Color LaserJet Pro MFP M477 Gebruikershandleiding M477fnw M477fdn M477fdw www.hp.
HP Color LaserJet Pro MFP M477 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © Copyright 2015 HP Development Company, L.P. Adobe®, Adobe Photoshop®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Productoverzicht ........................................................................................................................................... 1 Productweergaven ................................................................................................................................................ 2 Vooraanzicht van de printer ................................................................................................................
3 Benodigdheden, accessoires en onderdelen ................................................................................................... 25 Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen ...................................................................................... 26 Bestellen ............................................................................................................................................ 26 Benodigdheden en accessoires ..........................................
Android-geïntegreerd afdrukken ...................................................................................................... 52 Direct afdrukken via USB ..................................................................................................................................... 53 Inleiding ............................................................................................................................................. 53 Stap één: USB-bestanden op de printer openen .............
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) .............................. 72 Stap twee: De functie Scannen naar e-mail configureren ............................................. 72 Stap drie: Contactpersonen toevoegen aan het e-mailadresboek ............................... 74 Stap vier: De standaardopties voor e-mail configureren .............................................. 74 De functie Scannen naar e-mail instellen op een Mac ...........................................................
Geavanceerde configuratie met de geïntegreerde webserver van HP (EWS) en HP Device Toolbox (Windows) ............................................................................................................................................................ 96 Geavanceerde configuratie met HP Utility voor OS X ....................................................................................... 100 HP Utility openen ..........................................................................................
Het papier in de documentinvoer loopt vast of scheef of er worden meerdere vellen tegelijk doorgevoerd .................................................................................................................................... 125 De oppakrollen en het scheidingskussen in de documentinvoer reinigen .................................... 125 Papierstoringen verhelpen ................................................................................................................................
Kleur .............................................................................................................................. 150 Rand-tot-rand kopiëren .................................................................................................................. 150 De oppakrollen en het scheidingskussen in de documentinvoer reinigen .................................... 150 Beeldkwaliteit fax verbeteren .............................................................................................
Faxberichten worden langzaam verstuurd .................................................................. 163 De faxkwaliteit is matig ................................................................................................ 164 De fax wordt afgekapt of wordt op twee pagina's afgedrukt ..................................... 165 Index ...........................................................................................................................................................
1 Productoverzicht ● Productweergaven ● Apparaatspecificaties ● Printerhardware en -software installeren Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Productweergaven ● Vooraanzicht van de printer ● Achteraanzicht van de printer ● Overzicht van het bedieningspaneel Vooraanzicht van de printer 2 1 11 10 9 3 8 7 6 5 2 4 1 Scanner 2 Documentinvoer 3 Voorschriften-etiket (op de voorklep) 4 Lade 2 5 Lade 1 6 Aan-uitknop 7 Voorklep (voor toegang tot de tonercartridge) 8 Uitvoerbakverlenging 9 Uitvoerbak 10 USB-poort voor direct afdrukken en scannen zonder computer 11 Bedieningspaneel met touchscreen (kantelbaar voor betere wee
Achteraanzicht van de printer 1 8 2 7 6 3 4 5 NLWW 1 Openingsknop voorklep 2 Duplexeenheid (alleen fdn- en fdw-modellen) 3 USB-poort voor taakopslag 4 USB-poort voor directe verbinding met een pc 5 Ethernet-poort 6 Faxpoorten 7 Netsnoeraansluiting 8 Achterklep (alleen fnw-model) (biedt toegang voor het verhelpen van storingen) Productweergaven 3
Overzicht van het bedieningspaneel 1 2 5 4 3 1 Aanraakscherm Biedt toegang tot menu's, helpanimaties en printerinformatie. 2 Indicator voor beginschermpagina Het display geeft aan welk beginscherm het bedieningspaneel momenteel weergeeft.
1 11 10 2 9 8 7 6 5 4 3 1 Resetknop Raak deze knop aan om tijdelijke taakinstellingen te herstellen naar standaardinstellingen. 2 Knop Verbindingsinformatie Raak deze knop aan om het menu Verbindingsinformatie met netwerkinformatie te openen. De knop wordt weergegeven als een pictogram van een bekabeld netwerk of draadloos netwerk , afhankelijk van het netwerk waarmee de printer is verbonden. 3 Knop Instellingen Raak deze knop aan om het menu Instellingen te openen.
6 Actie Omschrijving Aanraken Raak een item op het scherm aan om dat item te Raak de knop Instellingen selecteren of dat menu te openen. U kunt tijdens Instellingen te openen. het bladeren door menu's het scherm kort aanraken om het bladeren te onderbreken. Vegen Raak het scherm aan en schuif met uw vinger horizontaal over het scherm om horizontaal te schuiven. Veeg over het beginscherm voor de knop Instellingen .
Apparaatspecificaties BELANGRIJK: De volgende specificaties zijn correct op het moment van uitgave maar zijn onderhevig aan wijzigingen. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Modelnaam Apparaatnummer Kopiëren en scannen 19 kopieën per minuut (ppm) OPMERKING: Kopieer- en scansnelheden zijn onderhevig aan verandering. Ga voor de meest recente informatie naar www.hp.com/support/ colorljM477MFP.
NLWW Besturingssysteem Geïnstalleerde printerdriver Opmerkingen Windows Server 2003 SP2 of hoger, 32-bits De printerspecifieke printerdriver HP PCL.6 voor dit besturingssysteem wordt geïnstalleerd als onderdeel van de basissoftware-installatie. Het basisinstallatieprogramma installeert alleen de driver. De volledige software-installatie wordt niet ondersteund voor dit besturingssysteem. Gebruik UPD-drivers voor 64-bits besturingssystemen.
Besturingssysteem Geïnstalleerde printerdriver Opmerkingen Windows Server 2012 R2, 64-bits Het software-installatieprogramma ondersteunt Windows Server 2012 niet, maar de printerspecifieke printerdrivers HP PCL 6 en HP PCL-6 ondersteunen deze wel. Download de driver HP PCL 6 of PCL-6 van de HP website www.hp.com/support/colorljM477MFP en gebruik het Windows-hulpprogramma Printer toevoegen om deze te installeren. OS X 10.8 Mountain Lion, OS X 10.9 Mavericks en OS X 10.
Printerafmetingen Afbeelding 1-1 Afmetingen van de M477fnw-modellen 3 3 1 1 2 2 Printer geheel gesloten Printer volledig geopend 1. Hoogte 399,8 mm 656 mm 2. Diepte 461 mm 1025 mm 3. Breedte 415,4 mm 415,4 mm Gewicht (met cartridges) 21,8 kg Afbeelding 1-2 Afmetingen van de M477fdn- en M477fdw-modellen 3 3 1 1 2 1.
Printer geheel gesloten Printer geheel geopend 2. Diepte 472,3 mm 1124,4 mm 3. Breedte 415,4 mm 415,4 mm Gewicht (met cartridges) 23,2 kg Afbeelding 1-3 Afmetingen voor modellen met de optionele lade 3 3 3 1 1 2 2 Printer geheel gesloten Printer geheel geopend 1. Hoogte 531,8 mm 788 mm 2. Diepte 461 mm (fnw-model) 1025 mm (fnw-model) 472,3 mm (fdn- en fnw-modellen) 1124,4 mm (fdn- en fnw-modellen) 3.
Bereik voor de werkomgeving Tabel 1-1 Specificaties voor de werkomgeving NLWW Omgeving Aanbevolen Toegestaan Temperatuur 15 tot 27 °C 15 tot 30 °C Relatieve luchtvochtigheid 20 tot 70% relatieve vochtigheid (RV), nietcondenserend 10 tot 80% RV, niet-condenserend Hoogte Niet van toepassing 0 tot 3048 m Apparaatspecificaties 13
Printerhardware en -software installeren Raadpleeg de installatieposter en snelstartgids die bij de printer zijn geleverd voor algemene installatieinstructies. Ga naar de HP-ondersteuningspagina voor aanvullende instructies. Ga naar www.hp.com/support/colorljM477MFP voor de uitgebreide Help van HP voor de printer.
