TOPSHOT LASERJET PRO M275 Gebruikershandleiding
HP TopShot LaserJet Pro M275 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken Belangrijke veiligheidsinformatie © 2011 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Waarschuwing: Dit apparaat bevat een camera-arm die wordt gebruikt om documenten te fotograferen. Deze cameraarm is niet bedoeld om te worden gebruikt als hendel of draagarm. Voor het optillen van het apparaat gebruikt u de hendels links- en rechtsonder aan het apparaat.
Inhoudsopgave 1 Veelgezochte onderwerpen .............................................................................................. 1 Snel zoeken ............................................................................................................................ 2 Alledaagse taken (Windows) ..................................................................................................... 3 Alledaagse taken (Mac OS X) ...........................................................................
De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten ................................................................................................................. 26 De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen .............................................. 26 De configuratie-instellingen van het product wijzigen ................................................... 27 Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows) .............................................
5 Kopiëren ........................................................................................................................ 63 Eén kopie maken ................................................................................................................... 64 Meerdere kopieën maken ....................................................................................................... 66 Een origineel met meerdere pagina's kopiëren ...................................................................
Functies van HP Utility ............................................................................................ 131 Beveiligingsfuncties van het apparaat ..................................................................................... 132 Het apparaat vergrendelen .................................................................................... 132 Het wachtwoord van het apparaat instellen of wijzigen ............................................. 132 Energiezuinige instellingen ................
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP .......................................... 166 Een reinigingspagina afdrukken .............................................................................. 166 Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen ................................................... 167 Controleer de geschatte resterende levensduur van de printcartridges en afbeeldingsdrum ..................................................................................................
Er wordt geen driver voor het apparaat weergegeven in de map Printers ..................... 183 Er werd een foutbericht getoond tijdens de installatie van software ............................. 183 Het apparaat bevindt zich in de modus Klaar, maar er wordt niets afgedrukt ............... 183 Problemen met de apparaatsoftware oplossen in Mac OS X ...................................................... 185 De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven ..........
1 NLWW Veelgezochte onderwerpen 1
Snel zoeken 2 ● Eén kopie maken ● HP ePrint gebruiken ● Toepassingen van HP Webservices gebruiken ● Layout bedieningspaneel ● Beginscherm bedieningspaneel ● De printcartridges vervangen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Gebruik de HP Reconfiguration Utility om de apparaatverbinding te wijzigen ● Problemen met draadloze netwerken oplossen Hoofdstuk 1 Veelgezochte onderwerpen NLWW
Alledaagse taken (Windows) NLWW ● Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows) ● Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) ● De afdrukrichting selecteren (Windows) ● De papiersoort selecteren (Windows) ● Een brochure maken (Windows) ● De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat (Windows) ● De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) ● Eén kopie maken ● Een origineel met meerdere pagina's kopiëren ● HP ePrint gebruiken ● Toepassingen van HP Webservi
Alledaagse taken (Mac OS X) 4 ● Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X) ● Meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac OS X) ● De afdrukrichting selecteren (Mac OS X) ● De papiersoort selecteren (Mac OS X) ● Een brochure maken (Mac OS X) ● Een document aanpassen aan paginagrootte (Mac OS X) ● Een voorblad afdrukken (Mac OS X) ● Eén kopie maken ● Een origineel met meerdere pagina's kopiëren ● HP ePrint gebruiken ● Toepassingen van HP Webservices gebruiken ● Materiaal in de invoerlade
Beheer en onderhoud NLWW ● Apparaatrapporten afdrukken ● Layout bedieningspaneel ● Beginscherm bedieningspaneel ● De printcartridges vervangen ● De afbeeldingsdrum vervangen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Gebruik de HP Reconfiguration Utility om de apparaatverbinding te wijzigen Beheer en onderhoud 5
Problemen oplossen 6 ● Storingen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● De kopieerkwaliteit verbeteren ● Een reinigingspagina afdrukken ● Problemen met draadloze netwerken oplossen Hoofdstuk 1 Veelgezochte onderwerpen NLWW
2 NLWW Introductie ● Vooraanzicht van apparaat ● Achteraanzicht van apparaat ● Locatie van serienummer en modelnummer ● Layout bedieningspaneel ● Beginscherm bedieningspaneel ● Apparaatrapporten afdrukken 7
Vooraanzicht van apparaat 1 2 8 3 7 4 6 5 1 Camera 2 Opnameoppervlak 3 Uitvoerbakverlenging 4 Aan-uitknop 5 Invoerlade 6 Voorplaat 7 Printcartridgeklep 8 Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm WAARSCHUWING! Dit apparaat bevat een camera-arm die wordt gebruikt om documenten te fotograferen. Deze camera-arm is niet bedoeld om te worden gebruikt als hendel of draagarm. Voor het optillen van het apparaat gebruikt u de hendels links- en rechtsonder aan het apparaat.
Achteraanzicht van apparaat 2 1 3 4 5 1 Sleuf voor kabelslot 2 Achterklep voor toegang bij storing 3 Snelle USB 2.0-poort 4 Netwerkpoort 5 Voedingsaansluiting WAARSCHUWING! Dit apparaat bevat een camera-arm die wordt gebruikt om documenten te fotograferen. Deze camera-arm is niet bedoeld om te worden gebruikt als hendel of draagarm. Voor het optillen van het apparaat gebruikt u de hendels links- en rechtsonder aan het apparaat.
Locatie van serienummer en modelnummer Het etiket met het serienummer en het modelnummer bevindt zich aan de binnenzijde van de printcartridgeklep.
Layout bedieningspaneel 1 Aanraakscherm 2 Knop Help en lampje: biedt toegang tot het Help-systeem van het bedieningspaneel 3 Pijl naar rechts en lampje: beweegt de cursor naar rechts of brengt u naar het volgende scherm OPMERKING: Deze knop gaat alleen branden als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt. 4 Knop Annuleren en lampje: wist instellingen, annuleert de huidige taak of sluit het huidige scherm af.
Beginscherm bedieningspaneel Het beginscherm biedt toegang tot apparaatfuncties en geeft de huidige apparaatstatus weer. OPMERKING: Afhankelijk van de apparaatconfiguratie kunnen de beschikbare functies op het beginscherm variëren. Bij sommige talen heeft het scherm mogelijk ook een andere indeling. 1 2 3 4 5 6 7 10 8 9 1 Knop Webservices : biedt snelle toegang tot de onlineservices van HP, zoals HP ePrint HP ePrint is een hulpmiddel voor het afdrukken van documenten.
