LASERJET ENTERPRISE FLOW MFP M830 Gebruikershandleiding M830z
HP LaserJet Enterprise flow MFP M830 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © Copyright 2017 HP Development Company, L.P. Adobe®, Adobe Photoshop®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................... 1 Apparaatvergelijking ................................................................................................................................................................ 2 Productweergaven ...................................................................................
4 Afdrukken ................................................................................................................................................................................................. 37 Afdruktaken (Windows) ......................................................................................................................................................... 38 Afdrukken (Windows) ........................................................................................................
Een document naar e-mail verzenden met het adresboek ........................................................................ 76 7 Fax ............................................................................................................................................................................................................. 79 Fax instellen ..........................................................................................................................................................
Het apparaat pakt geen papier op ................................................................................................................ 102 Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. .......................................................................................... 102 Het papier in de documentinvoer loopt vast of scheef of er worden meerdere vellen tegelijk doorgevoerd .......................................................................................................................
Een andere printerdriver proberen ............................................................................................................... 165 De uitlijning van een afzonderlijke lade instellen ....................................................................................... 166 Beeldkwaliteit kopie verbeteren ........................................................................................................................................
Gebruikt u een piekspanningsbeveiliging? ............................................................................. 183 Gebruikt u een berichtenservice van het telefoonbedrijf of een antwoordapparaat? .... 184 Heeft uw telefoonlijn een functie voor het in wacht plaatsen van oproepen? ................. 184 De status van de faxmodule controleren ............................................................................... 184 Algemene faxproblemen .........................................................
1 Inleiding ● Apparaatvergelijking ● Productweergaven ● Weergaven van het afwerkaccessoire ● Apparaathardware en -software installeren Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Apparaatvergelijking Configuratie A Papierverwerking Configuratie B Configuratie C Lade 1 (100 vel) Lade 2 en 3 (capaciteit: 500 vel per lade) Lade 4 en 5 (capaciteit: samen 3500 vel) Nietmachine/stapelaar met twee bakken Nietmachine/stapelaar met twee bakken en ponseenheid Brochuremaker Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex) Connectiviteit 10/100/1000 Ethernet LAN-aansluiting met IPv4 en IPv6 USB-poort voor direct afdrukken en scannen zonder computer en voor het bijwerken van de firmware Wireless
Configuratie A Kopiëren en scannen Configuratie B Configuratie C Kopieert en scant 55 pagina's per minuut (ppm) van A4- en Letter-formaat USB-functie voor scannen en afdrukken (geen computer vereist) Documentinvoer voor 200 pagina's met elektronische sensor voor dubbelzijdig kopiëren, scannen en multi-invoer Digitaal verzenden Opties Verzenden naar e-mail, Opslaan op USB, Opslaan in netwerkmap en Opslaan in SharePoint® Ondersteunde besturingssystemen23 Windows XP SP2 of hoger, 32-bits en 64-bits OPME
Configuratie A Configuratie B Configuratie C Mac OS X 10.6, 10.7 Lion en 10.8 Mountain Lion De HP ePrint-software ondersteunt de volgende besturingssystemen: Windows® XP SP2 of hoger (32-bits) tot aan ePrint versie 3; Windows Vista® (32-bits en 64-bits); Windows 7 (32-bits en 64-bits); Windows 8 (32-bits en 64-bits); en Mac OS X versies 10.6, 10.7 Lion, en 10.8 Mountain Lion.
NLWW 5 Uitvoerbak documentinvoer 6 Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm (kan worden gekanteld voor betere weergave) 7 Toetsenbord (Trek het toetsenbord recht naar voren om het te gebruiken.
Achteraanzicht van apparaat OPMERKING: Het apparaat wordt weergegeven zonder aangesloten afwerkaccessoire.
Interfacepoorten 1 2 3 4 5 1 USB-poort voor het aansluiten van externe USB-apparaten (er bevindt zich mogelijk een afdekklepje op deze poort) 2 Snelle USB 2.0-afdrukpoort OPMERKING: Gebruik de USB-poort naast het bedieningspaneel om gemakkelijk af te drukken via USB.
4 5 6 7 8 9 10 11 3 2 12 13 1 k Folder Network 16 caps lock A S Z @ 8 D F G H J K : L “ ; shift X C alt V B N , alt . enter ‘ ? M / 14 shift 15 1 Knop beginscherm Raak deze knop aan om terug te keren naar het beginscherm. 2 Knop Vernieuwen Raak de vernieuwingsknop aan om wijzigingen ongedaan te maken en de standaardinstellingen te herstellen. 3 De knop Aanmelden of Afmelden Raak de knop Aanmelden aan voor toegang tot de beveiligde functies.
14 Functies Afhankelijk van de configuratie van het apparaat kunnen de volgende functies hier worden weergegeven: ● Quick Sets ● Kopie ● e-mail ● Fax ● Opslaan op USB ● opslaan in netwerkmap ● Opslaan in apparaatgeheugen ● ophalen van USB ● ophalen uit apparaatgeheugen ● Opslaan op SharePoint® ● Taakstatus ● Benodigdheden ● Laden ● Beheer ● Apparaatonderhoud 15 Toetsenbord Dit apparaat heeft een fysiek toetsenbord.
Weergaven van het afwerkaccessoire ● Nieteenheid/stapelaar ● Nietmachine/stapelaar met ponseenheid ● Brochuremaker Nieteenheid/stapelaar 2 3 4 5 1 6 7 10 1 Uitvoerbakken nietmachine/stapelaar 2 Uitvoersleuf nietmachine/stapelaar 3 Voorklep 4 Bovenste klep 5 Bovenste vergrendeling 6 Nietmachine 1 7 Onderste vergrendeling Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW
Nietmachine/stapelaar met ponseenheid 2 3 4 5 1 6 7 8 9 NLWW 1 Uitvoerbakken nietmachine/stapelaar 2 Uitvoersleuf nietmachine/stapelaar 3 Voorklep 4 Bovenste klep 5 Bovenste vergrendeling 6 Ponseenheid 7 Opvangbak ponsafval 8 Nietmachine 1 9 Onderste vergrendeling Weergaven van het afwerkaccessoire 11
Brochuremaker 4 5 6 7 3 8 9 10 11 2 12 1 13 12 1 Uitvoerbak voor brochures 2 Uitvoersleuf voor brochures 3 Uitvoerbakken nietmachine/stapelaar 4 Uitvoersleuf nietmachine/stapelaar 5 Voorklep 6 Bovenste klep 7 Bovenste vergrendeling 8 Nietmachine 1 9 Bovenste papierinvoergeleider 10 Onderste papierinvoergeleider 11 Rugnietjeshouder, toegang tot nietmachine 2 en nietmachine 3 12 Papier-uitrolknoppen voor het verhelpen van storingen 13 Onderste vergrendeling Hoofdstuk 1 Inle
Apparaathardware en -software installeren Raadpleeg de handleiding voor de hardware-installatie die u bij het apparaat hebt ontvangen voor eenvoudige installatie-instructies. Ga naar de HP-ondersteuningspagina voor aanvullende instructies. In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830 voor de uitgebreide Help van HP voor uw apparaat. Buiten de VS volgt u deze stappen: 1. Ga naar www.hp.com/support. 2. Selecteer uw land/regio. 3. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. 4.
