HP DesignJet T2500 Multifunction-serie Gebruikershandleiding
© Copyright 2015 HP Development Company, L.P. 2 Wettelijke kennisgevingen Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Adobe®, Acrobat®, Adobe Photoshop® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De enige garanties voor HP-producten en -diensten worden vermeld in de specifieke garantieverklaring bij dergelijke producten en diensten. Geen enkele bepaling in dit document mag worden geïnterpreteerd als een aanvullende garantie.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ....................................................................................................................................................... 1 Veiligheidsmaatregelen ........................................................................................................................................ 2 HP Start-Up Kit .......................................................................................................................................................
Account-id vereisen ............................................................................................................................................. 34 Voorkeuren voor Windows-drivers instellen ...................................................................................................... 35 4 Netwerkconfiguratie ................................................................................................................................... 36 Inleiding ................................
Papierpresets ...................................................................................................................................................... 67 Informatie afdrukpapier ...................................................................................................................................... 67 Papier afsnijden ...................................................................................................................................................
13 Kleur management .................................................................................................................................. 108 Inleiding ............................................................................................................................................................. 109 Hoe kleuren worden weergegeven ...................................................................................................................
De firmware bijwerken ...................................................................................................................................... 156 De software bijwerken ...................................................................................................................................... 157 Printeronderhoudspakketten ...........................................................................................................................
De hele afbeelding is wazig of korrelig ............................................................................................................. 194 Het papier is niet vlak ........................................................................................................................................ 194 De afdruk heeft veegvlekken of krassen .......................................................................................................... 195 Inktvlekken op het papier .................
Verticale zwarte strook van 20 cm breed ......................................................................................................... 222 De scanner beschadigt sommige originelen ..................................................................................................... 223 Volledig verkeerde kleuren ............................................................................................................................... 223 Verticale vervorming ...................................
28 HP Customer Care .................................................................................................................................... 250 Inleiding ............................................................................................................................................................. 251 HP Professional Services ................................................................................................................................... 251 HP Proactive Support .
1 NLWW Inleiding ● Veiligheidsmaatregelen ● HP Start-Up Kit ● Over deze handleiding ● Printermodellen ● De belangrijkste onderdelen van de printer ● Belangrijkste printeronderdelen ● Voorpaneel ● Printersoftware ● Afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● In- en uitschakelen van printer ● De interne afdrukken van de printer 1
Veiligheidsmaatregelen Neem altijd de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen hieronder in acht om de printer veilig te gebruiken. Voer geen andere bewerkingen of procedures uit dan degene die beschreven worden in dit document, omdat dit kan resulteren in de dood, ernstig lichamelijk letsel of brand. Aansluiting van stroom ● Gebruik de stroomspanning die op het label staat vermeld. Voorkom dat het stopcontact van de printer overbelast raakt door meerdere apparaten.
● Als de inwendige onderdelen van de printer worden aangeraakt door metaal of vloeistof (buiten reinigings- en onderhoudswerkzaamheden om) ● Tijdens onweer ● Tijdens een stroomstoring ● Het netsnoer of de stekker is beschadigd ● Iemand heeft de printer laten vallen ● De printer functioneert niet als normaal HP Start-Up Kit De HP Start-Up Kit is de dvd die bij de printer wordt geleverd. De dvd bevat koppelingen naar de software en documentatie van de printer.
● Omgaan met inktpatronen en printkop op pagina 141 ● Printeronderhoud op pagina 154 Probleemoplossing Deze hoofdstukken helpen u bij het oplossen van problemen die zich bij het printen kunnen voordoen en bevatten de volgende onderwerpen.
NLWW Volledige naam Korte naam HP DesignJet T2500 PostScript eMultifunction T2500 PS HP DesignJet T2530 Multifunction T2530 HP DesignJet T2530 PostScript Multifunction T2530 Printermodellen 5
De belangrijkste onderdelen van de printer Uw printer is een kleuren-inkjetprinter ontworpen voor het afdrukken van hoge kwaliteit afbeeldingen op papier van maximaal 914 mm breed, met een geïntegreerde kleurenscanner die afbeeldingen kan scannen tot 914 mm breed en 7 m lang.
Belangrijkste printeronderdelen De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer. Vooraanzicht NLWW 1. Scanner 2. Printkop 3. Stapelaar 4. Voorpaneel 5. Inktpatronen 6. Mand 7. Lagere rolklep 8.
Achteraanzicht 8 1. Aan/uit-schakelaar 2.
Communicatiepoorten 1. Gigabit Ethernet-poort, voor aansluiting op een netwerk 2. Diagnostische LED's, voor gebruik door servicemonteurs 3. Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden met een USB-flashstation Voorpaneel Het voorpaneel bevindt zich rechts vooraan op de printer. Het geeft u volledige controle over uw printer: vanuit het voorpaneel kunt u afdrukken, informatie bekijken over de printer, printerinstellingen wijzigen, kalibraties en tests uitvoeren, enzovoort.
1. Een Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden van een USB-flashstation, waarmee bestanden kunnen worden geleverd voor afdrukken of een bestemming voor gescande bestanden. Als weergegeven op het startscherm een USB-flashstation is geplaatst, wordt er een USB-pictogram van het voorpaneel. 2. Het voorpaneel zelf: een aanraakgevoelig scherm met een grafische gebruikersinterface. 3. Luidsprekers. 4. De Aan/uit-knop waarmee u de printer in en uit kunt schakelen.
● Druk op om het huidige proces te annuleren. ● Druk op om de e-mailinbox van de printer te bekijken. Dynamische pictogrammen beginscherm De volgende items worden alleen op het beginscherm weergegeven. ● Druk op om naar het informatiescherm te gaan, waar u informatie kunt bekijken over de printer- en scanstatus, printerinstellingen kunt wijzigen of acties kunt starten, zoals het laden van papier of het vervangen van inktvoorraden. ● Druk op om papier uit de scanner te verwijderen.
Informatiescherm Druk op op het beginscherm om bij het informatiescherm te komen. Dynamische pictogrammen van informatiescherm ● Druk op voor informatie over de papierstatus. ● Druk op voor informatie over de status van de inktcartridges. ● Druk op voor informatie over de printkopstatus. ● Druk op voor informatie over de netwerkstatus. ● Druk op voor een lijst met waarschuwingen. ● Druk op voor informatie over de printer.
Printersoftware De volgende software wordt bij uw printer geleverd: ● Printerdrivers ● Met de geïntegreerde webserver en (als alternatief) de HP Utility kunt u: ◦ De printer beheren vanaf een externe computer (hiervoor wordt de geïntegreerde webserver aanbevolen) ◦ De status van de inktpatronen, de printkop en het papier bekijken ◦ De printerfirmware bijwerken, zie De firmware bijwerken op pagina 156 ◦ Kalibraties uitvoeren en problemen oplossen ◦ Afdruktaken verzenden ◦ De taakwachtrij behere
Voor afdrukken met Android installeert u de HP Print Service-app vanuit Google Play (als deze nog niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat). Zie http://www.hp.com/go/designjetmobility voor meer informatie. In- en uitschakelen van printer De normale en aanbevolen manier om de printer in en uit te schakelen is met de aan/uit-toets op het voorpaneel.
● ● NLWW ◦ IIlustratiedemo afdrukken ◦ Renderingdemo afdrukken ◦ GIS-map afdrukken Afdrukken met gebruikersinformatie ◦ gebruiksrapport toont schattingen van het totale aantal afdrukken, aantal afdrukken per papiertype, aantal afdrukken per printkwaliteitoptie, aantal scans, en de totale hoeveelheid inktgebruik per kleur (de nauwkeurigheid van deze schattingen kan niet worden gegarandeerd) ◦ HP-GL/2-palet geeft de kleur- of grijstintdefinities in het momenteel geselecteerde kleurenpalet weer ◦
2 16 De software installeren ● De printer op het netwerk aansluiten ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Windows) ● De printersoftware verwijderen (Windows) ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Mac OS X) ● De printersoftware verwijderen (Mac OS X) Hoofdstuk 2 De software installeren NLWW
De printer op het netwerk aansluiten De printer kan zichzelf voor de meeste netwerken configureren op een manier die vergelijkbaar is met elke andere computer op hetzelfde netwerk. De eerste keer dat u verbinding maakt kan het proces enkele minuten in beslag nemen. Zodra de printer een werkende netwerkconfiguratie heeft, kunt u het netwerkadres controleren vanaf het , daarna op .
OPMERKING: IPv4-adres. Met typisch IPv6-gebruik heeft uw printer meerdere IPv6-adressen, maar heeft het maar één TIP: Het wordt aanbevolen om een naam toe aan de printer te geven. U kunt dit vanaf het voorpaneel of (gemakkelijker) vanaf de geïntegreerde webserver doen. TIP: Het is meestal makkelijker om IPv4 te gebruiken tenzij u de IPv6 specifiek nodig hebt.
4. Druk op de knop Install Software en kies uw printer uit de lijst van netwerkprinters die verschijnt, indien nodig aan de hand van het IP-adres. Als uw computer geen printers vindt op het netwerk, dan wordt het venster Printer Not Found getoond, dat u helpt uw printer te vinden. Indien er een firewall actief is moet u deze mogelijk tijdelijk uitschakelen zodat de printer gevonden kan worden. U hebt ook de optie om de printer te zoeken op hostnaam, IP-adres of MAC-adres.
5. Wanneer de software is geïnstalleerd, wordt de HP Printer Setup Assistant (HP-assistent voor printerconfiguratie) automatisch gestart en wordt er een verbinding met de printer ingesteld. Volg de instructies op het scherm. 6. Zoek wanneer u bij het scherm Select Printer (Printer selecteren) komt de mDNS-servicenaam van uw printer op (die u hebt genoteerd bij stap 1) in de kolom Printernaam.
3 NLWW Installatie van de printer ● Inleiding ● Webservices instellen ● Handmatige configuratie webservices ● Configureer een scan-naar-netwerk of scannen-naar-FTP-map ● Papiersoortopties ● Nesten in- en uitschakelen ● Gebruiksinformatie in- en uitschakelen ● E-mailmeldingen in- en uitschakelen ● Meldingen in- en uitschakelen ● Toegang tot de printer beheren ● Account-id vereisen ● Voorkeuren voor Windows-drivers instellen 21
Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft verschillende printerinstellingen die de printerbeheerder kan beheren zodra de printer is opgezet en klaar voor gebruik is.
● Internetverbinding: De standaardwaarde is Ja. ● Proxy > Proxy inschakelen: Een proxyserver in- of uitschakelen. ● Proxy > Proxyadres: Voer het proxyadres in, dit is standaard leeg. ● Proxy > Proxypoort: Voer het proxypoortnummer in, dit is standaard nul. ● Proxy > Proxyverificatie: Verificatie in- of uitschakelen. ● Proxy > Fabrieksinstellingen herstellen: Terug naar de initiële standaardinstellingen.
● Rol: Kies tussen Roll 1, Roll 2 en papier besparen wat automatisch de smalste rol kiest waar de afdruk op past. ● HP ePrint Center-taken: Kies tussen In de wacht en Direct afdrukken. Standaard staan de taken van de cloud On hold. Als u Direct print kiest, vraagt het voorpaneel niet om toestemming voor afdrukken. Configureer een scan-naar-netwerk of scannen-naar-FTP-map Een gescande afbeelding kan worden opgeslagen op een USB-flashstation in een netwerkmap of een FTPmap.