NLWW 8 Knop Scan: biedt toegang tot de scanfunctie 9 Apparaatstatus 10 Knop Kopie: biedt toegang tot de kopieerfunctie Beginscherm bedieningspaneel 13
Apparaatrapporten afdrukken Vanuit het menu Rapporten kunt u verschillende informatieve pagina's over het apparaat afdrukken. 14 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak de knop Rapporten aan. 3. Ga naar het rapport dat u wilt afdrukken. aan. Menu-item Omschrijving Demopagina Een pagina afdrukken ter illustratie van de afdrukkwaliteit Menustructuur Drukt een schema af van de menustructuur van het bedieningspaneel. De actieve instellingen voor elk menu worden weergegeven.
3 NLWW Papierlade ● Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten ● Materiaal in de invoerlade plaatsen ● Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier 15
Ondersteunde papierformaten OPMERKING: Voor de beste afdrukresultaten selecteert u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de printerdriver voordat u gaat afdrukken.
Ondersteunde papiersoorten Ga naar www.hp.com/support/LJColorMFPM275nw voor een compleet overzicht van specifieke HPpapiersoorten die dit apparaat ondersteunt. VOORZICHTIG: Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is. Deze reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard.
● 18 ◦ Glanzend fotopapier ◦ Glanzende kaarten Overig ◦ Transparant voor kleurenlaser ◦ Etiketten ◦ Briefhoofd ◦ Envelop ◦ Zware envelop ◦ Voorbedrukt ◦ Geperforeerd ◦ Kleur ◦ Ruw ◦ Zwaar ruw ◦ HP Stevig papier Hoofdstuk 3 Papierlade NLWW
Materiaal in de invoerlade plaatsen 1. Plaats het papier in de invoerlade. 2. Schuif de geleiders goed tegen het papier aan.
Ladecapaciteit en afdrukrichting van het papier Papiersoort Specificaties Capaciteit Plaatsingsrichting voor papier Papier 60-220 g/m2 150 vellen van 75 g/m2 ● Te bedrukken zijde omhoog ● Korte bovenrand eerst in het apparaat ● Bij geperforeerd papier moeten de gaten aan de linkerzijde liggen ● Te bedrukken zijde omhoog ● Korte rechterrand eerst in het apparaat ● Te bedrukken zijde omhoog ● Korte bovenrand eerst in het apparaat ● Te bedrukken zijde omhoog ● Korte bovenrand eerst in h
4 NLWW Afdrukken ● Ondersteunde printerdrivers (Windows) ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) ● Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows) ● Een afdruksnelkoppeling maken (Windows) ● Een afdrukvoorinstelling gebruiken (Mac OS X) ● Een afdrukvoorinstelling maken (Mac OS X) ● Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows) ● Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X) ● Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) ● Meerd
22 ● De optie HP EasyColor gebruiken ● Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen (Windows) ● Handmatige kleuropties ● Kleuren overeen laten stemmen ● Overige afdruktaken ● HP ePrint gebruiken ● AirPrint gebruiken Hoofdstuk 4 Afdrukken NLWW
Ondersteunde printerdrivers (Windows) Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om met het product te communiceren (via een printertaal). Zie de installatie-instructies en de Leesmijbestanden op de cd-rom van het product voor extra software en talen.
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. ● Dialoogvenster Pagina-instelling.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers.
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen NLWW 1. op het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op het Klik in het menu Apple pictogram Afdrukken en faxen. 2. Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm. 3. Klik op de knop Opties en benodigdheden. 4. Klik op het tabblad Driver. 5. Configureer de geïnstalleerde opties.
Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik vervolgens op de knop OK. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd.
Een afdruksnelkoppeling maken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast.
5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling. OPMERKING: U kunt de afdrukopties op elk tabblad van de printerdriver selecteren. Nadat u opties hebt geselecteerd op een ander tabblad, dient u terug te keren naar het tabblad Snelkoppelingen voordat u verdergaat met de volgende stap. 30 6. Klik op de knop Opslaan als. 7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK.
Een afdrukvoorinstelling gebruiken (Mac OS X) 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Selecteer in het menu Voorinstellingen de voorinstelling voor afdrukken. OPMERKING: Selecteer de optie Standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken.
Een afdrukvoorinstelling maken (Mac OS X) Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. 32 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt opslaan zodat u deze opnieuw kunt gebruiken. 4. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de voorinstelling. 5.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 3. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 4. Klik op het tabblad Afwerking.
34 5. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken. 6. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in de invoerlade, zonder de afdrukrichting te wijzigen. 7. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van het apparaat.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X) NLWW 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Handmatige duplex. 4. Klik op het vak Handmatige duplex en selecteer een bindoptie. 5. Klik op de knop Afdrukken. 6. Ga naar het apparaat en verwijder alle lege vellen uit lade 1. 7. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak, draai de stapel 180 graden en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in de invoerlade. 8.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) 36 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac OS X) 38 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Lay-out. 4. Selecteer in het menu Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16). 5. Selecteer in het gebied Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel. 6. Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken.
De afdrukrichting selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer in het gedeelte Afdrukrichting de optie staand of Liggend. Als u de pagina omgekeerd wilt afdrukken, selecteert u de optie Gedraaid.
De afdrukrichting selecteren (Mac OS X) 40 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling. 4. Klik op het pictogram dat de afdrukrichting vertegenwoordigt die u wilt gebruiken en klik vervolgens op de knop OK.
De papiersoort selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Type is op Meer....
42 5. Selecteer de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt. 6. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK.
De papiersoort selecteren (Mac OS X) NLWW 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Afwerking. 4. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 5. Klik op de knop Afdrukken.
De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) 44 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Schakel het selectievakje Ander papier gebruiken in en selecteer de benodigde instellingen voor de voorpagina, andere pagina's en achterpagina.
Een voorblad afdrukken (Mac OS X) 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Voorblad en selecteer waar u het voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop Voor document of Na document. 4. Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken. OPMERKING: Selecteer de optie Standaard in het menu Type voorblad als u een leeg voorblad wilt afdrukken.
De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat (Windows) 46 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst.
Een document aanpassen aan paginagrootte (Mac OS X) NLWW 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Papierverwerking. 4. Klik in het gebied Papierformaat bestemming op het vak Aanpassen aan papier en selecteer het formaat in de vervolgkeuzelijst.
Een brochure maken (Windows) 48 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) in. 5. Selecteer een inbindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out. De optie Pagina's per vel verandert automatisch in 2 pagina's per vel.
Een brochure maken (Mac OS X) 50 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Handmatige duplex. 4. Klik op het vakje Handmatige duplex. 5. Open het menu Brochure afdrukken. 6. Klik op het vak Uitvoer als brochure indelen en selecteer een bindoptie. 7. Selecteer het papierformaat.
