Gebruikersgids HP Officejet Pro 8600
HP Officejet Pro 8600 e-Allin-One serie Gebruikersgids
Copyright informatie © 2014 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Uitgave 2, 1/2014 Kennisgeving van HewlettPackard Company De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
Inhoudsopgave 1 Aan de slag Toegankelijkheid.......................................................................................................................10 Eco............................................................................................................................................11 De onderdelen van de printer kennen......................................................................................12 Vooraanzicht...............................................................
2 Afdrukken Documenten afdrukken............................................................................................................39 Documenten afdrukken (Windows)....................................................................................40 Documenten afdrukken (Mac OS X)...................................................................................40 Brochures afdrukken................................................................................................................
Inhoudsopgave 6 Fax Een fax verzenden....................................................................................................................68 Een standaardfax verzenden..............................................................................................68 Een standaardfax vanaf de computer verzenden...............................................................69 Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon.............................................................
Rapporten gebruiken................................................................................................................90 Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken.....................................................................91 Foutrapporten voor faxen afdrukken..................................................................................91 Het faxlogboek afdrukken en bekijken................................................................................92 Het faxlogboek wissen.....
Inhoudsopgave Printerproblemen oplossen.....................................................................................................109 De printer wordt onverwacht uitgeschakeld......................................................................110 Het uitlijnen is mislukt.......................................................................................................110 De printer reageert niet (drukt niet af)..............................................................................
Problemen met draadloze verbindingen oplossen ................................................................153 Draadloze basisproblemen oplossen...............................................................................153 Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt...................................153 Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten.................154 Stap 3 - Test draadloos netwerk afdrukken......................................................
Inhoudsopgave Printerspecificaties.................................................................................................................180 Fysieke specificaties.........................................................................................................180 Productkenmerken en -mogelijkheden.............................................................................180 Specificaties processor en geheugen...............................................................................
Programma voor milieubehoud..............................................................................................199 Papiergebruik...................................................................................................................199 Kunststof...........................................................................................................................199 Veiligheidsinformatiebladen............................................................................................
Inhoudsopgave D Netwerkinstallatie Basisnetwerkinstellingen wijzigen..........................................................................................240 Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken..................................................................240 De draadloze radio in- en uitschakelen ...........................................................................240 Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen...........................................................................
1 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op www.hp.com/ accessibility. Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op www.apple.com/accessibility. Eco Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op hergebruik.
Hoofdstuk 1 Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende doen: • Kies een Concept-instelling als afdrukmodus. Bij concepten wordt minder inkt gebruikt. Reinig de printkop alleen als dat echt nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de printcartridges. Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken.
(vervolg) 5 Sleuf voor de geheugenkaart 6 Verlengstuk van uitvoerlade 7 Lade 1 8 (Aan/uit-knop) 9 Scherm van het bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit) 10 Bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit) 11 Documentinvoerlade 12 Breedtegeleiders Ruimte voor printerbenodigdheden 4 3 2 1 1 Toegangsklep inktcartridge 2 Inktcartridges 3 Printkopvergrendeling 4 Printkop Achteraanzicht 1 2 3 4 6 5 De onderdelen van de print
Hoofdstuk 1 1 Faxpoort (1-LINE) 2 Faxpoort (2-EXT) 3 Ethernet-netwerkpoort 4 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan 5 Stroomaansluiting 6 Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • Overzicht knoppen en lampjes Schermpictogrammen bedieningspaneel Printerinstellingen wijzigen Overzicht knoppen en lampjes In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een kort
(vervolg) Label Naam en beschrijving 4 Toetsenblok: gebruik het toetsenblok om getallen en tekst in te geven. 5 Pictogram Draadloze verbinding: Het pictogram brandt als de functie voor draadloze verbinding 802.11 is ingeschakeld. 6 Knop Annuleren: : hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u de instellingen af. 7 Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's. 8 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
Hoofdstuk 1 Schermpictogrammen bedieningspaneel Pictogram Doel Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat. Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de infrastructuurmodus. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor meer informatie. Dit pictogram geeft aan dat HP ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer informatie.
(vervolg) Pictogram Doel Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te werken. Zie Printer Apps voor meer informatie. Hiermee opent u een scherm waar u opties voor het afdrukken van foto's kunt aanpassen. Toont het Installatiescherm om rapporten aan te maken, fax- en andere onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Helpscherm. Hiermee geeft u het netwerkscherm weer dat u kunt gebruiken voor het selecteren van netwerkopties.
Hoofdstuk 1 (vervolg) Pictogram Doel Officejet Pro 8600 Premium Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie. Hiermee opent u een scherm met informatie over printerfuncties waarmee u kunt bijdragen aan het behoud van natuurlijke hulpbronnen en de effecten van uw afdrukkeuzes kunt beperken.
Een andere modus selecteren (knop Terug) aan om terug te keren naar het hoofdmenu. Raak de Raak de knop (linkerpijl) of de (rechterpijl:) aan om door de beschikbare modi te bladeren en raak vervolgens het pictogram aan om de gewenste modus te selecteren. De instellingen van een modus wijzigen 1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, raakt u de pijltoetsen aan om de beschikbare instellingen te doorlopen. Vervolgens raakt u de instelling aan die u wilt wijzigen. 2.
Hoofdstuk 1 afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal. HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier.
(vervolg) HP Premium Plus fotopapier HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Hoofdstuk 1 (vervolg) HP Everyday Fotopapier Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semiglanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4x6 inch en 10x15 cm. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
Een origineel op de glasplaat leggen U kunt originelen van maximaal A4- of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te leggen. Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Zie Onderhoud van de printer voor meer informatie. Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen. 1. 2. Til de scannerklep op.
Hoofdstuk 1 Opmerking Alleen enkelzijdige documenten van A4- of Letter-formaat kunnen worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de ADF. De ADF ondersteunt geen dubbelzijdige documenten of andere papierformaten. Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina, werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de glasplaat leggen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen Enveloppen plaatsen Kaarten en fotopapier plaatsen Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen Media laden Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies. 1. Trek Papierlade 1 naar buiten. 2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade.
Hoofdstuk 1 4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit. Enveloppen plaatsen Enveloppen plaatsen Plaats een envelop volgens deze instructies. 1. 26 Trek Papierlade 1 naar buiten.
2. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de lade aangeeft. Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 3. 4. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst en plaats de lade terug in de printer. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Hoofdstuk 1 2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade. Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 3. 4. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst en plaats de lade terug in de printer. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
2. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade. Controleer of de stapel overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade. Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 3. Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst en plaats de lade terug in de printer. 4. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Hoofdstuk 1 Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer informatie over de ondersteunde geheugenkaarten. Een geheugenkaart plaatsen Volg deze stappen om de geheugenkaart in de printer te plaatsen. 1. 2. Houd de geheugenkaart met het etiket naar boven en de contactpunten in de richting van de printer. Plaats de geheugenkaart in de desbetreffende kaartsleuf. Een opslagapparaat aansluiten 1.
Schuif de duplexeenheid in de achterzijde van de printer totdat de eenheid vastklikt. Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen. Lade 2 installeren Opmerking Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van de printer. Lade 2 kan maximaal 250 vellen normaal papier bevatten. Zie HP-benodigdheden en accessoires voor bestelinformatie. Lade 2 installeren als volgt. 1.
Hoofdstuk 1 Lade 2 vullen 1. Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer. 2. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade. Controleer of de stapel papier overeenkomt met de lijn op de breedtegeleider, en niet hoger komt dan de papierstapellijnmarkering in de lade. Opmerking In lade 2 kan uitsluitend normaal papier worden geladen. 3. 32 Stel de materiaalgeleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst.
4. 5. Plaats de lade voorzichtig terug. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit. Lades configureren Opmerking Lade 2 is een facultatieve accessoire. Zie Afdrukbenodigdheden online bestellen voor bestelinformatie. Om de lades te configureren, moet lade 2 geïnstalleerd en ingeschakeld zijn. Het afdrukmateriaal wordt standaard uit Papierlade 1 ingevoerd. Als Papierlade 1 leeg is, wordt het afdrukmateriaal uit Papierlade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en voorzien van afdrukmateriaal).
Hoofdstuk 1 De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de papierlades kunt gebruiken. Ik wil… Voer de volgende stappen uit In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal plaatsen en de printer laten overschakelen naar de tweede lade als de eerste leeg is. • • Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals briefpapier) als gewoon papier in de lades plaatsen. • • • Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar de printer eerst afdrukmateriaal laten halen uit een specifieke lade.