2 Papierladen ● Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade) ● Papier plaatsen in lade 2 ● Enveloppen afdrukken en laden Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade) Inleiding Gebruik lade 1 voor het afdrukken van documenten van één pagina, documenten met meerdere papiersoorten, of enveloppen. ● Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade) ● Afdrukstand van het papier in lade 1 Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade) 16 1. Open lade 1. 2. Druk op de tab op de rechterpapiergeleider en schuif de papierbreedtegeleiders naar de zijkant. Schuif dan het verlengstuk van de lade naar buiten.
3. Plaats de papierstapel in de lade, en stel de papiergeleiders zodanig bij dat deze de stapel licht raken maar deze niet buigen. Raadpleeg Afdrukstand van het papier in lade 1 op pagina 17 voor informatie over de afdrukstand van het papier. 4. Open op uw computer de softwaretoepassing en begin met afdrukken. Zorg ervoor dat de driver staat ingesteld op de juiste papiersoort en -grootte voor het papier dat wordt afgedrukt vanuit lade 1.
Papiersoort Uitvoer Papier plaatsen Briefhoofdpapier of voorbedrukt Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden 321 Bovenrand van de printer vandaan Geperforeerd Enkelzijdig afdrukken of dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven Gaten naar de linkerkant van de printer 18 Hoofdstuk 2 Papierladen NLWW
Papier plaatsen in lade 2 Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in lade 2. ● Papier plaatsen in lade 2 ● Afdrukstand van het papier in lade 2 Papier plaatsen in lade 2 1. Open de lade. 2. Stel de geleiders voor de papierbreedte in door de afstelvergrendelingen van de geleiders in te drukken en dan de geleiders op te schuiven tot het formaat van het papier dat u gebruikt.
3. Als u papier van Legal-formaat wilt plaatsen, dient u de voorzijde van de lade te verlengen door de vergrendeling aan de voorzijde ingedrukt te houden terwijl u de voorzijde van de lade naar voren trekt. OPMERKING: Als lade 2 is gevuld met papier van Legal-formaat, steekt deze ongeveer 51 mm uit vanaf de voorzijde van de printer. 4. 20 Plaats het papier in de lade.
5. Zorg ervoor dat alle vier de hoeken van de stapel papier plat zijn. Schuif de papierlengte- en breedtegeleiders tegen de stapel papier. OPMERKING: Plaats niet te veel papier in de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale stapelhoogte uitkomt. 6. Sluit de lade wanneer de stapel papier niet boven de indicator voor de maximale stapelhoogte uitkomt.
Papiersoort Uitvoer Papier plaatsen Briefhoofdpapier of voorbedrukt Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde beneden 231 Bovenrand van de printer vandaan Geperforeerd Enkelzijdig afdrukken of dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde boven Gaten naar de linkerkant van de printer 22 Hoofdstuk 2 Papierladen NLWW
Enveloppen afdrukken en laden Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u enveloppen moet afdrukken en plaatsen. Voor de beste prestaties dient u maximaal 5 mm aan enveloppen (4 tot 6 enveloppen) in lade 1 te plaatsen, en maximaal 10 enveloppen in lade 2. Volg deze stappen om de juiste instellingen in de printerdriver te selecteren voor het afdrukken van enveloppen uit lade 1 of 2. Enveloppen afdrukken 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2.
Afdrukstand envelop Plaats enveloppen in lade 1 met de afdrukzijde naar boven, met de korte frankeerzijde eerst in de printer. Plaats enveloppen in lade 2 met de afdrukzijde naar boven, met de korte frankeerzijde eerst in de printer.
3 Benodigdheden, accessoires en onderdelen ● Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen ● Tonercartridges vervangen Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen Bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
Echte HP vervangingsonderdelen kunt u bestellen op www.hp.com/buy/parts of door contact op te nemen met een bevoegde service- of ondersteuningsproviders van HP. Om een onderdeel te bestellen, hebt u een van de volgende gegevens nodig: onderdeelnummer, serienummer (op de achterkant van de printer), productnummer of printernaam. ● Onderdelen die zijn gemarkeerd met Verplicht kunnen door de klant zelf worden geïnstalleerd.
Tonercartridges vervangen Inleiding Deze printer geeft aan wanneer het niveau van de tonercartridge laag is. De echte resterende levensduur van het tonercartridge kan variëren. Zorg dat u een vervangende tonercartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. Ga naar HP SureSupply op www.hp.com/go/suresupply om cartridges aan te schaffen of de cartridgecompatibiliteit van de printer te controleren.
12 2 1 1 33 1 Hendel 2 Afbeeldingsdrum 3 Geheugenchip VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, veegt u dit af met een droge doek en wast u de kleding in koud water. Met warm water wordt de toner in de stof opgenomen. OPMERKING: cartridges. In de verpakking van de tonercartridge vindt u informatie over hergebruik van gebruikte De tonercartridges verwijderen en deze vervangen 1. Open de voorklep door op de knop op het linkerpaneel te drukken.
30 2. Pak de blauwe hendel van de tonercartridgelade en trek de lade naar buiten. 3. Pak de hendel van de tonercartridge en trek de cartridge vervolgens recht naar boven om deze te verwijderen. 4. Haal de nieuwe tonercartridge uit de doos en trek aan het lipje op de verpakking.
5. Haal de tonercartridge uit de geopende verpakking. 6. Schud de tonercartridge licht heen en weer, zodat de toner gelijkmatig in de cartridge wordt verdeeld. 7. Raak de afbeeldingsdrum onder aan de tonercartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. Stel de tonercartridge ook niet onnodig bloot aan licht.
32 8. Plaats de nieuwe tonercartridge in de lade. Zorg ervoor dat de kleur op de cartridge overeenkomt met kleur op de lade. 9. Sluit de lade met de tonercartridges.
10. Sluit de voorklep. 11. Stop de gebruikte tonercartridge in de verpakking waarin de nieuwe cartridge is geleverd. In de VS en Canada wordt een gefrankeerd etiket in de doos meegeleverd. Ga voor andere landen/ regio's naar www.hp.com/recycle om een gefrankeerd etiket af te drukken. 1 2 Plak het gefrankeerde etiket op de doos en retourneer de gebruikte cartridge naar HP voor recycling (indien beschikbaar). http://www.hp.
34 Hoofdstuk 3 Benodigdheden, accessoires en onderdelen NLWW
4 Afdrukken ● Afdruktaken (Windows) ● Afdruktaken (OS X) ● Afdruktaken opslaan op het apparaat om later of privé af te drukken ● Mobiel afdrukken ● Direct afdrukken via USB Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Afdruktaken (Windows) Afdrukken (Windows) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor Windows. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer de printer in de lijst met printers. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt of tikt u op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. OPMERKING: Als u deze functies wilt openen vanaf een Startscherm-app in Windows 8 of 8.
NLWW 4. Klik of tik op de knop OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Afdrukken. Geef op dit scherm het aantal af te drukken exemplaren op. 5. Klik of tik op de knop OK om de taak af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows) Gebruik deze procedure voor printers met een automatische eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. Als er op de printer geen automatische eenheid voor dubbelzijdig afdrukken is geïnstalleerd of als u op papiersoorten wilt afdrukken die de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken niet ondersteunt, kunt u handmatig dubbelzijdig afdrukken. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer de printer in de lijst met printers en klik of tik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. OPMERKING: Als u deze functies wilt openen vanaf een Startscherm-app in Windows 8 of 8.1, selecteert u Apparaten, Afdrukken en vervolgens de printer. 3. Klik of tik op het tabblad Afwerking. 4.
Er zijn instructies beschikbaar voor het uitvoeren van specifieke afdruktaken afdrukken, zoals: 40 ● Afdruksnelkoppelingen of voorinstellingen maken en gebruiken ● Selecteer het papierformaat of gebruik een aangepast papierformaat ● Afdrukstand maken ● Een brochure maken ● Een document schalen zodat het past op een bepaald papierformaat ● De eerste of laatste pagina's van het document op ander papier afdrukken ● Watermerken op een document afdrukken Hoofdstuk 4 Afdrukken NLWW
Afdruktaken (OS X) Afdrukken (OS X) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor OS X. 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en selecteer vervolgens andere menu's om de afdrukinstellingen aan te passen. OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma. 4. Klik op de knop Afdrukken.
