HP Color LaserJet 2820/2830/2840 Gebruikershandleiding
HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one Gebruikershandleiding
Auteursrecht en licentiebepalingen FCC-vereisten (Verenigde Staten) © 2004 Copyright Hewlett-Packard Development Company, LP Deze apparatuur is getest en blijkt te voldoen aan de vereisten voor een digitaal apparaat van Klasse B, volgens lid 15 van de Amerikaanse FCC-voorschriften. De limieten in deze voorschriften zijn ontwikkeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. Door deze apparatuur wordt energie met radiofrequentie voortgebracht en verbruikt.
Handelsmerken Adobe Photoshop® en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Corel® is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation of Corel Corporation Limited. Microsoft®, Windows® en Windows NT® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten. UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
Service en ondersteuning Webservices 24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding World Wide Web: bijgewerkte HP-apparaatsoftware, productinformatie en ondersteunende informatie en printerdrivers in diverse talen kunt u vinden op http://www.hp.com/support/ clj2800series. (De site is Engelstalig.
De zelfreparatieprogramma's van HP bieden klanten uit Noord-Amerika de snelste service binnen garantie- of contractuele voorwaarden. HP verzendt vervangende onderdelen rechtstreeks naar u (de eindgebruiker), zodat u deze zelf kunt vervangen. Met dit programma kunt u eenvoudig onderdelen vervangen. HP-service-informatie Bel 800-243-9816 (Verenigde Staten) of 800-387-3867 (Canada) voor geautoriseerde dealers in de Verenigde Staten of Canada. Of ga naar http://www.hp.com/go/cposupportguide.
Inhoudsopgave 1 Basisinformatie over het apparaat Snelle toegang tot informatie over het apparaat .......................................................................2 Snelkoppelingen in de handleiding .....................................................................................2 Als u meer informatie wilt ...................................................................................................2 Apparaatconfiguratie ......................................................................
5 Afdrukken Afdrukken vanuit Windows ......................................................................................................38 Afdrukken vanuit Windows ...............................................................................................38 Afdrukken vanuit Macintosh OS ..............................................................................................39 Afdrukken vanuit Macintosh OS .......................................................................................
Kopie voor de huidige taak verkleinen of vergroten .........................................................67 Het standaardkopieerformaat wijzigen .............................................................................68 De sorteerinstelling wijzigen ...................................................................................................69 De standaardsorteerinstelling wijzigen .............................................................................69 Het aantal kopieën wijzigen .....
De antwoordmodus instellen ............................................................................................93 Belpatronen wijzigen voor het beantwoorden van oproepen ..................................................94 De belpatronen wijzigen voor het beantwoorden van oproepen ......................................94 De instelling voor het aantal belsignalen wijzigen ..................................................................95 De instelling aantal belsignalen gebruiken ..................
Scannen vanaf het apparaat en HP Director (Macintosh) ....................................................123 Scannen naar e-mail ......................................................................................................123 Scannen naar een map ..................................................................................................124 Naar een softwareprogramma scannen .........................................................................124 Eén pagina tegelijk scannen .............
Contactpersonen importeren uit een andere bron .........................................................162 Een nieuwe groepslijst maken ........................................................................................163 Een nieuwe groepslijst maken ........................................................................................163 Instellingen (zoals het contrast of de resolutie) wijzigen en optimaliseren voor elke fax ........................................................................
De papierbaan reinigen ..................................................................................................198 De automatische documentinvoer (ADI) vervangen .............................................................200 De ADI vervangen ..........................................................................................................200 De transportroleenheid van de automatische documentinvoer vervangen ..........................
Problemen met afdrukken van foto's ..............................................................................280 Hulpprogramma's voor het oplossen van problemen ...........................................................283 Apparaatpagina's en -rapporten .....................................................................................283 Faxrapporten ..................................................................................................................283 HP Werkset ......................
1 Basisinformatie over het apparaat In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen: NLWW ● Snelle toegang tot informatie over het apparaat ● Apparaatconfiguratie ● Apparaatfuncties ● Onderdelen van het apparaat 1
Snelle toegang tot informatie over het apparaat Snelkoppelingen in de handleiding ● Onderdelen van het apparaat ● Bedieningspaneel ● Problemen oplossen Als u meer informatie wilt Er zijn diverse naslagwerken voor dit apparaat beschikbaar. Zie http://www.hp.com/support/ clj2800series. Het apparaat gereedmaken Starthandleiding (gedrukt): hierin vindt u stapsgewijze instructies voor het installeren en het gereedmaken van het apparaat. Deze handleiding wordt bij uw apparaat geleverd.
Er is ook een op het web gebaseerde gebruikershandleiding (in HTML) beschikbaar. Ga naar http://www.hp.com/support/clj2800series. Na het tot stand brengen van de verbinding, selecteert u Handleidingen. On line Help: de on line Help bevat informatie over de apparaatopties die via de printerdrivers beschikbaar zijn. U kunt een Help-onderwerp raadplegen via het menu Help van de printerdriver.
Apparaatconfiguratie Het apparaat is verkrijgbaar in de volgende configuraties: HP Color LaserJet 2820 all-in-one De HP Color LaserJet 2820 all-in-one: printer, scanner, kopieerapparaat is een vierkleurenlaserprinter met een afdruksnelheid van maximaal 20 pagina's per minuut (ppm) in zwart-wit, 19 ppm van A4-formaat en 4 ppm van Letter/A4-formaat in kleur. Het apparaat heeft een PCL 6-printerdriver and Postscript Level 3-emulatie. ● Laden.
HP Color LaserJet 2840 all-in-one De HP Color LaserJet 2840 all-in-one: printer, scanner, fax, kopieerapparaat heeft dezelfde kenmerken als de HP Color LaserJet 2830 all-in-one, inclusief kleurenprintcartridges voor hoge capaciteit waarmee maximaal 4000 pagina's met vijf procent dekking kunnen worden afgedrukt, en heeft een invoerlade voor 250 vel (lade 2) voor standaardformaten. Dit model bevat bovendien sleuven voor geheugenkaarten.
Apparaatfuncties Functie HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one Afdrukken in kleur ● Biedt laserafdrukken in kleur met vier basiskleuren: cyaan, magenta, geel en zwart (CMYK). Voor meer informatie gaat u naar Afdrukken in kleur. Kopiëren ● Mogelijkheid tot kopiëren in full-color vanaf Letter/A4-formaat glas. ● Automatische documentinvoer (ADF) voor sneller en efficiënter kopiëren van documenten met meerdere pagina's. Voor meer informatie gaat u naar Kopiëren.
Functie HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one Interfaceaansluitingen ● USB 2.0-poort voor hoge snelheid (niet ondersteund voor Windows NT). ● 10/100 Ethernet-netwerkpoort (RJ45).
Functie HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one Benodigdheden ● Een pagina Status benodigdheden met weergave van de printcartridges en imaging drum waarbij de resterende hoeveelheden worden weergegeven. Alleen beschikbaar voor onderdelen van HP. ● Inktpatronen hoeven niet te worden geschud. ● Echtheidscontrole van HP-printcartridges. ● Mogelijkheid tot het bestellen van benodigdheden. ● On line gebruikershandleiding die compatibel is met reader-programma's.
Onderdelen van het apparaat Maak uzelf vertrouwd met de onderdelen van het apparaat voordat u het apparaat gebruikt. Vooraanzicht 1 2 3 4 5 6 7 Aan/uit-schakelaar Bovenste uitvoerbak (afdrukzijde omlaag) Bedieningspaneel Scannerknop Geheugenkaartsleuven (alleen HP Color LaserJet 2840 all-in-one) Lade 1 Lade 2 (alleen inclusief bij de HP Color LaserJet 2840 all-in-one) Achteraanzicht 8 9 10 11 12 13 14 15 16 NLWW DIMM-deur Faxpoorten (alleen HP Color LaserJet 2830/2840 all-in-one-modellen) USB 2.
Interfacepoorten Het apparaat heeft twee interfacepoorten: een 10/100Base-T (RJ-45-) netwerkpoort en een USB 2.0-poort voor hoge snelheid. De HP Color LaserJet 2830/2840 all-in-one-modellen bevat ook faxpoorten. 1 2 3 10 Netwerkpoort USB 2.
Bedieningspaneel Op de volgende afbeeldingen ziet u de onderdelen van het bedieningspaneel van uw apparaat. HP Color LaserJet 2820 all-in-one: printer, scanner, kopieerapparaat 1 2 3 4 Alfanumerieke knoppen. Hiermee voert u gegevens in op het bedieningspaneel en kiest u nummers voor het faxen. Voor informatie over deze knoppen raadpleegt u Faxen. Menuknoppen en annuleerknop. Hiermee kunt u menuopties kiezen, de status van het apparaat controleren en de huidige taak annuleren. Kopieerknoppen.
12 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW
2 Software In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen: NLWW ● Printerdrivers ● De printersoftware verwijderen 13
Printerdrivers Software en ondersteunde besturingssystemen HP adviseert de geleverde software te installeren zodat u het apparaat gemakkelijk kunt instellen en de volledige functionaliteit van het apparaat kunt gebruiken. Niet alle software is in alle talen beschikbaar. Instructies voor het installeren van deze software vindt u in de starthandleiding en recente software-informatie in het leesmij-bestand.
HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one software (vervolg) Functie Windows 2000, XP1 Windows 98 Tweede editie, ME Windows NT Macintosh OS 9.2.2 Macintosh OS 10.2, 10.
Via de printerdriver (of het dialoogvenster Print voor Macintosh-besturingssystemen) hebt u toegang tot geavanceerde apparaatfuncties. Voer de volgende stappen uit om een printerdriver te openen in Windows: 1. Klik op de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen en klik op Printers. ● Klik in Windows XP op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten. Er wordt een dialoogvenster geopend. 2.
Printerdrivers Printerdrivers zijn softwarecomponenten die toegang geven tot apparaatfuncties en zorgen dat de computer met het apparaat kan communiceren. Raadpleeg Help gebruiken voor hulp bij het gebruik van uw printerdriver. Selecteer een printerdriver op basis van de manier waarop u uw apparaat gebruikt. ● Gebruik de PCL 6-printerdriver om de volledige functionaliteit van het apparaat te kunnen gebruiken. ● Gebruik de PostScript-driver (PS) als compatibiliteit met PostScript gewenst is.
HP Werkset Om de HP Werkset te kunnen gebruiken, moet u alle softwareonderdelen installeren. De HP Werkset bevat snelkoppelingen naar de statusgegevens van het apparaat en naar Help-informatie, zoals deze gebruikershandleiding en hulpmiddelen voor het diagnosticeren en oplossen van problemen. Zie Benodigdheden beheren voor meer informatie. Opmerking Bij Macintosh-computers wordt de HP Werkset niet ondersteund.
Dit is de aanbevolen installatieoptie. Als u deze optie selecteert, wordt software geïnstalleerd waarmee u vanaf de computer kunt afdrukken en scannen. Bovendien worden ook de volgende programma's geïnstalleerd: ● HP Werkset: met dit programma kunt u de apparaatinstellingen makkelijk vanaf uw computer controleren en configureren. Het programma biedt ook Help- en probleemoplossingsinformatie voor het apparaat.
De printersoftware verwijderen U verwijdert de software door de volgende instructies voor uw besturingssysteem uit te voeren. Software verwijderen met de optie Software Gebruik de optie Software in Windows om de apparaatsoftware te verwijderen. Met deze methode hoeft u niet over de cd-rom met de software te beschikken. 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Configuratiescherm. ● Klik in Windows XP op Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2. Klik tweemaal op Software. 3.
3 Specificaties afdrukmateriaal Dit gedeelte bevat informatie over specificaties van de kwaliteit van het afdrukmateriaal, richtlijnen voor het gebruik en voor de opslag van afdrukmateriaal.
Algemene richtlijnen Het is mogelijk dat het afdrukmateriaal aan alle richtlijnen in deze handleiding voldoet en toch geen bevredigend resultaat geeft. Dit probleem kan worden veroorzaakt door onjuist gebruik, een onaanvaardbare temperatuur en vochtigheidsgraad of andere variabelen waarover Hewlett-Packard geen controle heeft.
Ondersteunde gewichten en formaten van afdrukmateriaal Gebruik kopieerpapier van 75 tot 90 g/m2 voor optimale resultaten. Controleer of het papier van goede kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, knikken, vouwen en omkrullende randen. Opmerking Het apparaat ondersteunt allerlei afdrukmaterialen, zowel in standaardformaat als in aangepaste formaten.
Optionele lade 2 specificaties Afdrukmateriaal Afmetingen1 Gewicht Capaciteit2 Letter 216 x 279 mm 60 tot 105 g/m2 250 vel van 75 g/m2 papier A4 210 x 297 mm A5 148 x 210 mm B5 (ISO) 176 x 250 mm B5 (JIS) 182 x 257 mm Executive 191 x 267 mm Legal 216 x 356 mm 216 x 356 mm (8,5 x 13 inch) 216 x 330 mm 1 De printer ondersteunt allerlei afdrukmaterialen, zowel in standaardformaat als in aangepaste formaten. Zie de printerdriver voor ondersteunde formaten.
Omgeving voor afdrukken en opslag De beste omgeving voor afdrukken en het opslaan van afdrukmateriaal is bij kamertemperatuur en niet te droog of te vochtig. Houd er rekening mee dat papier snel vocht opneemt en verliest. Een combinatie van warmte en vocht beschadigt papier. Door de warmte verdampt het vocht in het papier, terwijl dit door de koude op de vellen condenseert. Verwarmingssystemen en airconditioners verwijderen het meeste vocht uit een vertrek.
26 Hoofdstuk 3 Specificaties afdrukmateriaal NLWW
4 Het apparaat gebruiken In dit gedeelte vindt u informatie over het gebruik van de HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one.
Laden vullen Plaats speciaal afdrukmateriaal zoals enveloppen, etiketten en transparanten alleen in lade 1. Opmerking Omdat lade 2 niet beschikbaar is voor alle modellen, wordt de lade in deze handleiding optionele lade 2 genoemd. Lade 1 vullen Lade 1 (de multifunctionele lade) kan maximaal 125 vel papier of ander afdrukmateriaal bevatten, of maximaal 10 enveloppen. VOORZICHTIG Vul nooit afdrukmateriaal in lade 1 bij terwijl de printer aan het afdrukken is, anders kunnen storingen ontstaan.
4. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven en met de bovenste, korte zijde als eerste in de lade. Opmerking Zie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) voor instructies over het plaatsen van papier bij handmatig dubbelzijdig afdrukken. 5. Schuif de papiergeleiders voor de breedte net zover naar binnen totdat deze de stapel afdrukmateriaal op zijn plaats houden zonder het materiaal te buigen. Het afdrukmateriaal moet onder de lipjes op de breedtegeleiders passen.
Optionele lade 2 vullen 1. Trek de optionele lade 2 uit de printer en verwijder eventueel aanwezig papier. 2. Verschuif de breedtegeleiders zodat het gewenste papierformaat in de lade past. De optionele lade 2 accepteert meerdere standaardpapierformaten. 3. Verleng het achterstuk van de lade tot de pijl op de markeringen van de lade het gewenste formaat aanwijst. 4. Laad het papier.
Originelen op de flatbedscanner plaatsen 1. Controleer of de automatische documentinvoer leeg is. 2. Open de klep van de flatbedscanner. 3. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag en met de linkerbovenhoek van het document in de rechteronderhoek van de glasplaat van de flatbedscanner. 4. Sluit de klep voorzichtig. Het document kan nu worden gescand. VOORZICHTIG Zorg dat de klep van de scanner niet op het oppervlak van de flatbedscanner valt. Zo voorkomt u schade aan het apparaat.
4. Schuif de papiergeleiders tegen de stapel afdrukmateriaal aan. 5. Het document kan nu worden gekopieerd.
Het bedieningspaneel gebruiken Het is mogelijk om instellingen op te geven via het bedieningspaneel. De taal van het bedieningspaneel wijzigen Door de taal van het bedieningspaneel te wijzigen, kunnen rapporten worden afgedrukt en berichten op het bedieningspaneel worden weergegeven in een andere taal dan de standaardtaal voor uw land/regio. De taal van het bedieningspaneel wijzigen 1. Druk op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3.
Zo wijzigt u het standaardtype afdrukmateriaal 1. Druk op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Papierinstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4. Gebruik de knop < of > om Stand. papiersoort te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 5. Gebruik de knop < of > om het gewenste papierformaat te selecteren. 6. Druk op ENTER om uw selectie op te slaan.
Het volume van het apparaat regelen U kunt het volume van de volgende geluiden regelen: ● Het alarmsignaal dat wordt afgegeven om u ergens op attent te maken, bijvoorbeeld dat de klep van het apparaat open staat. ● De pieptonen die te horen zijn wanneer u op de toetsen van het bedieningspaneel drukt. ● Het geluid van de telefoonlijn voor uitgaande faxen (alleen HP Color LaserJet 2830/2840 all-in-one-modellen).
Het belvolume van de fax regelen Het faxsignaal is te horen wanneer de fax begint met het verzenden of ontvangen van een fax. De lengte van het faxsignaal is afhankelijk van de lengte van de beltoon van het plaatselijke telefoonbedrijf. 1. Druk op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Vol-instellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4.
5 Afdrukken In dit hoofdstuk vindt u informatie over veelvoorkomende afdruktaken: ● Afdrukken vanuit Windows ● Afdrukken vanuit Macintosh OS ● Printerdrivers ● Afdruksnelheid maximaliseren voor papier van het formaat Letter ● Een uitvoerlade selecteren ● Een aangepast papierformaat instellen ● Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ● De eerste pagina op ander papier afdrukken ● Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) ● Folders afdrukken ● Afdruktaken annuleren Voor i
Afdrukken vanuit Windows Afdrukken vanuit Windows 1. Controleer of de printer papier bevat. 2. Open een document op uw computer. 3. In het menu Bestand klikt u op Pagina-instelling of op een gelijkwaardige opdracht. Controleer of de printerinstellingen juist zijn voor het document. 4. In het menu Bestand klikt u op Afdrukken, Afdrukinstellingen of een gelijkwaardige opdracht. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 5. Selecteer deze printer en wijzig indien noodzakelijk de instellingen.
