OFFICEJET PRO 8500A Gebruikershandleiding A910
HP Officejet Pro 8500A (A910) e-All-in-One serie Gebruikershandleiding
Copyright informatie © 2010 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Kennisgeving van HewlettPackard Company De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
Inhoudsopgave 1 Aan de slag Toegankelijkheid .....................................................................................................................10 Eco-Tips .................................................................................................................................11 De onderdelen van de printer kennen ..................................................................................... 11 Vooraanzicht ...................................................................
Brochures afdrukken ............................................................................................................... 35 Brochures afdrukken (Windows) .......................................................................................36 Brochures afdrukken (Mac OS X) .....................................................................................36 Afdrukken op enveloppen .......................................................................................................
Inhoudsopgave 6 Fax Een fax verzenden ..................................................................................................................59 Een standaardfax verzenden ............................................................................................59 Een standaardfax vanaf de computer verzenden .............................................................60 Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon ............................................................
7 Web HP Apps .................................................................................................................................85 Marketsplash van HP .............................................................................................................. 86 8 Werken met printcartridges Informatie over printcartridges en de printkoppen ..................................................................87 De geschatte inktniveaus bekijken ...............................................
Inhoudsopgave Problemen met de papierinvoer oplossen ............................................................................113 Problemen met het kopiëren oplossen .................................................................................115 Er kwam geen kopie uit ..................................................................................................115 Kopieën zijn blanco .........................................................................................................
Uw firewall zo configureren dat deze kan samenwerken met printers ..................................151 Problemen met het printerbeheer oplossen ..........................................................................153 De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend .................................................153 Installatieproblemen oplossen ..............................................................................................154 Suggesties voor hardware-installatie ....................
Inhoudsopgave Wettelijk verplichte informatie ...............................................................................................178 FCC-verklaring ................................................................................................................ 179 Kennisgeving voor gebruikers in Korea ..........................................................................179 VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan ...............................
C Bijkomende faxinstallatie Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) .......................................................................201 De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor ..........................................202 Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) .....................205 Situatie B: De printer configureren voor DSL ..................................................................
Inhoudsopgave E Hulpprogramma's printerbeheer HP-printersoftware (Windows) ..............................................................................................237 HP-hulpprogramma (Mac OS X) ...........................................................................................237 Geïntegreerde webserver .....................................................................................................237 Over cookies .........................................................................
1 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Meer informatie over de toegankelijkheid van deze printer en het streven van HP naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op www.hp.com/ accessibility. Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op www.apple.com/accessibility. Eco-Tips HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
Hoofdstuk 1 Vooraanzicht 13 12 3 1 4 2 10 11 5 6 12 7 8 9 1 Automatische documentinvoer (ADF) 2 Scannerglasplaat 3 Bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit) 4 Scherm van het bedieningspaneel (verschilt afhankelijk van het printermodel dat u bezit) 5 Uitvoerlade 6 Verlengstuk van uitvoerlade 7 Breedtegeleiders 8 Lade 1 9 Lade 2 (beschikbaar bij sommige modellen) 10 USB (Universal serial bus)-poort voorzijde (geschikt voor PictBridge) 11 Geheug
Ruimte voor printerbenodigdheden 5 3 4 2 1 1 Inktcartridgeklep 2 Inktcartridges 3 Toegangsklep wagen 4 Printkopvergrendeling 5 Printkoppen Achteraanzicht 1 5 2 3 4 1 Stroomaansluiting 2 Ethernet-poort 3 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan 4 Faxpoorten (1-LINE en 2-EXT) De onderdelen van de printer kennen 13
Hoofdstuk 1 (vervolg) 5 Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • Overzicht knoppen en lampjes Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel Printerinstellingen wijzigen Overzicht knoppen en lampjes In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een korte beschrijving van de functies op het bedieningspaneel voor elk printermodel.
(vervolg) Label Naam en beschrijving 6 Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of sluit u instellingen af. 7 Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's. 8 Knop Terug: raak deze knop aan om terug te keren naar het vorige menu. 9 Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's.
Hoofdstuk 1 Pictogrammen op het scherm van het bedieningspaneel Pictogram Doel Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat. Dit pictogram geeft aan dat een draadloze netwerkverbinding bestaat. De signaalsterkte wordt aangegeven door het aantal kromme lijntjes. Dit is voor de infrastructuurmodus. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor meer informatie. Dit pictogram geeft aan dat ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer informatie.
(vervolg) Pictogram Doel Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om met HP Apps te werken. Zie HP Apps voor meer informatie. Hiermee geeft u het fotoscherm weer dat u kunt gebruiken om opties voor foto's te selecteren. Hiermee geeft u het configuratiescherm weer dat u kunt gebruiken om rapporten te maken, faxinstellingen en onderhoudsinstellingen te wijzigen en toegang te krijgen tot het Help-scherm.
Hoofdstuk 1 (vervolg) Pictogram Doel Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen. Zie De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) voor meer informatie. Officejet Pro 8500A (alleen A910a-f) Printerinstellingen wijzigen Gebruik het bedieningspaneel om de modus en instellingen van de printer te wijzigen, rapporten af te drukken of hulp op te vragen voor de printer.
Printerinstellingen wijzigen Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in het menu Instellingen: 1. Raak rechterpijl aan en raak vervolgens Instellingen aan. 2. Raak de pijltjestoetsen aan om door de menu's te bladeren. 3. Raak de menu-items aan om menu's of opties te selecteren. Opmerking Gebruik de knop om terug te keren naar het vorige menu.
Hoofdstuk 1 Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn. HP Brochurepapier HP Superior inkjetpapier HP Helderwit inkjetpapier HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren.
Ga naar www.hp.com/buy/supplies om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Selecteer desgevraagd uw land of regio, volg de aanwijzingen om uw printer te selecteren en klik vervolgens op een van de links voor het doen van bestellingen op de pagina. Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
Hoofdstuk 1 Tips voor de keuze en het gebruik van media Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden. • • • • • Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie. Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische documentinvoer (ADF) (alleen bepaalde modellen). Zorg ervoor dat bij het laden van de lades of de ADF (alleen op bepaalde modellen) het papier juist geplaatst wordt.
3. Sluit de klep. Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen U kunt een enkelzijdig document met een enkele pagina of meerdere pagina's van A4of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door het document in de automatische invoerlade te plaatsen. Let op Geen foto's laden in de ADF; daarmee kunnen uw foto's beschadigd raken. Opmerking Dubbelzijdige documenten van Legal-formaat kunnen niet worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de ADF.
Hoofdstuk 1 2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand van het medium komen. Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt. Afdrukmateriaal plaatsen Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
3. Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterzijde van de hoofdlade. Controleer of de stapel goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet over de lijnmarkering in de lade hangt. Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst. 5. Klap de uitvoerlade naar beneden. 6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Hoofdstuk 1 3. Plaats enveloppen volgens de afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de lade aangeeft. Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst. 5. Klap de uitvoerlade naar beneden. 6. Trek het verlengstuk van de lade eruit. Kaarten en fotopapier plaatsen Kaarten en fotopapier plaatsen Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
5. Klap de uitvoerlade naar beneden. 6. Trek het verlengstuk van de lade eruit. Transparanten plaatsen Transparanten plaatsen 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten. Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de invoerlade dan uit. 3. Voer de transparanten in met de ruwe zijde, of afdrukzijde, omlaag langs de rechterzijde van de hoofdlade.
Hoofdstuk 1 Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen Kaarten en fotopapier plaatsen Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies. Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund door de printer. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie. 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten. Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de invoerlade dan uit. 3.
Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer informatie over de ondersteunde geheugenkaarten. Een geheugenkaart plaatsen 1. Houd de geheugenkaart met het etiket naar boven en de contactpunten in de richting van de printer. 2. Plaats de geheugenkaart in de desbetreffende kaartsleuf. Opmerking U kunt niet meer dan een geheugenkaart in de printer plaatsen. Een opslagapparaat aansluiten 1.
Hoofdstuk 1 De duplexeenheid installeren U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor informatie over het gebruik van de duplexeenheid. Zo installeert u de duplexeenheid. Ÿ Schuif de duplexeenheid in de printer totdat de eenheid vastklikt. Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Accessoires inschakelen in het printerstuurprogramma • • Accessoires inschakelen op computers met Windows Accessoires inschakelen op computers met Macintosh Accessoires inschakelen op computers met Windows 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten. -ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen. 3.
Hoofdstuk 1 3. Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije doek. Let op De glasplaat van de scanner alleen reinigen met een glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen achterlaten op de glasplaat.
reinigen. Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep. De rollers of het scheidingskussen reinigen 1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader. 2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1). Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3). 2 3 1 1 Klep van de automatische documentinvoer 2 Rollen 3 Scheidingskussen 3.