7. Haal de bedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats die met de bedrukte zijde omlaag in de invoerlade. 8. Raak, wanneer u hierom wordt gevraagd, de desbetreffende knop op het bedieningspaneel aan om door te gaan. Meerdere pagina's per vel afdrukken (OS X) 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en klik vervolgens op het menu Lay-out. OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma. 4.
NLWW ● Afdruksnelkoppelingen of voorinstellingen maken en gebruiken ● Selecteer het papierformaat of gebruik een aangepast papierformaat ● Afdrukstand maken ● Een brochure maken ● Een document schalen zodat het past op een bepaald papierformaat ● De eerste of laatste pagina's van het document op ander papier afdrukken ● Watermerken op een document afdrukken Afdruktaken (OS X) 43
Afdruktaken opslaan op het apparaat om later of privé af te drukken ● Inleiding ● Voordat u begint ● De printer voor taakopslag instellen ● Een opgeslagen taak maken (Windows) ● Een opgeslagen taak afdrukken ● Een opgeslagen taak verwijderen Inleiding Dit gedeelte biedt procedures voor het maken en afdrukken van documenten die zijn opgeslagen op de printer. Deze taken kunnen op een later tijdstip of privé worden afgedrukt.
OPMERKING: Bij sommige modellen is de USB-poort aan de achterzijde bedekt. Verwijder de klep van de USB-poort aan de achterzijde voordat u verdergaat. 2. Installeer het USB-flashstation in de USB-poort aan de achterzijde. Op het bedieningspaneel verschijnt het bericht Het USB-station wordt geformatteerd. 3. Selecteer OK om de procedure te voltooien. Stap twee: De printerdriver bijwerken De printerdriver bijwerken in Windows 1. Klik op de knop Start en vervolgens op Apparaten en printers. 2.
Een opgeslagen taak maken (Windows) Taken opslaan op de printer voor privé- of vertraagde afdrukken. OPMERKING: De printerdriver kan er anders uitzien dan deze printerdriver, maar de stappen zijn dezelfde. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer de printer in de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren (de naam varieert per programma). OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
5. Modus Omschrijving Met pincode beveiligd Verwijderen van taak Controleren en vasthouden Druk de eerste pagina van een document af om de afdrukkwaliteit te controleren en druk vervolgens de rest van het document af via het bedieningspaneel van de printer. Nee Automatisch nadat de taak is afgedrukt of wanneer de taakopslaglimiet is bereikt. Persoonlijke taak De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van de printer.
bedieningspaneel van de printer het bericht Geen geheugen meer weergegeven en moeten bestaande opgeslagen taken worden verwijderd voordat extra afdruktaken kunnen worden opgeslagen. Volg deze procedure om een in het printergeheugen opgeslagen opdracht te verwijderen. 48 1. Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu Taken wordt aan om het menu te openen. weergegeven. Raak het pictogram Taken 2. Selecteer een gebruikersnaam in de lijst Taakmappen .
Mobiel afdrukken Inleiding HP biedt diverse mobiele en ePrint-oplossingen voor gemakkelijk afdrukken naar een HP-printer vanaf een laptop, tablet, smartphone of ander mobiel apparaat. Ga naar www.hp.com/go/LaserJetMobilePrinting om de volledige lijst te zien en te bepalen wat de beste keuze is.
OPMERKING: In omgevingen waar meer dan een model van dezelfde printer is geïnstalleerd, kan een unieke Wi-Fi Direct-naam voor elke printer handig zijn voor printerherkenning bij het afdrukken via Wi-Fi Direct. De WiFi Direct-naam is ook beschikbaar door het pictogram Verbindingsinformatie in het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer aan te raken en vervolgens het pictogram Wi-Fi Direct.
1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Verbindingsinformatie 2. Open de volgende menu's: 3. ● ePrint ● Instellingen ● Webservices activeren aan. Raak de knop Afdrukken aan voor de gebruiksvoorwaarden. Raak de knop OK aan om de gebruiksvoorwaarden te accepteren en HP Web Services in te schakelen De printer schakelt Webservices in en drukt vervolgens een informatiepagina af.
● Safari ● iBooks ● Externe toepassingen selecteren. U kunt AirPrint alleen gebruiken als de printer is verbonden met hetzelfde netwerk (subnet) als waarmee het Apple-apparaat is verbonden. Ga voor meer informatie over het gebruik van AirPrint en welke HP-printers compatibel zijn met AirPrint naar www.hp.com/go/LaserJetMobilePrinting. OPMERKING: Controleer voordat u AirPrint met een USB-verbinding gaat gebruiken eerst het versienummer. AirPrint versie 1.3 en eerder ondersteunen geen USB-verbindingen.
Direct afdrukken via USB Inleiding Deze printer beschikt over direct afdrukken via USB. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder de bestanden via de computer te verzenden. De printer ondersteunt standaard-USB-flashstations in de USB-poort. U kunt de volgende bestandstypen openen: ● .pdf ● .jpg ● .prn en .PRN ● .cht en .CHT ● .pxl ● .pcl en .PCL ● .ps en .PS ● .doc en .docx ● .ppt en .pptx Stap één: USB-bestanden op de printer openen 1.
● Sortering ● Uitvoerkleur (alleen modellen met kleur) 4. Selecteer Afdrukken om het document af te drukken. 5. Haal de afgedrukte taak op uit de uitvoerbak en verwijder het USB-flashstation. Optie twee: Foto's afdrukken 54 1. Selecteer Foto's weergeven en afdrukken om foto's af te drukken. 2. Selecteer de voorbeeldweergave van elke foto die u wilt afdrukken en vervolgens Gereed. 3.
5 Kopie ● Een kopie maken ● Dubbelzijdig kopiëren (duplex) ● Extra kopieertaken Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Een kopie maken 56 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner volgens de indicatoren op het apparaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren 3. U kunt de kopieerkwaliteit voor verschillende typen documenten optimaliseren door de knop Instellingen aan te raken en op de knop Optimaliseren te klikken. Veeg door het bedieningspaneelscherm om door de opties te bladeren en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren.
Dubbelzijdig kopiëren (duplex) ● Automatisch dubbelzijdig kopiëren ● Handmatig dubbelzijdig kopiëren Automatisch dubbelzijdig kopiëren 1. Plaats de originele documenten in de documentinvoer met de afdrukkant van de eerste pagina omhoog en met de bovenkant van de pagina als eerste. 2. Stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 3. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren 4. Raak de knop Instellingen aan. 5. Ga naar de knop Dubbelzijdig en raak deze aan. 6.
Extra kopieertaken Ga naar www.hp.com/support/colorljM477MFP.
6 Scan ● Scannen via de HP Scan-software (Windows) ● Scannen via de HP Scan-software (OS X) ● Scannen naar een USB-flashstation ● De functie Scannen naar netwerkmap instellen ● Scannen naar een netwerkmap ● De functie Scannen naar e-mail instellen ● Scannen naar e-mail ● Overige scantaken Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Scannen via de HP Scan-software (Windows) Gebruik de HP Scan-software om te beginnen met scannen via software op uw computer. U kunt de gescande afbeelding als een bestand opslaan of naar een andere softwaretoepassing versturen. 1. Plaats het document in de documentinvoer of op de glasplaat van de scanner volgens de indicatoren op de printer. 2. Klik op de computer op Start, Programma's (of Alle programma's in Windows XP). 3. Klik op HP en selecteer vervolgens uw printer. 4.
Scannen via de HP Scan-software (OS X) Gebruik de HP Scan-software om te beginnen met scannen via software op uw computer. NLWW 1. Plaats het document in de documentinvoer of op de glasplaat van de scanner volgens de indicatoren op de printer. 2. Open vanaf de computer HP Scan in de map HP in de map Applicaties. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm om het document te scannen. 4. Klik nadat alle pagina's zijn gescand op Bestand en daarna op Opslaan om de pagina's in een bestand op te slaan.