Afdrukken vanuit Macintosh OS Afdrukken vanuit Macintosh OS 1. Zorg dat er papier in de printer is geplaatst. 2. In het menu Archief klikt u op Pagina-instelling. 3. Let erop dat deze printer in het pop-upmenu Stel in voor is geselecteerd. 4. Selecteer het papierformaat waarop u gaat afdrukken. 5. Selecteer de instellingen voor Richting en Vergroot/verklein, indien noodzakelijk, en klik op OK. 6. In het menu Bestand klikt u op Afdrukken. 7.
Printerdrivers De Help van het PCL-printerstuurprogramma gebruiken (alleen Windows) De Help-functie voor de printerdriver staat los van de Help-schermen in een programma. U kunt de Help voor de printerdriver op twee manieren activeren. ● ● Klik op de knop Help in de printerdriver. De Help-vensters bevatten gedetailleerde informatie over de gebruikte specifieke driver. (ballonnetje) ziet, klikt u hierop om de informatie over het desbetreffende Als u een veld, de desbetreffende optie of knop te bekijken.
Afdrukken in grijsschaal Een document met kleuren wordt automatisch in kleur afgedrukt. U kunt de printer echter ook zo instellen dat een document met kleuren alleen in grijsschaal (zwart-wit) wordt afgedrukt. ● Windows: selecteer de optie Afdrukken in grijsschaal op het tabblad Kleur van het printerstuurprogramma. ● Mac OS: in het dialoogvenster Print selecteert u het tabblad Kleurenopties, en vervolgens selecteert u het keuzeveld Kleuren als grijs afdrukken.
Snelinstellingen maken en gebruiken Gebruik Snelinstellingen om de huidige driverinstellingen zoals afdrukrichting, N-per-vel afdrukken of papierbron op te slaan voor later gebruik. U kunt maximaal 30 Snelinstellingen opslaan. De Snelinstellingen kunnen voor het gemak via de meeste tabbladen van de printerdriver worden opgeslagen en geselecteerd. Opmerking Als u werkt met Windows 2000, moet u beschikken over beheerdersrechten om Snelinstellingen te kunnen opslaan.
Afdruksnelheid maximaliseren voor papier van het formaat Letter De printer kan maximaal 20 ppm in zwart-wit afdrukken op papier in Letter-formaat. Dit gebeurt automatisch bij het afdrukken op Letter-formaat vanuit lade 2. Voor lade 1 is de fabrieksinstelling van de printer voor het afdrukken ingesteld op 19 ppm in zwart-wit op papier van het formaat Letter. Als u een afdruksnelheid van 20 ppm wilt bereiken in lade 1, stelt u lade 1 in op Letter.
Een uitvoerlade selecteren De printer heeft een bovenste uitvoerbak en achterste uitvoerklep voor afdrukken via een rechte papierbaan. De bovenste uitvoerbak wordt gebruikt wanneer de achterste uitvoerklep gesloten is. De achterkant van de printer wordt gebruikt wanneer de achterste uitvoerklep open is. 44 ● Gebruik de bovenste uitvoerbak voor de meeste afdruktaken, inclusief afdrukken op papier met gemiddeld gewicht, briefhoofdpapier en transparanten.
Een aangepast papierformaat instellen Gebruik de functie voor aangepast papierformaat voor het afdrukken op papier dat afwijkt van de standaardformaten. NLWW ● Windows: probeer deze instelling via één van de volgende locaties te wijzigen (in de aangegeven volgorde): het dialoogvenster Pagina-instelling in het programma, het dialoogvenster Afdrukken in het programma, of het tabblad Papier in de printerdriver. ● Mac OS 9.2.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal Volg deze richtlijnen bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Opmerking Gebruik de achterste uitvoerklep (rechte papierbaan) bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Glanzend papier ● In het softwareprogramma of de printerdriver selecteert u Glanzend als het soort afdrukmateriaal, of drukt u af uit een lade die is geconfigureerd voor glanzend papier. Selecteer Glanzend voor afdrukmateriaal met een gewicht van max. 105 g/m2.
● Bij dubbelzijdig afdrukken op de HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one plaatst u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier in lade 2 met de afdrukzijde omhoog en de bovenzijde eerst in de lade. In lade 1 plaatst u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag en de onderzijde eerst in de lade. ● Bij enkelzijdig afdrukken plaatst u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier in lade 2 met de afdrukzijde omlaag en de bovenzijde van het papier eerst in de printer.
HP LaserJet Tough paper Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u op HP LaserJet Tough papier afdrukt: ● Pak het HP LaserJet Tough papier altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op HP LaserJet Tough papier kunnen de afdrukkwaliteit aantasten. ● Gebruik alleen HP LaserJet Tough papier voor deze printer. HP producten zijn zo ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen.
De eerste pagina op ander papier afdrukken De eerste pagina afdrukken op ander papier is handig als u bijvoorbeeld een brief afdrukt waarbij op de eerste pagina briefhoofdpapier wordt gebruikt en voor de volgende pagina's blanco papier. Het formaat voor alle pagina's van de afdruktaak moet in de printerdriver hetzelfde zijn.
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) Voor dubbelzijdig afdrukken op papier moet u het papier handmatig na het afdrukken van de eerste zijde opnieuw in de printer plaatsen. VOORZICHTIG Etiketten of transparanten niet aan beide zijden bedrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen. Opmerking Macintosh-besturingssystemen ondersteunen geen handmatig dubbelzijdig afdrukken. Handmatig dubbelzijdig afdrukken 1.
Folders afdrukken Opmerking Folders afdrukken wordt niet ondersteund voor Macintosh. U kunt folders afdrukken op afdrukmateriaal van letter-, legal-, of A4-formaat. Folders afdrukken 1. Laad het afdrukmateriaal in de invoerladen voor afdrukmateriaal. 2. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). 3. Op het tabblad Afwerking selecteert u Dubbelzijdig afdrukken.
8. Plaats de pagina's met zijde één opnieuw in de invoerlade. Zijde één moet naar beneden gericht zijn, met de bovenrand in de richting van de invoer. 9. Klik op OK (in het computerscherm) en wacht totdat zijde twee is afgedrukt. 10. Vouw de pagina's en niet ze aan elkaar.
Afdruktaken annuleren Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op ANNULEREN op het bedieningspaneel te drukken. VOORZICHTIG Als u op de knop ANNULEREN drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als u op ANNULEREN drukt terwijl er meerdere processen worden uitgevoerd (er wordt bijvoorbeeld een document afgedrukt terwijl er een fax wordt ontvangen) dan wordt het proces gewist dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
54 Hoofdstuk 5 Afdrukken NLWW
6 Afdrukken in kleur In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe het apparaat prachtige afdrukken in kleur levert. Tevens wordt hier omschreven hoe u de best mogelijke kleurafdrukken kunt maken.
De kleurinstellingen wijzigen Wanneer u in kleur afdrukt, worden de optimale kleurinstellingen automatisch in de printerdriver ingesteld. U kunt echter handmatig aanpassen hoe tekst, afbeeldingen en foto's in kleur worden afgedrukt. Zie Kleuropties beheren voor meer informatie. 56 ● Windows: klik in het tabblad Kleur van de printerdriver op Instellingen. ● Mac OS 9.2.2: selecteer in het dialoogvenster Print het tabblad Kleurenopties of het tabblad Kleurafstemming. ● Mac OS 10.2 en 10.
Kleur gebruiken Dit apparaat zorgt voor prachtige afdrukken in kleur. De printer biedt een combinatie van automatische kleurenfuncties waarmee uitstekende resultaten worden bereikt voor algemene gebruikers, plus geavanceerde hulpmiddelen voor ervaren kleurgebruikers. Het apparaat biedt zorgvuldig ontworpen en geteste kleurentabellen voor een zuivere, accurate weergave van alle afdrukbare kleuren.
Kleuropties beheren Wanneer u de kleuropties op Automatisch instelt, krijgt u over het algemeen de beste afdrukkwaliteit voor documenten in kleur. Misschien wilt u in sommige gevallen echter een kleurendocument afdrukken in grijsschaal (zwart en grijstinten) of één van de kleurenopties van het apparaat wijzigen. ● Windows: druk af in grijstinten of wijzig de kleurenopties met de instellingen op het tabblad Kleur in de printerdriver. ● Mac OS 9.2.
Halftoonopties Halftoon is de methode waarbij het apparaat de vier primaire kleuren (cyaan, magenta, geel en zwart) mengt in gevarieerde proporties om vervolgens miljoenen kleuren te creëren. Halftoonopties beïnvloeden de resolutie en helderheid van uw kleurenuitvoer. Er zijn twee halftoonopties, namelijk Gelijkmatig en Gedetailleerd. ● De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken. Ook foto’s worden verbeterd door het geleidelijke overgaan van fijne kleurnuances.
Kleuren afstemmen Het afstemmen van de kleuren van de afdruk op de kleuren op het beeldscherm is een heel ingewikkeld proces, omdat printers en computermonitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels met gebruikmaking van een RGB-kleurenproces (rood, groen en blauw); printers drukken kleuren af door gebruik te maken van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en zwart).
7 Kopiëren Gebruik de volgende instructies om kopieertaken vanaf het apparaat uit te voeren: Opmerking NLWW ● Kopieertaken starten ● Kopieertaken annuleren ● De kopieerkwaliteit aanpassen ● De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen ● Kopieën verkleinen of vergroten ● De sorteerinstelling wijzigen ● Het aantal kopieën wijzigen ● Foto's, dubbelzijdige originelen of boeken kopiëren Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met de HP Werkset wo
Kopieertaken starten Lees de volgende aanwijzingen om te kopiëren met het apparaat. 1. Plaats het origineel (één pagina tegelijk) met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in de rechteronderhoek van de glasplaat. of Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Voor het kopiëren van documenten met meerdere pagina's kunt u het beste de automatische documentinvoer gebruiken. 2.
Kopieertaken annuleren Als u een kopieertaak wilt annuleren, drukt u op ANNULEREN op het bedieningspaneel. Als er meer dan één proces wordt uitgevoerd, wordt het proces dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel gewist wanneer u op ANNULEREN drukt. Opmerking NLWW Als u een kopieertaak annuleert, moet u het origineel van de flatbedscanner of uit de automatische documentinvoer verwijderen.
De kopieerkwaliteit aanpassen De fabrieksinstelling voor de kopieerkwaliteit is Tekst. Deze instelling is het meest geschikt voor documenten die voornamelijk tekst bevatten. Wanneer u een foto of afbeelding kopieert, kunt u de instelling Foto selecteren om de kwaliteit van de kopie te verbeteren. Voor documenten met zowel tekst als afbeeldingen selecteert u Gemengd. Wanneer u toner wilt besparen en de kopieerkwaliteit niet zo belangrijk is, kunt u de optie Concept selecteren.
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen De instelling voor lichter/donkerder beïnvloedt het contrast van de kopie. Volg onderstaande stappen om het contrast alleen voor de huidige kopieertaak te wijzigen. Instellingen voor lichter/donkerder (contrast) voor de huidige taak aanpassen 1. Druk op LICHTER/DONKERDER op het bedieningspaneel om de huidige instelling voor het contrast weer te geven. 2. Gebruik de knop < of > om de instelling aan te passen.
Kopieën verkleinen of vergroten Met het apparaat kunt u kopieën verkleinen tot 25 procent van het origineel of vergroten tot maximaal 400 procent van het origineel. Bovendien kunt u automatisch de volgende verkleiningen of vergrotingen maken: Opmerking ● Origineel=100% ● Lgl > Ltr=78% ● Lgl > A4=83% ● A4 > Ltr=94% ● Ltr > A4=97% ● Voll. pag.=91% ● Op pag. passen ● 2 pagina's/vel ● 4 pagina's/vel ● Aangepast: 25-400% Als u de instelling Op pag.
Kopie voor de huidige taak verkleinen of vergroten U kunt als volgt kopieën van de huidige taak verkleinen of vergroten. 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op VERKL./VERGROTEN. 2. Selecteer het formaat waartoe u de kopieën van deze taak wilt verkleinen of vergroten. U kunt een van de volgende formaten selecteren: ● Origineel=100% ● Lgl > Ltr=78% ● Lgl > A4=83% ● A4 > Ltr=94% ● Ltr > A4=97% ● Voll. pag.=91% ● Op pag.
Het standaardkopieerformaat wijzigen Opmerking Het standaardkopieerformaat is het formaat waartoe alle kopieën standaard worden verkleind of vergroot. Als u de fabrieksinstelling van Origineel=100% niet wijzigt, krijgen alle kopieën hetzelfde formaat als het origineel. 1. Druk op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Kopieerinst. te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om St. verkl/vergr te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4.
De sorteerinstelling wijzigen U kunt het apparaat zodanig instellen dat meerdere exemplaren van documenten automatisch worden gesorteerd. Als u de functie voor automatisch sorteren hebt ingeschakeld en bijvoorbeeld twee kopieën maakt van drie pagina's, worden de pagina's in deze volgorde afgedrukt: 1,2,3,1,2,3. Als de functie voor automatisch sorteren niet is ingeschakeld, worden de pagina's in deze volgorde afgedrukt: 1,1,2,2,3,3.
Het aantal kopieën wijzigen U kunt een standaardwaarde tussen 1 en 99 opgeven voor het aantal kopieën. Aantal kopieën voor de huidige taak wijzigen 1. Gebruik de alfanumerieke knoppen om het aantal kopieën (tussen 1 en 99) voor de huidige taak op te geven. 2. Druk op STARTEN IN ZWART-WIT of STARTEN IN KLEUR om de opdracht te starten. Opmerking De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak actief. Gedurende deze periode verschijnt Instell.=Aangep.
Foto's, dubbelzijdige originelen of boeken kopiëren Een foto kopiëren Opmerking Kopieer geen foto's vanaf de flatbedscanner of de automatische documentinvoer. 1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag op de flatbedscanner en de linkerbovenhoek van de foto in de rechterbenedenhoek van het glas. 2. Sluit de klep voorzichtig. 3. Druk op STARTEN IN ZWART-WIT of STARTEN IN KLEUR. Meerdere dubbelzijdige originelen kopiëren 1.
5. Sorteer de even en oneven pagina's. Boeken kopiëren 1. Open de klep en plaats het boek op de flatbedscanner. Zorg dat de pagina die u wilt kopiëren, zich in de rechteronderhoek van de glasplaat bevindt. 2. Sluit de klep voorzichtig. 3. Druk de klep voorzichtig op het boek, zodat dit tegen de glasplaat wordt gedrukt. 4. Druk op STARTEN IN ZWART-WIT of op STARTEN IN KLEUR of kopieer het boek via een andere scanmethode. Zie Scanmethoden voor meer informatie.
8 Faxen Lees de volgende aanwijzingen voor het uitvoeren van faxtaken: NLWW ● De faxinstellingen opgeven ● Faxen verzenden ● Handmatig kiezen gebruiken ● Handmatig opnieuw kiezen ● Een faxtaak annuleren ● Faxen verzenden met behulp van de software ● Faxen ontvangen ● Een fax verzenden door te kiezen via een telefoon ● De standaardcontrastinstelling (licht/donker) wijzigen ● De standaardresolutie-instelling wijzigen ● De standaardinstelling van het glasformaat wijzigen ● De modus t
Opmerking 74 ● De modus stiltedetectie wijzigen ● Merken van ontvangen faxen ● De foutcorrectiemodus voor faxen instellen ● De V.34-instelling wijzigen Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met de HP Werkset worden uitgevoerd. Zie de on line Help bij de HP Werkset voor meer informatie over de HP Werkset.
De faxinstellingen opgeven Voordat u de faxfuncties van het apparaat kunt gebruiken, moet u het volgende doen: Opmerking ● De datum en tijd instellen ● De fax-kopregel instellen Als u de software op de computer wilt installeren, kunt u de overige instructies in dit hoofdstuk overslaan. Het installatieprogramma van de software helpt u automatisch door de installatie van de faxinstellingen, tenzij u gebruikmaakt van Microsoft Windows® 95 of Windows NT®.
Instellen van datum en tijd Voer de volgende procedure uit om de tijd en datum in te stellen of te wijzigen. Zie Tekst invoeren vanaf het bedieningspaneel voor informatie over het invoeren van gegevens. 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Tijd/datum/kop te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Druk op ENTER om Tijd/datum te selecteren. 4.
Faxen verzenden In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document kunt faxen. De resolutie voor de huidige faxtaak aanpassen 1. Druk op RESOLUTIE op het bedieningspaneel om de huidige instelling voor de resolutie weer te geven. 2. Gebruik de knop < of > om de instelling voor de resolutie aan te passen. 3. Druk op ENTER om de selectie op te slaan. Opmerking Deze procedure wijzigt de faxresolutie voor de huidige faxtaak.
Voor het faxen naar veelgebruikte nummers kunt u een sneltoets of snelkiescode opgeven. Zie Snelkiescodes en sneltoetsen programmeren en Groepkiescodes programmeren. Wanneer u over elektronische adresboeken beschikt, kunt u deze gebruiken voor het selecteren van ontvangers. Elektronische adresboeken worden met andere toepassingen aangemaakt. Een fax naar meerdere ontvangers verzenden U kunt een fax naar diverse faxnummers tegelijk verzenden.
Een fax handmatig naar een groep verzenden (ad hoc faxen) U kunt als volgt een fax verzenden naar een groep ontvangers waarvoor u geen groepkiescode hebt ingesteld: 1. Laad het document in de automatische documentinvoer of op de flatbedscanner. 2. Kies op het bedieningspaneel het eerste faxnummer op een van de volgende manieren: Gebruik de alfanumerieke knoppen. Indien het faxnummer dat u kiest, is toegewezen aan een sneltoets, drukt u op de bijbehorende sneltoets.
Handmatig kiezen gebruiken Normaal gesproken kiest het apparaat een nummer nadat u op de knop FAX STARTEN hebt gedrukt. In sommige gevallen is het echter mogelijk dat u wilt dat het apparaat ieder nummer kiest nadat u dit hebt ingevoerd. Als u bijvoorbeeld uw faxverzending wilt laten afschrijven van een telefoonkaart, moet u het faxnummer kiezen, wachten op de acceptatietoon van de telefoonmaatschappij en vervolgens het nummer van de telefoonkaart kiezen.
