HP DesignJet T900 / T1500 Printer-serie Gebruikershandleiding
© Copyright 2015 HP Development Company, L.P. 1 Wettelijke kennisgevingen Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Adobe®, Acrobat®, Adobe Photoshop® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De enige garanties voor HP producten en diensten worden vermeld in de specifieke garantieverklaring bij dergelijke producten en diensten. Geen enkele bepaling in dit document mag worden geïnterpreteerd als een aanvullende garantie.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ....................................................................................................................................................... 1 Veiligheidsmaatregelen ........................................................................................................................................ 2 HP Start-Up Kit .......................................................................................................................................................
Account-id vereisen (T1500-serie) ..................................................................................................................... 29 Voorkeuren voor Windows-drivers instellen ...................................................................................................... 29 4 Netwerkconfiguratie ................................................................................................................................... 30 Inleiding ..........................................
Papierpresets ...................................................................................................................................................... 62 Informatie afdrukpapier ...................................................................................................................................... 62 Papier afsnijden ...................................................................................................................................................
12 Praktische afdrukvoorbeelden .................................................................................................................. 108 Afdrukken vanuit Adobe Acrobat ...................................................................................................................... 109 Afdrukken vanuit Autodesk AutoCAD ............................................................................................................... 111 Afdrukken vanuit Adobe Photoshop ........................
17 Problemen met papier oplossen ................................................................................................................ 151 Het lukt niet om het papier te laden ................................................................................................................. 152 Papiertype niet aanwezig op de lijst ................................................................................................................. 153 Er is afgedrukt op de verkeerde papiersoort ........
Als het probleem nog steeds niet is opgelost .................................................................................................. 181 19 Problemen met inktpatroon en printkop oplossen ...................................................................................... 182 Kan inktpatroon niet plaatsen .......................................................................................................................... 183 Statusberichten voor inktpatronen ................................
Milieuspecificaties ............................................................................................................................................. 206 Akoestische specificaties .................................................................................................................................. 206 Woordenlijst ................................................................................................................................................. 207 Index ................
x NLWW
1 NLWW Inleiding ● Veiligheidsmaatregelen ● HP Start-Up Kit ● Over deze handleiding ● Printermodellen ● De belangrijkste onderdelen van de printer ● Belangrijkste printeronderdelen ● Voorpaneel ● Printersoftware ● Afdrukken vanaf een mobiel apparaat en webservices ● afdrukken per e-mail in te schakelen ● In- en uitschakelen van printer ● De interne afdrukken van de printer 1
Veiligheidsmaatregelen Neem altijd de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen hieronder in acht om de printer veilig te gebruiken. Voer geen andere bewerkingen of procedures uit dan degene die beschreven worden in dit document, omdat dit kan resulteren in de dood, ernstig lichamelijk letsel of brand. Aansluiting van stroom ● Gebruik de stroomspanning die op het label staat vermeld. Voorkom dat het stopcontact van de printer overbelast raakt door meerdere apparaten.
● Als de inwendige onderdelen van de printer worden aangeraakt door metaal of vloeistof (anders dan bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden) ● Tijdens onweer ● Tijdens een stroomstoring ● Het netsnoer of de stekker is beschadigd ● Iemand heeft de printer laten vallen ● De printer functioneert niet als normaal HP Start-Up Kit De HP Start-Up Kit is de dvd die bij de printer wordt geleverd. Deze dvd bevat de software en documentatie van de printer.
● Omgaan met inktpatronen en printkop op pagina 129 ● De printer onderhouden op pagina 142 Probleemoplossing Deze hoofdstukken helpen u bij het oplossen van problemen die zich bij het printen kunnen voordoen en bevatten de volgende onderwerpen.
NLWW Volledige naam Korte naam HP DesignJet T920 PostScript-printer T920 PS HP DesignJet T930 Printer T930 HP DesignJet T930 PostScript-printer T930 PS HP DesignJet T1510 Printer T1510 HP DesignJet T1510 PostScript-printer T1510 PS HP DesignJet T1530 Printer T1530 HP DesignJet T1530 PostScript-printer T1530 PS Printermodellen 5
De belangrijkste onderdelen van de printer Uw printer is een inktjetkleurenprinter die is ontworpen voor het afdrukken van afbeeldingen van hoge kwaliteit op papier met een maximumbreedte van 914 mm (of inch).
Belangrijkste printeronderdelen De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer. Vooraanzicht NLWW 1. Venster 2. Printkop 3. Stapelaar 4. Voorpaneel 5. Inktpatronen 6. Mand 7. Lagere rolklep (T1500-serie) 8.
Achteraanzicht 8 1. Aan/uit-schakelaar 2.
Communicatiepoorten 1. Gigabit Ethernet-poort, voor aansluiting op een netwerk 2. Diagnostische LED's, voor gebruik door servicemonteurs 3. Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden met een USB-flashstation Voorpaneel Het voorpaneel bevindt zich rechts vooraan op de printer. Het geeft u volledige controle over uw printer: vanuit het voorpaneel kunt u afdrukken, informatie bekijken over de printer, printerinstellingen wijzigen, kalibraties en tests uitvoeren, enzovoort.
1. Een Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden van een USB-flashstation, waarmee bestanden kunnen worden geleverd voor afdrukken. Als een USB-flashstation is geplaatst, wordt er een weergegeven op het startscherm van het voorpaneel. USB-pictogram 2. Het voorpaneel zelf: een aanraakgevoelig scherm met een grafische gebruikersinterface. 3. Luidsprekers. 4. De Aan/uit-knop waarmee u de printer in en uit kunt schakelen. Het lampje van de knop brandt als de printer aan staat.
Dynamische pictogrammen beginscherm De volgende items worden alleen op het beginscherm weergegeven. ● Druk op om naar het informatiescherm te gaan, waar u informatie kunt bekijken over de printerstatus, printerinstellingen kunt wijzigen of acties kunt starten, zoals het laden van papier of het vervangen van inktvoorraden. ● ● Rechts van de bovenstaande knop ziet u een bericht met de printerstatus of de belangrijkste huidige waarschuwing. Druk op om een bestand af te drukken vanaf een USB-flashstation.
● Druk op voor informatie over de netwerkstatus. ● Druk op voor een lijst met waarschuwingen. ● Druk op voor informatie over de printer. ● Druk op om afdrukinstellingen weer te geven of te wijzigen. Slaapstand Slaapstand zet de printer in een verminderde energiemodus na een periode van inactiviteit en zet het voorpaneelscherm uit om energie te besparen.
Zie Geïntegreerde webserver openen op pagina 43 en De HP Utility openen op pagina 43. OPMERKING: De HP Utility onder Mac OS X en de HP DesignJet Utility onder Windows hebben gelijksoortige functies en worden soms in deze gids ook wel beiden de HP Utility genoemd. OPMERKING: Van tijd tot tijd zullen nieuwe versies van alle printersoftware verschijnen. In sommige gevallen is er op de HP-website al een nieuwere versie beschikbaar van software die u bij de printer ontvangt wanneer deze wordt geleverd.
U schakelt deze later weer in via de Aan/uit-knop aan de achterkant. Wanneer de printer weer is ingeschakeld, duurt het initialiseren en controleren van de printkop ongeveer drie minuten. Het gereedmaken van de printkop duurt ongeveer 75 seconden. Als de printer echter twee weken of langer heeft uitgestaan, dan kan het voorbereiden van de printkop zeven minuten duren, plus dertien minuten in het geval van printkopherstel.
● NLWW ◦ Gebruiksrapport toont schattingen van het totale aantal afdrukken, aantal afdrukken per papiertype, aantal afdrukken per printkwaliteitoptie, en totale hoeveelheid inktgebruik per kleur (de nauwkeurigheid van deze schattingen kan niet worden gegarandeerd) (alleen T1500-serie) ◦ HP-GL/2-palet geeft de kleur- of grijstintdefinities in het momenteel geselecteerde kleurenpalet weer ◦ PostScript-lettertypelijst geeft beschikbare PostScript-lettertypen weer (alleen PostScriptprinters) Afdrukken m
2 16 Installeren van de software ● De printer op het netwerk aansluiten ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Windows) ● De printersoftware verwijderen (Windows) ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Mac OS X) ● De printersoftware verwijderen (Mac OS X) Hoofdstuk 2 Installeren van de software NLWW
De printer op het netwerk aansluiten De printer kan zichzelf voor de meeste netwerken configureren op een manier die vergelijkbaar is met elke andere computer op hetzelfde netwerk. De eerste keer dat u verbinding maakt kan het proces enkele minuten in beslag nemen. Zodra de printer een werkende netwerkconfiguratie heeft, kunt u het netwerkadres controleren vanaf het , daarna op .
OPMERKING: IPv4-adres. Met typisch IPv6-gebruik heeft uw printer meerdere IPv6-adressen, maar heeft het maar één TIP: Het wordt aanbevolen om een naam toe aan de printer te geven. U kunt dit vanaf het voorpaneel of (gemakkelijker) vanaf de geïntegreerde webserver doen. TIP: Het is meestal makkelijker om IPv4 te gebruiken tenzij u de IPv6 specifiek nodig hebt.
4. Druk op de knop Install Software en kies uw printer uit de lijst van netwerkprinters die verschijnt, indien nodig aan de hand van het IP-adres. Als uw computer geen printers vindt op het netwerk, dan wordt het venster Printer Not Found getoond, dat u helpt uw printer te vinden. Indien er een firewall actief is moet u deze mogelijk tijdelijk uitschakelen zodat de printer gevonden kan worden. U hebt ook de optie om de printer te zoeken op hostnaam, IP-adres of MAC-adres.
4. Uw webbrowser geeft de rest van de software-installatieprocedure weer. U moet klikken op. Download het installatieprogramma voor OS X. Open na het downloaden de installatiesoftware om alle vereiste componenten op uw systeem te installeren. 5. Wanneer de software is geïnstalleerd, wordt de HP Printer Setup Assistant (HP-assistent voor printerconfiguratie) automatisch gestart en wordt er een verbinding met de printer ingesteld. Volg de instructies op het scherm. 6.
3 NLWW Installatie van de printer ● Inleiding ● Webservices instellen ● Handmatige configuratie webservices ● Papiersoortopties ● Nesten in- en uitschakelen (T1500-serie) ● Gebruiksinformatie in- en uitschakelen ● E-mailmeldingen in- en uitschakelen ● Meldingen in- en uitschakelen ● Toegang tot de printer beheren ● Account-id vereisen (T1500-serie) ● Voorkeuren voor Windows-drivers instellen 21
Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft verschillende printerinstellingen die de printerbeheerder kan beheren zodra de printer is opgezet en klaar voor gebruik is.
● Proxy > Proxyadres: Voer het proxyadres in, dit is standaard leeg. ● Proxy > Proxypoort: Voer het proxypoortnummer in, dit is standaard nul. ● Proxy > Proxyverificatie: Verificatie in- of uitschakelen. ● Proxy > Fabrieksinstellingen herstellen: Terug naar de initiële standaardinstellingen. Zie Kan geen verbinding maken met internet op pagina 190 als u problemen hebt met uw internetverbinding.
● Rol: Kies tussen Roll 1, Roll 2 en Papier besparen wat automatisch de smalste rol kiest waar de afdruk op past. ● HP ePrint Center-taken: Kies tussen In de wacht en Direct afdrukken. Standaard staan de taken van de cloud In de wacht. Als u Direct afdrukken kiest, vraagt het voorpaneel niet om toestemming voor afdrukken.
Nesten in- en uitschakelen (T1500-serie) Nesten betekent, indien dit mogelijk is, automatisch afbeeldingen of documentpagina's naast elkaar afdrukken op het papier in plaats van een voor een. Deze functie voorkomt papierverspilling. Zie Taken nesten om rolpapier te besparen (T1500 serie) op pagina 81.