2 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten, zie Afdrukmateriaal selecteren.
Opmerking U kunt overal vandaan afdrukken door de functie ePrint van HP te gebruiken. Zie HP ePrint voor meer informatie. Volg de instructies voor uw besturingssysteem. • • Documenten afdrukken (Windows) Documenten afdrukken (Mac OS X) Documenten afdrukken (Windows) 1. 2. 3. 4. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Hoofdstuk 2 Brochures afdrukken (Windows) Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP-software. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem. • • Afdrukken op enveloppen (Windows) Afdrukken op enveloppen (Mac OS X) Afdrukken op enveloppen (Windows) 1. 2. 3. 4. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te wijzigen.
Hoofdstuk 2 Foto's afdrukken op fotopapier (Windows) 1. 2. 3. 4. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de optie om het dialoogvenster Eigenschappen van de printer te openen.
Zie Een geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie over het gebruik van geheugenapparaten. Let op Als u een geheugenkaart probeert te verwijderen terwijl de printer bezig is met het lezen van gegevens, kunnen de bestanden op de kaart beschadigd raken. U kunt een kaart alleen veilig verwijderen als het statuslampje niet knippert. Plaats bovendien nooit meer dan één geheugenkaart of opslagapparaat tegelijk omdat ook hierdoor de bestanden op de kaart of in het apparaat beschadigd kunnen raken.
Hoofdstuk 2 de camera de paginalay-out, het aantal kopieën en andere afdrukinstellingen identificeren. De printer ondersteunt de DPOF-indeling 1.1 (Digital Print Order Format). Dit betekent dat u de foto's niet opnieuw hoeft te selecteren als u ze wilt afdrukken. Als u foto's wilt afdrukken die met de camera zijn geselecteerd, gelden de afdrukinstellingen van de printer niet. De DPOF-instellingen voor paginalay-out en aantal kopieën krijgen dan voorrang op die van de printer.
4. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten. 5. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten. Aangepaste formaten instellen (Mac OS X) 1. 2. 3. 4. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken. Selecteer de gewenste printer in het pop-upmenu Formaat voor.
Hoofdstuk 2 Documenten zonder rand afdrukken (Mac OS X) Opmerking Volg deze aanwijzingen om het afdrukken zonder rand in te schakelen. Mac OS 10.6. Klik onder Papiersoort/kwaliteit op Afdrukken zonder rand om dit selectievakje in te schakelen en pas de instelling Uitbreiding zonder rand naar wens aan. 1. 2. 3. 4. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Klik in het menu Archief van het programma op uw computer op Print.
Opmerking Het printerstuurprogramma ondersteunt geen dubbelzijdig afdrukken. Voor dubbelzijdig afdrukken moet een HP-accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn geïnstalleerd. Een duplexeenheid is standaard aanwezig op alle modellen van de HP Officejet Pro 8500A (A910) e-All-in-One serie-printer.
3 Scannen U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een computer. U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Scannen naar een computer Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer Gebruik deze stappen om vanuit het bedieningspaneel te scannen. 1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat leggen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. 2. Raak Scannen aan en selecteer Computer.
Hoofdstuk 3 3. Raak Scannen aan en selecteer vervolgens Geheugenapparaat. 4. Raak Documenttype aan om het documenttype te selecteren dat u wilt opslaan. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties. 5. Raak Scan starten aan. Scannen met Webscan Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt geïnstalleerd.
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan converteren: ƕ De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld. ƕ De tekst is te klein. ƕ De structuur van het document is te complex. ƕ De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
4 HP Digital Solutions De printer omvat een verzameling digitale oplossingen die u kunnen helpen om uw werk te vereenvoudigen en te stroomlijnen.
e-mail—allowing you to receive important faxes from anywhere while working away from the office. Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee bespaart u geld op papier en inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval. Vereisten Zorg voordat u de digitale oplossingen instelt het volgende bij de hand hebt: Voor alle HP Digital Solutions • Een netwerkverbinding De printer kan zijn verbonden via een draadloze verbinding of met een Ethernetkabel.
Hoofdstuk 4 Voor Scannen naar e-mail, Fax naar e-mail Opmerking: Als u de HP Officejet Pro 8500A (A910a-f) gebruikt, kunt u alleen gebruikmaken van de opties Scannen naar netwerkmap en Fax naar netwerkmap. Zie Het modelnummer van de printer vinden om na te gaan wat het modelnummer van uw printer is. • • • Een geldig e-mailadres Uitgaande SMTP-serverinformatie Een actieve internetaansluiting.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • Scannen-naar-netwerkmap instellen Scannen naar e-mail instellen Scannen-naar-netwerkmap instellen U kunt maximaal 10 doelmappen configureren voor elke printer. Opmerking Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map die u gebruikt op een netwerkcomputer aangemaakt en geconfigureerd hebben. U kunt geen map maken vanaf het bedieningspaneel van het HPapparaat.
Hoofdstuk 4 Ingebouwde webserver (EWS) 1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Home in het vak Configuratie op Netwerkmappen instellen. 3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking U kunt de scaninstellingen aanpassen voor elke doelmap. 4. Nadat u de vereiste gegevens over de netwerkmap hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt.
Stap 1: Stel de profielen voor uitgaande e-mail in Als u het profiel voor uitgaande e-mail wilt instellen, dat wordt gebruikt door de printer, voert u de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem. Windows 1. Start de HP-printersoftware. Zie HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Dubbelklik op Scantaken en dubbelklik vervolgens op Wizard Scannen naar email. 3. Klik op Nieuw en volg de aanwijzingen op het scherm.
Hoofdstuk 4 Stap 2: Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek Als u e-mailadressen aan het e-mailadresboek wilt toevoegen, voert u de volgende stappen uit: 1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Scannen op E-mail adresboek. 3. Klik op Nieuw als u één e-mailadres wilt toevoegen. -OfKlik op Groep als u een e-maildistributielijst wilt maken.
Windows 1. Start de HP-printersoftware. 2. Dubbelklik op Faxtaken en dubbelklik vervolgens op Digital Fax Setup Wizard. 3. Volg de instructies op het scherm. Opmerking Nadat u HP Digital Fax hebt ingesteld, kunt u de geïntegreerde webserver van de printer gebruiken om de instellingen van HP Digital Fax te bewerken.
Hoofdstuk 4 Opmerking De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het netwerkverkeer en de verbindingssnelheid. Naar e-mail scannen gebruiken Opmerking Als u de HP Officejet Pro 8500A (A910a-f) gebruikt, kunt u alleen gebruikmaken van de opties Scannen naar netwerkmap en Fax naar netwerkmap. Zie Het modelnummer van de printer vinden om na te gaan wat het modelnummer van uw printer is. 1.
5 Kopiëren U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten- en formaten. Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Hoofdstuk 5 • • Instellingen lichter/donkerder Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken. Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige job te wijzigen 1. Raak Kopiëren aan. 2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen. 3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
6 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Hoofdstuk 6 Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden. Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK. 6. Klik op Afdrukken of OK. 7. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen. Mac OS X 1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer. 2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken. 3. Selecteer de printer met “(Fax)” in de naam. 4.
Hoofdstuk 6 4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden. 5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start kleur aan. Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden.
Hoofdstuk 6 5. Geef het faxnummer op door het toetsenblok te gebruiken, raak het pictogram (Snelkiezen) aan om een snelkiesnummer te selecteren of raak (Belgeschiedenis) aan om een nummer te selecteren dat u al eerder hebt geselecteerd of ontvangen. 6. Raak Fax starten aan. De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden. Een geplande fax annuleren 1. Raak het bericht Fax later verzenden op het scherm aan.
Als u ECM uitschakelt, moet u met het volgende rekening houden. Wanneer u ECM uitschakelt: • • • De kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen worden beïnvloed. De Faxsnelheid wordt automatisch ingesteld op Normaal. U verzendt of ontvangt geen kleurenfaxen meer. De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel 1. Ga naar het beginscherm, raak rechterpijl aan en selecteer vervolgens Installatie. 2.
Hoofdstuk 6 Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken. U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze: • • Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort) Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten Een fax handmatig ontvangen 1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade. 3.
(vervolg) die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd. Off (Uitschakelen) Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Hoofdstuk 6 3. Raak Hulpprogramma's of Faxhulpprogramma's aan en selecteer vervolgensFaxen in het geheugen opnieuw afdrukken. De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz. 4. Raak Annuleren aan als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen.
5. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed. Herhaal dit voor elk van de volgende opdrachten: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd. 6. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen. Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op.
Hoofdstuk 6 faxoproep vergelijkt de printer het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.) Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen/regio's ondersteund.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met ongewenste nummers verwijderen. Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen 1. Raak de rechterpijl aan en selecteer vervolgens Instellingen. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie. 3. Raak pijl omlaag aan en selecteer vervolgens Faxnummerblokkering of Setup Geblokkeerde faxnummers. 4.
Hoofdstuk 6 Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac • De beheerderscomputer waarmee de functie Fax naar pc of Fax naar Mac is geactiveerd, moet altijd aan staan. Er kan maar één computer fungeren als de beheerderscomputer voor Fax naar pc of Fax naar Mac.
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer. Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak (pijl naar rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie. 2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan. 3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen.
Hoofdstuk 6 Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen. Snelkiesgroepen instellen Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één snelkiesnummer hebben ingesteld. 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer rechterpijl aan en raak vervolgens Configuratie aan. 2. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen. 3. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan. 4.
Hoofdstuk 6 3. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen. 4. Raak Snelkieslijst afdrukken aan. Faxinstellingen wijzigen Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
De antwoordmodus instellen 1. Raak Configuratie aan. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie. 3. Raak Automatisch beantwoorden aan en selecteer vervolgens Aan of Uit. Wanneer Automatisch antwoorden Aan staat, beantwoordt de printer de oproepen automatisch. Wanneer Automatisch antwoorden Uit staat, worden oproepen niet beantwoord door het apparaat.
Hoofdstuk 6 Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen. Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen.
Opties opnieuw kiezen instellen Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen. • • Opnieuw zenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch opnieuw als de lijn bezet is.
Hoofdstuk 6 Het faxgeluidsvolume instellen Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken. Het geluidsvolume voor faxen instellen 1. Raak de rechterpijl aan en selecteer vervolgens Instellingen. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basis faxinstallatie. 3. Raak Geluidsvolume fax aan. 4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij. Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt.
Hoofdstuk 6 • • Een rapport beller-ID's afdrukken De belgeschiedenis weergeven Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen). De standaardinstelling voor faxbevestiging is Off (Uitschakelen).
Foutrapporten voor faxen afdrukken U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt. De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten 1. Raak de rechterpijl aan en selecteer vervolgens Instellingen. 2. Raak Faxinstallatie aan, raak de pijl omlaag aan en selecteer vervolgens Faxrapporten. 3. Raak Faxfoutrapport aan. 4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Hoofdstuk 6 Druk de details van de laatste faxtransactie af. Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus. Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken 1. Raak de rechterpijl aan en selecteer vervolgens Instellingen. 2. Raak Faxinstallatie aan, raak de pijl omlaag aan en selecteer vervolgens Faxrapporten. 3. Raak Laatste transactie aan.
7 Web De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken...en dat allemaal zonder een computer te gebruiken. Bovendien kunt u een webservice (Marketsplash van HP) gebruiken om professioneel marketingmateriaal te maken en af te drukken.
Hoofdstuk 7 Marketsplash van HP Stimuleer de groei van uw bedrijf met de hulpprogramma's en services van HP op internet om professioneel marketingmateriaal te maken en af te drukken. Met Marketsplash kunt u het volgende doen: • • • U kunt snel en gemakkelijk fantastische professionele brochures, flyers, visitekaartjes en nog veel meer maken. Kies uit duizenden aanpasbare sjablonen die zijn gemaakt door bekroonde grafisch ontwerpers.
8 Werken met printcartridges Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit deel vindt u richtlijnen voor het hanteren van printcartridges, instructies voor het vervangen van printcartridges en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop.
Hoofdstuk 8 • • Wees voorzichtig bij het oppakken en vervoeren van inktcartridges. Als u de cartridges laat vallen of ergens tegenaan laat botsen of als u de cartridges verkeerd behandelt tijdens de installatie, kunnen er tijdelijke afdrukproblemen ontstaan. Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer lekt of dat de printer beschadigd raakt: ƕ Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt door te drukken op de (Aan/uit).
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels. Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de oude printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode buiten de printer. Dit kan leiden tot schade aan zowel de printer als de printcartridge. De inktcartridges vervangen Gebruik deze stappen om de printcartridges te vervangen. 1. Trek de klep van de inktpatroon voorzichtig naar voren. 2.
Hoofdstuk 8 4. Plaats de inktpatroon ter hoogte van de sleuf met de bijbehorende kleurcode en bevestig de patroon in de sleuf. Druk de inktpatroon goed op zijn plaats. 5. Sluit de klep van de inktpatroon. Printerbenodigdheden bewaren Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • Inktcartridges bewaren Printkoppen bewaren Inktcartridges bewaren Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten.
9 Een probleem oplossen De informatie in Een probleem oplossen geeft oplosingen op veel voorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en de oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan een van de volgende ondersteunende services te gebruiken voor hulp.
Hoofdstuk 9 Zie Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie. 3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en taal. Zie Telefonische ondersteuning van HP voor meer informatie. Elektronische ondersteuning krijgen Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan op www.hp.com/support.
Voordat u belt Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de printer zit.
Hoofdstuk 9 Zie www.hp.com/support voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning. www.hp.
Na de periode van telefonische ondersteuning Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning, kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Help is mogelijk ook beschikbaar via de website voor online ondersteuning van HP: www.hp.com/support. Neem contact op met uw HP leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
Hoofdstuk 9 • • • • Het afdrukken duurt lang Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst De printer wordt onverwacht uitgeschakeld Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend wisselstroomstopcontact. Zie Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd De Pindividuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt.
Hoofdstuk 9 De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit evalueren Druk een pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit af. Op basis hiervan kunt u beter bepalen of het nodig is om onderhoudsprogramma's uit te voeren om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren. Zie De diagnostische zelftestpagina begrijpen voor meer informatie. Controleer de marge-instellingen Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren.
Hoofdstuk 9 Controleren welk type afdrukmateriaal in de printer is geplaatst • Controleer of de lade geschikt is voor de geladen papiersoort. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie. • Controleer of u in het printerstuurprogramma de lade hebt geselecteerd die de gewenste materiaalsoort bevat.
De inkt wordt uitgesmeerd Controleer de afdrukinstellingen • Bij het afdrukken van documenten waarvoor veel inkt wordt gebruikt, moet u wat langer wachten voordat u de afdrukken vastpakt. Dit is met name van belang voor transparanten. Selecteer in het printerstuurprogramma de afdrukkwaliteit Beste. Verleng ook de droogtijd voor de inkt en verlaag de inktverzadiging met het inktvolume. U vindt deze instellingen bij de geavanceerde functies (Windows) of inktfuncties (Mac OS).
Hoofdstuk 9 Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt Controleer de afdrukinstellingen Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma. Open de HP-software die bij de printer is geleverd, klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer vervolgens Uit in het menu Afdrukken in grijstinten. De verkeerde kleuren worden afgedrukt Controleer de afdrukinstellingen Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Stop al het papier dat u niet hebt gebruikt terug in de originele verpakking en verzegel de zak wanneer u klaar bent met afdrukken. Hierdoor krult het fotopapier niet. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie. Gebruik een hogere afdrukkwaliteit Controleer de instelling van de afdrukkwaliteit en zorg dat deze niet te laag is ingesteld.
Hoofdstuk 9 Controleer de marge-instellingen Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen. Zie Minimummarges instellen voor meer informatie. Controleer de kleurinstellingen Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma. Onderhoud van de printkoppen Als tekens onvolledig worden afgedrukt of er strepen zijn op afdrukken, zijn de inktsproeiers misschien verstopt. In dat geval moet u de printkoppen reinigen.
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken Gebruik de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit om problemen vast te stellen die de afdrukkwaliteit van het apparaat beïnvloeden. Aan de hand hiervan kunt u bepalen of u printeronderhoudsprogramma's moet uitvoeren om de afdrukkwaliteit van uw afdrukken te verbeteren. U kunt op deze pagina ook de informatie over het inktniveau en de status van de printkoppen bekijken.
Hoofdstuk 9 1 2 3 4 1 Informatie over de printer: er wordt informatie weergegeven over de printer (zoals het printermodelnummer, het serienummer en de versie van de firmware), informatie over het aantal afgedrukte pagina's vanuit de lades en de duplex-eenheid en informatie over het inktniveau en de status van de printkoppen. Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen.