Accessoires inschakelen (Mac OS X) Mac OS X schakelt in het printerstuurprogramma automatisch alle accessoires in wanneer u de printersoftware installeert. Neem de volgende stappen als u later een nieuw accessoire toevoegt: 1. 2. 3. 4. Open Systeemvoorkeuren en selecteer Afdrukken en faxen of Afdrukken en scannen. Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op Opties en benodigdheden. Klik op het tabblad Driver. Selecteer de opties die u wilt installeren en klik op OK.
Hoofdstuk 1 3. Reinig het glas en de glasstrip met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije doek. Let op De glasplaat van de scanner alleen reinigen met een glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen achterlaten op de glasplaat.
Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep. De rollers of het scheidingskussen reinigen 1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader. 2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1). Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3). 2 3 1 3. 4.
Hoofdstuk 1 Tip Als u de printer automatisch wilt laten zoeken naar updates, raakt u achtereenvolgens Instellingen, Productupdates, Automatische update en tot slot Automatisch aan. De printer uitschakelen Schakel de printer uit door op de (Aan/uit-knop) op het apparaat te drukken. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet.
2 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten, zie Afdrukmateriaal selecteren.
Hoofdstuk 2 Documenten afdrukken (Windows) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is. Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om de instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Opmerking Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie HP ePrint voor meer informatie. Brochures afdrukken (Windows) Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP-software.
Hoofdstuk 2 6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/kwaliteit en selecteer de volgende instellingen: • Papiersoort: de juiste soort brochurepapier • Kwaliteit:Normaal of Optimaal Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven. 7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X) 1. 2. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Selecteer een papierformaat: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Paginainstelling. Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3. b. 3. 4. 5. 6. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het popupmenu Formaat voor. c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik vervolgens op OK.
Hoofdstuk 2 4. 5. 6. 7. 8. Klik op de optie waarmee u het dialoogvenster Printereigenschappen opent om de instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het juiste type fotopapier. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu Uitvoerkwaliteit.
7. 8. Wijzig indien nodig de opties voor foto's en kleuren: a. Klik op het driehoekje naast Kleurenopties en selecteer de juiste opties onder Foto herstellen: • Uit: geen automatisch aanpassingen aan de afbeelding. • Normaal: de afbeelding wordt automatisch scherpgesteld; de scherpte van de afbeelding wordt enigszins aangepast. b.
Hoofdstuk 2 Gebruik alleen papier van aangepast formaat dat wordt ondersteund door de printer. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie. Opmerking Speciale papierformaten definiëren vanuit de beeldbewerkingssoftware van HP is alleen beschikbaar op Mac OS X. Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
3. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat. Opmerking Als u geen opties ziet,in het dialoogvenster Afdrukken, klik dan op het blauwe weergavedriehoekje naast het pop-upvenster Printer of klik op Details weergeven. 4. 5. 6. Klik op het +-teken links van het scherm, dubbelklik op Naamloos en typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u vervolgens de marges in, indien u die wilt aanpassen. Klik op OK.
Hoofdstuk 2 Documenten zonder randen afdrukken (Mac OS X) 1. 2. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Selecteer een papierformaat zonder rand: a. Kies in het menu Bestand van uw softwaretoepassing de optie Paginainstelling. Opmerking Als u de optie Pagina-instelling niet ziet, gaat u naar stap 3. b. 3. 4. 5. 6. Controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het popupmenu Formaat voor. c.
Volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer om de Webservices van de printer in te schakelen en in te stellen. Zie www.hp.com/go/ePrintCenter voor meer informatie. Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op een vel afdrukmateriaal met de accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid).
Hoofdstuk 2 6. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien aanwezig). Opmerking Mogelijk moet u de papierformaatoptie Marges voor dubbelzijdig afdrukken selecteren. 7. Klik in het pop-upmenu Dubbelzijdig afdrukken op Afdrukken op beide zijden, en klik op de juiste bindopties voor het document. -ofKlik op het pop-upmenu Lay-out en selecteer de juiste bindopties voor het document in het pop-upmenu Afdrukken op beide zijden.
3 Scannen U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een computer. U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Hoofdstuk 3 Scannen naar een computer Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer Opmerking Als uw printer is aangesloten op een netwerk en u scant naar een Windows-computer moet u, voor u scant vanaf het bedieningspaneel, scannen vanaf software inschakelen. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HPprinter en selecteer vervolgens de optie voor uw HP-printer..
Scannen naar een geheugenkaart U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een geheugenkaart scannen zonder een computer of de HP-software die bij de printer is geleverd, te gebruiken. Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen. 1. 2. 3. 4. 5.
Hoofdstuk 3 Documenten scannen als bewerkbare tekst U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Mac OS X 1. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat of met de afdrukzijde naar boven in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. 2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map HewlettPackard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf. 3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren. 4.
Hoofdstuk 3 ◦ • • 56 Scannen De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m". ◦ De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond. Kies het juiste profiel.
4 HP Digital Solutions De printer omvat een verzameling digitale oplossingen die u kunnen helpen om uw werk te vereenvoudigen en te stroomlijnen.
Hoofdstuk 4 Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee bespaart u geld op papier en inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval. Vereisten Zorg dat u het volgende bij de hand hebt voordat u HP Digital Solutions instelt: Voor alle HP Digital Solutions • Een netwerkverbinding De printer kan zijn verbonden via een draadloze verbinding of met een Ethernetkabel.
Opmerking De functies Scannen naar e-mail en Fax verzenden naar e-mail worden alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium. • • • Een geldig e-mailadres Uitgaande SMTP-serverinformatie Een actieve internetaansluiting.
Hoofdstuk 4 Scannen-naar-netwerkmap instellen U kunt maximaal 10 doelmappen configureren voor elke printer. Opmerking Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map die u gebruikt op een netwerkcomputer aangemaakt en geconfigureerd hebben. U kunt geen map maken vanaf het bedieningspaneel van het HP-apparaat. Zorg er ook voor dat de mapvoorkeuren zo zijn ingesteld dat u lees- en schrijftoegang hebt tot de map.
Scannen-naar-e-mail instellen U kunt de printer gebruiken om documenten te scannen en deze als bijlagen naar een of meer e-mailadressen te verzenden, zonder dat u daarvoor extra scansoftware nodig hebt. U hoeft geen bestanden van uw computer in te scannen en die vervolgens in emailberichten bij te sluiten. Opmerking De functie Scannen naar e-mail wordt alleen ondersteund door HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium.
Hoofdstuk 4 Mac OS X 1. Open Hulpprogramma van HP. Zie HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie. 2. Klik op Scannen-naar-e-mail. 3. Volg de instructies op het scherm. 4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De invoer wordt toegevoegd aan de lijst Profielen voor uitgaande e-mail. Ingebouwde webserver (EWS) 1. Open de geïntegreerde webserver (EWS).
printer, en de scaninstellingen die worden gebruikt voor het verzenden van e-mail vanaf de printer), voert u de volgende stappen uit: 1. 2. 3. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. Klik op het tabblad Scannen op E-mailopties. Pas desgewenst instellingen aan en klik vervolgens op Toepassen.
Hoofdstuk 4 Ingebouwde webserver (EWS) 1. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Fax naar e-mail/ netwerkmap. 2. Volg de instructies op het scherm. 3. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. De HP Digital Solutions gebruiken Als u de HP Digital Solutions wilt gebruiken die beschikbaar zijn voor de printer, volgt u de aanwijzingen op die in uw situatie van toepassing zijn.
HP Digital Fax gebruiken Nadat u HP Digital Fax hebt geïnstalleerd, worden zwart-witfaxen die u ontvangt, standaard afgedrukt en vervolgens opgeslagen op de aangewezen bestemming. Hiervoor wordt de door u opgegeven netwerkmap of het door u opgegeven e-mailadres gebruikt: • • Als u gebruikmaakt van Fax naar netwerkmap, wordt dit proces op de achtergrond uitgevoerd. HP Digital Fax meldt u niet wanneer faxen worden opgeslagen in de netwerkmap.
5 Kopiëren U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten- en formaten. Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
• • Instellingen lichter/donkerder Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken. Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige job te wijzigen 1. Raak Kopiëren aan. 2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen. 3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
6 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden. Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Hoofdstuk 6 6. 7. Klik op Afdrukken of OK. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen. Mac OS X 1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer. 2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken. 3. Selecteer de printer met “(Fax)” in de naam. 4. Selecteer Faxgegevens in het pop-upmenu.
4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden. 5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start kleur aan. Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Hoofdstuk 6 3. 4. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm. Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram (Snelkiezen) aan wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen. Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Laad de originelen. Raadpleeg Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. 2. Raak Fax aan en selecteer vervolgens Faxopties of Faxinstellingen. 3. Raak Fax later verzenden aan. 4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok, raak AM of PM aan en selecteer vervolgens Gereed. 5.
Hoofdstuk 6 Fax verzenden in foutcorrectiemodus Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan.
• • • Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen Ongewenste faxnummers blokkeren Faxen ontvangen op uw computer met behulp van HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) Een fax handmatig ontvangen Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
Hoofdstuk 6 (vervolg) Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent. Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Raak de (rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie. 3. Raak Hulpprogramma's of Faxhulpprogramma's aan en selecteer vervolgensFaxen in het geheugen opnieuw afdrukken.
Hoofdstuk 6 4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen. Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt. 5. 6.
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak de (rechterpijl:) aan en selecteer Configuratie. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie. 3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
Hoofdstuk 6 Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met ongewenste nummers verwijderen. Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen 1. Raak eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie. 2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan. 3. Raak de (pijl omlaag) aan en raak vervolgens Faxnummerblokkering of Faxnummerblokkering instellen aan. 4.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac • De beheerderscomputer (waarmee de functie Faxen naar pc of Faxen naar Mac is geactiveerd), moet altijd aan staan. Er kan maar één computer fungeren als de beheerderscomputer voor Fax naar pc of Fax naar Mac.
Hoofdstuk 6 U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer. Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie. 2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan. 3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen.
Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Hoofdstuk 6 Snelkiesgroepen instellen en wijzigen U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen. Snelkiesgroepen instellen Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één snelkiesnummer hebben ingesteld. 1. 2. 3. 4. 5. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
3. 4. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Snelkiesinstellingen aan. Raak Snelkieslijst afdrukken aan. Faxinstellingen wijzigen Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
Hoofdstuk 6 De antwoordmodus instellen 1. Raak eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie. 2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan. 3. Raak Automatisch beantwoorden aan en raak vervolgens Aan of Uit aan. Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen. Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met het hoofdtelefoonnummer van de haak is. Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen 1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden. 2. Raak op het bedieningspaneel van de printer eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie. 3.
Hoofdstuk 6 instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen. • Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is Aan. Opnieuw zenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt.
Het faxgeluidsvolume instellen Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken. Het geluidsvolume voor faxen instellen 1. Raak eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie. 2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis faxinstallatie aan. 3. Raak Geluidsvolume fax aan. 4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
Hoofdstuk 6 Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij. Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt.
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen). De standaardinstelling voor faxbevestiging is Off (Uitschakelen). Dit betekent dat de geen bevestigingsrapport afdrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt.
Hoofdstuk 6 3. 4. Raak Faxfoutrapport aan. Raak een van de volgende aan om te selecteren. Aan (Verzenden en ontvangen) Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen. Off (Uitschakelen) Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt. Aan (Fax verzenden) Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de standaardinstelling. Aan (Fax ontvangen) Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Een rapport beller-ID's afdrukken Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers. Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken 1. Raak eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie. 2. Raak Fax instellen aan en raak vervolgens Faxrapporten aan. 3. Raak Rapport Beller-ID's aan. De belgeschiedenis weergeven Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te geven. Opmerking De belgeschiedenis kan niet worden afgedrukt.
7 Webservices De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken. Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken als de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dankzij vooraf opgemaakte inhoud die specifiek voor uw printer is ontworpen, krijgt u geen afdrukken waarbij stukken tekst of afbeeldingen zijn afgesneden of extra pagina's met slechts één regel tekst. Bij sommige printers kunt u ook instellingen voor papier en afdrukkwaliteit kiezen in het afdrukvoorbeeldvenster. En dit alles zonder zelfs uw computer aan te zetten! Webservices configureren Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren.
Hoofdstuk 7 Webservices configureren via het bedieningspaneel van de printer Via het bedieningspaneel van de printer kunt u webservices eenvoudig configureren en beheren. Voer de volgende stappen uit om webservices te configureren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Controleer of de printer is verbonden met internet. (Apps) of (HP ePrint) aan. Raak op het bedieningspaneel van de printer Klik op Accepteren om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te accepteren en deze in te schakelen.
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt om HP ePrint te kunnen gebruiken: • • Een computer of mobiel apparaat met internet- en e-mailfuncties Een printer met HP ePrint waarop webservices is ingeschakeld Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van HP ePrint instellingen en over de nieuwste functies bezoekt u ePrintCenter (www.eprintcenter.com). Afdrukken met behulp van HP ePrint Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met behulp van HP ePrint: 1.
Hoofdstuk 7 Printer Apps Met Printer Apps kunt u snel vooraf opgemaakte webinhoud zoeken en afdrukken, rechtstreeks via uw printer. Printer Apps gebruiken Om de Printer Apps te gebruiken op uw printer, raakt u op het bedieningspaneel van de printer Apps aan. Raak daarna de Printer App aan die u wilt gebruiken. Ga voor meer informatie over afzonderlijke Printer Apps naar (www.eprintcenter.com). Printer Apps beheren U kunt uw Printer Apps beheren via ePrintCenter.
8 Werken met printcartridges Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u richtlijnen voor het hanteren van printcartridges, instructies voor het vervangen van printcartridges en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop. Tip Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen als u problemen hebt met het kopiëren van documenten.
Hoofdstuk 8 • • Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke afdrukproblemen ontstaan. Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer lekt of dat de printer beschadigd raakt: ◦ Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de (Aan/uit-knop). Schakel ◦ ◦ de printer niet uit zolang u nog interne printergeluiden hoort.
Wanneer er voldoende inkt in de printkop zit, zal de printer u aanbieden om enkel zwarte inkt te gebruiken wanneer een of meer van de kleurencartridges zonder inkt zitten, en enkel gekleurde inkt wanneer de zwarte cartridge zonder inkt zit. • • De hoeveelheid die u kunt afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt is beperkt, dus houd vervangende inktcartridges gereed wanneer u afdrukt met enkel zwarte of gekleurde inkt.
Hoofdstuk 8 3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. 5. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de printcartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit. Let op Trek niet aan de vergrendelingsgreep van de inktcartridge om de inktcartridge te installeren.
6. 7. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke printcartridge die u wilt vervangen. Sluit de toegangsklep voor de inktcartridges. Verwante onderwerpen Inktpatronen en printkoppen Printerbenodigdheden bewaren Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste wijze uitschakelen. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
Hoofdstuk 8 Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van de printer te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in de HPprinter gebruiken.
9 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de volgende ondersteunende services te gebruiken voor ondersteuning.
Hoofdstuk 9 • 3. Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen • Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HPnieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de printer registreert Zie Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en taal. Zie Telefonische ondersteuning van HP voor meer informatie.
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor Linux-printing. U vindt alle ondersteuning op volgende website: https://launchpad.net/hplip. Klik op de knop Stel een vraag om te beginnen met het ondersteuningsproces. De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Ga naar www.hp.com/go/customercare als u deze besturingssystemen gebruikt. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
Hoofdstuk 9 Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen. www.hp.
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen Opmerking Voor veel van de volgende stappen hebt u HP-software nodig. Als u de HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de cd met HP-software die bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HPondersteuningswebsite www.hp.com/go/customercare. Op deze website staan informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel gebruikelijke printerproblemen.
Hoofdstuk 9 • • • • • • De printer reageert niet (drukt niet af) De printer drukt langzaam af De printer maakt onverwachte geluiden Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst De printer wordt onverwacht uitgeschakeld Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroomstopcontact.
Controleer de kabelaansluitingen • Controleer of beide uiteinden van de Ethernet-/USB-kabel goed zijn aangesloten. • Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende: ◦ Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer brandt. ◦ Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de printer.
Hoofdstuk 9 Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over een laag inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt reinig de printkop Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. Zie reinig de printkop voor meer informatie. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer verkeerd werd uitgeschakeld. Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte pagina's. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen.
Hoofdstuk 9 de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USBkabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren. Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst Controleer de manier waarop het papier is geplaatst Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is geplaatst.
Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/ customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel voorkomende printerproblemen. • • • • • • • Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Hoofdstuk 9 Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen tot het moment waarop u dit wordt gevraagd.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced Photo Paper voor afdrukken met het beste resultaat. Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Stop al het papier dat u niet hebt gebruikt terug in de plastic zak wanneer u klaar bent met afdrukken.
Hoofdstuk 9 Oplossing 6: Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is Oplossing: Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken • Bedieningspaneel: Raak eerst de (rechterpijl:) aan en daarna Configuratie, selecteer Rapporten en selecteer daarna Afdrukkwaliteitrapport. • Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Extra, klik op Werkset afdrukkwaliteit onderHulpprogramma's en klik daarna op de knop Afdrukkwaliteitsrapport.
3. 4. Reinig de printkop. Zie reinig de printkop voor meer informatie. Als geen van de vorige stappen heeft geholpen, neemt u contact op met ondersteuning van HP om de printkop te vervangen. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie. Oorzaak: Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben: software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem zelf.