Gebruiksinformatie in- en uitschakelen De printer kan periodiek gebruiksinformatie versturen per e-mail. U kunt dit op de volgende manieren aanvragen: ● In de HP DesignJet Utility voor Windows: vanuit het tabblad Beheer, selecteert u Printerinstellingen > Telgegevens. ● In de HP Utility voor Mac OS X: selecteer Configuratie > Printerinstellingen > Printerinstellingen configureren > Telgegevens. ● Via de geïntegreerde webserver: selecteer Instellen > Printerinstellingen > Telgegevens.
Toegang krijgen tot melding-instellingen onder Windows ● Selecteer Alert Settings in het menu Tools van de HP DesignJet Utility. ● Selecteer Alert Settings op een willekeurige waarschuwingspagina die wordt getoond door de HP DesignJet Utility. ● Klik met de rechter muisknop op het systeemvakpictogram van de HP DesignJet Utility en selecteer Alert Settings. In het venster Alert-instellingen kunt u de Alert-schuifknop gebruiken om meldingen helemaal uit te schakelen.
● USB-station: Het gebruik van een USB-flashstation in- of uitschakelen. ● Firmware-update van USB: Firmware-updates in- of uitschakelen vanaf een USB-flashstation. ● Internetverbinding: De internetverbinding in- of uitschakelen. OPMERKING: afstand uit. Als u dit uitschakelt, schakelt u ook automatische firmware-updates en afdrukken op ● HP Connected inschakelen: Het gebruik van HP DesignJet ePrint in- of uitschakelen met een computer die direct verbonden is met de printer.
Uitschakelen zet alleen de functie afdrukken op afstand in de wacht. Als u dit wilt blijven gebruiken, moet u dit opnieuw inschakelen in hetzelfde menu. Er zijn geen installatiestappen meer vereist voor HP Connected. Als u afdrukken op afstand permanent wilt uitschakelen, selecteert u Permanent uitschakelen, wat uw printer wist van uw HP Connected-account. Om afdrukken op afstand opnieuw te gebruiken, moet u dit van voren af aan instellen (zie Webservices instellen op pagina 22).
4 30 Netwerkconfiguratie ● Inleiding ● Correcte werking controleren ● Netwerkinstellingen vooraf configureren indien nodig ● De printer aan uw netwerksysteem toevoegen ● Probleemoplossing ● Netwerkparameters opnieuw instellen ● Configuratie netwerkprotocollen ● Menu-items van het voorpaneel ● Geïntegreerde services ● Ondersteunde netwerkprotocollen Hoofdstuk 4 Netwerkconfiguratie NLWW
Inleiding De printer zorgt voor een enkele RJ-45-connector voor een netwerkverbinding met een onbeschermd, getwist paar netwerkkabel. De geïntegreerde Jetdirect-printserver ondersteunt verbinding met netwerken compatibel met IEEE 802.3 10Base-T Ethernet-, IEEE 802.3u 100Base-TX Fast Ethernet en 802.3ab 1000Base-T Gigabit Ethernet.
● Voorpaneel ● Geïntegreerde webserver ● U kunt een geavanceerde configuratiemethode gebruiken, zoals BOOTP, DHCP, Telnet of de opdrachten arp en ping. Zie voor instructies de HP Jetdirect Print Servers Administrator’s Guide (Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers) voor uw printservermodel. Nadat de printer met netwerkinstellingen is geconfigureerd, worden de configuratiewaarden opgeslagen en onderhouden, ook nadat deze opnieuw wordt in- en uitgeschakeld.
● Beide ledlampjes zijn uit. ● LAN Error - Loss of Carrier (LAN-fout - Verbinding verbroken) wordt weergegeven op de IOconfiguratiepagina. Als een verbindingsfout wordt weergegeven die niet de oorzaak van het probleem is, probeert u het volgende: ● Controleer de kabelaansluitingen. ● De verbindingsinstelling handmatig configureren om overeen te komen met de poortconfiguratie van de netwerkhub of switch. Voor handmatige configuratiemethoden zie Verbindingsconfiguratiemethoden op pagina 33.
● Voorpaneel ● Geïntegreerde webserver ● De Telnet-interface, via een systeemopdrachtprompt ● Een TFTP-configuratiebestand (Trivial File Transfer Protocol) dat is gedownload, bijvoorbeeld van een BootP- of DHCP-server ● netwerkmanagementhulpmiddelen zoals HP Web Jetadmin Netwerkparameters opnieuw instellen Netwerkparameters (bijvoorbeeld het IP-adres) kan opnieuw worden ingesteld naar fabriekswaarden door een harde reset: schakel de printer uit en vervolgens weer in Na een harde reset moet u een I
Menu-items van het voorpaneel Menu-item Submenu-item TCP/IP Hostnaam IPv4-instellingen Submenu-item Waarden en beschrijving Een alfanumerieke tekenreeks van maximaal 32 tekens die wordt gebruikt voor de identificatie van het apparaat. Deze naam staat op de configuratiepagina van HP Jetdirect. De standaardhostnaam is NPIxxxxxx, waarbij xxxxxx staat voor de laatste zes cijfers van het adres van de LAN-hardware (MAC).
Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Handmatige instellingen (Alleen beschikbaar als Configuratiemethode is ingesteld op Handmatig) Parameters rechtstreeks configureren vanaf het configuratiescherm van de printer: IP-adres: Het unieke IP-adres van de printer (n.n.n.n). Subnetmasker: Het subnetmasker voor de printer (n.n.n.n). Syslog-server: Het IP-adres van de syslog-server (n.n.n.n) wordt gebruikt voor de ontvangst en de opslag van syslog-berichten.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Address Met dit item kunt u handmatig een IPv6-adres configureren. Handmatige instellingen: Gebruik het menu Handmatige instellingen voor het inschakelen en handmatig configureren van een TCP/IPv6-adres. Inschakelen: Selecteer dit item en kies Aan voor het inschakelen van handmatige configuratie, of Uit voor het uitschakelen van handmatige configuratie.
Menu-item Beveiliging Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Proxypoort Typ het poortnummer dat door de proxyserver wordt gebruikt voor de ondersteuning van clients. Het poortnummer identificeert de poort die is gereserveerd voor proxyactiviteit op het netwerk en kan een waarde hebben tussen 0 en 65535. Sec-pagina afdrukken Ja: Drukt een pagina af met de huidige IPsecbeveiligingsinstellingen van de HP Jetdirect-printserver.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Beveiliging herstellen Waarden en beschrijving Geef op of de huidige beveiligingsinstellingen van de printserver worden opgeslagen of worden hersteld naar de fabrieksinstellingen. Nee Default (Standaard): De huidige beveiligingsinstellingen blijven geldig. Ja: Beveiligingsinstellingen zijn teruggezet naar de fabrieksinstellingen. Verbindingssnelheid De verbindingssnelheid en communicatiemodus van de printserver moeten overeenkomen met die van het netwerk.
● ● ◦ Telnet (alleen IPv4) ◦ SNMP-agenten (v1, v2c, v3) ◦ Bonjour (voor Mac OS X) ◦ File Transfer Protocol (FTP) ◦ WS Discovery (Microsoft Web Services) ◦ HP geïntegreerde webserver, HTTP (TCP-poort 80) ◦ HP geïntegreerde webserver, HTTPS (TCP-poort 443) ◦ IP-beveiliging (IPsec) Afdrukken ◦ Onbewerkte IP-afdrukken (eigendom van HP, TCP-poorten 9100, 9101, 9102) ◦ LPD-afdrukken (TCP-poort 515) ◦ IPP-afdrukken (TCP-poort 631) ◦ FTP-afdrukken (TCP-poorten 20, 21) ◦ WS Print (Microsof
Ondersteunde netwerkprotocollen Typische netwerkafdrukomgevingen TCP/IPv4 (Afdrukken via directe modus) Microsoft Windows XP, Windows Server 2003 en latere versies van Windows Microsoft Terminal Server en Citrix Metaframe-omgevingen UNIX en Linux, inclusief: HP HP-UX, Sun Microsystems Solaris (alleen SPARC-systemen), IBM AIX, HP MPE-iX, RedHat Linux en SuSE Linux LPR-/LPD-systemen (Line Printer Daemon, conform RFC 1179) Internet Printing Protocol (IPP) File Transfer Protocol-afdrukken (FTP) TCP/IPv6 Mi
5 42 De printer personaliseren ● De taal voor het voorpaneel wijzigen ● De HP Utility openen ● Geïntegreerde webserver openen ● De taal voor de HP Utility wijzigen ● De taal voor de geïntegreerde webserver wijzigen ● Instelling slaapstand wijzigen ● De instelling voor automatisch afsluiten wijzigen ● Het luidsprekervolume instellen ● De helderheid van het voorpaneeldisplay wijzigen ● De maateenheden wijzigen ● Netwerkinstellingen configureren ● De grafische taalinstelling wijzigen
De taal voor het voorpaneel wijzigen U kunt op twee manieren een andere taal voor de menu's en berichten op het voorpaneel selecteren. ● Als u de huidige taal op het voorpaneel begrijpt, drukt u op , dan op , vervolgens op Installatie > Voorpaneelopties > Language. ● Als u de huidige taal op het voorpaneel niet begrijpt, zet u de printer uit. Druk op de Aan/uit-knop om de printer in te schakelen. Zodra er pictogrammen verschijnen op het voorpaneel, drukt u , en .
U ziet het IP-adres van uw printer op het voorpaneel wanneer u op en vervolgens drukt. De geïntegreerde webserver is ook toegankelijk vanuit de HP DesignJet Utility of de HP Utility. Als u deze instructies hebt opgevolgd maar geen toegang hebt tot de geïntegreerde webserver, gaat u naar Geen toegang tot geïntegreerde webserver op pagina 189.
Het luidsprekervolume instellen Als u het volume van de luidspreker van de printer wilt wijzigen, drukt u op het voorpaneel achtereenvolgens op , , Setup > Front panel options > Luidsprekervolume en selecteer Off, Low of High (uit, zacht of hard). De helderheid van het voorpaneeldisplay wijzigen Wanneer u de helderheid van het voorpaneeldisplay wilt wijzigen, drukt u op , vervolgens op , Setup > Front Panel Options > Helderheid beeldscherm en selecteert u een waarde door de schuifbalk te verplaatsen.
● Domeinnaam: Geef de naam op van het DNS-domein waarin de printer zich bevindt (bijvoorbeeld support.hp.com). OPMERKING: De domeinnaam bevat niet de hostnaam: het is niet de volledige domeinnaam, zoals bijvoorbeeld printer1.support.hp.com. ● Time-out voor inactiviteit: Geef de tijd op dat een inactieve verbinding is toegestaan om open te blijven als een computer op afstand aan het wachten is voor de printer. De standaardwaarde is 280 seconden.
● Selecteer TIFF alleen als u een bestand van dat type rechtstreeks naar de printer verzendt, zonder langs een printerdriver te gaan (alleen PostScript-printers). ● Selecteer JPEG alleen als u een bestand van dat type rechtstreeks naar de printer verzendt, zonder langs een printerdriver te gaan (alleen PostScript-printers). U kunt er ook voor kiezen om de grafische taalinstelling vanuit het voorpaneel te wijzigen. Druk , , Instellen > Afdrukvoorkeuren > Grafische taal.
