Gebruikershandleiding HP Officejet 6700
HP Officejet 6700 e-All-inOne series Gebruikershandleiding
Copyright informatie © 2014 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Uitgave 2, 1/2014 Kennisgeving van HewlettPackard Company De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
Inhoudsopgave 1 Aan de slag Toegankelijkheid.........................................................................................................................9 Eco............................................................................................................................................10 De onderdelen van de printer kennen......................................................................................11 Vooraanzicht..............................................................
Brochures afdrukken................................................................................................................31 Brochures afdrukken (Windows)........................................................................................32 Brochures afdrukken (Mac OS X).......................................................................................32 Afdrukken op enveloppen.........................................................................................................
Inhoudsopgave Een fax ontvangen....................................................................................................................55 Een fax handmatig ontvangen............................................................................................56 Backup-faxontvangst instellen............................................................................................56 Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken...............................................
Webservices gebruiken............................................................................................................77 HP ePrint............................................................................................................................77 Afdrukken met HP ePrint..............................................................................................78 Het-emailadres van de printer zoeken..........................................................................
Inhoudsopgave Scanproblemen oplossen.......................................................................................................107 Scanner reageert niet.......................................................................................................108 Scannen duurt te lang......................................................................................................108 Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst....................................
Printerspecificaties.................................................................................................................153 Fysieke specificaties.........................................................................................................153 Productkenmerken en -mogelijkheden.............................................................................153 Specificaties processor en geheugen...............................................................................
Inhoudsopgave Programma voor milieubeheer...............................................................................................171 Papiergebruik...................................................................................................................171 Kunststof...........................................................................................................................171 Veiligheidsinformatiebladen.............................................................................
Test Faxinstallatie...................................................................................................................211 D E Netwerkinstallatie De printer instellen voor draadloze communicatie..................................................................212 Voordat u begint...............................................................................................................212 De printer instellen op uw draadloos netwerk........................................................
1 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Hoofdstuk 1 Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op www.hp.com/accessibility . Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple op www.apple.com/accessibility . Eco Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling.
Om afdrukbenodigdheden zoals inkt en papier te besparen, probeert u het volgende: • Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken minder inkt. Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de inktcartridges. Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken. Raadpleeg Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
Hoofdstuk 1 (vervolg) 9 Bedieningspaneel 10 Documentinvoerlade 11 Breedtegeleiders Gedeelte met afdrukbenodigdheden 3 2 h 1 1 Toegangsklep voor de inktcartridge 2 Inktcartridges 3 Printkop Opmerking De printerbenodigdheden moeten in de printer blijven, om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden geen langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
1 Ethernet-netwerkpoort 2 Faxpoort (1-LINE) 3 Faxpoort (2-EXT) 4 Stroomaansluiting 5 USB-poort (Universal Serial Bus) achterzijde Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: Overzicht knoppen en lampjes Schermpictogrammen bedieningspaneel Printerinstellingen wijzigen • • • Overzicht knoppen en lampjes In de volgende diagrammen en de bijbehorende tabellen vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer.
Hoofdstuk 1 (vervolg) Label Naam en beschrijving 5 Rechter pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's. 6 Knop Terug: hiermee gaat u terug naar het vorige menu. 7 Lampje draadloos: Het lampje brandt als de functie voor draadloze verbinding 802.11 is ingeschakeld. 8 Linker pijltjestoets: hiermee doorloopt u de instellingen in de menu's. Schermpictogrammen bedieningspaneel Pictogram Doel Dit pictogram geeft aan dat een vaste netwerkverbinding bestaat.
(vervolg) Pictogram Doel Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe cartridge aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot u dit wordt gevraagd. Hiermee geeft u de status weer van de functie Automatisch beantwoorden. Raak Automatisch beantwoorden aan om de functie in of uit te schakelen.
Hoofdstuk 1 Opmerking Raak de knop menu. (knop Terug) aan om terug te keren naar het vorige Printerinstellingen wijzigen Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in het scherm Instellingen: 1. 2. 3. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. Raak de pijltjestoetsen aan om door de schermen te scrollen. Raak de schermitems aan om de schermen of opties te selecteren.
Afdrukmateriaal selecteren De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal. HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten.
Hoofdstuk 1 (vervolg) HP Office Paper HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en levendiger kleuren. HP Office Gerecycled papier HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLoktechnologie voor minder vlekken, scherper zwart en intensere kleuren.
(vervolg) 18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten. HP Geavanceerd fotopapier Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken.
Hoofdstuk 1 ◦ ◦ ◦ Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips Opmerking Gebruik de glasplaat van de scanner om documenten met pagina's die niet conform deze richtlijnen zijn te scannen, te kopiëren of te faxen. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen voor meer informatie.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de automatische documentinvoer (ADF) te plaatsen. Let op Plaats geen foto's in de ADF; als u dat wel doet kunnen uw foto's beschadigd raken. Gebruik alleen afdrukmateriaal dat door de printer wordt ondersteund. Raadpleeg Tips voor de keuze en het gebruik van media voor meer informatie. Opmerking Alleen enkelzijdige documenten kunnen worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de ADF.
Hoofdstuk 1 2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand van het medium komen. Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt. Afdrukmateriaal plaatsen Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
5. 6. Klap de uitvoerlade naar beneden. Trek het verlengstuk van de lade eruit. Enveloppen plaatsen Enveloppen plaatsen Plaats een envelop volgens deze instructies. 1. 2. Trek de uitvoerlade naar boven. Schuif de papierbreedtegeleiders in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten. Opmerking Als u grotere enveloppen plaatst, trek de invoerlade dan uit. 3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Hoofdstuk 1 5. 6. Klap de uitvoerlade naar beneden. Trek het verlengstuk van de lade eruit. Kaarten en fotopapier plaatsen Kaarten en fotopapier plaatsen Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies. 1. 2. Trek de uitvoerlade naar boven. Schuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten. Opmerking Als u afdrukmateriaal van een groter formaat plaatst, trek de voorste rand van de invoerlade dan uit. 3.
Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen Afdrukmateriaal met een speciaal formaat plaatsen Plaats afdrukmateriaal met een speciaal formaat aan de hand van deze instructies. Let op Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund door de printer. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie. 1. 2. Trek de uitvoerlade naar boven. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
Hoofdstuk 1 Zie Specificaties voor een geheugenapparaat voor meer info over de geheugenapparaten die u met de printer kunt gebruiken. Opslagapparaat aansluiten Gebruik deze instructies om een opslagapparaat aan te sluiten ▲ Plaats een USB-opslagapparaat Opmerking Als uw USB-apparaat vanwege zijn afmetingen niet in de poort past of als de connector op het apparaat kleiner is dan 11 millimeter (0,43 inch), moet u een USB-verlengkabel kopen om het apparaat met die poort te kunnen gebruiken.
3. Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije doek. Let op Reinig de glasplaat van de scanner alleen met een glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen achterlaten op de glasplaat.
Hoofdstuk 1 Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep. De rollers of het scheidingskussen reinigen 1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader. 2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1). Zo kunt u goed bij de rollers (2) en het scheidingskussen (3). 2 3 1 3. 4.
Tip Om de printer automatisch naar updates te laten zoeken, raakt u Instellingen aan, dan raakt u Productupdates aan, vervolgens raakt u Auto Update aan, en tenslotte raakt u Automatisch aan. De printer uitschakelen Schakel de printer uit door te drukken op de knop (Aan/uit) op de printer. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de inktcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet.