U kunt ook in de HP Utility het tabblad Instellingen selecteren en vervolgens Scannen naar netwerk. Zie Open de HP Utility. op pagina 49. 2. Op de pagina Scannen naar netwerk klikt u op Mapdetails toevoegen, en vult u de verschillende velden in. ● Protocol kan FTP of CIFS zijn (Windows). ● Type map kan openbaar of privé zijn. Het type map wordt zowel in de geïntegreerde webserver als op het voorpaneel weergegeven door middel van een pictogram.
u het IPv4-adres gebruiken in plaats van de naam van de externe computer. Op IPv6-netwerken wordt het IPv4-adres ook ondersteund. Voor een FTP-map, voert u de servernaam, mapnaam, gebruikersnaam en het wachtwoord in. Laat het gebruikersdomein leeg. 3. Klik op Toevoegen om de configuratie op te slaan. OPMERKING: Als het product reeds is geconfigureerd voor scannen naar het netwerk en u wilt nu een andere gedeelde map gebruiken, klik dan op Wijzigen. 4.
NLWW 5. Schakel het vakje Deze map delen in. 6. Controleer of de 'scannergebruiker' volledige lees-/schrijfbevoegdheden heeft voor de gedeelde map. Hiervoor klikt u op Machtigingen en verleent u Volledig beheer aan de gebruiker (of aan de betreffende groep waar de gebruiker deel van uitmaakt).
7. Als het venster Eigenschappen voor uw map een tabblad Beveiliging bevat, moet u dezelfde gebruiker ook Volledig beheer toekennen voor de map in het tabblad Beveiliging. Slechts enkele bestandssystemen zoals NTFS vereisen dit. De 'scannergebruiker' heeft nu toegang tot de map en kan bestanden in de map opslaan. Vervolgens moet u de printer configureren om scans naar de map te verzenden. Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap maken onder Mac OS 28 1.
6. Schakel het vakje Deel bestanden en mappen via SMB in en zorg ervoor dat de 'scannergebruiker' is aangevinkt in de kolom Aan. 7. Klik op Gereed. U ziet nu dat het delen van bestanden en Windows delen zijn ingeschakeld. De 'scannergebruiker' heeft nu toegang tot de map en kan bestanden in de map opslaan. Vervolgens moet u de printer configureren om scans naar de map te verzenden.
● Druk op , dan op , vervolgens op Configuratie > Taakbeheer > Papier komt niet overeen met actie > Toch afdrukken als u wilt dat zulke taken worden afgedrukt ongeacht welk papier is geladen. Dit is de standaardoptie bij het afdrukken van een softwaretoepassing van de geïntegreerde webserver; maar het werkt niet tijdens het afdrukken vanaf een USB-flashdrive.
In elk geval hebt u de volgende mogelijkheden: ● ● ● Om toe te laten dat pagina's zijn genest in de volgorde dat ze naar de printer worden gestuurd. De geneste pagina's worden afgedrukt als ze aan de volgende drie voorwaarden voldoen: ◦ De volgende pagina past niet op dezelfde rij als de andere pagina's die al zijn genest. ◦ Er werd geen pagina naar de printer verzonden tijdens de gespecificeerde wachttijd.
● SMTP-server: het IP-adres van de server voor uitgaande e-mail (SMTP), die alle uitgaande emailberichten van de printer verwerkt. Als de mailserver verificatie vereist, kunt u geen emailmeldingen instellen. ◦ Het e-mailadres van de printer. elk e-mailbericht dat door de printer wordt verzonden, moet een retouradres bevatten. Dit hoeft geen echt, functioneel e-mailadres te zijn maar het moet wel uniek zijn, zodat de ontvangers van het bericht kunnen zien door welke printer het is verzonden.
U kunt alerts volledig uitschakelen door het vakje voor "Toon status monitor in menubalk" uit te vinken in het tabblad Meldingen van het venster Voorkeuren HP Printer Monitor. Als u dit vakje geselecteerd laat maar het vakje "Mij laten weten wanneer er een alert verschijnt" leeg laat (zoals hieronder), dan zijn de alerts beschikbaar in HP Printer Monitor, maar verschijnen ze niet in het dockscherm.
● De configuratie van automatische firmware-updates wijzigen ● Het automatisch downloaden en installeren van automatische firmware-updates in- of uitschakelen ● Een eerdere versie van de firmware herstellen ● Fabrieksinstellingen herstellen OPMERKING: Het beheerderswachtwoord kan alleen tekens bevatten die op het schermtoetsenbord op het voorpaneel verschijnen. Als een nieuw wachtwoord met de geïntegreerde webserver ingesteld, wijst het tekens af die niet verschijnen in de beperkte tekenset.
● In de HP Designjet Utility voor Windows: vanuit het tabblad Beheerder, selecteert u Printerinstellingen > Telgegegevens > Account-id vereisen. ● In de HP Utility voor Mac OS X: selecteer achtereenvolgens Configuratie > Printerinstellingen > Printerinstellingen configureren > Telgegevens > Account-id vereisen. Als deze instelling wordt ingeschakeld, wordt het id-veld verplicht en afdruktaken zonder id-account worden in de wachtrij geplaatst om te 'wachten op account'.
4 36 Netwerkconfiguratie ● Inleiding ● Correcte werking controleren ● Netwerkinstellingen vooraf configureren indien nodig ● De printer aan uw netwerksysteem toevoegen ● Probleemoplossing ● Netwerkparameters opnieuw instellen ● Configuratie netwerkprotocollen ● Menu-items van het voorpaneel ● Geïntegreerde services ● Ondersteunde netwerkprotocollen Hoofdstuk 4 Netwerkconfiguratie NLWW
Inleiding De printer heeft een enkele RJ-45-verbindingspoort voor een netwerkverbinding. Om te voldoen aan de Class B-limieten is het gebruik van beschermde I/O-kabels vereist. De geïntegreerde Jetdirect-printserver ondersteunt verbinding met netwerken compatibel met IEEE 802.3 10Base-T Ethernet-, IEEE 802.3u 100Base-TX Fast Ethernet en 802.3ab 1000Base-T Gigabit Ethernet.
● Voorpaneel ● Geïntegreerde webserver ● U kunt een geavanceerde configuratiemethode gebruiken, zoals BOOTP, DHCP, Telnet of de opdrachten arp en ping. Zie voor instructies de HP Jetdirect Print Servers Administrator’s Guide (Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers) voor uw printservermodel. Nadat de printer met netwerkinstellingen is geconfigureerd, worden de configuratiewaarden opgeslagen en onderhouden, ook nadat deze opnieuw wordt in- en uitgeschakeld.
● Beide ledlampjes zijn uit. ● LAN Error - Loss of Carrier (LAN-fout - Verbinding verbroken) wordt weergegeven op de IOconfiguratiepagina. Als een verbindingsfout wordt weergegeven die niet de oorzaak van het probleem is, probeert u het volgende: ● Controleer de kabelaansluitingen. ● De verbindingsinstelling handmatig configureren om overeen te komen met de poortconfiguratie van de netwerkhub of switch. Voor handmatige configuratiemethoden zie Verbindingsconfiguratiemethoden op pagina 39.
● Voorpaneel ● Geïntegreerde webserver ● De Telnet-interface, via een systeemopdrachtprompt ● Een TFTP-configuratiebestand (Trivial File Transfer Protocol) dat is gedownload, bijvoorbeeld van een BootP- of DHCP-server ● netwerkmanagementhulpmiddelen zoals HP Web Jetadmin Netwerkparameters opnieuw instellen Netwerkparameters (bijvoorbeeld het IP-adres) kan opnieuw worden ingesteld naar fabriekswaarden door een harde reset: schakel de printer uit en vervolgens weer in Na een harde reset moet u een I
Menu-items van het voorpaneel Menu-item Submenu-item TCP/IP Hostnaam IPV4 Settings (IPv4instellingen) Submenu-item Waarden en beschrijving Een alfanumerieke tekenreeks van maximaal 32 tekens die wordt gebruikt voor de identificatie van het apparaat. Deze naam staat op de configuratiepagina van HP Jetdirect. De standaardhostnaam is NPIxxxxxx, waarbij xxxxxx staat voor de laatste zes cijfers van het adres van de LAN-hardware (MAC).
Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Handmatige instellingen (Alleen beschikbaar als Configuratiemethode is ingesteld op Handmatig) Parameters rechtstreeks configureren vanaf het configuratiescherm van de printer: IP-adres: Het unieke IP-adres van de printer (n.n.n.n). Subnet Mask (Subnetmasker): Het subnetmasker voor de printer (n.n.n.n). Syslog-server: Het IP-adres van de syslog-server (n.n.n.n) wordt gebruikt voor de ontvangst en de opslag van syslog-berichten.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Address (Adres) Met dit item kunt u handmatig een IPv6-adres configureren. Handmatige instellingen: Gebruik het menu Handmatige instellingen voor het inschakelen en handmatig configureren van een TCP/IPv6-adres. Inschakelen: Selecteer dit item en kies Aan voor het inschakelen van handmatige configuratie, of Uit voor het uitschakelen van handmatige configuratie.
Menu-item Security (Beveiliging) Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Proxy Port (Proxypoort) Typ het poortnummer dat door de proxyserver wordt gebruikt voor de ondersteuning van clients. Het poortnummer identificeert de poort die is gereserveerd voor proxyactiviteit op het netwerk en kan een waarde hebben tussen 0 en 65535. Sec-pagina afdrukken Ja: Drukt een pagina af met de huidige IPsecbeveiligingsinstellingen van de HP Jetdirect-printserver.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Veiligheid herstellen Waarden en beschrijving Geef op of de huidige beveiligingsinstellingen van de printserver worden opgeslagen of worden hersteld naar de fabrieksinstellingen. Nee (standaard): De huidige beveiliginginstellingen blijven geldig. Ja: Beveiligingsinstellingen zijn teruggezet naar de fabrieksinstellingen. Verbindingssnelheid De verbindingssnelheid en communicatiemodus van de printserver moeten overeenkomen met die van het netwerk.
● ● ◦ SNMP-agenten (v1, v2c, v3) ◦ Bonjour (voor Mac OS X) ◦ File Transfer Protocol (FTP) ◦ WS Discovery (Microsoft Web Services) ◦ HP geïntegreerde webserver, HTTP (TCP-poort 80) ◦ HP geïntegreerde webserver, HTTPS (TCP-poort 443) ◦ IP-beveiliging (IPsec) Afdrukken ◦ Onbewerkte IP-afdrukken (eigendom van HP, TCP-poorten 9100, 9101, 9102) ◦ LPD-afdrukken (TCP-poort 515) ◦ IPP-afdrukken (TCP-poort 631) ◦ FTP-afdrukken (TCP-poorten 20, 21) ◦ WS Print (Microsoft Web Services) Security
Ondersteunde netwerkprotocollen Typische netwerkafdrukomgevingen TCP/IPv4 (Afdrukken via directe modus) Microsoft Windows XP, Windows Server 2003 en latere versies van Windows Microsoft Terminal Server en Citrix Metaframe-omgevingen UNIX en Linux, inclusief: HP HP-UX, Sun Microsystems Solaris (alleen SPARC-systemen), IBM AIX, HP MPE-iX, RedHat Linux en SuSE Linux LPR-/LPD-systemen (Line Printer Daemon, conform RFC 1179) Internet Printing Protocol (IPP) File Transfer Protocol-afdrukken (FTP) TCP/IPv6 Mi
5 48 De printer personaliseren ● De taal voor het voorpaneel wijzigen ● Open de HP Utility.
De taal voor het voorpaneel wijzigen U kunt op twee manieren een andere taal voor de menu's en berichten op het voorpaneel selecteren. ● Als u de huidige taal op het voorpaneel begrijpt, drukt u op , dan op , vervolgens op Installatie > Voorpaneelopties > Language. ● Als u de huidige taal op het voorpaneel niet begrijpt, zet u de printer uit. Druk op de Aan/uit-knop om de printer in te schakelen. Zodra er pictogrammen verschijnen op het voorpaneel, drukt u , en .