Hoofdstuk 9 Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit • Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade volledig is uitgetrokken. Als dit niet het geval is, kunnen afgedrukte pagina's uit de printer vallen. • Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal vellen bevatten. Pagina's worden scheef ingevoerd • Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt.
Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd • Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst. • Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst. • Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst. • Wanneer u dun speciaal afdrukmateriaal gebruikt, moet u controleren of de lade volledig is geladen.
Hoofdstuk 9 Kopieën zijn blanco • • • Controleer het afdrukmateriaal Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van HewlettPackard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie Mediaspecificaties voor meer informatie. Controleer de instellingen Het contrast is mogelijk te licht ingesteld. Raak op het bedieningspaneel van de printer Kopie aan, raak Lichter Donkerder aan en gebruik vervolgens de pijltjestoetsen om donkerdere kopieën in te stellen.
Kopieerkwaliteit is slecht • • • Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren ◦ Gebruik goede originelen. ◦ Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het materiaal niet goed is geladen, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. ◦ Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen. Controleer de printer ◦ Mogelijk is de scannerklep niet goed dicht.
Hoofdstuk 9 • • • Onvolledige gevulde tekst of afbeeldingen Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen. Grote, zwarte lettertypes zien er vlekkering (niet egaal) uit De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Scanner reageerde niet • • • Controleer het origineel Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen of Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. Controleer de printer De printer start mogelijk na een periode inactiviteit op vanuit de slaapstand, waardoor de verwerking tijdelijk wordt vertraagd. Wacht tot de printer het beginscherm weergeeft.
Hoofdstuk 9 Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst • • Controleer het origineel ◦ Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Zie Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. ◦ Als het document vanaf de ADF is gescand, moet u proberen het document rechtstreeks van de glasplaat van de scanner te scannen. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie.
◦ • Als u een afzonderlijk OCR-programma gebruikt, kan het OCR-programma zijn gekoppeld aan een tekstverwerker die geen OCR-taken uitvoert. Zie de documentatie bij het OCR-programma voor meer informatie. ◦ Controleer of u een OCR-taal hebt geselecteerd die overeenkomt met de taal van het document dat u wilt scannen. Zie de documentatie bij het OCRprogramma voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 afbeelding op het scherm verschijnt. Als de volgende suggesties het probleem niet verhelpen, moet u waarschijnlijk een betere versie van het origineel gebruiken. ◦ Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de afbeelding na het scannen te verkleinen. ◦ Druk de gescande afbeelding af om te zien of de kwaliteit is verbeterd. ◦ Zorg ervoor dat de instellingen voor resolutie en kleur juist zijn voor het type scantaak.
◦ ◦ Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen. Reinig de glasplaat van de scanner. Zie De glasplaat van de scanner reinigen voor meer informatie. Er verschijnen defecten in de scans • • • • • • Blanco pagina's Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Plaats het originele document met de voorkant naar beneden op de flatbedscanner en met de linkerbovenhoek van het document in de rechterbenedenhoek van de glasplaat van de scanner.
Hoofdstuk 9 Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor informatie over het oplossen van de aangetroffen problemen. Raadpleeg De faxtest is mislukt voor meer informatie. Tip Ga naar de HP website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/ customercare voor informatie en hulpprogramma's die van pas kunnen komen bij het oplossen van veel voorkomende printerproblemen.
• • • Als u de test vanuit de wizard Faxconfiguratie (Windows) of HP Hulpconfiguratieprogramma (Mac OS X) uitvoert, controleert u of de printer niet met een andere taak bezig is, zoals het ontvangen van een fax of het maken van een kopie. Controleer of op het scherm van de een bericht wordt weergegeven met de melding dat de printer bezet is. Als het apparaat bezig is, wacht u totdat het apparaat niet meer actief is en alle bewerkingen zijn voltooid en voert u de test opnieuw uit.
Hoofdstuk 9 • • Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand.
• • Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
Hoofdstuk 9 • • Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
• • Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen. Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Hoofdstuk 9 • • Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Oplossing: Als Faxen naar pc of Faxen naar Mac is ingeschakeld, kunt u mogelijk geen faxen verzenden of ontvangen als het faxgeheugen vol is (beperkt door printergeheugen). Oplossing: • Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
Hoofdstuk 9 • • • • • 138 Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven met informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen. In geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost. Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken.
• De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSLmodem is mogelijk niet correct geaard. Als de DSL-modem niet correct is geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn veroorzaken. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen of ander ruis hoort.
Hoofdstuk 9 verzenden, moet de telefoon rechtstreeks zijn aangesloten op de poort 2EXT op de printer, zoals in de afbeelding aangegeven. 1 3 2 • 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1LINE-poort 3 Telefoon Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is aangesloten op de printer, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op de telefoon.
• • • Als u een voicemail-service gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig en niet automatisch ontvangen. Dit houdt in dat u binnenkomende faxen alleen persoonlijk kunt aannemen. Zie Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail voor informatie over het installeren van de printer als u een voicemaildienst gebruikt. Raadpleeg Een fax handmatig ontvangen voor informatie over het handmatig ontvangen van faxen.
Hoofdstuk 9 ◦ ◦ Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat. Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht.
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen Oplossing: • De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555.
Hoofdstuk 9 Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat Oplossing: • Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met de printer te verbinden, zoals is beschreven in Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/ fax met antwoordapparaat. Als u het antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt.
Oplossing: Als u faxen in kleur wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de optie Inkomende faxen afdrukken op het bedieningspaneel van de printer is ingeschakeld. De computer kan geen faxen ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) Oorzaak: De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is uitgeschakeld. Oplossing: Zorg dat de computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, altijd is ingeschakeld.
Hoofdstuk 9 • • • • Als u de printer aansluit met een Ethernet-kabel, moet u controleren of u geen telefoonsnoer of cross-kabel gebruikt om de printer met het netwerk te verbinden en of de Ethernet-kabel goed op de printer is aangesloten. Zie Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen voor meer informatie. Als u de printer met het netwerk verbindt via een draadloze verbinding, moet u controleren of het draadloze netwerk goed functioneert.
Dit gedeelte behandelt de volgende onderwerpen: • • Problemen met HP Direct digitaal archief oplossen Problemen met HP Digital Fax oplossen Problemen met HP Direct digitaal archief oplossen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • Veelvoorkomende problemen Kan niet scannen naar de netwerkmap Scannen-naar-e-mail is niet mogelijk Dialoogvenster Delen is verschillend nadat u HP Digitaal archief (Windows) hebt ingesteld Veelvoorkomende problemen Gescande afbeeldingen zijn niet goed bijgesneden bi
Hoofdstuk 9 Neem contact op met uw netwerkbeheerder of met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld voor meer informatie. Kan niet scannen naar de netwerkmap Opmerking HP Direct digitaal archief ondersteunt Active Directory niet. De computer waarin de netwerkmap is opgenomen, is uitgeschakeld Controleer of de computer waarop de netwerkmap wordt bewaard is ingeschakeld en aangesloten op het netwerk. De netwerkmap is niet correct geïnstalleerd • Controleer of de map op de server is aangemaakt.
Het e-mailprofiel is niet correct ingesteld Controleer of er in de HP-software geldige instellingen zijn opgegeven voor de uitgaande SMTP-server. Raadpleeg de documentatie die u van uw e-mailleverancier hebt ontvangen voor meer informatie over SMPT-serverinstellingen. E-mailberichten worden verzonden naar bepaalde ontvangers, maar niet naar iedereen wanneer u naar meerdere ontvangers verzendt. De e-mailadressen zijn misschien niet juist, of worden niet herkend door de emailserver.
Hoofdstuk 9 De netwerkmap is niet correct geïnstalleerd Als u gebruikmaakt van Fax naar netwerkmap, controleer dan het volgende: • • • • • Controleer of de map op de server is aangemaakt. Zie de gebruikersdocumentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. Controleer of de map wordt gedeeld en dat gebruikers de map zowel kunnen lezen als ernaar schrijven. Als u een Macintosh-computer gebruikt, zorg dan dat SMB delen is ingeschakeld.
Gebruik de EWS om de tijdzone gebruikt door de printer handmatig te wijzigen naar de tijdzone die de juiste tijd weergeeft, om de juiste tijd op faxen weer te geven tijdens de zomertijd: ◦ Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie De ingebouwde webserver openen voor meer informatie. ◦ Klik op het tabblad Instellingen en vervolgens onder Voorkeuren op Tijdzone ◦ Selecteer de tijdzone die overeenkomt met het juiste tijdstip (normaal gezien een tijdzone die een uur later valt dan uw tijdzone).