6 48 Papiertoevoer ● Algemeen advies ● Een rol op de as plaatsen ● Een rol in de printer laden ● Een papierrol verwijderen ● Eén vel laden ● De stapelaar ● De mand ● Informatie over het papier bekijken ● Papierpresets ● Informatie afdrukpapier ● Papier afsnijden ● Onderhoud papier ● De droogtijd wijzigen ● De ophaaltijd wijzigen ● De automatische snijder aan- en uitzetten ● Het papier invoeren en afsnijden Hoofdstuk 6 Papiertoevoer NLWW
Algemeen advies VOORZICHTIG: Zorg dat er genoeg ruimte is rondom uw printer, aan de voor- en achterkant, voordat u het papierlaadproces start. U heeft ten minste voldoende ruimte achter de printer nodig om de mand volledig te openen. VOORZICHTIG: Zorg dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat de printer verplaatst. VOORZICHTIG: Al het papier moet 280 mm of langer zijn. A4-papier en papier op Letter-formaat kan niet in liggende positie geladen worden.
Een rol op de as plaatsen 1. Open de klep van de rol. 2. Verwijder het zwarte uiteinde van de as van de printer en vervolgens het blauwe uiteinde. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u het zwarte uiteinde eerst verwijdert. Als u het blauwe uiteinde als eerste verwijdert kunt u het zwarte uiteinde beschadigen. WAARSCHUWING! Plaats uw vingers niet in de assteunen tijdens het verwijderen.
3. De as heeft aan de uiteinden een stop. De blauwe stop kan langs de as bewegen en heeft een vergrendeling om het op zijn plaats te houden. Ontgrendel en verwijder de blauwe stop van het einde van de as. 4. Als er al een rol of kern op de as zit, verwijder deze dan. 5. Als de rol lang is, leg deze dan horizontaal op een tafel en steek de as erin. TIP: 6. Het kan zijn dat u een grote rol met twee personen moet laden. Schuif de nieuwe rol op de as.
7. Plaats de blauwe stop op het open einde van de as en duw het richting het einde van de rol. 8. Zorg ervoor dat de blauwe stop er zo ver mogelijk in is geduwd als mogelijk is, totdat beide einden tegen de stoppen zitten en vergrendel deze vervolgens. Als u regelmatig van papiertype verandert, kunt u de rollen sneller vervangen door verschillende typen rollen vooraf op verschillende assen te plaatsen. Extra assen kunnen afzonderlijk worden aangeschaft; zie Benodigdheden en accessoires op pagina 148.
Als de rol die u hebt geselecteerd al is geladen, moet u wachten totdat deze automatisch is verwijderd. 2. Als u rol 1 gaat laden terwijl rol 2 al is geladen wordt rol 2 uit de stand-bypositie gehaald zodat er op afgedrukt kan worden zonder opnieuw te laden wanneer nodig (en vice versa). Dit gebeurt alleen in de T1500 serie.
5. Als de rand van de rol scheef is of is gescheurd (soms als gevolg van plakband dat wordt gebruikt om het uiteinde van de rol op zijn plaats te houden), trek het papier er dan iets uit en snij een rechte rand. 6. Plaats de papierrand in de printer. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer.
7. Rol het papier de printer in totdat u weerstand voelt en het papier iets buigt. Als de printer papier detecteert, wordt dit automatisch ingevoerd. 8. Als de voorrand van het papier een barcode heeft, dan leest de printer deze en snijdt de barcode eraf waarop deze in de mand valt. 9. Als de voorkant van het papier geen barcode heeft, dan vraagt het voorpaneel u om een papiercategorie en -type te selecteren.
OPMERKING: Als de rol op deze manier wordt verwijderd wordt er geen barcode op afgedrukt, zodat de printer de lengte van de rol niet weet als deze de volgende keer wordt geladen. Zie Informatie afdrukpapier op pagina 62. OPMERKING: Als u de rolklep opent terwijl een vel is geladen, wordt ook het vel verwijderd. Voorpaneelprocedure met papier op de rol Als er papier op de rol zit, kunt u deze verwijderen vanuit het voorpaneel. 1.
3. Als er al een rol is geladen, moet u wachten totdat deze automatisch wordt verwijderd, Alleen bij de T1500 serie wordt de rol niet verwijderd, maar teruggezet naar de stand-bypositie, zodat er opnieuw op afgedrukt kan worden zonder herladen zodra het vel papier is verwijderd. OPMERKING: Als u de rolkleppen opent terwijl die rol is geladen maar niet aan het afdrukken is, wordt de rol automatisch verwijderd en moet u deze opnieuw laden de volgende keer dat u er op wilt afdrukken. 4.
7. Duw het vel in de printer totdat deze niet verder gaat. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer. 8. Leid het vel in de printer totdat de printer piept en aan het papier gaat trekken. 9. De printer controleert de uitlijning. 10. Als het vel niet goed is uitgelijnd, wordt het uitgeworpen en zult u het opnieuw moeten proberen. OPMERKING: Als u bij het laden van papier onverwachte problemen ondervindt, gaat u naar Het lukt niet om het papier te laden op pagina 152.
TIP: Hoewel u vellen uit de stapelaar kunt verwijderen terwijl de printer aan het afdrukken is, wordt aangeraden om alle afdrukken tegelijk te verwijderen als de printer niet aan het afdrukken is. TIP: U kunt de stapelaarklep vergrendelen in de open positie om speciale taken te verzamelen. Zorg ervoor dat u deze erna sluit.
● Als u de printer in de handmatige modus zet vanuit het voorpaneel, worden alle taken in de wachtrij in de wachtstand gezet voor de handmatige modus, en kunt u deze vanuit de wachtrij afdrukken. Wanneer u de handmatige modus verlaat, keren alle taken die nog in de rij staan terug naar hun eerdere status. OPMERKING: De handmatige modus wordt automatisch geannuleerd als de stapelaarklep niet binnen 30 seconden wordt geopend. U kunt deze in de geopende positie vergrendelen.
● Als de printer in handmatige modus langer dan 15 minuten inactief wordt gelaten dan wordt de handmatige modus geannuleerd en wordt u geadviseerd om de stapelaar te sluiten. ● U kunt de handmatige modus verlaten vanuit het voorpaneel of door de stapelaar te sluiten. De handmatige modus wordt aangegeven in verschillende voorpaneelschermen met het pictogram De mand De stapelaar wordt in principe gebruikt om afdrukken te verzamelen.
Dezelfde informatie wordt weergegeven op het tabblad overzicht van HP Designjet Utility voor Windows, tabblad Supplies en de HP Utility voor Mac OS X (Information group > Supplies Status). Papierpresets Elk ondersteund papiersoort heeft zijn eigen kenmerken. Voor de beste afdrukkwaliteit past de printer de afdrukprocedure aan het gebruikte papiertype aan. Sommige typen hebben bijvoorbeeld meer inkt nodig of een langere droogtijd.
Om de optie Papierinformatie afdrukken in te schakelen, gaat u naar het voorpaneel en drukt u op , , dan op Setup > Printing preferences > Paper options > Printing paper info. vervolgens op OPMERKING: Als deze optie wordt ingeschakeld dan wijzigen de procedures voor papier laden en verwijderen enigszins. Papier afsnijden Als de printer op niet-actief staat (klaar om af te drukken), kunt u het papier naar voren en naar achteren bewegen vanuit het voorpaneel.
OPMERKING: Als u de droogtijd tijdens een afdruk annuleert, zal de printer het papier mogelijk niet meteen afsnijden en doorvoeren vanwege het onderhoud aan de printkoppen dat gelijktijdig wordt uitgevoerd. Als de droogtijd nul is, wordt het papier gesneden en wordt daarna het printkoponderhoud uitgevoerd. Als de droogtijd echter groter is dan nul, dan zal de printer het papier pas snijden nadat het printkoponderhoud is voltooid.
TIP: NLWW Om het papier te verplaatsen zonder te snijden, zie Papier afsnijden op pagina 63.
7 Werken met twee rollen (T1500-serie) De toepassingen van een printer met meer rollen Een printer met meer rollen kan om verschillende redenen handig zijn. ● De printer kan automatisch schakelen tussen verschillende papiertypes, afhankelijk van uw voorkeur. ● De printer kan automatisch schakelen tussen verschillende papierbreedtes, afhankelijk van uw voorkeur. Zo kunt u papier besparen door kleinere afbeeldingen op smaller papier af te drukken.
De printerdriver voor Windows laat u weten welke papiertypes en breedtes er momenteel zijn geladen in de printer, en op welke rollen. Hier volgen enkele instellingen die kunnen worden gebruikt in een aantal standaardsituaties. OPMERKING: De instellingen Type is en Bron is zijn in de printerdriver en de geïntegreerde webserver. Het Rolverwisselbeleid wordt ingesteld op het voorpaneel.
8 68 Afdrukken ● Inleiding ● Afdrukken vanaf een USB-flashstation ● Afdrukken vanaf een computer met de geïntegreerde webserver of HP Utility (T1500 serie) ● Afdrukken vanaf een computer met een printerdriver ● Geavanceerde afdrukinstellingen ● Afdrukken vanuit iOS met AirPrint Hoofdstuk 8 Afdrukken NLWW
Inleiding Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken, afhankelijk van uw omstandigheden en voorkeuren. ● Druk een TIFF-, JPEG-, HP-GL/2-, RTL-, PDF- of PostScript-bestand direct af vanaf een flash-station. Zie Afdrukken vanaf een USB-flashstation op pagina 69. ● Drukt een bestand af dat al in de afdrukwachtrij staat. Zie Taak uit afdrukwachtrij verwijderen op pagina 91.
● Met Handmatige modus kunt u handmatig afdrukken met de stapelaar open voor deze taak (deze is standaard uitgeschakeld).
Druk op de knop Bestanden toevoegen om de bestanden op uw computer te selecteren die u wilt afdrukken. De bestanden moeten in één van de volgende indelingen zijn: ● HP-GL/2 ● HP RTL ● TIFF ● JPEG ● PDF (alleen PostScript-printers) ● PostScript (alleen PostScript-printers) OPMERKING: Als u een bestand afdrukt moet het bestand in een van de indelingen hierboven zijn, maar de naam kan een andere extensie hebben zoals .plt of .prn.
Afdrukken vanaf een computer met een printerdriver Dit is de traditionele manier van afdrukken vanaf een computer. De juiste printerdriver moet zijn geïnstalleerd op de computer (zie Installeren van de software op pagina 16), en de computer moet met de printer zijn verbonden via het netwerk.
● In het dialoogvenster van de Windows-driver: ga naar het tabblad Papier/kwaliteit en kijk naar het gedeelte Print Quality (Afdrukkwaliteit). Als u Standaardopties selecteert, verschijnt er een eenvoudige schuifbalk waarmee u kunt kiezen voor snelheid of kwaliteit. Als u Aangepaste opties selecteert, ziet u de specifiekere opties die hierboven worden beschreven. ● In het afdrukdialoogvenster in Mac OS X: ga naar het vak Papier/kwaliteit en kijk naar het gedeelte Quality Options (Kwaliteitsopties).
Gebruik de Windows-printerstuurprogramma 1. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 2. Klik op de knop Aangepast. 3. Voer de naam en afmetingen van uw nieuwe papierformaat in. 4. Druk op OK. Het nieuwe papierformaat wordt automatisch geselecteerd. Een aangepast papierformaat dat op deze manier wordt gemaakt, heeft de volgende eigenschappen: ● Het papierformaat is permanent. Het verdwijnt niet wanneer de stuurprogramma wordt afgesloten of wanneer de computer wordt uitgeschakeld.
● Als een printerwachtrij wordt gedeeld vanaf een andere computer, dan verschijnt het papierformaat niet in de papierformatenlijst van de driver. Er moet een Windows-formulier in een gedeelde wachtrij worden aangemaakt op de server. ● Als de afdrukwachtrij wordt verwijderd, dan wordt het papierformaat niet verwijderd. Met de printerdriver voor Mac OS X: 1. ga naar het dialoogvenster Pagina-instelling. OPMERKING: Afdrukken. 2.
