaat gebruiken met Mac ................................................................................... 29 Software voor Mac ................................
Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac .......................................... 39 De kleuropties instellen op de Mac ............................................................................ 40 AirPrint gebruiken .................................................................................................................. 41 Problemen oplossen met Mac ..................................................................................................
Aanzicht van printcartridge ...................................................................................... 67 Printcartridges beheren ........................................................................................................... 68 Instellingen voor printcartridges wijzigen ................................................................... 68 Afdrukken wanneer een printcartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt ........................................................
Origineel HP-onderdeel geplaatst ............................................................... 84 Verkeerde onderdelen .............................................................................. 84 Vervang ...................................................................................... 84 Zwarte cartridge bijna leeg ....................................................................... 84 Zwart op verkeerde plaats .........................................................................
handmatige kleuropties .......................................................................................... 117 HP EasyColor gebruiken ....................................................................................................... 119 Kleuren aanpassen aan uw computerscherm ........................................................................... 120 10 Beheer en onderhoud .................................................................................................
59.X Fout Schakel uit/in ......................................................................... 142 79 Fout Schakel uit/in ............................................................................ 143 79 Servicefout Schakel uit/in ................................................................... 143 Achterklep open ..................................................................................... 143 Afdruk mislukt, druk op OK. Als fout blijft, zet uit en aan. ............................
Vul lade 1 met gewoon Reinigingsmodus [OK] voor start ........ 152 Zwarte cartridge bijna leeg ..................................................................... 152 Zwart op verkeerde plaats ....................................................................... 152 Zwart vrijwel leeg .................................................................................. 152 Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ........................................................................
Het apparaat maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het netwerk .......................................................... 175 Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen ........................................................................ 175 Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld .......................... 175 Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist .....
OpenSSL ............................................................................................................................. 195 Klantondersteuning ............................................................................................................... 196 Het product opnieuw verpakken ............................................................................................ 197 Bijlage C Apparaatspecificaties ................................................................................
Laserverklaring voor Finland ................................................................................... 213 GS-verklaring (Duitsland) ........................................................................................ 215 Tabel met chemicaliën (China) ................................................................................ 215 Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) ......................
xvi NLWW
1 NLWW Informatie over het apparaat ● Productvergelijking ● Milieuvriendelijke functies ● Toegankelijkheidsfuncties ● Productaanzichten 1
Productvergelijking HP LaserJet Pro 300 color M351a ● Prestaties: Drukt 18 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat en 19 ppm op papier van Letter-formaat ● Papierverwerking: CE955A In lade 1 passen 50 vellen, in lade 2 passen 250 vellen In de optionele lade 3 passen 250 vellen In de uitvoerlade passen 150 vellen ● Ondersteunde besturingssystemen: Windows XP, 32-bit Windows Vista, 32-bits en 64-bits Windows 7, 32-bits en 64-bits Mac OS X v10.
HP LaserJet Pro 400 color M451dn CE957A Dezelfde functies als het HP LaserJet Pro 300 color M351a-model, maar met de volgende verschillen: ● Prestaties: Drukt 20 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat en 21 ppm op papier van Letter-formaat ● Connectiviteit: Hi-Speed USB 2.
Milieuvriendelijke functies Dubbelzijdig afdrukken Bespaar papier door de optie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken te gebruiken. Automatisch dubbelzijdig afdrukken is mogelijk bij de HP LaserJet Pro 400 color M451dn en HP LaserJet Pro 400 color M451dw. Meerdere pagina's per vel afdrukken Bespaar papier door twee of meer pagina's van een document naast elkaar op één vel papier af te drukken. U kunt deze functie gebruiken via de printerdriver.
Productaanzichten Vooraanzicht NLWW 1 Uitvoerbak 2 Verlengstuk voor uitvoer in Legal-formaat 3 Voorklep (voor toegang tot de printcartridges) 4 Lade 1 (multifunctionele lade) 5 Lade 2 (toegang bij storingen) 6 Optionele lade 3 7 Aan/uit-knop 8 Knop voor draadloze functie (alleen draadloze modellen) 9 Bedieningspaneel 10 DIMM-klep (voor het toevoegen van extra geheugen) Productaanzichten 5
Achteraanzicht 1 Hi-Speed USB 2.0-poort en netwerkpoort OPMERKING: Alleen de modellen M451nw, M451dn en M451dw hebben een netwerkpoort.
Locatie van serienummer en modelnummer Het etiket met het serienummer en het apparaatmodelnummer bevindt zich aan de achterzijde van de voorklep.
Layout bedieningspaneel 8 1 Display van het bedieningspaneel: Het display verschaft informatie over het apparaat. Gebruik de menu's op het display om apparaatinstellingen vast te leggen. 2 Knop Pijl terug : druk op deze knop voor de volgende handelingen: ● De menu's van het bedieningspaneel verlaten. ● Terugkeren naar een vorig menu in een lijst met submenu's. ● Terugkeren naar een vorig menu-item in een lijst met submenu's (zonder wijzigingen in het menu-item op te slaan).
2 NLWW Menu's van het bedieningspaneel ● Menu HP webservices ● Menu Rapporten ● Menu Snelformulieren ● Menu Systeeminst.
Menu HP webservices 10 Menuoptie Omschrijving Adres weergeven Selecteer of het e-mailadres van het apparaat moet worden weergegeven op het bedieningspaneel wanneer ePrint is ingeschakeld. Informatieblad afdrukken Druk een pagina af met het e-mailadres van het apparaat en informatie over HP Web Services. ePrint aan/uit Schakel HP ePrint in of uit. Services verwijderen Verwijder HP Web Services van dit apparaat.
Menu Rapporten Menu-item Omschrijving Menustructuur Drukt een schema af van de menustructuur van het bedieningspaneel. De actieve instellingen voor elk menu worden weergegeven. Config-rapport Hiermee drukt u een lijst af met alle instellingen van het product. Bevat basisnetwerkgegevens als het apparaat op een netwerk is aangesloten.
Menu Snelformulieren Menuoptie Submenu-item Beschrijving Notebookpapier Smalle liniaal Drukt pagina's af met voorgedrukte lijnen Brede liniaal Kinderliniaal Grafiekpapier 1/8 inch Drukt pagina's af met voorgedrukte ruitjes 5 mm Checklist 1-kolom Drukt pagina's af met voorgedrukte lijnen en selectievakjes 2-kolom Muziekpapier Staand Drukt pagina's af met voorgedrukte lijnen voor muzieknoten Liggend 12 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
Menu Systeeminst. In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen. Menu-item Submenu-item Submenu-item Taal Papierinstell. Submenu-item Omschrijving Selecteer de taal voor de berichten op het display van het bedieningspaneel en de apparaatrapporten. St. Papierformaat Letter A4 Selecteer het formaat voor het afdrukken van interne rapporten of voor afdruktaken waarvoor geen formaat is gespecificeerd. Legal St.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Afdrukkwaliteit Kleur kalibreren Na inschakelen Submenu-item Omschrijving Na inschakelen: Selecteer hoe lang na het inschakelen het product moet worden gekalibreerd. De standaardinstelling is 15 minuten. Nu kalibreren Nu kalibreren: Hiermee voert het product onmiddellijk een kalibratie uit. Als het product met een taak bezig is, vindt de kalibratie plaats nadat de taak is voltooid. Als er een foutbericht wordt weergegeven, moet dit eerst worden gesloten.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Submenu-item Omschrijving Activeringsgebe urtenissen USB-taak LAN-taak Selecteer of het apparaat moet worden geactiveerd bij de volgende taken of handelingen. Draadloze taak De standaardinstelling voor elke optie is Ja. Druk op knop Displaycontrast Gemiddeld* Hiermee stelt u het contrast van het display in.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Submenu-item Omschrijving Kleurenprintcass ettes Instelling voor vrijwel leeg Stoppen Prompt* Hiermee stelt u in wat het apparaat moet doen wanneer een van de kleurenprintcartridges vrijwel leeg is. Doorgaan ● Prompt: Het apparaat stopt met afdrukken en vraagt u de printcartridge te vervangen. U kunt het bericht ter kennisgeving aannemen en doorgaan met afdrukken.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Gebruiksgegeve ns opslaan Op onderdeel* Niet op onderdeel Submenu-item Omschrijving Het apparaat slaat automatisch informatie over het printcartridgegebruik op in het interne geheugen. Het apparaat kan deze informatie ook opslaan op de geheugenchips van de printcartridges. Selecteer de optie Niet op onderdeel om de gebruiksgegevens alleen in het interne geheugen op te slaan.