Om de geïntegreerde webserver op een willekeurige computer te gebruiken, opent u de webbrowser en voert u het IP-adres van de printer in. U ziet het IP-adres van uw printer op het voorpaneel wanneer u op en vervolgens drukt. De geïntegreerde webserver is ook toegankelijk vanuit de HP Designjet Utility of de HP Utility. Als u deze instructies hebt opgevolgd maar geen toegang hebt tot de geïntegreerde webserver, gaat u naar Geen toegang tot geïntegreerde webserver op pagina 242.
Het luidsprekervolume instellen Als u het volume van de luidspreker van de printer wilt wijzigen, drukt u op het voorpaneel achtereenvolgens op , , Setup > Front panel options > Luidsprekervolume en selecteer Off, Low of High (uit, zacht of hard). De helderheid van het voorpaneeldisplay wijzigen Wanneer u de helderheid van het voorpaneeldisplay wilt wijzigen, drukt u op , vervolgens op , Setup > Front Panel Options > Helderheid beeldscherm en selecteert u een waarde door de schuifbalk te verplaatsen.
● Domeinnaam: Geef de naam op van het DNS-domein waarin de printer zich bevindt (bijvoorbeeld support.hp.com). OPMERKING: De domeinnaam bevat niet de hostnaam: het is niet de volledige domeinnaam, zoals bijvoorbeeld printer1.support.hp.com. ● Time-out voor inactiviteit: Geef de tijd op dat een inactieve verbinding is toegestaan om open te blijven als een computer op afstand aan het wachten is voor de printer. De standaardwaarde is 280 seconden.
● Selecteer TIFF alleen als u een bestand van dat type rechtstreeks naar de printer verzendt, zonder langs een printerdriver te gaan (alleen PostScript-printers). ● Selecteer JPEG alleen als u een bestand van dat type rechtstreeks naar de printer verzendt, zonder langs een printerdriver te gaan (alleen PostScript-printers). U kunt er ook voor kiezen om de grafische taalinstelling vanuit het voorpaneel te wijzigen. Druk , , Instellen > Afdrukvoorkeuren > Grafische taal.
6 54 Papiertoevoer ● Algemeen advies ● Een rol op de as plaatsen ● Rollen in de printer laden ● Een papierrol verwijderen ● Eén vel laden ● De stapelaar ● De mand ● Informatie over het papier bekijken ● Papierpresets ● Informatie afdrukpapier ● Papier afsnijden ● Onderhoud papier ● De droogtijd wijzigen ● De ophaaltijd wijzigen ● De automatische snijder aan- en uitzetten ● Het papier invoeren en afsnijden Hoofdstuk 6 Papiertoevoer NLWW
Algemeen advies VOORZICHTIG: Zorg dat er genoeg ruimte is rondom uw printer, aan de voor- en achterkant, voordat u het papierlaadproces start. U heeft ten minste voldoende ruimte achter de printer nodig om de mand volledig te openen. VOORZICHTIG: Zorg dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat de printer verplaatst. VOORZICHTIG: Al het papier moet (11 inch) of langer zijn. A4-papier en papier op Letter-formaat kan niet in liggende positie geladen worden.
Een rol op de as plaatsen 1. Open de klep van de rol. 2. Verwijder het zwarte uiteinde van de as van de printer en vervolgens het blauwe uiteinde. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u het zwarte uiteinde eerst verwijdert. Als u het blauwe uiteinde als eerste verwijdert kunt u het zwarte uiteinde beschadigen. WAARSCHUWING! Plaats uw vingers niet in de assteunen tijdens het verwijderen.
3. De as heeft aan de uiteinden een stop. De blauwe stop kan langs de as bewegen en heeft een vergrendeling om het op zijn plaats te houden. Ontgrendel en verwijder de blauwe stop van het einde van de as. 4. Als er al een rol of kern op de as zit, verwijder deze dan. 5. Als de rol lang is, leg deze dan horizontaal op een tafel en steek de as erin. TIP: 6. Het kan zijn dat u een grote rol met twee personen moet laden. Schuif de nieuwe rol op de as. Zorg dat u het papier zoals in de figuur houdt.
7. Plaats de blauwe stop op het open einde van de as en duw het richting het einde van de rol. 8. Zorg ervoor dat de blauwe stop er zo ver mogelijk in is geduwd als mogelijk is, totdat beide einden tegen de stoppen zitten en vergrendel deze vervolgens. Als u regelmatig van papiertype verandert, kunt u de rollen sneller vervangen door verschillende typen rollen vooraf op verschillende assen te plaatsen. Extra assen kunnen afzonderlijk worden aangeschaft, zie Benodigdheden en accessoires op pagina 171.
Als de rol die u hebt geselecteerd al is geladen, moet u wachten totdat deze automatisch is verwijderd. 2. Als u rol 1 gaat laden terwijl rol 2 al is geladen, dan wordt rol 2 naar de standby-positie teruggebracht zodat hierop kan worden afgedrukt zonder opnieuw te laden (en omgekeerd). OPMERKING: Als u de rolkleppen opent terwijl die rol is geladen maar niet aan het afdrukken is, wordt de rol automatisch verwijderd en moet u deze opnieuw laden de volgende keer dat u er op wilt afdrukken. NLWW 3.
6. Plaats de papierrand in de printer. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer. 7. Rol het papier de printer in totdat u weerstand voelt en het papier iets buigt. Als de printer papier detecteert, wordt dit automatisch ingevoerd. 8. Als de voorrand van het papier een barcode heeft, dan leest de printer deze en snijdt de barcode eraf waarop deze in de mand valt. 9.
10. Als de optie Informatie afdrukpapier is ingeschakeld, vraagt het voorpaneel u om de lengte van de rol te specificeren. Zie Informatie afdrukpapier op pagina 67. 11. Sluit de rolklep als het voorpaneel vraagt u dit te doen. OPMERKING: Als u bij het laden van papier onverwachte problemen ondervindt, gaat u naar Het lukt niet om het papier te laden op pagina 175.
2. Het kan zijn dat u de rolklep moet openen. Eén vel laden 1. Zorg ervoor dat beide rolkleppen gesloten zijn. Als een rolklep wordt geopend terwijl een vel is geladen, wordt het vel direct verwijderd. WAARSCHUWING! Laad het vel pas nadat u het laadproces vanaf het bedieningspaneel hebt gestart. 2. Druk op het voorpaneel op , dan op als het niet al is gemarkeerd, dan op het velpictogram, vervolgens op Load > Load sheet. U kunt ook achtereenvolgens op 3.
6. Lijn de linkerrand van het vel uit met de blauwe lijn aan de linkerkant van de printer. 7. Duw het vel in de printer totdat deze niet verder gaat. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer. 8. Leid het vel in de printer totdat de printer piept en aan het papier gaat trekken. 9. De printer controleert de uitlijning. 10. Als het vel niet goed is uitgelijnd, wordt het uitgeworpen en zult u het opnieuw moeten proberen.
1. Mand 2. Draaibare stapelaarklep 3. Stapelaar De printer snijdt het papier standaard na elke afdruktaak. Het resulterende vel geprint papier wordt netjes op de andere afgedrukte vellen gestapeld door de stapelaar. Ga voor de printer staan en haal de stapel afgedrukte vellen uit de stapelaar om de stapelaar te legen. De stapelaarklep kan opengaan tijdens dit proces. Zorg dat deze gesloten is nadat u de vellen verwijderd. Gewoonlijk zorgt de veer ervoor dat deze automatisch sluit.
● Als u de printer in de handmatige modus zet vanuit het voorpaneel, worden alle taken in de wachtrij in de wachtstand gezet voor de handmatige modus, en kunt u deze vanuit de wachtrij afdrukken. Wanneer u de handmatige modus verlaat, keren alle taken die nog in de rij staan terug naar hun eerdere status. OPMERKING: Als u de stapelaar opent om op de handmatige modus over te gaan, zet de stapelaarklep dan vast in de open positie. In de handmatige modus: NLWW ● U kunt maar één pagina per keer afdrukken.
● U kunt niet scannen of kopiëren omdat de stapelaarklep de scanner blokkeert. ● Als de printer in handmatige modus langer dan 15 minuten inactief wordt gelaten dan wordt de handmatige modus geannuleerd en wordt u geadviseerd om de stapelaar te sluiten. ● U kunt de handmatige modus verlaten vanuit het voorpaneel of door de stapelaar te sluiten.
● Het geselecteerde papiertype ● De status van de rol of het vel papier ● De breedte van het papier in millimeters (schatting) Dezelfde informatie wordt weergegeven op het tabblad overzicht van HP Designjet Utility voor Windows, tabblad Supplies en de HP Utility voor Mac OS X (Information group > Supplies Status). Papierpresets Elk ondersteund papiertype heeft zijn eigen kenmerken. Voor de beste afdrukkwaliteit past de printer de afdrukprocedure aan het gebruikte papiertype aan.
OPMERKING: De barcode en tekst die op de rol zijn afgedrukt alleen als de laad- en verwijderprocessen gestart zijn vanuit het papiermenu van het voorpaneel. OPMERKING: Deze optie werkt alleen met papier dat helemaal ondoorzichtig is. Dit kan verkeerd gaan bij transparante of doorschijnende papieren. Om de optie Papierinformatie afdrukken in te schakelen, gaat u naar het voorpaneel en drukt u op vervolgens op , , dan op Setup > Printing preferences > Paper options > Printing paper info.
VOORZICHTIG: Als de inkt niet droog is wanneer de afdruk wordt verwijderd, kan er inkt in de uitvoerlade overblijven en kunnen er vlekken op de afdruk ontstaan. OPMERKING: Als u de droogtijd tijdens een afdruk annuleert, zal de printer het papier mogelijk niet meteen afsnijden en doorvoeren vanwege printkoponderhoud dat gelijktijdig wordt uitgevoerd. Als de droogtijd nul is, wordt het papier gesneden en wordt daarna het printkoponderhoud uitgevoerd.
OPMERKING: Met fotopapier en gecoat papier moet zorgvuldig worden omgegaan, zie De afdruk heeft veegvlekken of krassen op pagina 195. TIP: 70 Om het papier te verplaatsen zonder te snijden, zie Papier afsnijden op pagina 68.
7 Werken met twee rollen De toepassingen van een printer met meer rollen Een printer met meer rollen kan om verschillende redenen handig zijn. ● De printer kan automatisch schakelen tussen verschillende papiertypes, afhankelijk van uw voorkeur. ● De printer kan automatisch schakelen tussen verschillende papierbreedtes, afhankelijk van uw voorkeur. Zo kunt u papier besparen door kleinere afbeeldingen op smaller papier af te drukken.
Hier volgen enkele instellingen die kunnen worden gebruikt in een aantal standaardsituaties. OPMERKING: De instellingen Type is en Bron is zijn in de printerdriver en de geïntegreerde webserver. Het Rolverwisselbeleid wordt ingesteld op het voorpaneel.
8 NLWW Afdrukken ● Inleiding ● Opslaan op een USB-flash-station ● Afdrukken vanaf een computer met de geïntegreerde webserver of HP Utility ● Afdrukken vanaf een computer met een printerdriver ● Geavanceerde afdrukinstellingen ● Afdrukken vanuit iOS met AirPrint 73
Inleiding Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken, afhankelijk van uw omstandigheden en voorkeuren. ● Druk een TIFF-, JPEG-, HP-GL/2-, RTL-, PDF- of PostScript-bestand direct af vanaf een flash-station. Zie Opslaan op een USB-flash-station op pagina 74. ● Drukt een bestand af dat al in de de afdrukwachtrij staat. Zie Taak uit afdrukwachtrij verwijderen op pagina 102.
● Met Handmatige-modus kunt u handmatig afdrukken met de stapelaar open voor deze taak (deze is standaard uitgeschakeld).