Scannen naar een USB-flashstation 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer volgens de indicatoren op de printer. 2. Plaats een USB-flashstation in de USB-poort. 3. Het menu USB-flashstation wordt geopend met de volgende opties: ● Documenten afdrukken ● Foto's bekijken en afdrukken ● Scannen naar USB-station 4. Selecteer Scannen naar USB-station. 5. Als het overzichtsscherm is geopend, kunt u de volgende instellingen aanpassen: 6.
De functie Scannen naar netwerkmap instellen ● Inleiding ● Voordat u begint ● Methode een: De wizard Scannen naar netwerkmap gebruiken (Windows) ● Methode twee: De functie Scannen naar netwerkmap instellen via de geïntegreerde webserver van HP (Windows) ● De functie Scannen naar netwerkmap instellen op een Mac Inleiding De printer bevat de functie om een document te scannen en dit naar een netwerkmap op te slaan. Om deze scanfunctie te gebruiken, moet de printer met een netwerk zijn verbonden.
4. Op de pagina 1. Start, voer in het veld Weergavenaam de mapnaam in. Dit is de naam die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven. 5. Vul het veld Bestemmingsmap op een van de volgende manieren in: a. Voer het bestandspad handmatig in. b. Klik op de knop Bladeren en ga naar de locatie van de map. c. Voer de volgende stappen uit om een gedeelde map te maken: i. Klik op Pad delen. ii. Klik in het dialoogvenster Netwerkshares beheren op Nieuw. iii.
a. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Documenttype de standaardbestandsindeling voor gescande bestanden. b. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Kleurvoorkeuren Zwart-wit of Kleur. c. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierformaat het standaardpapierformaat voor gescande bestanden. d. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Kwaliteitsinstellingen de standaardresolutie voor gescande bestanden.
5. Controleer in het linkerdeelvenster of de koppeling Netwerkmap instellen is gemarkeerd. de pagina Scannen naar netwerkmap moet worden weergegeven. 6. Klik op de pagina Configuratie netwerkmap op de knop Nieuw. 7. Vul in het gebied Netwerkmapgegevens de volgende velden in: 8. a. Voer in het veld Weergavenaam de weer te geven naam van de map in. b. Voer in het veld Netwerkpad het netwerkpad naar de map in. c.
● Stap twee: De functie Scannen naar netwerkmap configureren Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) Gebruik een van de volgende methoden om de EWS-interface (geïntegreerde webserver) te openen. Methode een: Een webbrowser gebruiken om de geïntegreerde webserver (EWS) van HP te openen 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer de knop Netwerk Draadloos 2. of the knop aan om het IP-adres of de hostnaam weer te geven.
7. 8. Vul in het gebied Netwerkmapgegevens de volgende velden in: a. Voer in het veld Weergavenaam de weer te geven naam van de map in. b. Voer in het veld Netwerkpad het netwerkpad naar de map in. c. Voer in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam in die vereist is om de netwerkmap te openen. d. Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord in dat vereist is om de netwerkmap te openen.
Scannen naar een netwerkmap Via het bedieningspaneel van de printer kunt u een document scannen en dit in een map op het netwerk opslaan. OPMERKING: Om deze functie te gebruiken, moet de printer zijn verbonden met een netwerk en moet de functie Scannen naar netwerkmap zijn geconfigureerd met behulp van de wizard Scannen naar netwerkmap (Windows) of de geïntegreerde webserver van HP. 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner volgens de indicatoren op de printer. 2.
De functie Scannen naar e-mail instellen ● Inleiding ● Voordat u begint ● Methode een: De wizard Scannen naar e-mail gebruiken (Windows) ● Methode twee: De functie Scannen naar e-mail instellen via de geïntegreerde webserver van HP (Windows) ● De functie Scannen naar e-mail instellen op een Mac Inleiding De printer bevat de functie om een document te scannen en dit naar een of meer e-mailadressen te verzenden. Om deze scanfunctie te gebruiken, moet de printer met een netwerk zijn verbonden.
1. Klik op Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik achtereenvolgens op HP, de naam van de printer en Wizard Scannen naar e-mail. OPMERKING: Als de optie Wizard Scannen naar e-mail niet beschikbaar is, gebruikt u Methode twee: De functie Scannen naar e-mail instellen via de geïntegreerde webserver van HP (Windows) op pagina 72. 3. Klik in het dialoogvenster Profielen voor uitgaande e-mail op de knop Nieuw. Het dialoogvenster Scannen naar e-mail instellen wordt geopend. 4. Op de pagina 1.
Methode twee: De functie Scannen naar e-mail instellen via de geïntegreerde webserver van HP (Windows) ● Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) ● Stap twee: De functie Scannen naar e-mail configureren ● Stap drie: Contactpersonen toevoegen aan het e-mailadresboek ● Stap vier: De standaardopties voor e-mail configureren Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer de knop Netwerk Draadloos 2.
a. Voer in het veld SMTP-server het adres van de SMTP-server in. b. Voer in het veld SMTP-poort het poortnummer in. OPMERKING: In de meeste gevallen hoeft het standaardpoortnummer niet te worden gewijzigd. OPMERKING: Als u een gehoste SMTP-service zoals Gmail gebruikt, controleert u het SMTP-adres, poortnummer en de SSL-instellingen op de website van de serviceprovider of andere bronnen. Voor Gmail is het SMTP-adres standaard smtp.gmail.com, het poortnummer 465 en is SSL ingeschakeld.
Stap drie: Contactpersonen toevoegen aan het e-mailadresboek ▲ Klik in het linkerdeelvenster op E-mailadresboek om e-mailadressen aan het adresboek van de printer toe te voegen. Om een afzonderlijk e-mailadres in te voeren, voert u de volgende stappen uit: a. Voer in het veld Naam contactpersoon de naam van de nieuwe e-mailcontactpersoon in. b. Voer in het veld E-mailadres contactpersoon het e-mailadres van de nieuwe e-mailcontactpersoon in. c. Klik op Toevoegen/Bewerken.
c. iv. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Uitvoerkleur Zwart-wit of Kleur. v. Voer in het veld Voorvoegsel bestandsnaam het voorvoegsel (bijv. Mijnscan) van een bestand in. Klik op Toepassen.
Stap twee: De functie Scannen naar e-mail configureren 1. Klik op het tabblad Systeem. 2. Klik in het linkerdeelvenster op de koppeling Beheer. 3. In het gedeelte Ingeschakelde functies stelt u de optie Scannen naar e-mail in op Aan. 4. Klik op het tabblad Scannen. 5. Klik in het linkerdeelvenster op de koppeling Profielen voor uitgaande e-mail. 6. Klik op de pagina Uitgaande e-mailprofielen op de knop Nieuw. 7. Vul in het gebied E-mailadres de volgende velden in: 8. a.
OPMERKING: Als u een pincode heb aangemaakt, moet u deze elke keer op het bedieningspaneel van de printer invoeren als u het profiel gebruikt om een scan naar een e-mailadres te verzenden. 11. Als u optionele e-mailvoorkeuren wilt configureren, vult u de volgende velden in het gebied Voorkeuren voor e-mailberichten in: a. Selecteer de maximale grootte voor e-mailbijlagen in de vervolgkeuzelijst Maximale grootte voor e-mailbijlagen.
b. iii. Selecteer Hoofdtekst weergeven om in te schakelen dat de standaardhoofdtekst in emailberichten wordt weergegeven. iv. Selecteer Hoofdtekst verbergen om de standaardhoofdtekst voor e-mailberichten te onderdrukken. Vul in het gebied Scaninstellingen de volgende velden in: i. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestandstype scan de standaardbestandsindeling voor gescande bestanden. ii. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierformaat scan het standaardpapierformaat voor gescande bestanden. iii.
Scannen naar e-mail Via het bedieningspaneel van de printer kunt u een bestand scannen en rechtstreeks naar een e-mailadres verzenden. Het gescande bestand wordt als bijlage naar het geselecteerde e-mailadres verzonden. OPMERKING: Om deze functie te gebruiken, moet de printer zijn verbonden met een netwerk en moet de functie Scannen naar e-mail zijn geconfigureerd met behulp van de wizard Scannen naar e-mail instellen (Windows) of de geïntegreerde webserver van HP. 1.