Hoofdstuk 9 ◦ • Inspecteer de uiteinden van het geheugenapparaat op vuil of materiaal dat een gaatje afsluit of een metalen contactpunt beschadigt. Reinig de contactpunten met een pluisvrije doek en een beetje isopropylalcohol. ◦ Controleer of het geheugenapparaat goed werkt door het te testen op andere apparaten. Controleer de sleuf waarin het geheugenapparaat moet worden geplaatst ◦ Controleer of het geheugenapparaat helemaal in de juiste sleuf is gestoken.
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het installatieprogramma in. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie. Problemen met draadloze verbindingen oplossen Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van eventuele problemen met het aansluiten van de printer op het draadloze netwerk.
Hoofdstuk 9 Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten Schakel de router en de printer uit en zet ze vervolgens weer aan in deze volgorde: eerst de router en dan de printer. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, schakel de router, de printer en uw computer dan uit. Soms wordt een netwerkcommunicatieprobleem opgelost door de printer uit en weer in te schakelen.
Opmerking Macintosh-computers hebben geen indicatielampjes. Als u de Ethernet-verbinding op een Macintosh-computer wilt controleren, klikt u op Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u vervolgens op Netwerk. Als de Ethernet-verbinding goed werkt, wordt Ingebouwd Ethernet in de lijst met verbindingen weergegeven, met het bijbehorende IP-adres en andere statusinformatie. Als Ingebouwd Ethernet niet in de lijst wordt weergegeven, is er mogelijk een probleem met de router, de Ethernet-kabel of uw computer.
Hoofdstuk 9 Tip Als u wel toegang kunt krijgen tot internet en een computer gebruikt waarop Windows wordt uitgevoerd, hebt u ook toegang tot het programma HP Netwerkassistent voor hulp bij het configureren van een netwerk. Ga naar www.hp.com/sbso/wireless/tools-setup.html?jumpid=reg_R1002_USEN om dit programma te gebruiken. (Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.
Naar de EWS gaan 1. Open de EWS op uw computer. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. Opmerking Als u in de browser een proxyserver gebruikt, moet u deze mogelijk uitschakelen om naar de EWS te kunnen gaan. 2. Als u de EWS kunt openen, probeert u de printer via het netwerk te gebruiken (bijvoorbeeld door af te drukken) om te zien of de netwerkconfiguratie is gelukt.
Hoofdstuk 9 3. 4. Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de printerstatus: a. Als de printer Offline is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt u op Printer online gebruiken. b. Als de printer Onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt u op Afdrukken hervatten. Probeer de printer over het netwerk te gebruiken. Mac OS X 1. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock en klik vervolgens op Afdrukken & faxen of Afdrukken & scannen. 2.
Opmerking Als de map voor de printer meerdere pictogrammen bevat, klikt u met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden en selecteert u Instellen als standaardprinter. Stap 6: Controleer of uw computer niet is verbonden met uw netwerk via een virtueel privé-netwerk (VPN). Een virtueel privé-netwerk is een computernetwerk dat gebruikmaakt van internet om een externe, veilige verbinding met het netwerk van een organisatie te bieden.
Hoofdstuk 9 Dan voorkomt de firewall mogelijk dat uw printer computers op uw netwerk laat weten waar het kan worden gevonden.
Opmerking Om van de geïntegreerde webserver (EWS) gebruik te kunnen maken, moet de printer zijn verbonden met een netwerk via een Ethernetverbinding of een draadloze verbinding. U kunt de geïntegreerde webserver niet gebruiken als de printer is aangesloten op een computer met een USB-kabel. De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Controleer de instellingen van het netwerk • Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-overkabel hebt gebruikt om de printer aan te sluiten op het netwerk.
Hoofdstuk 9 Controleer het IP-adres van de printer • Om het IP-adres van de printer te controleren, kunt u het IP-adres verkrijgen door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Raak de (rechterpijl:) aan, selecteer Configuratie, selecteer Netwerk en selecteer Netwerkinstellingen afdrukken. • Ping de printer met het IP-adres vanaf de commandolijn (Windows) of vanuit het netwerkhulpprogramma (Mac OS X).
Controleer de printkop en printcartridges • Controleer of de printkop en alle inktcartridges goed vastzitten in de juiste met kleuren gecodeerde sleuven. De printer kan niet werken als ze niet allemaal zijn geïnstalleerd. • Zorg dat de printkopvergrendeling goed is gesloten. Suggesties voor de installatie van de HP-software Controleer het computersysteem • Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt. Zie Systeemvereisten voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 ◦ • Zorg ervoor dat de printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de computers die gebruikmaken van de printer. ◦ Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het installatieprogramma in. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Het printerstatusrapport begrijpen Gebruik het printerstatusrapport om de huidige printerinformatie en de status van de inktcartridges te bekijken. Gebruik het printerstatusrapport ook als hulp bij het oplossen van problemen met de printer. Het printerstatusrapport bevat ook een log met recente gebeurtenissen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig om eerst het printerstatusrapport af te drukken.
Hoofdstuk 9 1. 2. Informatie over de printer: Toont printerinformatie (zoals printernaam, modelnummer, serienummer en versienummer van de firmware), de accessoires die zijn geïnstalleerd (zoals de accessoire voor dubbelzijdig afdrukken of de duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en accessoires wordt afgedrukt. Informatie over het inktsysteem: de geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld met behulp van meters), de onderdeelnummers en vervaldatums van de inktcartridges.
Opmerking Het reinigen kost inkt. Reinig de printkop daarom uitsluitend wanneer dit noodzakelijk is. Het reinigingsproces neemt een paar minuten in beslag. Dit proces kan wat geluid produceren. Plaats gewoon papier voordat u de printkop reinigt. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Als de printer niet correct wordt uitgeschakeld, kan dit problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie. De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel 1.
Hoofdstuk 9 De printkop uitlijnen vanuit de werkset (Windows) 1. Open de werkset. Zie De werkset openen voor meer informatie. 2. Op het tabblad Apparaatservices klikt u op het pictogram links van Printkoppen uitlijnen. 3. Volg de instructies op het scherm. De printkop uitlijnen vanuit het HP-hulpprogramma (Mac OS X) 1. Open Hulpprogramma's van HP. Zie HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie. 2. Klik in de sectie Informatie en ondersteuning op Printkop uitlijnen. 3.
4. Verwijder de printkop door deze voorzichtig op te tillen en uit de printer te trekken. 5. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de printkop opnieuw. 6. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken. Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de veiligheidspal omhoog laat, kan dit ertoe leiden dat de printcartridges niet juist zijn geplaatst, wat problemen bij het afdrukken kan geven.
Hoofdstuk 9 lossen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig deze pagina af te drukken voordat u belt. 1 2 3 4 4 5 1. 2. 3. 170 Algemene informatie: informatie over de huidige status en het type actieve verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de geïntegreerde webserver. 802.3 vast: Informatie over de actieve vaste netwerkverbinding, zoals het IPadres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de printer. 802.
4. Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen. • Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort 9100. Deze eigen TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort voor afdrukken. De poort is toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als HP-standaardpoort). • LPD: Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de programma’s voor spooling-services voor de line-printer die op verschillende TCP/IP systemen geïnstalleerd kunnen worden.
Hoofdstuk 9 Storingen verhelpen Soms loopt het afdrukmateriaal tijdens een afdruktaak vast. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • Papierstoringen verhelpen Papierstoringen voorkomen Papierstoringen verhelpen Een papierstoring kan optreden aan beide zijden van de printer of in de automatische documentinvoer. Let op Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u papierstoringen zo snel mogelijk oplossen.
Wanneer u het vastgelopen papier heeft gevonden, verwijdert u het voorzichtig uit de printer. Sluit de klep. 3. 4. 5. d. Plaats de duplexeenheid in de printer terug. Open de bovenklep en verwijder vuil. Als u het vastgelopen papier niet hebt gevonden en lade 2 hebt geïnstalleerd, trekt u de lade uit en verwijdert u, indien mogelijk, het vastgelopen papier. Zo niet, doe dan het volgende: a. Controleer of de printer is uitgeschakeld en verwijder de stekker uit het stopcontact. b.
Hoofdstuk 9 Een papierstoring in de automatische documentinvoer verhelpen 1. Til de kap van de automatische documentinvoer omhoog. 2. Til het lipje op de voorste rand van de automatische documentinvoer op. -ofDruk op het groene lipje in het midden van de automatische documentinvoer. 3. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan.
4. Als u in stap 2 op het groene lipje hebt gedrukt, trekt u dit nu weer op zijn plaats. 5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer. Papierstoringen voorkomen Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen. • • • • • • • • • • • • Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade. Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier. Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te bewaren.