Automatisch door printer selecteert, wordt deze vergroting automatisch toegepast. Als u Handmatig in toepassing selecteert, moet u een aangepast paginaformaat selecteren dat net iets groter is dan wat u wilt afdrukken. Zie ook Afdrukken zonder marges (T1500 serie) op pagina 80.
● ◦ De opties Standaard en Aangepast passen het afbeeldingsformaat aan aan het standaard- of aangepast papierformaat dat u hebt geselecteerd. Als u bijvoorbeeld het papierformaat ISO A2 hebt geselecteerd en u een A4-afbeelding afdrukt, wordt deze vergroot tot de afmetingen van de A2-pagina. Als u het papierformaat ISO A3 hebt geselecteerd, verkleint de printer een grotere afbeelding tot A3-afmetingen.
afgedrukte afbeelding weergeeft. Afdrukfuncties zoals de mogelijkheid om papierformaat, papiertype en afdrukkwaliteit of het roteren van een afbeelding, kunnen direct gewijzigd worden. ● Selecteer voor een afdrukvoorbeeld weergeven met de geïntegreerde webserver voor de T1500 serie Basisinstellingen > Vasthouden voor voorbeeldweergave.
● Op de pagina Submit Job (Taak indienen) van de geïntegreerde webserver (T1500 serie): selecteer Basisinstellingen > Afdrukkwaliteit > Standaardopties > Kwaliteit. ● Via het voorpaneel: druk op , dan op , vervolgens op Installatie > Afdrukvoorkeuren > Afdrukkwaliteit > Kwaliteitsniveau > Hoog. OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit vanuit uw computer wordt ingesteld, overschrijft deze de afdrukkwaliteitinstelling van het voorpaneel.
Afdrukken zonder marges (T1500 serie) Zonder marges afdrukken (tot aan de randen van het papier) wordt ook wel afdrukken zonder rand genoemd. Dit kan alleen worden gedaan op rollen met fotopapier. Om er zeker van te zijn dat er geen marges zijn drukt de printer net iets over de randen van het papier af. De inkt die buiten het papier komt wordt geabsorbeerd door de spons die in de platen zit.
U kunt ook kiezen om standaard bij alle taken snijlijnen af te drukken. ● Via de geïntegreerde webserver: selecteer Instellen > Afdrukinstellingen > Taakbeheer > Snijlijnen gebruiken bij afdrukken > Aan. ● Via het voorpaneel: druk op , dan op , vervolgens op Installatie > Afdrukvoorkeuren > Papieropties > Snijlijnen inschakelen > Aan.
1. Richting van papierstroom 2. Nesten uit 3. Nesten aan 4. Papier bespaard door nesten Wanneer probeert de printer pagina's te nesten? Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan: ● De printer bevat een papierrol, geen losse vellen. ● De optie Nesten van de printer is uitgeschakeld. Zie Nesten in- en uitschakelen (T1500-serie) op pagina 25.
● ● Alle pagina's moeten zich in een van beide volgende groepen bevinden (de twee groepen mogen niet in één nest worden gecombineerd): ◦ HP-GL/2, RTL, TIFF en JPEG ◦ PostScript PDF In sommige gevallen kunnen JPEG- en TIFF-pagina's met een resolutie van meer dan 300 dpi niet worden genest met andere pagina's.
OPMERKING: Als u een rol beschermt en de huidige rol verwijdert en een nieuwe laadt dan wordt de nieuwe rol beschermd. U beschermt het rolnummer, niet een specifieke rol papier. Dat rolnummer wordt beschermd totdat u de bescherming annuleert. TIP: Als u afdrukt zonder een rolnummer of papiertype te specificeren, kunt u niet afdrukken op de beschermde rol.
Tabel 8-1 Aanbevolen instellingen voor onbeheerd afdrukken (vervolg) Type afdruk Afdrukmodus MaxDetail Droogtijd Papiersoorten Kaarten Best Aan Optimal (Optimaal) Met coating, extra zwaar met coating, foto Renderings, foto's Best Aan Optimal (Optimaal) Met coating, extra zwaar met coating, foto Afdrukken vanuit iOS met AirPrint U kunt met AirPrint zonder een printerdriver, rekening houdend met de volgende punten afdrukken.
Anders kunt u terecht op http://www.hp.com/go/airprint.
9 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat Uw printer kan worden verbonden via het het web, hetgeen verschillende voordelen biedt: ● Automatische firmware-updates (zie Automatische firmware-updates op pagina 144) ● Afdrukken op HP printers vanaf vrijwel elke locatie ● Afdrukken op HP printers vanaf vrijwel elk apparaat, waaronder smartphones, tablets en laptops Zie http://www.hp.com/go/designjeteprinters voor meer informatie.
Afdrukken via e-mail (HP Print) Wat u kunt e-mailen, kunt u ook afdrukken. U hoeft alleen maar een PDF-bestand of een ander afdrukbestand als e-mailbijlage te verzenden naar het toegewezen adres van de printer. Op deze manier kunt u vanaf elke locatie met internetverbinding afdrukken, zonder dat u een printerdriver nodig hebt. Er zijn een paar beperkingen waarmee u rekening moet houden: ● De bijgevoegde af te drukken bestanden moeten een van de volgende formaten hebben: PDF, JPEG of TIFF.
10 Wachtrijbeheer (T920 PS, T930, T930 PS en T1500-serie) NLWW ● Inleiding ● De wachtrij op het voorpaneel (T920 PS en T1500-serie) ● De afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP Utility (T1500-serie) 89
Inleiding Opties voor het wachtrijbeheer beschreven in dit hoofdstuk zijn beschikbaar voor de volgende printers. ● T1500-serie: alle opties in dit hoofdstuk ● T920 PS: alleen opties voorpaneel ● T920: zeer beperkt wachtrijbeheer Als u de DesignJet T920 hebt, kunt u op drukken op het voorpaneel om de laatste afdruktaak en alle taken in de wachtrij op een USB-flashstation of de geïntegreerde webserver weer te geven. U kunt de vorige afdruktaak opnieuw afdrukken of afdruktaken in behandeling annuleren.
U kunt aangeven wanneer u een bestand uit de wachtrij wilt afdrukken. Druk op , vervolgens op , dan op Setup > Taakbeheer > Wanneer beginnen met afdrukken. Er zijn drie opties: ● Als u Na verwerking selecteert, wacht de printer met afdrukken tot de hele pagina is verwerkt. Dit is de traagste instelling maar zorgt voor de beste afdrukkwaliteit bij grote of complexe afdrukken. ● Als u Onmiddellijk selecteert, drukt de printer de pagina af naarmate deze wordt verwerkt.
OPMERKING: Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, is dit vereist. Op dezelfde manier kunt u ook een taak verwijderen die nog niet is afgedrukt. Als de afdruktaak momenteel wordt afgedrukt (de status staat op printing), kunt u drukken op Annuleren en vervolgens op Verwijderen. Opgeslagen afdruktaken verwijderen Om alle taken in een wachtrij te verwijderen, drukt u op het pictogram Verwijderen bovenaan rechts in het wachtrijscherm en drukt u vervolgens op OK.
De afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP Utility (T1500-serie) De HP Utility zorgt voor een andere manier om toegang te krijgen tot de taakbeheerfaciliteiten van de geïntegreerde webserver, maar de faciliteiten zijn exact hetzelfde, of u nu de geïntegreerde webserver of HP Utility gebruikt. Om de afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver weer te geven, selecteert u Afdrukwachtrij in de HP Utility. Taakwachtrijpagina Standaard hebben alle gebruikers toegang tot de afdrukwachtrij.
● Verwijderen: de geselecteerde taak uit de afdrukwachtrij verwijderen. U wordt gevraagd om te bevestigen voordat de taak wordt verwijderd. OPMERKING: ● De handeling Verwijderen kan worden uitgeschakeld door een beheerder. Vernieuwen: Vernieuwt de pagina, waardoor de informatie wordt bijgewerkt. OPMERKING: De afdrukwachtrijpagina wordt niet automatisch bijgewerkt. Taakvoorbeeld De printer genereert een JPEG-bestand voor elke binnenkomende afdruktaak, die wordt weergegeven als een afdrukvoorbeeld.
Taak boven aan afdrukwachtrij plaatsen U kunt een taak in de wachtrij selecteren en het de volgende maken die afgedrukt moet worden. Nadat u de taak selecteert, klikt u op Reprint. Als nesten is ingeschakeld, is de bovenaan geplaatste taak mogelijk nog genest met andere taken. Als u deze taak wilt loskoppelen en als volgende taak wilt afdrukken, moet u eerst nesten uitschakelen en vervolgens de taak boven aan de wachtrij plaatsen, zoals hierboven is beschreven.
● Onderbroken: De taak is verzonden met de optie wachten op voorbeeld en is onderbroken OPMERKING: Verzend geen taak met meer dan 64 pagina's voor voorbeeldweergave, dit kan ervoor zorgen dat de driversoftware crasht. OPMERKING: Als de printer vastloopt tijdens het afdrukken van een taak en de wachtrijfunctie is ingeschakeld, wordt de gedeeltelijk afgedrukte taak in de wachtrij weergegeven met de markering Onderbroken wanneer de printer weer wordt ingeschakeld.
11 Kleur management NLWW ● Inleiding ● Hoe kleuren worden weergegeven ● Een samenvatting van het kleurbeheerproces ● Kleurkalibratie ● Kleurbeheer voor printerdrivers ● Kleurbeheer van printerdrivers (PostScript PS) ● Kleurbeheer uitschakelen vanuit de geïntegreerde webserver (T1500-serie) ● Een kleurenfax verzenden met behulp van het voorpaneel 97
Inleiding Uw printer is ontworpen met geavanceerde hardware- en softwarefuncties om voorspelbare en betrouwbare resultaten te waarborgen. ● Closed-loop kalibratie voor consistente kleuren ● Eén grijze en twee zwarte inkten zorgen voor neutrale grijzen op alle papiertypes. ● De Photo Black-inkt zorgt voor pure zwarten als u op fotopapier afdrukt. ● Kleuremulatie van andere HP DesignJet-printers.
U kunt op elk moment de kleurkalibratiestatus van het huidig geladen papier controleren vanuit het voorpaneel: druk op , dan op , vervolgens op Onderhoud afdrukkwaliteit > Kalibratiestatus. De status wordt als volgt weergegeven: ● Aanbevolen: het papier is niet gekalibreerd. OPMERKING: Als er een update is van de firmware van uw printer dan wordt de kleurkalibratiestatus van alle papieren hersteld naar Aanbevolen.
Kleurbeheer voor printerdrivers Kleurbeheeropties Het doel van kleurbeheer is de kleuren zo accuraat mogelijk op alle apparaten te reproduceren. Zo ziet u op een afgedrukte afbeelding kleuren die sterk lijken op die van dezelfde afbeelding op een beeldscherm.
Printeremulatie Als u een bepaalde taak wilt afdrukken en ongeveer dezelfde kleuren wilt zien die u zou krijgen met het afdrukken van dezelfde taak op een HP DesignJet-printer, kunt u de emulatiemodus van uw printer gebruiken. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als u een HP-GL/2-, PostScript- of PDF-taak afdrukt. Nauwkeurigheid wordt alleen gegarandeerd als u op gewoon papier, papier met coating of extra zwaar papier met coating afdrukt.
De knop Reset herstelt elke schuifbalk naar zijn standaard centrale positie. Afdrukken in grijstinten U kunt alle kleuren in uw afbeelding op de volgende manieren converteren naar grijstinten: ● In uw toepassing: vele programma's hebben deze optie. ● In het dialoogvenster van de Windows-driver: ga naar het tabblad Kleur en kijk naar de sectie Kleuropties. Selecteer Afdrukken in grijswaarden. U kunt ook Print in pure black and white selecteren als u alleen zwart-wit wilt, zonder grijstinten.