Menu Service Gebruik dit menu om de standaardinstellingen te herstellen, het apparaat te reinigen en speciale modi in te stellen die de afdrukken beïnvloeden. Items met een sterretje (*) zijn de standaardinstellingen. Menuoptie Submenu-item Reinigingspagina Beschrijving Gebruik deze optie om het apparaat te reinigen als u tonervlekken of andere vlekken op de afdrukken ziet. Bij het reinigingsproces worden stof en overtollige toner uit de papierbaan verwijderd.
Menu Netwerkinstellingen Gebruik dit menu om de netwerkconfiguratie-instellingen van het product vast te leggen. Items met een sterretje (*) zijn de standaardinstellingen. Menu-item Submenu-item Omschrijving Menu Draadloos (alleen draadloze apparaten) Afdrukken naar WiFi Hier vindt u de Wi-Fi Direct-naam van het apparaat, waarmee u via andere draadloze apparaten die het Wi-Fi Direct-protocol ondersteunen toegang hebt tot het apparaat.
Menu-item Submenu-item Omschrijving Https geforceerd Nee* Hiermee stelt u het apparaat zodanig in dat het alleen kan communiceren met websites die het protocol https (hypertext transfer protocol secure) gebruiken. Ja Standaardwaarden 20 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor de netwerkconfiguratie-instellingen.
3 NLWW Software voor Windows ● Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers voor Windows ● Selecteer de juiste printerdriver voor Windows ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen voor Windows ● De printerdriver verwijderen uit Windows ● Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ● Software voor andere besturingssystemen 21
Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers voor Windows De volgende Windows-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: ● Windows XP (32-bits, Service Pack 2) ● Windows Server 2003 (32-bits, Service Pack 3) ● Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) ● Windows Vista (32-bits en 64-bits) ● Windows 7 (32-bits en 64-bits) De volgende Windows-printerdrivers worden door het apparaat ondersteund: ● HP PCL 6 (dit is de standaardprinterdriver die is meegeleverd op de product-cd) ● HP
HP UPD PCL 5 HP UPD PCL 6 NLWW ● Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windows-omgevingen) ● Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-producten ● De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's van derden ● De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe) ● Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bied
HP Universal Print Driver (UPD) De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die rechtstreeks toegang biedt tot vrijwel elk HP LaserJet-product, vanaf elke locatie, zonder afzonderlijke drivers te downloaden. De driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert.
Instellingen van de afdruktaak wijzigen voor Windows Prioriteit van afdrukinstellingen Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. ● Dialoogvenster Pagina-instelling.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers.
De printerdriver verwijderen uit Windows Windows XP 1. Klik op de knop Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. 2. Zoek het apparaat op in de lijst, klik er met de rechtermuisknop op en klik dan op Verwijderen. 3. Klik in het menu Bestand op Eigenschappen van server. Het dialoogvenster Eigenschappen van afdrukserver wordt geopend. 4. Klik op het tabblad Stuurprogramma's en selecteer in de lijst de printer die u wilt verwijderen. 5.
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ● HP Web Jetadmin ● Geïntegreerde webserver van HP ● HP ePrint Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows ● Online webregistratie ● HP Device Toolbox ● HP Uninstall ● HP Help & Learn Center ● Uw HP apparaat opnieuw configureren ● HP LaserJet Customer Participation Program Software voor andere besturingssystemen Besturingssysteem Software UNIX Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar www.hp.
4 NLWW Het apparaat gebruiken met Mac ● Software voor Mac ● Basistaken afdrukken in Mac ● AirPrint gebruiken ● Problemen oplossen met Mac 29
Software voor Mac Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers voor Mac De volgende Mac-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: ● Mac OS X 10.5 en 10.6 OPMERKING: Voor Mac OS X 10.5 en hoger worden Mac-computers met een PPC- of Intel® Core™-processor ondersteund. Voor Mac OS X 10.6 worden Mac-computers met een Intel Coreprocessor ondersteund.
Software installeren op Mac-computers in een bekabeld netwerk Het IP-adres configureren 1. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk. 2. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen. De software installeren 1. Installeer de software vanaf de cd. Klik op het pictogram van het apparaat en volg de instructies op het scherm. 2.
Als uw draadloze router Wi-Fi Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, vraagt u uw systeembeheerder om de netwerkinstellingen voor uw draadloze router of voert u de volgende taken uit: ● Achterhaal de naam van het draadloze netwerk of de SSID (service set identifier). ● Bepaal het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel voor het draadloze netwerk. Het apparaat met WPS met een draadloos netwerk verbinden via de menu's van het bedieningspaneel 1.
is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken. 1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer. 2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer wanneer u hierom wordt gevraagd de optie Configureer uw apparaat voor een draadloos netwerk. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd.
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer, zoals hierboven beschreven. ● Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders worden gewijzigd. Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken. 2.
HP Utility openen ▲ Klik in het dock op HP Utility. -ofKlik bij Programma's op Hewlett Packard en vervolgens op HP Utility. Functies van HP Utility Gebruik de software HP Utility om de volgende taken uit te voeren: ● Informatie verkrijgen over de status van benodigdheden. ● Informatie verkrijgen over het apparaat, zoals de firmwareversie en het serienummer. ● Een configuratiepagina afdrukken.
HP ePrint is de standaardinstelling van het product. Volg deze procedure om het in te schakelen. 1. Typ het IP-adres in de adresbalk van een webbrowser om de geïntegreerde HP-webserver te openen. 2. Klik op het tabblad HP webservices. 3. Selecteer de optie om Webservices in te schakelen. AirPrint Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund op iOS 4.2 en later. Gebruik AirPrint om direct op het apparaat af te drukken vanaf een iPad (iOS 4.
Basistaken afdrukken in Mac Een afdruktaak annuleren op de Mac 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op het OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2.
Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. Een voorinstelling voor afdrukken maken 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt opslaan zodat u deze opnieuw kunt gebruiken. 4. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de voorinstelling. 5.
4. Selecteer in het menu Pagina's of u het watermerk wilt afdrukken op alle pagina's of alleen op de eerste pagina. 5. Selecteer in het menu Tekst een van de standaardberichten of selecteer de optie Aangepast en typ in het vak een nieuw bericht. 6. Selecteer opties voor de overige instellingen. Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Lay-out. 4.
3. Open het menu Afwerking en klik op het tabblad Handmatige duplex of open het menu Handmatige duplex. 4. Klik op het vak Handmatige duplex en selecteer een bindoptie. 5. Klik op de knop Afdrukken. Volg de instructies in het pop-upvenster dat op het computerscherm verschijnt voordat u de uitgevoerde stapel weer in lade 1 plaatst voor het afdrukken van de tweede zijde. 6. Ga naar het apparaat en verwijder alle lege vellen uit lade 1. 7.
AirPrint gebruiken Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund op iOS 4.2 en later. Gebruik AirPrint om direct op het apparaat af te drukken vanaf een iPad (iOS 4.2), iPhone (3GS of later), of iPod touch (derde generatie of later) in de volgende toepassingen: ● Mail ● Foto's ● Safari ● Selecteer externe toepassingen. Om AirPrint te gebruiken, moet het apparaat zijn verbonden met een netwerk.
Problemen oplossen met Mac Raadpleeg Problemen met de productsoftware oplossen in Mac op pagina 182 voor informatie over het oplossen van problemen met het Mac-besturingssysteem.
5 NLWW Het product verbinden met Windows ● Disclaimer voor printer delen ● Verbinden met USB ● Aansluiten op een netwerk met Windows 43
Disclaimer voor printer delen HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoftbesturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar Microsoft op www.microsoft.com. Verbinden met USB Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken. VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd. Cd-installatie 44 1.
Aansluiten op een netwerk met Windows Ondersteunde netwerkprotocollen U hebt een netwerk nodig dat een of meerdere van de volgende protocollen gebruikt om een apparaat met netwerkfunctionaliteit aan te sluiten op een netwerk. ● TCP/IP (IPv4 of IPv6) ● Afdrukken met LPD ● SLP ● WS-detectie Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk met Windows Het IP-adres verkrijgen NLWW 1. Sluit de netwerkkabel aan op het product en op het netwerk. Schakel het apparaat in. 2.