Handmatig opnieuw kiezen Als u een ander document naar het laatst gekozen faxnummer wilt verzenden, kunt u met deze procedure het nummer handmatig opnieuw kiezen. Als u het document dat u de eerste keer hebt verzonden, opnieuw probeert te verzenden, kunt u beter wachten tot het automatisch kiezen is beëindigd of tot u dit zelf hebt stopgezet.
Een faxtaak annuleren U kunt een fax waarvan het nummer wordt gekozen of een fax die wordt ontvangen of verzonden, annuleren. De huidige faxtaak annuleren Druk op ANNULEREN op het bedieningspaneel. Pagina's die niet zijn verzonden, worden geannuleerd. Met de knop ANNULEREN kunt u ook taken voor groepkiezen stoppen.
Faxen verzenden met behulp van de software Dit gedeelte bevat algemene instructies voor het verzenden van faxen met behulp van de software die bij het apparaat is geleverd. Alle andere onderwerpen die van toepassing zijn op de software, worden beschreven in de Help bij het programma. Deze kunt u openen via het menu Help in het programma. Opmerking De faxsoftware en HP Werkset worden niet in Windows 98, Windows ME en Windows NT ondersteund. De HP Werkset-software wordt niet in Macintosh ondersteund.
Een fax verzenden via een andere toepassing, zoals Microsoft Word (alle besturingssystemen) 1. Open een document in een andere toepassing. 2. Kies Afdrukken in het menu Bestand. 3. Selecteer de faxprinterdriver in de vervolgkeuzelijst van de printer. De faxsoftware verschijnt nu. 4. Voer een van de volgende procedures uit: Windows-gebruikers: Volg stap 2 t/m 5 in Een fax verzenden via de software (Windows 2000 of XP). Mac-gebruikers: Volg stap 2 t/m 6 in Een fax verzenden via de software (Mac OS 10.2 of 10.
Faxen ontvangen U kunt faxen met het apparaat of met de computer ontvangen. In het algemeen kunnen inkomende faxen op het apparaat automatisch worden beantwoord. Als u de apparaten wijzigt die op dezelfde telefoonlijn zijn aangesloten als het apparaat, moet u de wijze waarop het apparaat de inkomende faxen ontvangt, wijzigen. Zie De antwoordmodus instellen voor instructies. Volg de procedures in dit gedeelte voor het beheer van faxen die naar het apparaat worden gezonden.
Een fax verzenden door te kiezen via een telefoon Het kan voorkomen dat u een faxnummer wilt kiezen vanaf een telefoon die op dezelfde lijn is aangesloten als het apparaat. Dit is bijvoorbeeld het geval als u een fax verstuurt naar een persoon van wie het apparaat op handmatig ontvangen is ingesteld. U kunt dan eerst bellen om te laten weten dat de fax onderweg is.
De standaardcontrastinstelling (licht/donker) wijzigen Het contrast is van invloed op de helderheid en donkerheid van een uitgaande fax. De standaardinstelling voor licht/donker (contrast) wijzigen De standaardinstelling voor licht/donker is het contrast dat gewoonlijk wordt gebruikt voor items die worden gefaxt. In de standaardinstelling staat de schuifknop in het midden. 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2.
De standaardresolutie-instelling wijzigen De resolutie in dots per inch (dpi) beïnvloedt de kwaliteit van de documenten die worden gefaxt. Het beïnvloedt ook de zendsnelheid omdat een hogere resolutie de bestandsgrootte ook vergroot, waardoor een langere zendtijd is benodigd. De fabrieksinstelling voor de standaardresolutie-instelling is Fijn.
De standaardinstelling van het glasformaat wijzigen Deze instelling stelt vast welk papierformaat de flatbedscanner scant als u een fax via de computer verzendt. De standaardfabrieksinstelling wordt door de regio/het land vastgesteld waarin u het apparaat hebt aangeschaft. De standaardinstelling van het glasformaat wijzigen 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3.
De modus toonkiezen of pulskiezen selecteren Gebruik deze procedure om het apparaat in te stellen op toonkiezen of pulskiezen. De fabrieksinstelling is Toon. Wijzig deze instelling niet, tenzij u weet dat uw telefoonlijn geen gebruikmaakt van toonkiezen. Toonkiezen of pulskiezen selecteren 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Verzendinstell.
De instellingen opnieuw kiezen wijzigen Wanneer geen fax verzonden kan worden, omdat de ontvangende fax niet opneemt of in gesprek is, wordt geprobeerd het nummer opnieuw te kiezen op basis van de opties Opnieuw kiezen indien bezet en Opnieuw kiezen bij geen gehoor, opnieuw kiezen bij communicatiefout. Volg de procedures in dit hoofdstuk om deze opties in- of uit te schakelen.
Faxen op uw computer ontvangen Om faxen te kunnen ontvangen op uw computer, moet u de optie Ontvangen-naar-PC inschakelen in de software (raadpleeg de Help van de software). Deze instelling kan alleen op de computer worden ingeschakeld. Wanneer de computer om welke reden dan ook niet langer beschikbaar of toegankelijk is, voert u onderstaande procedure uit om de instelling Ontvangen-naar-PC uit te schakelen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat.
De antwoordmodus instellen Afhankelijk van uw situatie kunt u de antwoordmodus instellen op Automatisch of Handmatig. De fabrieksinstelling is Automatisch. Opmerking ● Automatisch: in de modus voor automatisch beantwoorden worden binnenkomende gesprekken beantwoord na het opgegeven aantal belsignalen. Zie De instelling voor het aantal belsignalen wijzigen om het aantal belsignalen in te stellen.
Belpatronen wijzigen voor het beantwoorden van oproepen Belpatroondiensten of specifieke belsignalen zijn verkrijgbaar bij uw lokale telefoonmaatschappij. Met deze service kunt u over meer dan één telefoonnummer op één enkele lijn beschikken. Elk telefoonnummer heeft een uniek belpatroon. Zo kunt u telefoongesprekken beantwoorden en faxen beantwoorden met het apparaat.
De instelling voor het aantal belsignalen wijzigen Als de antwoordmodus is ingesteld op Automatisch, zal de instelling voor het aantal belsignalen vaststellen hoe vaak de telefoon rinkelt voordat het apparaat een inkomende oproep zal beantwoorden. Als het apparaat is aangesloten op een lijn waarop zowel faxen als telefoongesprekken binnenkomen (een gedeelde lijn) en waarop ook een antwoordapparaat is aangesloten, moet het aantal keren dat het apparaat rinkelt mogelijk worden aangepast.
Het aantal belsignalen instellen Voer de volgende stappen uit om het aantal belsignalen in te stellen. 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Ontv. instell. te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4. Gebruik de knop < of > om Aantal keren overgaan te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 5.
De instellingen voor automatisch verkleinen voor inkomende faxen wijzigen Als de optie aanpassen aan pagina is ingeschakeld, zal het apparaat automatisch lange faxen tot maximaal 75% verkleinen om de informatie op een standaardpapierformaat te laten passen (bijv. de fax wordt verkleind van legal- naar letterformaat). Als deze functie is uitgeschakeld, worden lange faxen op meerdere pagina's afgedrukt. De fabrieksinstelling voor het automatisch verkleinen van inkomende faxen is ingesteld op Aan.
Faxnummers blokkeren of deblokkeren Als u van bepaalde personen of bedrijven geen faxen wilt ontvangen, kunt u maximaal 30 faxnummers blokkeren met behulp van het bedieningspaneel. Wanneer u een faxnummer blokkeert en een fax naar u wordt verstuurd vanaf een geblokkeerd nummer, wordt op het bedieningspaneel aangegeven dat het nummer is geblokkeerd. De fax wordt niet afgedrukt en niet in het geheugen opgeslagen.
Snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes Veelgebruikte faxnummers of groepen faxnummers kunt u opslaan onder sneltoetsen, snelkiescodes of groepkiescodes. In het telefoonboek van het apparaat zijn maximaal 120 codes beschikbaar voor snelkiescodes en groepkiescodes. Als u bijvoorbeeld 100 codes programmeert als snelkiescodes, blijven er nog 20 codes over voor groepkiescodes. Raadpleeg de volgende procedures voor meer informatie over het gebruik van snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes.
11. Wanneer u meer snelkiescodes of sneltoetsen wilt programmeren, moet u de stappen 1 tot en met 10 herhalen. Snelkiescodes en sneltoetsen verwijderen 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Druk op ENTER om Adresboek te selecteren. 4. Druk op ENTER om Ind instellingen te selecteren. 5. Gebruik de knop < of > om Verwijderen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 6.
Individuele snelkiescodes kunnen aan de groep worden toegevoegd. Aan ieder groepslid moet een geprogrammeerde snelkiescode of sneltoets zijn toegekend, voordat een groepslid aan de groepkiescode wordt toegevoegd. Gebruik de onderstaande instructies om de groepkiescodes te beheren. Opmerking Snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes kunnen gemakkelijker worden geprogrammeerd via de software.
Een groepslid uit een groepkiescode verwijderen 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Faxinstellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Druk op ENTER om Adresboek te selecteren. 4. Gebruik de knop < of > om Gr instellingen te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 5. Gebruik de knop < of > om Wis nr. in groep te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 6.
Tekens gebruiken Wanneer u het bedieningspaneel gebruikt om uw naam in te voeren in de kopregel, een naam op te geven voor een sneltoets, snelkiescode of groepkiescode, moet u meerdere keren op een alfanumerieke knop drukken totdat de gewenste letter wordt weergegeven. Vervolgens drukt u op > om de letter te selecteren en door te gaan naar de volgende plaats.
Een kiesvoorvoegsel invoeren Een kiesvoorvoegsel bestaat uit een of meer cijfers die automatisch worden gekozen vóór elk faxnummer dat u kiest via het bedieningspaneel of de software. Het maximum aantal tekens voor een kiesvoorvoegsel is 50. De standaardinstelling is Uit. U kunt deze functie bijvoorbeeld inschakelen als u een nummer, zoals 9, moet kiezen om toegang te krijgen tot een externe telefoonlijn.
Een vertraagde fax verzenden U kunt instellen dat een fax op een later tijdstip automatisch naar een of meer personen wordt verzonden. Als u klaar bent met deze procedure, scant het apparaat het document in het geheugen en gaat terug naar de stand Gereed zodat u andere taken kunt uitvoeren. Opmerking Wanneer de fax niet op het geplande tijdstip kan worden verzonden, wordt dit aangegeven in het oproeprapport (indien deze optie is ingeschakeld) of in het activiteitenlogboek.
De instelling detecteren kiestoon wijzigen In principe begint het apparaat direct met het kiezen van een faxnummer. Wanneer u het apparaat op dezelfde lijn als uw telefoon gebruikt, schakel dan de optie voor het detecteren van de kiestoon aan. Zo voorkomt u dat het apparaat een fax verzendt wanneer er iemand aan de telefoon is. De standaardinstelling voor het detecteren van een kiestoon is Aan voor Frankrijk en Hongarije en Uit voor alle overige regio's/landen. De optie Kiestoon detecteren wijzigen 1.
Factuurcodes gebruiken Als de functie voor factuurcodes is ingeschakeld, wordt u gevraagd om een factuurcode op te geven voor elke fax. Het factuurnummer wordt gecrediteerd voor elke pagina die is verzonden. Dit geldt voor alle soorten faxen, behalve voor opgevraagde faxen, doorgestuurde faxen en faxen die van de computer zijn gedownload. Voor ad hoc (niet gedefinieerde) groepen of groepkiesfaxen wordt het factuurnummer afzonderlijk gecrediteerd voor elke verzonden fax naar elke bestemming.
Een fax opnieuw afdrukken Als een fax niet is afgedrukt omdat de printcartridge leeg is of omdat de fax is afgedrukt op de verkeerde soort afdrukmateriaal, kunt u de fax opnieuw afdrukken. De hoeveelheid beschikbaar geheugen bepaalt het huidige aantal faxen die zijn opgeslagen voor het opnieuw afdrukken. De meest recente fax wordt als eerste afgedrukt, de oudste fax die is opgeslagen wordt als laatste afgedrukt. Deze faxen worden continu opgeslagen.
Faxen uit het geheugen verwijderen Gebruik deze procedure alleen als u vermoedt dat iemand anders toegang heeft tot het apparaat en mogelijk faxen in het geheugen opnieuw probeert af te drukken. VOORZICHTIG Naast het wissen van het afdrukgeheugen kunt u met deze procedure faxen verwijderen die op dat moment worden verzonden evenals faxen die gepland zijn voor een latere verzending en niet afgedrukte of doorgestuurde faxen. Faxen uit het geheugen wissen 1.
Fax doorsturen gebruiken U kunt het apparaat zo instellen dat een inkomende fax naar een ander faxnummer wordt doorgestuurd. Als de fax op uw apparaat wordt ontvangen, wordt deze in het geheugen opgeslagen. Vervolgens wordt het nummer gekozen dat u hebt opgegeven en wordt de fax verzonden. Als de fax als gevolg van een fout niet kan worden verzonden, omdat het nummer bijvoorbeeld in gesprek is en het opnieuw kiezen is mislukt, wordt de fax afgedrukt.
Een extra toestel beschikbaar maken om faxen te ontvangen Wanneer deze instelling is ingeschakeld, kunt u de inkomende fax ontvangen door achtereenvolgens op 1-2-3 te drukken (alleen bij kiezen via tonen en niet via puls). De standaardinstelling is Aan. Schakel deze instelling alleen uit als u gebruikmaakt van pulskiezen of als uw telefoonmaatschappij deze service ook biedt. De service van de telefoonmaatschappij functioneert niet als deze in conflict is met het apparaat.
Faxen opvragen gebruiken Als iemand anders een fax zo heeft ingesteld dat deze kan worden opgevraagd, kunt u de fax naar uw apparaat laten verzenden. (Dit wordt ook wel opvragen bij een ander apparaat genoemd.) Fax van een ander apparaat opvragen 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Faxfuncties te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Navraagfax te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4.
De modus stiltedetectie wijzigen Met deze instelling bepaalt u of u faxen kunt ontvangen van oudere faxapparaten die tijdens het verzenden geen faxsignaal uitzenden. Op het moment dat deze tekst gepubliceerd wordt, worden deze 'stille' faxapparaten echter bijna niet meer gebruikt. De standaardinstelling is Uit. De modus stiltedetectie moet alleen worden gewijzigd als u regelmatig faxen ontvangt van iemand die een ouder faxapparaat gebruikt.
Merken van ontvangen faxen Het apparaat drukt de informatie over de verzender af boven aan elke ontvangen fax. U kunt er ook voor kiezen om de faxkopregel toe te voegen om de datum en het tijdstip van ontvangst van de fax te bevestigen. De fabrieksinstelling is Uit. Opmerking Deze optie is alleen van toepassing op ontvangen faxen die het apparaat afdrukt. Merken van ontvangen faxen beschikbaar maken 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2.
De foutcorrectiemodus voor faxen instellen Gewoonlijk worden de signalen van de telefoonlijn gecontroleerd tijdens het verzenden of ontvangen van een fax. Als er een fout wordt ontdekt tijdens de verzending en de foutcorrectie is ingesteld op Aan, kan door het apparaat worden gemeld dat een gedeelte van de fax opnieuw moet worden verzonden. De fabrieksinstelling voor foutcorrectie is Aan.
De V.34-instelling wijzigen De V.34 instelling is een modemprotocol dat wordt gebruikt bij het verzenden van faxen. Dit protocol is de wereldwijde standaard op het gebied van full-duplex-modems voor het verzenden en ontvangen van gegevens via telefoonlijnen met 33.600 bps. De fabrieksinstelling voor de V.34 instelling is Aan. U moet de V.34 instelling alleen wijzigen als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van een fax via een bepaald apparaat.
9 Scannen Lees de volgende aanwijzingen voor het uitvoeren van scantaken: Opmerking NLWW ● Scanmethoden ● Scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (Windows) ● Scantaken annuleren ● Scannen vanuit HP Director (Windows) ● Scannen vanaf het apparaat en HP Director (Macintosh) ● Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA ● Een foto of een boek scannen ● Scannen met OCR-software (Optical Character Recognition) ● Resolutie en kleur van de scanner Een groot aantal
Scanmethoden U kunt op de volgende manieren originelen scannen. ● Opmerking Vanaf het apparaat: gebruik de scanknoppen op het bedieningspaneel om rechtstreeks vanaf het apparaat te scannen. De knop SCANNEN NAAR kan worden geprogrammeerd om te scannen naar een map (alleen Windows) of naar een e-mailbericht. De HP Color LaserJet 2830 all-in-one bevat aparte knoppen SCANNEN NAAR MAP en SCANNEN in plaats van één SCANNEN NAAR knop.
Scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (Windows) Opmerking Macintosh-gebruikers: zie Scannen vanaf het apparaat en HP Director (Macintosh) voor informatie over het starten van een scan vanaf het bedieningspaneel. Lees de volgende aanwijzingen om rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van het apparaat te scannen. Opmerking Voor de beste scanresultaten plaatst u de originelen op de flatbedscanner in plaats van in de automatische documentinvoer.
Scannen naar een map Gebruik de volgende instructies voor het scannen naar een map met behulp van de knop SCANNEN NAAR op het bedieningspaneel. Opmerking Voordat u deze functie onder Windows kunt gebruiken, moet u een map opgeven in het tabblad Scannen naar. Zie De knop Scannen naar van het apparaat programmeren voor meer informatie. 1.
Scantaken annuleren Ga als volgt te werk om een scantaak te annuleren. ● Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op ANNULEREN. ● Klik op de knop Annuleren in het dialoogvenster. Als u een scantaak annuleert, moet u het origineel van de flatbedscanner of uit de automatische documentinvoer verwijderen. Opmerking NLWW Deze procedures kunnen afwijken voor Macintosh-besturingssystemen.