Druk op de knop Bestanden toevoegen om de bestanden op uw computer te selecteren die u wilt afdrukken. De bestanden moeten in één van de volgende indelingen zijn: ● HP-GL/2 ● HP RTL ● TIFF ● JPEG ● PDF (alleen PostScript-printers) ● PostScript (alleen PostScript-printers) OPMERKING: Als u een bestand afdrukt moet het bestand in een van de indelingen hierboven zijn, maar de naam kan een andere extensie hebben zoals .plt of .prn.
Als u een aantal niet-standaardinstellingen hebt gekozen en deze groep instellingen wilt hergebruiken in de toekomst, kunt u ze allemaal opslaan onder een enkele naam vanuit het tabblad Voorinstellingen beheren en ze later weer terugvinden onder die naam. Afdrukken vanaf een computer met een printerdriver Dit is de traditionele manier van afdrukken vanaf een computer.
U kunt opties voor de afdrukkwaliteit op de volgende manieren selecteren: ● In het dialoogvenster van de Windows-driver: ga naar het tabblad Papier/kwaliteit en kijk naar het gedeelte Print Quality (Afdrukkwaliteit). Als u Standaardopties selecteert, verschijnt er een eenvoudige schuifbalk waarmee u kunt kiezen voor snelheid of kwaliteit. Als u Aangepaste opties selecteert, ziet u de specifiekere opties die hierboven worden beschreven.
Gebruik de Windows-printerdriver 1. Selecteer het tabblad Papier/Kwaliteit. 2. Klik op de knop Aangepast. 3. Voer de naam en afmetingen van uw nieuwe papierformaat in. 4. Druk op OK. Het nieuwe papierformaat wordt automatisch geselecteerd. Een aangepast papierformaat dat op deze manier wordt gemaakt, heeft de volgende eigenschappen: ● Het papierformaat is permanent. Het verdwijnt niet wanneer de driver wordt afgesloten of wanneer de computer wordt uitgeschakeld.
● Als een printerwachtrij wordt gedeeld vanaf een andere computer, dan verschijnt het papierformaat niet in de papierformatenlijst van de driver. Er moet een Windows-formulier in een gedeelde wachtrij worden aangemaakt op de server. ● Als de afdrukwachtrij wordt verwijderd, dan wordt het papierformaat niet verwijderd. Met de printerdriver voor Mac OS X: 1. ga naar het dialoogvenster Pagina-instelling. OPMERKING: Afdrukken. 2.
wordt deze vergroting automatisch toegepast. Als u Handmatig in toepassing selecteert, moet u een aangepast paginaformaat selecteren dat net iets groter is dan wat u wilt afdrukken. Zie ook Zonder marges afdrukken op pagina 84.
hebt geselecteerd en u een A4-afbeelding afdrukt, wordt deze vergroot tot de afmetingen van de A2-pagina. Als u het papierformaat ISO A3 hebt geselecteerd, verkleint de printer een grotere afbeelding tot A3-afmetingen. ◦ ● De optie Percentage van werkelijke formaat vergroot het afdrukbare gebied van het oorspronkelijke papierformaat (de pagina met aftrek van de marges) met het aangegeven percentage en voegt vervolgens de marges toe om het formaat van het uitvoerpapier te maken.
Een concept afdrukken U kunt op de volgende manieren snel een afdruk van conceptkwaliteit maken: ● In het dialoogvenster van de Windows-driver: ga naar het tabblad Papier/kwaliteit en kijk naar het gedeelte Print Quality (Afdrukkwaliteit). Verplaats de schuifbalk van de afdrukkwaliteit helemaal naar links ('Speed': snelheid). ● In het afdrukdialoogvenster in Mac OS X: ga naar het paneel Papier/kwaliteit en verplaats de schuifbalk voor de afdrukkwaliteit helemaal naar links ('Speed': snelheid).
TIP: Voor afdrukken met de hoogste kwaliteit op fotopapier, zieHandmatig afdrukken met de stapelaar open op pagina 64. Als u een afbeelding met hoge resolutie hebt Als uw afbeelding een hogere resolutie heeft dan de renderingresolutie (dit is te zien in het vak voor aangepaste afdrukkwaliteit in Windows), dan kan de scherpte van de afdrukkwaliteit worden verbeterd door de optie Maximale Details. Deze optie is alleen beschikbaar als u afdrukt op fotopapier en als u de afdrukkwaliteit Hoog hebt geselecteerd.
● In het dialoogvenster van de Windows-driver: selecteer het tabblad Paper/Quality en druk op de knop Margins/Layout. Selecteer vervolgens Zonder randen. ● In het dialoogvenster voor pagina-instelling in Mac OS X: selecteer een papierformaatnaam die de woorden 'geen marges' bevat. Selecteer vervolgens in het dialoogvenster Afdrukken, Marges/opmaak > Zonder randen. OPMERKING: Afdrukken.
Om snijlijnen af te drukken bij een geneste taak (zie Taken nesten om rolpapier te besparen op pagina 86), moet u een andere optie kiezen: ● Via de geïntegreerde webserver: selecteer Setup > Printer settings > Job management > Snijlijnen toepassen als nesten is ingeschakeld > Aan. ● Via het voorpaneel: druk achtereenvolgens op , , Instellen > Taakbeheer > Nest-opties > Snijlijnen inschakelen > Aan.
Wanneer probeert de printer pagina's te nesten? Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan: ● De printer bevat een papierrol, geen losse vellen. ● De optie Nesten van de printer is uitgeschakeld. Zie Nesten in- en uitschakelen op pagina 30. Welke pagina's kunnen worden genest? U kunt alle pagina's nesten, tenzij ze zo groot zijn dat er geen twee pagina's naast elkaar op de rol passen of tenzij er zoveel pagina's zijn dat ze niet op de resterende lengte van de rol passen.
Terwijl de printer op een time-out voor het nesten wacht, verschijnt de resterende tijd op het voorpaneel. Zuinig omgaan met inkt Hier volgt een aantal tips voor het besparen van inkt. ● Gebruik voor conceptafdrukken egaal papier en verplaats de schuifbalk voor afdrukkwaliteit helemaal naar links ('Speed': snelheid). Voor nog zuiniger gebruik, kunt u de opties Snel Economode selecteren. ● Reinig de printkop alleen als dit nodig is.
OPMERKING: Informatie over de overgebleven lengte is alleen beschikbaar als u de lengte van de rol hebt ingevoerd tijdens het laden, of als de printer de lengte van de rol van de afgedrukte barcode heeft gelezen. ● Laad twee rollen papier die geschikt zijn voor uw taken. Als de printer klaar is met een rol dan wordt automatisch overgeschakeld naar de andere. ● Controleer of het papier breed genoeg is voor alle taken.
● Probeer met een andere app te printen als u niet kunt printen met de app die u gebruikt. ● Om af te drukken drukt u op de pijl en dan op Print. Selecteer de naam van de printer uit de lijst die wordt weergegeven. ● Als u meer informatie nodig hebt, gaat u naar het voorpaneel van de printer en drukt u op , dan op , vervolgens op Setup > Connectivity > AirPrint connectivity > Help. Anders kunt u terecht op http://www.hp.com/go/airprint.
9 Bezig met scannen Papiersoorten geschikt voor scannen De scanner ondersteunt niet de volledige reeks papiersoorten die door de printer kunnen worden gebruikt. De volgende papiersoorten worden door de scanner ondersteund. ● Wit papier voor het scannen van een mat origineel afgedrukt met inkjet-technologie.
Scannen naar bestand 1. Plaats het vel met de bedrukte zijde omhoog (indien gewenst, kunt u het vel ook voor stap 1 plaatsen). Lijn het midden van het vel ongeveer uit met het midden van de scanner. Gebruik de markeringen voor het standaardformaat als hulpmiddel. OPMERKING: De maximale papierlengte die door de scanner kan worden verwerkt, is afhankelijk van de papierbreedte en de scanresolutie. Een waarschuwing wordt weergegeven als de maximale lengte wordt overschreden. OPMERKING: bestand. 2. 3.
● Op een USB-flashstation OPMERKING: Het gebruik van USB-flashstations in combinatie met uw printer is mogelijk uitgeschakeld in de geïntegreerde webserver (Setup > Beveiliging > USB-stations uitschakelen).
OPMERKING: Als u de instellingen op deze manier wijzigt, worden de gewijzigde instellingen toegepast op de huidige taak maar niet permanent opgeslagen. U kunt de meeste standaardinstellingen in het hoofdmenu wijzigen: druk op , en vervolgens op Scanvoorkeuren. 5. Als u tevreden bent over de scaninstellingen, drukt u op een willekeurige plaats op het scherm om terug te gaan naar de vorige pagina, en vervolgens drukt u op Start. 6.
10 Kopiëren Voordat u begint met kopiëren, zie Papiersoorten geschikt voor scannen op pagina 91. 1. Plaats het vel met de bedrukte zijde omhoog (indien gewenst, kunt u het vel ook voor stap 1 plaatsen). Lijn het midden van het vel ongeveer uit met het midden van de scanner. Gebruik de markeringen voor het standaardformaat als hulpmiddel. OPMERKING: De maximale papierlengte die door de scanner kan worden verwerkt, is afhankelijk van de papierbreedte en de scanresolutie.
4. Sommige van de standaard-kopieerinstellingen worden weergegeven. Druk op Instellingen om de volledige lijst met instellingen weer te geven, en controleer met name of de instelling Type papier overeenkomt met de papiersoort die u wilt scannen. ● Met Formaat kunt u de afdruk op twee verschillende manieren van grootte veranderen: naar een percentage van zijn originele formaat, of om op een bepaald papierformaat te passen. De standaardwaarde is 100% (het originele formaat).
11 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat NLWW ● Inleiding ● Afdrukken vanaf mobiele apparaten ● Afdrukken vanuit Apple iOS ● Afdrukken vanuit Android ● Afdrukken via e-mail (HP Print) ● Mobile printing 97
Inleiding U kunt afdrukken vanaf veel mobiele apparaten en vanaf bijna iedere locatie. Er zijn twee belangrijke methoden voor Mobile Printing: ● Direct afdrukken door verbinding te maken met hetzelfde netwerk ● Per e-mail afdrukken Afdrukken vanaf mobiele apparaten U kunt direct afdrukken vanuit het besturingssysteem van uw mobiele apparaat, als uw mobiele apparaat en de printer met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Zie http://www.hp.com/go/designjetmobility voor meer informatie.
Mobile printing Afdrukken vanuit OS (interne besturingssysteem) iPhone, iPad Afdrukken met AirPrint™ is eenvoudig, u hoeft er alleen maar voor te zorgen dat het apparaat en de printer op hetzelfde netwerk actief zijn en de onderstaande stappen te volgen. 1. Kies uw inhoud. Open het document of de foto die u wilt afdrukken, tik op de knop Share (Delen). 2. Selecteer het pictogram Print (Afdrukken).
12 Taakwachtrijbeheer ● De taakwachtrij in het voorpaneel ● De afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP Utility 100 Hoofdstuk 12 Taakwachtrijbeheer NLWW
De taakwachtrij in het voorpaneel Om de taakwachtrij op het voorpaneel weer te geven, drukt u op op het startscherm. U kunt Afdruk- en kopieertaken of Scantaken kiezen uit de tabbladen boven aan het scherm. Taakwachtrijpagina De taakwachtrijpagina geeft alle taken weer die beschikbaar zijn in de geselecteerde taakwachtrij. De wachtrij met afdruk- en kopieertaken bevat taken die worden ontvangen, geparseerd, weergegeven, afgedrukt en al zijn afgedrukt.
