LASERJET PRO 400 Gebruikershandleiding M401
HP LaserJet Pro 400 M401 Printer serie Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © 2014 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ........................................................................................................................... 1 Productaanzichten .................................................................................................................... 2 Vooraanzicht van apparaat ........................................................................................ 2 Achteraanzicht van apparaat .............................................................................
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) ................................................................... 26 Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak ............................................................ 26 De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten ................................................................................................................. 26 De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen .............
Afdrukken van archiefkwaliteit maken (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) ...................................................................................................... 51 HP ePrint gebruiken ................................................................................................................ 52 HP ePrint instellen (LCD-bedieningspaneel) ................................................................. 52 HP ePrint instellen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) .....
Uitschakelvertraging instellen (LCD-bedieningspaneel) ................................... 72 Uitschakelvertraging instellen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) ....................................................................................... 73 Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt ............ 74 De instellingen voor Bij zeer laag niveau in- of uitschakelen (LCD-bedieningspaneel) .......
54.XX Fout Schakel uit/in .......................................................................... 90 55.X Fout Schakel uit/in ........................................................................... 91 57 Ventil.-fout Schakel uit/in ..................................................................... 91 59.X Fout Schakel uit/in ........................................................................... 91 79 Fout Schakel uit/in .........................................................................
Vastgelopen papier uit optionele lade 3 verwijderen ................................................. 105 Storingen in de uitvoerbak verhelpen ....................................................................... 106 Storingen in het duplexergebied verhelpen ............................................................... 106 Storingen in het fusergebied verhelpen .................................................................... 107 De afdrukkwaliteit verbeteren .........................................
Controlelijst draadloze verbinding ........................................................................... 123 Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze configuratie .......................................................................................................... 123 Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd ........................................................................................
x NLWW
1 NLWW Inleiding ● Productaanzichten ● Apparaatrapporten afdrukken ● Disclaimer voor printer delen 1
Productaanzichten Vooraanzicht van apparaat 2 1 Uitvoerbak 2 Lade 1 3 Aan/uit-knop 4 Lade 2 5 USB-poort voor direct afdrukken (alleen HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer) 6 Hendel tonercartridgeklep 7 LCD-bedieningspaneel of bedieningspaneel uitgevoerd als kleuren-aanraakscherm (alleen HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer) Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW
Achteraanzicht van apparaat 1 Snelle USB 2.0-poort 2 Netwerkpoort (alle modellen behalve HP LaserJet Pro 400 M401a Printer en HP LaserJet Pro 400 M401d Printer) 3 Voedingsaansluiting 4 Sleuf voor kabelslot 5 Vergrendeling van achterklep voor toegang bij storing Locatie van serienummer en modelnummer Het etiket met het serienummer en het productmodelnummer bevindt zich aan de achterzijde van het product.
Layout bedieningspaneel Bedieningspaneel LCD 1 Display van het bedieningspaneel: Het display verschaft informatie over het apparaat. Gebruik de menu's op het display om apparaatinstellingen vast te leggen. 2 Waarschuwing-lampje (oranje): het Waarschuwing-lampje knippert als tussenkomst van de gebruiker vereist is. 3 Klaar-lampje (groen): het Klaar-lampje brandt als het apparaat gereed is om af te drukken.
9 Knop Instellingen 10 LED-lampje: Dit lampje werkt niet op dit product. : Deze knop geeft snelle toegang tot het Instellingen-menu. Bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm OPMERKING: Het bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm is beschikbaar op het HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer- en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer-model. 1 Draadloos-lampje: geeft aan dat het draadloze netwerk is ingeschakeld.
9 Pijl naar links en lampje: beweegt de cursor naar links OPMERKING: deze knop gaat alleen branden als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt.
Beginscherm aanraakscherm OPMERKING: Het bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm is beschikbaar op het HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer-model en het HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer-model. Het beginscherm biedt toegang tot apparaatfuncties en geeft de huidige apparaatstatus weer. OPMERKING: Afhankelijk van de apparaatconfiguratie kunnen de beschikbare functies op het beginscherm variëren. Bij sommige talen heeft het scherm mogelijk ook een andere indeling.
Apparaatrapporten afdrukken In het geheugen van het apparaat zijn apparaatrapporten opgeslagen. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met het product onderzoeken en oplossen. OPMERKING: Als de taal op het apparaat tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal handmatig instellen zodat de informatiepagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt. Wijzig de taal met behulp van het menu Systeeminstellingen op het bedieningspaneel of met behulp van de geïntegreerde webserver.
Productrapporten afdrukken vanaf een LCD-bedieningspaneel 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2. Open het menu Rapporten. 3. Selecteer het rapport dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop OK om het rapport af te drukken. Productreapporten afdrukken vanaf een bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Raak de knop Rapporten aan. 3. Ga naar het rapport dat u wilt afdrukken.
10 Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW
2 NLWW Papierlade ● Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten ● Materiaal in de invoerlade plaatsen 11
Ondersteunde papierformaten Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en past zich aan verschillende materialen aan. OPMERKING: Selecteer voor de beste resultaten voordat u gaat afdrukken het juiste papierformaat en het papiertype in de printerdriver.
Tabel 2-1 Ondersteunde formaten voor papier en ander afdrukmateriaal (vervolg) Formaat en afmetingen Lade 1 Lade 2 Optionele lade 3 voor 500 vel Duplexer (alleen duplexmodellen) Commerciële #10-envelop 105 x 241 mm Envelop B5 ISO 176 x 250 mm Envelop C5 ISO 162 x 229 mm Envelop DL ISO 110 x 220 mm Monarch-envelop 98 x 191 mm Aangepast 76 x 127 mm t/m 216 x 356 mm NLWW Ondersteunde papierformaten 13
Ondersteunde papiersoorten Ga naar www.hp.com/support/ljm401series voor een compleet overzicht van specifieke HPpapiersoorten die dit apparaat ondersteunt.