Overige scantaken Ga naar www.hp.com/support/colorljM477MFP.
7 Fax ● Configuratie om faxen te verzenden en te ontvangen ● Een fax versturen Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/colorljM477MFP voor actuele informatie.
Configuratie om faxen te verzenden en te ontvangen ● Voordat u begint ● Stap 1: Het type telefoonverbinding bepalen ● Stap 2: De fax instellen ● Stap 3: Faxtijd, faxdatum en faxkopregel configureren ● Stap 4: Een faxtest uitvoeren Voordat u begint Controleer of de printer volledig is ingesteld voordat u de faxservice aansluit. OPMERKING: Sluit de printer op de telefoonaansluiting aan met de telefoonkabel en eventuele adapters die bij de printer zijn geleverd.
● DSL-lijn: Een DSL-service (Digital Subscriber Line) van de telefoonmaatschappij; deze service wordt in sommige landen/regio's ADSL genoemd ● PBX- of ISDN-telefoonsysteem: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch Exchange) of een ISDNsysteem (Integrated Services Digital Network) ● VoIP-telefoonsysteem: VoIP (Voice over Internet Protocol) via een internetprovider Stap 2: De fax instellen Klik hieronder op de koppeling die het best de omgeving beschrijft waarin de printer faxberichten zal verzenden en o
2. 3. Stel de printer in op het automatisch beantwoorden van faxoproepen. a. Zet de printer aan. b. Raak vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer de knop Instellingen c. Raak het menu Fax instellen aan. d. Raak het menu Basisinstellingen aan. e. Raak de instelling Antwoordmodus aan. f. Raak de optie Automatisch aan. aan. Ga naar Stap 3: Faxtijd, faxdatum en faxkopregel configureren op pagina 87.
3. Trek de stekker uit de poort voor de telefoonuitgang aan de achterkant van de printer en sluit een telefoon aan op deze poort. 4. Stel de printer in op het automatisch beantwoorden van faxoproepen. 5. a. Zet de printer aan. b. Raak vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer de knop Instellingen c. Raak het menu Fax instellen aan. d. Raak het menu Basisinstellingen aan. e. Raak eerst de instelling Antwoordmodus en vervolgens de optie Automatisch aan. aan.
4. Sluit de telefoonkabel van het antwoordapparaat aan op de poort voor de telefoonuitgang aan de achterkant van de printer. OPMERKING: Sluit het antwoordapparaat rechtstreeks aan op de printer; anders registreert het antwoordapparaat misschien de faxtonen van een zendend faxapparaat en worden geen faxberichten ontvangen. OPMERKING: Als het antwoordapparaat geen ingebouwde telefoon heeft, sluit u voor het gemak een telefoon aan op de OUT-poort van het antwoordapparaat.
8. a. Raak vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer de knop Instellingen b. Raak het menu Fax instellen aan. c. Raak het menu Geavanceerde instellingen aan. d. Raak eerst de instelling Kiestoon detecteren en vervolgens de knop Aan aan. aan. Ga naar Stap 3: Faxtijd, faxdatum en faxkopregel configureren op pagina 87.
9. Raak het menu Faxkop aan. 10. Gebruik het toetsenblok om het faxnummer in te voeren en raak vervolgens de knop OK aan. OPMERKING: Het maximumaantal tekens voor het faxnummer is 20. 11. Gebruik het toetsenblok om de naam of kopregel van het bedrijf in te voeren en raak vervolgens de knop OK aan. OPMERKING: Het maximumaantal tekens voor de kopregel van de fax is 25. 12. Ga naar Stap 4: Een faxtest uitvoeren op pagina 88. Geïntegreerde webserver van HP (EWS) en HP Device Toolbox (Windows) 1.
NLWW 4. Raak de optie Faxtest uitvoeren aan. Er wordt een testrapport afgedrukt. 5. Controleer het rapport. ● Als het rapport aangeeft dat de test is geslaagd, is de printer gereed om faxen te verzenden en te ontvangen. ● Als het rapport aangeeft dat de test niet is geslaagd, bekijkt u het rapport voor meer informatie over het verhelpen van het probleem. De controlelijst voor het oplossen van faxproblemen bevat meer informatie over het oplossen van faxproblemen.
Een fax versturen ● Faxen vanaf de flatbedscanner ● Faxen vanuit de documentinvoer ● Snelkiescodes en groepskiescodes gebruiken ● Een fax verzenden vanuit de software ● Een fax verzenden vanuit een softwareprogramma van een andere leverancier, bijvoorbeeld Microsoft Word Faxen vanaf de flatbedscanner 90 1. Plaats het document met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Fax aan. 3. Voer het faxnummer in met het toetsenblok. 4.
Faxen vanuit de documentinvoer 1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. VOORZICHTIG: Gebruik geen originelen met correctietape, correctievloeistof, paperclips of nietjes om schade aan de printer te voorkomen. Plaats ook geen foto's en kleine of dunne originelen in de documentinvoer. 2. 123 Schuif de papiergeleiders goed tegen het papier aan. 123 3. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Fax aan. 4. Voer het faxnummer in met het toetsenblok.
2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Fax aan. 3. Raak het pictogram voor het faxtelefoonboek aan op het toetsenblok. 4. Raak de gewenste naam van de individuele vermelding of groepsvermelding aan. 5. Raak de knop Faxen starten aan. Een fax verzenden vanuit de software De procedure om een fax te verzenden is afhankelijk van uw specificaties. Hier volgen de meest voorkomende stappen. 1.
8 Het apparaat beheren ● Toepassingen van HP Webservices gebruiken ● Het verbindingstype van het apparaat wijzigen (Windows) ● Geavanceerde configuratie met de geïntegreerde webserver van HP (EWS) en HP Device Toolbox (Windows) ● Geavanceerde configuratie met HP Utility voor OS X ● IP-netwerkinstellingen configureren ● Functies voor productbeveiliging ● Instellingen voor energiebesparing ● HP Web Jetadmin ● De firmware bijwerken Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op
Toepassingen van HP Webservices gebruiken HP Webservices toepassingen bieden nuttige inhoud die automatisch van internet naar de printer kan worden gedownload. U hebt de keuze uit verschillende toepassingen, zoals nieuws, kalenders, formulieren en cloudgebaseerde documentopslag. Om deze toepassingen te activeren en de downloads te plannen, gaat u naar de HP Connected website op www.hpconnected.
Het verbindingstype van het apparaat wijzigen (Windows) Indien u het apparaat niet hoeft te gebruiken en u de manier waarop het is aangesloten wilt wijzigen, kunt u de snelkoppeling Uw HP apparaat opnieuw configureren op uw computer gebruiken om de verbinding in te wijzigen. Zo kunt u bijvoorbeeld het apparaat opnieuw configureren om een ander draadloos adres te gebruiken, verbinding te maken met een bekabeld of een draadloos netwerk of over te schakelen van een netwerkverbinding naar een USB-verbinding.
Geavanceerde configuratie met de geïntegreerde webserver van HP (EWS) en HP Device Toolbox (Windows) Met de geïntegreerde webserver van HP kunt u via de computer afdrukfuncties beheren in plaats van via het bedieningspaneel van de printer.
2. Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de pc. De geïntegreerde webserver wordt geopend. OPMERKING: Als uw internetbrowser het bericht Er is een probleem met het beveiligingscertificaat van deze website weergeeft als u de EWS probeer te openen, klikt u op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen).
Tabblad of gebied Omschrijving Tabblad Systeem ● Apparaatgegevens: Biedt basisinformatie over de printer en het bedrijf. Hiermee kunt u de printer vanaf uw computer configureren. ● Papierinstellingen: Hiermee wijzigt u de standaardpapierverwerkingsinstellingen van de printer. ● Afdrukkwaliteit: Hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit van de printer.
Tabblad of gebied Omschrijving Tabblad Scannen Hiermee configureert u de functies Scannen naar netwerkmap en Scannen naar e-mail. (alleen MFP-modellen) ● Netwerkmap instellen: Hiermee configureert u mappen in het netwerk waar gescande bestanden in kunnen worden opgeslagen. ● Instellingen scannen naar e-mail: Hiermee begint u het proces om de functie Scannen naar e-mail in te stellen.