● Als u Na verwerking selecteert, wacht de printer met afdrukken tot de hele pagina is verwerkt. Dit is de traagste instelling maar zorgt voor de beste afdrukkwaliteit bij grote of complexe afdrukken. ● Als u Onmiddellijk selecteert, drukt de printer de pagina af naarmate deze wordt verwerkt. Deze instelling biedt de hoogste snelheid maar mogelijk stopt de printer na een halve pagina om gegevens te verwerken. Deze instelling wordt niet aanbevolen voor complexe afbeeldingen met vaste kleuren.
OPMERKING: Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, is dit vereist. Op dezelfde manier kunt u ook een taak verwijderen die nog niet is afgedrukt. Als de afdruktaak momenteel wordt afgedrukt (de status staat op printing), kunt u drukken op Annuleren en vervolgens op Verwijderen.
De afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP Utility De HP Utility zorgt voor een andere manier om toegang te krijgen tot de taakbeheerfaciliteiten van de geïntegreerde webserver, maar de faciliteiten zijn exact hetzelfde, of u nu de geïntegreerde webserver of HP Utility gebruikt. Om de afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver weer te geven, selecteert u Afdrukwachtrij in de HP Utility. Taakwachtrijpagina Standaard hebben alle gebruikers toegang tot de afdrukwachtrij.
OPMERKING: ● De handeling Verwijderen kan worden uitgeschakeld door een beheerder. Vernieuwen: Vernieuwt de pagina, waardoor de informatie wordt bijgewerkt. OPMERKING: De afdrukwachtrijpagina wordt niet automatisch bijgewerkt. Taakvoorbeeld De printer genereert een JPEG-bestand voor elke binnenkomende afdruktaak, die wordt weergegeven als een afdrukvoorbeeld. Een afdrukvoorbeeld is beschikbaar vanaf het moment dat de afdruktaak wordt verwerkt. OPMERKING: kan zorgen.
Taak boven aan afdrukwachtrij plaatsen U kunt een taak in de wachtrij selecteren en het de volgende maken die afgedrukt moet worden. Nadat u de taak selecteert, klikt u op Reprint. Als nesten is ingeschakeld, is de bovenaan geplaatste taak mogelijk nog genest met andere taken. Als u deze taak wilt loskoppelen en als volgende taak wilt afdrukken, moet u eerst nesten uitschakelen en vervolgens de taak boven aan de wachtrij plaatsen, zoals hierboven is beschreven.
● Onderbroken: De taak is verzonden met de optie wachten op voorbeeld en is onderbroken OPMERKING: Verzend geen taak met meer dan 64 pagina's voor voorbeeldweergave, dit kan ervoor zorgen dat de driversoftware crasht. OPMERKING: Als de printer vastloopt tijdens het afdrukken van een taak en de wachtrijfunctie is ingeschakeld, wordt de gedeeltelijk afgedrukte taak in de wachtrij weergegeven met de markering onderbroken wanneer de printer weer wordt ingeschakeld.
13 Kleur management ● Inleiding ● Hoe kleuren worden weergegeven ● Een samenvatting van het kleurbeheerproces ● Kleurkalibratie ● Kleurbeheer voor printerdrivers ● Kleurbeheer van printerdrivers (PostScript PS) ● Kleurbeheer via de geïntegreerde webserver ● Een kleurenfax verzenden met behulp van het voorpaneel ● Kleurbeheer en de scanner 108 Hoofdstuk 13 Kleur management NLWW
Inleiding Uw printer is ontworpen met geavanceerde hardware- en softwarefuncties om voorspelbare en betrouwbare resultaten te waarborgen. ● Closed-loop kalibratie voor consistente kleuren ● Eén grijze en twee zwarte inkten zorgen voor neutrale grijzen op alle papiertypes. ● De Photo Black-inkt zorgt voor pure zwarten als u op fotopapier afdrukt. ● Kleuremulatie van andere HP DesignJet-printers.
U kunt op elk moment de kleurkalibratiestatus van het huidig geladen papier controleren vanuit het voorpaneel: druk op , dan op , vervolgens op Onderhoud afdrukkwaliteit > Kalibratiestatus. De status wordt als volgt weergegeven: ● Aanbevolen: het papier is niet gekalibreerd. OPMERKING: Als er een update is van de firmware van uw printer dan wordt de kleurkalibratiestatus van alle papieren hersteld naar Aanbevolen.
3. De kaart wordt gescand en gemeten. 4. Met de metingen berekent de printer de benodigde correctiefactoren die het moet toepassen voor consistent kleurafdrukken op dat papiertype. Het berekent ook de maximumhoeveelheid van elke inkt die gebruikt kan worden op het papier. Kleurbeheer voor printerdrivers Kleurbeheeropties Het doel van kleurbeheer is de kleuren zo accuraat mogelijk op alle apparaten te reproduceren.
● In het dialoogvenster van de Windows-driver: Selecteer het tabblad Kleur. ● In het afdrukdialoogvenster in Mac OS X: ga naar het deelvenster Kleuropties. ● Met sommige applicaties u kunt deze keuze maken in de toepassing. Printeremulatie Als u een bepaalde taak wilt afdrukken en ongeveer dezelfde kleuren wilt zien die u zou krijgen met het afdrukken van dezelfde taak op een HP DesignJet-printer, kunt u de emulatiemodus van uw printer gebruiken.
De printer heeft verschillende aanpassingsmogelijkheden, afhankelijk van of u in kleur afdrukt of in grijstinten. Als u afdrukt in puur zwart-wit dan zijn er geen kleuraanpassingsopties. Afdrukken in kleur U kunt de kleuren van uw afdruk als volgt afstemmen. ● In het dialoogvenster van de Windows-driver: selecteer het tabblad Color en zorg ervoor dat het vak Advanced color adjustments is geselecteerd en druk dan op de knop Settings ernaast.
● In het afdrukdialoogvenster in Mac OS X: ga naar het paneel Kleuropties en selecteer Grijstinten uit de vervolgkeuzelijst. U kunt ook Pure Black and White selecteren als u alleen zwart-wit wilt, zonder grijstinten. ● Op de pagina voor taak indienen van de geïntegreerde webserver: selecteer Color, stel vervolgens Color/Grayscale in op Adrukken in grijstinten. U kunt ook Pure Black and White selecteren als u alleen zwart-wit wilt, zonder grijstinten.
HP Professional PANTONE Emulation Als u een PANTONE-kleur gebruikt in een afbeelding, verstuurt uw toepassing meestal een CMYK- of RGBbenadering van die kleur. De toepassing houdt echter geen rekening met de printer of het papier. Het produceert slechts een standaardbenadering van de PANTONE-kleur, die er anders uit zal zien op verschillende printers en op verschillende papieren.
● PSO Uncoated ISO12647-EC I is gebaseerd op de kenmerkgegevensset FOGRA47L.txt, toepasbaar op de volgende referentieafdrukvoorwaarden volgens de internationale standaard ISO 12647- 2:2004 en ISO 12647-2:2004/Amd 1:2007: commercieel en speciaal offset, papiertype 4, wit papier zonder coating, positieve platen, verhoging van toonwaardecurves C (CMY) en D (K), witte achtergrond. ● PSO LWC Improved-ECI is gebaseerd op de kenmerkgegevensset FOGRA45L.
● JMPA: Japanse standaard voor offsetpersen ● Toyo is bedoeld voor het genereren van kleurscheidingen van hoge kwaliteit op Toyo-drukpersen. ● DIC is bedoeld voor het genereren van kleurscheidingen van hoge kwaliteit op Dainippon Ink Companydrukpersen. OPMERKING: Deze opties hebben geen effect als de toepassing zijn eigen CMYK-ruimte definieert. In de PostScript-wereld wordt dit gekalibreerde CMYK of CIEBasedDEFG genoemd.
● Zwartpuntcompensatie: u kunt de zwartpuntcompensatie uit- of aanzetten. ● HP Professional PANTONE Emulation: u kunt HP Professional PANTONE-emulatie uit- of aanzetten. Rendering intent Rendering intent is een van de instellingen die worden gebruikt bij het uitvoeren van een kleurentransformatie. Zoals u wellicht weet, kan de printer mogelijk niet alle kleuren reproduceren die u wilt afdrukken.
● Kleur/Grijswaarden. u kunt kiezen om in kleur af te drukken, in grijstinten of in zwart-wit. Default (Standaard): In kleur afdrukken. ● Selecteer RGB-bronprofiel: u kunt kiezen uit een selectie van RGB-bronprofielen die herkend worden door de printer. Default (Standaard): sRGB. ● Printer emuleren: u kunt kiezen voor de emulatie van een andere HP DesignJet-printer. Default (Standaard): Off (geen printeremulatie).
14 Praktische afdrukvoorbeelden ● Afdrukken vanuit Adobe Acrobat ● Afdrukken vanuit Autodesk AutoCAD ● Afdrukken vanuit Adobe Photoshop ● Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office Zie voor afdrukvoorbeelden van HP DesignJet ePrint & Share http://www.hp.com/go/eprintandshare.
Afdrukken vanuit Adobe Acrobat 1. Verplaats in het Acrobat-venster de muiscursor naar linksonder in het documentendeelvenster totdat het documentformaat hier verschijnt. 2. Selecteer File > Print en zorg ervoor dat Page Scaling is ingesteld op None. OPMERKING: NLWW Het paginaformaat wordt niet automatisch geselecteerd volgens het documentformaat.
3. Druk op de knop Properties en selecteer het tabblad Paper/Quality. 4. Kies Documentformaat en de Afdrukkwaliteit die u wilt gebruiken. Als u een aangepast papierformaat wilt definiëren, druk op de knop Aangepast.
5. Selecteer het tabblad Layout/Output en dan Autorotate. 6. Klik op OK, en kijk of het afdrukvoorbeeld in het afdrukdialoogvenster juist lijkt. Afdrukken vanuit Autodesk AutoCAD 1. NLWW Het AutoCAD-venster kan een model of layout weergeven. Meestal wordt liever de layout afgedrukt dan het model.
2. Klik op het pictogram Winkelen onderaan het venster van. 3. Het venster TV wordt geopend. U kunt meerdere opties bekijken door te drukken op de ronde knop rechts onderin het venster.
NLWW 4. Druk op de knop Eigenschappen. 5. Selecteer het tabblad Apparaat- en documentinstellingen en druk op de knop Custom Properties.
6. In het tabblad Papier/kwaliteit selecteert u het type papier dat u wilt gebruiken en de afdrukkwaliteit (uw eigen keuze tussen hoge snelheid en hoge kwaliteit). 7. Druk op knop Marges/opmaak voor extra opmaakopties.
8. Als u van plan bent op een rol papier af te drukken dan moet u bepalen waar de printer het papier moet bijsnijden. In het tabblad Opmaak/Uitvoer, schakelt u de optie Automatische snijder uitschakelen in of uit en controleert u de optie Automatisch roteren, hetgeen kan voorkomen onnodig papier te gebruiken. 9. Druk op de knop OK en sla uw configuratiewijzigingen op als een PC3-bestand.
Afdrukken vanuit Adobe Photoshop 1. Selecteer in Photoshop CS5 File > Print, selecteer vervolgens uw printer en druk op Print Settings.
2. Kies uit de beschikbare documentformaten. Als u het formaat dat u wilt gebruiken niet kunt vinden, druk op de knop Custom. Voer de breedte, de lengte en de naam in van uw aangepaste formaat. Druk op de knoppen Opslaan en OK.
3. U kunt de standaardinstellingen voor papierbron, papiertype en afdrukkwaliteit wijzigen. 4. In het tabblad Color is de standaardkleurbeheeroptie Printer managed colors, en dit is de juiste optie want u hebt Printer Manages Colors al geselecteerd in Photoshop. Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kunt afdrukken en schalen vanuit Microsoft Office 2010.