De kleuropties wijzigen (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur. ● De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van andere instellingen aan te passen.
De kleuropties wijzigen (Mac OS X) 52 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Kwaliteit/kleuropties. 4. Open het menu Geavanceerd. 5. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
De optie HP EasyColor gebruiken Als u de HP PCL 6-printerdriver voor Windows gebruikt, verbetert de HP EasyColor-technologie automatisch documenten met gemengde inhoud die worden afgedrukt vanuit Microsoft Officeprogramma's. Met deze technologie worden documenten gescand en foto's in JPEG- of PNG-indeling automatisch aangepast. De HP EasyColor-technologie verdeelt het volledige beeld niet in verschillende stukken, maar verbetert dit in één keer.
Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen (Windows) 54 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's. ● Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGB-gegevens in de onbewerkte apparaatmodus.
Handmatige kleuropties Met de handmatige kleuraanpassingsopties kunt u zelf de opties Neutrale grijstinten, Halftonen en Scherpteregeling voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen. Tabel 4-1 handmatige kleuropties Beschrijving instelling Opties instelling Randenbeheer ● Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als aangepaste halftonen. ● Licht stelt trapping in op het laagste niveau. Adaptieve halftonen is ingeschakeld. ● Bij Normaal wordt overlapping ingesteld op een gemiddeld niveau.
Kleuren overeen laten stemmen De beste methode om de kleuren te laten overeenstemmen is uw documenten af te drukken in sRGBkleuren. Het laten overeenstemmen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is ingewikkeld omdat printers en monitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren.
Overige afdruktaken Een afdruktaak annuleren (Windows) 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op het OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2.
Het papierformaat selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is . Het papierformaat selecteren (Mac OS X) 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Klik in het menu Aantal en pagina's op de knop pagina-instelling. 4.
Gekleurde tekst zwart afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Schakel het selectievakje Alle tekst zwart afdrukken in. Klik op de knop OK. Watermerken afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten. 4.
Afdrukken van archiefkwaliteit maken Met archiefafdrukken wordt uitvoer geproduceerd die minder vatbaar is voor tonervegen en stofdeeltjes. Gebruik archiefafdrukken om documenten te maken die u wilt bewaren of archiveren 60 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak het menu Service aan. 3. Raak de knop Archief afdr. en vervolgens de knop Aan aan. Hoofdstuk 4 Afdrukken aan.
HP ePrint gebruiken Gebruik HP ePrint om documenten af te drukken door ze als e-mailbijlage vanaf een willekeurig apparaat met een e-mailfunctie naar het e-mailadres van het apparaat te sturen. OPMERKING: Het apparaat moet op een bekabeld of draadloos netwerk zijn aangesloten en over een internetverbinding beschikken om HP ePrint te gebruiken. 1. Om HP ePrint te gebruiken, moet u eerst HP-webservices inschakelen. a. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Webservices b.
AirPrint gebruiken Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund op iOS 4.2 en later. Gebruik AirPrint om direct op het apparaat af te drukken vanaf een iPad (iOS 4.2), iPhone (3GS of later), of iPod touch (derde generatie of later) in de volgende toepassingen: ● Mail ● Foto's ● Safari ● Selecteer externe toepassingen. Om AirPrint te gebruiken, moet het apparaat zijn verbonden met een netwerk.
5 NLWW Kopiëren ● Eén kopie maken ● Meerdere kopieën maken ● Een origineel met meerdere pagina's kopiëren ● Een kopieertaak sorteren ● Dubbelzijdig kopiëren (duplex) ● Kopieën vergroten of verkleinen ● Afdrukken in zwart-wit of kleur ● Identiteitsbewijzen kopiëren ● Kopieerkwaliteit optimaliseren ● De helderheid of donkerte voor kopieën aanpassen ● Het formaat van de kopie aanpassen ● Kopiëren in conceptmodus ● Het papierformaat en de papiersoort voor kopiëren op speciaal papier
Eén kopie maken 64 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 6.
Meerdere kopieën maken 66 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. 5. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen.
6. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 7. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Een origineel met meerdere pagina's kopiëren 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. 70 Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Instellingen aan. 6. Ga naar de knop Meer pag. kopiëren en raak deze aan.
7. Raak de knop Aan aan. 8. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
9. U wordt gevraagd de volgende pagina te plaatsen. Als u klaar bent, raakt u de knop OK aan. Herhaal deze stap tot u alle pagina's hebt gekopieerd. Als u klaar bent, raakt u de knop Klaar aan. 10. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen. OPMERKING: Deze functie kan tijd besparen wanneer u documenten wilt kopiëren die uit meerdere pagina's bestaan.
Een kopieertaak sorteren Gebruik de functie Sortering samen met de functie Meer pag. kopiëren om kopieën die uit meerdere pagina's bestaan eenvoudig samen te voegen tot documentensets. 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. 74 Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5.
7. Ga naar de knop Meer pag. kopiëren en raak deze aan. 8. Raak de knop Aan aan. 9. Raak de knop Sortering aan.
10. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren. 11. Raak de knop Aan aan. 12. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
13. U wordt gevraagd de volgende pagina te plaatsen. Als u klaar bent, raakt u de knop OK aan. Herhaal deze stap tot u alle pagina's hebt gekopieerd. Als u klaar bent, raakt u de knop Klaar aan. Het apparaat bewaart de pagina's in het geheugen tot u klaar bent. Daarna drukt het apparaat de pagina's af. 14. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Dubbelzijdig kopiëren (duplex) 78 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 6.
80 7. Plaats de volgende pagina van het document op het opnameoppervlak. 8. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 9. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
10. Herhaal deze stappen totdat het kopiëren is voltooid. 11. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Kopieën vergroten of verkleinen 82 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Instellingen aan. 6. Raak de knop Verkl./vergr. aan.
7. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. 8. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 9. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Afdrukken in zwart-wit of kleur 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 6.
Identiteitsbewijzen kopiëren Met de functie Id's kopiëren kunt u beide kanten van een identiteitsbewijs of kleine documenten afdrukken op één vel papier. Het apparaat vraagt u de eerste zijde te kopiëren en vervolgens de tweede zijde op een ander gedeelte van het opnameoppervlak te plaatsen om de volgende kopie te maken. Beide afbeeldingen worden tegelijk afgedrukt. 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document met de te bedrukken zijde omhoog op het opnameoppervlak.
88 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Id's kopiëren aan.