2 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Zie voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten Afdrukmateriaal selecteren.
Documenten afdrukken (Windows) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de instellingen te wijzigen. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Hoofdstuk 2 Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Zie HP ePrint voor meer informatie. Brochures afdrukken (Windows) Opmerking Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen.
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen: • Papiersoort: Het juiste type brochurepapier • Kwaliteit: Normaal of Beste Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven. 7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.
Hoofdstuk 2 Afdrukken op enveloppen (Mac OS X) 1. 2. Plaats enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar stap 3. b. 3. 4. 5. 6. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het popupmenu Formaat voor. c.
5. 6. 7. 8. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het juiste type fotopapier. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu Uitvoerkwaliteit. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde en selecteert u een van de volgende opties: • Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
Hoofdstuk 2 7. 8. Wijzig indien nodig de foto- en kleuropties: a. Klik op het driehoekje naast Kleuropties en selecteer de juiste opties voor Foto verbeteren: • Uit: Past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe. • Normaal: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van het beeld enigszins aan. b. Om de foto in zwart-wit af te drukken klikt u op Grijstinten in het popupmenu Kleur.
1. 2. Laad het juiste papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar stap 3. b. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het popupmenu Formaat voor. c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
Hoofdstuk 2 Opmerking U kunt geen document zonder rand afdrukken als de papiersoort is ingesteld op Normaal papier. Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt. Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand. Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende instellingen: • Papiersoort: de juiste papiersoort • Kwaliteit: Beste of Maximum dpi Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven. 7. 8. 9. Controleer of het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
Hoofdstuk 2 3. Selecteer een papierformaat: a. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar stap 4. b. 4. 5. 6. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het popupmenu Formaat voor. c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3 Scannen U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer documenten, foto's en andere originelen scannen en deze naar verschillende bestemmingen verzenden, zoals een map op een computer. U kunt deze originelen ook scannen met de HP-software die bij de printer is geleverd en TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma's op een computer. U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Hoofdstuk 3 Scannen naar een computer Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de printer Opmerking Als uw printer is aangesloten op een netwerk en u scant naar een Windows-computer moet u, voor u scant vanaf het bedieningspaneel, scannen vanaf software inschakelen. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HPprinter en selecteer vervolgens de optie voor uw HP-printer..
Scannen naar geheugenapparaat U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer rechtstreeks naar een geheugenapparaat, zoals een USB-flashstation, scannen zonder een computer of de HP-software die bij de printer is geleverd, te gebruiken. Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer Gebruik deze stappen om een origineel naar een geheugenkaart te scannen. 1. 2. 3. 4. 5.
Hoofdstuk 3 Documenten scannen als bewerkbare tekst U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Mac OS X 1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechter voorhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. 2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map HewlettPackard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf. 3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren. 4.
Hoofdstuk 3 ◦ • • 46 Scannen De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m". ◦ De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond. Kies het juiste profiel.
4 Kopiëren U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten- en formaten. Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer er een fax binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van de printer totdat het kopiëren is voltooid. Dit kan het aantal faxpagina's opgeslagen in het geheugen verminderen.
Hoofdstuk 4 • • Instellingen lichter/donkerder Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken. De kopieerinstellingen voor een eenmalige taak wijzigen 1. Raak Kopiëren aan. 2. Selecteer de kopieerinstellingen die u wilt wijzigen. 3. Raak Start zwart-wit of Start kleur aan.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Hoofdstuk 5 Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden. Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
6. 7. Klik op Afdrukken of OK. Geef het faxnummer en andere informatie voor de bestemmeling op, wijzig eventueel instellingen voor de fax en klik vervolgens op Fax verzenden. De printer begint het faxnummer te draaien en het document te faxen. Mac OS X 1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer. 2. Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken. 3. Selecteer de printer met “Fax” in de naam. 4.
Hoofdstuk 5 4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden. 5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, raakt u Start zwart-wit of Start kleur aan. Opmerking Indien gevraagd, kies Fax verzenden.
3. 4. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm. Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode als snelkiesnummer opgeslagen, raakt u het pictogram (Snelkiezen) aan wanneer een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen. Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Hoofdstuk 5 De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Laad de originelen. Raadpleeg Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. 2. Raak Fax aan en vervolgens Instellingen. 3. Raak Fax later verzenden aan. 4. Geef de verzendtijd op met het numerieke toetsenblok (pijl omhoog) en (pijl omlaag) raak AM of PM aan en selecteer vervolgens Gereed. 5.
Fax verzenden in foutcorrectiemodus Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan.
Hoofdstuk 5 • • Ongewenste faxnummers blokkeren Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) Een fax handmatig ontvangen Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit gedeelte om een fax handmatig te ontvangen. Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
(vervolg) Opmerking Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
Hoofdstuk 5 bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent. Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. 2. Raak de (pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie. 3. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Faxhulpmiddelen en dan Fax in geheugn opn. afdr.
4. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen. Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt. 5. 6.
Hoofdstuk 5 Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak de (pijl rechts) aan en selecteer vervolgens Configuratie. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Geavanceerde faxinstallatie. 3. Raak Automatische verkleining aan en selecteer vervolgens Aan of Uit.
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met ongewenste nummers verwijderen. Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen 1. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax. 3. Raak Faxnummerblokkering aan. 4. Raak Nummers verwijderen aan. 5.
Hoofdstuk 5 Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac • De beheerderscomputer, de computer die de functie Faxen naar pc of Faxen naar Mac heeft geactiveerd, moet altijd zijn ingeschakeld. Slechts een computer kan de beheerdercomputer voor Faxen naar pc of Faxen naar Mac zijn. • De computer of server waarop de bestemmingsmap zich bevindt, moet altijd aan staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand staat.
U kunt Faxen naar pc of Faxen naar Mac, alsook het afdrukken van faxen, uitschakelen vanaf het bedieningspaneel van de printer. Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. 2. Raak Fax instellen aan, raak Basisfaxinstellingen aan en raak vervolgens Faxen naar pc aan. 3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen.
Hoofdstuk 5 Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Raadpleeg Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Snelkiesgroepen instellen en wijzigen U kunt groepen faxnummers opslaan als snelkiesgroepen. Snelkiesgroepen instellen Opmerking Voordat u een snelkiesgroep kunt instellen, moet u al ten minste één snelkiesnummer hebben ingesteld. 1. 2. 3. 4. 5. Raak op het bedieningspaneel van de printer (pijl rechts) aan en raak vervolgens Installatie aan. Raak Fax instellen aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen. Raak Snelkiesgroep aan en raak vervolgens een niet-gebruikt nummer aan.
Hoofdstuk 5 3. 4. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Snelkiesinstellingen. Raak Snelkieslijst afdrukken aan. Faxinstellingen wijzigen Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
De antwoordmodus instellen 1. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax. 3. Raak Automatisch beantwoorden aan en selecteer vervolgens Aan of Uit. Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
Hoofdstuk 5 Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen. Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel met het hoofdtelefoonnummer van de haak is. Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen 1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden. 2. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. 3.
instellingen van de opties Opnieuw verzenden bij in gesprek en Opnieuw verzenden bij geen gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen. • Opnieuw verzenden bij in gesprek: Als deze optie is ingeschakeld, verzendt de printer automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is AAN. Opnieuw verzenden bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt.
Hoofdstuk 5 Het faxgeluidsvolume instellen Gebruik deze procedure om het volume van de faxgeluiden harder of zachter te maken. Het geluidsvolume voor faxen instellen 1. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. 2. Raak Faxinstallatie aan en selecteer vervolgens Basisinstallatiemenu Fax. 3. Raak Geluidsvolume fax aan. 4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij. Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt.