Materiaal in de invoerlade plaatsen Lade 1 vullen 1. Open lade 1 en trek de ladeverlenging uit het product. 2. Trek bij lang papier de verlening uit om het papier in de lade te houden.
3. Plaats één vel papier in lade 1 en schuif de papiergeleiders tegen het vel. 4. Schuif de papierstapel zo ver mogelijk in de lade. Lade 2 vullen 1. 16 Trek de lade uit het apparaat.
2. Schuif de geleiders voor papierlengte en -breedte door de blauwe tabs naar buiten te duwen. 3. Om papier van het formaat Legal te laden, kunt u de lade verlengen door de ontkoppelknop aan de achterkant van de lade naar binnen te drukken en de achterzijde van de lade naar buiten te trekken. OPMERKING: Als de lade is gevuld met papier van Legal-formaat, steekt deze ongeveer 70 mm uit vanaf de achterzijde van het apparaat. 4.
5. Duw het papier naar beneden om ervoor te zorgen dat de stapel zich onder de lipjes (aan de rechterkant en achterkant van de lade) bevindt die de maximale hoogte aangeven. 6. Schuif de lade terug in het apparaat. Optionele lade 3 plaatsen 1. 18 Trek de lade uit het apparaat.
2. Schuif de geleiders voor papierlengte en -breedte door de blauwe tabs naar buiten te duwen. 3. Om papier van het formaat Legal te laden, kunt u de lade verlengen door de ontkoppelknop aan de achterkant van de lade naar binnen te drukken en de achterzijde van de lade naar buiten te trekken. OPMERKING: Als de lade is gevuld met papier van Legal-formaat, steekt deze ongeveer 70 mm uit vanaf de achterzijde van het apparaat. 4.
20 5. Duw het papier naar beneden om ervoor te zorgen dat de stapel zich onder de lipjes (aan de achterzijde van de lade) bevindt die de maximale hoogte aangeven. 6. Schuif de lade terug in het apparaat.
3 NLWW Afdrukken ● Ondersteunde printerstuurprogramma's (Windows) ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) ● Afdruktaken voor Windows ● Afdruktaken voor Mac OS X ● Geavanceerde afdruktaken (Windows) ● Aanvullende afdruktaken (Mac OS X) ● Afdrukken van archiefkwaliteit maken ● HP ePrint gebruiken ● AirPrint gebruiken ● Direct afdrukken via USB 21
Ondersteunde printerstuurprogramma's (Windows) Printerdrivers bieden toegang tot de functies van een product en geven de computer toestemming om met het product te communiceren (via een printertaal). Zie de installatie-instructies en de Leesmijbestanden op de cd-rom van het product voor extra software en talen.
NLWW ● Biedt over het geheel genomen de beste snelheid, afdrukkwaliteit en ondersteuning voor de functies van het product voor de meeste gebruikers ● Ontwikkeld voor samenwerking met de Windows Graphic Device Interface (GDI) voor de beste snelheid in Windows-omgevingen ● Mogelijk niet volledig compatibel met software van derden en aangepaste software op basis van PCL 5 Ondersteunde printerstuurprogramma's (Windows) 23
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Windows) Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt. ● Dialoogvenster Pagina-instelling.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de klassieke weergave van het menu Start): klik op Start, Instellingen en vervolgens op Printers.
Instellingen van de afdruktaak wijzigen (Mac OS X) Prioriteit voor wijzigen instellingen afdruktaak Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht: OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen NLWW 1. op het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op het Klik in het menu Apple pictogram Afdrukken en faxen. 2. Selecteer het apparaat aan de linkerzijde van het scherm. 3. Klik op de knop Opties en benodigdheden. 4. Klik op het tabblad Driver. 5. Configureer de geïnstalleerde opties.
Afdruktaken voor Windows Een afdruksnelkoppeling gebruiken (Windows) 1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik vervolgens op de knop OK. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd.
Een afdruksnelkoppeling maken (Windows) 1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast.
5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling. OPMERKING: U kunt de afdrukopties op elk tabblad van de printerdriver selecteren. Nadat u opties hebt geselecteerd op een ander tabblad, dient u terug te keren naar het tabblad Snelkoppelingen voordat u verdergaat met de volgende stap. 30 6. Klik op de knop Opslaan als. 7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken met Windows OPMERKING: Dit gedeelte is alleen van toepassing op de modellen HP LaserJet Pro 400 M401d Printer, HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer. 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op de knop OK om de taak af te drukken. Handmatig dubbelzijdig afdrukken met Windows OPMERKING: Dit gedeelte is met name van toepassing op de model HP LaserJet Pro 400 M401a Printer en HP LaserJet Pro 400 M401n Printer.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken.
5. Verwijder de afgedrukte stapel uit de uitvoerlade en plaats deze in lade 1 in dezelfde houding met de afgedrukte zijde omlaag en de bovenkant van de pagina's naar het product toe. 6. Druk op het bedieningspaneel op OK om de tweede zijde van de taak af te drukken. Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows 34 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting.
De afdrukrichting selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer in het gedeelte Afdrukrichting de optie Staand of Liggend. Als u de pagina omgekeerd wilt afdrukken, selecteert u de optie 180 graden draaien.
De papiersoort selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer....
5. Selecteer de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt. 6. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) 1. 38 Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Schakel het item Pagina's op ander papier afdrukken in en klik op Instellingen om de benodigde instellingen voor de voorpagina, andere pagina's en achterpagina te selecteren.
De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat (Windows) 40 1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst.
Een brochure maken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
42 4. Klik op het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken of Dubbelzijdig afdrukken. 5. Selecteer een inbindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out. De optie Pagina's per vel verandert automatisch in 2 pagina's per vel.