De printkoppen uitlijnen Nadat u een printkop hebt vervangen, worden de printkoppen automatisch uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te optimaliseren. Als de lijnen van testpatroon 1 op de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit echter niet recht en met elkaar verbonden zijn, kunt u het uitlijnproces handmatig starten. Zie De diagnostische zelftestpagina begrijpen voor meer informatie. Opmerking Plaats gewoon papier voordat u de cartridges uitlijnt. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 Opmerking Het reinigen kost inkt. Reinig de printkoppen daarom uitsluitend wanneer dit noodzakelijk is. Het reinigingsproces neemt een paar minuten in beslag. Dit proces kan wat geluid produceren. Plaats gewoon papier voordat u de cartridges reinigt. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. • • • • Bedieningspaneel: Druk opInstallatie, selecteer Tools, en selecteer vervolgens Printkop reinigen.
3. Til de printkopgrendel omhoog. 4. Hef de hendel van de printkop (die overeenkomt met het bericht op het bedieningspaneel) omhoog en gebruik deze om de printkop uit de sleuf te trekken. 5. Gebruik hiervoor schoon, droog en zacht reinigingsmateriaal zonder rafels. Geschikte materialen zijn o.a. papieren koffiefilters en reinigingsdoekjes voor ooglenzen. Let op Gebruik geen water.
Hoofdstuk 9 6. Veeg de elektrische contacten op de printkop schoon, maar raak de sproeier hierbij niet aan. Opmerking De elektrische contacten zien eruit als koperkleurige vierkantjes, die op één vlak van de printkop zijn gegroepeerd. De sproeiers bevinden zich op een ander vlak van de printkop. Op de sproeiers is inkt te zien. Let op Het aanraken van de sproeiers kan permanente beschadiging van de sproeiers veroorzaken. Let op Inkt kan permanente vlekken op kleding achterlaten. 7.
11. Herhaal de stappen, indien nodig, voor de andere printkoppen. 12. Trek de printkopvergrendeling helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat de grendel op de juiste manier wordt vastgezet. Mogelijk moet u enige druk uitoefenen om de grendel vast te zetten. 13. Sluit de bovenste klep. 14. Als het bericht op het bedieningspaneel blijft staan, herhaal dan de reinigingsprocedure voor de printkop die overeenstemt met het bericht. 15.
Hoofdstuk 9 4. Til de hendel van een printkop omhoog en gebruik deze om de printkop uit de sleuf te trekken. 5. Schud de printkop terwijl hij nog in de verpakking zit minstens zes keer op en neer voordat u de printkop installeert.
6. Haal de nieuwe printkop uit de verpakking en verwijder de oranje beschermkapjes. Let op Printkoppen niet schudden als de dopjes zijn verwijderd. 7. Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop (het label op de printkop moet overeenkomen met het label op de printkopgrendel). Druk de printkop goed op zijn plaats. 8. Trek de printkopvergrendeling helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat de grendel op de juiste manier wordt vastgezet.
Hoofdstuk 9 • • Wanneer u dun speciaal afdrukmateriaal gebruikt, moet u controleren of de lade volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar is in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier van hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden makkelijker opgenomen als de lade vol is.
• • Bij gebruik van dikke speciale dragers (zoals brochurepapier) moet u de dragers zodanig laden dat de lade tussen 1/4 en 3/4 vol is. Plaats de dragers indien nodig bovenop ander papier met hetzelfde formaat, zodat de hoogte van de stapel in die grootteorde is. Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en efficiency. Problemen met het kopiëren oplossen Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u HP-ondersteuning voor meer informatie over HP-ondersteuning.
Hoofdstuk 9 Kopieën zijn blanco • • • Controleer het afdrukmateriaal Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van HewlettPackard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie Mediaspecificaties voor meer informatie. Controleer de instellingen Het contrast is mogelijk te licht ingesteld. Raak op het bedieningspaneel van de printer Kopie aan, raak Lichter Donkerder aan en gebruik vervolgens de pijltjestoetsen om donkerdere kopieën in te stellen.
Kopieerkwaliteit is slecht • • • Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren ƕ Gebruik goede originelen. ƕ Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het materiaal niet goed is geladen, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie. ƕ Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen. Controleer de printer ƕ Mogelijk is de scannerklep niet goed dicht.
Hoofdstuk 9 • • Grote, zwarte lettertypes zien er vlekkering (niet egaal) uit De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie. Horizontale, korrelige of witte banden in de licht- en middelgrijze zones De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Scanner reageerde niet • • Controleer het origineel Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. Controleer de printer De printer start mogelijk op uit de modus Stroombesparing na een periode inactiviteit, waardoor de verwerking tijdelijk wordt vertraagd. Wacht tot de printer in de status GEREED komt.
Hoofdstuk 9 Tekst kan niet worden bewerkt • • Controleer de instellingen ƕ Zorg ervoor dat de OCR-software is ingesteld op het bewerken van tekst. ƕ Als u het origineel scant, zorg er dan voor dat u een documentsoort selecteert dat bewerkbare documenten oplevert. Als de tekst werd gecategoriseerd als afbeelding, wordt deze niet omgezet in tekst. ƕ Uw OCR-programma is mogelijk verbonden met een tekstverwerkingsprogramma dat geen OCR-taken uitvoert.
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht Het origineel is een kopie van een foto of afbeelding Opnieuw afgedrukte foto's, zoals foto's in kranten of tijdschriften, worden afgedrukt met kleine inktpuntjes die een interpretatie geven van de originele foto. De kwaliteit van de foto gaat hierbij achteruit. Vaak vormen de inktpunten ongewenste patronen die kunnen worden gedetecteerd als de afbeelding wordt gescand of afgedrukt of als de afbeelding op het scherm verschijnt.
Hoofdstuk 9 ƕ ƕ ƕ ƕ Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het papier niet goed op de glasplaat is geplaatst, kan dit scheeftrekken, wat onduidelijke afbeeldingen oplevert. Ga voor meer informatie naar Een origineel op de glasplaat leggen. Pas de instellingen in de HP-software aan op basis van de manier waarop u de gescande pagina wilt gebruiken. Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen. Reinig de glasplaat van de scanner.
Indien u faxproblemen ondervindt, kunt u een faxtestrapport afdrukken om de status van de printer te controleren. De test mislukt als de printer niet goed is ingesteld voor faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen. Zie Installatie testfax voor meer informatie. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor informatie over het oplossen van de aangetroffen problemen. Raadpleeg De faxtest is mislukt voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 • • • Als u de test vanuit de wizard Faxconfiguratie (Windows) of HP Hulpconfiguratieprogramma (Mac OS X) uitvoert, controleert u of de printer niet met een andere taak bezig is, zoals het ontvangen van een fax of het maken van een kopie. Controleer of op het scherm van de een bericht wordt weergegeven met de melding dat de printer bezet is. Als het apparaat bezig is, wacht u totdat het apparaat niet meer actief is en alle bewerkingen zijn voltooid en voert u de test opnieuw uit.
• • Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand.
Hoofdstuk 9 • • Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
• • Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
Hoofdstuk 9 • • Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
• • Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Hoofdstuk 9 Oplossing: • Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
• • • • • Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer nogmaals te faxen.
Hoofdstuk 9 De printer heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax Oplossing: Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met de printer: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Griekenland, India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico, Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan, Thailand, V.S.
De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden Oplossing: • Als u geen service voor speciale belsignalen gebruikt, controleert u of de functie Specifiek belsignaal op de printer is ingesteld op Alle beltonen. Zie Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen voor meer informatie. • Indien Automatisch antwoorden is ingesteld op Off (Uitschakelen), moet u handmatig faxen ontvangen, anders kan de printer de fax niet ontvangen.
Hoofdstuk 9 ƕ ƕ Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat. Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht.
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen Oplossing: • De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555.
Hoofdstuk 9 Het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd, is niet lang genoeg Oplossing: Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Problemen met websites en webservices van HP oplossen In dit gedeelte worden oplossingen gegeven voor problemen bij het gebruik van websites en webservices van HP. • • Problemen met webservices van HP oplossen Problemen met websites van HP oplossen Problemen met webservices van HP oplossen Als u problemen hebt met het gebruik van de HP Apps of andere webservices vanaf het bedieningspaneel van de printer, controleert u het volgende: • Controleer of de printer is verbonden met internet.