TIP: Om grijsschaalafdrukken na te bootsen met andere Designjet-printers, kunt u het bestand converteren om te worden afgedrukt in grijsschaal met een afbeeldingbewerkingsprogramma en vervolgens Print in Color (In kleur afdrukken) en de geschikte emulatie in de driver gebruiken. Kleurbeheer van printerdrivers (PostScript PS) Deze mogelijkheid is beschikbaar als er afgedrukt wordt met de PostScript-driver.
● Geen (Native): geen emulatie. De printer gebruikt de interne standaardconversie van RGB naar CMYK, zonder rekening te houden met kleurstandaarden. Dit hoeft niet te betekenen dat de resultaten slecht zijn. ● ISO Coated 2-ECI is gebaseerd op de kenmerkgegevensset FOGRA39L.
● Japan Color 2001 Uncoated gebruikt de Japan Color 2001-specificatie voor papier van type 4 (zonder coating). Deze specificatie is bedoeld voor het genereren van kleurscheidingen van hoge kwaliteit in de volgende afdrukomstandigheden: totaal inktbedekkingsgebied 310%, positieve film en papier zonder coating. ● Japan Color 2002 Newspaper gebruikt de Japan Color 2002-specificatie voor krantenpapier.
T1500 en T1500 PS-opties ● Kleur/Grijswaarden. u kunt kiezen om af te drukken in kleur, in grijstinten of in zwart-wit. ● Standaard RGB-bronprofiel: u kunt kiezen uit een selectie van RGB-bronprofielen die herkend worden door de printer. ● Printeremulatie: u kunt kiezen voor de emulatie van een andere HP DesignJet-printer. Default (Standaard): Off (geen printeremulatie).
Een kleurenfax verzenden met behulp van het voorpaneel U kunt de geladen papiersoort kleur-kalibreren vanuit het voorpaneel door achtereenvolgens te drukken op , , Onderhoud van beeldkwaliteit > Kleur kalibreren. Zie Kleurkalibratie op pagina 98. De andere kleurenopties in het voorpaneel kunnen allemaal gevonden worden door achtereenvolgens te drukken op , , Instellen > Afdrukvoorkeuren > Kleuropties.
12 Praktische afdrukvoorbeelden ● Afdrukken vanuit Adobe Acrobat ● Afdrukken vanuit Autodesk AutoCAD ● Afdrukken vanuit Adobe Photoshop ● Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office 108 Hoofdstuk 12 Praktische afdrukvoorbeelden NLWW
Afdrukken vanuit Adobe Acrobat 1. Verplaats in het Acrobat-venster de muiscursor naar linksonder in het documentendeelvenster totdat het documentformaat hier verschijnt. 2. Selecteer File > Print en zorg ervoor dat Page Scaling is ingesteld op None. OPMERKING: NLWW Het paginaformaat wordt niet automatisch geselecteerd volgens het documentformaat.
3. Druk op de knop Eigenschappen en selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 4. Kies Documentformaat en de Afdrukkwaliteit die u wilt gebruiken. Als u een aangepast papierformaat wilt definiëren, druk op de knop Aangepast.
5. Selecteer het tabblad Layout/Output en dan Autorotate. 6. Klik op OK, en kijk of het afdrukvoorbeeld in het afdrukdialoogvenster juist lijkt. Afdrukken vanuit Autodesk AutoCAD 1. NLWW Het AutoCAD-venster kan een model of layout weergeven. Meestal wordt liever de layout afgedrukt dan het model.
2. Klik op het pictogram Winkelen onderaan het venster van. 3. Het venster TV wordt geopend. U kunt meerdere opties bekijken door te drukken op de ronde knop rechts onderin het venster.
NLWW 4. Druk op de knop Eigenschappen. 5. Selecteer het tabblad Apparaat- en documentinstellingen en druk op de knop Custom Properties.
6. In het tabblad Papier/kwaliteit selecteert u het type papier dat u wilt gebruiken en de afdrukkwaliteit (uw eigen keuze tussen hoge snelheid en hoge kwaliteit). 7. Druk op knop Marges/opmaak voor extra opmaakopties.
8. Als u van plan bent op een rol papier af te drukken dan moet u bepalen waar de printer het papier moet bijsnijden. In het tabblad Opmaak/Uitvoer, schakelt u de optie Automatische snijder uitschakelen in of uit en controleert u de optie Automatisch roteren, hetgeen kan voorkomen onnodig papier te gebruiken. 9. Druk op de knop OK en sla uw configuratiewijzigingen op als een PC3-bestand.
Afdrukken vanuit Adobe Photoshop 1. Selecteer in Photoshop CS5 File > Print, selecteer vervolgens uw printer en druk op Print Settings.
2. Kies uit de beschikbare documentformaten. Als u het formaat dat u wilt gebruiken niet kunt vinden, druk op de knop Custom. Voer de breedte, de lengte en de naam in van uw aangepaste formaat. Druk op de knoppen Opslaan en OK.
3. U kunt de standaardinstellingen voor papierbron, papiertype en afdrukkwaliteit wijzigen. 4. In het tabblad Color is de standaardkleurbeheeroptie Printer managed colors, en dit is de juiste optie want u hebt Printer Manages Colors al geselecteerd in Photoshop. Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kunt afdrukken en schalen vanuit Microsoft Office 2010.
PowerPoint gebruiken NLWW 1. Selecteer het tabblad Bestand en vervolgens Afdrukken, en selecteer de naam van uw printer. 2. Selecteer Printereigenschappen > Layout/uitvoer > Aanpassen aan om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek formaat.
3. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens Paper Source en Paper Type. 4. Selecteer Marges/opmaak, selecteer dan Clip contents by margins om het formaat te behouden. Een PC gebruiken 1. Selecteer Bestand > Pagina-instelling > Afdrukken.
NLWW 2. Selecteer de naam van uw printer en dan Close. 3. Selecteer Pagina-instelling, en kies het Papierformaat dat u wilt.
4. Selecteer Options om naar de printerdriver te gaan. De standaardopties in het tabblad Paper/Quality zijn waarschijnlijk geschikt: Papierbron: Printerinstellingen gebruiken en Papiersoort: Printerinstellingen gebruiken. 5. Selecteer Lay-out/uitvoer > Aanpassen aan om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek formaat. U kunt ook de schaal van het document aanpassen in Project. MS Excel 1. Selecteer het tabblad Pagina-layout, dan Formaat, en kies het papierformaat dat u wilt.
2. NLWW Selecteer het tabblad Bestand en vervolgens Afdrukken, en selecteer de naam van uw printer.
3. Selecteer Printereigenschappen om naar de printerdriver te gaan. Selecteer het tabblad Papier/ kwaliteit, vervolgens Papierbron, Papiersoort en Afdrukkwaliteit. 4. Selecteer Lay-out/uitvoer > Aanpassen aan om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek formaat. U kunt de schaal ook aanpassen in Excel.
13 Printergebruiksgegevens ophalen NLWW ● Printertelgegevens verkrijgen ● Gebruiksstatistieken controleren ● Gebruiksstatistieken voor een taak controleren ● Telgegevens aanvragen per e-mail 125
Printertelgegevens verkrijgen Er zijn verschillende manieren waarop u telgegevens kunt opvragen van uw printer. ● Statistische informatie over het gebruik van de printer weergeven voor de hele levensduur van de printer, zie Gebruiksstatistieken controleren op pagina 126. ● Informatie over het inkt- en papierverbruik weergeven voor elk van uw recente taken met de HP Utility zie Gebruiksstatistieken voor een taak controleren op pagina 127.
Gebruiksstatistieken voor een taak controleren Er zijn twee manieren om gebruiksstatistieken voor een bepaalde taak te controleren. OPMERKING: De nauwkeurigheid van de gebruiksstatistieken is niet gegarandeerd. Statistieken bijhouden met de HP Utility (T1500-serie) 1. Zie De HP Utility openen op pagina 43 voor informatie voor toegang tot de HP Utility. 2. Selecteer Job center om informatie over de meest recente taken weer te geven. 3.
account-id, zal de printer de niet-geïdentificeerde taak in de wachtrij houden zonder af te drukken, totdat een account-id is geleverd. Als u Account-id aanvragen instelt op Uit, zal de printer alle taken afdrukken of er een account-id wordt gegeven of niet. 12. Stel Telbestanden verzenden in op ingeschakeld. 13. Stel Telbestanden verzenden naar in op het e-mailadres (of adressen) waarnaar de telgegevens moeten worden verzonden.
14 Omgaan met inktpatronen en printkop NLWW ● Over de inktpatronen ● De status van de inktpatronen controleren ● Een inktpatroon verwijderen ● Een inktpatroon plaatsen ● Veilige modus ● Over de printkop ● De printerstatus controleren ● De printkop verwijderen ● De printkop plaatsen ● Opslag van anonieme gebruiksinformatie 129
Over de inktpatronen Inktpatronen bevatten inkt en zijn verbonden met de printkoppen waaruit de inkt op het papier wordt afgezet. Zie Benodigdheden en accessoires op pagina 148 om extra printkoppen aan te schaffen. VOORZICHTIG: Neem de veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u met inktpatronen werkt omdat de patronen gevoelig zijn voor ESD (zie de Woordenlijst op pagina 207). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit.
1. Druk vanuit het voorpaneel op , dan op U kunt ook achtereenvolgens drukken op , vervolgens op Inktcartridges vervangen. , , Inkt > Inktpatronen vervangen. 2. Open de inktpatroondeur aan de linker- of rechterkant van de printer. 3. Ga naar de inktpatroon die u wilt verwijderen. 4. Trek de cartridge naar buiten OPMERKING: Raak het patroonuiteinde dat u in de printer plaatst, niet aan omdat er zich inkt kan bevinden op de verbinding. OPMERKING: 5.
Een inktpatroon plaatsen 1. Voordat u de cartridge uit de verpakking haalt moet u deze stevig schudden. 2. Zoek het etiket met de inktkleur op de nieuwe inktpatroon. Controleer of de letter of de letters die de lege opening markeren (in deze illustraties de M voor magenta) overeenkomen met de letter of letters op het cartridgelabel. 3. Plaats de inktpatroon in zijn sleuf: fotozwart, grijs, en matzwart aan de linkerkant; cyaan, magenta en geel aan de rechterkant. 4.
5. Wanneer alle patronen zijn geplaatst, sluit u de deur. 6. Op het voorpaneel verschijnt de bevestiging dat alle patronen correct zijn geplaatst. Het is weliswaar mogelijk inktpatronen of patronen van een andere leverancier dan HP te gebruiken, maar deze optie kent verschillende ernstige nadelen: Misschien is het niet mogelijk om met voldoende nauwkeurigheid het inktniveau of de status van gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktcartridges te bepalen.
● Kleuren ● Productnaam ● Productnummer ● Serienummer ● voor Foutmeldingen op het voorpaneel op pagina 193 ● Verbruikt inktvolume ● Garantiestatus U kunt deze informatie ook verkrijgen via de HP Utility. Zie Statusberichten voor printkoppen op pagina 185 voor een beschrijving van de statusberichten voor de inktpatronen. Als de garantiestatus Zie garantieverklaring is, betekent dit dat u inkt van een andere leverancier dan HP gebruikt.
2. Het voorpaneel vraagt u om het venster te openen. 3. Het printmechanisme verplaatst zich automatisch naar de linkerkant van de printer. VOORZICHTIG: Wanneer de wagen langer dan 3 minuten in de verwijderstand blijft staan zonder dat de inktkop worden geplaatst of verwijderd, probeert deze terug te rijden naar de normale positie (rechteruiteinde). 4. NLWW Til het blauwe klepje van de printkop op.