Hoofdstuk 5 • • Een rapport beller-ID's afdrukken De belgeschiedenis weergeven Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Aan (Fax verzenden) of Aan (Verzenden en ontvangen). De standaardinstelling voor faxbevestiging is Uit.
Foutrapporten voor faxen afdrukken U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt. De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten 1. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. 2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan. 3. Raak Faxfoutrapport aan. 4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
Hoofdstuk 5 De details van de laatste faxtransactie afdrukken Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus. Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken 1. Raak (pijl rechts) aan en raak vervolgens Instellingen aan. 2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Faxrapporten aan. 3. Raak Laatste transactie aan.
6 Webservices De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken. Opmerking Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Hoofdstuk 6 Dit alles zonder uw computer te moeten opzetten! Webservices instellen Voer de volgende stappen uit om Webservices te installeren. Opmerking Zorg ervoor dat u vast (Ethernet) of draadloos bent verbonden met het internet voordat u Webservices instelt. Stel Webservices in door middel van de HP-printersoftware. Naast het activeren van de hoofdfucties van de printer, kunt u de HP-printersoftware die bij uw printer is geleverd, gebruiken om Webservices in te stellen.
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen: 1. 2. Controleer of de printer is verbonden met internet. Raak op het bedieningspaneel van de printer de knop 3. 4. 5. 6. (Apps) aan of de knop (HP ePrint). Raak Ja aan om akkoord te gaan met de Gebruiksvoorwaarden en om de Webservices in te schakelen. Klik in het venster Auto Update op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en deze installeert.
Hoofdstuk 6 Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van de HP ePrintinstellingen en om meer te weten over de laatste functies, gaat u naar het ePrintCenter (www.eprintcenter.com). Afdrukken met HP ePrint Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met HP ePrint: 1. Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
Printer Apps gebruiken Om Printer Apps op uw printer te gebruiken moet u Apps aanraken op het bedieningspaneel op het printerbeeldscherm en vervolgens de Print App aanraken die u wilt gebruiken. Voor meer info over individuele Printer Apps surft u naar www.eprintcenter.com. Printer Apps beheren U kunt uw Printer Apps met ePrinterCenter beheren. U kunt Printer Apps toevoegen, configureren of verwijderen en de volgorde waarin ze op het printerbeeldscherm voorkomen instellen.
7 Werken met inktcartridges Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u richtlijnen voor het hanteren van inktcartridges, instructies voor het vervangen van inktcartridges en voor het uitlijnen en schoonmaken van de printkop. Tip Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen als u problemen hebt met het kopiëren van documenten.
• • Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke afdrukproblemen ontstaan. Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer lekt of dat de printer beschadigd raakt: ◦ Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de knop (Aan/uit). Schakel ◦ ◦ de printer niet uit zolang u nog interne printergeluiden hoort.
Hoofdstuk 7 Uw printer is echter ontworpen om u zolang mogelijk te laten afdrukken wanneer uw cartridges zonder inkt komen te zitten. Wanneer er voldoende inkt in de printkop zit, zal de printer u aanbieden om enkel zwarte inkt te gebruiken wanneer een of meer van de kleurencartridges zonder inkt zitten, en enkel gekleurde inkt wanneer de zwarte cartridge zonder inkt zit.
3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. 5. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit. Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde kleur als de kleur die u installeert. 6. 7. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen.
Hoofdstuk 7 Printerbenodigdheden bewaren Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste wijze uitschakelen. Raadpleeg De printer uitschakelen voor meer informatie. Gebruik informatieverzameling De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking van de printer ondersteunt.
8 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de volgende ondersteunende services te gebruiken voor ondersteuning.
Hoofdstuk 8 3. Raadpleeg Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en taal. Raadpleeg Telefonische ondersteuning van HP voor meer informatie. Elektronische ondersteuning krijgen Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan op www.hp.com/go/customercare.
Voordat u belt Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de printer zit.
Hoofdstuk 8 Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. www.hp.
Na de periode van telefonische ondersteuning Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning, kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. U kunt ook Helpinformatie verkrijgen op de HP-website voor online ondersteuning: www.hp.com/go/ customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Hoofdstuk 8 Printerproblemen oplossen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • • De printer wordt onverwacht uitgeschakeld De printer maakt onverwachte geluiden Het uitlijnen is mislukt De printer reageert niet (drukt niet af) De printer drukt langzaam af Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst De printer wordt onverwacht uitgeschakeld Controleer de netvoeding en aansluiting v
De printer reageert niet (drukt niet af) Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij Open de afdrukwachtrij, annulleer alle documenten, en start vervolgens de computer opnieuw op. Probeer af te drukken nadat de computer opnieuw is opgestart. Zie het Help-systeem voor het besturingssysteem voor meer informatie. Controleer de printerinstellingen Raadpleeg Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer informatie.
Hoofdstuk 8 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: De inktniveaus controleren Oplossing: Controleer het inktniveau van de inktcartridges. Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over een laag inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele afdrukvertragingen te vermijden.
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt De printkop reinigen Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer verkeerd werd uitgeschakeld. Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte paginas. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen.
Hoofdstuk 8 de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USBkabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische velden te minimaliseren. Controleer het papierformaat Zorg ervoor dat het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het papierformaat dat in de printer is geplaatst.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Probeer de oplossingen in dit gedeelte om de problemen met de afdrukkwaliteit in uw afdruk op te lossen. • • • • • • • Oplossing 1: Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
Hoofdstuk 8 Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges pas te vervangen als u wordt gevraagd dit te doen.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat. Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
Hoofdstuk 8 Oplossing 6: druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is Oplossing: Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken • Bedieningspaneel: Raak (pijl rechts)aan, vervolgens Configuratie, Rapporten en dan Rapport afdrukkwaliteit. • Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Extra, klik op Werkset afdrukkwaliteit onder Hulpmiddelen, en klik op de knop Rapport afdrukkwaliteit.
6700 Volg de onderstaande stappen als er defecten blijken uit het diagnoserapport voor de Afdrukkwaliteit: 1. 2. 3. Lijn de printer uit als de lijnen in Testpatroon 1 niet recht en aaneengesloten zijn. Zie Printkop uitlijnen voor meer informatie. Reinig de printkop als u witte lijnen ziet in een van de kleurenblokken in Testpatroon 2. Zie De printkop reinigen voor meer informatie. Lijn de printer uit als u witte of donkere lijnen ziet waar de pijlen wijzen in Testpatroon 3.
Hoofdstuk 8 Oorzaak: Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben: software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem zelf. Als u niet tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit afdrukken om u te helpen vaststellen of het printsysteem goed werkt. Oplossing 7: neem contact op met HP-ondersteuning Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Opmerking Het reinigen kost inkt. Reinig de printkop daarom uitsluitend wanneer dit noodzakelijk is. Het reinigingsproces neemt een paar minuten in beslag. Dit proces kan wat geluid produceren. Plaats gewoon papier voordat u de printkop reinigt. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Als de printer niet correct wordt uitgeschakeld, kan dit problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Raadpleeg De printer uitschakelen voor meer informatie. De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel 1.
Hoofdstuk 8 U kunt deze functie gebruiken wanneer er in het printerstatuspagina strepen of witte lijnen door een van de gekleurde vlakken lopen of als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit van uw afdrukken. De printkop uitlijnen vanaf het bedieningspaneel 1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de hoofdinvoerlade. Raadpleeg Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen voor meer informatie. 2.