Hoofdstuk 9 Problemen met HP Direct digitaal archief oplossen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • Veelvoorkomende problemen Kan niet scannen naar de netwerkmap Scannen-naar-e-mail is niet mogelijk Dialoogvenster Delen is verschillend nadat u HP Digitaal archief (Windows) hebt ingesteld Veelvoorkomende problemen Gescande afbeeldingen zijn niet goed bijgesneden bij het scannen met Automatic-papierformaat Gebruik het juiste papierformaat indien dit beschikbaar is, en gebruik Automatic alleen
Kan niet scannen naar de netwerkmap Opmerking HP Direct digitaal archief ondersteunt Active Directory niet. De computer waarin de netwerkmap is opgenomen, is uitgeschakeld Controleer of de computer waarop de netwerkmap wordt bewaard is ingeschakeld en aangesloten op het netwerk. De netwerkmap is niet correct geïnstalleerd • Controleer of de map op de server is aangemaakt. Zie de gebruikersdocumentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 Het e-mailprofiel is niet correct ingesteld Controleer of er in de HP-software geldige instellingen zijn opgegeven voor de uitgaande SMTP-server. Raadpleeg de documentatie die u van uw e-mailleverancier hebt ontvangen voor meer informatie over over SMPT-serverinstellingen. E-mailberichten worden verzonden naar bepaalde ontvangers, maar niet naar iedereen wanneer u naar meerdere ontvangers verzendt. De e-mailadressen zijn misschien niet juist, of worden niet herkend door de emailserver.
De netwerkmap is niet correct geïnstalleerd Als u gebruikmaakt van Fax naar netwerkmap, controleer dan het volgende: • • • • • Controleer of de map op de server is aangemaakt. Zie de gebruikersdocumentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. Controleer of de map wordt gedeeld en dat gebruikers de map zowel kunnen lezen als ernaar schrijven. Als u een Macintosh-computer gebruikt, zorg dan dat SMB delen is ingeschakeld. Zie de gebruikersdocumentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 Gebruik de EWS om de tijdzone gebruikt door de printer handmatig te wijzigen naar de tijdzone die de juiste tijd weergeeft, om de juiste tijd op faxen weer te geven tijdens de zomertijd: ƕ Open een ondersteunde webbrowser op uw computer (zoals Microsoft Internet Explorer, Opera, Mozilla Firefox, or Safari). ƕ Typ het IP-adres dat aan de printer is toegekend. Als u bijvoorbeeld een IPv4-netwerkomgeving gebruikt en het IP-adres 123.123.123.
ƕ • Inspecteer de uiteinden van het geheugenapparaat op vuil of materiaal dat een gaatje afsluit of een metalen contactpunt beschadigt. Reinig de contactpunten met een pluisvrije doek en een beetje isopropylalcohol. ƕ Controleer of het geheugenapparaat goed werkt door het te testen op andere apparaten. Controleer de sleuf waarin het geheugenapparaat moet worden geplaatst ƕ Controleer of het geheugenapparaat helemaal in de juiste sleuf is gestoken. Zie Een geheugenapparaat plaatsen voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het installatieprogramma in. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie. Het is niet aan te raden de printer een vast IP-adres te geven, maar desondanks kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
Draadloos, Draadloze radio aan en selecteer vervolgens Ja om de draadloze functies in te schakelen. Opmerking Als uw printer Ethernet-netwerken ondersteunt, controleer dan of er geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten. Als er een Ethernet-kabel wordt aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer uitgeschakeld.
Hoofdstuk 9 Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk Een vaste (Ethernet-) aansluiting controleren Ÿ Veel computers hebben indicatielampjes naast de poort waar de Ethernet-kabel van de router wordt aangesloten op uw computer. Meestal zijn er twee indicatielampjes, waarvan een brandt en de ander knippert. Als uw computer indicatielampjes heeft, controleer dan of de indicatielampjes branden.
Mac OS X Ÿ Klik op het pictogram AirPort in de menubalk bovenaan in het scherm. Vanuit het menu dat wordt weergegeven, kunt u zien of de AirPort is ingeschakeld en met welk draadloos netwerk uw computer is verbonden. Opmerking Voor meer informatie over uw AirPort-verbinding, klikt u op Systeemvoorkeuren in het Dock, en vervolgens op Netwerk. Als de draadloze verbinding goed werkt, verschijnt een groene stip naast AirPort in de lijst met verbindingen. Klik op de knop Help in het venster voor meer informatie.
Hoofdstuk 9 toegekend aan de printer. Deze hebt u nodig om verbinding te maken met de geïntegreerde webserver. B: Controleer of u toegang kunt krijgen tot de EWS Ÿ Nadat u hebt vastgesteld dat de computer en de printer allebei actieve verbindingen met een netwerk hebben, kunt u controleren of ze zich in hetzelfde netwerk bevinden door naar de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer te gaan. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. Naar de EWS gaan a.
Voer de volgende stappen uit om de status van de printer te controleren: Windows 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten. – of – Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers. 2. Als de printers op uw computer niet worden weergegeven in de weergave Details, dan klikt u op het menu Bekijken en vervolgens op Details. 3. Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de printerstatus: a.
Hoofdstuk 9 de juiste versie van het stuurprogramma van de printer als de standaardinstelling is ingesteld. 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten. – of – Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers. 2. Stel vast of de versie van de printerdriver in de map Printers of Printers en faxen draadloos is aangesloten: a.
heeft van een apparaat dat toegang probeert te krijgen tot het netwerk, wordt de toegang geweigerd. Als de WAP MAC-adressen filtert, moet het MAC-adres van de printer aan de WAP-lijst met geaccepteerde MAC-adressen worden toegevoegd. • • Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie. Open het configuratieprogramma van de WAP en voeg het hardware-adres van de printer aan de lijst met geaccepteerde MAC-adressen toe.
Hoofdstuk 9 • • • hpqste08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin hpqtra08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin hpqthb08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin Opmerking Raadpleeg de documentatie van uw firewall om te zien hoe u de poortinstellingen van de firewall kunt configureren en hoe u HP-bestanden aan de "vertrouwde" lijst kunt toevoegen. Sommige firewalls blijven storen, zelfs nadat u ze uitschakelt.
Problemen met het printerbeheer oplossen Dit gedeelte biedt oplossingen voor veelvoorkomende problemen met betrekking tot het beheren van de printer. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Opmerking Om van de geïntegreerde webserver (EWS) gebruik te kunnen maken, moet de printer zijn verbonden met een netwerk via een Ethernetverbinding of een draadloze verbinding.
Hoofdstuk 9 Of gebruik, in Mac OS X, een van de volgende methoden: ƕ Open Terminal (beschikbaar in de map Toepassingen > Hulpprogramma's) en typ het volgende: ping 123.123.123 ƕ Open het netwerkhulpprogramma (beschikbaar in de map Toepassingen > Hulpprogramma's) en klik op het tabblad Ping. Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord verschijnt, is het IP-adres onjuist.
• • Zorg ervoor dat de USB-stuurprogramma´s niet zijn uitgeschakeld in Apparaatbeheer van Windows. Als u een computer met Windows gebruikt en de computer de printer niet kan vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software (util\ccc \uninstall.bat op de installatie-cd) uit. Hiermee verwijdert u het stuurprogramma volledig. Start de computer opnieuw op en installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Hoofdstuk 9 ƕ ƕ ƕ Selecteer de TCP/IP-poort voor de printer en klik dan op Poort configureren. Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het overeenkomt met het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-adressen niet overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in het adres op de netwerkconfiguratiepagina. Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters te sluiten.
Als u HP wilt bellen, is het vaak handig om eerst de diagnostische zelftestpagina af te drukken. 1 2 3 1. Informatie over de printer: Hier wordt informatie gegeven over de printer (zoals printernaam, modelnummer, serienummer en versie van de firmware), de accessoires die zijn geïnstalleerd (zoals de duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en accessoires is afgedrukt. 2.
Hoofdstuk 9 De netwerkconfiguratiepagina begrijpen Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken. U kunt de netwerkconfiguratiepagina gebruiken om problemen met de netwerkaansluiting op te lossen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig deze pagina af te drukken voordat u belt. 1 2 3 4 5 1.
4. Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen. • Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort 9100. Deze eigen TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort voor afdrukken. De poort is toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als HPstandaardpoort). • LPD: Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de programma’s voor spooling-services voor de line-printer die op verschillende TCP/IP systemen geïnstalleerd kunnen worden.
Hoofdstuk 9 De netwerkconfiguratiepagina afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer Ga naar het beginscherm, raak rechterpijl aan en selecteer vervolgens Configuratie. Raak Rapporten aan en selecteer Netwerkconfiguratiepagina. Storingen verhelpen Soms loopt afdrukmateriaal vast tijdens een taak. Probeer de volgende oplossingen voordat u de storing probeert te verhelpen. • • • • Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie.