Scannen vanuit HP Director (Windows) Met het HP Director-softwareprogramma kunt u een document of een foto scannen. HP Director weergeven ● Dubbelklik op het pictogram HP Director op het bureaublad van Windows. of ● Klik op de taakbalk van Windows achtereenvolgens op Start, Programma's (of Alle programma's in Windows XP), HP en op HP Director. Raadpleeg de Help van HP Director voor uitgebreide instructies voor scannen vanuit HP Director.
Scannen vanaf het apparaat en HP Director (Macintosh) De procedures in dit gedeelte zijn bedoeld voor Macintosh OS 10.2 en 10.3. Procedures voor Macintosh OS 9.2.2 kunnen afwijken. Voor meer informatie over de in dit hoofdstuk beschreven taken en instellingen raadpleegt u de on line Help van HP Director. Zie Documenten op de scan plaatsen voor gedetailleerde informatie over het plaatsen van originelen op de flatbedscanner of in de automatische documentinvoer. Scannen naar e-mail 1.
Scannen naar een map 1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan. of Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig. 2.
Eén pagina tegelijk scannen Opmerking Voor de beste resultaten plaatst u de originelen in de automatische documentinvoer en niet op de flatbedscanner. 1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan. 2. Als het apparaat rechtstreeks op de computer is aangesloten, wordt HP Director geopend nadat u een origineel in de automatische documentinvoer hebt geplaatst.
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA Dit apparaat is compatibel met TWAIN en Windows Imaging Application (WIA). Het apparaat werkt met Windows- en Macintosh-programma's die scanapparaten ondersteunen en compatibel zijn met TWAIN-of WIA. Software gebruiken die compatibel is met TWAIN en WIA Terwijl u in een TWAIN- of WIA-programma werkt, hebt u toegang tot de scanfunctie en kunt u de afbeelding rechtstreeks in het geopende programma scannen.
Een foto of een boek scannen Ga als volgt te werk om een foto of een boek te scannen. Een foto scannen 1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag op de flatbedscanner en de linkerbovenhoek van de foto in de rechterbenedenhoek van het glas. 2. Sluit de klep voorzichtig. 3. U kunt de foto nu scannen met behulp van een van de scanmethoden. Zie Scanmethoden voor meer informatie. Een boek scannen 1. Open de klep en plaats het boek op de flatbedscanner.
3. Druk de klep voorzichtig op het boek, zodat dit tegen de glasplaat wordt gedrukt. 4. U kunt het boek nu scannen met behulp van een van de scanmethoden. Zie Scanmethoden voor meer informatie.
Scannen met OCR-software (Optical Character Recognition) Met OCR-software van derde partijen kunt u gescande tekst importeren en vervolgens bewerken in de gewenste tekstverwerker. Readiris De software-cd-rom bevat het OCR-programma Readiris. Als u het Readiris-programma wilt gebruiken, installeert u dit vanaf de juiste software-cd-rom en volgt u de instructies in de on line Help.
Resolutie en kleur van de scanner Als de kwaliteit niet aan uw verwachtingen voldoet wanneer u een gescande afbeelding afdrukt, hebt u in de software voor de scanner mogelijk een verkeerde instelling voor de resolutie of de kleuren geselecteerd. De resolutie en de kleur hebben gevolgen voor de volgende kenmerken van gescande afbeeldingen: ● Helderheid van de afbeelding ● Structuur van kleurgradaties (vloeiend of ruw) ● Scantijd ● Bestandsgrootte Scanresolutie wordt gemeten in pixels per inch (ppi).
Gebruik Aanbevolen resolutie Drukwerk (afbeeldingen of tekst) 600 ppi voor complexe afbeeldingen of als u het document aanzienlijk wilt vergroten 300 ppi voor normale afbeeldingen en tekst Aanbevolen kleurinstellingen ● Zwart-wit voor tekst en lijntekeningen ● Grijsschaal voor gearceerde of gekleurde afbeeldingen en foto's ● Kleur, als de afbeelding in kleur is ● Zwart-wit voor tekst ● Grijsschaal voor afbeeldingen en foto's ● Kleur, als de afbeelding in kleur is 150 ppi voor foto's Weergave
132 Hoofdstuk 9 Scannen NLWW
10 Opmerking Foto Deze sectie is alleen van toepassing op de HP Color LaserJet 2840 all-in-one: printer, scanner, fax, kopieerapparaat.
Een geheugenkaart plaatsen De HP Color LaserJet 2840 all-in-one kan de volgende geheugenkaarten lezen: Opmerking ● CompactFlash ● Memory Stick en Memory Stick PRO ● MultiMedia ● Secure Digital (SD) ● SmartMedia ● xD Wanneer u afdrukt vanaf het bedieningspaneel, herkent de HP Color LaserJet 2840 all-inone-geheugenkaartlezer alleen bestanden met de bestandsindeling JPEG en bestanden met sRGB-kleuren.
Standaardinstellingen wijzigen De HP Color LaserJet 2840 all-in-one wordt geleverd met standaardinstellingen die in de fabriek zijn geconfigureerd. Via het bedieningspaneel kunt u de standaardinstellingen voor het afdrukken van foto's wijzigen. Opmerking De gewijzigde standaardinstellingen blijven van kracht tot u ze weer wijzigt en opslaat. Zie Taakinstellingen wijzigen als u de instellingen tijdelijk wilt wijzigen voor een specifieke fototaak. 1. Druk op MENU. 2.
Taakinstellingen wijzigen 1. Plaats de geheugenkaart in het apparaat. 2. Druk op FOTO. 3. Gebruik de knop < of > om Foto's afdrukken te selecteren. 4. Gebruik de knop < of > om Taakinstellingen te selecteren. 5. Gebruik de knop < of > om selecties te maken voor alle volgende menuopties en druk vervolgens op ENTER. ● Afbeeldingsformaat: hier kunt u het formaat van de af te drukken afbeelding wijzigen. ● Papierformaat: hier kunt u het gebruikte papierformaat wijzigen.
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf de geheugenkaart Voer de volgende stappen uit om foto's rechtstreeks vanaf de geheugenkaart af te drukken: 1. Plaats de geheugenkaart in het apparaat. Zie Een geheugenkaart plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op FOTO. 3. Gebruik de knop < of > om Foto's afdrukken te selecteren. 4. Gebruik de knop < of > om Foto's selecteren te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 5. Gebruik de knop < of > om een van de volgende menuopties te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Foto's afdrukken vanaf een proefdrukvel Met deze functie kunt u foto's afdrukken vanaf een proefdrukvel waarop u een afdrukvoorbeeld van de beelden kunt weergegeven voordat u ze afdrukt. Een proefdrukvel kan maximaal 20 beelden bevatten. Deze functie is getest met authentieke toner van HP en werkt daarmee optimaal (variaties in kleurarcering kunnen van invloed zijn op de prestaties). 1. Plaats de geheugenkaart in het apparaat. Zie Een geheugenkaart plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op FOTO. 3.
Index afdrukken 1. Plaats de geheugenkaart in het apparaat. Zie Een geheugenkaart plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op FOTO. 3. Gebruik de knop < of > om Indexafdruk te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4. Druk nogmaals op de knop ENTER om de afdruktaak te bevestigen. Het apparaat drukt een index af met een miniatuurweergave van elke foto op de geheugenkaart. Elke indexpagina kan maximaal 30 miniatuurfoto's bevatten.
140 Hoofdstuk 10 Foto NLWW
11 Hoe kan ik? In dit hoofdstuk vindt u informatie over het uitvoeren van basistaken met de HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one.
Afdrukken: Hoe kan ik? In dit hoofdstuk worden uw vragen over afdruktaken beantwoord.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals glanzend papier of fotopapier Met behulp van de optimalisatiefunctie in de printerdriver kunt u afdrukken op speciaal afdrukmateriaal zoals transparanten, etiketten, zwaar papier, glanzend papier, fotopapier en kaarten. 1. Open de klep voor de rechte papierbaan. 2. Laad de invoerlade voor afdrukmateriaal. Controleer of de bovenste rand van het afdrukmateriaal naar voren is gericht en de afdrukzijde (ruwe zijde bij transparanten) naar boven. 3.
Op beide zijden van het papier afdrukken Als u handmatig dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u het papier tweemaal invoeren in de printer. U kunt de uitvoerbak voor afdrukmateriaal of de rechte uitvoerbaan gebruiken. Hewlett-Packard adviseert de uitvoerbak voor afdrukmateriaal te gebruiken voor lichtgewicht papier en de rechte papierbaan voor zwaar afdrukmateriaal of materiaal dat uitzonderlijk veel omkrult als het wordt afgedrukt. VOORZICHTIG Etiketten of transparanten niet aan beide zijden bedrukken.
Op enveloppen en aangepaste afdrukmateriaalformaten afdrukken Voer de volgende stappen uit om op enveloppen af te drukken. 1. Stel het formaat van lade 1 in op het juiste afdrukmateriaal. Zie Lade 1 vullen voor meer informatie. 2. Plaats niet meer dan tien enveloppen met de afdrukzijde omhoog en de bovenzijde van de envelop naar links. De korte zijde moet eerst in het apparaat worden geplaatst. 3. Gebruik uw computersoftware om het afdrukproces te voltooien.
Opmerking De wijzigingen die u aanbrengt in de afdrukinstellingen in de HP Werkset zijn van toepassing op alle toekomstige afdruktaken. 1. Open de HP Werkset en klik op Apparaatinstellingen. 2. Klik op het tabblad Systeeminstellingen. 3. Op het tabblad Systeeminstellingen kunt u de instellingen wijzigen die op de volgende pagina's worden weergegeven. Op elke pagina beschikt u over Help-onderwerpen voor meer informatie.
Netwerk: Hoe kan ik? In dit hoofdstuk vindt u informatie over netwerken. Het apparaat configureren en op het netwerk gebruiken Hewlett-Packard adviseert het HP-installatieprogramma op de cd-rom's bij het apparaat te gebruiken om de printerdrivers voor de volgende netwerkconfiguraties te configureren.
Opmerking Deze modus is de aanbevolen netwerkconfiguratie voor het apparaat. 1. Sluit het apparaat rechtstreeks op het netwerk aan door een netwerkkabel aan te sluiten op de netwerkpoort van het apparaat. 2. Gebruik het bedieningspaneel van het apparaat om een configuratiepagina af te drukken. Zie Configuratiepagina. 3. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station van de computer. Als u het apparaat al hebt geconfigureerd, klikt u op Software installeren om het installatieprogramma voor de software te starten.
Een gedeeld apparaat met rechtstreekse aansluiting configureren (client-serverafdrukken) In deze configuratie is het apparaat via een USB-kabel verbonden met een computer, is de computer op het netwerk aangesloten en wordt het apparaat gedeeld met andere computers in het netwerk. 1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station van de computer. Als u het apparaat al hebt geconfigureerd, klikt u op Software installeren om het installatieprogramma voor de software te starten.
Mijn netwerkwachtwoord instellen Gebruik de HP Werkset om een netwerkwachtwoord in te stellen. 1. Open de HP Werkset en klik op Apparaatinstellingen. 2. Klik op het tabblad Netwerkinstellingen. Opmerking Als er al een wachtwoord voor het apparaat is ingesteld, wordt u gevraagd het wachtwoord te typen. Typ het wachtwoord en klik op Toepassen. 3. Klik op Wachtwoord. 4. In het vak Wachtwoord typt u het wachtwoord dat u wilt instellen.
Foto: Hoe kan ik? In dit hoofdstuk vindt u informatie over foto's en geheugenkaarten. Een specifieke foto op een geheugenkaart afdrukken Voer de volgende stappen uit om een specifieke foto rechtstreeks vanaf de geheugenkaart af te drukken: 1. Plaats de geheugenkaart in het apparaat. 2. Druk op FOTO. 3. Gebruik de knop < of > om Foto's afdrukken te selecteren. 4. Gebruik de knop < of > om Foto's selecteren te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 5.
Opmerking Deze instelling kunt u beschermen door een netwerkwachtwoord in te stellen. Zie Mijn netwerkwachtwoord instellen. Als op het bedieningspaneel Geheugenkaarten uitgeschakeld wordt weergegeven en u de instelling niet kunt wijzigen, is deze beschermd door een netwerkwachtwoord. Neem contact op met de netwerk- of printerbeheerder.
De afbeeldingen worden overgebracht naar uw computer. Zie de on line Help bij de HP Director voor meer informatie over HP Director. Gebruikers met een Windows-besturingssysteem die niet beschikken over HP Director kunnen bestanden met Windows Verkenner van de geheugenkaart naar hun computer verplaatsen.
Kopiëren: Hoe kan ik? Dit hoofdstuk bevat informatie over kopiëren. De kopieerinstellingen, zoals het aantal exemplaren, wijzigen in HP Werkset Opmerking De wijzigingen die u aanbrengt in de kopieerinstellingen in de HP Werkset, zijn van toepassing op alle toekomstige kopieertaken. 1. Open de HP Werkset en klik op Apparaatinstellingen. 2. Klik op het tabblad Kopieerinstellingen. 3. Wijzig op de pagina Kopiëren een of meer van de volgende instellingen.
Faxen: Hoe kan ik? In dit hoofdstuk vindt u informatie over faxen. Een fax verzenden vanaf het apparaat 1. Kies het faxnummer met behulp van een van de volgende methoden: Gebruik de alfanumerieke knoppen op het bedieningspaneel om het nummer te kiezen. Indien het faxnummer dat u kiest, is toegewezen aan een sneltoets, drukt u op de bijbehorende sneltoets.
De standaardinstellingen voor het verzenden van faxen wijzigen 1. Open de HP Werkset en klik op Apparaatinstellingen. 2. Klik op het tabblad Faxinstellingen en klik vervolgens op Verzendinstellingen. 3. Op de pagina Verzendinstellingen kunt u de volgende opties aanpassen: ● Resolutie ● Opnieuw kiezen ● Kiesmodus ● Kies prefix ● Kiestoon detecteren ● Contrast ● Factuurcodes ● Faxen vanaf de glasplaat binnen het papierformaat 4.
Een sjabloon voor een voorblad maken 1. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Programma's (of Alle programma's in Windows XP) en HP. 2. Klik eerst op HP LaserJet 2830 of HP LaserJet 2840, en vervolgens op HP LaserJet Fax verzenden. 3. Klik op Voorblad. 4. Voer de volgende informatie in over de ontvanger en de fax: ● Telefoonnummer (vereist) ● Naam ● Bedrijf ● Onderwerp ● Opmerkingen 5. Plaats de pagina’s die u wilt faxen in de automatische documentinvoer. 6. Klik op Pagina's in documentlade.
Een fax verzenden met de HP Werkset 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Fax. 2. Klik op Fax verzenden. De software HP LaserJet Fax verzenden wordt geopend. 3. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in. 4. Plaats de pagina’s die u wilt faxen in de automatische documentinvoer. Opmerking Met de software HP LaserJet Fax verzenden kunt u niet faxen vanaf de glasplaat van de scanner. 5. Klik op Pagina's in documentlade. 6. Klik op Nu verzenden om de fax te verzenden.
Faxen ontvangen op deze computer 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Fax. 2. Klik op Faxen ontvangen op deze computer in het gedeelte Faxontvangstmodus. 3. Als u een bericht wilt ontvangen wanneer een fax binnenkomt op de computer, selecteert u Geef een bericht weer als een fax op deze computer wordt ontvangen. 4. Klik op Toepassen. Opmerking Alle faxen worden ontvangen op de computer totdat u deze functie uitschakelt. Er kan slechts één computer tegelijk worden ingesteld om faxen te ontvangen.
Ontvangen faxen doorsturen naar een ander faxnummer 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Fax. 2. Klik op Stuur ontvangen faxen door naar een ander faxapparaat in het gedeelte Faxontvangstmodus. 3. Typ in het veld Stuur door naar dit faxnummer het faxnummer waarnaar u deze faxen wilt doorsturen. 4. Klik op Toepassen. Opmerking Alle faxen die worden verzonden naar het apparaat, worden doorgestuurd naar het andere faxnummer totdat u deze functie uitschakelt.
Een contactpersoon toevoegen 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Fax. 2. Klik op Faxtelefoonboek. Opmerking De eerste vermeldingen in het Faxtelefoonboek zijn gereserveerd voor snelkiesinstellingen. Het aantal vermelde snelkiescodes is afhankelijk van het apparaat en komt overeen met het aantal snelkiesknoppen op het apparaat. 3.
Contactpersonen importeren uit een andere bron U kunt telefoonboekgegevens importeren die zijn geëxporteerd uit externe emailprogramma's, zoals Microsoft Outlook of Lotus Notes. Raadpleeg de documentatie of de Help-informatie bij het desbetreffende programma voor meer informatie over het exporteren van telefoonboekgegevens uit het programma. 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Fax. 2. Klik op Faxtelefoonboek. 3. Klik op Telefoonboek importeren.
Een nieuwe groepslijst maken 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Fax. 2. Klik op Faxtelefoonboek. 3. Klik op Nieuwe groep. De pagina Faxtelefoonboek - Een nieuwe groep maken verschijnt. 4. U kunt een nummer typen in het veld Groepsinformatie voor de faxtelefoonboekvermelding. In de HP Werkset wordt het volgende beschikbare vermeldingsnummer van het Faxtelefoonboek automatisch ingevoerd. 5. Typ een naam voor de groep in het veld Groepsnaam. 6.
Raadpleeg de Help-informatie bij de software voor meer informatie over het optimaliseren van faxen met de software HP LaserJet Fax verzenden. Raadpleeg Faxen als u meer informatie wilt ontvangen over het optimaliseren van faxen via het bedieningspaneel.
Scannen: Hoe kan ik? Dit hoofdstuk bevat informatie over scannen. Scannen vanaf het bedieningspaneel 1. Plaats de originelen die u wilt scannen in de automatische documentinvoer en pas de materiaalgeleiders aan. of Open de klep van de flatbedscanner en plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat en met de linkerbovenhoek van het document in de rechteronderhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig. 2. Druk op SCAN STARTEN of SCANNEN NAAR op het bedieningspaneel.