Afdruktaken voor Mac OS X Een afdrukvoorinstelling gebruiken (Mac OS X) 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Selecteer in het menu Voorinstellingen de voorinstelling voor afdrukken. 4. Klik op de knop Afdrukken. OPMERKING: Selecteer de optie standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Mac OS X) OPMERKING: Dit gedeelte is met name van toepassing op de model HP LaserJet Pro 400 M401a Printer en HP LaserJet Pro 400 M401n Printer. De modellen HP LaserJet Pro 400 M401d Printer, HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer kunnen echter ook handmatige dubbelzijde afdruktaken uitvoeren als het papier niet wordt ondersteund door automatisch dubbelzijdig afdrukken, of als de duplex-eeneheid is uitgeschakeld. 44 1.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (Mac OS X) 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Lay-out. 4. Selecteer in het menu Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16). 5. Selecteer in het gebied Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel. 6. Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken. 7.
4. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 5. Klik op de knop Afdrukken. Een voorblad afdrukken (Mac OS X) 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer dit apparaat in het menu Printer. 3. Open het menu Voorblad en selecteer waar u het voorblad wilt afdrukken. Klik op de knop Voor document of Na document. 4. Selecteer in het menu Type voorblad het bericht dat u op het voorblad wilt afdrukken.
Geavanceerde afdruktaken (Windows) Een afdruktaak annuleren (Windows) 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op het OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2.
5. Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op. ● De breedte is de korte zijde van het papier. ● De lengte is de lange zijde van het papier. OPMERKING: 6. Plaats het papier altijd met de korte zijde naar voren in de laden. Klik op de knop Opslaan en dan op de knop Sluiten. Watermerken afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdruk optie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3.
Aanvullende afdruktaken (Mac OS X) Een afdruktaak annuleren (Mac OS X) 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op het OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan één afdruktaak in de wachtrij staat, kunt u op de knop Annuleren drukken om de afdruktaak te wissen die op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2.
50 4. Schakel het selectievakje Watermerk in. 5. Gebruik onder het selectievakje de vervolgkeuzemenu's om de verschillende watermerkelementen in te stellen. 6. Klik op de knop Afdrukken.
Afdrukken van archiefkwaliteit maken Met archiefafdrukken wordt uitvoer geproduceerd die minder vatbaar is voor tonervegen en stofdeeltjes. Gebruik archiefafdrukken om documenten te maken die u wilt bewaren of archiveren OPMERKING: Afdrukken met archiefkwaliteit wordt gedaan door de temperatuur van de fuser te verhogen. Vanwege de hogere temperaturen wordt er op halve snelheid afgedrukt om schade te voorkomen. Afdrukken van archiefkwaliteit maken (LCD-bedieningspaneel) 1.
HP ePrint gebruiken Gebruik HP ePrint om documenten af te drukken door ze als e-mailbijlage vanaf een willekeurig apparaat met een e-mailfunctie naar het e-mailadres van het apparaat te sturen. OPMERKING: Het apparaat moet op een bekabeld of draadloos netwerk zijn aangesloten en over een internetverbinding beschikken om HP ePrint te gebruiken. HP ePrint is niet beschikbaar met de HP LaserJet Pro 400 M401d Printer HP ePrint instellen (LCD-bedieningspaneel) 1.
HP ePrint instellen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) 1. Om HP ePrint te gebruiken, moet u eerst HP-webservices inschakelen. a. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Webservices b. Raak de knop Webservices inschakelen aan. aan. 2. Raak in het menu HP Webservices de knop E-mailadres tonen aan om het e-mailadres van het apparaat op het bedieningspaneel weer te geven. 3.
AirPrint gebruiken Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund op iOS 4.2 en later. Gebruik AirPrint om direct op het apparaat af te drukken vanaf een iPad (iOS 4.2), iPhone (3GS of later), of iPod touch (derde generatie of later) in de volgende toepassingen: ● Mail ● Foto's ● Safari ● Selecteer externe toepassingen. Om AirPrint te kunnen gebruiken, moet het product zijn verbonden met een netwerk via een directe draadloze verbinding.
Direct afdrukken via USB Met de modellen HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer kunt u vanaf een USB-flashstation afdrukken. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder de bestanden via de computer te verzenden. Deze producten hebben USB-poort aan de voorzijde van het apparaat die geschikt is voor standaard USB-opslagaccessoires. U kunt de volgende bestandstypen afdrukken: ● PDF ● JPEG 1. Plaats het USB-station in de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. 2.
56 4. Om foto's af te drukken, raakt u het scherm Foto's bekijken en afdr. aan en vervolgens de voorbeeldweergave van elke foto die u wilt afdrukken. Raak de knop Klaar aan. Raak het overzichtsscherm aan zodra dit wordt geopend om de instellingen desgewenst aan te passen. Raak de knop Afdrukken aan om de foto's af te drukken. 5. Haal de afgedrukte taak op uit de uitvoerbak en verwijder het USB-station.
4 NLWW Beheer en onderhoud ● De HP Reconfiguration Utility gebruiken om de apparaatverbinding te wijzigen ● HP Wireless Direct-afdrukken instellen ● Toepassingen van HP Webservices gebruiken ● IP-netwerkinstellingen configureren ● HP Device Toolbox (Windows) ● HP Utility voor Mac OS X ● HP Web Jetadmin ● Beveiligingsfuncties van het apparaat ● Energiezuinige instellingen ● Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt ● Toebehoren bewaren en
De HP Reconfiguration Utility gebruiken om de apparaatverbinding te wijzigen Indien u het apparaat niet hoeft te gebruiken en u de manier waarop het is aangesloten wilt wijzigen, kunt u de HP Reconfiguration Utility gebruiken om de verbinding in te stellen. Zo kunt u bijvoorbeeld het apparaat opnieuw configureren om een ander draadloos adres te gebruiken, verbinding te maken met een bekabeld of een draadloos netwerk of over te schakelen van een netwerkverbinding naar een USB-verbinding.
HP Wireless Direct-afdrukken instellen OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar op draadloze modellen. De functie HP Wireless Direct-afdrukken maakt het mogelijk om vanaf een draadloos mobiel apparaat direct op een HP Wireless Direct-product af te drukken zonder eerst verbinding te maken met een bestaand netwerk of met internet.