7. Het apparaat vraagt u de volgende pagina op een ander gedeelte van het opnameoppervlak te plaatsen. Als u klaar bent, raakt u de knop OK aan. 8. Raak de knop OK als u meer pagina's wilt kopiëren of raak de knop Klaar aan als dit de laatste pagina is. 9. Het apparaat kopieert alle pagina's op één zijde van een vel papier. 10. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Kopieerkwaliteit optimaliseren 90 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Instellingen aan. 6. Ga naar de knop Optimaliseren en raak deze aan.
7. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. ● Aut. selectie: Gebruik deze instelling om automatisch de beste modus te selecteren voor de hoogste kwaliteit. Dit is de standaardinstelling. ● Gemengd: Gebruik deze instelling voor documenten met zowel tekst als afbeeldingen. ● Tekst: Gebruik deze instelling voor documenten die voornamelijk uit tekst bestaan.
De helderheid of donkerte voor kopieën aanpassen 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. 94 Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Instellingen aan. 6. Raak de knop Lichter/donkerder aan.
7. Raak de knop — of + aan als u de helderheidsinstellingen wilt aanpassen en raak vervolgens de knop OK aan. 8. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 9. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Het formaat van de kopie aanpassen 96 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Instellingen aan. 6. Ga naar de knop Beeldcorrectie en raak deze aan.
7. 98 Raak de naam aan van de instelling die u wilt aanpassen. ● Lichtheid: hiermee worden de licht/ donkerinstellingen aangepast. ● Contrast: hiermee wordt het contrast tussen de lichtste en donkerste delen van de afbeelding aangepast. ● Verscherpen: hiermee wordt de helderheid van tekst aangepast. ● Verwijd. achtergrond: hiermee wordt de donkerheid van de achtergrond van de afbeelding aangepast. Dit is met name praktisch voor originele documenten die zijn afgedrukt op gekleurd papier.
10. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 11. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Kopiëren in conceptmodus Met de conceptmodus gebruikt u minder inkt en verlaagt u de kosten per pagina. Het gebruik van de conceptmodus kan echter ook leiden tot een lagere afdrukkwaliteit. HP raadt u niet aan de conceptmodus continu te gebruiken. Als u de conceptmodus continu gebruikt, kan de inhoud van de toner langer meegaan dan de mechanische onderdelen in de printcartridge. Als de afdrukkwaliteit slechter wordt en niet meer acceptabel is, is het verstandig de printcartridge te vervangen. 1.
3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. 5. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. Raak de knop Instellingen aan.
6. Ga naar de knop Conceptmodus en raak deze aan. 7. Raak de knop Aan aan.
8. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 9. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Het papierformaat en de papiersoort voor kopiëren op speciaal papier instellen 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om te bladeren en een van de opties voor Vastleggen te selecteren. ● Auto: Het product detecteert automatisch of hetgeen dat op het opnameoppervlak ligt een document of voorwerp is. ● Document: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor documenten. ● 3D-object: Het product gebruikt de vastleginstellingen die optimaal zijn voor driedimensionale voorwerpen. 5. Raak de knop Instellingen aan. 6. Ga naar de knop Papier en raak deze aan.
7. Raak in de lijst met papierformaten het formaat aan dat zich in de lade bevindt. 8. Raak in de lijst met papiersoorten de soort aan die zich in de lade bevindt.
9. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 10. Als u klaar bent, brengt u de camera-arm omlaag. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Nieuwe standaardinstellingen voor kopiëren instellen U kunt elke combinatie kopieerinstellingen opslaan om als standaardinstellingen te gebruiken voor elke taak. 1. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 2. Raak de knop Instellingen aan.
3. Pas de kopieerinstellingen aan uw wensen aan en blader vervolgens naar de knop Inst. als nwe stand. en raak deze aan. 4. Raak de knop Ja aan.
Standaardinstellingen voor kopiëren herstellen Gebruik deze procedure om de standaardinstellingen voor kopiëren te herstellen. 1. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 2. Raak de knop Instellingen aan.
3. Ga naar de knop Standaardwaarden en raak deze aan. 4. Raak de knop OK aan om de standaardinstellingen te herstellen.
112 Hoofdstuk 5 Kopiëren NLWW
6 NLWW Scannen ● Scannen via de HP Scan-software (Windows) ● Scannen via de HP Scan-software (Mac OS X) ● Scannen via andere software ● Functies voor scannen naar een netwerkmap en scannen naar e-mail instellen.
Scannen via de HP Scan-software (Windows) 1. Dubbelklik op het pictogram HP Scan op het bureaublad. 2. Selecteer een scansnelkoppeling en pas desgewenst de instellingen aan. 3. Klik op Scannen. OPMERKING: Klik op Geavanceerde instellingen voor toegang tot meer opties. Klik op Nieuwe snelkoppeling maken om een set met aangepaste instellingen te maken en deze op te slaan in de lijst met snelkoppelingen. Ga naar www.hp.com/support/LJColorMFPM275nw voor meer informatie over scanfuncties.
Scannen via de HP Scan-software (Mac OS X) 1. Open de map Programma's en klik vervolgens op Hewlett-Packard. Dubbelklik op HP Scan. 2. Open het menu HP Scan en klik op Voorkeuren. Selecteer in het menu Scanner dit apparaat in de lijst en klik op Doorgaan. 3. Als u de standaardvoorkeursinstellingen wilt gebruiken, waarmee acceptabele resultaten worden bereikt voor afbeeldingen en tekst, klikt u op de knop Scannen.
Scannen via andere software Het product is compatibel met TWAIN en WIA (Windows Imaging Application). Het product werkt met Windows-programma's die ondersteuning bieden voor scanapparaten die compatibel zijn met TWAIN of WIA en met Macintosh-programma's die ondersteuning bieden voor scanapparaten die compatibel zijn met TWAIN. Terwijl u in een TWAIN- of WIA-compatibel programma werkt, hebt u toegang tot de scanfunctie en kunt u de afbeelding rechtstreeks in het geopende programma scannen.
Functies voor scannen naar een netwerkmap en scannen naar e-mail instellen. Deze scanfuncties zijn pas beschikbaar nadat u ze met de geïntegreerde webserver van HP hebt geconfigureerd. De volgende instructies beschrijven hoe u de scaninstellingen kunt instellen. 1. op het beginscherm van het bedieningspaneel van het apparaat aan Raak de knop Netwerk om het IP-adres te zoeken. 2. Open de geïntegreerde webserver van HP door het IP-adres van het apparaat in te voeren in de adresregel van uw webbrowser.