14 Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW
2 Papierladen ● Laden configureren voor papiersoort- en formaat ● Lade 1 vullen ● Lade 2 en lade 3 vullen ● Lade 4 en lade 5 vullen ● De standaard nietlocatie instellen ● De standaardponslocatie instellen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Laden configureren voor papiersoort- en formaat In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en formaat: ● Wanneer u papier in de lade plaatst ● Wanneer u via de printerdriver of een softwareprogramma een bepaalde lade of papiersoort opgeeft voor een afdruktaak en de configuratie van de lade niet overeenkomt met de instellingen voor de afdruktaak OPMERKING: De vraag wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en deze is geconfigureerd voor het papierfor
Lade 1 vullen VOORZICHTIG: Als u papierstoringen wilt vermijden, mag u nooit papier toevoegen aan of verwijderen uit lade 1 tijdens het afdrukken. 1. Open lade 1. 2. Trek het verlengstuk naar buiten om het papier te ondersteunen.
3. Plaats papier in de lade. Zie Tabel 2-1 Afdrukstand van het papier in lade 1 op pagina 19. TIP: Voor de beste afdrukkwaliteit raadt HP aan om het papier met de lange rand eerst te plaatsen. 18 4. Zorg dat het papier onder de vullijn van de papiergeleiders past. 5. Stel de papiergeleiders zodanig bij dat deze de papierstapel licht raken maar het papier niet buigen.
Tabel 2-1 Afdrukstand van het papier in lade 1 Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen Voorbedrukt papier, briefpapier of etiketten staand Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven Geperforeerd Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Staand Automatisch dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Gaatjes aan de rechterkant van de lade Voorbedrukt of briefhoofdpapier NLWW
Tabel 2-1 Afdrukstand van het papier in lade 1 (vervolg) Papiersoort Enveloppen 20 Stand afbeelding Korte rand van de envelop invoeren in het apparaat Hoofdstuk 2 Papierladen Duplexmodus Papier plaatsen Automatisch dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht Bovenrand naar de achterkant van het apparaat gericht NLWW
Lade 2 en lade 3 vullen OPMERKING: De procedure voor het plaatsen van papier is voor lade 3 hetzelfde als voor lade 2. Hier wordt alleen lade 2 weergegeven. 1. Open de lade. OPMERKING: gebruik is. 2. Open de lade niet als deze in Stel de geleiders voor de papierbreedte en -lengte in door de vergrendeling van elk van de geleiders in te drukken en de geleiders op te schuiven tot het formaat van het papier dat u gebruikt.
3. Plaats het papier in de lade. Zorg ervoor dat de geleiders de stapel papier net raken zonder dat de stapel gaat opbollen. OPMERKING: Plaats niet te veel papier in de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale stapelhoogte uitkomt. OPMERKING: Als de lade niet goed wordt ingesteld, kan tijdens het afdrukken een foutbericht verschijnen of kan het papier vastlopen. 4. Sluit de lade. 5.
Tabel 2-2 Afdrukstand van lade 2 en lade 3 Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen Voorbedrukt of briefhoofdpapier staand Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden Bovenrand aan de achterkant van de lade Liggend Automatisch dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven Enkelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden Bovenrand aan de achterkant van de lade Onderrand naar de rechterkant van de lade Automatisch dubbelzijdig afdrukken NLWW Afdrukzijde boven Onderrand naar de rechterkant v
Tabel 2-2 Afdrukstand van lade 2 en lade 3 (vervolg) 24 Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papier plaatsen Geperforeerd Staand Enkelzijdig afdrukken Gaten naar de rechterkant van de lade Automatisch dubbelzijdig afdrukken Gaten naar de linkerkant van de lade Hoofdstuk 2 Papierladen NLWW
Lade 4 en lade 5 vullen Lade 4 en 5 ondersteunen alleen papier van A4- en Letter-formaat. 1. Open de linker en rechter zijden van de lade. 2. Zet aan beide zijden de papierformaathendel in het juiste formaat voor het papier dat u gebruikt.
3. Vul beide zijden van de lade met volledige papierstapels. De rechter zijde kan 1500 vel papier bevatten. De linker zijde kan 2000 vel papier bevatten. OPMERKING: Vul voor de beste resultaten met volledige papierstapels. Verdeel de riemen niet in kleinere delen. 4. 26 Sluit de papiergeleiders aan de linker en rechter zijde.
De standaard nietlocatie instellen 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Beheer aan. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Instellingen nietmachine/stapelaar ● Nieten Selecteer een locatie voor nietjes in de lijst met opties en raak vervolgens de knop Opslaan aan.
● Drie links ● Drie rechts ● Drie boven ● Drie onder OPMERKING: Bij documenten met de staande afdrukrichting wordt de linkerzijde geponst. Bij documenten met de liggende afdrukrichting wordt de bovenzijde geponst.
3 Onderdelen, benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● De tonercartridge vervangen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
Artikel Omschrijving Instructies voor zelf vervangen Nummer Onderhoudskit 220V De preventieve onderhoudskit bevat de volgende onderdelen: Verplicht C2H57A ● Vervangende fuser voor 220 volt ● Vervangende overdrachtsrol ● Vervangende oppak-, invoer- en scheidingsrollen voor lade 2 en 3 ● Vervangende oppak- en invoerrollen voor de invoerladen met hoge capaciteit (lade 4 en 5) Rollenkit voor lade 2 t/m 5 Vervangende oppak- en invoerrollen die geschikt zijn voor lade 2, 3, 4 en 5 (bestel één kit
Artikel Omschrijving Instructies voor zelf vervangen Nummer Zwarte tonercartridge Vervangende tonercartridge met hoge capaciteit Verplicht CF325X USB-serverkit voor draadloos afdrukken Vervangende Jetdirect-server ew2500 voor draadloos afdrukken Verplicht J8026-67901 Onderhoudskit voor documentinvoerrollen Vervangende rollen voor de documentinvoer Verplicht C1P70-67901 DIMM-kit van 512 MB Vervangende DIMM van 512 MB Verplicht CF306-67901 Bedieningspaneelkit Vervangend bedieningspaneel
De tonercartridge vervangen Blijf met de huidige cartridge afdrukken totdat de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is, zelfs na het opnieuw verdelen van de toner. Als u de toner opnieuw wilt verdelen, verwijdert u de tonercartridge uit de printer en schudt u de cartridge horizontaal heen en weer. Raadpleeg de instructies voor het vervangen van de cartridge voor een grafische weergave. Plaats de tonercartridge opnieuw in de printer en sluit het paneel.
34 1. Open de voorste klep. Controleer of de klep volledig is geopend. 2. Druk op de knop op de hendel en draai vervolgens de greep van de tonercartridge naar de onderste positie. 3. Trek de gebruikte tonercartridge aan de greep uit het apparaat.
4. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. 5. Pak het inktpatroon aan beide zijden vast en schud de cartridge 5-6 maal. 6. Houd de tonercartridge recht voor de sleuf en schuif de cartridge in het apparaat. De tonercartridge zal een beetje zakken wanneer deze op zijn plaats zit.
36 7. Druk op de knop op de hendel en draai vervolgens de greep van de tonercartridge naar de bovenste positie. 8. Sluit de voorklep.
4 Afdrukken ● Afdruktaken (Windows) ● Afdruktaken (Mac OS X) ● Afdruktaken opslaan op het apparaat ● Mobile printing ● Afdrukken vanaf de USB-poort Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Afdruktaken (Windows) Afdrukken (Windows) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor Windows. 38 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam varieert per programma). 3. Klik of tik op de tabbladen in de printerdriver om de beschikbare opties te configureren. 4. Klik of tik op de knop OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Afdrukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows) OPMERKING: Uw printerdriver kan er anders uitzien dan deze printerdriver, maar de stappen zijn dezelfde. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam varieert per programma). 3. Open het tabblad Afwerking.