Toepassingen van HP Webservices gebruiken Er zijn verschillende innovatieve toepassingen beschikbaar voor dit apparaat, die u rechtstreeks van internet kunt downloaden. Voor meer informatie en om deze toepassingen te downloaden gaat u naar de HP ePrintCenter-website op www.hpeprintcenter.com. Als u deze functie wilt gebruiken, dient het apparaat te zijn aangesloten op een computer of netwerk met internetverbinding. HP-webservices dient te zijn ingeschakeld op het apparaat.
IP-netwerkinstellingen configureren Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen Gebruik de HP Device Toolbox om IP-configuratie-instellingen te bekijken of te wijzigen. 1. Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres. ● Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende indeling: xxx.xxx.xxx.xxx ● Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en cijfers. De indeling is als volgt: xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 2.
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) Met de menu's van het bedieningspaneel kunt u handmatig een IPv4-adres, subnetmasker en standaardgateway instellen. 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Ga naar het menu Netwerkinstellingen en raak dit aan. 3. Raak het menu TCP/IP-config. aan en raak vervolgens de knop Handmatig aan. 4.
Instellingen verbindingssnelheid en duplexwerking OPMERKING: Deze informatie geldt alleen voor ethernetnetwerken, niet voor draadloze netwerken. De linksnelheid en communicatiemodus van de afdrukserver moeten overeenkomen met die van de netwerkhub. Voor de meeste situaties laat u de printer in de automatische modus staan. Als u onjuiste instellingen opgeeft voor de koppelingssnelheid en duplex, kan het apparaat mogelijk niet meer communiceren met andere netwerkapparaten.
4. 5. 64 Selecteer een van de volgende opties. Instelling Omschrijving Automatisch De afdrukserver zorgt zelf automatisch voor configuratie met de hoogste verbindingssnelheid en communicatiemodus die op het netwerk zijn toegestaan. 10T Vol 10 Mbps, volledige duplexwerking. 10T Half 10 megabytes per seconde (Mbps), half-duplexwerking 100TX Vol 100 Mbps, volledige duplexwerking. 100TX Half 100 Mbps, half-duplexwerking. Raak de knop OK aan. Het apparaat wordt uit- en weer ingeschakeld.
HP Device Toolbox (Windows) Gebruik de HP Device Toolbox voor Windows om apparaatinstellingen van uw computer weer te geven of te wijzigen. Met dit hulpmiddel opent u de geïntegreerde webserver van HP. OPMERKING: Dit hulpprogramma is alleen beschikbaar als u tijdens de installatie van het apparaat een volledige installatie hebt uitgevoerd. 1. Klik op de knop Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik op de HP productgroep en vervolgens op het item HP Device Toolbox.
Tabblad of gebied Omschrijving Tabblad Afdrukken ● Hiermee kunt u standaardafdrukinstellingen wijzigen vanaf uw computer. Afdrukken: Hier kunt u de standaardafdrukinstellingen van het product wijzigen, zoals het aantal exemplaren en de afdrukstand. Deze opties zijn tevens beschikbaar op het bedieningspaneel. ● PCL5c: Hier kunt u de PCL5c-instellingen weergeven en wijzigen. ● PostScript: De functie Print PS-fouten in- of uitschakelen.
HP Utility voor Mac OS X Gebruik de HP Utility voor Mac OS X om apparaatinstellingen weer te geven of te wijzigen vanaf uw computer. Met dit hulpmiddel opent u de geïntegreerde webserver van HP. U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het apparaat beschikt over een USB-kabel of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen ▲ Klik in het dock op HP Utility. -ofKlik bij Programma's op Hewlett Packard en vervolgens op HP Utility.
HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een bekroonde, toonaangevende tool voor het efficiënt beheren van een groot scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele apparaten en digitale verzendapparatuur.
Beveiligingsfuncties van het apparaat Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het apparaat te vereenvoudigen. Ga naar www.hp.com/go/secureprinting voor gedetailleerde informatie over de beveiligde beeldbewerkings- en afdrukoplossingen van HP. Op deze website vindt u koppelingen naar witboeken en documenten met veelgestelde vragen over beveiligingsfuncties.
70 4. Typ het nieuwe wachtwoord in het vak Nieuw wachtwoord en het vak Controleer het wachtwoord. 5. Klik onder aan het venster op de knop Toepassen om het wachtwoord op te slaan.
Energiezuinige instellingen Afdrukken met EconoMode Dit product beschikt over de optie EconoMode, waarmee u conceptversies van documenten kunt afdrukken. Met de EconoMode gebruikt u minder inkt en verlaagt u de kosten per pagina. De afdrukkwaliteit kan in EconoMode echter minder zijn. HP raadt het doorlopende gebruik van EconoMode af. Als de EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de tonercartridge.
Sluimervertraging instellen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Open de volgende menu's: 3. ● Systeeminstellingen ● Energie-instellingen ● Vertraging sluimermodus aan. Selecteer de tijd voor de sluimervertraging. OPMERKING: De standaardinstelling is 15 minuten. Uitschakelvertraging instellen Uitschakelvertraging instellen (LCD-bedieningspaneel) 1.
Uitschakelvertraging instellen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Open de volgende menu's: 3. ● Systeeminstellingen ● Energie-instellingen ● Autom. uitschakelen ● Vertraging in automatisch uitschakelen Selecteer de tijd voor de uitschakelvertraging. OPMERKING: 4. aan. De standaardinstelling is 30 minuten.
Afdrukken wanneer een tonercartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt Zwart bijna leeg: Het apparaat geeft aan wanneer een tonercartridge vrijwel leeg is. De werkelijke resterende levensduur van een tonercartridge kan afwijken. Zorg dat u een vervangende tonercartridge heeft die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De tonercartridge hoeft nu nog niet te worden vervangen. Zwart zeer laag: Het apparaat geeft aan wanneer de tonercartridge bijna leeg is.