Vastgelopen papier verwijderen Gebruik deze stappen om een papierstoring te verhelpen. 1. Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van de printer op te lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Verwijder de vastgelopen papier altijd via de duplexeenheid. 2. Controleer de duplexeenheid. a. Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide zijden en verwijder het paneel of de eenheid. b.
Hoofdstuk 9 c. Wanneer u het vastgelopen papier daar niet ziet, drukt u op de grendel boven op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid zakken. Wanneer u het vastgelopen papier hebt gevonden, verwijdert u het voorzichtig. Sluit de klep. d. Plaats de duplexeenheid in de printer terug. 3. Open de bovenklep en verwijder vuil. 4. Als u het vastgelopen papier niet hebt gevonden en lade 2 hebt geïnstalleerd, trekt u de lade uit en verwijdert u, indien mogelijk, het vastgelopen papier.
Een papierstoring in de automatische documentinvoer verhelpen 1. Til de kap van de automatische documentinvoer omhoog. 2. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan. Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die mogelijk in de printer zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen. 3.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Informatie over de garantie • Printerspecificaties • Wettelijk verplichte informatie • Programma voor milieubehoud • Licenties van derden Informatie over de garantie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: 164 • Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard • Inktpatroon garantieinformatie Technische informatie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP product Softwaremedia Printer Print- of inktcartridges Printkoppen (geldt alleen voor producten met printkoppen die door de klant kunnen worden vervangen) Accessoires Duur van beperkte garantie 90 dagen 1 jaar Tot het HP inktpatroon leeg is of de "einde garantie"-datum (vermeld op het inktpatroon) is bereikt, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is.
Bijlage A Inktpatroon garantieinformatie De HP-cartridgegarantie is van toepassing wanneer het product gebruikt wordt in de aangewezen HP-printer. Deze garantie is niet van toepassing op HP-inktproducten die opnieuw zijn gevuld, die zijn gerecycled, gerepareerd, die verkeerd zijn gebruikt of waarmee is geknoeid. Tijdens de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet op is en het einde van de garantieperiode niet is bereikt.
Printerspecificaties Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: Fysieke specificaties • • Productkenmerken en -mogelijkheden • Specificaties processor en geheugen • Systeemvereisten • Netwerkprotocolspecificaties • Specificaties van de geïntegreerde webserver • Mediaspecificaties • Afdrukspecificaties • Kopieerspecificaties • Faxspecificaties • Scanspecificaties • Specificaties voor de HP-website • Omgevingsspecificaties • Elektrische specificaties • Geluidsspecificaties • Spec
Bijlage A (vervolg) Functie Capaciteit Printkoppen Twee printkoppen (een voor zwart en geel en een voor magenta en cyaan) Levensduur benodigdheden Bezoek www.hp.com/go/learnaboutsupplies/ voor meer informatie over de geschatte levensduur van inktpatronen. Printertalen HP PCL 3 Ondersteunde lettertypen Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG Times Italic, Universe, Universe Italic, Courier, Courier Italic, Letter Gothic, Letter Gothic Italic.
Netwerkprotocolspecificaties Ondersteunde netwerkbesturingssystemen • Windows XP (32-bits) (Professional en Home Edities), Windows Vista 32-bits en 64-bits (Ultimate Edition, Enterprise Edition en Business Edition), Windows 7 (32-bits en 64-bits) • Windows Small Business Server 2003 32-bits en 64-bits, Windows 2003 Server 32-bits en 64bits, Windows 2003 Server R2 32-bits en 64-bits (Standard Edition, Enterprise Edition) • Windows Small Business Server 2008 64-bits, Windows 2008 Server 32-bits en 64-bits,
Bijlage A Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal Gebruik de tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal. • Informatie over ondersteunde formaten • Informatie over ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen Informatie over ondersteunde formaten Opmerking Lade 2 is beschikbaar bij sommige modellen. Papierformaat Lade 1 Standaardformaten afdrukmateriaal U.S.
(vervolg) Papierformaat Lade 1 Lade 2 Duplexeenheid ADF Japanse envelop Chou #3 (120 x 235 mm; 4,7 x 9,3 inch) Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm; 3,5 x 8,1 inch) Kaarten Systeemkaart (76.
Bijlage A (vervolg) Papierformaat Lade 1 Lade 2 Duplexeenheid ADF Speciaal formaat afdrukmateriaal (ADF) van 127 tot 216 mm breed en 241 tot 305 mm lang (5 tot 8,5 inches breed en 9,5 tot 12 inches lang) * Deze formaten kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder rand. ** De printer is alleen compatibel met gewoon papier en inktjet hagaki papier van Japan Post. Het is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
Lade Soort Gewicht documentin voer Capaciteit (16 tot 20 lb bankpost) Minimummarges instellen De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in de oriëntatie Staand. 3 3 4 1 2 4 1 2 Afdrukmateriaal (1) Linkermarge (2) Rechtermarg e (3) Bovenmarge (4) Ondermarge U.S. Letter 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 3.
Bijlage A • Bedruk nooit beide zijden van transparanten, enveloppen, fotopapier, glanzend afdrukmateriaal of papier dat lichter is dan 60 g/m2 of zwaarder dan 105 g/m2. Bij deze materiaaltypen kunnen papierstoringen optreden. • Voor verschillende soorten afdrukmateriaal is een specifieke afdrukstand vereist wanneer u op beide zijden van een pagina afdrukt. Dit is onder meer zo voor briefhoofden, voorgedrukt papier en papier met watermerken en gaten.
Foto (dpi) Zeer fijn (dpi) Fijn (dpi) Standaard (dpi) Zwart 196 x 203 (8-bits grijstinten) 300 x 300 196 x 203 196 x 98 Kleur 200 x 200 200 x 200 200 x 200 200 x 200 Specificaties voor Fax naar pc • Ondersteund bestandstype: Ongecomprimeerde TIFF • Ondersteunde faxtypen: zwart-witfaxen Scanspecificaties • Geïntegreerde OCR-software zet gescande tekst automatisch om in bewerkbare tekst • Twain-compatibele interface • Resolutie: 4800 x 4800 ppi optisch • Color (Kleur): 24-bits kleuren,
Bijlage A Stroomvereisten Ingangsspanning: 100 tot 240 VAC (± 10%), 50/60 Hz (± 3Hz) Uitgangsspanning: 32 Vdc at 2000 mA Stroomverbruik 30 Watt afdrukken (snelle conceptmodus); 32 Watt kopiëren (snelle conceptmodus) Geluidsspecificaties Snel afdrukken, geluidsniveaus per ISO 7779 HP Officejet Pro 8500A (A910a-f) • Geluidsdruk (bij apparaat) LpAm 57 (dBA) (mono Draft print) • Geluidsvermogen LwAd 7,1 (BA) HP Officejet Pro 8500A (A910g-z) • Geluidsdruk (bij apparaat) LpAm 56 (dBA) (mono Draft print) • Gel
• Kingston DataTraveler II: High-speed, KF112504 f5274-006, 128 MB en 256 MB • Lexar Media JumpDrive: 256 MB Opmerking Andere USB-flashstations kunnen mogelijk ook in combinatie met de printer worden gebruikt. Maar daarvan kan HP niet garanderen dat ze correct zullen functioneren samen met de printer omdat ze niet volledig zijn getest.
Bijlage A Wettelijk verplichte informatie De printer voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
FCC-verklaring FCC statement The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified that the following notice be brought to the attention of users of this product. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
Bijlage A Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland Geräuschemission LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19 Verklaring over de indicatielampjes LED indicator statement The display LEDs meet the requirements of EN 60825-1.
Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone company. An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment.
Bijlage A Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique canadien/Notice to users of the Canadian telephone network Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil.
Kennisgeving aan gebruikers in de Europese Unie Notice to users in the European Economic Area This product is designed to be connected to the analog Switched Telecommunication Networks (PSTN) of the European Economic Area (EEA) countries/regions. Network compatibility depends on customer selected settings, which must be reset to use the equipment on a telephone network in a country/region other than where the product was purchased.
Bijlage A Blootstelling aan de straling van radiofrequenties Exposure to radio frequency radiation Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized. This product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such a manner to minimize the potential for human contact during normal operation.
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan Wettelijk verplichte informatie 185
Bijlage A Kennisgeving over de wetgeving van de Europese Unie European Union Regulatory Notice Products bearing the CE marking comply with the following EU Directives: · · Low Voltage Directive 2006/95/EC EMC Directive 2004/108/EC CE compliance of this product is valid only if powered with the correct CE-marked AC adapter provided by HP.