Een scan opslaan in een map op mijn computer Opmerking Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, werkt deze functie alleen indien u ten minste één map hebt ingesteld in de HP Werkset. Zie E-mailadressen toevoegen of bewerken voor scannen naar e-mail of Scannen vanaf het bedieningspaneel voor meer informatie. 1. Plaats de originelen die u wilt scannen in de automatische documentinvoer en pas de materiaalgeleiders aan.
Een e-mailadres toevoegen 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Scannen naar. 2. Controleer op de pagina Scannen naar e-mail of een map of Scannen naar e-mail of naar een map inschakelen is geselecteerd. 3. Selecteer E-mailadressen in het gedeelte E-mailadres of map toevoegen en voer een e-mailadres in. Gebruik een komma als scheidingsteken als u meerdere e-mailadressen invoert. 4. Typ een beschrijvende naam voor het adres in het veld Weergeven op apparaat als (bijvoorbeeld boekhouding).
Een map bewerken 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Scannen naar. 2. Klik in E-mailadres en lijst met mappen op de koppeling Bewerken naast de map die u wilt wijzigen. 3. Bewerk de gegevens die u wilt wijzigen. 4. Klik op Opslaan. De informatie wordt bijgewerkt en verschijnt in de lijst wanneer u op SCANNEN NAAR drukt. Opmerking 168 Als u niet wilt dat de gewijzigde gegevens voor de vermelding worden opgeslagen, klikt u op Annuleren.
Overige: Hoe kan ik? In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op overige vragen over het apparaat. Tonerwaarschuwingen van het apparaat ontvangen op mijn computer Gebruik de HP Werkset om het apparaat zo te configureren dat een pop-upwaarschuwing naar uw computer wordt verzonden wanneer een printcartridge bijna leeg is. 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Waarschuwingen. 2. Klik op de pagina Statuswaarschuwingen instellen. 3.
Opmerking Deze methode is grondiger dan het gebruik van de reinigingspagina via het bedieningspaneel. 1. Open de HP Werkset en klik op het tabblad Probleemoplossing. 2. Klik op de koppeling Hulpprogramma's voor het oplossen van problemen. 3. Klik in het gedeelte Reinigingspagina op Afdrukken. Het apparaat drukt een reinigingspagina af. 4. Verwijder al het papier uit lade 1 en leg de reinigingspagina met de afdrukzijde omlaag in lade 1. 5. Klik in het gedeelte Reinigingspagina van de HP Werkset op Reinigen.
2. Open de bovenklep. 3. Controleer of de juiste printcartridgesleuf toegankelijk is. ● Als de juiste printcartridgesleuf niet toegankelijk is, sluit u de bovenklep en de scannereenheid en drukt u op CARROUSEL DRAAIEN totdat de juiste printcartridgesleuf zich in de gewenste positie bevindt. 4. Knijp de twee grote blauwe lipjes op de eerste cartridge tegen elkaar aan en til de cartridge in een rechte lijn omhoog om deze uit de carrousel te verwijderen. 5.
6. Knijp de blauwe ontgrendelingshendels op de printcartridge in met de roller naar u toe gericht. Laat de cartridge recht in de carrousel zakken totdat deze stevig vastzit. ● Als u nog een cartridge wilt vervangen, sluit u de bovenklep en de scannereenheid, drukt u op CARROUSEL DRAAIEN en herhaalt u de stappen 4 tot en met 6. 7. Sluit de bovenklep en vervolgens de scannereenheid. De afbeeldingsdrum vervangen 1. Druk op de scannerknop om de scannereenheid te openen. 2. Open de bovenklep. 3.
4. Til de afbeeldingsdrum in een rechte lijn omhoog om deze uit het apparaat te verwijderen. 5. Haal de nieuwe afbeeldingsdrum uit de verpakking. 6. Zet de afbeeldingsdrum op een vlakke ondergrond en trek aan de oranje ringen om de verzendpinnen te verwijderen. 7. Verwijder de oranje verzendpin aan weerszijden van de afbeeldingsdrum en verwijder vervolgens het oranje verzendmateriaal (2x). 8. Verwijder het oranje klepje van de afbeeldingsdrum.
10. Laat de afbeeldingsdrum in de printer zakken en druk deze stevig vast. 11. Sluit de bovenklep en vervolgens de scannereenheid. Storingen verhelpen Tijdens een afdruktaak kan het gebeuren dat het papier of ander afdrukmateriaal vast komt te zitten. Voer de volgende handelingen uit om papierstoringen te verhelpen. Een papierstoring in het apparaat verhelpen VOORZICHTIG Als gevolg van papierstoringen kan er losse toner op de pagina terechtkomen.
3. Open de bovenklep, verwijder de afbeeldingsdrum en leg deze apart. 4. Pak het meest zichtbare gedeelte van het afdrukmateriaal met beide handen vast en trek het materiaal voorzichtig uit de printer. 5. Nadat u het afdrukmateriaal hebt verwijderd, plaatst u de afbeeldingsdrum terug, en sluit u de bovenklep en de scannereenheid. 6. Zet de fuser-hendels weer omhoog. Nadat u een papierstoring hebt verholpen, moet u het apparaat mogelijk uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.
2. Open de achterste uitvoerklep aan de achterkant van het apparaat en druk de fuserhendels omlaag. Wanneer u de fuser-hendels loslaat, wordt minder druk uitgeoefend op de rollers van het apparaat, waardoor het vastgelopen papier makkelijker kan worden verwijderd. 3. Pak de voorste rand van het papier en trek het papier uit de uitvoerlade. 4. Zet de fuser-hendels weer omhoog en sluit de achterste uitvoerklep. 5. Sluit de bovenklep en vervolgens de scannereenheid.
4. Verwijder met beide handen vastzittend afdrukmateriaal voorzichtig uit het apparaat. Plaats de fuser en vergrendelingen vervolgens voorzichtig terug. 5. Sluit het netsnoer weer aan en zet het apparaat aan. Een papierstoring in de automatische documentinvoer oplossen 1. Open de ADI-klep. Opmerking Verwijder al het verpakkingsplakband in de ADI. 2. Verwijder het reinigingsmechanisme. Til met beide handen de twee hendels omhoog totdat het onderdeel losklikt.
6. Als het materiaal is losgemaakt, verwijdert u dit voorzichtig in de aangegeven richting. 7. Sluit de klep van de flatbedscanner. 8. Druk de groene hendel naar beneden. 9. Plaats het reinigingsmechanisme, zoals wordt weergegeven op de afbeelding. Druk de twee lipjes omlaag totdat het mechanisme vastklikt. Installeer het reinigingsmechanisme opnieuw omdat het papier kan vastlopen als het reinigingsmechanisme niet op de juiste wijze is geplaatst. 10. Sluit de ADI-klep.
Nieuwe benodigdheden bestellen U kunt benodigdheden bestellen met behulp van de HP Werkset. Voer de volgende stappen uit om benodigdheden te bestellen. 1. Open de HP Werkset en klik in het gedeelte Overige koppelingen op Benodigdheden bestellen. Er wordt een nieuw browservenster geopend. 2. Klik op Doorgaan. In de browser wordt de koppeling naar de website van HP gegeven. 3. Volg de instructies op de website om de procedure voor het bestellen van benodigdheden te voltooien.
180 Hoofdstuk 11 Hoe kan ik? NLWW
12 Het apparaat beheren en onderhouden Dit apparaat wordt geleverd met diverse hulpprogramma's waarmee u het apparaat kunt beheren en onderhouden en problemen kunt oplossen. In de volgende gedeelten vindt u informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's: NLWW ● Informatiepagina's ● HP Werkset ● Macintosh apparaat configureren (Mac OS 10.2 en 10.
Informatiepagina's Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het apparaat. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met het apparaat diagnosticeren en oplossen. Opmerking Als de printertaal tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal handmatig instellen zodat de pagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt. U kunt de taal wijzigen met behulp van de HP Werkset. Zie HP Werkset voor meer informatie.
3. Gebruik de knop < of > om Config-rapport te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 1. Productinformatie. Dit gedeelte bevat basisinformatie over het apparaat, zoals de naam van het product en het serienummer. 2. Geheugen. Dit gedeelte bevat informatie over het geheugen, zoals het totale geïnstalleerde geheugen. 3. Papierinstellingen. Dit gedeelte bevat informatie over het soort afdrukmateriaal voor elke lade en de instellingen voor alle soorten afdrukmateriaal die door het apparaat worden ondersteund.
1. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Voorraadstatus te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Opmerking Informatie over de benodigdheden is ook beschikbaar via de HP Werkset. 1. Printcartridgegebied.
HP Werkset De HP Werkset is een toepassing die gebruikmaakt van een webbrowser. Met deze toepassing kunnen de volgende taken worden uitgevoerd: ● De apparaatstatus controleren. ● De apparaatinstellingen configureren. ● Informatie over probleemoplossingen bekijken. ● On line documentatie bekijken. U kunt de HP Werkset weergeven als het apparaat rechtstreeks op de computer is aangesloten of als het apparaat op het netwerk is aangesloten.
Tabblad Status Het tabblad Status bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's: ● Status apparaat. Statusinformatie over het apparaat bekijken. Op deze pagina worden de apparaatcondities weergegeven, zoals een papierstoring of een lege lade. Nadat u een probleem met het apparaat hebt verholpen, klikt u op Status vernieuwen om de apparaatstatus bij te werken. ● Voorraadstatus.
Tabblad Scannen naar Gebruik het tabblad Scannen naar om de knop SCANNEN NAAR op het apparaat te configureren. Met de knop SCANNEN NAAR kunt u vanaf het apparaat scannen zonder dat u een softwareprogramma op de computer nodig hebt. Opmerking De HP Color LaserJet 2830 all-in-one: printer, scanner, fax, kopieerapparaat is voorzien van de knop SCANNEN NAAR E-MAIL. Ook deze knop kunt u via dit tabblad configureren.
● Overige: Hoe kan ik? “Hoe kan ik?”-informatie bekijken over overige apparaatproblemen. ● Gebruikershandleiding. Informatie over het gebruik, de garantie, de specificaties en de ondersteuning van het apparaat. U leest momenteel de gebruikershandleiding. De gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-formaat. ● Leesmij. Belangrijke informatie over het apparaat die niet in de gebruikershandleiding is opgenomen.
● Afroepen apparaat. De instellingen voor het afroepen van het apparaat wijzigen. Deze bepalen hoe vaak de HP Werkset gegevens ophaalt bij het apparaat. ● Instellingen Opslaan / Herstellen. De huidige instellingen van het apparaat opslaan in een bestand op uw computer. Gebruik dit bestand om dezelfde instellingen voor een ander apparaat te laden of deze instellingen op een later tijdstip naar dit apparaat te herstellen.
HP Werkset-koppelingen De koppelingen aan de linkerzijde van het scherm in de HP Werkset verwijzen naar de volgende opties: ● Een apparaat selecteren. Hiermee kunt u een apparaat selecteren uit alle apparaten die zijn ingeschakeld voor de HP Werkset. ● De huidige waarschuwingen bekijken. De huidige waarschuwingen bekijken voor alle apparaten die zijn ingesteld. (Er moet een taak worden afgedrukt als u de waarschuwingen wilt weergegeven.) ● Pagina met alleen tekst.
Macintosh apparaat configureren (Mac OS 10.2 en 10.3) Macintosh apparaat configureren is een toepassing die gebruikmaakt van een webbrowser. Met deze toepassing kunnen de volgende taken worden uitgevoerd: Opmerking ● De apparaatstatus controleren. ● De apparaatinstellingen configureren. Macintosh apparaat configureren wordt niet ondersteund voor Mac OS 9.2.2.
Geïntegreerde webserver Dit apparaat bevat een geïntegreerde webserver, die toegang biedt tot informatie over de activiteit van het apparaat en het netwerk. Een webserver creëert een omgeving waarin webprogramma's kunnen worden uitgevoerd, vergelijkbaar met de omgeving die door een besturingssysteem (zoals Windows) wordt gecreëerd en waarin programma's op uw computer kunnen worden uitgevoerd.
Faxlogboeken en rapporten U kunt faxlogboeken en rapporten als volgt afdrukken: Het faxactiviteitenlogboek afdrukken Het faxactiviteitenlogboek geeft een chronologisch overzicht van de laatste 40 faxen die zijn ontvangen, verzonden of gewist en van de fouten die zijn opgetreden.
Een faxbelrapport afdrukken 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Gespreksrapport te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4. Druk op ENTER om Rapport nu afdr. te selecteren. De menu-instellingen van het apparaat worden afgesloten en het rapport wordt afgedrukt. Opmerking Zie Afdruktijden instellen voor het faxbelrapport als u het faxbelrapport automatisch wilt afdrukken.
De eerste pagina van elke fax aan het faxbelrapport toevoegen Als deze optie is ingeschakeld en de pagina-afbeelding nog steeds in het apparaatgeheugen staat, voegt het faxbelrapport een miniatuurweergave (verkleining van 50%) toe aan de eerste pagina van de meest recente fax die verstuurd of ontvangen is. De fabrieksinstelling voor deze optie is Aan.
De lijst met geblokkeerde faxen afdrukken Voer deze procedure uit als u een lijst wilt afdrukken van alle geblokkeerde faxnummers. Zie Faxnummers blokkeren of deblokkeren voor informatie over geblokkeerde faxnummers. De lijst met geblokkeerde faxnummers afdrukken 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Geblok. faxnrs. te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het apparaat reinigen Dit gedeelte bevat informatie over het reinigen van het apparaat. De behuizing reinigen Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing van het apparaat te verwijderen. De glasplaat reinigen Als de glasplaat vuil is als gevolg van bijvoorbeeld vingerafdrukken, vlekken of haren, kan de verwerkingssnelheid van het apparaat afnemen en kan de nauwkeurigheid van speciale functies worden verminderd.
De binnenkant van de klep reinigen Kleine stof- en vuildeeltjes kunnen zich opeenhopen op de witte binnenkant van de documentklep onder het deksel van het apparaat. 1. Schakel het apparaat uit, neem het netsnoer uit het stopcontact en open het deksel. 2. Reinig de witte binnenkant met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een milde zeep en warm water. Reinig ook de scannerstrip naast de glasplaat van de automatische documentinvoer. 3. Reinig de binnenkant voorzichtig om het vuil los te maken.
De papierbaan reinigen vanuit HP Werkset Gebruik HP Werkset om de papierbaan te reinigen. Dit is de aanbevolen reinigingsmethode. Wanneer u geen toegang hebt tot HP Werkset gebruikt u de methode inDe papierbaan reinigen vanaf het bedieningspaneel. 1. Controleer of het apparaat ingeschakeld en gereed is. 2. Open HP Werkset. 3. Op het tabblad Probleemoplossing klikt u op Onderhoud, Reinigingspagina en vervolgens op Afdrukken. Er wordt een pagina met patronen afgedrukt. 4.
De automatische documentinvoer (ADI) vervangen Als de ADI is beschadigd of niet werkt, kunt u deze vervangen. Zie Accessoires en bestelinformatie voor informatie over het bestellen van benodigdheden. De ADI vervangen 1. Open de ADI-klep van het apparaat. 2. Koppel de connector los door de lipjes naar binnen te drukken en omhoog te trekken. 3. Verwijder de ADI door deze omhoog te tillen en naar voren te kantelen wanneer de scharnieren bijna loskomen van het apparaat. 4.
5. Plaats de scharnieren enigszins naar voren gekanteld op de nieuwe ADI en druk ze vervolgens recht naar beneden in het apparaat. 6. Plaats de connector door deze omlaag te drukken tot u een klik hoort.
De transportroleenheid van de automatische documentinvoer vervangen De transportroleenheid van de automatische documentinvoer wijzigen Als uw automatische documentinvoer problemen heeft met de papierinvoer, kunt u de transportroleenheid van de ADI vervangen. Zie Accessoires en bestelinformatie als u een transportroleenheid van de automatische documentinvoer wilt bestellen. Volg de onderstaande instructies om de bestaande eenheid te vervangen: 1.
4. Verwijder de oude eenheid en plaats de nieuwe op exact dezelfde plaats. De grootste rol moet u achteraan plaatsen. Het tandwielmechanisme moet van u af staan. 5. Druk de groene hendel omlaag zodat het platte groene deel tussen de rollen past. Druk de groene hendel naar beneden totdat deze vastklikt op zijn plaats. 6. Haal de groene hendel omhoog totdat deze open blijft staan om te kijken of de installatie geslaagd is.
8. Laat de groene hendel zakken en sluit de klep van de automatische documentinvoer. Opmerking Als u problemen hebt met de automatische documentinvoer, kunt u contact opnemen met uw lokale HP serviceprovider. Zie Service en ondersteuning voor meer informatie. 9. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en schakel de aan/uit-schakelaar in.
De transportroleenheid van de automatische documentinvoer reinigen De transportroleenheid van de automatische documentinvoer reinigen Als uw automatische documentinvoer problemen heeft met de papierinvoer, kunt u de transportroleenheid van de ADI reinigen. Volg de onderstaande instructies om de eenheid te reinigen: 1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. 2. Open de klep van de automatische documentinvoer (ADI). 3.
5. Plaats de eenheid op dezelfde wijze terug in de automatische documentinvoer. De grootste rol moet u achteraan plaatsen. Het tandwielmechanisme moet van u af staan. 6. Druk de groene hendel omlaag zodat het platte groene deel tussen de rollen past. Druk de groene hendel naar beneden totdat deze vastklikt op zijn plaats. 7. Haal de groene hendel omhoog totdat deze open blijft staan om te kijken of de installatie geslaagd is.
9. Laat de groene hendel zakken en sluit de klep van de automatische papierinvoer. Opmerking Als u problemen hebt met de automatische documentinvoer, kunt u contact opnemen met uw lokale HP-serviceprovider. Zie Service en ondersteuning. 10. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en schakel de aan/uit-schakelaar in.
208 Hoofdstuk 12 Het apparaat beheren en onderhouden NLWW
13 Benodigdheden beheren In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderhoudstaken: NLWW ● Status controleren en benodigdheden bestellen ● Benodigdheden bewaren ● Benodigdheden vervangen en hergebruiken ● Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden ● HP-fraudelijn ● Een printcartridge wijzigen ● De imaging drum wijzigen 209
Status controleren en benodigdheden bestellen U kunt de status van benodigdheden controleren via het bedieningspaneel van de printer, door een pagina Voorraadstatus af te drukken of door de HP Werkset te bekijken. HP raadt u aan een nieuwe printcartridge te bestellen zodra het bericht dat de printcartridge bijna leeg is voor het eerst verschijnt.