6. Zoek het IP-adres op op de zelftest-/configuratiepagina. Jetdirect Page HP Color LaserJet Page 1 De software installeren 1. Sluit alle programma's op de computer af. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3. Volg de instructies op het scherm. 4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Verbinding maken via een bekabeld netwerk en klik vervolgens op de knop Volgende. 5. Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres. 6. Klik op de knop Voltooien.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS Als uw router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS) is dit de eenvoudigste manier om het apparaat met een draadloos netwerk te verbinden. 1. Druk op de knop WPS op uw draadloze router. 2. op het bedieningspaneel van het apparaat gedurende twee Houd de knop Draadloos seconden ingedrukt. Laat de knop los wanneer het lampje voor de draadloze functie begint te knipperen. 3.
is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken. 1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer. 2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer de optie Verbinding maken via een draadloos netwerk wanneer u hierom wordt gevraagd. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd.
IP-netwerkinstellingen configureren met Windows Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen U kunt de IP-configuratie-instellingen weergeven of wijzigen via de geïntegreerde webserver. 1. Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres. ● Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende indeling: xxx.xxx.xxx.xxx ● Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en cijfers.
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2. Open de volgende menu's: 3. 50 ● Netwerkinstellingen ● TCP/IP-configuratie ● Handmatig Gebruik de pijlknoppen om de cijfers van het IP-adres te wijzigen. Druk op de knop OK om naar het volgende cijfer te gaan.
Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex OPMERKING: Deze informatie geldt alleen voor ethernetnetwerken, niet voor draadloze netwerken. OPMERKING: Als u onjuiste instellingen opgeeft voor de verbindingssnelheid, kan het apparaat mogelijk niet meer communiceren met andere netwerkapparaten. In de meeste situaties moet de automatische modus van het apparaat ingeschakeld blijven. Wijzigingen kunnen ervoor zorgen dat het apparaat uitgeschakeld en weer ingeschakeld wordt.
52 Hoofdstuk 5 Het product verbinden met Windows NLWW
6 NLWW Papier en afdrukmateriaal ● Papiergebruik begrijpen ● De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat in Windows ● Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit ● Papierladen vullen ● Laden configureren 53
Papiergebruik begrijpen Dit apparaat ondersteunt verschillende soorten papier en afdrukmaterialen. Papier of afdrukmateriaal dat niet aan de volgende richtlijnen voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en vroegtijdige slijtage van het apparaat tot gevolg hebben. Het is mogelijk dat papier aan al deze richtlijnen voldoet en u toch niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit.
Materiaalsoort Doen Transparanten ● Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik in kleurenlaserprinters. ● Leg de transparanten op een glad oppervlak nadat u ze uit het product heeft verwijderd. Briefpapier of voorbedrukte formulieren ● Zwaar papier Glanzend papier of papier met een coating Niet doen ● Gebruik geen transparant afdrukmateriaal dat niet is goedgekeurd voor laserprinters.
Ondersteunde papierformaten OPMERKING: Om de beste afdrukresultaten te verkrijgen, selecteert u het gepaste papierformaat en -type in de printerdriver voordat u begint af te drukken.
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten (vervolg) Formaat Afmetingen Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm Envelop B5 176 x 250 mm Envelop Monarch 98 x 191 mm Briefkaart 100 x 148 mm Dubb.
Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit Tabel 6-3 Lade 1 Papiersoort Gewicht Capaciteit1 Afdrukstand papier Elke dag: 60 tot 90 g/m2 Max.
Tabel 6-3 Lade 1 (vervolg) Papiersoort Gewicht Overig: ● Transparant voor kleurenlaser4 ● Etiketten4 ● Briefhoofd ● Envelop4 ● Voorbedrukt ● Geperforeerd ● Kleur ● Ruw ● Stevig4 Capaciteit1 Afdrukstand papier Maximaal 50 vel of 10 enveloppen Te bedrukken zijde omhoog, korte zijde richting het apparaat 1 De capaciteit is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier, en van de omgevingsomstandigheden. 2 Het apparaat ondersteunt max.
Tabel 6-4 Lade 2 en lade 3 (vervolg) Materiaalsoort Gewicht Foto/Omslag Max. 163 g/m2 ● Mat omslagpapier ● Glanzend omslagpapier ● Mat fotopapier ● Glanzend fotopapier ● Briefkaart ● Karton 2 Briefkaart: Max. 176 g/m2 Overig: ● Transparant voor kleurenlaser3 ● Etiketten3 ● Briefhoofd ● Envelop3 ● Voorbedrukt ● Geperforeerd ● Kleur ● Ruw ● Stevig3 Afdrukstand papier Max.
Papierladen vullen Lade 1 vullen 1. Open lade 1. 2. Trek het ladeverlengstuk naar buiten. 3. Als u lange vellen papier plaatst, klapt u het verlengstukje naar buiten. 4. Schuif de papiergeleiders helemaal naar buiten (1) en plaats de papierstapel vervolgens in lade 1 (2). Stel de papiergeleiders in op het papierformaat. OPMERKING: Plaats het papier in lade 1 met de afdrukzijde naar boven en de korte zijde naar het apparaat toe.
Lade 2 of de optionele lade 3 vullen 1. Trek de lade uit het apparaat. 2. Schuif de papierlengte- en breedtegeleiders naar de zijden van de lade toe. 3. Als u papier van Legal-formaat wilt plaatsen, dient u de lade te verlengen door het verlenglipje ingedrukt te houden terwijl u de voorzijde van de lade naar u toe trekt. OPMERKING: Als de lade is gevuld met papier van Legal-formaat, steekt deze ongeveer 64 mm (2,5 inch) uit vanaf de voorzijde van het product.
4. Plaats het papier in de lade en zorg ervoor dat de vellen in alle vier de hoeken plat liggen. Schuif de papierbreedtegeleiders aan de zijkant tegen de markeringen voor de papiergrootte aan de onderkant van de lade. Schuif de papierlengtegeleider aan de voorzijde tegen de papierstapel, zodat de stapel tegen de achterkant van de lade wordt gedrukt. 5. Duw het papier naar beneden om ervoor te zorgen dat de stapel zich onder de lipjes (aan de zijkanten van de lade) bevindt die de maximale hoogte aangeven.
Laden configureren Het apparaat haalt standaard papier uit lade 1. Als lade 1 leeg is, haalt het apparaat papier uit lade 2 of lade 3 indien deze is geplaatst. Wanneer u de lade van dit apparaat configureert, worden de warmte- en snelheidsinstellingen gewijzigd voor de beste afdrukresultaten voor de gebruikte papiersoort. Als u speciaal papier voor alle of bijna alle afdruktaken op dit apparaat gebruikt, wijzig dan deze standaardinstelling.
7 Printcartridges De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga voor de meest recente versie van de gebruikershandleiding naar www.hp.com/support/LJColorM351_manuals of www.hp.com/support/LJColorM451_manuals.
Informatie over printcartridges Kleur Cartridgenummer Nummer Zwarte printcartridge met standaardcapaciteit 305A CE410A Zwarte printcartridge met hoge capaciteit 305X CE410X Cyaan printcartridge 305A CE411A Gele printcartridge 305A CE412A Magenta printcartridge 305A CE413A Toegankelijkheid: U kunt de printcartridge met één hand installeren en verwijderen.
Aanzichten van benodigdheden Aanzicht van printcartridge NLWW 1 Geheugenplaatje van de cartridge 2 Plastiek bescherming 3 Afbeeldingsdrum. Raak de afbeeldingsdrum onderaan de printcartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit.
Printcartridges beheren Als u de printcartridge correct gebruikt, bewaart en controleert, kan dit de hoge kwaliteit van de afdrukken waarborgen. Instellingen voor printcartridges wijzigen Afdrukken wanneer een printcartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt Meldingen met betrekking tot onderdelen worden weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat.
3. ● Zwarte printcartridge of Kleurenprintcassettes ● Instelling voor vrijwel leeg Selecteer een van de volgende opties: ● Selecteer de optie Doorgaan als u wilt dat het apparaat u waarschuwt wanneer een printcartridge vrijwel leeg is, maar wel doorgaat met afdrukken. ● Selecteer de optie Stoppen als u wilt instellen dat het apparaat stopt met afdrukken tot u de printcartridge hebt vervangen.