5. Trek het blauwe klepje naar u toe en til het zwarte stuk op waar het aan vastzit. 6. Laat het zwarte stukje min of meer verticaal achter.
7. Pak de printkop bij de blauwe stukjes aan beide kanten. 8. Til de printkop uit het mechanisme. De printkop plaatsen OPMERKING: U kunt geen nieuwe printkop invoegen als de aangesloten inktpatroon niet genoeg inkt heeft om het printkopvervangingsproces te voltooien. In dit geval dient u de inktpatroon te vervangen voordat u de nieuwe printkop plaatst. U kunt de oude patroon later gebruiken als het nog inkt bevat. 1. NLWW Verwijder de oranje bescherming door deze naar beneden te trekken.
2. Plaats de nieuwe printkop. VOORZICHTIG: Plaats de printkop langzaam en verticaal, recht omlaag. Als u de kop te snel of onder een bepaalde hoek plaatst, of als u deze bij het plaatsen roteert, kan de kop beschadigd raken. 3. Controleer of de printkop correct is uitgelijnd met de inktconnectors.
4. NLWW Duw het zwarte stukje naar beneden over de printkop.
5. Sluit het blauwe deksel en zorg dat het geheel goed is afgesloten. Wanneer de printkop correct is geplaatst en door de printer is geaccepteerd, geeft de printer een geluidssignaal. OPMERKING: Als u geen geluidssignaal hoort wanneer u de printkop plaatst en het bericht Vervang op het voorpaneel verschijnt, moet u mogelijk de printkop verwijderen en opnieuw plaatsen. 6. Sluit het venster. 7. Op het voorpaneel verschijnt de bevestiging dat de printkop correct is geplaatst.
45 minuten. Nadat de printkop is gecontroleerd en voorbereid, begint de printer automatisch met het uitlijnen van de printkop als er papier is geladen. Zie Lijn de printkop uit op pagina 184. 8. Het wordt aanbevolen om een kleurkalibratie uit te voeren nadat u een nieuwe printkop hebt geplaatst. Zie Kleurkalibratie op pagina 98. Opslag van anonieme gebruiksinformatie Elke inktpatroon bevat een geheugenchip die helpt bij de werking van de printer.
15 De printer onderhouden ● Printerstatus controleren ● De buitenkant van de printer reinigen ● De inktpatronen onderhouden ● De printer verplaatsen of opslaan ● De firmware bijwerken ● De software bijwerken ● Printeronderhoudspakketten ● Secure File Erase (Bestanden veilig verwijderen) ● Schijf wissen 142 Hoofdstuk 15 De printer onderhouden NLWW
Printerstatus controleren U kunt de actuele status van de printer op verschillende manieren controleren: ● Als u de HP Utility start en uw printer selecteert, dan ziet u een pagina met informatie waarin de status van de printer en de papier- en inkttoebehoren daarvan worden beschreven. ● Als u de geïntegreerde webserver opvraagt, ziet u informatie over de algemene status van de printer. De pagina Toebehoren in het tabblad Main beschrijft de status van het papier en de inkt.
4. Sluit alle kabels af waarmee de printer met een netwerk of met een computer worden verbonden. 5. Als de stapelaar de beweging van de printer via deuropeningen lijkt te belemmeren, kunt u deze uit de weg vouwen door twee schroeven te verwijderen. Als u de printer voor langere tijd uit laat staan volg dan de overige stappen hieronder. 1. Schakel de voeding uit met de Aan/uit-toets op het voorpaneel. 2. Zet ook de Aan/uit-schakelaar aan de achterkant van de printer uit. 3.
Belangrijke opmerkingen ● Uw printer moet zijn verbonden met het internet, zie Webservices instellen op pagina 22. ● Om automatische firmware-updates te configureren, kunt u gebruik maken van het voorpaneel of de geïntegreerde webserver, zie Webservices instellen op pagina 22. ● Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moeten deze instellingen worden veranderd. ● Een firmware-updatepakket kan groot zijn. Overweeg hierbij of er gevolgen voor uw netwerk- of internetverbinding zijn.
● Bij Windows biedt HP Software Update regelmatig aan om uw software automatisch bij te werken en HP DesignJet Utility biedt u automatische updates bij het herstarten. ● Bij Mac OS X, biedt Apple SW Update u software-updates aan wanneer deze beschikbaar zijn. Printeronderhoudspakketten Er zijn twee onderhoudspakketten beschikbaar voor uw printer. Deze bevatten componenten die na langdurig gebruik mogelijk moeten worden vervangen.
Schijf wissen Schijf wissen is hetzelfde als het de Secure File Erase (beveiligde wismodus voor bestanden) (zie Secure File Erase (Bestanden veilig verwijderen) op pagina 146) behalve dat het alle tijdelijke bestanden wist, inclusief de oude bestanden. De configuratie Schijf wissen kan worden gewijzigd vanuit Web JetAdmin of de geïntegreerde webserver, via Instellingen > Beveiliging.
16 Benodigdheden en accessoires ● Benodigdheden en accessoires bestellen ● Inleiding tot de accessoires 148 Hoofdstuk 16 Benodigdheden en accessoires NLWW
Benodigdheden en accessoires bestellen U kunt op twee manieren benodigdheden of accessoires bestellen: ● Bezoek http://www.hp.com, selecteer uw printer en klik op de knop Accessories (Accessoires)http://www.hp.com ● Neem contact op met HP ondersteuning (zie Neem contact op met HP Support op pagina 200) en controleer of wat u wilt, beschikbaar is in uw gebied. In de rest van dit hoofdstuk vindt u de beschikbare benodigdheden en accessoires en de onderdeelnummers.
Naam Productnummer HP DesignJet PostScript®/PDF-upgradekit C0C66A HP DesignJet 3 inch as-adapterkit CN538A As voor HP DesignJet 36-inch L4R66A HP HD Pro 42-inch scanner G6H51B HP SD Pro 44-inch scanner G6H50B Inleiding tot de accessoires PostScript-upgrade Met de PostScript-upgrade kan een T920 of T1500 dezelfde bestandstypes afdrukken als een T920 PS of T1500 PS, inclusief PDF- en PostScript-bestanden De PostScript-upgrade kan op de USB-host van de printer worden aangesloten.
17 Problemen met papier oplossen NLWW ● Het lukt niet om het papier te laden ● Papiertype niet aanwezig op de lijst ● Er is afgedrukt op de verkeerde papiersoort ● Een 'on hold for paper'-bericht (in de wacht voor papier) ● Het papier is vastgelopen in de printplaten ● Het papier is in de stapelaar vastgelopen ● De printer geeft de melding dat er geen papier is wanneer er wel papier beschikbaar is ● Afdrukken vallen niet netjes in de mand ● De afdruk blijft in de printer nadat het afdrukk
Het lukt niet om het papier te laden ● Zorg ervoor dat er geen papier is geladen. ● Zorg ervoor dat het papier ver genoeg in de printer zit, u moet voelen dat de printer het papier grijpt. ● Mogelijk is het papier verfrommeld of scheefgetrokken, of heeft het onregelmatige randen. Rol laden mislukt ● Als het papier niet laadt, kan het zijn dat de invoerrand niet recht of schoon is en moet worden bijgesneden. Snij de eerste van de rol af en probeer het opnieuw.
Foutberichten bij het laden van papier Hier vindt u een lijst van voorpaneelmeldingen betreffende het laden van papier, evenals de aanbevolen oplossing. Voorpaneelmelding Aanbevolen actie Sluit de rolklep als het papierladen is afgerond Sluit de rolklep als het papierladen is afgerond. Papier niet gevonden De printer heeft geen papier aangetroffen tijdens het laden van het papier. Controleer of het papier volledig is geplaatst en niet doorzichtig is.
● Kies voor dun papier (< 90 g/m2) of niet-gecoat papier (bijvoorbeeld gewoon papier of helderwit papier) de papiersoort Bond en gecoat papier > Gewoon papier. U kunt ook Gerecycleerd bond papier kiezen. ● Kies voor papier met lichte coating (< 110 g/m2) het papiertype Bond papier en met coating > Papier met coating van HP. ● Kies voor papier met zware coating (< 200 g/m2) de papiersoort Bond papier en met coating > Zwaar papier met coating.
juiste papier is geplaatst. U kunt de taak handmatig hervatten door te forceren om op ander papier af te drukken dan wat in eerste instantie gespecificeerd is, anders blijft het in de wacht staan. Welke criteria worden gebruikt om te bepalen op welke rol een taak wordt afgedrukt? Wanneer een gebruiker een taak verstuurt, kan de gewenste papiersoort worden ingesteld (in de driver of de geïntegreerde webserver).
● Voor HP-GL/2 en HP RTL-bestanden, zijn standaard marges ingevoegd in de tekening, dus een HP-GL/2en een HP RTL-bestand van 914 mm kan worden afgedrukt op een rol papier van 914 mm en wordt niet voor papier in de wachtrij gezet. ● Voor andere bestandsindelingen, bijvoorbeeld voor PostScript, PDF, TIFF of JPEG, moet de ruimte van de marges aan de tekening worden toegevoegd. Deze indelingen worden dikwijls gebruikt voor foto's en andere inhoud waarin geen marges worden opgenomen.
NLWW 3. Ga naar de papierbaan. 4. Knip het papier met een schaar.
5. Open de klep van de rol. 6. Spoel het papier handmatig op de rol terug.
NLWW 7. Als de voorste rand van het papier onregelmatig is, knip het dan voorzichtig met een schaar. 8. Verwijder het papier in de printer.
9. Zorg ervoor dat u elk stuk papier hebt verwijderd. 10. Sluit het venster en de rolklep. 11. Start de printer opnieuw door de Aan/uit-knop enkele seconden ingedrukt te houden, of door de Aan/ uit-schakelaar aan de achterkant uit en weer aan te schakelen. 12. Laad de rol opnieuw of plaats een nieuw vel, zie Papiertoevoer op pagina 48.
Afdrukken vallen niet netjes in de mand ● Zorg ervoor dat de netwerk- en voedingskabels niet in de weg liggen. ● Zorg ervoor dat de mand correct is geïnstalleerd. ● Zorg ervoor dat de mand open is. ● Zorg ervoor dat de mand niet leeg is. ● Zorg ervoor dat het papier niet vastloopt. ● Papier op het einde van de rol kan makkelijk gaan krullen en zo problemen met de uitvoer veroorzaken. Plaats een nieuwe rol, of verwijder elke afdruk handmatig zodra deze is voltooid.
18 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ● Algemeen advies ● Wizard Probleemoplossing afdrukkwaliteit ● De papierdoorvoer opnieuw kalibreren ● Horizontale strepen over de afbeelding (banding) ● Strepen zijn te dik, te dun of ontbreken ● Lijnen zijn getrapt of gekarteld ● De lijnen worden dubbel of niet in de juiste kleur afgedrukt ● De lijnen zijn onderbroken ● De lijnen zijn wazig ● Lengte van lijnen is onjuist ● De hele afbeelding is wazig of korrelig ● Het papier is niet vlak
NLWW ● De afbeelding wordt afgesneden ● Sommige objecten ontbreken in de afgedrukte afbeelding ● Een PDF-bestand is afgesneden of er ontbreken objecten ● De beelddiagnoseafdruk ● Als het probleem nog steeds niet is opgelost 163
Algemeen advies Wanneer u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, doet u het volgende: ● Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van de fabrikant gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit. Zie Papier bestellen op pagina 149 voor informatie over aanbevolen papiersoorten.
De papierdoorvoer opnieuw kalibreren Een accurate papierdoorvoer is belangrijk voor een goede afbeeldingskwaliteit omdat deze deel uitmaakt van de juiste plaatsing van punten op het papier. Als het papier niet op de juiste afstand wordt doorgevoerd tussen printkopdoorgangen, verschijnen er lichte of donkere strepen op de print, en kan de afbeelding korreliger worden. De printer is zo gekalibreerd dat al het papier dat op het voorpaneel wordt getoond, correct wordt doorgevoerd.