PowerPoint gebruiken NLWW 1. Selecteer het tabblad Bestand en vervolgens Afdrukken, en selecteer de naam van uw printer. 2. Selecteer Printereigenschappen > Layout/uitvoer > Aanpassen aan om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek formaat.
3. Selecteer het tabblad Paper/Quality en selecteer vervolgens Paper Source en Paper Type. 4. Selecteer Margins/Layout, selecteer dan Clip contents by margins om het formaat te behouden. Een PC gebruiken 1. Select File > Page Setup > Print.
NLWW 2. Selecteer de naam van uw printer en dan Close. 3. Selecteer Page Setup, en kies het Papierformaat dat u wilt.
4. Selecteer Options om naar de printerdriver te gaan. De standaardopties in het tabblad Paper/Quality zijn waarschijnlijk geschikt: Papierbron: Printerinstellingen gebruiken en Papiertype: Printerinstellingen gebruiken. 5. Selecteer Layout/Output > Fit to om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek formaat. U kunt ook de schaal van het document aanpassen in Project. MS Excel 1. Selecteer het tabblad Page Layout, dan Size, en kies het papierformaat dat u wilt.
2. NLWW Selecteer het tabblad Bestand en vervolgens Afdrukken, en selecteer de naam van uw printer.
3. Selecteer Printereigenschappen om naar de printerdriver te gaan. Selecteer het tabblad Paper/ Quality, vervolgens Paper source, Paper Type en Print Quality. 4. Selecteer Layout/Output > Fit to om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek formaat. U kunt de schaal ook aanpassen in Excel.
15 Printergebruiksgegevens ophalen NLWW ● Printertelgegevens verkrijgen ● Gebruiksstatistieken controleren ● Gebruiksstatistieken voor een taak controleren ● Telgegevens aanvragen per e-mail 137
Printertelgegevens verkrijgen Er zijn verschillende manieren waarop u telgegevens kunt opvragen van uw printer. ● Statistische informatie over het gebruik van de printer weergeven voor de hele levensduur van de printer, zie Gebruiksstatistieken controleren op pagina 138. ● Informatie over het inkt- en papierverbruik weergeven voor elk van uw recente taken met de HP Utility zie Gebruiksstatistieken voor een taak controleren op pagina 139. Als de HP Utility niet beschikbaar is, zie Open de HP Utility.
Gebruiksstatistieken voor een taak controleren Er zijn twee manieren om gebruiksstatistieken voor een bepaalde taak te controleren. OPMERKING: De nauwkeurigheid van de gebruiksstatistieken is niet gegarandeerd. Boekhouding statistieken met de HP Utility 1. Zie Open de HP Utility. op pagina 49 voor informatie voor toegang tot de HP Utility. 2. Onder Windows selecteert u het Taakcentrum en vervolgens Boekhouding, waardoor de geïntegreerde webserver wordt gestart.
12. Stel Telbestanden verzenden in op ingeschakeld. 13. Stel Telbestanden verzenden naar in op het e-mailadres (of adressen) waarnaar de telgegevens moeten worden verzonden. Dit kan een adres zijn dat u specifiek hebt gemaakt voor het automatisch ontvangen van door de printer gegenereerde berichten. 14. Stel Telbestanden verzenden elke in op de frequentie waarin u wilt dat de gegevens worden verzonden. U kiest een specifiek aantal dagen of afdrukken. 15.
16 Omgaan met inktpatronen en printkop NLWW ● Over de inktpatronen ● De status van de inktpatronen controleren ● Een inktpatroon verwijderen ● Een inktpatroon plaatsen ● Veilige modus ● Over de printkop ● De printerstatus controleren ● De printkop verwijderen ● De printkop plaatsen ● Opslag van anonieme gebruiksinformatie 141
Over de inktpatronen Inktpatronen bevatten inkt en zijn verbonden met de printkoppen waaruit de inkt op het papier wordt afgezet. Zie Benodigdheden en accessoires op pagina 171 om extra printkoppen aan te schaffen. VOORZICHTIG: Neem de veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u met inktpatronen werkt omdat de patronen gevoelig zijn voor ESD (zie de Woordenlijst op pagina 260). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit.
1. Druk vanuit het voorpaneel op , dan op U kunt ook achtereenvolgens drukken op , vervolgens op Inktcartridges vervangen. , , Inkt > Inktpatronen vervangen. 2. Open de inktpatroondeur aan de linker- of rechterkant van de printer. 3. Ga naar de inktpatroon die u wilt verwijderen. 4. Trek de cartridge naar buiten OPMERKING: Raak het patroonuiteinde dat u in de printer plaatst, niet aan omdat er zich inkt kan bevinden op de verbinding. OPMERKING: 5.
Een inktpatroon plaatsen 1. Voordat u de cartridge uit de verpakking haalt moet u deze stevig schudden. 2. Zoek het etiket met de inktkleur op de nieuwe inktpatroon. Controleer of de letter of de letters die de lege opening markeren (in deze illustraties de M voor magenta) overeenkomen met de letter of letters op het cartridgelabel. 3. Plaats de inktpatroon in zijn sleuf: fotozwart, grijs, en matzwart aan de linkerkant; cyaan, magenta en geel aan de rechterkant. 4.
5. Wanneer alle patronen zijn geplaatst, sluit u de deur. 6. Op het voorpaneel verschijnt de bevestiging dat alle patronen correct zijn geplaatst. Het is weliswaar mogelijk inktpatronen of patronen van een andere leverancier dan HP te gebruiken, maar deze optie kent verschillende ernstige nadelen: Misschien is het niet mogelijk om met voldoende nauwkeurigheid het inktniveau of de status van gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktcartridges te bepalen.
● Kleuren ● Productnaam ● Productnummer ● Serienummer ● voor Foutmeldingen op het voorpaneel op pagina 246 ● Verbruikt inktvolume ● Garantiestatus U kunt ook deze informatie verkrijgen via de HP Utility. Zie Statusberichten voor printkoppen op pagina 238 voor een beschrijving van de statusberichten voor de inktpatronen. Als de garantiestatus Zie garantieverklaring is, betekent dit dat u inkt van een andere leverancier dan HP gebruikt.
2. Het printmechanisme verplaatst zich automatisch naar de linkerkant van de printer. VOORZICHTIG: Wanneer de wagen langer dan 3 minuten in de verwijderstand blijft staan zonder dat de inktkop worden geplaatst of verwijderd, probeert deze terug te rijden naar de normale positie (rechteruiteinde). 3. NLWW Het voorpaneel vraagt u om de scanner op te tillen.
4. Kijk waar de printkopwagen zich bevindt. 5. Til het blauwe klepje van de printkop op.
NLWW 6. Trek het blauwe klepje naar u toe en til het zwarte stuk op waar het aan vastzit. 7. Laat het zwarte stukje min of meer verticaal achter.
8. Pak de printkop bij de blauwe stukjes aan beide kanten. 9. Til de printkop uit het mechanisme. De printkop plaatsen OPMERKING: U kunt geen nieuwe printkop invoegen als de aangesloten inktpatroon niet genoeg inkt heeft om het printkopvervangingsproces te voltooien. In dit geval dient u de inktpatroon te vervangen voordat u de nieuwe printkop plaatst. U kunt de oude patroon later gebruiken als het nog inkt bevat. 1. Plaats de nieuwe printkop.
NLWW 2. Controleer of de printkop correct is uitgelijnd met de inktconnectors. 3. Duw het zwarte stukje naar beneden over de printkop.
4. Sluit het blauwe deksel en zorg dat het geheel goed is afgesloten. Wanneer de printkop correct is geplaatst en door de printer is geaccepteerd, geeft de printer een geluidssignaal. OPMERKING: Als u geen geluidssignaal hoort wanneer u de printkop plaatst en het bericht Vervang op het voorpaneel verschijnt, moet u mogelijk de printkop verwijderen en opnieuw plaatsen. 5. Breng de scanner omlaag. 6. Op het voorpaneel verschijnt de bevestiging dat de printkop correct is geplaatst.
45 minuten. Nadat de printkop is gecontroleerd en voorbereid, begint de printer automatisch met het uitlijnen van de printkop als er papier is geladen. Zie Lijn de printkop uit op pagina 237. 7. Het wordt aanbevolen om een kleurkalibratie uit te voeren nadat u een nieuwe printkop hebt geplaatst. Zie Kleurkalibratie op pagina 109. Opslag van anonieme gebruiksinformatie Elke inktpatroon bevat een geheugenchip die helpt bij de werking van de printer.
17 Printeronderhoud ● Printerstatus controleren ● De buitenkant van de printer reinigen ● De inktpatronen onderhouden ● De printer verplaatsen of opslaan ● De firmware bijwerken ● De software bijwerken ● Printeronderhoudspakketten ● Secure File Erase (Bestanden veilig verwijderen) ● Schijf wissen 154 Hoofdstuk 17 Printeronderhoud NLWW
Printerstatus controleren U kunt de actuele status van de printer op verschillende manieren controleren: ● Als u de HP Utility start en uw printer selecteert, dan ziet u een pagina met informatie waarin de status van de printer en de papier- en inkttoebehoren daarvan worden beschreven. ● Als u de geïntegreerde webserver opvraagt, ziet u informatie over de algemene status van de printer. De pagina Toebehoren in het tabblad Main beschrijft de status van het papier en de inkt.
4. Sluit alle kabels af waarmee de printer met een netwerk of met een computer worden verbonden. 5. Als de stapelaar de beweging van de printer via deuropeningen lijkt te belemmeren, kunt u deze uit de weg vouwen door twee schroeven te verwijderen. Als u de printer voor langere tijd uit laat staan volg dan de overige stappen hieronder. 1. Schakel de voeding uit met de aan/uit-toets op het voorpaneel. 2. Zet ook de aan/uit-schakelaar aan de achterkant van de printer uit. 3.
Belangrijke opmerkingen ● Uw printer moet zijn verbonden met het internet, zie Webservices instellen op pagina 22. ● Om automatische firmware-updates te configureren, kunt u gebruik maken van het voorpaneel of de geïntegreerde webserver, zie Webservices instellen op pagina 22. ● Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moeten deze instellingen worden veranderd. ● Een firmware-updatepakket kan groot zijn. Overweeg hierbij of er gevolgen voor uw netwerk- of internetverbinding zijn.
● Bij Windows biedt HP Software Update regelmatig aan om uw software automatisch bij te werken en HP Designjet Utility biedt u automatische updates bij het herstarten. ● Bij Mac OS X, biedt Apple SW Update u softwareupdates aan wanneer deze beschikbaar zijn. Printeronderhoudspakketten Er zijn twee onderhoudspakketten beschikbaar voor uw printer. Deze bevatten componenten die na langdurig gebruik mogelijk moeten worden vervangen.
Schijf wissen Schijf wissen is hetzelfde als het de Secure File Erase (beveiligde wismodus voor bestanden) (zie Secure File Erase (Bestanden veilig verwijderen) op pagina 158) behalve dat het alle tijdelijke bestanden wist, inclusief de oude bestanden. De configuratie Schijf wissen kan worden gewijzigd vanuit Web JetAdmin of de geïntegreerde webserver, via Instellingen > Beveiliging.
18 Scanneronderhoud ● De glasplaat van de scanner reinigen ● De glasplaat van de scanner vervangen ● De scanner kalibreren 160 Hoofdstuk 18 Scanneronderhoud NLWW
De glasplaat van de scanner reinigen Wij adviseren de glasplaat van de scanner regelmatig te reinigen, afhankelijk van hoe vaak u de scanner gebruikt. 1. Schakel de printer uit met de Aan/uit-toets aan de voorkant, schakel vervolgens ook de aan/uitschakelaar aan de achterkant uit en koppel het netsnoer los. 2. Er bevindt zich een kleine hendel links aan de achterzijde van de scanner. Schuif de hendel omhoog en open de scannerklep.