40 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. 5. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows) OPMERKING: Uw printerdriver kan er anders uitzien dan deze printerdriver, maar de stappen zijn dezelfde. 1. Selecteer Afdrukken in het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam varieert per programma). 3. Open het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken.
42 5. Haal de bedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats die met de bedrukte zijde omhoog in lade 1. 6. Raak, wanneer u hierom wordt gevraagd, de desbetreffende knop op het bedieningspaneel aan om door te gaan.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) OPMERKING: Uw printerdriver kan er anders uitzien dan deze printerdriver, maar de stappen zijn dezelfde. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam varieert per programma). 3. Open het tabblad Afwerking. 4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel.
44 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. 6. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
De papiersoort selecteren (Windows) OPMERKING: Uw printerdriver kan er anders uitzien dan deze printerdriver, maar de stappen zijn dezelfde. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam varieert per programma). 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op de optie Meer....
46 5. Vouw de lijst Type is: uit. opties 6. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik op de knop OK. 8. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Afdruktaken (Mac OS X) Afdrukken (Mac OS X) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor Mac OS X. 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer het apparaat in het menu Printer. 3. Open de vervolgkeuzelijst van het menu of klik op Details weergeven en selecteer andere menu's om de afdrukinstellingen aan te passen. 4. Klik op de knop Afdrukken.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac OS X) 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer het apparaat in het menu Printer. 3. Open de vervolgkeuzelijst van het menu of klik op Details weergeven en klik vervolgens op het menu Layout. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op elk vel wilt afdrukken. 5. Selecteer in het gedeelte Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel. 6.
Afdruktaken opslaan op het apparaat Een opgeslagen taak maken (Windows) U kunt taken op het apparaat opslaan, zodat u ze kunt afdrukken wanneer het u uitkomt. OPMERKING: 50 Uw printerdriver kan er anders uitzien dan deze printerdriver, maar de stappen zijn dezelfde. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam varieert per programma). 3. Klik op het tabblad Taakopslag.
4. Selecteer een optie voor Modus Taakopslag. ● Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt, zodat u dit kunt controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt. ● Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van het apparaat. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet u de vereiste pincode in het bedieningspaneel opgeven.
5. Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken, klikt u op de knop Aangepast en voert u de gebruikersnaam of taaknaam in. Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam: 6. ● Taaknaam + (1-99) gebruiken: Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam. ● Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten.
5. ● Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak wordt afgedrukt en een exemplaar van de taak wordt opgeslagen in het geheugen van het apparaat, zodat u de taak later nogmaals kunt afdrukken. ● Opgeslagen taak: Een taak opslaan op het apparaat en andere gebruikers toestaan de taak af te drukken. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet degene die de taak afdrukt de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
Mobile printing HP biedt diverse Mobile- en ePrint-oplossingen voor draadloos afdrukken naar een HP-printer vanaf een laptop, tablet, smartphone of ander mobiel apparaat. Ga naar www.hp.com/go/laserjetmobileprinting (alleen in het Engels) om te bepalen welke oplossing bij u past. HP ePrint Gebruik HP ePrint om documenten af te drukken door ze als e-mailbijlage vanaf een willekeurig apparaat met een e-mailfunctie naar het e-mailadres van het apparaat te sturen.
● Mail ● Foto's ● Safari ● iBooks ● Externe toepassingen selecteren. U kunt AirPrint alleen gebruiken als het apparaat is verbonden met hetzelfde draadloze netwerk als waarmee het Apple-apparaat is verbonden. Ga voor meer informatie over het gebruik van AirPrint en welke HP-apparaten compatibel zijn met AirPrint naar www.hp.com/go/airprint. OPMERKING: NLWW AirPrint ondersteunt geen USB-verbindingen.
Afdrukken vanaf de USB-poort Met dit product heeft USB met eenvoudige toegang. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder de bestanden via de computer te verzenden. De USB-poort aan de voorzijde van het apparaat is geschikt voor standaard USBflashdrives. U kunt de volgende bestandstypen afdrukken: ● .pdf ● .prn ● .pcl ● .ps ● .cht De USB-poort inschakelen voor het afdrukken Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de USB-poort activeren.
5 Kopie ● Een kopie maken ● Dubbelzijdig kopiëren (duplex) ● Kopieerkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Een kopie maken 58 1. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 3. U kunt het aantal exemplaren aanpassen door het veld Exemplaren aan te raken om een toetsenblok te openen.
4. Voer het aantal exemplaren in en raak vervolgens de knop OK aan. 5. Raak de knop Starten NLWW aan.
Dubbelzijdig kopiëren (duplex) Automatisch dubbelzijdig kopiëren 1. Leg de originele documenten in de documentinvoer met de tekst naar boven en met bovenkant van de pagina eerst. Stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 3. Raak de knop Zijden aan. 4. Raak de knop Enkelzijdig origineel, dubbelzijdige uitvoer aan om een dubbelzijdige kopie van een enkelzijdig origineel te maken.
Kopieerkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen Optimaliseer de kopieertaak voor het type afbeelding dat u wilt scannen: tekst, afbeeldingen of foto's. 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 2. Raak de knop Meer opties aan en raak vervolgens de knop Tekst/afb optimaliseren aan. 3. Selecteer een van de vooraf gedefinieerde opties of raak de knop Handmatig aanpassen aan en beweeg de schuifregelaar in het gedeelte Optimaliseren voor. Raak de knop OK aan. 4.
62 Hoofdstuk 5 Kopie NLWW
6 Scannen/verzenden ● Instellen functies voor scannen/verzenden ● Een Quick Set maken ● Een gescand document verzenden naar een netwerkmap ● Een gescand document naar een of meer e-mailadressen verzenden ● Het adresboek gebruiken voor het verzenden van e-mail Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Instellen functies voor scannen/verzenden Het apparaat is voorzien van de volgende scan- en verzendfuncties: ● Documenten scannen en als bestand opslaan naar een map op uw netwerk. ● Documenten scannen en als bestand opslaan in het apparaatgeheugen. ● Documenten scannen en opslaan op een USB-flash-schijf. ● Documenten scannen en naar een of meer e-mailadressen verzenden. ● Documenten scannen en opslaan op een of meerdere Microsoft® SharePoint®-sites.
6. 7. c. Configureer de opties die u wilt aanpassen. d. Klik onder aan de pagina op de knop Toepassen. Schakel de functie Opslaan op USB in. a. Klik op de koppeling Opslaan naar USB instellen. b. Schakel het selectievakje Opslaan naar USB inschakelen in. c. Klik onder aan de pagina op de knop Toepassen. Schakel de functie Opslaan in SharePoint® in. a. Klik op de koppeling Opslaan in SharePoint®. b. Schakel het selectievakje Opslaan in SharePoint® in om deze functie in te schakelen. c.
Een Quick Set maken Gebruik de functie Quick Sets om snel toegang te krijgen tot vooraf ingestelde taakopties voor de volgende scan-/verzendfuncties: ● e-mail ● opslaan in netwerkmap ● Opslaan op USB ● Opslaan op SharePoint® De beheerder van het apparaat kan gebruikmaken van de geïntegreerde webserver van HP om Quick Sets te maken. Deze zijn vervolgens beschikbaar in het menu Quick Sets in het beginscherm van het bedieningspaneel. Vraag de systeembeheerder om hulp bij de volgende stappen: 1.