Scannen naar een netwerkmap Via het bedieningspaneel van het apparaat kunt u een bestand naar een map op het netwerk scannen. OPMERKING: Om deze functie te kunnen gebruiken moet het product verbonden zijn met een netwerk en moet de scanoptie met behulp van de geïntegreerde webserver van HP zijn geconfigureerd. 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak.
5. 6. Op het bedieningspaneel wordt een overzicht van de scaninstellingen weergegeven. ● Als u de instellingen wilt wijzigen, raakt u de knop Instellingen aan en voert u de gewenste wijzigingen door. ● Als de instellingen correct zijn, gaat u verder met de volgende stap. Raak de knop Scan aan om de scantaak te starten.
Scannen naar e-mail Via het bedieningspaneel van het apparaat kunt u een bestand scannen en rechtstreeks naar een emailadres verzenden. Het gescande bestand wordt als bijlage naar het geselecteerde e-mailadres verzonden. OPMERKING: Om deze functie te kunnen gebruiken moet het product verbonden zijn met een netwerk en moet de scanoptie met behulp van de geïntegreerde webserver van HP zijn geconfigureerd. 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2.
6. Selecteer het Van-adres dat u wilt gebruiken. Dit wordt ook wel het 'profiel voor uitgaande e-mail' genoemd. OPMERKING: Toets de PIN in als de PINfunctie is ingesteld en raak de knop OK aan. Een PIN is echter niet vereist voor het gebruik van deze functie. 7. Raak de knop Aan aan en kies het adres of de groep waaraan u het bestand wilt versturen. Raak de knop Klaar aan wanneer u klaar bent. 8. Raak de knop Onderwerp aan als u een onderwerpregel wilt toevoegen 9. Raak de knop Volgende aan. 10.
122 Hoofdstuk 6 Scannen NLWW
7 NLWW Beheer en onderhoud ● Gebruik de HP Reconfiguration Utility om de apparaatverbinding te wijzigen ● Toepassingen van HP Webservices gebruiken ● IP-netwerkinstellingen configureren ● HP Device Toolbox (Windows) ● HP Utility voor Mac OS X ● Beveiligingsfuncties van het apparaat ● Energiezuinige instellingen ● Afdrukken wanneer een printcartridge of een afbeeldingsdrum het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt ● De printcartridges vervangen ● De afbeeldingsdrum vervangen
Gebruik de HP Reconfiguration Utility om de apparaatverbinding te wijzigen Indien u het apparaat niet hoeft te gebruiken en u de manier waarop het is aangesloten wilt wijzigen, kunt u de HP Reconfiguration Utility gebruiken om de verbinding in te stellen. Zo kunt u bijvoorbeeld het apparaat opnieuw configureren om een ander draadloos adres te gebruiken, verbinding te maken met een bekabeld of een draadloos netwerk of over te schakelen van een netwerkverbinding naar een USB-verbinding.
Toepassingen van HP Webservices gebruiken Er zijn verschillende innovatieve toepassingen beschikbaar voor dit apparaat, die u rechtstreeks van internet kunt downloaden. Voor meer informatie en om deze toepassingen te downloaden gaat u naar de HP ePrintCenter-website op www.hpeprintcenter.com. Als u deze functie wilt gebruiken, dient het apparaat te zijn aangesloten op een computer of netwerk met internetverbinding. HP-webservices dient te zijn ingeschakeld op het apparaat.
IP-netwerkinstellingen configureren Disclaimer voor printer delen HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoftbesturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar Microsoft op www.microsoft.com. Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen U kunt de IP-configuratie-instellingen weergeven of wijzigen via de geïntegreerde webserver van HP. 1. op het beginscherm van het bedieningspaneel van het apparaat aan Raak de knop Netwerk om het IP-adres te zoeken. 2.
De naam van het apparaat in het netwerk wijzigen Indien u de naam van het apparaat in een netwerk wilt wijzigen zodat het apparaat kan worden geïdentificeerd, gebruikt u de geïntegreerde webserver. 1. op het beginscherm van het bedieningspaneel van het apparaat aan Raak de knop Netwerk om het IP-adres te zoeken. 2. Open de geïntegreerde webserver door het IP-adres van het apparaat in te voeren in de adresregel van uw webbrowser.
5. 128 Instelling Omschrijving 10T Vol 10 Mbps, volledige duplexwerking. 100TX Half 100 Mbps, half-duplexwerking. 100TX Vol 100 Mbps, volledige duplexwerking. Raak de knop OK aan. Het apparaat wordt uit- en weer ingeschakeld.
HP Device Toolbox (Windows) Gebruik de HP Device Toolbox voor Windows om apparaatinstellingen van uw computer weer te geven of te wijzigen. Met dit hulpmiddel opent u de geïntegreerde webserver van HP. OPMERKING: Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar als u tijdens de installatie van het apparaat een volledige installatie hebt uitgevoerd. NLWW 1. Klik op de knop Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik op de HP productgroep en vervolgens op het item HP Device Toolbox.
Tabblad of gebied Omschrijving Tabblad Systeem ● Apparaatgegevens: Biedt basisinformatie over het apparaat en het bedrijf. Hiermee kunt u het product vanaf uw computer configureren. ● Papierinstell.: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor papierverwerking wijzigen. ● Afdrukkwaliteit: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen, inclusief de kalibratie-instellingen.
HP Utility voor Mac OS X Gebruik de HP Utility voor Mac OS X om apparaatinstellingen van uw computer weer te geven of te wijzigen. Met dit hulpmiddel opent u de geïntegreerde webserver van HP. U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het apparaat beschikt over een USB-kabel of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen ▲ Klik in het dock op HP Utility. -ofKlik bij Programma's op Hewlett Packard en vervolgens op HP Utility.
Beveiligingsfuncties van het apparaat Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het apparaat te vereenvoudigen. Ga naar www.hp.com/go/secureprinting voor gedetailleerde informatie over de beveiligde beeldbewerkings- en afdrukoplossingen van HP. Op deze website vindt u koppelingen naar witboeken en documenten met veelgestelde vragen over beveiligingsfuncties.
Energiezuinige instellingen Afdrukken met EconoMode Dit product beschikt over de optie EconoMode, waarmee u conceptversies van documenten kunt afdrukken. Met de EconoMode gebruikt u minder inkt en verlaagt u de kosten per pagina. De afdrukkwaliteit kan in EconoMode echter minder zijn. HP raadt het doorlopende gebruik van EconoMode af. Als de EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de printcartridge.