Opslag van printcartridges Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken. VOORZICHTIG: Stel de printcartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om te voorkomen dat de cartridge wordt beschadigd. Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn Hewlett-Packard Company kan het gebruik van nieuwe of gereviseerde printcartridges die niet door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen.
Instructies voor vervanging De printcartridges vervangen Het product gebruikt vier basiskleuren en heeft voor elke kleur een afzonderlijke printcartridge: zwart (K), magenta (M), cyaan (C) en geel (Y). VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, veegt u deze er met een droge doek af en wast u de kleding in koud water. Als u warm water gebruikt, maakt de toner een permanente vlek in de stof. 1. Open de voorste klep. 2. Trek de lade met de printcartridges naar voren. 3.
72 4. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. 5. Schud de printcartridge licht heen en weer, zodat de toner gelijkmatig in de cartridge wordt verdeeld. 6. Verwijder de oranje plastiek bescherming van de onderkant van de nieuwe printcartridge.
7. Raak de afbeeldingsdrum onderaan de printcartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 8. Plaats de nieuwe printcartridge in het product. 9. Trek aan de strook aan de linkerzijde van de printcartridge om de verpakkingstape volledig te verwijderen. De verpakkingstape kunt u hergebruiken.
10. Sluit de lade met de printcartridges. 11. Sluit de voorklep. 12. Plaats de oude printcartridge, de verpakkingstape en het oranje plastic beschermkapje in de verpakking van de nieuwe printcartridge. Volg de recyclinginstructies uit de verpakking op.
Problemen met benodigdheden oplossen De printcartridges controleren U dient de printcartridges te controleren en indien nodig te vervangen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd. ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt. ● De afgedrukte pagina's hebben strepen of banen. OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit op Concept is ingesteld, kan de afdruk erg licht zijn.
De statuspagina voor benodigdheden afdrukken Op de pagina Status benodigdheden wordt de resterende levensduur van de printcartridges weergegeven. Hier vindt u ook het serienummer voor de juiste originele printcartridge van HP voor uw apparaat, zodat u een nieuwe printcartridge kunt bestellen, evenals andere handige informatie. 76 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2.
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren 1. Open het menu Rapporten op het bedieningspaneel. 2. Selecteer het item Kwaliteitspagina afdr. om dit af te drukken. Deze pagina bevat vijf gekleurde banen die in vier groepen zijn ingedeeld, zoals in de onderstaande afbeelding is weergegeven. Door elke groep te onderzoeken, kunt u het probleem isoleren en bepalen welke printcartridge het probleem veroorzaakt.
3. Controleer het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum aan de onderkant van de printcartridge. VOORZICHTIG: Raak de groene rol (afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 4. Vervang de printcartridge wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden. 5.
Berichten op het bedieningspaneel over benodigdheden interpreteren 10.XXXX Toebehorenfout Omschrijving De geheugenchip van een van de printcartridges kan niet worden gelezen of ontbreekt. ◦ 10.0000 = geheugenchipfout zwarte cartridge ◦ 10.0001 = geheugenchipfout cyaan cartridge ◦ 10.0002 = geheugenchipfout magenta cartridge ◦ 10.0003 = geheugenchipfout gele cartridge ◦ 10.1000 = geheugenchip zwarte cartridge ontbreekt ◦ 10.1001 = geheugenchip cyaan cartridge ontbreekt ◦ 10.
Aanbevolen actie Installeer de printcartridge. Cyaan cartridge bijna leeg Omschrijving Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert. Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Cyaan op verkeerde plaats Omschrijving De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst. Aanbevolen actie Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst.
Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig vervangende onderdelen achter de hand te hebben. Gebruikt geplaatst [OK] voor doorgaan. Omschrijving U hebt een printcartridge geïnstalleerd die de drempelwaarde reeds had bereikt en bijna leeg was toen deze in een ander apparaat was geïnstalleerd. Aanbevolen actie Druk op OK om door te gaan.
Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel. Wanneer een onderdeel van HP vrijwel leeg is en het afdrukken wordt voortgezet, worden afdrukgebreken of cartridgeproblemen niet beschouwd als materiaal- of fabricagefouten in het onderdeel volgens de garantie op de printcartridge van HP. Gele cartridge bijna leeg Omschrijving Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert.
Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Magenta op verkeerde plaats Omschrijving De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst. Aanbevolen actie Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Origineel HP-onderdeel geplaatst Omschrijving Er is een origineel HP-onderdeel geïnstalleerd. Aanbevolen actie Geen actie nodig. Verkeerde onderdelen Omschrijving Meer dan een printcartridge is geïnstalleerd in de onjuiste sleuf. Aanbevolen actie Controleer of alle printcartridges zich in de juiste houder bevinden. De printcartridges worden van voor naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta, geel.
Aanbevolen actie Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel. Zwart vrijwel leeg Omschrijving Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt. Een door de klant te configureren optie op dit apparaat is "Herinner mij na 100 pagina's, 200 pagina's, 300 pagina's of nooit".
86 Hoofdstuk 7 Printcartridges NLWW
8 NLWW Afdruktaken ● Een afdruktaak annuleren ● Basistaken afdrukken in Windows ● HP ePrint gebruiken ● Geavanceerde taken afdrukken in Windows 87
Een afdruktaak annuleren 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op het OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2.
Basistaken afdrukken in Windows De manier om het afdrukdialoogvenster van een programma te openen, kan afwijken. In de volgende procedures is een veelvoorkomende manier gebruikt. Sommige programma's hebben geen menu Bestand. Raadpleeg de documentatie van uw programma voor informatie over het openen van het afdrukdialoogvenster. De printerdriver openen met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2.
Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows 1. Klik op de knop Help om de online-Help te openen. Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en vervolgens het aantal exemplaren. Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt gebruiken met Windows Een afdruksnelkoppeling gebruiken met Windows 1. 90 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik vervolgens op de knop OK. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd.
Afdruksnelkoppelingen maken 92 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen.
4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als u eerst de instellingen aanpast en vervolgens een snelkoppeling selecteert, gaan al uw aanpassingen verloren. 5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling.
6. Klik op de knop Opslaan als. 7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK. De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows Het papierformaat selecteren met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5. Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op. ● De breedte is de korte zijde van het papier. ● De lengte is de lange zijde van het papier. OPMERKING: 6. Plaats het papier altijd met de korte zijde naar voren in de laden. Klik op de knop OK en dan op de knop OK op het tabblad Papier/Kwaliteit. De volgende keer dat u de printerdriver opent, wordt het aangepaste paginaformaat in de lijst met papierformaten weergegeven. De papiersoort selecteren met Windows 1.
96 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken.
5. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in lade 1 zonder de afdrukrichting te wijzigen. 6. Druk op het bedieningspaneel op OK om de tweede zijde van de taak af te drukken. Automatisch dubbelzijdig afdrukken met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op de knop OK om de taak af te drukken. Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows 1. 98 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting. De afdrukstand selecteren met Windows 1. 100 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer in het gebied Afdrukrichting de optie Staand of Liggend. Als u het paginabeeld ondersteboven wilt afdrukken, selecteert u 180 graden draaien. Kleuropties instellen met Windows NLWW 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
102 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Schakel het selectievakje HP EasyColor uit. 5. Klik in het gebied Kleuropties op de optie Handmatig en klik vervolgens op de knop Instellingen. 6. Pas de algemene instellingen voor Scherpteregeling en de instellingen voor Tekst, Illustraties en Foto's aan.
HP ePrint gebruiken Gebruik HP ePrint om documenten af te drukken door ze als e-mailbijlage te sturen naar het e-mailadrs van het product vanaf elk apaaraat met e-mailmogelijkheden. OPMERKING: Het product moet worden verbonden met een netwerk en beschikken over internettoegang om HP ePrint te gebruiken. 1. 2. Om HP ePrint te gebruiken, moet u eerst HP-webservices inschakelen. a. Typ het IP-adres in de adresbalk van een webbrowser om de geïntegreerde webserver te openen. b.
Geavanceerde taken afdrukken in Windows Gekleurde tekst afdrukken in zwart-wit (grijswaarden) met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Geavanceerd. 4. Vouw het gedeelte Documentopties uit. 5. Vouw het gedeelte Printerfuncties uit. 6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Alle tekst zwart afdrukken de optie Ingeschakeld.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op de optie Meer.... 5. Vouw de lijst Type is: uit.