Conformiteitsverklaring DECLARATION OF CONFORMITY according to ISO/IEC 17050-1 and EN 17050-1 Supplier’s Name: Hewlett-Packard Company Supplier’s Address: 138, Depot Road, #02-01,#04-01 Singapore 109683 DoC#: SNPRC-1001-01-A declares, that the product HP Officejet Pro 8500A e-All-in-One, HP Officejet Pro 8500A Plus e-All-in-One HP Officejet Pro 8500A Premium e-All-in-One Product Name and Model: 1) Regulatory Model Number: Product Options: SNPRC-1001-01 C9101A / Automatic 2-Sided Printing Device n
Bijlage A Programma voor milieubehoud Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden.
English Français Deutsch Italiano Español Eliminación de residuos de aparatos eléctricos y electrónicos por parte de usuarios domésticos en la Unión Europea Este símbolo en el producto o en el embalaje indica que no se puede desechar el producto junto con los residuos domésticos. Por el contrario, si debe eliminar este tipo de residuo, es responsabilidad del usuario entregarlo en un punto de recogida designado de reciclado de aparatos electrónicos y eléctricos.
Bijlage A voor beeldbewerkingsapparatuur. Op beeldbewerkingsproducten met de kwalificatie ENERGY STAR wordt het volgende merk weergeven: Energy Star is een in de VS gedeponeerd dienstmerk van de Amerikaanse EPA. Als partner in het Energy Star programma heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star richtlijnen voor efficiënt energiegebruik. Meer informatie over beeldbewerkingsproducten met de ENERGY STAR-kwalificatie is te vinden op: www.hp.
Licenties van derden Licenties van derden betreffende de HP Officejet Pro 8500A (A910) serie LICENSE.aes-pubdom--crypto --------------------/* rijndael-alg-fst.c * * @version 3.0 (December 2000) * * Optimised ANSI C code for the Rijndael cipher (now AES) * * @author Vincent Rijmen * @author Antoon Bosselaers * @author Paulo Barreto * * This code is hereby placed in the public domain.
Bijlage A THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT. IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE SOFTWARE. LICENSE.
the code are not to be removed. If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used. This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1.
Bijlage A modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. 3.
Hudson (tjh@cryptsoft.com). ==================================================================== Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2.
Bijlage A STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. ==================================================================== This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
* LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY * OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF * SUCH DAMAGE. */ LICENSE.unicode--jm_share_folder --------------------/* * Copyright 2001-2004 Unicode, Inc. * * Disclaimer * * This source code is provided as is by Unicode, Inc. No claims are * made as to fitness for any particular purpose. No warranties of any * kind are expressed or implied.
Bijlage A in a product, an acknowledgment in the product documentation would be appreciated but is not required. 2. Altered source versions must be plainly marked as such, and must not be misrepresented as being the original software. 3. This notice may not be removed or altered from any source distribution. Jean-loup Gailly Mark Adler jloup@gzip.org madler@alumni.caltech.edu The data format used by the zlib library is described by RFCs (Request for Comments) 1950 to 1952 in the files http://www.ietf.
B HP-benodigdheden en accessoires Dit hoofdstuk biedt informatie over HP-benodigdheden en -accessoires voor de printer. De informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP (www.hpshopping.com) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website.
Bijlage B Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd. HP-afdrukmateriaal Als u afdrukmateriaal wilt bestellen, zoals HP Premium Papier gaat u naar www.hp.com.
C Bijkomende faxinstallatie Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Bijlage C Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg) Indonesië Ierland Japan Korea Latijns-Amerika Maleisië Mexico Filippijnen Polen Portugal Rusland Saoedi-Arabië Singapore Spanje Taiwan Thailand V.S. Venezuela Vietnam Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij.
• • • 3. Computermodem voor inbellen: Een computermodem voor inbellen staat op dezelfde telefoonlijn als de printer.
Bijlage C (vervolg) Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonne ment op specifie ke belsign alen Gespr eksop roepe n Computer modem voor inbellen Antwoord apparaat Voicem ailservi ce Aanbevolen installatiemethode fax Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/ fax met
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Bijlage C verstoren, zodat de printer goed kan communiceren met de telefoonlijn. (DSL wordt in uw land/ regio mogelijk ADSL genoemd.) Opmerking Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u met de printer geen faxberichten verzenden en ontvangen.
Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen: • Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio.
Bijlage C Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers waarvan elk een ander belpatroon heeft, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het patroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend. Opmerking De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden. Als u de Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is toegekend aan uw faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel telefoonoproepen als faxoproepen of geen van beiden.
Bijlage C De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
Achteraanzicht van de printer 1 2 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Bijlage C Opmerking Indien u een inbelmodem hebt op uw computer, deelt deze de telefoonlijn met de printer. U kunt niet tegelijkertijd uw modem en de printer gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een emailbericht te verzenden of te surfen op internet.
4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan. 6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 7. Voer een faxtest uit.
Bijlage C De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer. Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Voorbeeld van een parallelle splitter De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten Achteraanzicht van de printer 4 1 2 3 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Computer met modem 4 Telefoon 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Bijlage C 5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 6. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden: automatisch of handmatig: 7.
(vervolg) 4 Bij de printer geleverde telefoonsnoer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11poorten aan de achterzijde.
Bijlage C Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 5.
Bijlage C Voorbeeld van een parallelle splitter De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten Achteraanzicht van de printer 3 2 1 5 7 4 6 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort.
4. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij de printer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
Bijlage C Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een antwoordapparaat 8 7 1 3 4 6 8 1 3 2 5 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider. Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-/ADSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
Bijlage C Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Parallelle splitter 4 Computer met modem 5 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Bijlage C (vervolg) Finland www.hp.fi/faxconfig Denemarken www.hp.dk/faxconfig Zweden www.hp.se/faxconfig Noorwegen www.hp.no/faxconfig Nederland www.hp.nl/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Franstalig) www.hp.be/fr/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.
D Netwerkinstallatie U kunt de netwerkinstellingen voor de printer beheren via het bedieningspaneel van de printer, zoals is beschreven in het volgende gedeelte. Voor geavanceerde instellingen kunt u de geïntegreerde webserver gebruiken. De geïntegreerde webserver is een configuratie- en statushulpmiddel dat u kunt openen via een bestaande netwerkverbinding met de printer. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Bijlage D • IP-instellingen wijzigen • De firewallinstellingen van de printer configureren • De netwerkinstellingen herstellen De verbindingssnelheid instellen U kunt de snelheid wijzigen waarmee gegevens via het netwerk worden verzonden. De standaardinstelling is Automatisch. 1. Raak rechterpijl 2. Selecteer Geavanceerde installatie en vervolgens Verbindingssnelheid. 3. Raak het getal naast de verbindingssnelheid van uw netwerkhardware aan: aan en selecteer vervolgens Netwerk. • 1.
Opmerking Naast de firewallbeveiliging op netwerkniveau biedt de printer ook ondersteuning voor een SNMPv3-agent op toepassingsniveau voor beveiligingsbeheer van de toepassing, en open SSL (Secure Sockets Layer)-standaards op transportniveau voor de beveiliging van client-servertoepassingen, zoals client-serververificatie of HTTPSwebbrowsen. Voor bediening van de firewall via de printer moet u een firewallbeleid configureren voor toepassing op specifiek IP-verkeer.
Bijlage D Firewallinstellingen herstellen Om de firewallinstellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen, herstelt u de netwerkinstellingen van de printer. Zie De netwerkinstellingen voor de printer opnieuw instellen voor meer informatie. Beperkingen voor regels, sjablonen en services Houd bij het maken van firewallregels rekening met de volgende beperkingen voor regels, sjablonen en services. Nummer Limiet Maximum aantal regels. 11 Maximum aantal adressjablonen.
(vervolg) Nummer Limiet Maximum aantal door de gebruiker gedefinieerde adressjablonen. 5 Maximum aantal services dat kan worden toegevoegd aan een door de gebruiker gedefinieerde servicesjabloon. 64 Opmerking Deze limiet geldt niet voor het vooraf gedefinieerde sjabloon Alle services, dat alle services bevat die worden ondersteund door de printserver. Maximum aantal services dat kan worden toegevoegd aan het beleid.
Bijlage D Voordat u de HP-software installeert, wilt u mogelijk de instellingen van uw netwerk opzoeken. Vraag de informatie op bij uw systeembeheerders, of voer de volgende taken uit: • De naam van het netwerk of de SSID (Service Set Identifier) en de communicatiemodus (infrastructuur of ad hoc) van het configuratieprogramma voor het draadloze toegangspunt van het netwerk (WAP) of de netwerkkaart van uw computer. • Het type codering dat het netwerk gebruikt, zoals Wired Equivalent Privacy (WEP).