3. Veeg de glasplaat en het omringende gebied voorzichtig schoon met een niet-pluizende doek die licht vochtig is gemaakt met water en vervolgens is uitgewrongen. Er is een geschikte doek meegeleverd bij de printer. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen of vloeistoffen die dergelijke chemicaliën bevatten. Spuit geen vloeistoffen rechtstreeks op de glasplaat van de scanner of op andere onderdelen van het apparaat.
● NLWW Reinig de aandrukrollen en de invoerrollers.
5. Sluit de scannerklep en duw deze zachtjes omlaag om hem te vergrendelen. 6. Reinig het gebied direct voor de scanner, waar de te scannen vellen liggen voordat ze worden gescand. 7. Sluit het netsnoer weer aan, schakel de aan/uit-schakelaar aan de achterkant in en schakel vervolgens de printer in met de Aan/uit-toets. De glasplaat van de scanner vervangen Na verloop van tijd kan de conditie van de glasplaat verslechteren.
2. Er bevindt zich een kleine hendel links aan de achterzijde van de scanner. Schuif de hendel omhoog en open de scannerklep. WAARSCHUWING! Beweeg de scanner niet omhoog terwijl de scannerklep is geopend. Uw vingers of hand kunnen hierdoor ingeklemd raken. 3. NLWW Schroef 4 schroeven los van het bovenste gedeelte als u een van de drie bovenste glasplaten wilt vervangen; of schroef de 4 schroeven van het onderste gedeelte los voor de twee onderste glasplaten.
4. Verwijder het plastic gedeelte (boven of onder afhankelijk wat van toepassing is), en de plastic lipjes naast de glasplaat die u wilt verwijderen.
NLWW 5. Schuif de glasplaat zijwaarts om deze te verwijderen. 6. Schuif de nieuwe glasplaat op zijn plaats.
7. Plaats de plastic lipjes terug die u eerder hebt verwijderd. 8. Plaats het plastic gedeelte dat u eerder hebt verwijderd weer terug en schroef het vast.
9. Sluit de scannerklep en duw deze zachtjes omlaag om hem te vergrendelen. 10. Sluit het netsnoer weer aan, schakel de aan/uit-schakelaar aan de achterkant in en schakel vervolgens de printer in met de Aan/uit-toets. De scanner kalibreren Uw scanner is af fabriek gekalibreerd, en in theorie hoeven CIS-scanners niet opnieuw te worden gekalibreerd tijdens hun levensduur.
Plaats het onderhoudsvel in de scanner met de bedrukte zijde omhoog, gecentreerd en zo recht mogelijk. Zodra de kalibratie is voltooid, moet het onderhoudsvel zorgvuldig worden opgeborgen in de stevige opberghoes, en worden bewaard op een schone en droge plaats. Anders kan het beschadigen, waardoor de werking van de scanner in de toekomst kan worden beïnvloed. Controleer of het onderhoudsvel niet vuil, gekreukt, bekrast of gevouwen is voordat de scanner wordt gekalibreerd.
19 Benodigdheden en accessoires NLWW ● Benodigdheden en accessoires bestellen ● Inleiding tot de accessoires 171
Benodigdheden en accessoires bestellen U kunt op twee manieren benodigdheden of accessoires bestellen: ● Bezoek http://www.hp.com, selecteer uw printer en klik op de knop Accessories (Accessoires) ● Neem contact op met HP-ondersteuning (zie Ondersteuning van HP op pagina 253) en controleer of wat u wilt, beschikbaar is in uw gebied. In de rest van dit hoofdstuk vindt u de beschikbare benodigdheden en accessoires en de onderdeelnummers.
Naam Productnummer HP DesignJet PostScript®/PDF-upgradekit C0C66A HP DesignJet 3 inch as-adapterkit CN538A As voor HP DesignJet 36-inch L4R66A HP HD Pro 42-inch scanner G6H51B HP SD Pro 44-inch scanner G6H50B Inleiding tot de accessoires PostScript-upgrade Met de PostScript-upgrade kan een T2500 dezelfde bestandstypes afdrukken als een T2500 PS, inclusief PDF- en PostScript-bestanden De PostScript-upgrade kan op de USB-host van de printer worden aangesloten.
20 Problemen met papier oplossen ● Het lukt niet om het papier te laden ● Papiertype niet aanwezig op de lijst ● Er is afgedrukt op de verkeerde papiersoort ● Een 'on hold for paper'-bericht (in de wacht voor papier) ● Het papier is vastgelopen in de printplaten ● Het papier is in de stapelaar vastgelopen ● De printer laat onverwacht weten dat de stapelaar vol is ● De printer geeft de melding dat er geen papier is wanneer er wel papier beschikbaar is ● Afdrukken vallen niet netjes in de ma
Het lukt niet om het papier te laden ● Zorg ervoor dat er geen papier is geladen. ● Zorg ervoor dat het papier ver genoeg in de printer zit, u moet voelen dat de printer het papier grijpt. ● Mogelijk is het papier verfrommeld of scheefgetrokken, of heeft het onregelmatige randen. Rol laden mislukt ● Als het papier niet laadt, kan het zijn dat de invoerrand niet recht of schoon is en moet worden bijgesneden. Snij de eerste van de rol af en probeer het opnieuw.
Voorpaneelmelding Aanbevolen actie Sluit de rolklep als het papierladen is afgerond Sluit de rolklep als het papierladen is afgerond. Papier niet gevonden De printer heeft geen papier aangetroffen tijdens het laden van het papier. Controleer of het papier volledig is geplaatst en niet doorzichtig is. Rolklep gesloten tijdens het papierlaadproces Sluit de rol niet totdat u wordt gevraagd om dit te doen door het voorpaneel.
Zwarte inkt is gemakkelijk te verwijderen wanneer het wordt aangeraakt Dit gebeurt wanneer het papier niet compatibel is met matte zwarte inkt. Selecteer om een geoptimaliseerde inktcombinatie te gebruiken de papiersoort Fotopapier > Fotopapier, glanzend. Na het afdrukken is het papier verkreukeld of is er te veel inkt Verminder de hoeveelheid inkt of gebruik dikker papier.
waarop de taak kan worden afgedrukt en die aan alle criteria voldoen, wordt de rol gekozen die aan uw voorkeuren voldoet. U kunt de selectie van foto's opheffen vanaf het voorpaneel, zie Rolwisselopties op pagina 30.
in de tekening opgenomen. Een TIFF van 914 mm kan dus worden afgedrukt op een rol papier van 914 mm en hoeft dus niet te wachten op papier. Inhoud kan vanwege de marges worden bijgeknipt als er geen witruimte in de randen van de tekening is opgenomen. OPMERKING: Als u de optie Omvang moet exact overeenkomen kiest, wordt uw taak alleen afgedrukt op papier waarvan de breedte precies overeenkomt met de breedte van de taak.
3. Ga naar de papierbaan. 4. Knip het papier met een schaar.
NLWW 5. Open de klep van de rol. 6. Spoel het papier handmatig op de rol terug.
7. Als de voorste rand van het papier onregelmatig is, knip het dan voorzichtig met een schaar. 8. Verwijder het papier in de printer. 9. Zorg ervoor dat u elk stuk papier hebt verwijderd.
10. Breng de scanner omlaag en sluit de rolklep. 11. Start de printer opnieuw door de aan/uit-knop enkele seconden ingedrukt te houden, of door de aan/ uit-schakelaar aan de achterkant uit en weer aan te schakelen. 12. Laad de rol opnieuw of plaats een nieuw vel, zie Papiertoevoer op pagina 54. OPMERKING: Als er papier is achtergebleven waardoor er een belemmering in de printer ontstaat, voer de procedure dan opnieuw uit en verwijder alle stukken papier zorgvuldig.
● Zorg ervoor dat de mand open is. ● Zorg ervoor dat de mand niet leeg is. ● Zorg ervoor dat het papier niet vastloopt. ● Papier op het einde van de rol kan makkelijk gaan krullen en zo problemen met de uitvoer veroorzaken. Plaats een nieuwe rol, of verwijder elke afdruk handmatig zodra deze is voltooid. Als u het bericht Verwijder de afdrukken uit de mand en druk op OK om door te gaan, dan maakt u de mand leeg, controleert u of er geen papier in het pad naar de mand is, en drukt u vervolgens op OK.
21 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen NLWW ● Algemeen advies ● Wizard Probleemoplossing afdrukkwaliteit ● De papierdoorvoer opnieuw kalibreren ● Horizontale strepen over de afbeelding (banding) ● Strepen zijn te dik, te dun of ontbreken ● Lijnen zijn getrapt of gekarteld ● De lijnen worden dubbel of niet in de juiste kleur afgedrukt ● De lijnen zijn onderbroken ● De lijnen zijn wazig ● Lengte van lijnen is onjuist ● De hele afbeelding is wazig of korrelig ● Het papier is niet
● De afbeelding wordt afgesneden ● Sommige objecten ontbreken in de afgedrukte afbeelding ● Een PDF-bestand is afgesneden of er ontbreken objecten ● De beelddiagnoseafdruk ● Als het probleem nog steeds niet is opgelost 186 Hoofdstuk 21 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen NLWW
Algemeen advies Wanneer u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, doet u het volgende: ● Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van de fabrikant gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit. Zie Papier bestellen op pagina 172 voor informatie over aanbevolen papiersoorten.
De papierdoorvoer opnieuw kalibreren Een accurate papierdoorvoer is belangrijk voor een goede afbeeldingskwaliteit omdat deze deel uitmaakt van de juiste plaatsing van punten op het papier. Als het papier niet op de juiste afstand wordt doorgevoerd tussen printkopdoorgangen, verschijnen er lichte of donkere strepen op de print, en kan de afbeelding korreliger worden. De printer is zo gekalibreerd dat al het papier dat op het voorpaneel wordt getoond, correct wordt doorgevoerd.
4. Selecteer het percentage van wijziging van 100% tot +100%. Voor het corrigeren van lichte strepen verlaagt u de waarde. Verhoog de waarde om donkere strepen te corrigeren. 5. Druk op het voorpaneel op OK om de de waarde op te slaan. 6. Wacht totdat het voorpaneel het statusscherm weergeeft en druk uw afbeelding opnieuw af. Terug naar standaard kalibratie Bij terugkeer naar de standaard kalibratie worden alle correcties die zijn aangebracht door de doorvoerkalibratie op nul gezet.
1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het voorpaneel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 66. 2. Controleer of u geschikte kwaliteitsinstellingen voor uw toepassing gebruikt (zie Afdrukken op pagina 73). In sommige gevallen kunt u kwaliteitsproblemen oplossen door een hoger kwaliteitsniveau te selecteren.
3. Als de resolutie van de afbeelding groter is dan de afdrukresolutie, kan de kwaliteit van de lijnen afnemen. Als u de PCL3GUI of de HP-GL/2 driver voor Windows gebruikt, kunt u de optie Max. applicatieresolutie in het tabblad Geavanceerd van het driverdialoogvenster onder Documentopties > Printerinstellingen terugvinden. Als u deze optie wijzigt, kunt u nu proberen de taak opnieuw af te drukken om te controleren of het probleem is opgelost. 4.
● De randen van gekleurde blokken hebben niet de juiste kleur. Zo verhelpt u dit type probleem: 1. De printkop uitlijnen Zie Lijn de printkop uit op pagina 237. 2. Stel de printkop opnieuw in door deze te verwijderen en opnieuw te plaatsen. Zie De printkop verwijderen op pagina 146 en De printkop plaatsen op pagina 150. De lijnen zijn onderbroken Als de lijnen op de volgende manier zijn onderbroken: 1. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt.