4. Selecteer het percentage van wijziging van 100% tot +100%. Voor het corrigeren van lichte strepen verlaagt u de waarde. Verhoog de waarde om donkere strepen te corrigeren. 5. Druk op het voorpaneel op OK om de waarde op te slaan. 6. Wacht totdat het voorpaneel het statusscherm weergeeft en druk uw afbeelding opnieuw af. Terug naar standaard kalibratie Bij terugkeer naar de standaard kalibratie worden alle correcties die zijn aangebracht door de doorvoerkalibratie op nul gezet.
1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het voorpaneel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 61. 2. Controleer of u geschikte kwaliteitsinstellingen voor uw toepassing gebruikt (zie Afdrukken op pagina 68). In sommige gevallen kunt u kwaliteitsproblemen oplossen door een hoger kwaliteitsniveau te selecteren.
3. Als de resolutie van de afbeelding groter is dan de afdrukresolutie, kan de kwaliteit van de lijnen afnemen. If you are using the PCL3GUI or the HP-GL/2 driver for Windows, you can find the Max. De optie Applicatie-oplossing in het tabblad Geavanceerd in het dialoogvenster van de driver onder Documentopties > Printerfuncties. Als u deze optie wijzigt, kunt u nu proberen de taak opnieuw af te drukken om te controleren of het probleem is opgelost. 4.
● De randen van gekleurde blokken hebben niet de juiste kleur. Zo verhelpt u dit type probleem: 1. Stel de printkop opnieuw in door deze te verwijderen en opnieuw te plaatsen. Zie De printkop verwijderen op pagina 134 en De printkop plaatsen op pagina 137. 2. Lijn de printkop uit. Zie Lijn de printkop uit op pagina 184. De lijnen zijn onderbroken Als de lijnen op de volgende manier zijn onderbroken: 1. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt.
1. Controleer of de omgevingsvoorwaarden (temperatuur en vochtigheidsgraad) geschikt zijn voor afdrukken met hoge kwaliteit. Zie Milieuspecificaties op pagina 206. 2. Controleer of het papiersoort dat u via het voorpaneel hebt geselecteerd, overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 61. 3.
3. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt (zie Afdrukken op pagina 68). In sommige gevallen kunt u kwaliteitsproblemen oplossen door een hoger kwaliteitsniveau te selecteren. Als u bijvoorbeeld de schuifbalk voor afdrukkwaliteit hebt ingesteld op Snelheid, probeer dan de instelling Kwaliteit Als u de instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigt, kunt u nu proberen de taak opnieuw af te drukken voor het geval het probleem is opgelost. 4.
De afdruk heeft veegvlekken of krassen De zwarte inkt kan veegvlekken of krassen vertonen indien deze wordt aangeraakt door een vinger, een pen of een ander voorwerp. Dit is vooral merkbaar op gecoat papier. Fotopapier kan bijzonder gevoelig zijn voor de mand of iets anders dat er snel na het afdrukken mee in contact komt, afhankelijk van de hoeveelheid inkt en de omgevingsomstandigheden tijdens het afdrukken. Het risico van veegvlekken en krassen verminderen: ● Ga zorgvuldig om met afdrukken.
dikte: Gewoon papier, gecoat papier, Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating), Super Heavyweight Plus Matte Paper (extra zwaar mat papier). 6. Probeer de marges te vergroten door de afbeelding met uw softwaretoepassing te verplaatsen naar het midden van de pagina. Inktvlekken op de achterkant van het papier Dit kan gebeuren na printen zonder witranden, vooral bij niet-standaardpapierformaten. Als er inkt achterblijft op de plaat, wordt deze wellicht op de achterkant van het papier gedrukt.
Als randen van objecten donkerder zijn dan verwacht en als u de schuifbalk voor afdrukkwaliteit al op Kwaliteit hebt gezet in het dialoogvenster van de driver, selecteer dan aangepaste opties voor afdrukkwaliteit en zet het kwaliteitsniveau op Normaal. Zie Afdrukken op pagina 68. Horizontale lijnen aan het einde van een afdruk van een gesneden vel Dit type defect treedt alleen op bij het einde van een afdruk, binnen ongeveer 3 cm van de onderrand van het papier.
Kleuren zijn niet nauwkeurig Als de kleuren van uw afdruk niet overeenstemmen met uw verwachtingen, probeer dan het volgende: 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het voorpaneel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 61. Druk ook op , dan , vervolgens op Onderhoud afdrukkwaliteit > Kalibratiestatus om de kalibratiestatus van de kleur te controleren.
Kleuren vervagen Als u afdrukt op direct drogend fotopapier, dan zullen de afdrukken snel vervagen. Als u de afdrukken meer dan twee weken wilt tonen, is het een goed idee deze te lamineren om ze langer te laten meegaan. Afdrukken op uitzettend gecoat papier zullen veel minder snel vervagen. Door laminering zal de levensduur van afdrukken echter langer worden (afhankelijk van het type laminaat) bij alle papiersoorten. Neem contact op met uw laminaatleverancier voor meer informatie.
OPMERKING: Een afbeelding met een lengte van 32.768 pixels wordt afgedrukt met een lengte van 1,39 m indien u de optie Best of Quality (Beste kwaliteit) selecteert in de driver, 2,78 m indien u Fast (Snel), Normal (Normaal) of Speed (Snelheid) selecteert in de driver. Als u een bredere afbeelding probeert af te drukken vanuit deze toepassing, wordt de onderkant van de afbeelding afgesneden.
De beelddiagnoseafdruk De beelddiagnoseafdruk bestaat uit patronen die zijn ontworpen om problemen met de betrouwbaarheid van de printkop aan te geven. Het helpt u bij het controleren van de kwaliteit van de printkop en of deze last heeft van verstopping of andere problemen heeft. Zo drukt u de beelddiagnoseafdruk af: 1. Gebruik hetzelfde papiersoort als bij de detectie van het probleem. 2. Controleer of de gekozen papiersoort overeenkomt met de papiersoort die in de printer is geladen.
Kijk eerst naar het bovenste deel van de afdruk (deel 1). Elke gekleurde rechthoek moet een gelijke kleur hebben zonder horizontale lijnen. Kijk vervolgens naar de onderkant van de afdruk (deel 2). Controleer of voor ieder afzonderlijk gekleurd patroon de meeste strepen zichtbaar zijn. Als u horizontale lijnen ziet in deel 1 en merkt dat er streepjes voor dezelfde kleur missen in deel 2, moet u de printkop op de plaats van de relevante kleurgroep reinigen.
En dit is een voorbeeld van dezelfde printkop in slechte staat: Oplossing 1. Maak indien nodig de printkoppen schoon (zie De printkop reinigen op pagina 184). Druk de beelddiagnoseafdruk dan nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 2. Wanneer het probleem blijft bestaan, reinigt u de printkop nogmaals en drukt u de beelddiagnoseafdruk nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 3.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost Wanneer u na naleving van de adviezen in dit hoofdstuk nog steeds problemen ondervindt met de afdrukkwaliteit, volgen hieronder enkele andere dingen die u kunt doen: NLWW ● Probeer een hogere instelling voor de afdrukkwaliteit. Zie Afdrukken op pagina 68. ● Controleer de driver waarmee u afdrukt. Als het een driver betreft die niet van HP is, neem dan contact op met de leverancier van de driver over het probleem.
19 Problemen met inktpatroon en printkop oplossen ● Kan inktpatroon niet plaatsen ● Statusberichten voor inktpatronen ● De printkop kan niet worden geplaatst ● Het voorpaneel geeft aan dat u de printkop opnieuw moet installeren of vervangen ● De printkop reinigen ● Lijn de printkop uit ● Statusberichten voor printkoppen 182 Hoofdstuk 19 Problemen met inktpatroon en printkop oplossen NLWW
Kan inktpatroon niet plaatsen 1. Controleer of u het juiste type patroon hebt (modelnummer). 2. Controleer of de kleur van het etiket op de patroon overeenkomt met de kleur van het etiket op de sleuf. 3. Controleer of de patroon goed is georiënteerd en of de letters zich aan de rechterkant bevinden en goed leesbaar zijn. VOORZICHTIG: Maak nooit de binnenkant van de inktpatroonsleuven schoon.
2. Maak de elektrische verbindingen aan de achterkant van de printkop schoon met een pluisvrije doek. U kunt voorzichtig schoonmaakalcohol gebruiken als er vochtigheid nodig is om residu te verwijderen. Gebruik geen water. VOORZICHTIG: Dit is een delicaat proces en kan de printkop beschadigen. Raak de spuitstukken aan de onderkant van de printkop niet aan, vooral niet met alcohol. 3. Plaats de printkop terug, zie De printkop plaatsen op pagina 137. 4. Controleer het bericht op het voorpaneel.
3. Druk in het voorpaneel op , druk vervolgens op Onderhoud afdrukkwaliteit > Printkop uitlijnen. OPMERKING: De uitlijning van de printkop kan ook worden gestart vanaf de geïntegreerde webserver (Ondersteuning > Probleemoplossing afdrukkwaliteit) of vanaf de HP Utility (Windows: Ondersteuning > Probleemoplossing afdrukkwaliteit; Mac OS X: Informatie en afdrukkwaliteit > Uitlijnen). 4.
20 Algemene problemen met de printer oplossen ● De printer start niet ● De printer drukt niet af ● De printer lijkt langzaam ● De printer doet vreemd ● Communicatieproblemen tussen de computer en de printer ● Geen toegang tot de HP Utility ● Geen toegang tot geïntegreerde webserver ● Kan geen verbinding maken met internet ● Probleemoplossing afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Automatische controle bestandssysteem ● Meldingen 186 Hoofdstuk 20 Algemene problemen met de printer oploss
De printer start niet Als de printer niet start, is het aanbevolen de firmware op de volgende manier te vervangen. 1. Ga naar het HP Support Center (zie HP Support Center op pagina 198) en download de firmware. 2. Zet de firmware op een USB-flashstation. Het USB-flashstation zou idealiter leeg moeten zijn en geformatteerd in het FAT-bestandssysteem. 3. Controleer of de printer uit staat. Verbind het USB-flashstation met de Hi-Speed USB-hostpoort in het voorpaneel en zet de printer dan aan. 4.
● Mogelijk hebt u een afdrukvoorbeeld gevraagd (alleen T1500-serie) van de printerdriver. Dit is een functie waarmee u kunt controleren of de afbeelding de gewenste afbeelding is. In dat geval wordt het voorbeeld weergegeven in een webbrowservenster en moet u op de knop Afdrukken klikken om het afdrukken te starten. ● Zorg ervoor dat u de stapelaar hebt gesloten, tenzij u de handmatige modus gebruikt.
● De melding Bezig met ontvangen verschijnt niet op het voorpaneel wanneer u een afbeelding naar de printer hebt verzonden. ● Op de computer verschijnt een foutmelding wanneer u probeert af te drukken. ● De computer of printer loopt vast (blijft inactief) terwijl communicatie plaatsvindt. ● De afgedrukte uitvoer bevat willekeurige of onverklaarbare fouten (onjuist geplaatste lijnen, gedeeltelijk afgedrukte tekeningen, enzovoort).
De normale en aanbevolen manier om de printer in en uit te schakelen, is met de Aan/uit-toets op het voorpaneel. Kan geen verbinding maken met internet Als uw printer problemen heeft om verbinding te maken met internet, kan het de wizard Connectiviteit automatisch starten. U kunt de wizard ook op elk gewenst moment handmatig starten. ● Vanaf het voorpaneel: Druk achtereenvolgens op , , Verbinding > Verbindings-wizard.