6. Vouw de lijst Overig uit. 7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. Met Windows afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten 1. 106 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer....
5. Vouw de lijst Type is: uit. 6. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt. OPMERKING: Etiketten en transparanten staan in de lijst Overig. 7. 108 Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK.
De eerste of laatste pagina op ander papier drukken met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. klik in het gedeelte Speciale pagina's op de optie Pagina's op ander papier afdrukken en vervolgens op de knop Instellingen. 5. Selecteer in het gebied Pagina's in document de optie Eerste of Laatste. 6. Selecteer de juiste opties in de vervolgkeuzelijsten Papierbron en Papiersoort. Klik op de knop Toevoegen.
7. Als u zowel de eerste als de laatste pagina op ander papier wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 en selecteert u de opties voor de andere pagina. 8. Klik op de knop OK. Een document aanpassen aan paginagrootte met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst. Een watermerk aan een document toevoegen in Windows 112 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. Of klik op de knop Bewerken als u een nieuw watermerk wilt toevoegen aan de lijst. Selecteer de instellingen voor het watermerk en klik vervolgens op de knop OK. 5. Schakel het selectievakje Alleen eerste pagina in als u het watermerk alleen op de eerste pagina wilt afdrukken. Doet u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt. Een brochure maken met Windows 1.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. 5. Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out op de optie Links binden of Rechts binden. De optie Pagina's per vel wordt automatisch gewijzigd in 2 pagina's per vel. 6. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in lade 2 zonder de afdrukrichting te wijzigen. 7. Druk op het bedieningspaneel op OK om de tweede zijde van de taak af te drukken.
9 NLWW Kleur ● Kleur aanpassen ● HP EasyColor gebruiken ● Kleuren aanpassen aan uw computerscherm 115
Kleur aanpassen Beheer kleur door de instellingen op het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen. Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen 116 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's. ● Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGBgegevens in de onbewerkte apparaatmodus.
De kleuropties wijzigen Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver. 1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Schakel het selectievakje HP EasyColor uit. 5. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur.
Tabel 9-1 handmatige kleuropties Beschrijving instelling Opties instelling Randenbeheer ● Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als aangepaste halftonen. ● Licht stelt trapping in op het laagste niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. ● Bij Normaal wordt overlapping ingesteld op een gemiddeld niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. ● Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. Adaptieve halftonen is ingeschakeld.
HP EasyColor gebruiken Als u de HP PCL 6-printerdriver voor Windows gebruikt, verbetert de HP EasyColor-technologie automatisch documenten met gemengde inhoud die worden afgedrukt vanuit Microsoft Officeprogramma's. Met deze technologie worden documenten gescand en foto's in JPEG- of PNG-indeling automatisch aangepast. De HP EasyColor-technologie verdeelt het volledige beeld niet in verschillende stukken, maar verbetert dit in één keer.
Kleuren aanpassen aan uw computerscherm Het laten overeenstemmen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is ingewikkeld omdat printers en monitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels via een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw); printers drukken kleuren af door middel van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en zwart).
10 Beheer en onderhoud NLWW ● Informatiepagina’s afdrukken ● De geïntegreerde webserver van HP gebruiken ● HP Web Jetadmin software gebruiken ● Functies voor apparaatbeveiliging ● Instellingen voor efficiënt gebruik ● Geheugen-DIMM's installeren ● Het product reinigen ● Productupdates 121
Informatiepagina’s afdrukken Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het product. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met het product onderzoeken en oplossen. OPMERKING: Als de taal op het apparaat tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal handmatig instellen zodat de informatiepagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt. Wijzig de taal met behulp van het menu Systeeminst. op het bedieningspaneel of met behulp van de geïntegreerde webserver. 1.
De geïntegreerde webserver van HP gebruiken Dit product beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over producten netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin webprogramma's kunnen worden uitgevoerd, vergelijkbaar met de omgeving die door een besturingssysteem (zoals Windows) wordt geboden en waarin programma's op uw computer kunnen worden uitgevoerd.
● Interne pagina's weergeven en afdrukken. ● Selecteer de taal voor de weergave van de EWS-pagina's en de berichten op het display van het bedieningspaneel. ● De netwerkconfiguratie weergeven en wijzigen. ● Hier kunt u het beveiligingswachtwoord voor het product instellen, wijzigen of wissen. OPMERKING: Als u de netwerkinstellingen van de geïntegreerde webserver wijzigt, wordt bepaalde software of worden bepaalde functies uitgeschakeld.
NLWW 5. Typ in het gebied Apparaatwachtwoord het wachtwoord in het vak Nieuw wachtwoord en typ het opnieuw in het vak Controleer het wachtwoord. 6. Klik op de knop Toepassen. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Instellingen voor efficiënt gebruik Afdrukken met EconoMode Met de EconoMode wordt aanmerkelijk minder toner verbruikt, waardoor de levensduur van de printcartridge wordt verlengd. HP raadt het doorlopende gebruik van EconoMode af. Als de EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de printcartridge. Als de afdrukkwaliteit slechter wordt en niet meer acceptabel is, is het verstandig de printcartridge te vervangen. 1.
De Autom. uitschakelen instellen 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Systeeminst. ● Energie-instellingen ● Autom. uitschakelen ● Uitschakelvertraging Selecteer de tijd voor de uitschakelvertraging. OPMERKING: 4. De standaardwaarde is 30 minuten. Het apparaat wordt automatisch weer geactiveerd vanuit de automatische uitschakeling wanneer het taken ontvangt of wanneer u op een knop drukt op het bedieningspaneel.
Geheugen-DIMM's installeren Het apparaat wordt geleverd met 128 MB intern RAM-geheugen. U kunt 256 MB aan extra geheugen voor het apparaat installeren door een DIMM (dual inline memory module) toe te voegen. U kunt bovendien een lettertype-DIMM installeren om karakters af te drukken (bijvoorbeeld Chinese karakters of tekens van het Cyrillisch alfabet). VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit.
4. Om een DIMM te vervangen die momenteel is geïnstalleerd, schuift u de hendels aan weerszijden van de DIMM-sleuf opzij, en vervolgens trekt u de DIMM schuin omhoog en uit de sleuf. VOORZICHTIG: Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit. Draag bij het hanteren van elektronische onderdelen een antistatische polsband of raak regelmatig het oppervlak van de antistatische verpakking aan en raak vervolgens onbewerkt metaal op het apparaat aan. 5.
6. Houd de DIMM aan de randen vast en breng de inkepingen op de DIMM onder een hoek op één lijn met de DIMM-sleuf. 7. Druk de DIMM omlaag tot beide nokken aangrijpen op de DIMM. Als de DIMM correct is geplaatst zijn de metalen contacten niet zichtbaar. OPMERKING: Als u problemen hebt met het plaatsen van de DIMM, moet u ervoor zorgen dat de inkeping in de onderrand van de DIMM in lijn ligt met het streepje op de sleuf.
8. Plaats de DIMM-klep opnieuw. 9. Sluit de DIMM-klep. 10. Sluit het netsnoer en de USB- of netwerkkabel weer aan en zet het product aan.
Geheugen inschakelen Windows XP, Windows Server 2003, Windows Server 2008 en Windows Vista 1. Klik op Start. 2. Klik op Instellingen. 3. Klik op Printers en faxapparaten (via de standaardweergave van het menu Start) of klik op Printers (via de klassieke weergave van het menu Start). 4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer vervolgens Eigenschappen. 5. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen. 6. Vouw het gebied voor Installeerbare opties uit. 7.
De installatie van DIMM-modules controleren Controleer na het installeren van de DIMM-module of de installatie is gelukt. 1. Schakel het apparaat in. Controleer of het lampje Klaar op het apparaat gaat branden na het opstarten. Als er een foutbericht verschijnt, is een DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze geïnstalleerd. 2. Druk een configuratiepagina af. 3.
Het product reinigen Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes ophopen in het product. Dit kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van tonervlekken of vegen. Dit product beschikt over een reinigingsmodus waarmee dergelijke problemen kunnen worden opgelost en voorkomen. 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2. Open de volgende menu's: 3.