Zodra een tonercartridge van HP de status Vrijwel leeg heeft, is de Premium Protection Warranty van HP niet langer van toepassing op deze tonercartridge. De instellingen voor Bij zeer laag niveau in- of uitschakelen (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) U kunt de standaardinstellingen op elk gewenst moment in- of uitschakelen en u hoeft deze niet opnieuw in te schakelen wanneer u een nieuwe tonercartridge installeert. 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2.
Toebehoren bewaren en recyclen Recycling Om de gebruikte HP tonercartridge te recyclen, plaatst u deze in de doos waarin u de nieuwe cartridge heeft ontvangen. Stuur het gebruikte onderdeel met het bijgesloten retouretiket naar HP voor recycling. Voor informatie over hergebruik raadpleegt u de gids voor hergebruik die bij elk nieuw onderdeel van HP wordt geleverd. Tonercartridges bewaren Verwijder de tonercartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken.
Instructies voor vervanging De tonercartridge vervangen Wanneer het einde van de levensduur van een tonercartridge nadert, wordt u gevraagd een vervangende cartridge te bestellen. U kunt met de huidige cartridge blijven afdrukken totdat de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is, zelfs na het opnieuw verdelen van de toner. 1. Open de tonercartridgeklep en verwijder de tonercartridge. 2. Neem de nieuwe tonercartridge uit de zak. Plaats de gebruikte tonercartridge in de zak voor recycling.
3. Pak beide uiteinden van de tonercartridge vast en verdeel de toner in de cartridge door voorzichtig heen en weer te schudden. VOORZICHTIG: Raak de sluiter en het oppervlak van de rol niet aan. 4. 78 Buig het lipje aan de linkerkant van de cartridge totdat het loskomt. Trek aan het lipje tot alle tape van de cartridge is verwijderd. Het lipje en de tape zijn geschikt voor recycling. Bewaar deze dus in de verpakking van de cartridge.
5. Lijn de tonercartridge uit met de sporen in het apparaat, plaats de tonercartridge zodat deze stevig vastzit en sluit dan de tonercartridgeklep. 6. De installatie is nu voltooid. Plaats de gebruikte tondercartridge in de verpakking waarin de nieuwe tonercartridge is geleverd. Raadpleeg de bijgesloten recyclinggids voor instructies over recycling.
Geheugen Een product heeft een geheugenpaneel waarin de volgende geheugenmodules voor lettertypes en streepjescodes kunnen worden geplaatst. Hewlett-Packard verkoopt deze producten niet. 80 ● BarDIMM Pro, Jetmobile ● MicrDIMM Pro, Jetmobile ● TypeHaus-oplossingen voor lettertypen en streepjescodes, TypeHaus, Inc. ● Aziatische lettertypen, JITCO, Ltd.
De firmware bijwerken HP biedt periodieke upgrades voor de firmware van het apparaat. U kunt deze firmware-updates handmatig uploaden, maar u kunt het apparaat ook zo instellen dat firmware-updates automatisch worden geladen. Firmware handmatig bijwerken (LCD-bedieningspaneel) 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop OK om de menu's te openen. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Service ● LaserJet Update ● Nu controleren op updates Selecteer de optie Ja en druk vervolgens op de knop OK.
3. ● Updates beheren ● Vragen voor installatie Selecteer de optie Automatisch installeren en druk op de knop OK. Apparaat instellen om firmware automatisch bij te werken (bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm) OPMERKING: Dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 400 M401d Printer. 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Open de volgende menu's: 3.
5 NLWW Problemen oplossen ● Controlelijst voor het oplossen van problemen ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Help-systeem op het bedieningspaneel ● Berichten op het bedieningspaneel ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Storingen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Het apparaat drukt niet of langzaam af ● Problemen met direct afdrukken via USB oplossen ● Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen ● Problemen met bekabelde netwerken oplossen ● Problem
Controlelijst voor het oplossen van problemen Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het apparaat probeert op te lossen.
4. ● Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist functioneert. ● Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak signaal of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen. Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met het apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem veroorzaakt.
Stap 8: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden 86 1. Probeer de afdruktaak uit te voeren vanaf een andere computer waarop de apparaatsoftware is geïnstalleerd. 2. Controleer de verbinding van de USB- of netwerkkabel. Leid het product om naar de juiste poort of installeer de software opnieuw, waarbij u de nieuwe aansluitmethode selecteert. 3. Als de afdrukkwaliteit onacceptabel is, controleer dan of de afdrukinstellingen correct zijn voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt.
De fabrieksinstellingen herstellen Als u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle apparaat- en netwerkinstellingen weer op de fabriekswaarden ingesteld. De paginateller, het ladeformaat en de taal worden niet opnieuw ingesteld. Volg onderstaande stappen om de fabrieksinstellingen van het apparaat te herstellen. VOORZICHTIG: Wanneer u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle instellingen gewijzigd in de standaardwaarden. Ook worden in het geheugen opgeslagen pagina's verwijderd.
Help-systeem op het bedieningspaneel De modellen HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer hebben een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het Help-systeem door de knop Help in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
Berichten op het bedieningspaneel Soorten berichten op het bedieningspaneel De berichten op het bedieningspaneel geven de huidige status van het apparaat weer en signaleren situaties waarin actie ondernomen moet worden. Er worden tijdelijk signaal- en waarschuwingsberichten weergegeven. Mogelijk moet u deze bevestigen door op de knop OK te drukken om verder te kunnen gaan, of moet u op de knop Annuleren drukken om de taak te annuleren.
Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. 50.x Fuserfout Schakel uit/in Omschrijving Er is een fout bij de fuser opgetreden. Aanbevolen actie Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het product wordt geïnitialiseerd. Schakel het product uit, wacht ten minste 25 minuten en schakel het product weer in. Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact.
55.X Fout Schakel uit/in Omschrijving Er is een interne fout opgetreden. Aanbevolen actie Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het product wordt geïnitialiseerd. Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. Schakel het product in. Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. 57 Ventil.