Er vindt een bestandsysteemcontrole plaats. Dit kan zo'n 40 minuten duren. Wacht totdat deze afrondt. VOORZICHTIG: Als u de printer aanzet voordat de bestandsysteemcontrole is afgerond, kan het bestandsysteem ernstig beschadigd raken waardoor de vaste schijf van de printer onbruikbaar wordt. Als u de printer uitschakelt, wordt de controle van het bestandssysteem opnieuw gestart wanneer u de printer weer inschakelt.
● HP DesignJet Utility voor Windows: Selecteer Meldingsinstellingen van het pictogram Taakbalk van HP DesignJet Utility om verschillende meldingen te bekijken die automatisch zullen worden weergegeven. ● HP Printer Monitor voor Mac OS X: De HP Printer Monitor geeft meldingen meteen in het Dock weer als u HP Utility hebt geïnstalleerd. Lees Meldingen in- en uitschakelen op pagina 26 als u dat nog niet hebt gedaan. Meldingen worden standaard alleen weergegeven als u aan het afdrukken bent.
21 Foutmeldingen op het voorpaneel De volgende meldingen kunnen verschijnen op het voorpaneel. Volg in dat geval het advies in de kolom Recommendation (Aanbeveling) op. Als u een foutmelding ziet die hier niet verschijnt en u twijfelt over de juiste actie, of als de aanbevolen actie het probleem niet oplost, probeer dan eerst de printer opnieuw op te starten. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met HP Support, zie Neem contact op met HP Support op pagina 200.
Tabel 21-1 Tekstberichten (vervolg) Bericht Aanbeveling Vervang incorrecte [kleur] patroon Vervang de patroon. Controleer de ondersteunde inktpatronen en raadpleeg Omgaan met inktpatronen en printkop op pagina 129. Reseat [color] cartridge (Installeer [kleur] patroon opnieuw) Verwijder patroon en plaats deze opnieuw. Zie Omgaan met inktpatronen en printkop op pagina 129. Tabel 21-2 Numerieke foutcodes Foutmelding Aanbeveling 05.5:10 De printer-BIOS bijwerken. 08:04 Start de printer opnieuw op.
Tabel 21-2 Numerieke foutcodes (vervolg) Foutmelding Aanbeveling 63:20 Er is een potentieel probleem gevonden in de netwerkinterface. ● Schakel de printer uit met de Aan/uit-knop aan de voorkant. ● Schakel de Aan/uit-knop aan de achterkant uit. ● Koppel het netsnoer los. ● Sluit het netsnoer opnieuw aan en schakel de printer in. ● Stuur dezelfde taak opnieuw naar de printer. ● Controleer of u de meest recente firmware voor de printer gebruikt. Zie De firmware bijwerken op pagina 144. 71.
Met een USB-flashstation 1. Maak een leeg bestand aan met de naam pdipu_enable.log op het USB-flashstation. 2. Voer het USB-flashstation in de Hi Speed USB-hostpoort op het voorpaneel in. Het logbestand wordt automatisch gekopieerd naar de drive. Via de geïntegreerde webserver 1. Ga in uw webbrowser naar http://printer IP address/hp/device/webAccess/log.html. 2. De geïntegreerde webserver stuurt u een bestand met de naam log.tar.gz, waarin de systeemfoutlog staat.
22 HP Klantenondersteuning NLWW ● Inleiding ● HP Professional Services ● HP Proactive Support ● Reparatie door klant ● Neem contact op met HP Support 197
Inleiding HP Customer Care biedt bekroonde ondersteuning zodat u optimaal kunt gebruikmaken van uw HP DesignJet. Hiervoor heeft HP Customer Care uitgebreide, bewezen ervaring op het gebied van ondersteuning en worden nieuwe technologieën toegepast om de klant unieke eind-tot-eindondersteuning te bieden.
HP Start-Up Kit De HP Start-Up Kit is de dvd die bij de printer wordt geleverd. De dvd bevat koppelingen naar de software en documentatie van de printer. HP Care Packs en garantie-uitbreidingen Met HP Care Packs en garantieuitbreidingen kunt u de garantie van de printer verlengen tot na de standaardperiode. Ze bieden ook ondersteuning op afstand. Service ter plaatse wordt ook geboden wanneer nodig, met twee alternatieve opties voor responstijden.
Reparatie door klant Het Customer Self Repair-programma van HP biedt onze klanten de snelste service onder garantie of een contract. Hiermee kan HP vervangende onderdelen direct naar u (de eindgebruiker) verzenden, zodat u ze kunt vervangen. Met dit programma kunt u onderdelen vervangen op het moment dat u daar tijd voor hebt. Eenvoudig, gemakkelijk te gebruiken ● Een HP Support Specialist voert een diagnose uit en bepaalt of een vervangend onderdeel nodig is voor een defecte hardwarecomponent.
geïntegreerde webserver naar Ondersteuning > Serviceondersteuning > Printerinformatie > Alle pagina's gaan. Hoe neem ik contact op met HP Support U kunt de meest recente informatie in verband met uw product bekijken en hulp via de chat krijgen op http://www.hp.com/go/getsupport. U kunt ook hulp via de chat krijgen op uw smartphone door gebruik te maken van de mobiele toepassing van HP Support Center: http://www8.hp.com/us/en/products/smart-phones-handhelds-calculators/mobileapps/app_details.
23 Specificaties van de printer ● Functionele specificaties ● Specificaties afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Fysieke specificaties ● Geheugenspecificaties ● Voedingsspecificaties ● Milieuspecificaties ● Akoestische specificaties 202 Hoofdstuk 23 Specificaties van de printer NLWW
Functionele specificaties Tabel 23-1 HP 727 inktbenodigdheden Printkop Eén printkop, met dubbele spuitstukken voor matzwart Inktpatronen inktpatronen met 40 ml inkt: grijs, fotozwart, matzwart, geel, magenta, cyaan inktpatronen met 130 ml inkt: grijs, fotozwart, matzwart, geel, magenta, cyaan Tabel 23-2 Papierformaten Rolbreedte Minimaal Maximaal 279 mm 914 mm Rollengte 91 m Roldiameter 140 mm Gewicht rol 11,9 kg Velbreedte 210 mm 914 mm Vellengte 279 mm 1676 mm Dikte rolpapier 0.
Tabel 23-3 Afdrukresolutie (vervolg) Afdrukkwaliteit Maximale details Economode Uit Grafische taal Renderingsresoluti e (ppi) Afdrukresolutie (dpi) HP PCL3GUI, PostScript 300 × 300 600 × 1200 een 300 × 300 600 × 1200 * Zie Papier bestellen op pagina 149 voor een lijst met ondersteunde papiersoorten.
Specificaties afdrukken vanaf een mobiel apparaat Tabel 23-7 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat Afdrukken vanaf een mobiel apparaat Ja, direct vanuit zowel iOS met AirPrint als Android met de invoegtoepassing HP Print Service Mobiele apparaten die worden ondersteund door HP Mobiel afdrukken Smartphones en tablets Ondersteunde besturingssystemen iOS, Android, Windows OS-versies iOS vanaf 7.0 en Android vanaf 4.
Geheugenspecificaties Tabel 23-10 Geheugenspecificaties HP DesignJet Fysieke DRAM Toegewezen bestandsverwerkingsgeheuge n Vaste schijf T920 serie 1 GB 64 GB 320 GB T1500 serie 1 GB 128 GB 320 GB Voedingsspecificaties Tabel 23-11 Voedingsspecificaties van de printer Bron 100-240 V ±10%, zelfinstellend Frequentie 50–60 Hz Stroom < 4,2 A Verbruik < 330 W Milieuspecificaties Tabel 23-12 Milieuspecificaties voor de printer Gebruikstemperatuur 5 tot 40°C Aanbevolen bedrijfstemperatuur 15 to
Woordenlijst AirPrint Een technologie gebruikt door iPod, iPhone, iPad en (optioneel) Mac OS X 10.7 en volgende versies, die een onmiddellijke afdruk naar een printer in hetzelfde netwerk toestaan zonder een printer-specifieke driver nodig te hebben. AppleTalk Een serie protocollen die Apple Computer in 1984 ontwikkelde voor computernetwerken. Apple beveelt in plaats daarvan nu TCP/IP- en Bonjour-netwerken aan. HP DesignJet-printers ondersteunen AppleTalk niet meer.
Hi-Speed USB Een versie van USB die soms ook wel USB 2.0 wordt genoemd en 40 keer sneller is dan de oorspronkelijke USB, maar in andere opzichten compatibel is met de oorspronkelijke USB. De meeste pc's gebruiken tegenwoordig Hi-Speed USB. HP-GL/2 HP Graphics Language 2: een taal die is ontworpen door HP om Vector Graphics te beschrijven. HP RTL HP Raster Transfer Language: een taal die is ontworpen door HP om rastergraphics (bitmap) te beschrijven.
Nauwkeurigheid van kleuren De mogelijkheid kleuren af te drukken die zo veel mogelijk lijken op de originele afbeelding, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat alle apparaten een beperkt kleurbereik hebben en fysiek niet altijd in staat zijn bepaalde kleuren precies na te bootsen. Netwerk Een netwerk is een serie verbindingen die gegevens doorgeven tussen computers en apparaten. Alle apparaten in hetzelfde netwerk zijn in staat met elkaar te communiceren.
Index A accessoires bestellen 149 account-id [T1500] vereisen 29 achteraanzicht 8 Acrobat, afdrukken vanuit 109 afdrukken 68 afdrukken met veegvlekken 172 afdrukken op afstand voorkeuren instellen 23 afdrukken per e-mail 88 inschakelen 13 Afdrukken per e-mail 205 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat 13, 87, 205 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat en webservices inleiding 13 afdrukken vanuit Geïntegreerde webserver [T1500] 70 HP Utility [T1500] 70 printerstuurprogramma 72 USB-flashdrive 69 afdrukken vanuit i
grijstinten 102 H helderheid van het voorpaneel 45 HP Care Packs 199 HP Connected uitschakelen 28 HP Designjet afdrukken vanaf een mobiel apparaat 87 HP-GL/2 46 HP Installation 199 HP Klantenondersteuning 198 HP Proactive Support 199 HP Start-Up Kit 199 HP Start-Up Kit-dvd 3 HP Support 200 HP Support Center 198 HP Utility geen toegang tot 189 taal 44 toegang 43 I in de wacht voor papier bericht 154 inschakelen/uitschakelen 155 inkt gebruik 127 zuinig gebruik van 83 inktpatroon bestellen 149 invoegen 132 k
nestopties 25 ophaaltijd 64 PANTONE-emulatie 107 paper mismatch action (Papier komt niet overeen met actie) 24 papierdoorvoer aanpassen 165 papierdoorvoer kalibreren 165 papierdoorvoer opnieuw starten 166 papierformaat 73 papier verplaatsen 63 papier verwijderen 56 printer emuleren 107 printerhulpprogrammasoftwar e 189 printkop reinigen 184 printkop uitlijnen 185 printkop vervangen 134 Printverbindingconfiguratie 190 Rendering intent 107 RGB-bronprofiel 107 rolbescherming 83 rolwisselopties 24 samenvoegen 7
problemen met het netwerk oplossen 32 problemen met plaatsen van papier 152 protocollen, netwerk 35 Proxyserverinstellingen 37 R Rendering intent 106 Reparatie door klant 200 rolbescherming [T1500] 83 rol papier laden op as 50 plaatsen 52 verwijderen 55 Rolwisselopties [T1500] 24 S schijf wissen 147 secure file erase (bestanden veilig verwijderen) 146 slaapstand 12 snijder Aan/uit 64 Snijlijnen [T1500] 80 software 12 software-update 145 specificaties afdrukken per e-mail 205 afdrukresolutie 203 akoestische