Geavanceerde configuratie met HP Utility voor OS X Gebruik de HP Utility om de status van de printer te controleren of de printerinstellingen via uw computer weer te geven of te wijzigen. U kunt gebruikmaken van de HP Utility als de printer beschikt over een USB-kabel of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen 1. Open op de computer het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op Afdrukken en faxen of Afdrukken en scannen of Printers & scanners. 2.
Item Omschrijving Bestand uploaden Brengt bestanden over van de computer naar de printer. U kunt de volgende bestandstypen uploaden: ◦ Taal HP LaserJet-printeropdrachten (.prn) ◦ Portable Document Format (.pdf) ◦ PostScript (.ps) ◦ Text (.txt) Energiebeheer Configureer de energie-instellingen van de printer. Firmware bijwerken Zet een updatebestand voor firmware over naar de printer.
Item Omschrijving Scannen naar e-mail Hiermee opent u de geïntegreerde webserver van HP (EWS), zodat u instellingen kunt configureren voor het scannen naar e-mail. (Alleen MFP-printers) Scannen naar netwerkmap (Alleen MFP-printers) 102 Hoofdstuk 8 Het apparaat beheren Hiermee opent u de geïntegreerde webserver van HP (EWS), zodat u instellingen kunt configureren voor het scannen naar een netwerkmap.
IP-netwerkinstellingen configureren ● Inleiding ● Disclaimer voor printer delen ● Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen ● De naam van de printer in het netwerk wijzigen ● IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel ● Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex Inleiding Configureer de netwerkinstellingen voor de printer aan de hand van de volgende secties.
a. Raak de knop Verbindingsinformatie aan in het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens de knop Netwerk verbonden of Wi-Fi-netwerk AAN aan om het IP-adres of de hostnaam weer te geven. b. Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de pc. De geïntegreerde webserver wordt geopend.
OPMERKING: De printerinstelling moet overeenkomen met de instelling van het netwerkapparaat (een netwerkhub, switch, gateway, router of computer). OPMERKING: Wanneer u aan deze instellingen wijzigingen aanbrengt, wordt de printer uit- en vervolgens weer ingeschakeld. Breng alleen wijzigingen aan wanneer de printer niet-actief is. 1. Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu Instellingen wordt weergegeven.
Functies voor productbeveiliging Inleiding De printer bevat beveiligingsopties waarmee toegang tot configuratie-instellingen en beveiligde gegevens kan worden beperkt. Ook kan toegang tot belangrijke hardwarecomponenten worden ontzegd.
Instellingen voor energiebesparing ● Inleiding ● Afdrukken met EconoMode ● De instelling Sluimermodus/automatisch uitschakelen na configureren ● De uitschakelvertraging instellen en de printer zo configureren dat het maximaal 1 watt verbruikt ● De instelling voor uitschakelvertraging configureren Inleiding De printer beschikt over verschillende functies waarmee op energieverbruik en benodigdheden kan worden bespaard.
De uitschakelvertraging instellen en de printer zo configureren dat het maximaal 1 watt verbruikt Gebruik de menu's op het bedieningspaneel om in te stellen hoe lang het duurt voordat de printer wordt uitgeschakeld. OPMERKING: Nadat de printer is uitgeschakeld, neemt het stroomverbruik af tot 1 watt of minder. Voer de volgende stappen uit om de instellingen voor uitschakelvertraging te wijzigen: 1.
HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een bekroond, toonaangevend hulpprogramma voor het efficiënt beheren van een groot scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele printers en digitale verzendapparatuur.
De firmware bijwerken HP verstrekt regelmatig printerupdates, nieuwe Web Services-apps en nieuwe functies voor bestaande Web Services-apps. Voer de volgende stappen uit om de printerfirmware voor één printer bij te werken. Wanneer u de firmware bijwerkt, worden Web Services-apps automatisch bijgewerkt. Er zijn twee ondersteunde methoden om de firmware bij te werken op deze printer. Gebruik slechts een van de volgende methoden om de printerfirmware bij te werken.
4. Klik op Downloaden, klik op Uitvoeren en klik vervolgens opnieuw op Uitvoeren. 5. Wanneer het hulpprogramma is gestart, selecteert u de printer in de vervolgkeuzelijst en klikt op Firmware verzenden. OPMERKING: Klik op Configuratiepagina afdrukken als u een configuratiepagina wilt afdrukken om te controleren of de versie van de geïnstalleerde firmware van vóór of na het updateproces is. 6.
112 Hoofdstuk 8 Het apparaat beheren NLWW
9 Problemen oplossen ● Klantondersteuning ● Help-systeem op het bedieningspaneel ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer ● Het apparaat pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd ● Papierstoringen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Kopieer- en scanbeeldkwaliteit verbeteren ● Beeldkwaliteit fax verbeteren ● Problemen met bekabelde netwerken oplos
Klantondersteuning Telefonische ondersteuning voor uw land/regio Zorg dat u de printernaam, het serienummer, de aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand hebt Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de doos van de printer of op www.hp.com/support/. 24 uur per dag ondersteuning via internet en hulpprogramma's en drivers downloaden www.hp.com/support/colorljM477MFP Aanvullende HP service- of onderhoudsovereenkomsten bestellen www.hp.com/go/carepack De printer registreren www.
Help-systeem op het bedieningspaneel De printer heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het Help-systeem door de knop Help in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
De fabrieksinstellingen herstellen Als u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle printer- en netwerkinstellingen weer op de fabriekswaarden ingesteld. De paginateller en het ladeformaat worden niet opnieuw ingesteld. Volg onderstaande stappen om de fabrieksinstellingen van de printer te herstellen. VOORZICHTIG: Wanneer u de fabrieksinstellingen terugzet, worden alle instellingen gewijzigd in de standaardwaarden. Ook worden in het geheugen opgeslagen pagina's verwijderd. 1.
Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer Cartridge bijna leeg: De printer geeft aan wanneer een tonercartridge vrijwel leeg is. De werkelijke resterende levensduur van een tonercartridge kan afwijken. Zorg dat u een vervangende tonercartridge heeft die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De tonercartridge hoeft nu nog niet te worden vervangen.
Wanneer de drempelwaarde Vrijwel leeg is bereikt, kan de printer faxberichten zonder onderbreking blijven afdrukken als u de optie Doorgaan voor de tonercartridge selecteert, maar de afdrukkwaliteit kan afnemen. Benodigdheden bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
Het apparaat pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd Inleiding U kunt het volgende proberen wanneer de printer geen papier of meerdere vellen tegelijkertijd oppakt uit de papierlade. In de volgende situaties kan een papierstoring optreden.
4. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Pas de geleiders aan tot de juiste inspringing in de lade. De pijl op de geleider in de lade moet precies zijn uitgelijnd met de markering op de lade. OPMERKING: Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.
5. Controleer of de vochtigheid in de ruimte voldoet aan de specificaties voor deze printer en of het papier in ongeopende pakken wordt bewaard. Papier wordt meestal in vochtwerende pakken verkocht om het papier droog te houden. In omgevingen met een hoge luchtvochtigheid kan het papier bovenaan op de stapel in de lade vocht absorberen en er golvend of ongelijkmatig uitzien. Als dit gebeurt, verwijdert u de bovenste 5 tot 10 vellen papier van de stapel.
1. Verwijder de stapel papier uit de lade, buig de stapel, draai deze 180 graden en draai hem vervolgens om. Waaier het papier niet uit. Plaats de stapel papier terug in de lade. OPMERKING: Het uitwaaieren van het papier veroorzaakt statische elektriciteit. In plaats van het papier uit te waaieren, buigt u de stapel door deze aan beide uiteinden vast te houden en de uiteinden omhoog te duwen in de vorm van een U. Duw de uiteinden daarna omlaag om de U-vorm om te keren.
5. Zorg dat de lade niet te vol is door de markeringen voor de stapelhoogte in de lade te controleren. Als de lade te vol is, verwijdert u de hele stapel papier uit de lade, legt u de stapel recht en plaatst u een deel van de stapel papier terug in de lade. In de volgende afbeeldingen staan voorbeelden van de inkepingen voor de stapelhoogte in de laden voor verschillende printers. De meeste HP-printers hebben vergelijkbare markeringen.
6. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Pas de geleiders aan tot de juiste inspringing in de lade. De pijl op de geleider in de lade moet precies zijn uitgelijnd met de markering op de lade. OPMERKING: Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.
Het papier in de documentinvoer loopt vast of scheef of er worden meerdere vellen tegelijk doorgevoerd OPMERKING: Deze informatie is alleen van toepassing op MFP-printers. ● Mogelijk zit er iets op het origineel, zoals een nietje of een zelfhechtend memoblaadje, dat moet worden verwijderd. ● Controleer of alle rollen goed zijn geplaatst en of de klep van de rollen in de documentinvoer gesloten is. ● Zorg dat de bovenste klep van de documentinvoer gesloten is.
2. Gebruik een vochtige, pluisvrije doek om de beide oppakrollen en het scheidingskussen schoon te vegen. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen. 3. Sluit de toegangsklep van de documentinvoer.
Papierstoringen verhelpen Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u papierstoringen kunt verhelpen.
c. Raak de knop Reinigingspagina aan. d. Plaats gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd. Wacht tot het proces is voltooid. Gooi de afgedrukte pagina weg. 5. Druk een configuratiepagina af om het apparaat te testen. a. Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu Instellingen aan om het menu te openen. wordt weergegeven. Raak het pictogram Instellingen b. Open het menu Rapporten. c. Selecteer Configuratierapport.
1. Open de klep van de documentinvoer. 2. Verwijder vastgelopen papier. 3. Sluit de klep van de scanner.
4. Til de documentinvoerlade omhoog voor betere toegang tot de uitvoerbak van de documentinvoer, en verwijder vastgelopen papier uit het uitvoergedeelte. 5. Open het deksel van de scanner. Trek het papier voorzichtig los als het is vastgelopen achter de witte plastic afdekplaat. 6. Sluit de klep van de scanner. OPMERKING: Zorg ervoor dat de geleiders in de documentinvoerlade stevig tegen het papier aanzitten. Verwijder alle nietjes en paperclips uit de originele documenten.
OPMERKING: Originele documenten die zijn afgedrukt op zwaar, glanzend papier kunnen vaker vast te komen zitten dan originelen op gewoon papier. Papierstoringen in lade 1 verhelpen Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade. OPMERKING: hervat. Wanneer het papier is gescheurd, verwijder dan alle papierresten voordat u het afdrukken 1.
3. Druk aan de linkerkant van de opening van lade 2 op de tab om de ladeplaat omlaag te halen, en verwijder dan het papier. Verwijder het vastgelopen vel papier door het voorzichtig recht naar buiten te trekken. 4. Druk de ladeplaat terug omhoog op zijn plek.
5. Plaats lade 2 terug. 6. Open lade 1 opnieuw en plaats papier in de lade. Papierstoringen in lade 2 verhelpen Volg de onderstaande procedure om te controleren op een papierstoring in lade 2. Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade.
1. Trek de lade volledig uit de printer. 2. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. 3. Plaats lade 2 terug en sluit deze.
Papierstoringen in de achterklep en het fusergebied verhelpen Volg de onderstaande procedure om te controleren op papier in de achterklep. Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade. VOORZICHTIG: de fuser bevindt zich boven de achterklep en is heet. Steek uw hand niet in het gebied boven de achterklep tot de fuser is afgekoeld. 1. Open de achterklep.
2. Trek vastgelopen papier voorzichtig uit de rollen in de achterklep. 3. Sluit de achterklep. Papierstoringen in de uitvoerbak oplossen Volg de onderstaande procedure om storingen in de uitvoerbak te verhelpen. Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade.
1. Als in de uitvoerbak vastgelopen papier zichtbaar is, pakt u dit vast bij de voorste rand en verwijdert u het. Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid (alleen duplexmodellen) Volg de onderstaande procedure om te controleren op papier in de duplexeenheid. Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade. 1. Open de duplexeenheid aan de achterkant van de printer.
2. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. VOORZICHTIG: de fuser bevindt zich boven de achterklep en is heet. Steek uw hand niet in het gebied boven de achterklep tot de fuser is afgekoeld. 3. Sluit de duplexeenheid.
De afdrukkwaliteit verbeteren Inleiding ● Afdrukken vanuit een ander softwareprogramma ● De papiersoort voor de afdruktaak controleren ● Status van de tonercartridge controleren ● Het apparaat reinigen ● Inspecteer de tonercartridge visueel ● Papier en afdrukomgeving controleren ● Kleurinstellingen aanpassen (Windows) ● De printer kalibreren om de kleuren uit te lijnen ● EconoMode-instellingen controleren ● Een andere printerdriver proberen Als de printer problemen heeft met de afdrukkwa
De instelling voor de papiersoort controleren (OS X) 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de printer in het menu Printer. 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de menuvervolgkeuzelijst en klik op het menu Afwerking. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Media een papiersoort. 5. Klik op de knop Afdrukken.
Het apparaat reinigen Een reinigingspagina afdrukken Tijdens het afdrukproces kunnen deeltjes papier, toner en stof zich in de printer ophopen. Dit kan leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit, zoals tonerspikkels of -spatten, vegen, vlekken, lijnen of herhaalde markeringen. Ga als volgt te werk om een reinigingspagina af te drukken. 1. Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu Instellingen wordt weergegeven.
4. Vervang de tonercartridge als zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden. 5. Plaats de tonercartridge terug en druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is opgelost. Papier en afdrukomgeving controleren Stap een: Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP Sommige problemen met de afdrukkwaliteit kunnen ontstaan wanneer u papier gebruikt dat niet voldoet aan de specificaties van HP.
● Systeeminstellingen ● Afdrukkwaliteit ● Uitlijning aanpassen 3. Selecteer Testpagina afdrukken. 4. Selecteer de aan te passen lade en volg de instructies op de afgedrukte pagina's. 5. Selecteer nogmaals de knop Testpagina afdrukken om de resultaten te controleren en breng indien nodig verdere wijzigingen aan. 6. Raak de knop OK aan om de nieuwe instellingen op te slaan.
De kleuropties wijzigen 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer de printer en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer het selectievakje HP EasyColor om dit uit te schakelen. 5. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● Instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur.
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar via de PCL 6-printerdriver voor Windows. Als u deze driver niet gebruikt, kunt u de functie ook inschakelen door de geïntegreerde webserver van HP te gebruiken. Voer de volgende stappen uit als de hele pagina te donker of te licht is. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer de printer en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en ga naar het gedeelte Afdrukkwaliteit. 4.
HP UPD PCL 5 HP UPD PCL 6 146 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen ● Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windowsomgevingen) ● Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP LaserJet-printers ● De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's van derden ● De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij de printer dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe) ● Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedr
Kopieer- en scanbeeldkwaliteit verbeteren Inleiding Als de printer problemen heeft met de beeldkwaliteit, probeert u de volgende oplossingen in de aangegeven volgorde om het probleem te verhelpen.
Lijnen of strepen voorkomen bij gebruik van de documentinvoer Als er lijnen of strepen op gekopieerde of gescande documenten komen met de documentinvoer, kunt u onderstaande stappen volgen om vuil van de glasplaat van de documentinvoer te verwijderen. Dit vuil kan van alles zijn, onder andere stof, papier of tonerstof, restanten van de plakrand van post-its, correctievloeistof of -tape, inkt, vingerafdrukken en meer. 1. Open het deksel van de scanner. 2.
Optimaliseren voor tekst of afbeeldingen 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren 2. Raak de knop Instellingen aan, blader vervolgens naar de knop Optimaliseren en raak deze aan. 3. Raak de naam aan van de instelling die u wilt aanpassen. aan. ● Automatische selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie niet erg belangrijk vindt. Dit is de standaardinstelling. ● Gemengd: Gebruik deze instelling voor documenten met zowel tekst als afbeeldingen.