Hoofdstuk 9 • • 176 Druk geen sterk verzadigde beelden op lichtgewicht papier af als u afdrukt op beide zijden van een pagina. Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie Onderhoud van de printer voor meer informatie.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Informatie over de garantie • Printerspecificaties • Wettelijk verplichte informatie • Programma voor milieubehoud • Licenties van derden Informatie over de garantie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard • Inktpatroon garantieinformatie Technische informatie 177
Bijlage A Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP-product Softwaremedia Printer Print- of inktcartridges Printkoppen (geldt alleen voor producten met printkoppen die door de klant kunnen worden vervangen) Accessoires Duur van beperkte garantie 90 dagen 1 jaar Tot het HP-cartridge leeg is of de "einde garantie"-datum (vermeld op de inktcartridge) is bereikt, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is.
Inktpatroon garantieinformatie De HP-cartridgegarantie is van toepassing wanneer het product gebruikt wordt in de aangewezen HP-printer. Deze garantie is niet van toepassing op HP-inktproducten die opnieuw zijn gevuld, die zijn gerecycled, gerepareerd, die verkeerd zijn gebruikt of waarmee is geknoeid. Tijdens de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet op is en het einde van de garantieperiode niet is bereikt.
Bijlage A Printerspecificaties Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Fysieke specificaties • • Productkenmerken en -mogelijkheden Specificaties processor en geheugen • Systeemvereisten • • Netwerkprotocolspecificaties Specificaties van de geïntegreerde webserver • Mediaspecificaties • • Afdrukspecificaties Kopieerspecificaties • Faxspecificaties • • Scanspecificaties Specificaties van webservices en website van HP • Omgevingsspecificaties • • Elektrische specificaties Geluidsspec
(vervolg) Functie Capaciteit Opmerking Niet alle cartridges worden in alle landen/regio's ondersteund. Printkoppen Eén printkop Levensduur benodigdheden Bezoek www.hp.com/go/learnaboutsupplies/ voor meer informatie over de geschatte levensduur van printcartridges. Printertalen HP PCL 3 Ondersteunde lettertypen Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG Times Italic, Universe, Universe Italic, Courier, Courier Italic, Letter Gothic, Letter Gothic Italic.
Bijlage A • Microsoft Windows XP Service Pack 3 of hoger (alleen 32-bits): Intel® Pentium® II , Celeron® of compatibele processor; 233 MHz of hoger; cd-rom-/dvd-station of internetverbinding, USB-poort, Internet Explorer 6.0 of hoger • Mac OS X v10.5, v10.6, v10.
Mediaspecificaties Gebruik deze tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal.
Bijlage A (vervolg) Papierformaat Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12 x 9,5 inch) Monarch-envelop (98 x 191 mm; 3,88 x 7,5 inches) Envelopkaart (111 x 152 mm; 4,4 x 6 inch) Envelop A2 (111 x 146 mm; 4,37 x 5,75 inches) Envelop DL (110 x 220 mm; 4,3 x 8,7 inches) Envelop C5 (162 x 229 mm; 6,4 x 9 inches) Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4 inch) Japanse envelop Chou #3 (120 x 235 mm; 4,7 x 9,3 inch) Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm; 3,5 x 8,1 inch) Kaarten Systeemkaart (76.
(vervolg) Papierformaat Lade 1 Lade 2 Duplexeenhei d ADF Fotoafdrukmateriaal (12,7 x 17,8 cm)* Fotoafdrukmateriaal (8 x 10 inch)* Fotopapier (8.5 x 11 inches) Foto L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inch) Foto 2L (127 x 178 mm)* 13 x 18 cm* Ander afdrukmateriaal Opmerking Speciale papierformaten definiëren vanuit de beeldbewerkingssoftware van HP is alleen beschikbaar op Mac OS X.
Bijlage A (vervolg) Lade Soort Gewicht Capaciteit Kaarten Maximaal 200 g/m2 Maximaal 80 kaarten (steekkaart 110 lb) Lade 2 Alleen gewoon papier 60 tot 105 g/m2 (16 tot 28 lb bankpost) Duplexeen heid Standaard en brochure Uitvoerlade Alle ondersteunde afdrukmaterialen Automatisc he documentin voer Alle ondersteunde afdrukmaterialen behalve fotopapier 60 tot 105 g/m2 Maximaal 250 vellen gewoon papier (25 mm of 1.
Afdrukmateriaal (1) Linkermarge (2) Rechtermarg e (3) Bovenmarge (4) Ondermarge U.S. Letter 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) Windows: 3,3 mm (0,13 inch), Macintosh en Linux: 12 mm (0,47 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 16,5 mm (0,65 inch) 16,5 mm (0,65 inch) U.S. Legal A4 U.S. Executive U.S.
Bijlage A • • Digitale zoom: van 25 tot 400% (verschilt per model) Aan pagina aanpassen, voorbeeldkopie Faxspecificaties • Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat. • Maximaal 110 snelkiesnummers (verschilt per model). • Geheugen van maximaal 120 pagina's (verschilt per model, volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vragen meer tijd en geheugen. • Fax handmatig verzenden en ontvangen.
Opmerking Het e-mailadres van de printer moet het enige adres zijn op de regel 'Aan' van het e-mailbericht. Ondersteunde bestandstypen: ◦ PDF ◦ HTML ◦ Standaard bestandsindelingen voor tekst ◦ Microsoft Word, PowerPoint ◦ Afbeeldingsbestanden, zoals PNG, JPEG, TIFF, GIF, BMP Opmerking Mogelijk kunt u nog andere bestandstypen gebruiken in combinatie met HP ePrint. Maar daarvan kan HP niet garanderen dat ze correct zullen functioneren samen met de printer omdat ze niet volledig zijn getest.
Bijlage A Geluidsspecificaties Snel afdrukken, geluidsniveaus per ISO 7779 HP Officejet Pro 8600 • Geluidsdruk (bij apparaat) • LpAm 57 (dBA) (mono Draft print) Geluidsvermogen LwAd 7,1 (BA) HP Officejet Pro 8600 Plus en HP Officejet Pro 8600 Premium • Geluidsdruk (bij apparaat) LpAm 56 (dBA) (mono Draft print) • Geluidsvermogen LwAd 7,0 (BA) Specificaties voor een geheugenapparaat Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Geheugenkaartspecificaties • USB-flashstations Geheugenkaartspecificatie
Wettelijk verplichte informatie De printer voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
Bijlage A FCC-verklaring FCC statement The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified that the following notice be brought to the attention of users of this product. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland Geräuschemission LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T.
Bijlage A De conformiteit wordt aangegeven door een van onderstaande conformiteitmarkeringen op het product: Voor producten zonder telecommunicatiefunctionaliteit en voor producten met EGgeharmoniseerde telecommunicatiefunctionaliteit zoals Bluetooth® met een vermogensklasse onder 10mW. Voor niet EG-geharmoniseerde telecommunicatieproducten (indien van toepassing wordt een 4-cijferig identificatienummer van de erkenningsinstantie gevoegd tussen het CE-merkteken en een !).
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone company. An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment.
Bijlage A Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique canadien/Notice to users of the Canadian telephone network Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil.
Wettelijke informatie inzake draadloze producten Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten: • • • • Blootstelling aan de straling van radiofrequenties Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië Kennisgeving voor gebruikers in Canada Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan Blootstelling aan de straling van radiofrequenties Exposure to radio frequency radiation Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits.
Bijlage A Wettelijk verplicht modelnummer Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer toegewezen. Het wettelijk verplichte modelnummer van uw product is SNPRC-1101-01. Het wettelijk verplichte modelnummer moet niet worden verward met de marketingnaam (HP Officejet Pro 8600 e-All-in-One serie) of het productnummer.
Programma voor milieubehoud Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden.
Bijlage A www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/ 200 English European Union Battery Directive This product contains a battery that is used to maintain data integrity of real time clock or product settings and is designed to last the life of the product. Any attempt to service or replace this battery should be performed by a qualified service technician.
Stroomverbruik Afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur van Hewlett-Packard met het ENERGY STAR®-logo voldoet aan de ENERGY STAR-vereisten van de Environmental Protection Agency van de VS voor beeldbewerkingsapparatuur. Op beeldbewerkingsproducten met de kwalificatie ENERGY STAR wordt het volgende merk weergeven: Energy Star is een in de VS gedeponeerd dienstmerk van de Amerikaanse EPA.
Bijlage A RoHS-kennisgevingen (alleen voor China) Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen RoHS-kennisgevingen (alleen voor Oekraïne) 202 Technische informatie
Licenties van derden LICENSE.aes-pubdom--crypto --------------------/* rijndael-alg-fst.c * * @version 3.0 (December 2000) * * Optimised ANSI C code for the Rijndael cipher (now AES) * * @author Vincent Rijmen * @author Antoon Bosselaers * @author Paulo Barreto * * This code is hereby placed in the public domain.