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt ondersteund door de printer en de gebruikte lade. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie. Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade • Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
Hoofdstuk 8 ◦ Plaats de duplexeenheid in de printer terug. Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd • Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst. • Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst. • Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
Kopieën zijn blanco • • • Controleer het afdrukmateriaal Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van HewlettPackard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie. Controleer de instellingen Het contrast is mogelijk te licht ingesteld. Raak op het bedieningspaneel van de printer Kopie aan, raak Lichter Donkerder aan en gebruik vervolgens de pijltjestoetsen om donkerdere kopieën in te stellen.
Hoofdstuk 8 Kopieerkwaliteit is slecht • • • Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren ◦ Gebruik goede originelen. ◦ Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het materiaal niet goed is geladen, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie. ◦ Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen. Controleer de printer ◦ Mogelijk is de scannerklep niet goed dicht.
• • • • Onduidelijke tekst ◦ Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen. ◦ De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie. Onvolledige gevulde tekst of afbeeldingen Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Hoofdstuk 8 Scanner reageert niet • • • Controleer het origineel Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. Controleer de printer De printer start mogelijk op uit de Slaapstand na een periode inactiviteit, waardoor de verwerking tijdelijk wordt vertraagd. Wacht tot de printer het beginscherm weergeeft.
Tekst kan niet worden bewerkt • • Zorg ervoor dat de OCR werd geïnstalleerd: ◦ Zorg ervoor dat de OCR werd geïnstalleerd: Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle Programma's, klik op HP, selecteer uw printernaam en klik op Software en Printerinstellingen. Klik op Meer software toevoegen, en vervolgens op Softwareselecties aanpassen, en zorg ervoor dat de OCR optie is geselecteerd.
Hoofdstuk 8 Er verschijnen foutmeldingen • • De TWAIN-bron kan niet worden geactiveerd of Er is een fout opgetreden tijdens het ophalen van de afbeelding ◦ Indien u een afbeelding van een ander toestel ophaalt, zoals een andere scanner, controleer dan of het andere toestel werkt met TWAIN. Toestellen die niet werken met TWAIN, werken ook niet met de HP-software die bij de printer is geleverd.
De kwaliteit van de afbeelding is beter als deze wordt afgedrukt De afbeelding die op het scherm verschijnt, is niet altijd een goede weergave van de kwaliteit van de scan. ◦ Probeer de instellingen van uw monitor aan te passen zodat meer kleuren (of grijswaarden) worden weergegeven. Op Windows-computers wordt deze aanpassing gewoonlijk uitgevoerd door Beeldscherm te selecteren in het configuratiescherm. ◦ Probeer de instellingen voor resolutie en kleuren aan te passen.
Hoofdstuk 8 • • • van de scanner te reinigen. Raadpleeg Onderhoud van de printer voor meer informatie. Zwarte punten of vegen ◦ Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een andere ongewenste stof op de glasplaat van de scanner. de glasplaat is mogelijk vuil of bekrast; of de binnenkant van de klep kan vuil zijn. Probeer het probleem te verhelpen door de glasplaat van de scanner en de binnenkant van het deksel te reinigen. Raadpleeg Onderhoud van de printer voor meer informatie.
De faxtest is mislukt Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is mislukt. Als u gedetailleerde informatie nodig hebt, controleert u eerst in het testrapport welk onderdeel van de test is mislukt en raadpleegt u vervolgens in dit gedeelte het desbetreffende onderwerp met mogelijke oplossingen.
Hoofdstuk 8 website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is mislukt Oplossing: Steek het telefoonsnoer in de juiste poort. 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. Opmerking Indien u de 2-EXT-poort gebruikt om de printer aan te sluiten op de telefoonaansluiting op de wand, kunt u geen faxen verzenden of ontvangen.
Hoofdstuk 8 • • Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
• • • nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt. Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd. Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen.
Hoofdstuk 8 • • Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
• • Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Hoofdstuk 8 Oplossing: Als Faxen naar pc of Faxen naar Mac is ingeschakeld, kunt u mogelijk geen faxen verzenden of ontvangen als het faxgeheugen vol is (beperkt door printergeheugen). Oplossing: • Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
• • • • • • Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. U kunt de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te emailen of te surfen op internet. Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces.
Hoofdstuk 8 • De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSLmodem is mogelijk niet correct geaard. Als de DSL-modem niet correct is geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn veroorzaken. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen of ander ruis hoort.
verzenden, moet de telefoon rechtstreeks zijn aangesloten op de poort 2EXT op de printer, zoals in de afbeelding aangegeven. 1 3 2 • 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1LINE-poort 3 Telefoon Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is aangesloten op de printer, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op de telefoon.
Hoofdstuk 8 • • • 124 Als u een voicemail-service gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig en niet automatisch ontvangen. Dit houdt in dat u binnenkomende faxen alleen persoonlijk kunt aannemen. Zie Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail voor informatie over het installeren van de printer als u een voicemaildienst gebruikt. Raadpleeg Een fax handmatig ontvangen voor informatie over het handmatig ontvangen van faxen.
◦ ◦ Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat. Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht.
Hoofdstuk 8 De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen Oplossing: • De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555.
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat Oplossing: • Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met de printer te verbinden, zoals is beschreven in Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/ fax met antwoordapparaat. Als u het antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt.
Hoofdstuk 8 Oplossing: Als u faxen in kleur wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de optie Inkomende faxen afdrukken op het bedieningspaneel van de printer is ingeschakeld. De computer kan geen faxen ontvangen (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) Oorzaak: De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is uitgeschakeld. Oplossing: Zorg dat de computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, altijd is ingeschakeld.
• • • • Indien u de printer verbindt via een Ethernet-kabel, moet u ervoor zorgen dat u de printer niet verbindt met een telefoonsnoer of crossoverkabel om de printer aan te sluiten op het netwerk, en dat de Ethernet-kabel veilig is aangesloten op de printer. Raadpleeg Problemen met het vaste (Ethernet-)netwerk oplossen voor meer informatie. Indien u de printer aansluit met een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat het draadloos netwerk correct werkt.
Hoofdstuk 8 Opmerking Als u vanaf een computer met een geheugenapparaat gaat werken, raadpleegt u de Help bij de software voor informatie over het oplossen van problemen. • • De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen De printer kan foto's op het geheugenapparaat niet lezen De printer kan de gegevens op het geheugenapparaat niet lezen • • Controleer het geheugenapparaat ◦ Zorg ervoor dat het geheugenapparaat een ondersteund type geheugenapparaat is.
Opmerking Als u een van de volgende maatregelen hebt genomen moet u het installatieprogramma opnieuw uitvoeren. • Algemene netwerkproblemen oplossen Algemene netwerkproblemen oplossen Indien u de HP-software die bij de printer is geleverd, niet kunt installeren, controleert u of: • • • • Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn. Het netwerk operationeel zijn en de hub, switch of router van het netwerk zijn ingeschakeld.
Hoofdstuk 8 Draadloze basisproblemen oplossen Voer de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit. Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt Als het blauwe lampje niet brandt, zijn de voorzieningen voor draadloze communicatie mogelijk niet ingeschakeld. Als u Draadloos ziet: Raak de optie Uit in de lijst aan en raak vervolgens Aan aan. Opmerking Als uw printer Ethernet-netwerken ondersteunt, controleer dan of er geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten.