Benodigdheden bewaren Volg de volgende richtlijnen voor het bewaren van printcartridges en de imaging drum: ● VOORZICHTIG NLWW Verwijder de printcartridge of de imaging drum pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gebruiken. Stel de printcartridge of imaging drum niet langer dan enkele minuten bloot aan licht. U voorkomt zo beschadigingen. ● Zie Omgevingsspecificaties voor het temperatuurbereik bij gebruik en opslag. ● Bewaar de artikelen in horizontale positie.
Benodigdheden vervangen en hergebruiken Voor de installatie van een nieuwe printcartridge of imaging drum van HP volgt u de instructies die zijn bijgesloten in de verpakking van het nieuwe onderdeel, of raadpleegt u de starthandleiding. Voor de recycling van benodigdheden, plaatst u het verbruikte onderdeel in de verpakking waarin het nieuwe onderdeel is geleverd. Gebruik het meegeleverde retouretiket om het verbruikte onderdeel terug te zenden naar HP voor recycling.
Beleid van HP ten aanzien van benodigdheden van derden Hewlett-Packard Company kan het gebruik van benodigdheden die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld) niet aanbevelen. Omdat dit geen HP-producten zijn, heeft het bedrijf geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit. Onderhoud of reparaties aan de printer als gevolg van het gebruik van een onderdeel van een ander merk dan HP worden niet gedekt door de garantie op de printer.
HP-fraudelijn Bel de HP-fraudelijn als het apparaat of de HP Werkset aangeven dat de printcartridge of imaging drum niet van HP is terwijl u denkt van wel. HP helpt u te bepalen of het betreffende product een echt HP product is en onderneemt stappen om het probleem op te lossen. In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een printcartridge of imaging drum van een ander merk dan HP: ● U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge of imaging drum.
Een printcartridge wijzigen Een printcartridge vervangen 1. Druk op de scannerknop om de scannereenheid te openen. 2. Open de bovenklep. 3. Controleer of de juiste printcartridgesleuf toegankelijk is. ● Als de juiste printcartridgesleuf niet toegankelijk is, sluit u de bovenklep en de scannereenheid en drukt u op CARROUSEL DRAAIEN totdat de juiste printcartridgesleuf zich in de gewenste positie bevindt. 4.
5. Verwijder de nieuwe printcartridge uit de verpakking, verwijder het oranje klepje en trek het oranje lipje in een rechte lijn naar buiten om de beschermingstape te verwijderen. 6. Knijp de blauwe ontgrendelingshendels op de printcartridge in met de roller naar u toe gericht. Laat de cartridge recht in de carrousel zakken totdat deze stevig vastzit. ● Als u nog een cartridge wilt vervangen, sluit u de bovenklep en de scannereenheid, drukt u op CARROUSEL DRAAIEN en herhaalt u de stappen 4 tot en met 6.
De imaging drum wijzigen De imaging drum wijzigen 1. Druk op de scannerknop om de scannereenheid te openen. 2. Open de bovenklep. 3. Pak de hendel van de imaging drum vast en draai de drum totdat de hendel zich bovenaan bevindt. 4. Til de imaging drum in een rechte lijn omhoog om deze uit het apparaat te verwijderen. 5. Haal de nieuwe imaging drum uit de verpakking.
6. Zet de imaging drum op een vlakke ondergrond en trek aan de oranje ringen om de verzendpinnen te verwijderen. 7. Verwijder de oranje verzendpin aan weerszijden van de imaging drum en verwijder vervolgens het oranje verzendmateriaal (2x). 8. Verwijder het oranje klepje van de imaging drum. VOORZICHTIG Raak het oppervlak van de roller niet aan en stel de roller niet gedurende lange tijd bloot aan licht. Dit kan de afdrukkwaliteit verminderen. 9.
14 Problemen oplossen Deze informatie over het oplossen van problemen kan u helpen wanneer u problemen met de printer ondervindt. Kies het algemene soort probleem in het volgende overzicht.
Ondersteuningsbeleid Voor dit apparaat geldt een beperkte garantie van één jaar. De garantieservice en -ondersteuning kunnen per land/regio verschillen. Raadpleeg de bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor meer informatie over hoe u contact kunt opnemen of ga naar http://www.hp.com. Meer informatie over ondersteuning vindt u in Service en ondersteuning.
Procedure voor het oplossen van problemen Gebruik de controlelijst voor het oplossen van problemen om problemen met het apparaat op te lossen. Controlelijst voor het oplossen van problemen Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het apparaat probeert op te lossen.
Stapnummer Controlestap Mogelijke problemen Oplossingen 1 Is de aan/uit-knop ingeschakeld? Geen stroom vanwege een stroomonderbreking, losse kabel, defecte schakelaar of gesprongen zekering. 1. Controleer of het apparaat op een stopcontact is aangesloten. 2. Controleer het netsnoer en zorg ervoor dat de aan/uit-knop is ingeschakeld. 3. Controleer de voedingsbron door het apparaat rechtstreeks op een stopcontact of ander contactpunt aan te sluiten. 1.
Stapnummer Controlestap Mogelijke problemen Oplossingen 2 Verschijnt Klaar op het bedieningspaneel? Er staat een foutbericht op het bedieningspaneel. Zie Berichten op bedieningspaneel voor een lijst van veelvoorkomende berichten. Deze lijst kan u helpen bij de identificatie van het probleem. In normale omstandigheden mogen er geen foutberichten op het bedieningspaneel staan. 3 Worden de informatiepagina's afgedrukt? Druk een configuratiepagina af. Zie Configuratiepagina voor meer informatie.
Stapnummer Controlestap Mogelijke problemen Oplossingen 4 Kunt u kopiëren met het apparaat? Slechte kwaliteit bij kopiëren vanaf ADI. 1. Als de afdrukkwaliteit bij de interne tests en de kopie vanaf de flatbed acceptabel is, reinigt u de ADI-scannerstrip. Zie De glasplaat reinigen. 2. Als de ADI beschadigd is, vervangt u deze. Zie De automatische documentinvoer (ADI) vervangen voor meer informatie. 1. Reinig de transportrol en het scheidingskussen van de ADI.
Stapnummer Controlestap Mogelijke problemen Oplossingen 5 Kunt u een fax verzenden met het apparaat? Er is een probleem met de telefoonlijn of het apparaat is niet op de telefoonlijn aangesloten. Controleer of het apparaat is aangesloten op een telefoonlijn waarvan u weet dat deze goed werkt. (alleen HP Color LaserJet 2830/2840 all-in-onemodellen) Het telefoonsnoer is defect of is op de verkeerde connector aangesloten. 1.
Stapnummer Controlestap Mogelijke problemen Oplossingen 7 Kunt u vanaf de computer op het apparaat afdrukken? Software is niet goed geïnstalleerd of er is een fout opgetreden tijdens de installatie van de software. Verwijder de software voor het apparaat en installeer deze opnieuw. Controleer of u de juiste installatieprocedure en poortinstelling gebruikt. De kabel is niet goed aangesloten. Sluit de kabel weer aan. Verkeerde driver geselecteerd. Selecteer de juiste driver.
Berichten op bedieningspaneel De meeste berichten op het bedieningspaneel zijn bedoeld om de gebruiker te helpen bij het gebruik van de standaardfuncties. De berichten op het bedieningspaneel geven de status van de huidige taak aan en bevatten indien van toepassing een paginatelling op de tweede regel van het paneel. Wanneer het apparaat faxgegevens, afdrukgegevens of scanopdrachten ontvangt, wordt de status van het apparaat aangegeven met berichten op het bedieningspaneel.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Apparaatfout. Druk op [Enter] om door te gaan. Er is een interne fout opgetreden in het apparaat. Druk op ENTER om de taak te hervatten. Communicatiefout Er is een fout opgetreden in de faxcommunicatie tussen het apparaat en de afzender of ontvanger. Probeer de fax nogmaals te verzenden. Haal het telefoonsnoer van het apparaat uit het wandcontact, sluit een telefoon aan en controleer of u kunt bellen.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Fax is bezet Geplande nieuwe kiespoging Het faxnummer waarnaar u de fax probeert te verzenden, is in gesprek. Het apparaat kiest automatisch opnieuw het nummer dat in gesprek is. Zie De instellingen opnieuw kiezen wijzigen voor meer informatie. Probeer de fax nogmaals te verzenden. Bel de ontvanger en controleer of zijn of haar faxapparaat aan staat en gereed is. Controleer of u het juiste faxnummer belt.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Foto's niet gevonden U hebt een afbeelding geselecteerd die is verwijderd. Plaats de kaart weer in de sleuf en selecteer de afbeelding opnieuw. De afbeelding die op het druppelvel is gemarkeerd, is verwijderd. De geheugenkaart is uit de kaartsleuf verwijderd. Fototaak in wachtrij U hebt een tweede fototaak gestart voordat de eerste is voltooid. Er is geen actie nodig.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Fout bij fax ontvangen Er is een fout opgetreden tijdens het ontvangen van een fax. Verzoek de afzender om de fax opnieuw te verzenden. Probeer een fax naar de afzender of naar een ander faxtoestel te verzenden. Druk op FAX STARTEN om te controleren of u een kiestoon hoort op de telefoonlijn. Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten door het los te koppelen en weer aan te sluiten.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Fout bij fax verzenden Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden van een fax. Verzend de fax opnieuw. Probeer naar een ander faxnummer te faxen. Druk op FAX STARTEN om te controleren of u een kiestoon hoort op de telefoonlijn. Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten door het los te koppelen en weer aan te sluiten.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Geen faxantwoord Geplande nieuwe kiespoging Er is geen antwoord van het faxnummer waarnaar u wilt verzenden. Het apparaat probeert het na enkele minuten opnieuw. Probeer de fax nogmaals te verzenden. Bel de ontvanger en controleer of zijn of haar faxapparaat aan staat en gereed is. Controleer of u het juiste faxnummer belt.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Geen papierinv. Druk op [Enter] om door te gaan. De afdrukmotor kan een vel afdrukmateriaal niet invoeren. Controleer of in lade 1 het afdrukmateriaal ver genoeg in de lade is geplaatst. Controleer of in optionele lade 2 de papierlengtegeleider zich in de juiste stand bevindt voor het papierformaat dat u gebruikt.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Niet-toegestane (kleur) U hebt een onderdeel geïnstalleerd dat niet van HP is. Dit bericht blijft op het scherm staan tot u een onderdeel van HP installeert of u op ENTER drukt. Als u denkt dat u een origineel HPonderdeel hebt aangeschaft, belt u de fraudelijn van HP. Service of reparaties als gevolg van het gebruik van een onderdeel van een andere producent dan HP vallen niet onder de garantie van HP.
Signaal- en waarschuwingsberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Proefdrukvelfout niet leesbaar Het proefdrukvel kan niet worden gelezen omdat niet alle vereiste cirkels zijn gemarkeerd, het vel gekreukt is, de pagina scheef ligt op de scanner of het proefdrukvel met de afdrukzijde omhoog ligt. Deze functie is getest met authentieke toner van HP en werkt daarmee optimaal (variaties in kleurarcering kunnen van invloed zijn op de prestaties).
Kritieke foutberichten Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 50.x Fuser-fout Er is een interne hardwarefout opgetreden in het apparaat. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Verwijder de fuser (zie Vastgelopen papier uit uitvoergedeelten verwijderen) en wacht minimaal 20 minuten. Installeer de fuser opnieuw, zet het apparaat aan en wacht tot het is geïnitialiseerd. VOORZICHTIG De onderdelen op het interne oppervlak van de fuser zijn zeer heet.
Kritieke foutberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 54.2, 55.1, 59.16, 59.192, 59.4, 59.99 Fouten Er is een interne hardwarefout opgetreden in het apparaat. Zet het apparaat uit met behulp van de aan/uit-knop, wacht minimaal 30 seconden, zet het apparaat weer aan en wacht tot het is geïnitialiseerd. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks op het stopcontact aan. Zet het apparaat aan met behulp van de aan/ uit-knop.
Kritieke foutberichten (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Motorfout Er is een interne motorfout opgetreden in het apparaat. Druk op ENTER om het foutbericht op te heffen. Zet het apparaat uit met behulp van de aan/uit-knop, wacht minimaal 30 seconden, zet het apparaat weer aan en wacht tot het is geïnitialiseerd. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het apparaat rechtstreeks op het stopcontact aan.
Storingen verhelpen Dit gedeelte bevat instructies voor het verhelpen van papierstoringen in het apparaat. Het papier loopt vast in het apparaat. Tijdens een afdruktaak kan papier of ander afdrukmateriaal vast komen te zitten. De problemen worden mogelijk veroorzaakt door de volgende omstandigheden: ● De invoerladen zijn niet goed geladen of bevatten te veel papier, of de papiergeleiders zijn niet goed ingesteld. ● Optionele lade 2 is tijdens een afdruktaak verwijderd.
Een papierstoring in het apparaat verhelpen VOORZICHTIG Als gevolg van papierstoringen kan er losse toner op de pagina terechtkomen. Als u toner op uw kleding krijgt, moet u de toner afvegen met een schoon doekje. Was de kleding in koud water en hang deze vervolgens op om te laten drogen. Als u heet water of een föhn gebruikt, kan de toner niet meer uit de stof worden verwijderd. Als u toner op uw kleren of handen krijgt, moet u deze met koud water wassen.
5. Nadat u het afdrukmateriaal hebt verwijderd, plaatst u de afbeeldingsdrum terug, en sluit u de bovenklep en de scannereenheid. 6. Zet de fuser-hendels weer omhoog. Nadat u een papierstoring hebt verholpen, moet u het apparaat mogelijk uitschakelen en vervolgens weer inschakelen. Opmerking Als u nieuw papier toevoegt, verwijdert u al het papier uit de invoerlade, legt u de stapel met het nieuwe papier recht, plaatst u deze in de invoerlade en stelt u de papiergeleiders af.
Opmerking Als het apparaat is uitgeschakeld voordat u de papierstoring hebt verholpen, zet u het apparaat weer aan en geeft u opnieuw de opdracht om af te drukken of te kopiëren. Als het vastgelopen papier zich te ver in het apparaat bevindt om te verwijderen, moet u mogelijk de fuser verwijderen. Voer hiervoor de volgende stappen uit. 1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de vergrendelingen van de fuser in ontgrendelde positie. 3.
Een papierstoring in de automatische documentinvoer oplossen 1. Open de ADI-klep. Opmerking Verwijder al het verpakkingsplakband in de ADI. 2. Verwijder het reinigingsmechanisme. Til met beide handen de twee hendels omhoog totdat het onderdeel losklikt. Draai het reinigingsmechanisme en verwijder dit. 3. Til de groene hendel omhoog en draai het invoermechanisme totdat dit geopend is. 4. Trek voorzichtig aan de pagina zonder deze te scheuren.
6. Als het materiaal is losgemaakt, verwijdert u dit voorzichtig in de aangegeven richting. 7. Sluit de klep van de flatbedscanner. 8. Druk de groene hendel naar beneden. 9. Plaats het reinigingsmechanisme, zoals wordt weergegeven op de afbeelding. Druk de twee lipjes omlaag totdat het mechanisme vastklikt. Installeer het reinigingsmechanisme opnieuw omdat het papier kan vastlopen als het reinigingsmechanisme niet op de juiste wijze is geplaatst. 10. Sluit de ADI-klep.
Afdrukproblemen Problemen met afdrukkwaliteit Er kunnen soms problemen optreden met de afdrukkwaliteit. De informatie in de volgende gedeelten helpt u deze problemen te herkennen en op te lossen. Opmerking Zie Kopieerproblemen wanneer u problemen hebt met kopiëren. Afdrukkwaliteit verbeteren Gebruik de instellingen voor de afdrukkwaliteit om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
3. Klik op Eigenschappen of klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken. 4. Wijzig de instellingen en klik op OK. Defecten bij het afdrukken herkennen en corrigeren Gebruik de controlelijst en het overzicht van problemen met de afdrukkwaliteit in dit gedeelte om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen. Controlelijst voor afdrukkwaliteit Algemene problemen in verband met de afdrukkwaliteit kunt u aan de hand van de volgende controlelijst oplossen. 1.
Probleem Oorzaak Oplossing Lichte of vage afdrukken Mogelijk voldoet het afdrukmateriaal niet aan de specificaties van HP. Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties van HP voldoet. Zie Specificaties afdrukmateriaal voor meer informatie. Mogelijk zijn een of meer printcartridges bijna leeg. Als u printcartridges van een ander merk dan HP gebruikt, worden geen berichten weergegeven op het bedieningspaneel of in de HP Werkset. Vervang printcartridges die bijna leeg zijn.
Probleem Oorzaak Oplossing Er zijn weggevallen gedeelten. Er kan één vel papier beschadigd zijn. Probeer de taak opnieuw af te drukken Het vochtgehalte van het papier is niet overal gelijk of er zitten vochtplekken op de oppervlakte van het papier. Probeer ander papier, zoals papier van hoge kwaliteit voor kleurenlaserprinters. Zie Specificaties afdrukmateriaal voor meer informatie. De partij papier is niet geschikt.
Probleem Oorzaak Oplossing Tonervegen op het afdrukmateriaal Mogelijk voldoet het afdrukmateriaal niet aan de specificaties van HP. Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties van HP voldoet. Zie Specificaties afdrukmateriaal voor meer informatie. Als er tonervegen op de voorste rand van het papier verschijnt, zijn de papiergeleiders vervuild of bevindt zich vuil in de papierbaan. Reinig de papiergeleiders en de papierbaan. Zie De papierbaan reinigen. Mogelijk is de afbeeldingsdrum bijna leeg.