Bijlage A THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT. IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE SOFTWARE. LICENSE.
LibTomCrypt is public domain. As should all quality software be. All of the software was either written by or donated to Tom St Denis for the purposes of this project. The only exception is the SAFER.C source which has no known license status (assumed copyrighted) which is why SAFER,C is shipped as disabled. Tom St Denis LICENSE.md5-pubdom--jm_share_folder --------------------LibTomCrypt is public domain. As should all quality software be.
Bijlage A 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. 3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement: "This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment: "This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)" 4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from this software without prior written permission. For written permission, please contact openssl-core@openssl.org. 5.
Bijlage A notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. 3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment: "This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.
Copyright 2002 Sun Microsystems, Inc. ALL RIGHTS RESERVED. ECC cipher suite support in OpenSSL originally developed by SUN MICROSYSTEMS, INC., and contributed to the OpenSSL project. LICENSE.sha2-bsd--nos_crypto --------------------/* FIPS 180-2 SHA-224/256/384/512 implementation * Last update: 02/02/2007 * Issue date: 04/30/2005 * * Copyright (C) 2005, 2007 Olivier Gay * All rights reserved.
Bijlage A * * Disclaimer * * This source code is provided as is by Unicode, Inc. No claims are * made as to fitness for any particular purpose. No warranties of any * kind are expressed or implied. The recipient agrees to determine * applicability of information provided. If this file has been * purchased on magnetic or optical media from Unicode, Inc., the * sole remedy for any claim will be exchange of defective media * within 90 days of receipt.
The data format used by the zlib library is described by RFCs (Request for Comments) 1950 to 1952 in the files http://www.ietf.org/rfc/rfc1950.txt (zlib format), rfc1951.txt (deflate format) and rfc1952.txt (gzip format).
B HP-benodigdheden en accessoires Dit hoofdstuk biedt informatie over HP-benodigdheden en -accessoires voor de printer. De informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP (www.hpshopping.com) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website. Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Vervang alleen door cartridges met hetzelfde nummer als de inktcartridges die u wilt vervangen. Het nummer van de cartridge is terug te vinden op de volgende plaatsen: • In de geïntegreerde webserver als u klikt op het tabblad Hulpprogramma 's en u vervolgens onder Productinformatie klikt op Inktmeter. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. • • In het printerstatusrapport (zie Het printerstatusrapport begrijpen). Op het label van de inktcartridge die u gaat vervangen.
C Bijkomende faxinstallatie Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg) Colombia Griekenland India Indonesië Ierland Japan Korea Latijns-Amerika Maleisië Mexico Filippijnen Polen Portugal Rusland Saoedi-Arabië Singapore Spanje Taiwan Thailand V.S. Venezuela Vietnam Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij.
Bijlage C • Gespreksoproepen: Gespreksoproepen worden ontvangen op hetzelfde telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het ontvangen van faxoproepen met de printer. • Computermodem voor inbellen: Een computermodem voor inbellen staat op dezelfde telefoonlijn als de printer.
(vervolg) Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonne ment op specifie ke belsign alen Gespr eksop roepe n Computer modem voor inbellen Antwoord apparaat Voicem ailservi ce Aanbevolen installatiemethode fax belsignaal op dezelfde lijn Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreksen faxoproepen met computermo
Bijlage C Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Achteraanzicht van de printer 1 2 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
verstoren, zodat de printer goed kan communiceren met de telefoonlijn. (DSL wordt in uw land/ regio mogelijk ADSL genoemd.) Opmerking Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u met de printer geen faxberichten verzenden en ontvangen. Achteraanzicht van de printer 1 2 3 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer 3 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
Bijlage C Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen: • Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBXof een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Bijlage C Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen andere kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Achteraanzicht van de printer 1 3 2 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
3. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden: automatisch of handmatig: 4. • Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten automatisch. De printer kan in dit geval geen onderscheid maken tussen fax- en gespreksoproepen. Als u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u antwoorden voordat de printer de oproep beantwoordt.
Bijlage C 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de poort 1-LINE. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
De printer installeren met een computermodem voor inbellen Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze aanwijzingen om de printer te installeren. Achteraanzicht van de printer 1 3 2 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de poort 1-LINE. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Bijlage C 6. 7. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld in de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer. Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Bijlage C De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten Achteraanzicht van de printer 3 1 5 2 4 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. 3 Parallelle splitter 4 Computer met modem 5 Telefoon 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 6.
Bijlage C (vervolg) 4 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Bijlage C 4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 5.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten Achteraanzicht van de printer 2 3 1 6 7 5 4 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Bijlage C 4. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een antwoordapparaat 1 7 8 3 4 6 1 3 8 2 5 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Bijlage C De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider. Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-/ADSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
Bijlage C 3 Computer met modem 4 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3.
(vervolg) Nederland www.hp.nl/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Franstalig) www.hp.be/fr/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.com/it/faxconfig Installatie testfax U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen.
D Netwerkinstallatie U kunt de netwerkinstellingen voor de printer beheren via het bedieningspaneel van de printer, zoals is beschreven in het volgende gedeelte. Voor geavanceerde instellingen kunt u de geïntegreerde webserver gebruiken. De geïntegreerde webserver is een configuratie- en statushulpmiddel dat u kunt openen via een bestaande netwerkverbinding met de printer. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
• • De firewallinstellingen van de printer configureren De netwerkinstellingen herstellen De verbindingssnelheid instellen U kunt de snelheid wijzigen waarmee gegevens via het netwerk worden verzonden. De standaardinstelling is Automatisch. 1. Raak de (rechterpijl:) aan, raak Configuratie aan en raak vervolgens Netwerk aan. 2. Raak Geavanceerde installatie aan en vervolgens Verbindingssnelheid. 3. Raak het getal naast de verbindingssnelheid van uw netwerkhardware aan.
Bijlage D Nadat u een beleid hebt geconfigureerd, wordt dit pas geactiveerd als u klikt op Toepassen in de EWS. Firewallregels maken en gebruiken Via de firewallregels kunt u het IP-verkeer controleren. U gebruikt de firewallregels om IP-verkeer toe te staan of te verbieden op basis van IP-adressen en services. U kunt tot tien regels invoeren, waarbij u op elke regel hostadressen en services opgeeft, plus de gewenste actie voor deze adressen en services.
Beperkingen voor regels, sjablonen en services Houd bij het maken van firewallregels rekening met de volgende beperkingen voor regels, sjablonen en services. Nummer Limiet Maximum aantal regels. 10 (één standaardregel) Maximum aantal adressjablonen. 12 Maximum aantal door de gebruiker gedefinieerde adressjablonen. 5 Maximum aantal services dat kan worden toegevoegd aan een door de gebruiker gedefinieerde servicesjabloon.
Bijlage D • • De draadloze verbinding testen Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk • Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk Opmerking Zie Problemen met draadloze verbindingen oplossen als er problemen optreden bij het maken van verbinding met de printer. Tip Voor meer informatie over het draadloos configureren en gebruiken van de printer bezoekt u het Draadloos afdrukcentrum van HP (www.hp.com/go/wirelessprinting).
Printer configureren via de wizard Draadloos instellen De wizard Draadloze installatie biedt u een eenvoudige methode voor het installeren en het beheren van een draadloze verbinding met de printer via het bedieningspaneel van het apparaat. 1. Installeer de printerhardware. Raadpleeg de beknopte gebruikershandleiding of de installatieposter die bij uw printer is geleverd. 2. Raak op het bedieningspaneel van de printer achtereenvolgens de Configuratie aan en vervolgens Netwerk. 3.
Bijlage D 3. Raak wanneer hierom wordt gevraagd Pincode aan. De WPS-pincode verschijnt op het display. 4. Open het configuratiehulpprogramma voor de draadloze router of het draadloze toegangspunt, en voer de WPS-pincode in. Opmerking Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de router of het toegangspunt voor meer informatie over het gebruik van het configuratieprogramma. Wacht ongeveer twee minuten. Als de printer verbinding heeft gemaakt, stopt het lampje Draadloos met knipperen en blijft branden.
Mac OS X 1. Open HP hulpprogramma. Zie HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer informatie. 2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het hulpprogramma van HP. 3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het scherm. Ethernet-verbinding wijzigen in een USB- of Ethernet-verbinding Als u een draadloze verbinding wilt wijzigen in een USB- of een Ethernet-verbinding sluit u de USB- of Ethernet-kabel aan op de printer.
Bijlage D Hardwareadressen aan een draadloze router toevoegen (MAC-filter) MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloze router of draadloos toegangspunt (WAP) wordt geconfigureerd met een lijst met hardwareadressen (ook wel MAC-adressen genoemd) van apparaten die via de router toegang mogen krijgen tot het netwerk. Als de router hardwareadressen filtert, moet het hardwareadres van de printer aan de routerlijst met geaccepteerde hardwareadressen worden toegevoegd.