Stap 1: Controleer of de computer verbinding heeft met het netwerk Zorg ervoor dat uw computer is aangesloten op uw netwerk - ofwel uw vast netwerk (Ethernet) of uw draadloos netwerk. Als de computer niet is aangesloten op het netwerk, kunt u de printer niet gebruiken in het netwerk. Een vaste (Ethernet-) aansluiting controleren ▲ Veel computers hebben indicatielampjes naast de poort waar de Ethernet-kabel van de router wordt aangesloten op uw computer.
Hoofdstuk 8 Mac OS X ▲ Klik op het pictogram AirPort in de menubalk bovenaan in het scherm. Vanuit het menu dat wordt weergegeven, kunt u zien of de AirPort is ingeschakeld en met welk draadloos netwerk uw computer is verbonden. Opmerking Voor meer informatie over uw AirPort-verbinding, klikt u op Systeemvoorkeuren in het Dock, en vervolgens op Netwerk. Als de draadloze verbinding goed werkt, verschijnt een groene stip naast AirPort in de lijst met verbindingen.
A: Controleer of de printer met het netwerk verbonden is. 1. Als de printer Ethernet-netwerken ondersteunt en is verbonden met een Ethernetnetwerk, controleer dan of er geen Ethernet-kabel is aangesloten aan de achterkant van de printer. Als aan de achterkant een Ethernet-kabel is aangesloten, wordt draadloze connectiviteit uitgeschakeld. 2. Als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk, druk dan de netwerkconfiguratiepagina af. Raadpleeg De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Hoofdstuk 8 beveiligingssoftware van de firewall de communicatie blokkeert. Schakel beveiligingsoftware van de firewall die actief is op uw computer tijdelijk uit en probeer vervolgens nogmaals toegang te krijgen tot de EWS. Als u naar de EWS kunt gaan, probeer de printer dan te gebruiken (om af te drukken).
Stap 5: Controleer of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows) Als u de HP-software opnieuw installeert, maakt de installer mogelijk een tweede versie van het printerstuurprogramma in uw map Printers of Printers en faxapparaten of Apparaten en printers. Als u problemen hebt met het afdrukken of aansluiten op de printer, controleer dan of de juiste versie van het stuurprogramma van de printer als de standaardinstelling is ingesteld. 1.
Hoofdstuk 8 Na het oplossen van de problemen Nadat u de problemen hebt opgelost en uw printer succesvol hebt aangesloten op het draadloos netwerk, voert u de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem: Windows 1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of Alle programma's, klik op HP, selecteer uw printernaam en klik op Software en printerinstellingen. 2. Klik op Een nieuwe printer aansluiten, en selecteer het gewenste verbindingstype. Mac OS X 1.
• • Indien uw firewall beschikt over een functie "Waarschuwingsmeldingen verbergen", moet u deze uitschakelen. Bij het installeren van de HP-software en bij gebruik van de HP-printer kunt u waarschuwingsmeldingen zien afkomstig van uw firewallsoftware. Ze geven de opties "akkoord", "toestaan", "deblokkeren". Sta alle HP-software toe die een waarschuwing veroorzaakt. Als de melding de optie 'deze actie onthouden' of 'een regel hiervoor maken' bevat, selecteert u deze.
Hoofdstuk 8 Controleer de webbrowser • Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Raadpleeg Specificaties van de geïntegreerde webserver voor meer informatie. • Als uw webbrowser proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het internet, probeer deze instellingen dan uit te schakelen. Zie de documentatie bij uw webbrowser voor meer informatie. • Controleer of JavaScript en cookies zijn ingeschakeld in uw webbrowser.
Suggesties voor hardware-installatie Controleer de printer • Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van de printer zijn verwijderd. • Zorg dat er papier in de printer is geladen. • Controleer of er geen lampjes branden of knipperen behalve het lampje Gereed, dat hoort te branden. Controleer op berichten op het bedieningspaneel van de printer als het waarschuwingslampje knippert.
Hoofdstuk 8 • • Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste stationsaanduiding hebt opgegeven. Als de computer de installatie-cd in de cd-rom-drive niet herkent, bekijk dan of de installatie-cd is beschadigd. U kunt het stuurprogramma van de printer downloaden van de HP-website www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Problemen met een vaste netwerkverbinding • Als het verbindingslampje Link op de netwerkaansluiting niet brandt, controleert u of aan alle voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen oplossen" is voldaan. • Het is niet aan te raden de printer een vast IP-adres te geven, maar desondanks kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen. De netwerkinstellingen voor de printer opnieuw instellen 1.
Hoofdstuk 8 1. Informatie over de printer: Toont printerinformatie (zoals printernaam, modelnummer, serienummer en versienummer van de firmware), de accessoires die zijn geïnstalleerd (zoals de accessoire voor dubbelzijdig afdrukken of de duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en accessoires wordt afgedrukt. Informatie over het inktsysteem: Toont de geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld als meters), de onderdeelnummers en vervaldatums van de inktcartridges. 2.
1. 2. 3. 4. Algemene informatie: Toont informatie over de huidige status en het type actieve verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de geïntegreerde webserver. 802.3 vast: Informatie over de actieve vaste netwerkverbinding, zoals het IPadres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de printer. 802.11 Draadloos: Toont informatie over uw draadloze netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de standaardgateway en de server.
Hoofdstuk 8 Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • Papierstoringen verhelpen Papierstoringen voorkomen Papierstoringen verhelpen Een papierstoring kan optreden aan beide zijden van de printer of in de automatische documentinvoer. Let op Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u papierstoringen zo snel mogelijk oplossen. Tip Wanneer u merkt dat de afdrukkwaliteit achteruitgaat moet u de printkop reinigen. Zie De printkop reinigen voor meer informatie.
c. 3. Wanneer u het vastgelopen papier daar niet ziet, drukt u op de grendel boven op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid zakken. Wanneer u het vastgelopen papier heeft gevonden, verwijdert u het voorzichtig uit de printer. Sluit de klep. d. Schuif de duplexmodule in de printer totdat de eenheid op zijn plek wordt vergrendeld. Controleer de voorkant van de printer. a. Open de toegangsklep van de inktcartridges. b.
Hoofdstuk 8 verkreukeld afdrukmateriaal, en trek het afdrukmateriaal langs de voorkant van de printer naar u toe. Waarschuwing Kom niet met uw handen in de printer als de printer aanstaat en de wagen vastzit. Als u de toegangsklep voor inktcartridges opent, moet de wagen terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit niet gebeurt, schakelt u de printer uit voordat u het vastgelopen papier verwijdert. 4. Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen.
3. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan. Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen. 4. Sluit de printerkap van de automatische documentinvoer door het stevig naar beneden te duwen tot het op zijn plek wordt vergrendend.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Informatie over de garantie • Printerspecificaties • Wettelijk verplichte informatie • Programma voor milieubeheer • Licenties van derden Informatie over de garantie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: 150 • Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard • Garantie-informatie inktcartridge Technische informatie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP-product Softwaremedia Printer Print- of inktcartridges Printkoppen (geldt alleen voor producten met printkoppen die door de klant kunnen worden vervangen) Accessoires Duur van beperkte garantie 90 dagen 1 jaar Tot het HP-cartridge leeg is of de "einde garantie"-datum (vermeld op de inktcartridge) is bereikt, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is.
Bijlage A Garantie-informatie inktcartridge De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer het product wordt gebruikt in combinatie met de daarvoor bedoelde printer van HP. Deze garantie is niet van toepassing op HPinktproducten die opnieuw zijn gevuld, die zijn gerecycled, gerepareerd, die verkeerd zijn gebruikt of waarmee is geknoeid. Tijdens de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet op is en het einde van de garantieperiode niet is bereikt.