11 Problemen oplossen NLWW ● Zelfhulp ● Controlelijst voor het oplossen van algemene problemen ● Fabrieksinstellingen herstellen ● Berichten op het bedieningspaneel ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Storingen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Het apparaat drukt niet of langzaam af ● Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen ● Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Problemen met de productsoftware in Windows oplossen ● Problemen met de productsof
Zelfhulp Naast de informatie in deze handleiding is er nog meer handige informatie beschikbaar. HP Help & Learn Center Het HP Help & Learn Center en andere documentatie kunt u vinden op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd of in de programmamap van HP op uw computer. Het HP Help & Learn Center is een hulpprogramma voor eenvoudige toegang tot productinformatie, onlineproductondersteuning van HP, hulp bij het oplossen van problemen en overheids- en veiligheidsinformatie.
Controlelijst voor het oplossen van algemene problemen 1. 2. Zorg dat het product goed is ingesteld. a. Druk op de aan-uitknop om de modus Auto-uit uit te schakelen of om het apparaat in te schakelen. b. Controleer alle kabels en netsnoeren. c. Controleer of het voltage geschikt is voor de netstroominstelling van het apparaat. (Zie het etiket aan de achterzijde van het apparaat voor de voltagespecificaties.
9. c. Als het papier vastloopt in het apparaat, dient u de storing te verhelpen. d. Als de afdrukkwaliteit niet aanvaardbaar is, moet u de volgende stappen uitvoeren: ● Controleer of de afdrukinstellingen correct zijn voor het gebruikte papier. ● Los problemen met de afdrukkwaliteit op. Druk een klein document af via een ander programma dat een vorige keer goed is afgedrukt. Als deze oplossing werkt, ligt het probleem bij het gebruikte programma.
Fabrieksinstellingen herstellen Als u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle apparaat- en netwerkinstellingen weer op de fabriekswaarden ingesteld. De paginateller, het ladeformaat en de taal worden niet opnieuw ingesteld. Volg onderstaande stappen om de fabrieksinstellingen van het apparaat te herstellen. VOORZICHTIG: Wanneer u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle instellingen gewijzigd in de standaardwaarden. Ook worden in het geheugen opgeslagen pagina's verwijderd.
Berichten op het bedieningspaneel Soorten berichten op het bedieningspaneel De berichten op het bedieningspaneel geven de huidige status van het apparaat weer en signaleren situaties waarin actie ondernomen moet worden. Er worden tijdelijk signaal- en waarschuwingsberichten weergegeven. Mogelijk moet u deze bevestigen door op de knop OK te drukken om verder te kunnen gaan, of moet u op de knop Annuleren drukken om de taak te annuleren.
49 Fout Schakel uit/in Omschrijving Er is een interne fout opgetreden. Aanbevolen actie Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het product wordt geïnitialiseerd. Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. Schakel het product in. Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. 50.
Aanbevolen actie Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het product wordt geïnitialiseerd. Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. Schakel het product in. Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. 55.X Fout Schakel uit/in Omschrijving Er is een interne fout opgetreden.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. 79 Fout Schakel uit/in Omschrijving Er is een interne firmwarefout opgetreden in het product. Aanbevolen actie Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het product wordt geïnitialiseerd. Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. Schakel het product in.
Ander formaat in lade # Plaats Druk op [OK] Omschrijving Het apparaat heeft papier in de lade gedetecteerd dat niet overeenkomt met de configuratie voor de lade. Aanbevolen actie Plaats het juiste papier in de lade of configureer de lade voor het formaat dat u hebt geplaatst. Apparaatfout Druk op [OK] Omschrijving Er is een interne fout opgetreden. Aanbevolen actie Druk op de knop OK om de taak te hervatten. Benodigdh. laag Omschrijving Meer dan een van de benodigdheden is bijna op.
Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben. Cyaan op verkeerde plaats Omschrijving De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst. Aanbevolen actie Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Gebr. toebehoren in gebr. Omschrijving U gebruikt meerdere printcartridges die de drempelwaarde reeds hadden bereikt en bijna leeg waren toen deze in een apparaat waren geïnstalleerd. Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig vervangende onderdelen achter de hand te hebben. Gebruikt geplaatst [OK] voor doorgaan. Omschrijving U hebt een printcartridge geïnstalleerd die de drempelwaarde reeds had bereikt en bijna leeg was toen deze in een ander apparaat was geïnstalleerd.
Aanbevolen actie Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Handm. invoer Druk op [OK] voor beschikbaar afdrukmateriaal Omschrijving Het product is ingesteld op de modus handmatige invoer. Aanbevolen actie Druk op de knop OK om het bericht te wissen of plaats het juiste afdrukmateriaal in lade 1. Incompatibel Omschrijving U hebt een printcartridge geïnstalleerd die bestemd is voor gebruik in een ander HP-apparaat. Het apparaat werkt mogelijk niet goed als deze printcartridge is geïnstalleerd.
Aanbevolen actie Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printcartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren. Zodra een onderdeel van HP vrijwel leeg is, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op dit onderdeel.
Plaats lade Druk op [OK] voor beschikbaar afdrukmateriaal Omschrijving De lade is leeg. Aanbevolen actie Plaats papier in de lade om door te gaan met afdrukken. Druk op de knop OK om een andere lade te selecteren. Plaats lade 1 Omschrijving Er zijn geen laden geconfigureerd voor de papiersoort en het papierformaat die nodig zijn voor de afdruktaak. Aanbevolen actie Plaats het juiste papier in lade 1 of druk op OK om papier uit een andere lade te gebruiken. Reinigen. . .
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. Te weinig geheugen Druk op [OK] Omschrijving Het productgeheugen is bijna vol. Aanbevolen actie Druk op de knop OK om de taak te voltooien of druk op de knop Annuleren annuleren. om de taak te Verdeel de taak in kleinere taken met minder pagina's. Verkeerde onderdelen Omschrijving Meer dan een printcartridge is geïnstalleerd in de onjuiste sleuf.
Vul lade 1 met gewoon Reinigingsmodus [OK] voor start Omschrijving Het product is klaar om het reinigingsproces uit te voeren. Aanbevolen actie Plaats gewoon papier van het aangegeven formaat in lade 1 en druk vervolgens op de knop OK. Zwarte cartridge bijna leeg Omschrijving Het einde van de levensduur van de printcartridge nadert. Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben.
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Het apparaat pakt geen papier op ● Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ● Papierstoringen voorkomen Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat.
154 4. Controleer of de lade niet te vol is. Als dit wel het geval is, dient u de gehele stapel papier uit de lade te verwijderen, de stapel recht te leggen en een deel van de stapel papier terug te plaatsen in de lade. 5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 6. Plaats de lade goed in het apparaat. 7.
Storingen verhelpen Storingslocaties Gebruik de volgende afbeelding om de locatie van papierstoringen te vinden.
Papierstoringen in lade 1 verhelpen 1. Verwijder het vastgelopen vel uit lade 1. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. 2. Trek lade 2 naar buiten en leg deze op een vlakke ondergrond. 3. Schuif de lade voor toegang bij storingen naar beneden.
4. Verwijder het vastgelopen vel papier door het recht naar buiten te trekken. 5. Schuif de lade voor toegang bij storingen omhoog om deze te sluiten en plaats Lade 2 weer terug. OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u deze in het midden of aan beide zijden met gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één kant. Papierstoringen in lade 2 verhelpen 1. Open lade 2.
2. Verwijder het vastgelopen vel papier door het recht naar buiten te trekken. 3. Sluit lade 2. OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u deze in het midden of aan beide zijden met gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één kant. Storingen in het fusergebied verhelpen 1. Open de achterklep. VOORZICHTIG: De fuser, die zich aan de achterzijde van het apparaat bevindt, is heet. Wacht totdat de fuser is afgekoeld voordat u doorgaat.
2. Indien nodig, duwt u op de geleider (label 1) en verwijdert u alle zichtbare papier (label 2) op de bodem van het aanvoergedeelte. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. Gebruik geen scherpe voorwerpen om papiersnippers te verwijderen. 3. Sluit de achterklep.
storingen verhelpen in de uitvoerbak 1. Kijk of er vastgelopen papier is vastgelopen in de uitvoerbak. 2. Verwijder alle zichtbare afdrukmateriaal. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. 3. Open en sluit de achterklep om het bericht te verwijderen. Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (alleen modellen met dubbelzijdig afdrukken) 1. Open de achterklep.