3. ● Autom. uitschakelen ● Uitschakelvertraging Selecteer de tijd voor de uitschakelvertraging. OPMERKING: 4. De standaardinstelling is 30 minuten. Het apparaat wordt automatisch weer geactiveerd vanuit de automatische uitschakeling wanneer het taken ontvangt of wanneer u op een knop drukt op het bedieningspaneel. U kunt de gebeurtenissen aanpassen die ervoor zorgen dat het apparaat weer wordt geactiveerd. Open de volgende menu's: ● Systeeminstellingen ● Energie-instellingen ● Autom.
Afdrukken wanneer een printcartridge of een afbeeldingsdrum het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt Het bericht laag, waarbij met een kleurenprintcartridge of de afbeeldingsdrum wordt bedoeld: Het apparaat geeft aan wanneer een onderdeel bijna moet worden vervangen. De werkelijke resterende levensduur kan variëren. Zorg dat u een vervangende printcartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet.
3. ● Zwarte printcassette, Kleurenprintcass of Afbeeldingsdrum ● Instelling voor vrijwel leeg Selecteer een van de volgende opties: ● Selecteer de optie Doorgaan als u wilt dat het apparaat u waarschuwt wanneer een printcartridge of afbeeldingsdrum vrijwel leeg is, maar u door wilt gaat met afdrukken. Wanneer u Instelling voor vrijwel leeg selecteert in het menu Doorgaan blijft het apparaat automatisch doorgaan met afdrukken wanneer een onderdeel het aanbevolen moment van vervanging heeft bereikt.
De printcartridges vervangen VOORZICHTIG: gaan gebruiken. Verwijder printcartridges pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om ze te 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Verwijder het opnameoppervlak en plaats dit naast het apparaat. 3. Open de printcartridgeklep en controleer welke printcartridge in de opening staat.
4. Indien de cartridge die u wilt vervangen niet in de opening staat, sluit u de printcartridgeklep. 5. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Benodigdheden aan. 6. Raak de knop Printcass. draaien aan om de printcartridgecarrousel naar de volgende positie te verplaatsen. Er wordt een bericht weergegeven met informatie over naar welke printcartridge de carrousel draait. Herhaal deze stap tot de printcartridgecarrousel op de juiste plaats staat.
7. Wacht tot het bericht Draaien niet meer wordt weergegeven en het geluid van het draaien is gestopt voordat u de klep van de printcartridge opent. 8. Pak de oude printcartridge bij de middenhendel vast en verwijder de cartridge. 9. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking voor recycling. VOORZICHTIG: Houd de printcartridge aan de randen vast om beschadiging van de cartridge te voorkomen. Raak de rol op de printcartridge niet aan. 10.
11. Pak de printcartridge bij de middenhendel en verwijder de plastic beschermkap. OPMERKING: Raak de printcartridgerol niet aan. Vingerafdrukken op de rol kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. 12. Verwijder de tape van de printcartridge. Doe de tape in de doos van de printcartridge, zodat deze kan worden gerecycled. 13. Pak de printcartridge bij de middenhendel en plaats de printcartridge in het apparaat.
15. Plaats het opnameoppervlak terug. 16. Laat de camera-arm zakken. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
De afbeeldingsdrum vervangen OPMERKING: De afbeeldingsdrum in dit apparaat valt onder de productgarantie. Voor vervangende afbeeldingsdrums geldt een beperkte garantie van één jaar vanaf de installatiedatum. De installatiedatum van de afbeeldingsdrum staat op de statuspagina voor benodigdheden vermeld. De Premium Protection Warranty van HP geldt alleen voor de printcartridges voor het apparaat. VOORZICHTIG: Verwijder de afbeeldingsdrum pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken. 1.
3. Verwijder het opnameoppervlak en plaats dit naast het apparaat. 4. Open de klep van de printcartridge. 5. Trek de invoerlade recht naar buiten om deze te verwijderen.
6. Trek vanaf de rechterbovenkant aan de voorklep en draai deze naar voren om de rechterzijde te ontgrendelen Verwijder de voorklep van het apparaat. 7. Duw de twee hendels van de afbeeldingsdrum omhoog. 8. Verwijder de oude afbeeldingsdrum.
9. Haal de nieuwe afbeeldingsdrum uit de verpakking. Plaats de gebruikte afbeeldingsdrum in de verpakking voor recycling. 10. Verwijder de beschermkap van de nieuwe afbeeldingsdrum. VOORZICHTIG: Stel de afbeeldingsdrum niet bloot aan licht. Zo voorkomt u schade aan de drum. Dek de cartridge af met een vel papier. VOORZICHTIG: Raak de groene rol niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 11. Plaats de nieuwe afbeeldingsdrum in het apparaat.
12. Duw de twee hendels van de afbeeldingsdrum omlaag. 13. Plaats de voorklep terug. Plaats eerst de linkerzijde en draai de klep vervolgens op zijn plek. 14. Plaats de invoerlade terug.
15. Sluit de klep van de printcartridges. 16. Plaats het opnameoppervlak terug. 17. Laat de camera-arm zakken. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
18. Plaats het papier in de invoerlade. 19. Schuif de geleiders goed tegen het papier aan.
De firmware bijwerken HP biedt periodieke upgrades voor de firmware van het apparaat. U kunt deze firmware-updates handmatig uploaden, maar u kunt het apparaat ook zo instellen dat firmware-updates automatisch worden geladen. Firmware handmatig bijwerken 1. Raak op het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Open de volgende menu's: 3. ● Service ● LaserJet Update ● Nu controleren op updates aan. Raak de knop Ja aan. Het apparaat zoekt nu naar firmware-updates.
150 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
8 NLWW Problemen oplossen ● Controlelijst voor het oplossen van problemen ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Help-systeem op het bedieningspaneel ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Storingen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● De kopieerkwaliteit verbeteren ● Problemen met scannen naar e-mail oplossen ● Problemen met scannen naar een netwerkmap oplossen ● Het apparaat drukt langzaam af ● Problemen met de USB-verbinding oplossen ● Problemen met bekabelde
Controlelijst voor het oplossen van problemen Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het apparaat probeert op te lossen.
4. ● Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist functioneert. ● Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen. Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met het apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem veroorzaakt.
Stap 8: De benodigdheden controleren Druk een pagina met de status van de benodigdheden af en controleer de resterende levensduur van de printcartridges en de afbeeldingsdrum. Stap 9: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden 154 1. Probeer de afdruktaak uit te voeren vanaf een andere computer waarop de apparaatsoftware is geïnstalleerd. 2. Controleer de verbinding van de USB- of netwerkkabel.
De fabrieksinstellingen herstellen 1. Druk op de knop Instellingen 2. Ga naar het menu Service en raak dit aan. 3. Ga naar de knop Standaardwaarden aan raak deze aan. Raak vervolgens de knop OK aan. op het bedieningspaneel van het apparaat. Het product wordt automatisch opnieuw opgestart.