Printerspecificaties Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Fysieke specificaties • • Productkenmerken en -mogelijkheden Specificaties processor en geheugen • Systeemvereisten • • Netwerkprotocolspecificaties Specificaties van de geïntegreerde webserver • Mediaspecificaties • • Afdrukspecificaties Kopieerspecificaties • Faxspecificaties • • Scanspecificaties Specificaties Webservices • HP-websitespecificaties • • Omgevingsspecificaties Elektrische specificaties • Geluidsspecifica
Bijlage A (vervolg) Functie Capaciteit Ondersteunde lettertypen Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG Times Italic, Universe, Universe Italic, Courier, Courier Italic, Letter Gothic, Letter Gothic Italic. Werkbelasting Maximaal 12.
• • Citrix XenServer 5.5 Mac OS X v10.5, v10.6, v10.7 • Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services • • Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.0 Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.5 • Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix XenApp 5.
Bijlage A Ondersteunde formaten begrijpen Papierformaat Standaardformaten afdrukmateriaal 10 x 15 cm* 2L U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inch) 8.5 x 13 inch (216 x 330 mm) U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inch) A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inch)* U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x 10,5 inch) U.S. Statement (140 x 216 mm; 5,5 x 8,5 inch) B5 (JIS) (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inch)* A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inch)* Edge-to-Edge A4* Edge-to-Edge Letter* Enveloppen Envelop U.S.
(vervolg) Papierformaat Invoerlade ADF Duplexeenheid Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm; 3,5 x 8,1 inch) Kaarten Systeemkaart (76.2 x 127 mm; 3 x 5 inch) Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x 6 inch) Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x 8 inch) A6-kaart (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inch) A4 indexkaart (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inch)* Hagaki** (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8 inch) Ofuku Hagaki** (200 x 148 mm; 7,8 x 5,8 inch) Indexkaart Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inch) Fotoafdrukmateriaal Fotopapier (76.
Bijlage A (vervolg) Papierformaat Invoerlade ADF Duplexeenheid tot 8,5 inch breed en 9,5 tot 12 inch lang) * Deze formaten kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder rand. ** De printer is alleen compatibel met gewoon papier en inktjet hagaki papier van Japan Post. Het is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
Minimummarges instellen De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in de afdrukstand Staand. 3 3 4 1 2 4 1 2 Afdrukmateriaal (1) Linkermarge (2) Rechtermarg e (3) Bovenmarge (4) Ondermarge U.S. Letter 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) Windows: 3,3 mm (0,13 inch), Macintosh en Linux: 12 mm (0,47 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 3,3 mm (0,13 inch) 16,5 mm (0,65 inch) 16,5 mm (0,65 inch) U.S. Legal A4 U.S. Executive U.S.
Bijlage A • Bedruk nooit beide zijden van enveloppen, fotopapier, glanzend afdrukmateriaal of papier dat lichter is dan 60 g/m2 of zwaarder dan 105 g/m2. Bij deze materiaaltypen kunnen papierstoringen optreden. • Voor verschillende soorten afdrukmateriaal is een specifieke afdrukstand vereist wanneer u op beide zijden van een pagina afdrukt. Dit is onder meer zo voor briefhoofden, voorgedrukt papier en papier met watermerken en gaten.
Foto (dpi) Zeer fijn (dpi) Fijn (dpi) Standaard (dpi) Zwart 196 x 203 (8-bits grijstinten) 300 x 300 196 x 203 196 x 98 Kleur 200 x 200 200 x 200 200 x 200 200 x 200 Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac • Ondersteund bestandstype: Ongecomprimeerde TIFF • Ondersteunde faxtypen: zwart-witfaxen Scanspecificaties • • Geïntegreerde OCR-software zet gescande tekst automatisch om in bewerkbare tekst Interface werkt met Twain (Windows) en Interface voor vastleggen van Afbeeldingen (Mac OS
Bijlage A Omgevingsspecificaties Werkomgeving Bedrijfstemperatuur: 5° tot 40°C Aanbevolen bedrijfstemperatuur: 15° tot 32°C Aanbevolen relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80% niet-condenserend Opslagomgeving Opslagtemperatuur: -40° tot 60°C Luchtvochtigheid bij opslag: Maximaal 90 procent niet-condenserend bij een temperatuur van60° C (140° F) Elektrische specificaties Stroomvoorziening Universele netadapter (extern) Stroomvereisten Ingangsspanning: 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz Uitvoervoltage: +32V/+12
Wettelijk verplichte informatie De printer voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
Bijlage A FCC-verklaring FCC statement The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified that the following notice be brought to the attention of users of this product. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland Geräuschemission LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19 Verklaring over de indicatielampjes LED indicator statement The display LEDs meet the requirements of EN 60825-1.
Bijlage A Kennisgeving voor gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-eisen Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone company. An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment.
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique canadien/Notice to users of the Canadian telephone network Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil.
Bijlage A Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesignrichtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU. Conformiteit met deze richtlijnen wordt beoordeeld aan de hand van de geldende European Harmonised Standards (Geharmoniseerde Europese Normen).
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties Exposure to radio frequency radiation Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized. This product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such a manner to minimize the potential for human contact during normal operation.
Bijlage A Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan 170 Technische informatie
Programma voor milieubeheer Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden.
Bijlage A Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjetonderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte print- en inktcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website: www.hp.
Wegwerpen van batterijen in Taiwan Accuvoorschriften in Brazilië A bateria deste equipamento não foi projetada para ser removida pelo cliente. Afvalverwijdering van elektronische apparatuur in Brazilië Este produto eletroeletrônico e seus componentes não devem ser descartados no lixo comum, pois embora estejam em conformidade com padrões mundiais de restrição a substâncias nocivas, podem conter, ainda que em quantidades mínimas, substâncias impactantes ao meio ambiente.
Bijlage A 174 English European Union Battery Directive This product contains a battery that is used to maintain data integrity of real time clock or product settings and is designed to last the life of the product. Any attempt to service or replace this battery should be performed by a qualified service technician.
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China) Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen RoHS-waarschuwingen (alleen voor Oekraïne) Beperking voor gevaarlijke producten (India) Restriction of hazardous substances (India) This product complies with the "India E-waste (Management and Handling) Rule 2011" and prohibits use of lead, mercury, hexavalent chromium, polybrominated biphenyls or polybrominated diphenyl ethers in concentrations exceeding 0.1 weight % and 0.
Bijlage A Licenties van derden LICENSE.aes-pubdom--crypto --------------------/* rijndael-alg-fst.c * * @version 3.0 (December 2000) * * Optimised ANSI C code for the Rijndael cipher (now AES) * * @author Vincent Rijmen * @author Antoon Bosselaers * @author Paulo Barreto * * This code is hereby placed in the public domain.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT. IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE SOFTWARE. LICENSE.
Bijlage A This package is an SSL implementation written by Eric Young (eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL. This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code.
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.] ==================================================================== Copyright (c) 1998-2001 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Bijlage A ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)" THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
Bijlage A * may be used to endorse or promote products derived from this software * without specific prior written permission. * * THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE PROJECT AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND * ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE * IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR * PURPOSE ARE DISCLAIMED.