2. Indien nodig, trekt u de geleider (label 1) naar buiten en verwijdert u alle zichtbare papier (label 2) op de bodem van het aanvoergedeelte. 3. Indien nodig, verwijdert u alle zichtbare papier op de onderzijde van de duplexeenheid. 4. Als u geen vastgelopen papier kunt zien, schuift u de duplexeenheid naar boven met behulp van het lipje op de zijkant van de duplexeenheid. 5. Als u de achterrand van het papier kunt zien, verwijdert u het papier uit het apparaat.
6. Als u de voorste rand van het papier kunt zien, verwijdert u het papier uit het apparaat. 7. Sluit de achterklep.
De afdrukkwaliteit verbeteren Wanneer u zich aan deze richtlijnen houdt, kunt u de meeste problemen met de afdrukkwaliteit voorkomen. ● Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver.
3. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat en klik op de knop OK. 4. Open het menu Afwerking. 5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 6. Klik op de knop Afdrukken. De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen 164 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4.
De kleuropties wijzigen Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver. 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur.
● De afgedrukte tekens zijn misvormd. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld. Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door dit apparaat wordt ondersteund. Volg deze richtlijnen wanneer u het papier selecteert: ● Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen. ● Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt. ● Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters.
controleren. Als de gekleurde blokken op die pagina niet zijn uitgelijnd, moet u het apparaat kalibreren. 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2. Open de volgende menu's: ● Kleur kalibreren ● Nu kalibreren De printcartridges controleren U dient de printcartridges te controleren en indien nodig te vervangen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd. ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt.
De statuspagina voor benodigdheden afdrukken Op de pagina Status benodigdheden wordt de resterende levensduur van de printcartridges weergegeven. Hier vindt u ook het serienummer voor de juiste originele printcartridge van HP voor uw apparaat, zodat u een nieuwe printcartridge kunt bestellen, evenals andere handige informatie. 168 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2.
De afdrukkwaliteitspagina interpreteren 1. Open het menu Rapporten op het bedieningspaneel. 2. Selecteer het item Kwaliteitspagina afdr. om dit af te drukken. Deze pagina bevat vijf gekleurde banen die in vier groepen zijn ingedeeld, zoals in de onderstaande afbeelding is weergegeven. Door elke groep te onderzoeken, kunt u het probleem isoleren en bepalen welke printcartridge het probleem veroorzaakt.
3. Controleer het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum aan de onderkant van de printcartridge. VOORZICHTIG: Raak de groene rol (afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 4. Vervang de printcartridge wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden. 5.
HP PCL 6-driver HP UPD PS-driver HP UPD PCL 5 HP UPD PCL 6 ● Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch geïnstalleerd tenzij u een andere driver selecteert.
Het apparaat drukt niet of langzaam af Het apparaat drukt niet af Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen. 1. 172 Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te zijn. ◦ Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakelt u het apparaat uit en vervolgens weer in. ◦ Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, probeert u de taak nogmaals te verzenden. 2.
Het apparaat drukt langzaam af Als het apparaat slechts heel langzaam afdrukt, kunt u het volgende proberen. NLWW 1. Zorg ervoor dat de computer voldoet aan de minimale vereisten voor dit apparaat. Ga naar de volgende website voor een lijst met specificaties: www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/support/LJColorM451. 2. Wanneer u het apparaat configureert om op bepaalde papiersoorten af te drukken, zoals zwaar papier, drukt het apparaat langzamer af om de toner goed op het papier aan te brengen.
Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen Als u het apparaat rechtstreeks op een computer hebt aangesloten, controleert u eerst de kabel. ● Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten. ● Controleer of de kabel niet langer is dan 5 m. Probeer een kortere kabel. ● Controleer of de kabel goed werkt door de kabel aan te sluiten op een ander apparaat. Vervang de kabel indien nodig.
3. Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met een standaard TCP/IP-poort van Microsoft, gebruikt u de hostnaam in plaats van het IP-adres. 4. Als het IP-adres juist is, verwijdert u het apparaat en voegt u het opnieuw toe. De computer kan niet met het apparaat communiceren 1. 2. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk. a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. b.
Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Controlelijst draadloze verbinding ● Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze functie van dit apparaat is uitgeschakeld.
● De printerdriver is geïnstalleerd op de computer. ● U hebt de juiste printerpoort geselecteerd. ● De computer en het apparaat zijn aangesloten op hetzelfde draadloos netwerk. Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze functie van dit apparaat is uitgeschakeld. ▲ Druk op de knop voor de draadloze functie op het apparaat, open het menu Draadloos en schakel de draadloze zender in.
De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of het apparaat is verplaatst Controleer of de router of het apparaat is verbonden met hetzelfde netwerk waarmee uw computer is verbonden. 1. Open het menu Rapporten en selecteer het item Configuratierapport om het rapport af te drukken. 2. Vergelijk de naam van het draadloze netwerk (SSID) op het configuratierapport met de SSID in de printerconfiguratie op uw computer. 3.
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken ● Controleer of de draadloze router is ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert. ● Het netwerk is mogelijk verborgen. U kunt echter gewoon verbinding maken met een verborgen netwerk. Het draadloos netwerk functioneert niet 1. Om te controleren of de verbinding met het netwerk is verbroken, dient u andere apparaten op het netwerk aan te sluiten. 2.
Problemen met de productsoftware in Windows oplossen Probleem Oplossing Er wordt geen driver voor het product weergegeven in de map Printers. Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Sluiten of Uitschakelen. Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de computer.
Probleem Oplossing Windows 7 NLWW 1. Klik op Start. 2. Klik op Apparaten en printers. 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer vervolgens Printereigenschappen. 4. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren. 5. Controleer het IP-adres en klik op OK of Annuleren. 6. Verwijder de driver als de IP-adressen niet hetzelfde zijn en installeer de driver opnieuw met het juiste IP-adres.
Problemen met de productsoftware oplossen in Mac ● De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven ● De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ● De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ● Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze ● Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet wee
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze 1. Open de afdrukwachtrij en start de afdruktaak opnieuw. 2. Een ander apparaat met een vergelijkbare naam heeft de afdruktaak mogelijk ontvangen. Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten.
184 Hoofdstuk 11 Problemen oplossen NLWW
A NLWW Benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Onderdeelnummers 185
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
B NLWW Service en ondersteuning ● Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ● De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJetprintcartridge ● Op de printcartridge opgeslagen gegevens ● Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ● OpenSSL ● Klantondersteuning ● Het product opnieuw verpakken 187
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE HP LaserJet 300 color M351a en HP LaserJet 400 color M451nw, M451dn en M451dw Eén jaar vervangend apparaat HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en constructiefouten.
VAN HET HIERBOVEN BEPAALDE, KUNNEN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET KWIJTRAKEN VAN GEGEVENS, DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR ANDERE SCHADE, ONGEACHT OF DEZE SCHADE VOORTVLOEIT UIT EEN CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS.
De Premium Protection Warranty van HP: Beperktegarantieverklaring voor de LaserJet-printcartridge HP garandeert dat dit HP-product geen materiaal- en productiefouten bevat.
Op de printcartridge opgeslagen gegevens De printcartridges van HP die in dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking van het apparaat ondersteunt.
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers LEES DIT DOCUMENT AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DIT SOFTWAREPRODUCT IN GEBRUIK NEEMT: Deze licentieovereenkomst voor eindgebruikers ("LVE")is een contract tussen (a) u (een persoon of de organisatie die u vertegenwoordigt) en (b) Hewlett-Packard Company ("HP") die van toepassing is op uw gebruik van het softwareproduct ("de Software").
software waarvan HP heeft aangegeven dat deze in aanmerking komt voor de Upgrade. Voor zover de Upgrade in de plaats treedt van de originele HP-software, mag u dergelijke HP-software niet langer gebruiken. Deze Eindgebruikersovereenkomst is van toepassing op elke Upgrade, tenzij HP andere voorwaanden levert bij de Upgrade. In geval van een conflict tussen deze Eindgebruikersovereenkomst en dergelijke andere voorwaarden, prevaleren de andere voorwaarden. 4. NLWW OVERDRACHT. a. Overdracht aan derden.
DERGELIJKE SCHADE EN ZELFS ALS DE BOVENGENOEMDE VERHAALSMOGELIJKHEID NIET AAN HET ESSENTIËLE DOEL BEANTWOORDT. In sommige staten of andere jurisdicties is een uitsluiting of beperking van incidentele schade of gevolgschade niet toegestaan, dus de bovenstaande uitsluiting of beperking is mogelijk niet op u van toepassing. 9. U.S. GOVERNMENT ALS KLANT. Software is volledig ontwikkeld op particuliere kosten.