Help-systeem op het bedieningspaneel Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het Help-systeem door de knop Help in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 4.
158 5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 6. Gebruik de handmatige invoer wanneer u afdrukt op zwaar of geperforeerd papier, of papier met reliëf en voer de vellen een voor een in.
Storingen verhelpen Storingslocaties Papierstoringen kunnen zich op de volgende plaatsen voordoen: 2 1 3 1 Uitvoerbak 2 Achterklep 3 Invoerlade Na de papierstoring kan er losse toner in het product achterblijven. Na het afdrukken van enkele vellen is dit gewoonlijk vanzelf opgelost. Vastgelopen papier uit de uitvoerlade verwijderen 1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. OPMERKING: Wanneer het papier is gescheurd, verwijdert u alle papierresten voordat u doorgaat. Gebruik geen scherpe voorwerpen om papiersnippers te verwijderen. 3. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 4. Verwijder het opnameoppervlak en plaats dit naast het apparaat.
5. Open en sluit de printcartridgeklep om het apparaat opnieuw te initialiseren. 6. Plaats het opnameoppervlak terug. 7. Laat de camera-arm zakken. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen.
Storingen in de uitvoerbak verhelpen 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Verwijder het opnameoppervlak en plaats dit naast het apparaat. 3. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. OPMERKING: Wanneer het papier is gescheurd, verwijdert u alle papierresten voordat u doorgaat. Gebruik geen scherpe voorwerpen om papiersnippers te verwijderen.
4. Plaats het opnameoppervlak terug. 5. Laat de camera-arm zakken. OPMERKING: Breng de camera-arm omlaag om het afdekplaatje van de cameralens te beschermen tegen beschadigingen. Storingen verhelpen via de achterklep 1. Open de achterklep. VOORZICHTIG: De fuser bevindt zich boven de achterklep en is heet. Steek uw hand niet in het gebied boven de achterklep tot de fuser is afgekoeld.
2. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. OPMERKING: Wanneer het papier is gescheurd, verwijdert u alle papierresten voordat u doorgaat. Gebruik geen scherpe voorwerpen om papiersnippers te verwijderen. 3. 164 Sluit de achterklep.
De afdrukkwaliteit verbeteren De instelling voor de papiersoort controleren (Windows) Controleer de instelling voor de papiersoort als u een van de volgende problemen ondervindt: ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld. ● Op de afgedrukte pagina's schilfert toner af. ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2.
6. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 7. Klik op de knop Afdrukken. Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP Gebruik ander papier als zich een van de volgende problemen voordoet: ● De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd. ● Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's. ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● De afgedrukte tekens zijn misvormd. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld.
4. Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd. 5. Raak de knop OK aan om het reinigen te starten. Een pagina wordt langzaam door het product gevoerd. Gooi de pagina weg nadat de procedure is voltooid. Het apparaat kalibreren om de kleuren uit te lijnen Als de afdrukken gekleurde schaduwen, wazige afbeeldingen of gebieden met kleuren van slechte kwaliteit bevatten, moet u het apparaat mogelijk kalibreren om de kleuren uit te lijnen.
Gebied Printcartridge 1 Geel 2 Cyaan 3 Zwart 4 Magenta ● Als er in slechts één groep stippen en strepen voorkomen, dient u de printcartridge te vervangen die bij deze groep hoort. ● Als er in meerdere groepen stippen voorkomen, dient u een reinigingspagina af te drukken. Als het probleem aanhoudt, controleert u of de stippen altijd dezelfde kleur hebben (bijvoorbeeld of er in alle vijf gekleurde banen magentastippen worden weergegeven).
3. Als het probleem niet is opgelost, haalt u de afbeeldingsdrum uit het apparaat. Controleer vervolgens de buitenkant van de afbeeldingsdrum. VOORZICHTIG: Raak de groene rol niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 4. Vervang de afbeeldingsdrum wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden. 5. Controleer of de geheugenchip op de afbeeldingsdrum is beschadigd.
De kopieerkwaliteit verbeteren Indien er problemen met de afdrukkwaliteit optreden die alleen voorkomen bij gekopieerde documenten, kunt u deze oplossingen proberen. ● Controleer of de kopieerinstellingen in het bedieningspaneel van het apparaat zijn aangepast aan het soort document en papier dat u gebruikt. ● Zorg dat de camera-arm volledig omhoog is gebracht. OPMERKING: Raak de camera-arm niet aan tijdens het kopiëren.
Problemen met reflectie op kopieën oplossen Als u een kopie van een document maakt en het document te veel licht reflecteert, kies dan een andere modus onder Vastlgn. 1. Breng de camera-arm helemaal omhoog. 2. Plaats het document of voorwerp met de vast te leggen zijde omhoog op het opnameoppervlak. Lijn de linkerbovenhoek van documenten uit langs de rechter- en achterrand van het opnameoppervlak. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan.
4. Raak de pijlen aan om door de opties onder Vastleggen te bladeren en selecteer de optie Document. 5. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. Als u een kopie van een voorwerp maakt en er te veel licht wordt gereflecteerd, probeer het voorwerp dan op een andere plek op het opnameoppervlak te leggen. De kans op reflectie bij kopieën en scans is groter wanneer voorwerpen direct onder de camera zijn geplaatst.
Problemen met scannen naar e-mail oplossen Als u problemen met scannen naar e-mail ondervindt, probeer dan deze oplossingen: ● Controleer of deze functie is ingesteld. Als deze functie nog niet is ingesteld, gebruikt u de wizard in de HP Device Toolbox-software (Windows) of HP Utility-software (Mac OS X) om dit alsnog te doen. ● Controleer of de functie Scannen naar e-mail is ingeschakeld.
Problemen met scannen naar een netwerkmap oplossen Als u problemen met scannen naar een netwerkmap ondervindt, probeer dan deze oplossingen: ● Controleer of deze functie is ingesteld. Als deze functie nog niet is ingesteld, gebruikt u de wizard in de HP Device Toolbox-software (Windows) of HP Utility-software (Mac OS X) om dit alsnog te doen. ● Controleer of de functie Scannen naar netwerkmap is ingeschakeld.