Aanbevolen actie Schakel het product uit, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het product wordt geïnitialiseerd. Verwijder de spanningsbeveiliger als u er een gebruikt. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. Schakel het product in. Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. 79 Servicefout Schakel uit/in Omschrijving Er is een incompatibele DIMM geïnstalleerd. Aanbevolen actie 1. Schakel het product uit. 2.
Aanbevolen actie Plaats het juiste papier in de lade of configureer de lade voor het formaat dat u hebt geplaatst. Apparaatfout Druk op [OK] Omschrijving Er is een interne fout opgetreden. Aanbevolen actie Druk op de knop OK om de taak te hervatten. Benodigdh. laag Omschrijving Een tonercartridge is bijna leeg Aanbevolen actie Het afdrukken gaat door totdat er een bericht wordt weergegeven dat een onderdeel vrijwel leeg is. Het is verstandig een vervangende tonercartridge paraat te hebben.
Probeer de volgende oplossingen om het probleem te voorkomen: ◦ Stel de papiergeleiders in de lade in. Zorg ervoor dat de voorste papiergeleider het papier tegen de achterkant van de lade drukt. ◦ Gebruik papier dat voldoet aan de papierspecificaties van HP. Bewaar papier ongeopend in de originele verpakking. ◦ Gebruik het apparaat in een omgeving die voldoet aan de milieuvereisten voor dit apparaat. Gebruikte zwarte cassette geïnstalleerd [OK] voor doorgaan.
Niet-ondersteunde zwarte cartridge [OK] voor doorgaan. Omschrijving Het apparaat heeft een tonercartridge gedetecteerd die niet door HP is gemaakt. Aanbevolen actie Druk op OK om door te gaan. Als u in de veronderstelling bent dat u een origineel onderdeel van HP hebt aangeschaft, gaat u naar www.hp.com/go/anticounterfeit. Service of reparaties als gevolg van het gebruik van nietondersteunde benodigdheden worden niet gedekt door de garantie van HP. Ongeld. stuurpr.
Aanbevolen actie Verhelp de storing op de aangegeven locatie en druk vervolgens op OK. Als deze fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de ondersteuning van HP. Plaats lade Druk op [OK] voor beschikbaar afdrukmateriaal Omschrijving De lade is leeg. Aanbevolen actie Plaats papier in de lade om door te gaan met afdrukken. Druk op de knop OK om een andere lade te selecteren.
Verwijder transportmateriaal van tonercartridge Omschrijving Een tonercartridge is vergrendeld met een transportvergrendeling. Aanbevolen actie Trek aan het oranje lipje om de transportbeveiliging van de cartridge te verwijderen. Zwarte cartridge bijna leeg Omschrijving Het einde van de levensduur van de tonercartridge nadert. Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangende tonercartridge paraat te hebben.
nooit'. Deze optie is beschikbaar voor het gemak van de klant en vormt geen indicatie dat deze pagina's een acceptabele afdrukkwaliteit hebben. Aanbevolen actie Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de tonercartridge nu te vervangen. U kunt doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt. De werkelijke levensduur van een cartridge kan variëren.
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 4.
100 5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 6. Gebruik de handmatige invoer wanneer u afdrukt op zwaar of geperforeerd papier, of papier met reliëf en voer de vellen een voor een in.
Storingen verhelpen Storingslocaties Papierstoringen kunnen zich op de volgende plaatsen voordoen: 1 Uitvoerbak 2 Achterklep 3 Lade 1 4 Lade 2 5 Optionele lade 3 Na de papierstoring kan er losse toner in het product achterblijven. Na het afdrukken van enkele vellen is dit gewoonlijk vanzelf opgelost. Papierstoring in lade 1 verhelpen OPMERKING: Wanneer het papier is gescheurd, verwijder dan alle papierresten voordat u het afdrukken hervat.
1. Als u het vastgelopen vel papier kunt zien, verwijder het dan door het recht naar buiten te trekken. 2. Als u het vastgelopen vel niet ziet, open dat de printcartdrigeklep en verwijder de printcartridge.
3. Verwijder het vastgelopen vel papier door het recht naar buiten te trekken. VOORZICHTIG: Trek het vastgelopen vel papier niet omhoog. Trek het er recht uit. 4. Plaats de printcartridge terug in de printer en sluit de printcartridgeklep. Papierstoring in lade 2 verhelpen 1. Verwijder de lade uit het apparaat.
2. Verwijder het vastgelopen vel papier door het recht naar buiten te trekken. 3. Plaats de lade terug 4. Druk op OK om door te gaan.
Vastgelopen papier uit optionele lade 3 verwijderen 1. Verwijder de lade uit het apparaat. 2. Verwijder het vastgelopen vel papier door het recht naar buiten te trekken. 3. Plaats de lade terug 4. Druk op OK om door te gaan.
Storingen in de uitvoerbak verhelpen VOORZICHTIG: Gebruik geen scherpe objecten, zoals een pincet of een buigtang, om storingen te verhelpen. Schade die is veroorzaakt door scherpe voorwerpen wordt niet door de garantie gedekt. 1. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. Storingen in het duplexergebied verhelpen 1. 106 Open de achterklep.
2. Verwijder alle vastgelopen papier. OPMERKING: Wanneer het papier is gescheurd, verwijder dan alle papierresten voordat u het afdrukken hervat. VOORZICHTIG: Laat het fusergebied afkoelen voordat u de storing verhelpt. 3. Sluit de achterklep. Storingen in het fusergebied verhelpen 1. Open de achterklep.
2. Verwijder alle vastgelopen papier. OPMERKING: Wanneer het papier is gescheurd, verwijder dan alle papierresten voordat u het afdrukken hervat. VOORZICHTIG: Laat het fusergebied afkoelen voordat u de storing verhelpt. 3. 108 Sluit de achterklep.
De afdrukkwaliteit verbeteren De instelling voor de papiersoort controleren (Windows) Controleer de instelling voor de papiersoort als u een van de volgende problemen ondervindt: ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld. ● Op de afgedrukte pagina's schilfert toner af. ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2.
6. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 7. Klik op de knop Afdrukken. Status van de tonercartridge controleren Statuspagina benodigdheden afdrukken (LCD-bedieningspaneel) Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het product. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met het product onderzoeken en oplossen.
● Onderdeelnummers van HP tonercartridges ● Aantal afgedrukte pagina's Een reinigingspagina afdrukken Druk een reinigingspagina af om stof en overtollige toner uit de papierbaan te verwijderen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's. ● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. Reinigingspagina afdrukken (LCD-bedieningspaneel) 1.
2. Controleer of de geheugenchip is beschadigd. 3. Controleer het oppervlak van de afbeeldingsdrum aan de onderkant van de tonercartridge. VOORZICHTIG: raak de rol (afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 4. Vervang de tonercartridge als zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden. 5.
● Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen. ● De afgedrukte tekens zijn misvormd. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld. Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door dit apparaat wordt ondersteund. Volg deze richtlijnen wanneer u het papier selecteert: ● Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen. ● Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt.
Gebruik printerdriver gebruiken die het beste aan uw afdrukbehoeften voldoet U dient mogelijk een andere printerdriver te gebruiken als afbeeldingen op de afgedrukte pagina onverwachte strepen bevatten, er tekst ontbreekt, de opmaak onjuist is of er andere lettertypen zijn gebruikt. HP PCL 6-driver HP UPD PS-driver HP UPD PCL 5-driver HP UPD PCL 6-driver 114 Hoofdstuk 5 Problemen oplossen ● Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch geïnstalleer door de HP installer.
Aanvullende printerdrivers kunnen vanaf deze website worden gedownload: www.hp.com/support/ ljm401series.
Het apparaat drukt niet of langzaam af Het apparaat drukt niet af Als het apparaat helemaal niet afdrukt, kunt u het volgende proberen. 1. 116 Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld en dat het bedieningspaneel aangeeft gereed te zijn. ◦ Als het bedieningspaneel niet aangeeft dat het apparaat gereed is, schakelt u het apparaat uit en vervolgens weer in. ◦ Als het bedieningspaneel aangeeft dat het apparaat gereed is, probeert u de taak nogmaals te verzenden. 2.
Het apparaat drukt langzaam af Als het apparaat slechts heel langzaam afdrukt, kunt u het volgende proberen. NLWW 1. Zorg ervoor dat de computer voldoet aan de minimale vereisten voor dit apparaat. Ga naar de volgende website voor een lijst met specificaties: www.hp.com/support/ljm401series. 2. Wanneer u het apparaat configureert om op bepaalde papiersoorten af te drukken, zoals zwaar papier, drukt het apparaat langzamer af om de toner goed op het papier aan te brengen.
Problemen met direct afdrukken via USB oplossen OPMERKING: Dit gedeelte is alleen van toepassing op de modellen HP LaserJet Pro 400 M401dn Printer en HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer. ● Het menu USB-flashdrive wordt niet geopend wanneer u de USB-accessoire plaatst ● Het bestand wordt niet afgedrukt vanaf het USB-opslagaccessoire ● Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu USB-flashdrive weergegeven Het menu USB-flashdrive wordt niet geopend wanneer u de USBaccessoire plaatst 1.
Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu USBflashdrive weergegeven NLWW 1. U probeert mogelijk een bestandstype af te drukken dat niet door de functie voor afdrukken via USB wordt ondersteund. Het apparaat ondersteunt PDF- en JPEG-bestanden. 2. Mogelijk zitten er te veel bestanden in één enkele map van het USB-opslagaccessoire. Verminder het aantal bestanden in de map door bestanden naar submappen te verplaatsen. 3.
Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen Als u het apparaat rechtstreeks op een computer hebt aangesloten, controleert u eerst de kabel. 120 ● Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten. ● Controleer of de kabel niet langer is dan 5 m. Probeer een kortere kabel. ● Controleer of de kabel goed werkt door de kabel aan te sluiten op een ander apparaat. Vervang de kabel indien nodig.
Problemen met bekabelde netwerken oplossen OPMERKING: Dit deel geldt voor alle modellen behalve HP LaserJet Pro 400 M401a Printer en HP LaserJet Pro 400 M401d Printer. Doorloop de volgende punten om te controleren of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het IP-adres van het apparaat op deze pagina.
De computer kan niet met het apparaat communiceren 1. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk. a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat. In Mac: open het netwerkhulpprogramma en typ het IP-adres in het juiste veld in het paneel Ping. c. 2. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Problemen met draadloze netwerken oplossen OPMERKING: Dit gedeelte is alleen van toepassing op het model HP LaserJet Pro 400 M401dw Printer. Controlelijst draadloze verbinding ● Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten. ● Controleer of het apparaat en de draadloze router zijn ingeschakeld en van stroom worden voorzien. Controleer ook of de draadloze zender van het apparaat is ingeschakeld. ● Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is.
3. Controleer of het draadloos netwerk goed werkt. 4. Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op. 5. Probeer het product handmatig te configureren via het bedieningspaneel. Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd 1. Werk de firewall bij met de meest recente update van de fabrikant. 2.
De verbinding van het draadloos apparaat wordt verbroken wanneer er verbinding wordt gemaakt met een virtueel privénetwerk. ● U kunt niet gelijktijdig met een virtueel privénetwerk en andere netwerken verbonden zijn. Het netwerk wordt niet weergegeven in de lijst met draadloze netwerken ● Controleer of de draadloze router is ingeschakeld en de stroomtoevoer functioneert. ● Het netwerk is mogelijk verborgen. U kunt echter gewoon verbinding maken met een verborgen netwerk.
Diagnose van draadloos netwerk uitvoeren Vanaf het bedieningspaneel van het apparaat kunt u een diagnose uitvoeren die u informatie geeft over de instellingen van het draadloze netwerk. 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Open de volgende menu's 3. ● Systeeminstellingen ● Zelfdiagnose aan. Raak de knop Netwerktest uitvoeren aan om de test te starten. Het apparaat drukt een testpagina af met de resultaten van de diagnose.