Probleem Oorzaak Oplossing Toner maakt gemakkelijk vegen bij het aanraken. Het apparaat is niet ingesteld op het soort afdrukmateriaal waarop u wilt afdrukken. In de printerdriver, selecteert u het tabblad Papier en stelt u Type is zo in dat deze overeenkomt met het soort afdrukmateriaal waarop u wilt afdrukken. Bij zwaar papier kan de afdruksnelheid lager liggen. Mogelijk voldoet het afdrukmateriaal niet aan de specificaties van HP. Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties van HP voldoet.
Probleem Oorzaak Oplossing De afgedrukte pagina bevat vervormde tekens. Mogelijk voldoet het afdrukmateriaal niet aan de specificaties van HP. Gebruik ander papier, zoals papier van hoge kwaliteit voor kleurenlaserprinters. Zie Specificaties afdrukmateriaal voor meer informatie. Als de tekens vervormd zijn en een golvend effect hebben, moet de laserscanner mogelijk worden nagekeken. Controleer of het probleem ook op de Configuratiepagina optreedt.
Probleem Oorzaak Oplossing De afgedrukte pagina bevat kreukels en vouwen. Mogelijk is het afdrukmateriaal niet juist geladen. Draai de stapel papier in de invoerlade om. Probeer ook of het helpt om het papier achterstevoren in de invoerlade te leggen. Controleer of het afdrukmateriaal op de juiste manier is geplaatst en de papiergeleiders niet te strak of juist te los tegen de stapel aanzitten. Zie Laden vullen voor meer informatie.
Probleem Oorzaak Oplossing Het document wordt zwart afgedrukt terwijl dat in kleur moet zijn. De kleurmodus is niet geselecteerd in uw programma of printerdriver. Selecteer de kleurmodus in plaats van grijsschaal. Mogelijk is niet de juiste printerdriver geselecteerd in het programma. Selecteer de juiste printerdriver. Mogelijk is het apparaat niet goed geconfigureerd. Druk een configuratiepagina af.
Probleem Oorzaak Oplossing De afgedrukte kleuren komen niet overeen met de kleuren op het beeldscherm. Mogelijk verschillen de kleuren op uw computermonitor van de apparaatuitvoer. Selecteer Schermkleurenaanpassing op het tabblad Kleur van de printerdriver. De printerdriver kan het afdrukken in kleur beïnvloeden. Probeer via een ander programma of een van de andere printerdrivers af te drukken. Als u bijvoorbeeld het PCL 6-printerdriver gebruikt, druk dan af via het of PSprinterdriver.
VOORZICHTIG ● Als u niet zeker weet welke soort papier u gebruikt (zoals bankpost- of kringlooppapier), leest u het etiket op de verpakking. ● Gebruik geen afdrukmateriaal dat alleen voor inkjetprinters is ontworpen. Gebruik afdrukmateriaal dat voor LaserJet-kleurenprinters is ontworpen. ● Gebruik geen briefhoofdpapier dat is bedrukt met inkt van lage temperatuur, zoals de inkt die wordt gebruikt voor sommige soorten thermografie. ● Gebruik geen briefhoofdpapier met reliëfdruk.
Probleem Oorzaak Oplossing Problemen met invoeren Het papier heeft onregelmatige randen. Gebruik papier van hoge kwaliteit voor kleurenlaserprinters. De zijden van het papier wijken ten opzichte van elkaar af. Het papier omkeren. Het papier is te vochtig, te ruw, te zwaar, te glad of reliëfpapier of uit een slechte partij papier. Probeer een ander type papier, tussen 100 en 250 Sheffield, met een vochtgehalte van 4 tot 6%. Open de achterste uitvoerbak of gebruik papier met lange vezels.
Prestatieproblemen Volg de tips in dit hoofdstuk om de uitvoer van blanco pagina's te verhelpen of wanneer het apparaat geen pagina's afdrukt. Probleem Oorzaak Oplossing Er worden blanco pagina's afgedrukt. Mogelijk bevindt de afsluitingstape zich nog op de printcartridge. Controleer of de afsluitingstape volledig van de printcartridges is verwijderd. Mogelijk bevat het document lege pagina's. Controleer of alle pagina's van het document dat u afdrukt informatie bevatten.
Probleem Oorzaak Oplossing Pagina's zijn niet afgedrukt. Mogelijk voert het apparaat het afdrukmateriaal niet goed in. Zie Problemen met de verwerking van afdrukmateriaal voor meer informatie. Het afdrukmateriaal is vastgelopen in het apparaat. Verwijder het vastgelopen papier. Zie Storingen verhelpen voor meer informatie. Mogelijk is de USB-kabel defect of niet goed aangesloten. ● Maak beide uiteinden van de USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan.
Scanproblemen In dit gedeelte vindt u informatie over het herkennen en oplossen van scanproblemen. Problemen met gescande afbeeldingen oplossen Gebruik de volgende tabel om problemen met het scannen van afbeeldingen op te lossen. Probleem Oorzaak Oplossing Gescande afbeeldingen zijn van slechte kwaliteit. Mogelijk is het origineel een foto of afbeelding van een afdruk. ● Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de gescande afbeelding te verkleinen.
Probleem Oorzaak Oplossing Deel van de afbeelding is niet gescand. Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. Gebruik de papiergeleiders wanneer u de originelen in de ADI plaatst. Zie Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen. Door een gekleurde achtergrond kunnen afbeeldingen op de voorgrond overvloeien in de achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel scant of verbeter de afbeelding nadat u het origineel hebt gescand.
Probleem Oorzaak Oplossing Het scannen duurt te lang. De resolutie of het kleurniveau is te hoog ingesteld. Pas de resolutie en het kleurniveau aan de taak aan. Zie Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie. De software is ingesteld op kleurenscans. Standaard wordt in kleur gescand. Hierbij duurt het scannen langer, zelfs wanneer u een monochroom origineel scant.
Problemen met de scankwaliteit oplossen Probleem Oorzaak Oplossing Lege pagina's Mogelijk is het origineel met de verkeerde zijde naar boven geplaatst. Plaats de stapel originelen met de bovenste rand in de automatische documentinvoer. Plaats het afdrukmateriaal met de bedrukte zijde naar boven en de eerste pagina die moet worden gescand boven op de stapel.
Kopieerproblemen In dit gedeelte vindt u informatie over het herkennen en oplossen van kopieerproblemen. Problemen voorkomen U kunt de kopieerkwaliteit in enkele stappen verbeteren. Opmerking ● Kopiëren vanaf de flatbedscanner. Hiermee krijgt u een exemplaar met een hogere kwaliteit dan het kopiëren vanaf de automatische documentinvoer (ADI). ● Gebruik originelen van goede kwaliteit. ● Plaats het afdrukmateriaal op de juiste wijze in het apparaat.
Probleem Oorzaak Oplossing Verticale witte of vage strepen op de kopie. Mogelijk voldoet het afdrukmateriaal niet aan de specificaties van HP. Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties van HP voldoet. Zie Specificaties afdrukmateriaal voor meer informatie. Mogelijk zijn een of meer printcartridges bijna leeg. Vervang printcartridges die bijna leeg zijn. Zie Een printcartridge wijzigen voor meer informatie. Mogelijk is lade 1 niet goed geïnstalleerd.
Problemen met de verwerking van afdrukmateriaal Probleem Oorzaak Oplossing Slechte afdrukkwaliteit of toner hecht niet goed Het papier is te vochtig, te ruw, te zwaar, te glad of reliëfpapier of uit een slechte partij papier. Probeer een ander type papier, tussen 100 en 250 Sheffield, met een vochtgehalte van 4 tot 6%. Weggevallen gedeelten, vastlopen of krullen Het papier is niet op de juiste wijze geplaatst. Het papier plat bewaren in het vochtwerende verpakkingsmateriaal.
Probleem Oorzaak Oplossing Er wordt meer dan één vel tegelijk ingevoerd. Mogelijk is de lade voor afdrukmateriaal te vol. Verwijder een deel van het afdrukmateriaal uit de lade. Zie Laden vullen voor meer informatie. Mogelijk is het afdrukmateriaal gekreukt, gevouwen of beschadigd. Controleer of het afdrukmateriaal niet is gekreukt, gevouwen of beschadigd. Probeer opnieuw af te drukken op materiaal uit een nieuwe of andere verpakking. Mogelijk staat het apparaat in de modus voor handmatige invoer.
Prestatieproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Er is geen kopie gemaakt. Mogelijk is de invoerlade leeg. Plaats afdrukmateriaal in het apparaat. Zie Documenten op de scan plaatsen voor meer informatie. Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. Plaats het origineel met de korte zijde naar voren en de te scannen zijde naar boven in de automatische documentinvoer.
Faxproblemen In dit gedeelte vindt u informatie over het herkennen en oplossen van faxproblemen. Problemen bij het ontvangen van faxen Gebruik de tabel in dit gedeelte om problemen op te lossen die kunnen optreden bij het ontvangen van faxen. Opmerking U moet het faxsnoer gebruiken dat bij het product is geleverd om te zorgen dat het product juist functioneert. Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat kan geen faxen ontvangen vanaf een extra telefoontoestel.
Probleem Oorzaak Oplossing Inkomende faxoproepen worden niet door het apparaat beantwoord. Mogelijk is de antwoordmodus ingesteld op Handmatig. Als de antwoordmodus is ingesteld op Handmatig, worden er geen oproepen beantwoord door het apparaat. U moet de procedure voor het ontvangen van faxen handmatig opstarten. Zie De antwoordmodus instellen voor meer informatie. De instelling voor het aantal beltonen is wellicht niet goed ingesteld.
Probleem Oorzaak Oplossing Inkomende faxoproepen worden niet door het apparaat beantwoord. Een berichtenservice onderbreekt de beantwoording van gesprekken door het apparaat. Voer een van de volgende handelingen uit: Faxen worden niet afgedrukt. Faxen worden niet op één pagina maar op twee pagina's afgedrukt. NLWW ● Sluit de berichtenservice af. ● Gebruik een telefoonlijn speciaal voor faxoproepen. ● Stel de antwoordmodus van het apparaat in op Handmatig.
Probleem Oorzaak Oplossing Ontvangen faxen zijn te licht of worden maar voor de helft op een pagina afgedrukt. De toner is opgeraakt tijdens het afdrukken van een fax. De laatst afgedrukte faxen worden opnieuw afgedrukt. (De hoeveelheid beschikbaar geheugen bepaalt het huidige aantal faxen die zijn opgeslagen voor het opnieuw afdrukken.) Vervang de printcartridge zo snel mogelijk en druk de fax opnieuw af. Zie Een fax opnieuw afdrukken voor meer informatie. De ontvangen fax is te licht.
Probleem Oorzaak Oplossing De verzending van faxen stopt halverwege. Het ontvangende faxapparaat functioneert wellicht niet goed. Probeer de fax te verzenden naar een ander faxapparaat. De telefoonlijn werkt mogelijk niet. Voer een van de volgende handelingen uit: Op het apparaat worden faxen ontvangen, maar niet verzonden. NLWW ● Verhoog het volume op het apparaat en druk op FAX STARTEN op het bedieningspaneel. Wanneer u de kiestoon hoort, functioneert de telefoonlijn.
274 Probleem Oorzaak Oplossing Uitgaande faxoproepen gaan door met kiezen. Het apparaat kiest automatisch een faxnummer als de opties voor opnieuw kiezen zijn ingesteld op Aan. Als u nummerherhaling tijdens het kiezen wilt uitschakelen, drukt u op ANNULEREN. Zie Een faxtaak annuleren om een faxtaak in de wachtrij te annuleren. Zie De instellingen opnieuw kiezen wijzigen om de instelling voor opnieuw kiezen te wijzigen. Faxen die u verzendt, komen niet aan bij het ontvangende faxapparaat.
Problemen met spraakoproepen Probleem Oorzaak Oplossing Spraakoproepen worden niet ontvangen op de telefoon of het antwoordapparaat dat op de lijn is aangesloten. Het faxsnoer is wellicht niet goed aangesloten. Raadpleeg de Starthandleiding voor een controle van de installatie. Het apparaat moet het eerste apparaat zijn dat op de telefoonlijn is aangesloten. De antwoordmodus of het aantal belsignalen is wellicht niet goed ingesteld.
276 Probleem Oorzaak Oplossing Pagina's zijn gekruld of gekreukeld. Mogelijk voldoet het afdrukmateriaal niet aan de specificaties van HP. Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties van HP voldoet. Zie Specificaties afdrukmateriaal voor meer informatie. Mogelijk is de papierbaan de oorzaak van het probleem. Open de klep van de rechte papierbaan aan de achterzijde van de printer en gebruik deze papierbaan. Het afdrukmateriaal is niet juist bewaard.
Prestatieproblemen NLWW Probleem Oorzaak Oplossing Faxen worden erg traag verzonden of ontvangen. Mogelijk is de fax heel complex, bijvoorbeeld met veel afbeeldingen. De overdracht van ingewikkelde faxen neemt meer tijd in beslag. Door lange faxen in meerdere taken te verdelen en de resolutie te verlagen kan de verzendsnelheid worden vergroot. Er is wellicht een lage modemsnelheid ingesteld op het ontvangende faxapparaat.
Geheugenkaartproblemen In dit gedeelte vindt u informatie over het herkennen en oplossen van geheugenkaartproblemen. Opmerking Zie Berichten op bedieningspaneel voor informatie over foutberichten die op het bedieningspaneel verschijnen tijdens het afdrukken vanaf een geheugenkaart. Bestanden ontbreken of zijn verkeerd Gebruik de tabel in dit gedeelte om problemen met geheugenkaartbestanden op te lossen. Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat vindt geen bestanden op de geheugenkaart.
Probleem Oorzaak Oplossing De indexpagina wordt niet afgedrukt. Mogelijk is de geheugenkaart verwijderd voordat het apparaat de pagina kon afdrukken. Plaats de kaart weer in de sleuf en druk de indexpagina opnieuw af. Mogelijk hebt u meer dan één geheugenkaart ingebracht. Het apparaat kan JPEGbestanden alleen detecteren als slechts één kaartsleuf een kaart bevat. Controleer of slechts één kaart is ingebracht. Mogelijk zijn een of meer printcartridges bijna leeg.
Probleem Oorzaak Oplossing Het proefdrukvel wordt niet goed gescand. Mogelijk is de glasplaat van de flatbedscanner vuil. Reinig de glasplaat van de flatbedscanner. Zie De glasplaat reinigen. Mogelijk bevat de automatische documentinvoer (ADI) een document. Verwijder het afdrukmateriaal uit de ADI. Mogelijk kan de scanner de fotoselecties niet lezen. Deze functie is getest met authentieke toner van HP en werkt daarmee optimaal (variaties in kleurarcering kunnen van invloed zijn op de prestaties).
Probleem Oorzaak Oplossing De foto is niet afgedrukt. Mogelijk is de invoerlade leeg. Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade. Mogelijk is de geheugenkaart verwijderd voordat het apparaat de foto kon afdrukken. Plaats de kaart weer in de sleuf en druk de foto opnieuw af. Het proefdrukvel is scheef. Controleer of de papiergeleiders goed tegen het papier in de invoerlade zijn geplaatst. Druk het proefdrukvel opnieuw af. Controleer of de afbeeldingen op het proefdrukvel goed zijn uitgelijnd.
Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat kan geen afbeeldingen op de geheugenkaart bewerken, opslaan of verwijderen. Het apparaat kan de geheugenkaart niet lezen. Controleer of de geheugenkaart goed in de sleuf is geplaatst en het kaarttype wordt ondersteund door het apparaat. Zie Een geheugenkaart plaatsen voor meer informatie. Opmerking Bestanden op een geheugenkaart kunnen niet worden bewerkt vanaf het bedieningspaneel.
Hulpprogramma's voor het oplossen van problemen In dit gedeelte worden de hulpprogramma's beschreven waarmee u problemen met het apparaat kunt oplossen. Apparaatpagina's en -rapporten In dit gedeelte worden de pagina's en rapporten beschreven die u helpen bij het herkennen en oplossen van problemen met het apparaat. Demopagina Voer de volgende stappen uit om de demopagina af te drukken. 1. Druk op het bedieningspaneel op MENU tot het menu Rapporten verschijnt en druk vervolgens op ENTER. 2.
Faxactiviteitenlog Het faxactiviteitenlogboek geeft een chronologisch overzicht van de laatste 40 faxen die zijn ontvangen, verzonden of gewist en van de fouten die zijn opgetreden. Een activiteitenlogboek afdrukken 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Activiteitenlogboek te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 4. Druk op ENTER om Afdruk logboek te selecteren.
Een factuurcoderapport afdrukken 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om Factuuroverzicht te selecteren en druk vervolgens op ENTER. De menu-instellingen van het apparaat worden afgesloten en het rapport wordt afgedrukt. HP Werkset De HP Werkset is een toepassing die gebruikmaakt van een webbrowser. Met deze toepassing kunnen probleemoplossingstaken worden uitgevoerd.
Menu Service Gebruik het menu Service op het bedieningspaneel voor het oplossen van problemen met het apparaat. De fabrieksinstellingen herstellen Wanneer u de fabrieksinstellingen herstelt, worden alle instellingen gewijzigd in de standaardinstellingen en worden de naam en het telefoonnummer in de faxkopregel gewist. VOORZICHTIG Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden de faxnummers en namen onder de sneltoetsen en snelkiescodes gewist.
Een T.30-opsporingsprotocolrapport afdrukken Gebruik het apparaat om een fax te verzenden of gebruik een ander faxtoestel om een fax te verzenden naar het apparaat. Druk vervolgens een T.30-opsporingsrapport af nadat de fax is afgedrukt. 1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op MENU. 2. Gebruik de knop < of > om Service te selecteren en druk vervolgens op ENTER. 3. Gebruik de knop < of > om T.30 afdrukken te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
288 Hoofdstuk 14 Problemen oplossen NLWW
A Accessoires en bestelinformatie De volgende lijst met accessoires was bijgewerkt ten tijde van deze druk. Bestelinformatie en beschikbaarheid van de onderdelen kan veranderen tijdens de levensduur van het apparaat. Ga voor de meest recente bestelinformatie naar: NLWW ● Noord-Amerika: http://www.hp.com/go/ordersupplies-na ● Europa en Midden-Oosten: http://www.hp.com/go/ordersupplies-emea ● Voor landen/regio’s in Azië/Oceanië: http://www.hp.com/go/ordersupplies-ap ● Latijns-Amerika: http://www.hp.