● Als u E-mail hebt geselecteerd, worden de volgende dialoogvensters weergegeven: Beheer van adres- en berichtveld, Ondertekenen en coderen ● Als u Fax hebt geselecteerd, wordt het volgende dialoogvenster weergegeven: Faxontvangers selecteren ● Als u Opslaan in netwerkmap hebt geselecteerd, wordt het volgende dialoogvenster weergegeven: Mapinstellingen ● Als u Opslaan op USB hebt geselecteerd, wordt het volgende dialoogvenster weergegeven: Stel in waar de bestanden op het USB-opslagapparaat moeten wo
Een gescand document verzenden naar een netwerkmap Het apparaat kan een bestand scannen en dit in een map op het netwerk opslaan. Deze functie wordt door de volgende besturingssystemen ondersteund: ● Windows Server 2003, 64-bits ● Windows Server 2008, 64-bits ● Windows XP, 64-bits ● Windows Vista, 64-bits ● Windows 7, 64-bits ● Novell v5.1 en hoger (biedt alleen toegang tot de Quick Sets-mappen) OPMERKING: U kunt deze functie gebruiken voor Mac OS X versie 10.
3. Om een van de vooraf ingestelde opdrachtinstellingen te gebruiken, selecteert u een van deze items uit de lijst Quick Sets. 4. Raak voor het instellen van een nieuwe taak het tekstveld Bestandsnaam aan om een toetsenbord te openen en typ een naam voor het bestand. Raak de knop OK aan. 5. Raak indien nodig het vervolgkeuzemenu Bestandsnaam aan om een ander uitvoerformaat voor het bestand te selecteren.
6. Raak de knop Toevoegen onder het veld Pad naar map aan om een toetsenbord te openen, en voer vervolgens het pad naar de netwerkmap in. Gebruik deze structuur voor het pad: \\pad\pad Raak de knop OK aan. 7. Raak de knop Meer opties aan om instellingen voor het document te configureren. 8. Raak de knop Starten slaan. aan om het bestand op te OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
Een gescand document naar een of meer e-mailadressen verzenden 1. Leg het document met de bedrukte zijde omlaag op het scannerglas, of leg het met de bedrukte zijde omhoog in de documenttoevoer en pas de papiergeleiders aan voor het formaat van het document. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop E-mail aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. 3. Raak de knop Aan: aan om een toetsenbord te openen.
72 4. Voer het e-mailadres in. Om naar meerdere adressen te verzenden, scheidt u de adressen met een puntkomma of raakt u de toets Enter aan op het bedieningspaneel na elk adres dat u hebt ingevoerd. 5. Vul de velden CC:, Onderwerp:, en Bestandsnaam: in door het veld aan te raken en gegevens in te voeren met het toetsenbord op het aanraakscherm. Raak de knop OK aan zodra u de velden hebt ingevuld. 6. Raak de knop Meer opties aan als u de instellingen voor het document wilt wijzigen. 7.
8. Raak de knop Starten verzenden. aan om het document te OPMERKING: Het apparaat kan u vragen om uw e-mailadres aan het adresboek toe te voegen. OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken. Voor meer informatie over deze functie raakt u in het voorbeeldscherm de knop Help aan. 9. Als u nog een e-mailtaak wilt instellen, raakt u de knop OK aan in het statusscherm.
Het adresboek gebruiken voor het verzenden van e-mail U kunt een email verzenden aan een lijst van ontvangers door het adresboek te gebruiken. Afhankelijk van hoe het apparaat is geconfigureerd, kunt u op een of meer van de volgende wijzen adresboeken bekijken. ● Alle contacten: Toont alle contactpersonen die voor u beschikbaar zijn. ● Persoonlijke contacten: Toont alle contactpersonen die met uw gebruikersnaam worden geassocieerd.
1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop E-mail aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. 2. Raak de knop Adresboek aan naast het veld Aan: om het scherm Adresboek te openen. 3. Raak linksonder in het scherm de knop Toevoegen aan.
4. Geef in het veld Naam de naam van de contactpersoon op. 5. Selecteer in de menulijst de optie E-mailadres en geef vervolgens het e-mailadres van de contactpersoon op. Raak de knop OK aan om de contactpersoon toe te voegen aan de lijst. Een document naar e-mail verzenden met het adresboek 1. 76 Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat.
2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop E-mail aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. 3. Raak de knop Adresboek aan naast het veld Aan: om het scherm Adresboek te openen. 4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst het adresboekoverzicht dat u wilt gebruiken.
5. Selecteer een naam uit de lijst met contactpersonen en raak vervolgens de knop pijltje naar rechts aan om de naam toe te voegen aan de ontvangerslijst. Herhaal deze stap voor elke ontvanger en raak vervolgens de knop OK aan. 6. Raak de knop Starten verzenden. aan om het document te OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
7 Fax ● Fax instellen ● Faxconfiguratie wijzigen ● Een fax versturen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Fax instellen De stappen voor het instellen van de faxfunctie op het apparaat zijn afhankelijk van of u de producthardware nog moet installeren of al hebt geïnstalleerd. OPMERKING: De instellingen die met de wizard Fax instellen zijn geconfigureerd via het bedieningspaneel, hebben voorrang op de instellingen die zijn opgegeven in de geïntegreerde webserver van HP.
Faxconfiguratie wijzigen OPMERKING: De instellingen die met de wizard Fax instellen zijn geconfigureerd via het bedieningspaneel, hebben voorrang op de instellingen die zijn opgegeven in de geïntegreerde webserver van HP. ● Kiesinstellingen voor fax ● Algemene instellingen faxverzending ● Instellingen faxontvangst Kiesinstellingen voor fax 1. Blader in het beginscherm van het product naar Beheer en raak dit aan 2.
Menuoptie Omschrijving Opnieuw kiezen bij bezet Met de instelling Opnieuw kiezen bij bezet geeft u op hoe vaak (0 - 9 keer) de faxmodule een nummer opnieuw moet kiezen wanneer het nummer bezet is. Het interval tussen de herkiespogingen wordt bepaald met de instelling Interval opnieuw kiezen. Opnieuw kiezen bij geen antwoord Met de instelling Opnieuw kiezen bij geen antwoord geeft u op hoe vaak de faxmodule een nummer opnieuw moet kiezen als er niet wordt opgenomen.
Menuoptie Omschrijving Foutcorrectiemodus Normaal gesproken worden de signalen op de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax gecontroleerd door de faxmodule. Als de faxmodule tijdens de verzending een fout vaststelt en de instelling Foutcorrectiemodus is ingeschakeld, kan de faxmodule een verzoek verzenden om het foutieve gedeelte van de fax nogmaals te verzenden. De functie Foutcorrectiemodus is standaard ingeschakeld.
84 Menuoptie Omschrijving Snelheid faxontvangst Raak de vervolgkeuzelijst Snelheid faxontvangst aan en selecteer een van de volgende opties: ● Snel (standaard) — v.34/max. 33.600 bps ● Gemiddeld — v.17/max. 14.400 bps ● Langzaam — v.29/max. 9.600 bps Beltooninterval Raak het vak onder de kop Beltooninterval aan om het toetsenblok weer te geven. Voer met het toetsenblok een waarde voor het beltooninterval in en raak vervolgens op de knop OK aan.
Een fax versturen 1. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Fax aan. Mogelijk moet u een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. 3. Raak de knop Meer opties aan. Controleer of de instellingen overeenkomen met die van het origineel.
4. Raak het veld Faxnummer aan om het toetsenblok weer te geven. 5. Voer een telefoonnummer in en raak vervolgens de knop OK aan. 6. Raak de knop Starten verzenden. aan om de fax te OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken. Voor meer informatie over deze functie raakt u in het voorbeeldscherm de knop Help aan.