Beoogd gebruik Aanbevolen resolutie Aanbevolen kleurinstellingen E-mail 150 ppi ● Zwart-wit, als geen vloeiende gradaties vereist zijn ● Grijstinten, als vloeiende gradaties vereist zijn ● Kleur, als de afbeelding in kleur is Tekst bewerken 300 ppi ● Zwart-wit Afdrukken (afbeeldingen of tekst) 600 ppi voor complexe afbeeldingen, of als u het document aanzienlijk wilt vergroten ● Zwart-wit voor tekst en lijntekeningen ● Grijstinten voor gearceerde of gekleurde afbeeldingen en foto's 150
1. Open de toegangsklep van de documentinvoer. 2. Gebruik een vochtige, pluisvrije doek om de beide oppakrollen en het scheidingskussen schoon te vegen. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen. 3. Sluit de toegangsklep van de documentinvoer.
Beeldkwaliteit fax verbeteren Inleiding Als de printer problemen heeft met de beeldkwaliteit, probeert u de volgende oplossingen in de aangegeven volgorde om het probleem te verhelpen.
Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren Wanneer er geen fax kan worden verzonden, omdat de faxoproep niet wordt beantwoord door het ontvangende apparaat of de lijn bezet is, wordt geprobeerd het nummer opnieuw te kiezen op basis van de opties voor Opnieuw kiezen bij bezet, Opnieuw kiezen bij geen antwoord en Opnieuw kiezen bij communicatiefout. 1. Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu Instellingen wordt weergegeven.
1. Open de toegangsklep van de documentinvoer. 2. Gebruik een vochtige, pluisvrije doek om de beide oppakrollen en het scheidingskussen schoon te vegen. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen. 3. Sluit de toegangsklep van de documentinvoer.
Naar een ander faxapparaat verzenden Probeer de fax naar een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, heeft het probleem te maken met de instellingen van het faxapparaat van de ontvanger of met de status van de benodigdheden voor het faxapparaat van de ontvanger. Faxapparaat van de afzender controleren Vraag de afzender om de fax vanaf een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, ligt het probleem bij het faxapparaat van de afzender.
Problemen met bekabelde netwerken oplossen Inleiding Controleer de volgende items om na te gaan of de printer met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van de printer en zoek het IP-adres van de printer op deze pagina.
2. ● In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren, typ vervolgens cmd en druk op Enter. ● In OS X: ga naar Programma's, naar Hulpprogramma's en open daar Terminal. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw printer. c. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Inleiding ● Controlelijst draadloze verbinding ● Er kan niet worden afgedrukt met de printer na het voltooien van de draadloze configuratie ● Er kan niet worden afgedrukt met de printer en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd ● De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of de printer is verplaatst ● Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op de draadloze printer ● De verbinding van de draadloz
● Zorg dat het draadloze signaal niet wordt geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen objecten tussen het toegangspunt en de printer. Controleer of er geen pilaren, muren of draagbalken van metaal of beton tussen de printer en het draadloos toegangspunt staan. ● Zorg dat de printer niet in de buurt staat van elektronische apparaten die het draadloze signaal kunnen storen.
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op de draadloze printer 1. Controleer of de andere computers zich binnen het draadloos bereik bevinden en dat er geen obstakels zijn die het signaal blokkeren. Voor de meeste netwerken ligt het draadloos bereik op maximaal 30 m van het draadloos toegangspunt. 2. Zorg dat de printer is ingeschakeld en gereed is. 3. Controleer of er niet meer dan 5 gelijktijdige Wi-Fi Direct-gebruikers zijn. 4. Schakel firewalls van derden uit op uw computer. 5.
Diagnose van draadloos netwerk uitvoeren Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u een diagnose uitvoeren die u informatie geeft over de instellingen van het draadloze netwerk. 1. Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu Instellingen wordt weergegeven. Raak de knop Instellingen aan om het menu Instellingen te openen. 2. Ga naar en selecteer Zelfdiagnose. 3. Selecteer Test voor draadloze verbinding uitvoeren om de test te starten.
Faxproblemen oplossen Inleiding Gebruik de probleemoplossingsinformatie bij faxen als hulp bij het oplossen van problemen. ● Controlelijst voor het oplossen van problemen met faxen ● Algemene faxproblemen oplossen Controlelijst voor het oplossen van problemen met faxen ● Er zijn diverse oplossingen mogelijk. Probeer na elke aanbevolen oplossing opnieuw te faxen om te controleren of het probleem is opgelost.
f. Wanneer het hulpprogramma is gestart, selecteert u de printer in de vervolgkeuzelijst en klikt op Firmware verzenden. OPMERKING: Klik op Configuratiepagina afdrukken als u een configuratiepagina wilt afdrukken om te controleren of de versie van de geïnstalleerde firmware van vóór of na het updateproces is. g. 4. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien en klik op de knop Sluiten om het hulpprogramma te sluiten.
● Verhoog de instelling voor Faxsnelheid. a. Open het menu Instellingen. b. Open het menu Fax instellen. c. Open het menu Geavanceerde instellingen. d. Open het menu Faxsnelheid. e. Selecteer de juiste instelling. ● Splits een grote faxtaak op in kleinere gedeelten en fax deze afzonderlijk. ● Stel de faxinstellingen op het bedieningspaneel in op een lagere resolutie. a. Open het menu Instellingen. b. Open het menu Fax instellen. c. Open het menu Geavanceerde instellingen. d.
De fax wordt afgekapt of wordt op twee pagina's afgedrukt ● Stel de instelling Standaard papierformaat in. Faxberichten worden op één formaat papier afgedrukt op basis van de instellingen voor Standaard papierformaat. a. Open het menu Instellingen. b. Open het menu Systeeminstellingen. c. Open het menu Papierinstellingen. d. Open het menu Standaardpapierformaat. e. Selecteer de juiste instelling. ● Stel de papiersoort en het papierformaat voor de lade in die wordt gebruikt voor faxberichten.
166 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen NLWW
Index A aan/uit-knop, locatie 2 aantal exemplaren, wijzigen 56 accessoires bestellen 26 onderdeelnummers 26 achterklep storingen 135 afdrukken opgeslagen taken 47 vanaf USB-flashstations 53 afdrukken op beide zijden handmatig, Windows 38 instellingen (Windows) 38 afdrukken via NFC (Near Field Communication) 49 Afdrukken via Wi-Fi Direct 49 afdrukmateriaal plaatsen in lade 1 16 afdruktaken opslaan 44 afmetingen van de printer 11 AirPrint 51 Android-apparaten afdrukken vanaf 52 artikelnummers bestellen 26 B
snelkiescodes 91 verzenden vanuit de software 92 faxen vanaf de flatbedscanner 90 vanaf een computer (Windows) 92 vanuit documentinvoer 91 faxen, problemen oplossen controlelijst 162 faxen verzenden vanuit de software 92 faxpoorten locatie 3 fuser storingen 135 G geheugen meegeleverd 7 geheugenchip (toner) locatie 28 geïntegreerde webserver (EWS) functies 96 wachtwoorden toewijzen 106 geluidsspecificaties 12 gewicht van de printer 11 glasplaat, reinigen 141, 147, 152 H handmatige duplex Mac 41 Windows 38 he
onderhoudskits onderdeelnummers 26 ondersteuning online 114 online help, bedieningspaneel 115 online ondersteuning 114 opgeslagen taken afdrukken 47 inschakelen 44 maken (Windows) 46 verwijderen 47 opslaan,taken in Windows 46 OS (besturingssystemen) ondersteund 7 P pagina's per minuut 7 pagina's per vel selecteren (Mac) 42 selecteren (Windows) 39 papier afdrukstand lade 1 17 afdrukstand lade 2 21 lade 1 vullen 16 lade 2 vullen 19 selecteren 142 papier, bestellen 26 papierinvoer, problemen oplossen 119, 121
verwijderen opgeslagen taken 47 voedingsaansluiting locatie 3 voorrangsinvoersleuf voor één vel afdrukstand 17 W webbrowservereisten geïntegreerde webserver van HP 96 Webservices inschakelen 94 toepassingen 94 websites HP Web Jetadmin, downloaden 109 klantondersteuning 114 Windows faxen vanuit 92 Word, faxen vanuit 92 170 Index NLWW