Het apparaat drukt langzaam af De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk: ● Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast formaat) ● De instellingen voor afdrukkwaliteit in de printerdriver ● Verwerkingstijd en downloadtijd van het product ● De complexiteit en de grootte van afbeeldingen ● De snelheid van de gebruikte computer ● De USB- of netwerkverbinding ● De I/O-configuratie van het prod
Problemen met de USB-verbinding oplossen Als u het apparaat rechtstreeks op een computer hebt aangesloten, controleert u eerst de kabel. 176 ● Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten. ● Controleer of de kabel niet langer is dan 5 m. Probeer een kortere kabel. ● Controleer of de kabel goed werkt door de kabel aan te sluiten op een ander apparaat. Vervang de kabel indien nodig.
Problemen met bekabelde netwerken oplossen Doorloop de volgende punten om te controleren of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het IP-adres van het apparaat op deze pagina.
De computer kan niet met het apparaat communiceren 1. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk. a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat. In Mac: open het netwerkhulpprogramma en typ het IP-adres in het juiste veld in het paneel Ping. c. 2. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Problemen met draadloze netwerken oplossen Controlelijst draadloze verbinding ● Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten. ● Controleer of het apparaat en de draadloze router zijn ingeschakeld en van stroom worden voorzien. Controleer ook of de draadloze zender van het apparaat is ingeschakeld. ● Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is. Druk de configuratiepagina af om de naam van het draadloze netwerk (SSID) te bepalen.
Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd 1. Werk de firewall bij met de meest recente update van de fabrikant. 2. Als de firewall tijdens het installeren van het apparaat of tijdens het afdrukken om uw toestemming vraagt, dient u deze te geven voor het uitvoeren van de programma's. 3. Schakel de firewall tijdelijk uit en installeer het draadloos apparaat vervolgens op de computer. Schakel de firewall in wanneer de installatie is voltooid.
Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken ● Controleer of de draadloze router is ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert. ● Het netwerk is mogelijk verborgen. U kunt echter gewoon verbinding maken met een verborgen netwerk. Het draadloos netwerk functioneert niet 1. Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten. 2. Om te controleren of de verbinding met het netwerk is verbroken, dient u andere apparaten op het netwerk aan te sluiten. 3.
Storing op een draadloos netwerk verminderen Met de volgende tips kunt u storing op een draadloos netwerk verminderen: 182 ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote metalen voorwerpen zoals dossierkasten en andere elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze telefoons. Deze voorwerpen kunnen radiosignalen verstoren. ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote stenen gebouwen en andere soorten gebouwen.
Problemen met de apparaatsoftware in Windows oplossen Er wordt geen driver voor het apparaat weergegeven in de map Printers 1. Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Sluiten of Uitschakelen. 2. Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de computer.
e. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren. f. Controleer het IP-adres en klik op OK of Annuleren. g. Verwijder de driver als de IP-adressen niet hetzelfde zijn en installeer de driver opnieuw met het juiste IP-adres. a. Klik op Start. b. Klik op Apparaten en printers. c. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer vervolgens Printereigenschappen. d. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren. e.
Problemen met de apparaatsoftware oplossen in Mac OS X ● De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven ● De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ● De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten ● Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze ● Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat ni
3. Als het GZ-bestand zich in deze map bevindt, is het PPD-bestand mogelijk beschadigd. Verwijder het bestand en installeer de software opnieuw. 4. Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit. Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze 1. Open de afdrukwachtrij en start de afdruktaak opnieuw. 2. Een ander apparaat met een vergelijkbare naam heeft de afdruktaak mogelijk ontvangen. Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren.
Software verwijderen (Windows) Windows XP 1. Klik op Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software. Windows Vista en Windows 7 NLWW 1. Klik op Start en op Alle programma’s. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software.
Software verwijderen (Mac OS X) U moet beschikken over beheerdersrechten om de software te verwijderen. 188 1. Koppel het apparaat los van de computer. 2. Open Programma's. 3. Selecteer Hewlett Packard. 4. Selecteer het verwijderprogramma van HP. 5. Selecteer het apparaat in de lijst met apparaten en klik vervolgens op de knop Verwijderen. 6. Nadat de software is verwijderd, start u de computer opnieuw op en leegt u de Prullenmand.
9 NLWW Benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ● Anti-namaakwebsite van HP 189
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Originele printcartridge, originele afbeeldingsdrum en origineel papier van HP www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
Anti-namaakwebsite van HP Ga naar www.hp.com/go/anticounterfeit wanneer u een printcartridge van HP hebt geïnstalleerd en er een melding op het bedieningspaneel verschijnt dat de cartridge niet van HP is. HP helpt u te bepalen of de desbetreffende cartridge een echt HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te lossen.
192 Hoofdstuk 9 Benodigdheden en accessoires NLWW
Index A aantal exemplaren, wijzigen 66 aantal pagina's 14 accessoires bestellen 190 accessoirestatuspagina 14 achterklep locatie 9 storingen 163 afbeeldingsdrum controleren op beschadigingen 168 drempelinstellingen voor bijna leeg 135 gebruik wanneer drum bijna leeg is 135 geschatte resterende levensduur 167 onderdeelnummer 190 recyclen 142 vervangen 142 afdekplaatje cameralens reinigen 170 afdrukken apparaatrapporten 14 instellingen (Mac) 31, 32 van rand tot rand 170 afdrukken in grijstinten, Windows 59 a
E EconoMode-ininstellingen 133 e-mail scannen naar 120 energiezuinige instellingen 133 F fabrieksinstellingen herstellen 155 formaat, kopie verkleinen of vergroten 82 formaat van documenten wijzigen kopiëren 82 Mac 47 Windows 46 fouten software 183 fraudewebsite 191 G gateway, standaard instellen 126 gebruikspagina 14 geïntegreerde webserver netwerkinstellingen wijzigen 126 openen 126, 127, 132 wachtwoord wijzigen 132 geïntegreerde webserver van HP apparaatnaam wijzigen 127 H Help, bedieningspaneel 156 herh
opnameoppervlak schoonmaken 170 opnameoppervlak, locatie 8 optische tekenherkenning, software voor 116 originelen met meerdere pagina's kopiëren 69 overeenstemmen, kleuren 56 overlapping 55 HP Utility 131 problemen, oplossen 185 scannen met TWAINcompatibele software 116 mappen scannen naar netwerk 118 meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac) 38 afdrukken (Windows) 36 menu's, bedieningspaneel schema afdrukken 14 Menu Rapporten 14 modelnummer, locatie 10 N netwerk apparaatnaam, wijzigen 127 instellingen, we
Gebruikspagina 14 Kwaliteitspagina afdr. 14 Log kleurgebruik 14 Menustructuur 14 Netwerkoverzicht 14 PCL6-lettert.lst 14 PCL-lettert.lst 14 PS-lettert.
*CF041-90902* *CF041-90902* CF041-90902