8 Het apparaat beheren ● Geïntegreerde webserver van HP ● HP Utility voor Mac OS X ● HP Web Jetadmin software gebruiken ● Besparingsinstellingen ● Functies voor productbeveiliging ● Software- en firmware-updates Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning & probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Geïntegreerde webserver van HP Met de geïntegreerde webserver van HP kunt u via de computer afdrukfuncties beheren in plaats van via het bedieningspaneel van het apparaat.
HP Utility voor Mac OS X Gebruik de HP Utility voor Mac OS X om de status van het apparaat te controleren of de apparaatinstellingen via uw computer weer te geven of te wijzigen. U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het apparaat beschikt over een USB-kabel of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen Open de Finder en klik achtereenvolgens op Programma’s, HP en HP Utility.
Menu Item Omschrijving Lettertypen uploaden Brengt lettertypebestanden over van de computer naar het apparaat. HP Connected Hiermee hebt u toegang tot de HP Connected-website. Firmware bijwerken Zet een updatebestand voor firmware over naar het apparaat. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar nadat u in het menu Weergave de optie Toon geavanceerde opties hebt geselecteerd. Opdrachten Stuurt na de afdruktaak speciale tekens of afdrukopdrachten naar het apparaat.
HP Web Jetadmin software gebruiken HP Web Jetadmin is een bekroond, toonaangevend hulpprogramma voor het efficiënt beheren van een groot scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele apparaten en digitale verzendapparatuur.
Besparingsinstellingen ● Afdrukken met EconoMode ● Sluimermodus instellen ● Het sluimerschema instellen Afdrukken met EconoMode Dit product beschikt over de optie EconoMode, waarmee u conceptversies van documenten kunt afdrukken. Door EconoMode te gebruiken, verbruikt u minder toner. De afdrukkwaliteit kan in EconoMode echter minder zijn. HP raadt doorlopend gebruik van de EconoMode af.
3. Raak Sluimermodus/automatisch uitschakelen na aan om deze optie te selecteren. 4. Selecteer de juiste tijdspanne en raak dan de knop Opslaan aan. Het sluimerschema instellen OPMERKING: gebruiken. U moet eerst de datum- en tijdinstellingen configureren voordat u de functie Sluimerschema kunt 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: 3.
Functies voor productbeveiliging ● Veiligheidsinformatie ● IP Security ● Aanmelden op het apparaat ● Een systeemwachtwoord instellen ● Ondersteuning van codering: HP High Performance Secure Hard Disks Veiligheidsinformatie Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het apparaat te vereenvoudigen. Ga naar www.hp.
4. Voer in het veld Gebruikersnaam de naam in die u wilt koppelen aan het wachtwoord. 5. Voer in het vak Nieuw wachtwoord het wachtwoord in en doe dit opnieuw in het vak Wachtwoord bevestigen. OPMERKING: Als u een bestaand wachtwoord wilt wijzigen, moet u eerst het huidige wachtwoord invoeren in het veld Oud wachtwoord. 6. Klik op de knop Toepassen. Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats.
Software- en firmware-updates HP geeft regelmatig updates uit voor functies die beschikbaar zijn in de firmware van het apparaat. Update de productfirmware om gebruik te maken van de meest actuele functies. Download de meest recente firmwareupdate van internet: 96 ● In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ljflowMFPM830. Klik op Drivers & software. ● Buiten de VS gaat u naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Drivers & software.
9 Problemen oplossen ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Help-systeem op het bedieningspaneel ● Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer ● Het apparaat pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd ● Storingen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Beeldkwaliteit kopie verbeteren ● Beeldkwaliteit scan verbeteren ● Beeldkwaliteit fax verbeteren ● Problemen met bekabelde netwerken oplossen
De fabrieksinstellingen herstellen 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Algemene instellingen ● Fabrieksinstellingen terugzetten In een bevestigingsbericht wordt gemeld dat het uitvoeren van de herstelfunctie kan leiden tot gegevensverlies. Raak de knop Resetten aan om het proces te voltooien. OPMERKING: voltooid.
Help-systeem op het bedieningspaneel Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het Help-systeem door de knop Help in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer Cartridge bijna leeg: De printer geeft aan wanneer een tonercartridge vrijwel leeg is. De werkelijke resterende levensduur van een tonercartridge kan afwijken. Zorg dat u een vervangende tonercartridge heeft die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De tonercartridge hoeft nu nog niet te worden vervangen.
Wanneer de drempelwaarde Vrijwel leeg is bereikt, kan de printer faxberichten zonder onderbreking blijven afdrukken als u de optie Doorgaan voor de tonercartridge selecteert, maar de afdrukkwaliteit kan afnemen. Benodigdheden bestellen NLWW Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
Het apparaat pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd ● Het apparaat pakt geen papier op ● Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ● Het papier in de documentinvoer loopt vast of scheef of er worden meerdere vellen tegelijk doorgevoerd Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3.
NLWW ● Mogelijk zit er iets op het origineel, zoals een nietje of een zelfhechtend memoblaadje, dat moet worden verwijderd. ● Controleer of alle rollen goed zijn geplaatst en of de klep van de rollen in de documentinvoer gesloten is. ● Zorg dat de bovenste klep van de documentinvoer gesloten is. ● Misschien zijn de pagina's niet goed geplaatst. Leg de pagina's recht en stel de papiergeleiders in om de stapel te centreren.
Storingen verhelpen Autonavigatie voor het verhelpen van storingen De autonavigatiefunctie helpt u door middel van stapsgewijze instructies op het bedieningspaneel bij het verhelpen van storingen. Nadat u een stap hebt uitgevoerd, toont het apparaat instructies voor de volgende stap tot u alle stappen van de procedure hebt voltooid. Frequente of terugkerende papierstoringen? Probeer de volgende oplossingen om papierstoringen te voorkomen. 1.
Storingen verhelpen in de voorklep 1. Open de voorste klep. Controleer of de klep volledig is geopend. 2. Druk op de knop op de hendel en draai vervolgens de greep van de tonercartridge naar de onderste positie. 3. Trek de tonercartridge aan de handgreep uit het apparaat.
4. Draai de groene knop tegen de klok in en verwijder vervolgens het vastgelopen papier. 5. Houd de tonercartridge recht voor de sleuf en schuif de cartridge in het apparaat. De tonercartridge zal een beetje zakken wanneer deze op zijn plaats zit.
6. Druk op de knop op de hendel en draai vervolgens de greep van de tonercartridge naar de bovenste positie. 7. Sluit de voorklep.
Papierstoringen in lade 1 verhelpen 1. Als er vastgelopen papier zichtbaar is in lade 1, verhelpt u de storing door op de knop voor het verhelpen van storingen te drukken aan de onderkant van de lade en het papier er voorzichtig recht naar buiten te trekken. 2. Als u het papier niet kunt verwijderen of als in lade 1 geen vastgelopen papier zichtbaar is, opent u de rechterklep. 3.
4. Trek de hendel uit voor de klep voor toegang tot papierstoringen en til deze op om de klep te openen. 5. Trek het papier langzaam uit het oppakgedeelte.
6. Trek de hendel uit voor de klep voor toegang tot papierstoringen en laat deze zakken om de klep te sluiten. 7. Sluit de rechterklep.
Storingen verhelpen in de rechterklep 1. Open de rechterklep. 2. Als er in de klap vastgelopen papier zit, tilt u de klep voor toegang tot papierstoringen omhoog en trekt u het papier er voorzichtig recht uit. 3. Als er vastgelopen papier zichtbaar is aan de onderkant van de klep, trekt u het papier langzaam naar beneden.
4. Trek de hendel uit voor de klep voor toegang tot papierstoringen en til deze op om de klep te openen. 5. Trek het papier langzaam uit het oppakgedeelte.