Er zijn twee mogelijke communicatiemodi: • • Ad hoc: In een netwerk in ad-hocmodus is de printer ingesteld op de adhoccommunicatiemodus en communiceert het rechtstreeks en zonder WAP met andere draadloze apparaten. Alle apparaten in het netwerk in ad-hocmodus moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: ƕ 802.11-compatibel zijn ƕ Ad hoc moet de communicatiemethode zijn ƕ Dezelfde netwerknaam (SSID) hebben ƕ Op hetzelfde subnet en kanaal zitten ƕ Dezelfde 802.
Bijlage D Wijzig de verbindingsmethode Als u de HP-software hebt geïnstalleerd en de printer hebt aangesloten met een USB- of Ethernet-kabel of via een draadloze verbinding, kunt u op elk gewenst moment overschakelen naar een andere verbinding. Opmerking Als u overschakelt naar een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat er geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten. Als er een Ethernet-kabel wordt aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer uitgeschakeld.
• Verander het standaardwachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee de beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen. • Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet u de router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u configuratiewijzigingen wilt doorvoeren. • Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit.
Bijlage D De software verwijderen van een Windows-computer, methode 2 Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu Start van Windows. 1. Klik op het bureaublad van de computer op Start, selecteer Instellingen, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens op Software. – of – Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Programma's en functies. 2.
E Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • HP-printersoftware (Windows) • HP-hulpprogramma (Mac OS X) • Geïntegreerde webserver HP-printersoftware (Windows) De HP-software die bij de printer is geleverd biedt informatie over onderhoud aan de printer. Opmerking De HP-printersoftware kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten.
Bijlage E Opmerking Zie Specificaties van de geïntegreerde webserver voor een overzicht van systeemvereisten voor de ingebouwde webserver. Voor het weergeven of wijzigen van bepaalde instellingen hebt u mogelijk een wachtwoord nodig. U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
F Hoe kan ik? • Aan de slag • Afdrukken • Scannen • Kopiëren • Fax • HP Digital Solutions • Werken met printcartridges • Een probleem oplossen Hoe kan ik? 239
G Fouten (Windows) Faxgeheugen vol Als Back-up van faxontvangst of HP Digital Fax (Faxen naar pc of Faxen naar Mac) is ingeschakeld en de printer een probleem heeft (zoals een papierstoring), bewaart de printer binnenkomende faxen in het geheugen totdat het probleem is opgelost. Het geheugen van de printer kan echter vol raken met faxen die nog niet zijn afgedrukt of nog niet naar de computer zijn overgebracht. Los de problemen met de printer op om dit probleem op te lossen.
Printkop probleem De printkop die wordt genoemd in het bericht, ontbreekt, kan niet worden gedetecteerd of is niet goed in de printer geplaatst. Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost. • Oplossing 1: Schakel de printer uit en weer in.
Bijlage G Probleem met de cartridge De inktcartridge die in het bericht wordt genoemd, ontbreekt, is beschadigd of is in de verkeerde sleuf van de printer geplaatst. Opmerking Als de cartridge in het bericht wordt aangeduid als een incompatibele cartridge, raadpleegt u Afdrukbenodigdheden online bestellen voor informatie over het aanschaffen van cartridges voor de printer. Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen.
De cartridgehouder kan niet bewegen De wagen van de inktcartridge (het deel van de printer waarin de inktcartridges zitten) wordt door iets geblokkeerd. U kunt de blokkade verhelpen door op de knop (de knop Aan/Uit) te drukken om de printer uit te schakelen en vervolgens te kijken hoe u de blokkade in de printer kunt opheffen. Zie Storingen verhelpen voor meer informatie. Vastgelopen papier Papier is vastgelopen in de printer.
Bijlage G 3. Als de printer onderbroken is, klikt u met de rechtermuisknop op de printer en klikt u op Afdrukken hervatten. 4. Probeer de printer opnieuw te gebruiken. Document afdrukken mislukt De printer kan het document niet afdrukken omdat er een probleem is opgetreden in het afdruksysteem. Zie Problemen met het afdrukken oplossen voor informatie over het oplossen van afdrukproblemen. Printerfout Er is een probleem opgetreden met de printer.
Index Symbolen en getallen (ADF) automatische documentinvoer invoerproblemen, problemen oplossen 32 reinigen 32 A aangepast papierformaat Mac OS 40, 41 aansluitingen, locatie 13 accessoires garantie 165 installeren 29 in stuurprogramma in- en uitschakelen 31 zelftest, diagnostische pagina 157 achterpaneel illustratie 13 ADF (automatische documentinvoer originelen plaatsen 23 ADF (automatische documentinvoer) ondersteunde formaten van afdrukmateriaal 170 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsysteme
blanco pagina's, problemen oplossen kopiëren 116 scannen 122 Brochures afdrukken afdrukken 36 C camera's geheugenkaarten plaatsen 28 capaciteit ADF 23 lades 172 clear (wissen) faxlogboeken 83 computermodem gedeeld met fax (parallelle telefoonsystemen) 211 gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 219 gedeeld met fax en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 223 gedeeld met lijn voor gesprekken en modem (parallelle telefoonsystemen) 214 configuratie DSL (parallelle telefoonsystemen)
Index installatie specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 208 installatie test 226 instellingen wijzigen 76 kiessysteem, instellen 78 kiestoontest, mislukt 127 kopschrift 76 lijnconditietest, mislukt 128 lijn voor gesprekken en modem, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 214 modem, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 211 modem and voicemail, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 223 modem en antwoordapparaat, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 219 nummers blokkeren 69 ontvan
inbelmodem gedeeld met fax (parallelle telefoonsystemen) 211 gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 219 gedeeld met fax en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 223 gedeeld met lijn voor fax en gesprekken (parallelle telefoonsystemen) 214 informatie is onjuist of ontbreekt, problemen oplossen 98, 103 ingebouwde webserver openen 238 inktcartridges garantie 165 onderdeelnummers 157 status 157 vervaldatums 157 vervangen 88 inktklep, plaatsen 13 inktniveau, pictogrammen 17 inktnivea
Index ondersteunde formaten van afdrukmateriaal 170 ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen 172 laden capaciteiten 172 foto 26, 28 lade 25 laden, enveloppen 25 laden, kaarten 26, 28 laden, transparanten 27 lades afdrukmateriaal plaatsen 24 illustratie van papiergeleiders 12 installatie lade 2 30 in stuurprogramma in- en uitschakelen 31 invoerproblemen oplossen 113 locatie 12 ondersteunde formaten van afdrukmateriaal 170 ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen 172 storingen verhelpe
papier formaat instellen voor fax 69 scheve invoer 114 storingen 160, 163 parallelle telefoonsystemen aparte geïnstalleerde lijn 205 DSL-configuratie 205 gedeelde lijninstallatie 209 installatie antwoordapparaat 218 installatie modem en antwoordapparaat 219 installatie modem en voicemail 223 installatie specifiek belsignaal 208 ISDN-configuratie 207 landen/regio's met 201 modem gedeeld met lijninstallatie voor gesprekken 214 modeminstallatie 211 PBX-configuratie 207 soorten instellingen 202 patronen.
Index pulskeuze 78 punten, problemen oplossen scannen 122 punten of vegen, problemen oplossen kopieën 117 R radio, uitschakelen 227 radiointerferentie wettelijke informatie 183 radiostoring verminderen 235 rapport test draadloze verbinding 233 rapporten bevestiging, fax 82 faxtest is mislukt 123 fout, fax 83 rechternavigatieknop 15 recycling cartridges 188 regelopschuiving kalibreren 107 reinigen automatische documentinvoer 32 glasplaat van scanner 31 printkoppen 107, 108 S scannen foutmeldingen 120 kwali
telefoonlijn, belpatroon beantwoorden 77 telefoonsnoer testen juiste soort mislukt 126 test van de verbinding met de juiste poort mislukt 125 verlengen 136 temperatuurspecificaties 175 testen, fax faxlijnconditie 128 hardware, mislukt 123 kiestoon, mislukt 127 mislukt 123 poortverbinding, mislukt 125 telefoonaansluiting 124 testen soort fax/ telefoonsnoer mislukt 126 toebehoren diagnostische zelftestpagina 157 toegangsdeur afdrukkop, plaatsen 13 toegangspaneel aan de achterkant storingen verhelpen 160 toega
© 2010 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.