Problemen met de productsoftware in Windows oplossen Er wordt geen stuurprogramma voor het product weergegeven in de map Printers 1. Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle actieve toepassingen. Als u een toepassing wilt sluiten waarvoor een pictogram in het systeemvak wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Sluiten of Uitschakelen. 2. Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de computer.
e. Klik op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren. f. Controleer het IP-adres en klik op OK of Annuleren. g. Verwijder het stuurprogramma als de IP-adressen niet hetzelfde zijn en installeer het stuurprogramma opnieuw met het juiste IP-adres. h. Maak een nieuwe HP TCP/IP-poort met het juiste IP-adres. a. Klik op Start. b. Klik op Apparaten en printers. c. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de apparaatdriver en selecteer vervolgens Printereigenschappen. d.
Problemen met de apparaatsoftware oplossen in Mac OS X ● De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven ● De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en scan- en faxapparaten ● De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers en scan- en faxapparaten.
4. Gebruik de +-knop om het product toe te voegen aan Print & Fax (Print & Scan in Mac OS X v10.7). 5. Vervang de USB- of netwerkkabel door een kabel van hoge kwaliteit. Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze 1. Open de afdrukwachtrij en start de afdruktaak opnieuw. 2. Een ander apparaat met een vergelijkbare naam heeft de afdruktaak mogelijk ontvangen. Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren.
Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt Als u de USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd, gebruikt u mogelijk een algemene printerdriver in plaats van de driver voor dit apparaat. NLWW 1. Verwijder de algemene printerdriver. 2. Installeer de software opnieuw vanaf de bij het apparaat geleverde cd-rom. Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd. 3.
Software verwijderen (Windows) Windows XP 1. Klik op Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software. Windows Vista en Windows 7 132 1. Klik op Start en op Alle programma’s. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software.
Software verwijderen (Mac OS X) U moet beschikken over beheerdersrechten om de software te verwijderen. NLWW 1. Koppel het apparaat los van de computer. 2. Open Programma's. 3. Selecteer Hewlett Packard. 4. Selecteer het verwijderprogramma van HP. 5. Selecteer het apparaat in de lijst met apparaten en klik vervolgens op de knop Verwijderen. 6. Nadat de software is verwijderd, start u de computer opnieuw op en leegt u de Prullenmand.
134 Hoofdstuk 5 Problemen oplossen NLWW
6 NLWW Benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ● Anti-namaakwebsite van HP 135
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Originele HP tonercartridge en papier www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
In de volgende gevallen heeft u mogelijk te maken met een niet-originele HP tonercartridge: NLWW ● Op de statuspagina voor benodigdheden wordt aangegeven dat een artikel van een andere fabrikant dan HP is geïnstalleerd. ● U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de tonercartridge. ● De cartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (de verpakking is bijvoorbeeld anders dan die van HP).
138 Hoofdstuk 6 Benodigdheden en accessoires NLWW
Index A aan-/uitknop locatie 2 aantal pagina's 8 Accessoires bestellen 136 Achterklep locatie 3 afdrukken vanaf USB-opslagaccessoires 55 Afdrukken apparaatrapporten 8, 9 instellingen (Mac) 43 afdrukken met archiefkwaliteit aanmaken 51 bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm 51 LCD-bedieningspaneel 51 afdrukkenomgeving 112 afdrukken op beide zijden automatische instellingen (Mac) 43 automatische instellingen (Windows) 31 handmatige instellingen (Mac) 44 handmatige instellingen (Windows) 32 afdrukkwali
D direct afdrukken via USB 55 draadloos-knop 7 draadloos-lampje: 5 draadloos netwerk diagnoastische test 126 Draadloos netwerk problemen oplossen 123 draadloos netwerk, storing 126 draadloze diagnostische test 126 drivers gebruikspagina 8 dubbelzijdig afdrukken automatische instellingen (Mac) 43 automatische instellingen (Windows) 31 handmatige instellingen (Mac) 44 handmatige instellingen (Windows) 32 duplexafdrukken (dubbelzijdig) automatische instellingen (Mac) 43 handmatige instellingen (Mac) 44 duplex
laden ondersteunde papierformaten 12 ondersteunde papiersoorten 14 storingen, verhelpen 103, 105 lampjes op bedieningspaneel uitgevoerd als aanraakscherm 5 op LCD-bedieningspaneel 4 lampjes op bedieningspaneel 4 LCD-bedieningspaneel knoppen en lampjes 4 LED-lampje 4 Lettertypen lijsten afdrukken 8 Liggende afdrukrichting wijzigen (Mac) 45 wijzigen (Windows) 36 M Mac HP Utility 67 problemen, oplossen 129 stuurprogramma-instellingen 26, 43 Mac-software verwijderen 133 meerdere pagina's per vel Mac 45 menu's,
Printerstuurprogramma (Windows) ondersteund 22 probleemoplossing problemen met direct afdrukken via USB 118 problemen oplossen controlelijst 84 geen reactie 116 met papiertoevoer 99 papierinvoer 99 trage reactie 117 Problemen oplossen bekabeld netwerk 121 controlelijst 84 kabelnetwerk 123 netwerkproblemen 121 storingen 99 USB-verbinding 120 Windows-problemen 127 problemenoplossing berichten op bedieningspaneel 89 productstatus 7 PS-lettertypenlijst 8 R Rapporten Configuratierapport 8 Demopagina 8 Gebruikspa
vergrendelen apparaat 69 vervalste benodigdheden 136 voedingsaansluiting locatie 3 voorinstellingen (Mac) 43 voorklep locatie 2 W Watermerken afdrukken (Mac) 49 afdrukken (Windows) 48 Webserver wachtwoord wijzigen 69 Webservices inschakelen 60 toepassingen 60 websites benodigdheden bestellen 135 fraudemeldingen 136 weergave op het aanraakscherm 5 Windows stuurprogramma-instellingen 24 Windows-software verwijderen 132 NLWW Index 143
144 Index NLWW
© 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.