6. Trek de hendel uit voor de klep voor toegang tot papierstoringen en laat deze zakken om de klep te sluiten. 7. Sluit de rechterklep.
Papierstoringen in lade 2 en 3 verhelpen OPMERKING: De procedure voor het verhelpen van storingen is voor lade 3 hetzelfde als voor lade 2. Hier wordt alleen lade 2 weergegeven. 1. Open de lade.
2. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. 3. Plaats lade terug en sluit deze.
Papierstoringen in lade 4 en 5 verhelpen 1. Open de rechter en linker lade. OPMERKING: U hoeft niet tegelijkertijd in beide laden papier te plaatsen. 2. Verwijder het papier uit de laden en gooi beschadigde vellen weg. 3. Druk boven de lade aan de rechterkant op de groene knop om de plaat voor toegang voor storingen los te maken.
4. Als er papier in het toevoergebied is vastgelopen, trek het papier omlaag om het te verwijderen. 5. Druk de plaat voor het verwijderen van vastgelopen nietjes onhoog om deze te sluiten. 6. Vul beide zijden van de lade met volledige papierstapels. De rechter zijde kan 1500 vel papier bevatten. De linker zijde kan 2000 vel papier bevatten. OPMERKING: Vul voor de beste resultaten met volledige papierstapels. Verdeel de riemen niet in kleinere delen.
7. Sluit de rechter en linker lade. 8. Open de storingstoegankgsklep aan de rechterkant van de kast van de lade voor hoge capaciteit.
9. Verwijder vastgelopen papier. 10. Sluit de storingstoegankgsklep aan de rechterkant van de kast van de lade voor hoge capaciteit. OPMERKING: Als er nadat de storing is verholpen een bericht verschijnt op het bedieningspaneel waarin staat dat de lade geen of te veel papier bevat, verwijdert u de lade en kijkt u of er achter de lade nog papier is achtergebleven.
Storingen in de duplexeenheid verhelpen 1. Trek aan de vergrendelingshandgreep aan de bovenkant van het afwerkaccessoire en schuif vervolgens de afwerkeenheid weg van het apparaat tot hij niet meer verdergaat. 2. Open de linkerklep. 3. Til de klep voor toegang tot storingen van de duplexer omhoog.
4. Verwijder voorzichtig vastgelopen of beschadigd papier uit dit gedeelte door het uit het apparaat te trekken. 5. Druk op de vergrendeling om de duplexmodule te ontgrendelen. 6. Trek de duplexer recht uit het apparaat totdat hij niet meer verdergaat.
7. Trek de eerste klep die toegang geeft tot het vastgelopen papier omhoog en verwijder vervolgens het papier. 8. Trek de tweede klep die toegang geeft tot het vastgelopen papier omhoog en verwijder vervolgens het papier. 9. Open de voorste klep.
10. Verwijder vastgelopen papier uit de opening onder het gebied van de tonercartridge. 11. Sluit de voorklep. 12. Schuif de duplexer in de sleuf totdat deze vastklikt.
13. Sluit de linkerklep. 14. Bevestig het afwerkaccessoire.
Papierstoringen verhelpen bij de linkerklep (fuserzone) WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik van het apparaat kan de fuser heet worden. 1. Til de vergrendelingshandgreep aan de bovenkant van het afwerkaccessoire omhoog en schuif vervolgens de afwerkeenheid weg van het apparaat totdat hij niet meer verdergaat. 2. Open de linkerklep van het apparaat.
3. Druk om de hendel op de duplexer te ontgrendelen. 4. Trek de duplexer recht uit het apparaat totdat hij niet meer verdergaat. 5. Open de klep voor toegang tot de papierstoring. WAARSCHUWING! Tijdens het gebruik van het apparaat kan de fuser heet worden.
6. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. 7. Schuif de duplexer in de sleuf totdat deze vastklikt.
8. Sluit de linkerklep. 9. Bevestig de afwerkeenheid.
Storingen verhelpen in de nietmachine/stapelaar ● Storingen verhelpen in de nietmachine/stapelaar ● Verbindingsstoringen verhelpen ● Storingen in nietmachine 1 verhelpen Storingen verhelpen in de nietmachine/stapelaar 1. Open de linkerbovenklep. 2. Til de klep voor toegang tot storingen van de uitvoersleuf omhoog en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
3. Verwijder papier uit het gebied van de linkerbovenklep. 4. Sluit de linkerbovenklep.
Verbindingsstoringen verhelpen 1. Trek aan de vergrendelingshandgreep aan de bovenkant van het afwerkaccessoire en schuif vervolgens de afwerkeenheid weg van het apparaat tot hij niet meer verdergaat. 2. Verwijder papier uit het gebied. 3. Bevestig het afwerkaccessoire.
Storingen in nietmachine 1 verhelpen 1. Til de klep voor toegang tot storingen van de uitvoersleuf omhoog en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. 2. Wacht drie seconden en open vervolgens de linkervoorklep. 3. Trek de nietcassette recht omhoog om deze te verwijderen.
4. Til de metalen hendel aan de voorkant van de nietcassette omhoog. 5. Verwijder vastgelopen nietjes uit de nietcassette. 6. Duw de metalen hendel aan de voorkant van de nietcassette omlaag.
7. Plaats de nietcassette. Duw de bovenkant van de nietcassette omlaag totdat deze op zijn plaats klikt. 8. Sluit de linkervoorklep.
Storingen verhelpen in de nietmachine/stapelaar met ponseenheid ● Storingen verhelpen in de linkerbovenklep van de nietmachine/stapelaar met ponseenheid ● Verbindingsstoringen verhelpen in de nietmachine/stapelaar met ponseenheid ● Storingen in nietmachine 1 verhelpen Storingen verhelpen in de linkerbovenklep van de nietmachine/stapelaar met ponseenheid 1. Open de linkervoorklep. 2. Open de linkerbovenklep.
3. Draai aan de knop om de pijlen uit te lijnen. 2 1 4. Til de ponseenheid omhoog. 5. Til de klep voor toegang tot storingen van de uitvoersleuf omhoog en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
6. Verwijder vastgelopen papier uit het gebied van de linkerbovenklep. 7. Sluit de ponseenheid. OPMERKING: Zorg ervoor dat de inkeping van de ponseenheid zich op de positie bevindt zoals weergegeven in de afbeelding.
8. Sluit de linkerbovenklep. 9. Sluit de linkervoorklep.
Verbindingsstoringen verhelpen in de nietmachine/stapelaar met ponseenheid 1. Trek aan de vergrendelingshandgreep aan de bovenkant van het afwerkaccessoire en schuif vervolgens de afwerkeenheid weg van het apparaat tot hij niet meer verdergaat. 2. Verwijder papier uit het gebied. 3. Open de linkervoorklep.
4. Open de linkerbovenklep. 5. Draai de knop om de pijlen uit te lijnen en trek vervolgens voorzichtig het vastgelopen papier uit het apparaat. 2 1 6. Indien u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen, tilt u de ponseenheid omhoog.
7. Verwijder het vastgelopen papier uit de onderkant van de ponseenheid. 8. Sluit de ponseenheid. OPMERKING: Zorg ervoor dat de pijl op de draaiknop van de ponseenheid zich op de positie bevindt zoals weergegeven in de afbeelding. 9. Sluit de linkerbovenklep.
10. Sluit de linkervoorklep. 11. Bevestig het afwerkaccessoire op het apparaat.
Storingen in nietmachine 1 verhelpen 1. Til de klep voor toegang tot storingen van de uitvoersleuf omhoog en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. 2. Wacht drie seconden en open vervolgens de linkervoorklep. 3. Trek de nietcassette recht omhoog om deze te verwijderen.