Benodigdheden 290 Productnaam Omschrijving Artikelnummer Zwarte printcartridge Levensduur van 5.000 pagina's bij 5 procent dekking. Q3960A Cyaan printcartridge Levensduur van 4.000 pagina's bij 5 procent dekking. Q3961A Gele printcartridge Levensduur van 4.000 pagina's bij 5 procent dekking. Q3962A Magenta printcartridge Levensduur van 4.000 pagina's bij 5 procent dekking. Q3963A Cyaan inktpatroon Levensduur van 2.000 pagina's bij 5 procent dekking.
Geheugen Productnaam Omschrijving Artikelnummer Geheugenupgrades (DIMM's) Het standaardgeheugen van 96 C7845A MB in het apparaat kan worden uitgebreid tot 224 MB met behulp van de extra DIMM-sleuf. 32 MB NLWW Geheugenupgrades (DIMM's) 64 MB C9680A Geheugenupgrades (DIMM's) 128 MB C9121A Lettertype-DIMM (100-pins) U kunt een ROM met taallettertypen van 8 MB in de DIMM-sleuf plaatsen. Ga naar http://www.hp.com voor een overzicht en het bestellen van beschikbare DIMM's.
Kabels en interfaceaccessoires 292 Productnaam Omschrijving Artikelnummer USB-kabel 2 meter standaardconnector voor USB-compatibele apparatuur C6518A Bijlage A Accessoires en bestelinformatie NLWW
Accessoires voor papierverwerking NLWW Productnaam Omschrijving Artikelnummer Optionele lade 2 Lade voor 250 vel voor standaardformaat. Er kan slechts één lade voor 250 vel worden geïnstalleerd.
Papier en overige afdrukmaterialen Opmerking 294 Inkjetpapier wordt niet aanbevolen voor dit apparaat. Productnaam Omschrijving Artikelnummer HP LaserJet-papier Premium HP-papier voor gebruik met HP LaserJetprinters. HPJ1124 (Letter) HP Premium Choice LaserJetpapier HP-bankpost met een gewicht van 120,32 g/m2 HPU1132 (Letter) HP Omslagpapier HP-papier met een gewicht van 200 g/m2 (75-lb omslag). Gebruik dit voor het afdrukken van briefkaarten en omslagbladen voor documenten.
NLWW Productnaam Omschrijving Artikelnummer HP-laserpapier voor presentaties, zachtglanzend Felwit voor een beter contrast, 14,5 kg.
Door de gebruiker te vervangen onderdelen 296 Productnaam Omschrijving Artikelnummer Fuser Vervangen wanneer de afdrukkwaliteit niet optimaal is na reiniging van de engine en u alle maatregelen hebt getroffen om het probleem op te lossen. (Zie Het apparaat reinigen en Afdrukproblemen.) Neem contact op met de klantenondersteuning van HP om onderdelen te bestellen. Scheidingskussen en papierrollen Vervangen wanneer het apparaat meerdere vellen of geen vellen oppakt.
Aanvullende documentatie Een hard copy van deze gebruikershandleiding is in de volgende talen beschikbaar.
298 Bijlage A Accessoires en bestelinformatie NLWW
B Service en ondersteuning Beperkte garantie van Hewlett-Packard HP-PRODUCT HP Color LaserJet 2820/2830/2840 all-in-one DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE Een jaar beperkte garantie HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en constructiefouten.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR LOKALE WETGEVING, ZIJN DE RECHTSMIDDELEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING UW ENIGE EN EXCLUSIEVE RECHTSMIDDELEN. BEHALVE ZOALS HIERBOVEN OMSCHREVEN, ZAL HP IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR HET VERLIES VAN GEGEVENS OF VOOR DIRECTE, UITZONDERLIJKE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN WINSTDERVING) OF ANDERE SCHADE, ONGEACHT HET FEIT OF DEZE SCHADE BERUST OP CONTRACT, BENADELING OF ANDERSZIJDS.
Beperkte garantie printcartridges en imaging drums Dit HP-product is gegarandeerd vrij van materiaal- en constructiefouten.
Beperkte garantie voor Color LaserJet Image Fuser Kit en Image Transfer Kit Dit HP-product is gegarandeerd vrij van fouten in materiaal en vakmanschap totdat op het bedieningspaneel wordt aangegeven dat de levensduur van de printer bijna voorbij is.
Informatie over service en ondersteuning HP verschaft over de gehele wereld diverse opties voor service en ondersteuning. De beschikbaarheid van deze programma's varieert, afhankelijk van uw locatie. Onderhoudsovereenkomsten van HP HP beschikt over verschillende soorten onderhoudsovereenkomsten die beantwoorden aan diverse ondersteuningsbehoeften. Onderhoudsovereenkomsten behoren niet bij de standaardgarantie. Ondersteuningsservices variëren per locatie.
304 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
C Specificaties van apparaat Afmetingen en gewicht Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht HP Color LaserJet 2820 allin-one en HP Color LaserJet 2830 allin-one 523 mm 518 mm 497 mm 26,7 kg HP Color LaserJet 2840 allin-one met lade 2 (250 vel) 570 mm 518 mm 497 mm 29,3 kg Specificaties benodigdheden Levensduur imaging drum (gebaseerd op 5 procent dekking) 20.000 pagina's bij afdrukken alleen in zwart-wit. 5.000 pagina's bij afdrukken in kleur. 6.000 tot 8.
Stroomvoorzieningspecificaties (vervolg) Optie Modellen van 110 V Modellen van 220 V Tijdens afdrukken (zwart-wit) 400 W (gemiddeld) 400 W (gemiddeld) 400 W (gemiddeld) 400 W (gemiddeld) In stand-by 20 W (gemiddeld) 20 W (gemiddeld) Uit 0 W (gemiddeld) 0 W (gemiddeld) 64 BTU/uur 64 BTU/uur Warmteproductie Niet actief VOORZICHTIG De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/regio waar het apparaat wordt verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning.
D Informatie over wettelijke voorschriften Inleiding Dit gedeelte bevat de volgende overheidsinformatie: NLWW ● Telephone Consumer Protection Act (Verenigde Staten) ● IC CS-03-vereisten ● EU-verklaring inzake telecomgebruik ● Telecomverklaring Nieuw Zeeland ● Milieuvriendelijk productiebeleid ● Conformiteitsverklaring (HP Color LaserJet 2820 all-in-one) ● Conformiteitsverklaring (HP Color LaserJet 2830 all-in-one en HP Color LaserJet 2840 all-in-one) ● Land-/regiospecifieke veiligheidsvoo
Telephone Consumer Protection Act (Verenigde Staten) Op grond van de 'Telephone Consumer Protection Act' van 1991 is het eenieder verboden een computer of ander elektronisch apparaat, zoals een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij zo'n bericht duidelijk aan de boven- of onderzijde van elke verzonden pagina of op de eerste pagina van de verzending de datum en tijd bevat en een aanduiding van het bedrijf, de organisatie of persoon die het bericht verzendt, alsmede het telefoonnum
IC CS-03-vereisten Kennisgeving: de label van Industry Canada geeft aan dat de apparatuur gecertificeerd is. Deze certificering betekent dat de apparatuur voldoet aan bepaalde veiligheids- en werkingseisen voor telecomnetwerken, zoals voorgeschreven in de daarvoor bestemde documenten voor technische vereisten voor terminalapparatuur (Terminal Equipment Technical Requirement Documents). Het departement garandeert niet dat de apparatuur functioneert zoals de gebruiker wil.
EU-verklaring inzake telecomgebruik Dit product moet worden aangesloten op de analoge Public Switched Telecommunication Networks (PSTN) van EEG-landen/-regio's. Het voldoet aan de vereisten van EU R&TTE Directive 1999/5/EC (Annex II) en is voorzien van het bijbehorende CE-keurmerk. Raadpleeg voor meer informatie de Conformiteitsverklaring die door de fabrikant in een ander gedeelte van deze handleiding is opgenomen.
Telecomverklaring Nieuw Zeeland Het verlenen van een Telepermit voor apparatuur geeft alleen aan dat Telecom heeft geaccepteerd dat het item voldoet aan de minimale eisen voor aansluiting op haar netwerk. Het betekent niet dat het product door Telecom wordt goedgekeurd en biedt ook geen enkele garantie. Het biedt bovenal geen garantie dat een item in alle opzichten correct functioneert in combinatie met een ander item met een Telepermit van een andere versie of ander model.
Milieuvriendelijk productiebeleid Ozon-productie Dit apparaat produceert vrijwel geen ozongas (O3). Energieverbruik Dit product voldoet aan de normen van ENERGY STAR®, een vrijwillig programma dat is opgezet om de ontwikkeling van energiebesparende kantoorproducten te bevorderen. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd servicemerk van de Amerikaanse Environmental Protection Agency.
Om het milieu zo min mogelijk te belasten, streeft HP naar een retourneringssysteem waarbij zo veel mogelijk gebruikte cartridges en benodigdheden tegelijkertijd worden geretourneerd. Stop twee of meer cartridges in één, vooraf gefrankeerde, geadresseerde verpakking met UPS-label die zich in het pakket bevindt. Voor meer informatie in de V.S. kunt u 800-340-2445 bellen of de HP Printing Supplies Returns and Recycling Program website bezoeken op: http://www.hp.com/go/recycle. Inzameling buiten de V.S.
Het ontwerp en de specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN 45014 Naam fabrikant: Adres fabrikant: Hewlett-Packard Company 11311 Chinden Boulevard, Boise, Idaho 83714-1021, USA verklaart dat het product Naam product: Modelnummer 3): Productopties: HP Color LaserJet 2820 all-in-one BOISB-0305-00 ALLE voldoet aan de volgende productspecificaties: Veiligheid: IEC 60950:1999 / EN60950: 2000 IEC 60825-1:1993 + A1:1996 + A2:2001 / EN 60825-1:1994 + A11:1996 + A2:2001 (Klasse 1 Laser/LE
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC Guide 22 en EN 45014 Naam fabrikant: Adres fabrikant: Hewlett-Packard Company 11311 Chinden Boulevard, Boise, Idaho 83714-1021, USA verklaart dat het product Productnaam: Modelnummer 3): Productopties: HP Color LaserJet 2830 en 2840 all-in-one BOISB0408-01 ALLE voldoet aan de volgende productspecificaties: Veiligheid: IEC 60950:1999 / EN60950: 2000 IEC 60825-1:1993 + A1:1996 + A2:2001 / EN 60825-1:1994 + A11:1996 + A2:2001 (Klasse 1 Laser/
Land-/regiospecifieke veiligheidsvoorschriften Laser safety statement Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften geïmplementeerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de Verenigde Staten. Ingevolge de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968 wordt dit laserproduct onder de U.S.
Finnish laser statement LASERTURVALLISUUS LUOKAN 1 LASERLAITE KLASS 1 LASER APPARAT HP Color LaserJet 2820/2830/2840 -laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN60825-1 (1994) mukaisesti.
Woordenlijst all-in-one Een aanduiding voor HP-apparatuur met meerdere functies zoals afdrukken, faxen, kopiëren en scannen. Automatische documentinvoer Met de automatische documentinvoer kunt u automatisch originelen in het apparaat invoeren voor kopiëren, scannen of faxen. bestandsindeling De manier waarop de inhoud van een bestand wordt ingedeeld door een programma of programmagroep. browser Ook wel webbrowser genoemd. Dit is een toepassing waarmee u webpagina's kunt zoeken en weergeven.
faxfuncties Faxgerelateerde taken die u uitvoert vanaf het bedieningspaneel en die alleen van invloed zijn op de huidige taak of die u slechts één keer uitvoert voordat u terugkeert naar de status Klaar, zoals het wissen van het geheugen. Deze functies bevinden zich in een eigen gedeelte in het menu van het bedieningspaneel. faxinstellingen Faxopties die, als u deze instelt of wijzigt, uw keuze onthouden en gebruiken totdat u deze opnieuw wijzigt.
OCR-software (Optical Character Recognition) Met de OCR-software zet u een elektronische afbeelding van tekst, bijvoorbeeld een gescand document, om in een vorm die tekstverwerkers, spreadsheetprogramma's en databaseprogramma's kunnen verwerken. onderscheidend belsignaal Een service die in sommige landen/regio's wordt aangeboden door de telefoonmaatschappij waarbij twee of drie telefoonnummers op dezelfde telefoonlijn kunnen worden ingesteld.
sorteren Het afdrukken in sets van meerdere kopieertaken. Als sorteren is geselecteerd, drukt het apparaat eerst een volledige set af voordat de rest van de exemplaren wordt afgedrukt. Zo niet dan drukt het apparaat het opgegeven aantal exemplaren van één pagina af voordat de rest van de pagina's wordt afgedrukt. speciale lijn Een telefoonlijn die uitsluitend voor telefoongesprekken of uitsluitend voor faxberichten wordt gebruikt. TWAIN Een industriestandaard voor scanners en software.
Index Symbolen en getallen 250 vel, lade voor.
Apparaatinstellingen, HP Werkset 188 Apple LaserWriter 8-driver 17 Apple Macintosh.
D datum, instellen 76 Demopagina, afdrukken 182 digitale camera's, kleurafstemming 60 DIMM's artikelnummers 291 Configuratiepagina 183 deur, vinden 9 uitbreidingssleuven 4 documentatie 2, 297 Documentatie, tabblad, HP Werkset 187 documenten schalen afdrukken 42 kopiëren 66 donker, contrastinstellingen fax 87 kopie 65 donker kopiëren 265 door de gebruiker te vervangen onderdelen 296 dots per inch (dpi) afdrukinstellingen 246 fax 77, 88 specificaties 6 dpi (dots per inch) afdrukinstellingen 246 fax 77, 88 spe
ontvangen op computer 92 opnieuw afdrukken vanuit het geheugen 108 opvragen 112 pauzes, invoegen 103 rapporten, alle afdrukken 196 rapporten, probleemoplossing 277 resolutie 77, 88 snelkiescodes 99, 100 sneltoetsen 99, 100 storingen, probleemoplossing 275 telefoonboek, afdrukken 195 tijd/datum, instelling 76 V.
geheugenkaarten foto's afdrukken, probleemoplossing 280 probleemoplossing 278 geheugenkaarten, foto plaatsen 134 geïntegreerde webserver 192 gekantelde pagina's 252, 257 gekleurd papier, specificaties 46 geluidsniveau 306 geluidsspecificaties 306 gewicht apparaat 305 papierspecificaties 23 glanzend papier 46 glasformaatinstelling 89 glasplaat, reinigen 197 grijsschaal afdrukken in 41 probleemoplossing 254 scannen 131 grijze achtergrond, probleemoplossing 249 groepkiescodes faxen verzenden naar 78 lijst van,
K kaarten afdrukken op 44 specificaties 23, 47 kabels USB, probleemoplossing 259 kiezen automatisch opnieuw kiezen, instellingen 91 handmatig 80 handmatig opnieuw kiezen 81 internationaal 103 kiesvoorvoegsels, invoeren 104 pauzes, invoegen 103 probleemoplossing 274 toon- of hulpinstellingen 90 via een telefoon 86 klantenondersteuning Instant Support Professional Edition (ISPE) v onderhoudsovereenkomsten 303 telefoonnummers v websites v klep, reinigen 198 kleur afstemmen 60 Automatisch aanpassen 58 grijsscha
lijst met geblokkeerde faxen, afdrukken 196 LINUX-ondersteuning 14 logboeken, fax activiteit 193 alle afdrukken 196 bel (laatst verzonden of ontvangen fax) 193 factuurcodes 195 lijst met geblokkeerde faxen 196 probleemoplossing 277 telefoonboek 195 losse toner, probleemoplossing 251 M Macintosh afdrukken vanuit 39 ondersteunde versies 14 pagina voor pagina scannen 125 scannen naar bestand 124 scannen naar e-mail 123 scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 123 scannen vanuit TWAIN-compatibele sof
instellingen voor automatisch verkleinen van faxen 97 kreukels 253 laden vullen 28 ladeselectie 40 lang 28 meerdere pagina's per vel 41 omgekruld, probleemoplossing 252 probleemoplossing 255 selecteren 22 specificaties 23 standaardformaat, wijzigen 33 storingen 240 tough, HP LaserJet 48 uitvoeropties 44 voorbedrukt 46 zwaar 47 papier bijvullen 28 papierinvoerladen artikelnummers 293 Configuratiepagina 183 inclusief 4 invoerproblemen, probleemoplossing 257 papierspecificaties 23 selecteren 40 vinden 9 vullen
scheve pagina's 252, 257 snelheid, faxen 277 strepen, afgedrukte pagina's 249 tekst 252 tonerspatten 248 toner uitgesmeerd 253 tonervegen 250 USB-kabels 259 vage afdrukken 248 problemen oplossen Configuratiepagina, afdrukken 182 Demopagina, afdrukken 182 instelling foutcorrectie faxen 115 reinigingspagina 198 transportroleenheid automatische documentinvoer, reinigen 205 transportroleenheid automatische documentinvoer, vervangen 202 Problemen oplossen, tabblad, HP Werkset 187 proefdrukvel afdrukken vanaf 138
snelkiescodes lijst van, afdrukken 195 programmeren 99, 100 verwijderen, alle 102 sneltoetsen, fax lijst van, afdrukken 195 programmeren 99, 100 verwijderen, alle 102 software downloaden v, 16 faxen ontvangen 92 faxen verzenden 83 HP Werkset 185 Macintosh, functies 17 ondersteunde besturingssystemen 14 Readiris OCR, installeren 129 scannen vanuit TWAIN of WIA 126 verwijderen 20 Windows, functies 17 software, instellingen 15 software verwijderen 20 soorten, afdrukmateriaal laden selecteren op 40 specificatie
U uitgebreide garantie vi, 303 uitgesmeerd, probleemoplossing 253 uitvoerbakken vinden 9 uitvoerbak met afdrukzijde omlaag. Zie bovenste uitvoerbak uitvoerklep (afdrukzijde omhoog).
334 Index NLWW
© 2004 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.