Operation Manual
Handleiding Computerinstellingen 1
Handleiding Computerinstellingen
Computer Setup (Computerinstellingen)
Met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u:
■ Fabrieksinstellingen wijzigen.
■ Systeemdatum en -tijd instellen.
■ Systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren.
U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor,
beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en
invoerapparatuur.
■ Opstartvolgorde wijzigen van schijfeenheden waarvan kan
worden opgestart zoals vaste schijven, diskettedrives, optische
schijfeenheden of LS-120-drives.
■ Opstartvolgorde instellen van IDE en SCSI
vaste-schijfcontrollers.
■ Quiet Drive-opties configureren (voor schijfeenheden die deze
functie ondersteunen).
■ QuickBoot inschakelen, waardoor de computer sneller wordt
opgestart maar niet alle diagnostische tests worden uitgevoerd,
zoals bij FullBoot (volledige opstartprocedure) wel het geval is.
U kunt het systeem instellen op:
❏ altijd QuickBoot (standaard),
❏ periodiek FullBoot (eenmaal per 1 tot 30 dagen), of
❏ altijd FullBoot.
■ De netwerkserverstand in- of uitschakelen. In deze stand wordt
het besturingssysteem opgestart wanneer er een opstartwachtwoord
is ingesteld, onafhankelijk van de vraag of er een toetsenbord of
muis is aangesloten. Wanneer er een toetsenbord en muis op het
systeem zijn aangesloten, worden deze vergrendeld tot u het
juiste opstartwachtwoord heeft ingevoerd.