4. Til de metalen hendel aan de voorkant van de nietcassette omhoog. 5. Verwijder vastgelopen nietjes uit de nietcassette. 6. Duw de metalen hendel aan de voorkant van de nietcassette omlaag.
7. Plaats de nietcassette. Duw de bovenkant van de nietcassette omlaag totdat deze op zijn plaats klikt. 8. Sluit de linkervoorklep.
Storingen verhelpen in de brochuremaker ● Papierstoringen verhelpen in de linkervoorklep van de brochuremaker ● Verbindingsstoringen verhelpen ● Storingen in nietmachine 1 verhelpen ● Nietjesstoringen verhelpen in de brochuremaker Papierstoringen verhelpen in de linkervoorklep van de brochuremaker 1. Open de linkervoorklep. 2. Verplaats de onderste hendel voor het verhelpen van storingen naar rechts en verwijder vervolgens het vastgelopen papier. 3.
4. Verplaats de bovenste handgreep voor het verhelpen van storingen naar rechts en verwijder vervolgens het vastgelopen papier. 5. Verplaats de bovenste handgreep voor het verhelpen van storingen naar links. 6. Open de onderklep van de brochuremaker. 7. Draai de onderste draaiknop voor het verhelpen van storingen tegen de klok in.
8. Druk op de draaiknop voor het verhelpen van storingen en draai deze vervolgens met de klok mee. 9. Verwijder alle papier uit het gebied van de onderklep van de brochuremaker en sluit de klep. 10. Sluit de linkervoorklep.
Verbindingsstoringen verhelpen 1. Trek aan de vergrendelingshandgreep aan de bovenkant van het afwerkaccessoire en schuif vervolgens de afwerkeenheid weg van het apparaat tot hij niet meer verdergaat. 2. Verwijder papier uit het gebied. 3. Bevestig het afwerkaccessoire.
Storingen in nietmachine 1 verhelpen 1. Til de klep voor toegang tot storingen van de uitvoersleuf omhoog en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. 2. Wacht drie seconden en open vervolgens de linkervoorklep. 3. Trek de nietcassette recht omhoog om deze te verwijderen.
4. Til de metalen hendel aan de voorkant van de nietcassette omhoog. 5. Verwijder vastgelopen nietjes uit de nietcassette. 6. Duw de metalen hendel aan de voorkant van de nietcassette omlaag.
7. Plaats de nietcassette. Duw de bovenkant van de nietcassette omlaag totdat deze op zijn plaats klikt. 8. Sluit de linkervoorklep.
Nietjesstoringen verhelpen in de brochuremaker 1. Open de linkervoorklep. 2. Verplaats de handgreep van de onderste invoergeleider naar rechts en verwijder vervolgens het vastgelopen papier. 3. Verplaats de handgreep van de onderste invoergeleider naar links. 4. Pak de groene handgreep vast en trek de nietjeshouder naar buiten.
5. Trek de groene handgreep van de nietmachine naar u toe en draai deze omhoog. Duw de handgreep in om deze te vergrendelen in de open positie. 2 1 6. Pak de randen van elke nietcassette vast en trek deze stevig omhoog om ze uit de houder te trekken. 7. Druk op de knop voor het verhelpen van storingen aan de achterkant van de nietcassette, duw omhoog op de plaat aan de voorkant van de cassette en verwijder vervolgens de vastgelopen nietjes.
8. Druk op de voorkant van de nietcassette om deze te sluiten. 9. Plaats de nietcassettes. 10. Trek de hendel van de nietcassettehouder naar u toe en draai deze omlaag in de oorspronkelijke positie. Duw de hendel in om deze te vergrendelen.
11. Duw de rugnietjeshouder in. OPMERKING: Als de rugnietjeshouder niet gemakkelijk in de afwerkeenheid schuift, is de nietmachine niet correct gesloten. Trek de rugnietjeshouder uit de afwerkeenheid en plaats de nietmachine opnieuw. 12. Sluit de linkervoorklep.
Storingen verhelpen in de documentinvoer 1. Trek de vergrendeling omhoog om de klep van de documentinvoer te ontgrendelen. 2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Trek de klep omhoog die toegang geeft tot het vastgelopen papier, verwijder het papier en sluit de klep. Draai indien nodig het groene wiel aan de voorzijde van de documenttoevoer om vastgelopen papier te verwijderen.
4. Druk de klep naast de documentinvoerrollen aan om na te gaan deze goed dicht zit. 5. Til de invoerlade van de documentinvoer omhoog. 6. Duw tegen de twee uitsparingen die aan beide uiteinden van de e-Duplex-eenheid zitten.
7. Verwijder de e-Duplex-eenheid door deze naar buiten te trekken. 8. Verwijder vastgelopen papier. 9. Plaats de e-Duplex-eenheid terug door deze in het apparaat te laten glijden tot de eenheid op zijn plaats wordt vergrendeld.
10. Laat de documentinvoerlade zakken. 11. Sluit de klep van documentinvoer. OPMERKING: Zorg ervoor dat de geleiders in de documentinvoerlade stevig tegen het papier aanzitten. Verwijder alle nietjes en paperclips uit de originele documenten. OPMERKING: Originele documenten die zijn afgedrukt op zwaar, glanzend papier kunnen vaker vast te komen zitten dan originelen op gewoon papier.
De afdrukkwaliteit verbeteren ● Afdrukken vanuit een ander softwareprogramma ● De papiersoort voor de afdruktaak controleren ● Status van de tonercartridge controleren ● Een reinigingspagina afdrukken ● De tonercartridge visueel inspecteren ● Papier en afdrukomgeving controleren ● EconoMode-instellingen controleren ● Een andere printerdriver proberen ● De uitlijning van een afzonderlijke lade instellen Afdrukken vanuit een ander softwareprogramma Probeer af te drukken vanuit een ander soft
7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. 8. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. De instelling voor de papiersoort controleren (Mac OS X) 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat in het menu Printer. 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver.
Een reinigingspagina afdrukken Druk een reinigingspagina af om stof en overtollige toner uit de fuser te verwijderen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's. ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. Ga als volgt te werk om een reinigingspagina af te drukken. 1.
● Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen. ● Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt. ● Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor inkjetprinters. ● Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter afdrukresultaat.
5. ● Selecteer de optie FastRes 1200. ● Schakel het selectievakje EconoMode uit als u deze optie wilt uitschakelen. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
De uitlijning van een afzonderlijke lade instellen Verstel de uitlijning van afzonderlijke laden wanneer tekst of afbeeldingen niet goed gecentreerd of uitgelijnd op de afgedrukte pagina verschijnen. 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: ● Algemene instellingen ● Afdrukkwaliteit ● Afbeeldingsregistratie 3. Selecteer de lade die u wilt verstellen. 4.
Beeldkwaliteit kopie verbeteren ● Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ● De scanner kalibreren ● Papierinstellingen controleren ● De instellingen voor beeldaanpassing controleren ● Kopieerkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen ● Rand-tot-rand kopiëren ● De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten In de loop der tijd kunnen zich vuilrestjes v
3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat terechtkomen en het product beschadigen.
3. Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de lijst met opties. 4. Raak de knop OK aan om uw selectie op te slaan. De lade selecteren voor het maken van kopieën 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 2. Raak de knop Papierselectie aan. 3. Selecteer de lade waarin het papier dat u wilt gebruiken ligt en raak vervolgens de knop OK aan.