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk De volgende tips helpen de kans op storing in een draadloos netwerk te verminderen: • Houd de draadloze apparatuur verwijderd van grote metalen voorwerpen zoals archiefkasten en van elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze telefoons, omdat deze radiosignalen kunnen verstoren.
Bijlage D 1. Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer Instellingen, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens op Software. -ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Programma's en functies. 2. Selecteer de naam van de printer en klik op Wijzigen/Verwijderen of Installatie ongedaan maken/Wijzigen. Volg de instructies op het scherm. 3. 4. Koppel de printer los van de computer. Start de computer opnieuw op.
E Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Werkset (Windows) • HP-hulpprogramma (Mac OS X) • Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. Opmerking De werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten. De werkset openen 1.
Bijlage E Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: Over cookies • • De ingebouwde webserver openen Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek.
F Hoe kan ik? • Aan de slag • Afdrukken • Scannen • Kopiëren • Fax • HP Digital Solutions • Werken met printcartridges • Een probleem oplossen Hoe kan ik? 253
G Fouten (Windows) Faxgeheugen vol Als Back-up van faxontvangst of HP Digital Fax (Faxen naar pc of Faxen naar Mac) is ingeschakeld en de printer een probleem heeft (zoals een papierstoring), bewaart de printer binnenkomende faxen in het geheugen totdat het probleem is opgelost. Het geheugen van de printer kan echter vol raken met faxen die nog niet zijn afgedrukt of nog niet naar de computer zijn overgebracht. Los de problemen met de printer op om dit probleem op te lossen.
Printkop probleem De printkop ontbreekt, is niet gedetecteerd, niet goed geplaatst of niet compatibel. Probeer de volgende oplossingen als deze fout tijdens het installeren van de printer. Oplossing 1: Plaats de printkop opnieuw. Zie voor instructies De printkop opnieuw plaatsen Let op De printkoppen bevatten elektrische contactpunten die gemakkelijk kunnen worden beschadigd. Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem zich blijft voordoen nadat u de cartridge opnieuw hebt geplaatst.
Bijlage G Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten De elektrische contactpunten in de printer reinigen 1. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of flessenwater. 2. Reinig de elektrische contactpunten in de printer door met het doekje van boven naar onder te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig totdat er geen inkt meer op het doekje zit. 3. Wrijf het gebied droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat met de volgende stap.
Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Printer offline De printer is momenteel offline. Als de printer offline is, kan de printer niet worden gebruikt. Voer de volgende stappen uit om de status van de printer te controleren. 1. Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en Faxtoestellen of Apparaten en printers. -ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers. 2.
Bijlage G Tip Bij de meeste deuren en kleppen is een klik hoorbaar als ze volledig worden gesloten. Als het probleem blijft bestaan nadat u alle deuren en kleppen goed hebt dichtgedaan, neemt u contact op met HP-ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie. Er is een gebruikte inktcartridge geplaatst De inktcartridge die in het bericht wordt genoemd, is al eerder in een andere printer gebruikt.
Geplaatste cartridge is niet van HP HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet garanderen. Onderhoud of reparaties van de printer als het gevolg van het gebruik van benodigdheden van andere fabrikanten dan HP, vallen niet onder de garantie. Als u gelooft dat u originele HPinktcartridges had gekocht, gaat u naar de HP-website op www.hp.com/go/anticounterfeit voor meer informatie of om fraude te melden.
Bijlage G Alleen zwarte inkt gebruiken? De cartridges die in het bericht worden vermeld, zijn bijna leeg. Oplossingen: Als u in kleur wilt afdrukken, vervangt u de lege cartridges. Zie Printcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges. Als u tijdelijk alleen met zwarte inkt wilt afdrukken, klikt u op Alleen zwart. De printer vervangt de kleuren dan door grijswaarden. De lege cartridges moeten binnenkort worden vervangen.
Als u tijdelijk alleen met zwarte inkt wilt afdrukken, klikt u op Annuleren en verzendt u de afdruktaak opnieuw. Voordat de afdruktaak begint, verschijnt het bericht Alleen zwarte inkt gebruiken? De lege cartridges moeten binnenkort worden vervangen. Let op Verwijder de lege printcartridge niet om alleen in zwart/wit af te drukken. Zwarte inktpatroon vrijwel leeg De zwarte cartridge is bijna leeg. Oplossingen: Vervang de zwarte inktcartridge.
Index A aangepast papierformaat Mac OS X 46 aansluitingen, locatie 13 accessoires garantie 178 installeren 30 in stuurprogramma in- en uitschakelen 34 printerstatusrapport 166 achterpaneel illustratie 13 ADF (automatische documentinvoer originelen plaatsen 23 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 218 afbeeldingen onvolledig gevulde kopieën 124 zien er anders uit dan de originele scan 128 afdrukinstellingen afdrukkwaliteit 114 afdrukken afdrukkwaliteitrapport 118 details laatste fax 92 dubbe
Index computermodem gedeeld met fax (parallelle telefoonsystemen) 224 gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 232 gedeeld met fax en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 236 gedeeld met lijn voor gesprekken en modem (parallelle telefoonsystemen) 227 configuratie DSL (parallelle telefoonsystemen) 218 ISDN-lijn (parallelle telefoonsystemen) 220 PBX-systeem (parallelle telefoonsystemen) 220 Configureren firewall 159 D digitale camera's plaatsen van geheugenkaarten 29 donkere afbee
opnieuw afdrukken 76 opties opnieuw kiezen 87 papierformaat 78 parallelle telefoonsystemen 214 problemen oplossen 129 rapporten 90 specificaties 188 specifieke beltoon, patroon wijzigen 86 telefoonsnoer te kort 144 test is mislukt 130 test van de verbinding van het telefoonsnoer, mislukt 132 verkleining 78 verzenden 68 verzenden, problemen oplossen 136, 139, 143 faxen, testen installatie 239 faxen doorsturen 77 faxen ontvangen aantal beltonen voor opnemen 86 automatisch 74 doorsturen 77 faxnummers blokkeren
Index inktpatronen onderdeelnummers 212 ondersteund 180 installatie accessoires 30 antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 231 aparte faxlijn (parallelle telefoonsystemen) 218 computermodem (parallelle telefoonsystemen) 224 computermodem en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 236 faxen, met parallelle telefoonsystemen 214 gedeelde telefoonlijn (parallelle telefoonsystemen) 222 lade 2 31 lijn voor computermodem en gesprekken (parallelle telefoonsystemen) 227 module voor dubbelzijdig afdrukken 30 p
lettertypen, ondersteunde 181 lichte afbeeldingen, problemen oplossen kopieën 123 scans 129 lijnconditietest, fax 135 lijnen kopieën, problemen oplossen 123 scans, problemen oplossen 128, 129 log, fax afdrukken 92 luchtvochtigheidspecificaties 189 M Mac OS aangepast papierformaat 46 accessoires in- en uitschakelen in stuurprogramma 34 afdrukinstellingen 40 Foto´s afdrukken 44 Zonder rand afdrukken 48 Mac OS X Hulpprogramma van HP 251 marges instellen, specificaties 186 media Capaciteit invoerlade 24 select
Index modem gedeeld met lijninstallatie voor gesprekken 227 modeminstallatie 224 PBX-configuratie 220 soorten instellingen 215 patronen.
S scannen foutmeldingen 127 kwaliteit 127 langzaam 125 OCR 54 problemen oplossen 124 scanscherm 16 scanspecificaties 188 vanaf het printerbedieningspanee l 51 vanaf Webscan 53 scanner, glasplaat originelen laden 23 reinigen 35 scannerglasplaat locatie 12 scanscherm 16 scans verzenden problemen oplossen 124 voor OCR 54 scheef, problemen oplossen afdrukken 120 kopiëren 123 scannen 128 schoonmaken automatische documentinvoer 36 buitenkant 36 printkop 166 Secure Digital-geheugenkaart invoegen 29 seriële telefoo
Index TWAIN de bron kan niet worden geactiveerd 127 tweezijdig afdrukken 49 type verbinding wijzigen 246 U uitvoerlade locatie 12 ondersteunde afdrukmaterialen 186 USB-flashstations 190 USB-verbinding poort, locatie 12, 13 specificaties 180 V vegen, problemen oplossen kopieën 123 scannen 129 verbindingssnelheid, instellen 241 verkleinen van fax 78 verticale strepen op kopieën, problemen oplossen 123 vervaagde kopieën 122 vervaagde strepen op kopieën, problemen oplossen 123 verzenden, faxen geheugen, vanui
270