Licenties van derden 183
B HP-benodigdheden en accessoires Dit hoofdstuk biedt informatie over HP-benodigdheden en -accessoires voor de printer. De informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP ( www.hpshopping.com ) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website. Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Vervang alleen door cartridges met hetzelfde nummer als de inktcartridges die u wilt vervangen. Het nummer van de cartridge is terug te vinden op de volgende plaatsen: • In de geïntegreerde webserver als u klikt op het tabblad Hulpprogramma 's en u vervolgens onder Productinformatie klikt op Inktmeter. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie. • • In het printerstatusrapport (zie Het printerstatusrapport begrijpen). Op het etiket van de inktcartridge die u gaat vervangen.
C Bijkomende faxinstallatie Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg) Colombia Griekenland India Indonesië Ierland Japan Korea Latijns-Amerika Maleisië Mexico Filippijnen Polen Portugal Rusland Saoedi-Arabië Singapore Spanje Taiwan Thailand VS Venezuela Vietnam Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij.
Bijlage C • Gespreksoproepen: Gespreksoproepen worden ontvangen op hetzelfde telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het ontvangen van faxoproepen met de printer. • Computermodem voor inbellen: Een computermodem voor inbellen staat op dezelfde telefoonlijn als de printer.
(vervolg) Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonne ment op specifie ke belsign alen Gespr eksop roepe n Computer modem voor inbellen Antwoord apparaat Voicem ailservi ce Aanbevolen installatiemethode fax belsignaal op dezelfde lijn Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreksen faxoproepen met computermo
Bijlage C Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Achteraanzicht van de printer 1 2 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
Situatie B: De printer configureren voor DSL Als u een DSL-service hebt via uw telefoonmaatschappij en geen apparatuur op de printer aansluit, volg dan de instructies in dit gedeelte om een DSL-filter aan te sluiten tussen de telefoonaansluiting en de printer. Het DSL-filter verwijdert het digitale signaal dat de printer kan verstoren, zodat de printer goed kan communiceren met de telefoonlijn. (DSL wordt in uw land/ regio mogelijk ADSL genoemd.
Bijlage C 3. Maak met een extra telefoonsnoer een verbinding van de DSL-filter naar de wandcontactdoos. 4. Voer een faxtest uit. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers waarvan elk een ander belpatroon heeft, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Achteraanzicht van de printer 1 2 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
Bijlage C 3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het patroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend. Opmerking De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden. Als u de Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is toegekend aan uw faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel telefoonoproepen als faxoproepen of geen van beiden.
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
Bijlage C Achteraanzicht van de printer 1 2 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Opmerking Indien u een inbelmodem hebt op uw computer, deelt deze de telefoonlijn met de printer. U kunt niet tegelijkertijd uw modem en de printer gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een emailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Bijlage C 4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan. 6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 7. Voer een faxtest uit.
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2.
Bijlage C Opmerking Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11poorten aan de achterzijde.
4. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
Bijlage C Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem Volg deze instructies als uw computer beschikt over een DSL/ADSL-modem 7 1 3 1 4 6 2 7 3 5 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL-dienst, moeten met extra DSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen. 2. Met het bij de printer geleverde telefoonsnoer verbindt u het ene uiteinde met de DSL-filter en het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE aan de achterzijde van de printer.
Bijlage C 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Antwoordapparaat 4 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem en een antwoordapparaat Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een computermodem en een antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Opmerking Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de modem en de printer niet gelijktijdig gebruiken.
Bijlage C 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat een bericht opnemen.
Bijlage C De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider. Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-/ADSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
Bijlage C U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Computer met modem 4 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting.
(vervolg) Noorwegen www.hp.no/faxconfig Nederland www.hp.nl/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Franstalig) www.hp.be/fr/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.com/it/faxconfig Test Faxinstallatie U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen.
D Netwerkinstallatie U kunt de netwerkinstellingen voor de printer beheren via het bedieningspaneel van de printer, zoals is beschreven in het volgende gedeelte. Voor geavanceerde instellingen kunt u de geïntegreerde webserver gebruiken. De geïntegreerde webserver is een configuratie- en statushulpmiddel dat u kunt openen via een bestaande netwerkverbinding met de printer. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Als u de netwerknaam of de beveiligingscode niet kunt terugvinden of deze informatie vergeten bent, raadpleegt u de documentatie die bij de computer of de draadloze router is geleverd. Als u deze informatie nog steeds niet kunt vinden, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het draadloos netwerk heeft ingesteld.
Bijlage D Opmerking Controleer voor het gebruik van WPS of uw draadloze router of draadloze toegangspunt ondersteuning biedt voor WPS. Routers met ondersteuning voor WPS bevatten vaak een knop (WPS) of een knop met de naam “WPS”. U kunt een van de volgende methodes gebruiken om de printer in te stellen met WPS: • • Eén druk op de knop: Gebruik de knop (WPS) of WPS op uw router, indien aanwezig. PIN-methode: Voer de PIN-code in die is gegenereerd door de printer in de configuratiesoftware van de router.
Opmerking Indien u overschakelt op een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat een Ethernet-kabel niet werd aangesloten op de printer. Als er een Ethernet-kabel wordt aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze communicatie van de printer uitgeschakeld. U kan ook worden gevraagd om tijdelijk een USB-kabel aan te sluiten tijdens het set-upproces. Een Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding 1.
Bijlage D Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: Overzicht beveiligingsinstellingen • • Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router (MAC-filteren) • Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen Overzicht beveiligingsinstellingen Om de beveiliging van het draadloze netwerk te verbeteren en onbevoegde toegang te voorkomen, ondersteunt de printer verschillende algemene types netwerkauthenticatie, waaronder WEP, WPA en WPA2.
Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen: • Gebruik een draadloos wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een draadloos WPA-wachtwoord kunt u maximaal 64 tekens gebruiken. • Vermijd in een draadloos wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen, eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden gegevens.
Bijlage D De draadloze radio in- en uitschakelen De draadloze radio staat standaard ingeschakeld, zoals het blauwe lampje aan de voorkant van de printer aangeeft. De radio moet zijn ingeschakeld om de verbinding met een draadloos netwerk te behouden. Als de printer echter is verbonden met een vast netwerk of als u een USBaansluiting gebruikt, wordt de radio niet gebruikt. In dit geval wilt u de radio mogelijk uitschakelen. 1. Raak 2.
4. 5. Automatisch is standaard geselecteerd. Kies om de instellingen handmatig te wijzingen Handmatig, en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in: • IP-adres • Subnetmasker • Standaard gateway • DNS-adres Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan. De netwerkinstellingen herstellen Het beheerderswachtwoord en de netwerkinstellingen terugzetten 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer en kies vervolgens Netwerk. 2.
Bijlage D 3. 4. 220 Volg de instructies op het scherm. Als de HP Uninstaller is voltooid, start u de computer opnieuw.
E Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Werkset (Windows) • HP-hulpprogramma (Mac OS X) • Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. Opmerking De Werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten. De Werkset openen 1.
Bijlage E Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: Over cookies • • De geïntegreerde webserver openen Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek.
F Hoe kan ik? • Aan de slag • Afdrukken • Scannen • Kopiëren • Fax • Webservices • Werken met inktcartridges • Een probleem oplossen Hoe kan ik? 223
G Fouten (Windows) Faxgeheugen vol Als Back-up van faxontvangst of HP Digital Fax (Faxen naar pc of Faxen naar Mac) is ingeschakeld en de printer een probleem heeft (zoals een papierstoring), bewaart de printer binnenkomende faxen in het geheugen totdat het probleem is opgelost. Het geheugen van de printer kan echter vol raken met faxen die nog niet zijn afgedrukt of nog niet naar de computer zijn overgebracht. Los de problemen met de printer op om dit probleem op te lossen.