OpenSSL Dit apparaat bevat software die door het OpenSSL Project is ontwikkeld voor gebruik in de OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/) DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT EN ELKE WAARBORG, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, WAARBORGEN VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN.
Klantondersteuning Telefonische ondersteuning voor uw land/regio Zorg dat u de productnaam, het serienummer, de aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand hebt. 196 Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de doos van het product of op www.hp.com/support/. 24-uurs ondersteuning via internet www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/ support/LJColorM451 ondersteuning voor de producten die u op een Macintoshcomputer gebruikt www.hp.
Het product opnieuw verpakken Als HP Klantenondersteuning vaststelt dat uw product moet worden geretourneerd naar HP voor reparatie, volg dan deze stappen om het product opnieuw te verpakken voordat u het product verzendt. VOORZICHTIG: Schade tijdens het vervoer als gevolg van onjuiste verpakking komt voor verantwoordelijkheid van de klant. 1. Verwijder de printcartridges en bewaar deze. VOORZICHTIG: Het is erg belangrijk dat u de printcartridges verwijdert voordat u het apparaat verzendt.
198 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
C NLWW Apparaatspecificaties ● Fysieke specificaties ● Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ● Omgevingsspecificaties 199
Fysieke specificaties Tabel C-1 Fysieke specificaties Product Gewicht Diepte Breedte Gewicht Model zonder dubbelzijdig afdrukken 322 mm 454 mm 405 mm 22,70 kg Model met dubbelzijdig afdrukken 322 mm 484 mm 405 mm 23,9 kg Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot Raadpleeg www.hp.com/support/LJColorM351 of www.hp.com/support/LJColorM451 voor recente informatie. VOORZICHTIG: De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar het product wordt verkocht.
D NLWW Overheidsinformatie ● FCC-voorschriften ● Milieuvriendelijke producten ● Conformiteitsverklaring ● Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) ● Veiligheidsverklaringen ● Aanvullende voorschriften voor draadloze producten 201
FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie.
Milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op het milieu beperken. Ozonproductie Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O3) voort. Lager energieverbruik Het stroomverbruik loopt aanzienlijk terug in de modus Klaar of de modus Sluimer.
Plastic onderdelen Plastic onderdelen van meer dan 25 gram zijn volgens internationale normen gemarkeerd, waardoor aan het einde van de levensduur van het product beter kan worden bepaald hoe de plastics moeten worden afgevoerd. Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet U kunt HP LaserJet-printcartridges na gebruik eenvoudig gratis inleveren voor hergebruik bij HP Planet Partners.
Enkele retourzendingen 1. Verpak de HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak. 2. Plak het verzendingsetiket op de voorkant van de doos. Verzenden Voor het retourneren van HP LaserJet printcartridges voor recycling in de VS en Puerto Rico gebruikt u het reeds van een adres en porto voorziene verzendetiket in de doos. Voor gebruik van het UPS-etiket geeft u het pakket aan de UPS-chauffeur bij de volgende levering of ophaalronde.
Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privéhuishoudens in de Europese Unie Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet met het gewone afval mag worden weggeworpen. In plaats hiervan dient u afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/ inzamelingspunt voor elektrische en elektronische apparatuur.
Meer informatie Meer informatie over onderwerpen met betrekking tot het milieu: ● Milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP ● Inzet van HP voor het milieu ● Het milieubeheersysteem van HP ● Het retournerings- en recycleprogramma van HP voor verbruikte producten ● Material Safety Data Sheets (chemiekaarten) Ga naar www.hp.com/go/environment of www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment.
Conformiteitsverklaring Verklaring van conformiteit volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard DoC#: BOISB-1002-00-rel.1.0 Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
Boise, Idaho USA Oktober 2011 Neem alleen voor onderwerpen met betrekking op regelgeving contact op met: Ondersteuning Europa Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department HQ-TRE / Standards Europe, Herrenberger Straße 140, D-71034 Böblingen, Duitsland (Fax: +49-7031-14-3143) www.hp.
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) Verklaring van conformiteit volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard DoC#: BOISB-1002-01-rel.1.0 Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die een ongewenste werking kan veroorzaken. 1. Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem. 2. Om aan de wettelijke vereisten te voldoen, is aan deze apparaten een wettelijk modelnummer toegekend.
Veiligheidsverklaringen Laserverklaring Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften ingevoerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de VS.
Netsnoerverklaring (Japan) EMC-verklaring (Korea) Laserverklaring voor Finland Luokan 1 laserlaite Klass 1 Laser Apparat HP LaserJet 300 color M351a, HP LaserJet 400 color M451nw, M451dn, M451dw, laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (2007) mukaisesti.
Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista: Aallonpituus 775-795 nm Teho 5 m W Luokan 3B laser.
GS-verklaring (Duitsland) Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert warden.
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten FCC-voorschriften—Verenigde Staten Exposure to radio frequency radiation VOORZICHTIG: The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized.
Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slovaakse Republiek, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk For 2.
Taiwanese verklaring Telecommarkering Vietnam voor door ICTQC goedgekeurde producten 218 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
Index A aangepaste afdrukinstellingen (Windows) 90 aangepast papierformaat, instellingen Macintosh 37 aansluiten op een draadloos netwerk 46 aantal pagina's 11, 122 aan-uitknop 5 aan-uitschakelaar 5 accessoires bestellen 185, 186 accessoirestatuspagina 11, 122 achterklep, lokaliseren 6 afdrukken instellingen (Mac) 38 instellingen (Windows) 89 afdrukken op beide zijden instellingen (Windows) 95 afdrukkwaliteit archiefinstelling 18 oplossen 163 verbeteren 163 verbeteren (Windows) 94 afdrukkwaliteitspagina af
contrast display, bedieningspaneel 15 Courier, instellingen lettertype 17 D DIMM's installatie controleren 133 installeren 128 displaycontrast, instelling 15 document, symbolen iii documenten schalen Macintosh 37 documentinvoer locatie 5 downloaden, software afdruksysteem 21 draadloos netwerk configureren met USB 32, 47 configureren met WPS 32, 47 driver installeren 48 draadloos netwerk, aansluiting 46 drivers gebruikspagina 11, 122 instellingen 25 instellingen (Mac) 38 instellingen (Windows) 89 instellinge
standaardinstellingen herstellen 18 Systeeminstellingen, menu 13 voorinstellingen in driver (Mac) 38 instellingen tabblad Kleur 40 interfacepoorten beschikbare typen 6 invoerlade locatie 5 vullen 61 IP-adres configureren 31 verkrijgen 45 J Jetadmin, HP Web 124 K kalibreren, kleur 14 klantenondersteuning opnieuw verpakken van product 197 klantondersteuning online 196 kleur aanpassing 116 afdrukken in grijstinten (Windows) 104 halftoonopties 118 kalibreren 14 neutrale grijstinten 118 overeenstemmen 120 randen
notebookpapier, afdrukken 12 n per vel afdrukken selecteren (Windows) 98 O omkrullen, papier instellingen 18 ondersteunde papiersoorten 56 ondersteuning online 196 opnieuw verpakken van product 197 online ondersteuning 196 onvolkomenheden, repeterende 78, 170 openen van printerdrivers (Windows) 89 oplossen Mac problemen 182 netwerkproblemen 174 problemen met rechtstreekse verbindingen 174 opmerking iii opslaan printcartridges 70 opslaan van geheugenbronnen 133 overeenstemmen, kleuren 120 overlapping 118 P p
sluimervertraging inschakelen 126 uitschakelen 126 snelkoppelingen (Windows) gebruiken 90 maken 92 software geïntegreerde webserver 28 HP Utility 35 installeren, bekabeld netwerk 46 installeren, USB-verbindingen 44 instellingen 25, 33 licentieovereenkomst software 192 Linux 28 ondersteunde besturingssystemen 22, 30 problemen 180 Solaris 28 UNIX 28 verwijderen van Mac 33 verwijderen voor Windows 27 websites 21 Windows 28 Solaris-software 28 speciaal papier afdrukken (Windows) 106 specificaties fysiek 200 str
224 Index NLWW
© 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.