4. Raak de knop Opslaan aan. 5. Raak de knop Starten aan. De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen 1. De vergrendeling van de documentinvoer omhoogtrekken 2. Open de klep van de documentinvoer.
3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de rollerconstructie op zodat u de tweede roller kunt schoonmaken. 4. Sluit de klep van documentinvoer.
Beeldkwaliteit scan verbeteren ● Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ● Resolutie-instellingen controleren ● De instellingen voor beeldaanpassing controleren ● Scankwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen ● De instellingen voor de uitvoerkwaliteit controleren ● De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten In de loop der tijd kunnen zich vuilrestj
3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat terechtkomen en het product beschadigen.
6. Pas de schuifregelaars aan om het niveau voor Donkerheid, Contrast, Scherpte en Achtergrond opruimen in te stellen. Raak de knop Opslaan aan. 7. Raak de knop Starten aan. Scankwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen Optimaliseer de scantaak voor het type afbeelding dat u wilt scannen: tekst, afbeeldingen of foto's. 1.
De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen 1. De vergrendeling van de documentinvoer omhoogtrekken 2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de rollerconstructie op zodat u de tweede roller kunt schoonmaken. 4. Sluit de klep van documentinvoer.
Beeldkwaliteit fax verbeteren ● Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ● Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren ● De instellingen voor beeldaanpassing controleren ● Faxkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen ● De instellingen voor foutcorrectie controleren ● Naar een ander faxapparaat verzenden ● De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen ● Instelling voor aanpassen aan paginagrootte controler
2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen.
3. Raak de knop Resolutie aan. 4. Selecteer een van de gedefinieerde opties. Raak de knop Opslaan aan. 5. Raak de knop Starten aan. De instellingen voor beeldaanpassing controleren Pas deze aanvullende instellingen aan om de kwaliteit bij het verzenden van faxen te verbeteren. 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaardtaakopties 3.
3. ● Faxverzending instellen ● Algemene instellingen faxverzending Selecteer de optie Foutcorrectiemodus. Raak de knop Opslaan aan. Naar een ander faxapparaat verzenden Probeer de fax naar een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, heeft het probleem te maken met de instellingen van het faxapparaat van de ontvanger of met de status van de benodigdheden voor het faxapparaat van de ontvanger. De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen 1.
3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de rollerconstructie op zodat u de tweede roller kunt schoonmaken. 4. Sluit de klep van documentinvoer.
Problemen met bekabelde netwerken oplossen Controleer de volgende items om na te gaan of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het IP-adres van het apparaat op deze pagina.
a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren, typ vervolgens cmd en druk op Enter. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat. In Mac: open het netwerkhulpprogramma en typ het IP-adres in het juiste veld in het paneel Ping. c. 2. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Faxproblemen oplossen ● Controlelijst voor het oplossen van faxproblemen ● Algemene faxproblemen Controlelijst voor het oplossen van faxproblemen Gebruik de onderstaande controlelijst om de oorzaak van faxproblemen te bepalen: ● Gebruikt u het faxsnoer dat bij de faxmodule is geleverd? Deze faxmodule is met het bijgeleverde faxsnoer getest en voldoet met gebruik van dit snoer aan de RJ11-specificaties en functionele eisen. Gebruik geen ander faxsnoer.
Gebruikt u een berichtenservice van het telefoonbedrijf of een antwoordapparaat? Als de instelling voor het aantal beltonen voor de berichtenservice lager is dan voor de faxmodule, beantwoordt de berichtenservice de oproep en kan de faxmodule geen faxberichten ontvangen. Als de instelling voor het aantal beltonen voor de faxmodule lager is dan voor de berichtenservice, worden alle oproepen door de faxmodule beantwoord.
Beschadigd/Aan/Uit1 1 NLWW Er heeft zich een fout in de faxmodule voorgedaan. Plaats de faxmodulekaart opnieuw en controleer of de pinnetjes niet verbogen zijn. Vervang de faxmodulekaart als de status BESCHADIGD blijft. AAN geeft aan dat de analoge faxmodule is ingeschakeld. UIT geeft aan dat de LAN-fax is ingeschakeld (en de analoge fax is uitgeschakeld).
Algemene faxproblemen Hieronder volgen enkele veelvoorkomende faxproblemen. De fax kan niet worden verzonden JBIG is ingeschakeld, maar het faxapparaat van de ontvanger heeft geen JBIG. Schakel de instelling voor JBIG uit. Er wordt een statusbericht voor onvoldoende geheugen op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven De schijf van het product is vol. Verwijder een aantal opgeslagen taken uit het geheugen. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Ophalen uit apparaatgeheugen aan.
Eén faxpagina wordt afgedrukt over twee pagina's Doordat de faxkopregel wordt ingevoegd aan de bovenzijde van de fax wordt de tekst aan de onderzijde verschoven naar een tweede pagina. Als u wilt dat de fax op één pagina wordt afgedrukt, stelt u voor de overlay-kopregel de overlay-modus in of past u de instelling Aanpassen aan pagina aan. Het document blijft tijdens het faxen in de documentinvoer steken Er is een storing in de documentinvoer. Verhelp de storing en verzend de fax opnieuw.
188 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen NLWW
Index A aanmelden bedieningspaneel 94 aanmeldknop locatie 7 aansluitmogelijkheid (HIP) locatie 4 aantal exemplaren, wijzigen 58 aan-uitknop locatie 4 accessoires bestellen 30 onderdeelnummer 32 adresboeken, e-mail ontvangerslijsten 76 ontvangerslijsten, maken 74 afbeeldingsdrum locatie 33 afdrukken opgeslagen taken 53 vanaf USB-opslagaccessoires 56 afdrukken op beide zijden instellingen (Windows) 39 afdrukmateriaal plaatsen in lade 1 17 afmeldknop locatie 7 AirPrint 54 artikelnummers bestellen 30 B bakken,
e-mailfunctie inschakelen 64 energieverbruik, optimaliseren 92 enveloppen afdrukstand 19 plaatsen in lade 1 17 ethernetpoort (RJ-45) locatie 7 etiketten afdrukken (Windows) 45 Explorer, ondersteunde versies geïntegreerde webserver van HP 88 F fax instelwizard 80, 81 invoerproblemen 186 vereiste instellingen 80, 81 faxafbeeldingen optimaliseren 178 faxen optimaliseren voor tekst of afbeeldingen 178 faxpoort locatie 7 FIH-poort (foreign interface harness) locatie 7 firmware update Mac 90 foreign interface ha
marges, klein kopiëren 169 meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac) 49 afdrukken (Windows) 43 mobiele afdrukoplossingen 2 modelnummer locatie 6 N Netscape Navigator, ondersteunde versies geïntegreerde webserver van HP 88 netwerken HP Web Jetadmin 91 ondersteund 2 netwerkknop locatie 7 netwerkmap, scannen naar 68 nietcassettes onderdeelnummers 30 nieten standaardlocatie instellen 27 niet geconfigureerd 80, 81 nietmachine de standaard nietlocatie instellen 27 locatie 10 nietmachine/stapelaar bovenklep, locat
scannen naar e-mail adresboeken 74, 76 ontvangerslijsten 76 scannen naar e‑mail documenten verzenden 71 scannen naar map 68 scanner glasplaat reinigen 167, 172, 176 kalibreren 168 serienummer locatie 6 sluimerknop locatie 7 snelheid, optimaliseren 92 software HP Utility 89 speciaal papier afdrukken (Windows) 45 stapelaar nietstoringen 132, 143, 150 startknop locatie 7 status HP Utility, Mac 89 status, pagina faxmodule 184 status tonercartridge 162 status van apparaat 7 stopknop locatie 7 storingen autonavig