Probleem met de cartridge De inktcartridge die is geïdentificeerd in het bericht ontbreekt, is beschadigd, niet-compatibel of is in de verkeerde sleuf van de printer geplaatst. Opmerking Als de cartridge in het bericht wordt aangeduid als een incompatibele cartridge, raadpleegt u Afdrukbenodigdheden online bestellen voor informatie over het aanschaffen van cartridges voor de printer. Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen.
Bijlage G U kunt de blokkade verhelpen door op de knop (Aan/uit) te drukken om de printer uit te schakelen en vervolgens de computer te controleren op blokkages. Zie Storingen verhelpen voor meer informatie. Vastgelopen papier Papier is vastgelopen in de printer. Controleer voordat u de storing probeert te verhelpen het volgende: • Zorg ervoor dat u papier hebt geplaatst dat aan de specificaties voldoet en dat niet gekreukeld, gevouwen of beschadigd is. Raadpleeg Mediaspecificaties voor meer informatie.
Document afdrukken mislukt De printer kan het document niet afdrukken omdat er een probleem is opgetreden in het afdruksysteem. Zie Printerproblemen oplossen voor informatie over het oplossen van afdrukproblemen. Printerfout Er is een probleem opgetreden met de printer. Meestal kunt u dergelijke problemen oplossen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Druk op de knop 2. 3. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan. Druk op de knop (Aan/uit) om de printer uit te zetten.
Bijlage G Zie Inktcartridges vervangen. Upgrade printerbenodigdheden De cartridge die in het bericht wordt aangeduid, kan alleen worden gebruikt om één printer te upgraden. Klik op OK om de cartridge op deze printer te gebruiken. Als u niet wilt doorgaan met het upgraden van de benodigdheden voor deze printer, klikt u op Annuleren en verwijdert u de cartridge. Upgrade printerbenodigdheden gelukt De upgrade van printerbenodigdheden is geslaagd.
Gebruik SETUP-cartridges Gebruik voor de printerinitialisatie de SETUP-cartridges die bij de printer zijn geleverd. U moet de cartridge vervangen door de SETUP-cartridge om dit bericht te wissen. Raadpleeg Inktcartridges vervangen voor meer informatie. Gebruik geen SETUP-cartridges Nadat de printer is geïnitialiseerd, kunt u de SETUP-cartridges niet meer gebruiken. Verwijder de SETUP-cartridges en plaats gewone cartridges. Raadpleeg Inktcartridges vervangen voor meer informatie.
Bijlage G afdrukkwaliteit oplevert. Om deze situatie te verhelpen, worden er grote hoeveelheden inkt gebruikt, waardoor alle cartridges leeg zullen raken. Oplossing: Klik op OK om door te gaan met afdrukken, of vervang de cartridge. Zie Inktcartridges vervangen voor informatie over het plaatsen van nieuwe inktcartridges. Probleem met printeronderhoud De printerklok werkt niet goed, zodat de inkt niet goed wordt verwerkt. Het geschatte inktniveau van de inktmeter is mogelijk onjuist.
Index A aangepast papierformaat Mac OS 36, 37 aansluitingen, locatie 12 accessoires garantie 151 printerstatusrapport 144 achterpaneel illustratie 12 ADF (automatische documentinvoer originelen plaatsen 21 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 191 afbeeldingen onvolledig gevulde kopieën 107 zien er anders uit dan de originele scan 111 afdrukinstellingen afdrukkwaliteit 95 afdrukken afdrukkwaliteitrapport 98 details laatste fax 74 dubbelzijdig 39 faxen 57 faxen vanuit het geheugen 57 faxlogs
ISDN-lijn (parallelle telefoonsystemen) 192 PBX-systeem (parallelle telefoonsystemen) 192 Configureren firewall 138 D donkere afbeeldingen, problemen oplossen kopieën 106 scans 111 draadloze communicatie draadloze basisproblemen oplossen 132 geavanceerde draadloze problemen oplossen 132 instellen 212 radio, inschakelen 218 storing verminderen 217 wettelijke informatie 168 DSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 191 dubbelzijdig afdrukken 39 duplexeenheid storingen verhelpen 145 E ECM.
Index handmatig 56 modus automatisch antwoorden 66 problemen oplossen 119, 123 faxen rondzenden verzenden 54 faxen verzenden gewone fax 49 handmatig 51 handsfree kiezen 52 problemen oplossen 119, 122, 126 fax opvragen voor ontvangst 58 Faxscherm 14 Firewall configureren 138 firewalls, problemen oplossen 91 FoIP 70 formaat kopieerproblemen oplossen 105 scans, problemen oplossen 112 foto's plaatsen van geheugenkaarten 25 problemen met geheugenapparaten oplossen 130 Foto's afdrukken Mac OS 35 Windows 34 fotoaf
(parallelle telefoonsystemen) 208 Installatie 14 installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 195 instellen antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 205 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 205 instellen, opties opnieuw kiezen 68 instellingen faxscenario's 187 netwerk 217 snelheid, fax 69 Instellingen kopie 47 volume, fax 70 Internet Protocol (internetprotocol) fax, gebruiken 70 invoerlade capaciteit 158 ondersteunde afdrukmateriaaltypes en gewicht 158 onders
Index gedeeld met fax en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 208 gedeeld met lijn voor fax en gesprekken (parallelle telefoonsystemen) 199 modemsnelheid 69 modem voor inbellen gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 205 module voor dubbelzijdig afdrukken ondersteunde afdrukmateriaaltypes en gewicht 158 N na de ondersteuningsperiode 89 netaansluiting, locatie 12 netwerken afdrukinstellingen weergeven en afdrukken 217 draadloze instellingen 144 firewalls, problemen oplossen 91 g
afdrukmateriaal wordt niet uit een lade ingevoerd 103 afgesneden pagina's, verkeerde plaatsing van tekst of afbeeldingen 94 algemene netwerkproblemen oplossen 131 antwoordapparaten 127 blanco pagina's afgedrukt 93 drukt niet af 91 faxen 112 faxen ontvangen 119, 123 faxen verzenden 119, 122, 126 faxhardwaretest is mislukt 113 faxkiestoontest mislukt 117 faxlijntest is mislukt 118 faxtesten 113 firewalls 91 geheugenapparaten 130 geïntegreerde webserver (EWS) 139 installatieproblemen 140 kopieerkwaliteit 106 k
Index specifiek belsignaal parallelle telefoonsystemen 193 specifieke beltoon wijzigen 67 standaardinstellingen kopiëren 48 status netwerkconfiguratiepagin a 144 printerstatusrapport 144 statuspictogrammen 14 storingen afdrukmateriaal dat u moet vermijden 19 papier 146, 149 verhelpen 145 strepen op scans, problemen oplossen 111 stroom specificaties 162 stuurprogramma garantie 151 systeemvereisten 154 T taal, printer 153, 154 technische gegevens faxspecificaties 160 kopieerspecificaties 160 scanspecificatie
minimale systeemvereisten 38 systeemvereisten 154 witte banden of strepen, problemen oplossen kopieën 107 scans 111 witte banen of strepen, problemen oplossen kopieën 106 X xD-Picture-geheugenkaart invoegen 25 Z zwarte punten of vegen, problemen oplossen kopieën 106 scannen 112 zwart-wit pagina’s fax 49 kopie 47 238