De lijnen zijn wazig Bij vochtigheid kan inkt in het papier worden gezogen zodat de lijnen wazig en vaag worden. Probeer het probleem als volgt op te lossen: 1. Controleer of de omgevingsvoorwaarden (temperatuur en vochtigheidsgraad) geschikt zijn voor afdrukken met hoge kwaliteit. Zie Milieuspecificaties op pagina 259. 2. Controleer of het papiertype dat u via het voorpaneel hebt geselecteerd, overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 66. 3.
De hele afbeelding is wazig of korrelig 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het voorpaneel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 66. 2. Controleer of u de correcte zijde van het papier bedrukt. 3. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt (zie Afdrukken op pagina 73). In sommige gevallen kunt u kwaliteitsproblemen oplossen door een hoger kwaliteitsniveau te selecteren.
1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het voorpaneel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 66. 2. Gebruik een dikker papiertype, zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating) of HP Super Heavyweight Plus Matte Paper. 3. Kies een papiertype dat iets dunner is dan het papier dat u hebt geladen; hierdoor zal de printer minder inkt gebruiken.
Als u dit probleem detecteert, moet u de afdruktaak onmiddellijk annuleren. Druk op op het voorpaneel en annuleer de taak ook vanuit de computertoepassing. Doorweekt papier kan de printkop beschadigen. Voer de volgende suggesties uit om dit probleem te voorkomen: 1. Maak de marges groter door de afbeelding opnieuw in het midden van de pagina te plaatsen met de software of met de optie Papier verplaatsen in het voorpaneel (zie Papier afsnijden op pagina 68).
Randen van objecten zijn getrapt of niet scherp Als randen van objecten of lijnen niet goed zijn gedefinieerd of een lichtere dichtheid hebben en als u de schuifbalk voor afdrukkwaliteit al op Kwaliteit hebt gezet in het dialoogvenster van de driver, selecteer dan aangepaste opties voor afdrukkwaliteit en zet het kwaliteitsniveau op Normaal. Zie Afdrukken op pagina 73.
1. Probeer een hogere instelling voor afdrukkwaliteit (zie Afdrukken op pagina 73). Als u bijvoorbeeld de schuifbalk voor afdrukkwaliteit hebt ingesteld op Snelheid, probeer dan de instelling Kwaliteit 2. Gebruik een dikkere papiersoort en kies uit aanbevolen papiersoorten zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating) en HP Super Heavyweight Paper (extra zwaar papier). Zie Papier bestellen op pagina 172. Witte plekken op de afdruk Er kunnen witte plekken op de afdruk aanwezig zijn.
5. Als er kleurverschillen tussen uw afdruk en uw monitor zijn, dan volgt u de instructies in de sectie 'How to calibrate your monitor' (Hoe kalibreert u uw monitor) van het HP Color Center. U kunt nu proberen de taak opnieuw af te drukken om te controleren of het probleem is opgelost. 6. De beelddiagnoseafdruk afdrukken. Zie De beelddiagnoseafdruk op pagina 201. 7. Probeer om de kleuraanpassingsopties te gebruiken om de kleuren te produceren die u wilt. Zie Opties voor kleuraanpassingen op pagina 112.
afdrukgebied = papierformaat - marges ● Controleer welk afdrukgebied zichtbaar is voor uw software (mogelijk wordt dit 'printing area' (afdrukgebied) of 'imageable area' (scangebied) genoemd). Sommige softwaretoepassingen passen bijvoorbeeld afdrukgebieden toe die groter zijn dan de gebieden die door deze printer worden gebruikt. ● Als u een aangepast paginaformaat met zeer smalle marges gebruikt, kan de printer zelf minimale marges aanhouden waardoor de afbeelding iets wordt afgesneden.
● Gebruik een RIP om het bestand af te drukken. ● Verlaag de resolutie van bitmapafbeeldingen in uw toepassingssoftware. ● Kies een lagere afdrukkwaliteit om de resolutie van de afgedrukte afbeelding te verlagen. OPMERKING: Op Mac OS X zijn niet al deze opties beschikbaar. De gesuggereerde opties worden vermeld met het oog op het oplossen van problemen en kunnen de uiteindelijke uitvoerkwaliteit of de benodigde duur voor het genereren van een afdruktaak op een negatieve wijze beïnvloeden.
Kijk eerst naar het bovenste deel van de afdruk (deel 1). Elke gekleurde rechthoek moet een gelijke kleur hebben zonder horizontale lijnen. Kijk vervolgens naar de onderkant van de afdruk (deel 2). Controleer of voor ieder afzonderlijk gekleurd patroon de meeste strepen zichtbaar zijn. Als u horizontale lijnen ziet in deel 1 en merkt dat er streepjes voor dezelfde kleur missen in deel 2, moet u de printkop op de plaats van de relevante kleurgroep reinigen.
En dit is een voorbeeld van dezelfde printkop in slechte staat: Oplossing 1. Maak indien nodig de printkoppen schoon (zie De printkop reinigen op pagina 237). Druk de beelddiagnoseafdruk dan nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 2. Wanneer het probleem blijft bestaan, reinigt u de printkop nogmaals en drukt u de beelddiagnoseafdruk nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 3.
● Probeer een hogere instelling voor de afdrukkwaliteit. Zie Afdrukken op pagina 73. ● Controleer de driver waarmee u afdrukt. Als het een driver betreft die niet van HP is, neem dan contact op met de leverancier van de driver over het probleem. U kunt ook proberen de juiste HP driver te gebruiken, indien mogelijk. De laatste HP drivers zijn te downloaden van http://www.hp.com/go/ T2500/drivers.
22 Problemen met de scanner oplossen Geen toegang tot de netwerkmap Als u een netwerkmap hebt ingesteld (zie Configureer een scan-naar-netwerk of scannen-naar-FTP-map op pagina 24), maar de printer geen toegang tot deze map heeft, probeer dan de volgende oplossingen. ● Controleer of u alle velden correct hebt ingevuld. ● Controleer of de printer verbinding heeft met het netwerk. ● Controleer of de externe computer is ingeschakeld, normaal functioneert en verbonden is met het netwerk.
4. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over uw netwerkconfiguratie, overdrachtssnelheden, scannen-naar-bestand-bestemmingen op het netwerk en mogelijke oplossingen om de snelheden te verhogen. 5. Als scannen naar bestanden op het netwerk te traag is en de netwerkconfiguratie niet kan worden gewijzigd om dit probleem op te lossen, kan een betere snelheid worden bereikt door te scannen naar een USB-flashstation. 6.
23 Problemen met de scankwaliteit oplossen NLWW ● Willekeurige verticale lijnen ● Kreukels of vouwen ● Onderbroken lijnen ● Korrels in opgevulde gebieden bij het scannen van gewoon papier ● Kleine kleurverschillen tussen aangrenzende CIS-modules ● Verticale lichte lijnen op het kruispunt tussen CIS-modules ● Variabele lijndikte of ontbrekende lijnen ● Onnauwkeurig gereproduceerde kleuren ● Kleurfranjes ● Wegvallen van donkere of lichte gebieden ● Lichtvlek in de afbeelding bij het sca
● Een gekopieerde of gescande afbeelding is zeer scheef In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende defecten en foutmodi besproken, gesorteerd op relevantie en frequentie van voorkomen. Een defect is een algemeen afbeeldingsartefact dat veel voorkomt bij het gebruik van een willekeurige CIS-scanner. Deze zijn te wijten aan onjuiste instellingen, productbeperkingen, of gemakkelijk oplosbare fouten. Een foutmodus is te wijten aan een storing van bepaalde scanneronderdelen.
Kreukels of vouwen Scanners op basis van CIS-technologie hebben een hoge optische resolutie binnen hun focusvlak, en zijn relatief gunstig geprijsd. De afbeeldingen zijn dan ook scherp en gedetailleerd wanneer het gescande origineel zich volkomen vlak tegen de glasplaat bevindt. Wanneer het origineel echter kreukels of vouwen bevat bevat, zijn deze defecten duidelijk zichtbaar op de gescande afbeelding (zoals in het volgende voorbeeld wordt getoond). Acties 1.
origineel 90 of 180 graden te draaien en vervolgens nogmaals te scannen, kan het probleem mogelijk ook worden opgelost. 2. Als het probleem aanhoudt, controleer dan of het te scannen origineel niet scheef is geplaatst of tijdens het scannen scheef wordt getrokken. Als dit het geval is, raadpleegt u Onjuiste papierdoorvoer, scheeftrekken tijdens het scannen of horizontale kreukels op pagina 221.
Acties NLWW 1. Bekijk het origineel en controleer of dit vuil is, vingerafdrukken bevat of dat de korrels reeds aanwezig zijn op de afdruk. Als dit niet het geval is, gaat u naar stap 2. 2. Herhaal het scannen/kopiëren, en stel het inhoudtype in op Afbeelding. 3. Als het probleem blijft bestaan: ● Als het probleem optreedt bij het kopiëren, gebruikt u Beste kwaliteit. Wij adviseren tevens gecoat of glanzend papier te gebruiken ter voorkoming van korrelige kopieën.
Kleine kleurverschillen tussen aangrenzende CIS-modules Bij het scannen van brede plots, zijn soms kleine kleurverschillen zichtbaar aan beide kanten van een kruispunt tussen twee CIS-modules. Dit probleem kan, indien aanwezig, eenvoudig worden gezien door het analyseren van de patronen 9 van de diagnostische plot op het kruispunt tussen CIS-modules. Hier zijn enkele voorbeelden. Let op de zwarte pijl die de scanrichting aangeeft in deze voorbeelden.
Verticale lichte lijnen op het kruispunt tussen CIS-modules Dit probleem kan optreden bij het scannen van grote gevulde vlakken met een lichte kleur. Soms kunt u lichte verticale stroken (circa 0,5 cm breed) aantreffen op het kruispunt tussen twee CIS-modules, zoals in dit voorbeeld. Let op de zwarte pijl die de scanrichting aangeeft in dit voorbeeld. Acties 1.
beschreven in Een gekopieerde of gescande afbeelding is zeer scheef op pagina 226. Voor het geval u in zwart-wit modus aan het werk was, raden wij u aan grijstinten te gebruiken. 2. Als het probleem aanhoudt, draai de originele tekening dan 90 graden voordat u deze opnieuw scant. 3. Als het probleem aanhoudt, reinig en kalibreer de scanner dan zoals beschreven in Scanneronderhoud op pagina 160. 4. Als het probleem niet is opgelost, raadpleegt u Onscherpte, wazigheid en vage kleuren op pagina 220.
Kleurfranjes Het probleem van 'color fringing' (kleurfranjes) treedt op wanneer de scanner wordt beïnvloed door het onjuist doorvoeren van papier en/of onjuiste kalibratie. Enige mate van kleurfranjes is altijd onvermijdelijk, met name bij hoge scansnelheden. Dit is zichtbaar aan de randen van scherpe zwarte tekst op een witte achtergrond, zoals in het voorbeeld hieronder (origineel links, gescande afbeelding rechts). Let op de zwarte pijl die de scanrichting aangeeft. Acties 1.
Afbeelding © www.convincingblack.com, gereproduceerd met toestemming. Acties 1. Als u kopieën maakt en het origineel is afgedrukt op fotopapier, terwijl u een kopie maakt op mat papier, dan moet u rekening houden met dit probleem.
Afbeelding © www.convincingblack.com, gereproduceerd met toestemming. Acties 1. Reinig het origineel en de glasplaat van de scanner, en scan vervolgens opnieuw. 2. Als het probleem blijft bestaan, dient u de scanner opnieuw te kalibreren zoals is beschreven in Scanneronderhoud op pagina 160.
Om dit effect te illustreren, ziet u hier een voorbeeld van een origineel. De twee afbeeldingen hieronder zijn voorbeelden van het stop-start-effect wanneer de bovenstaande afbeelding wordt gescand. Let op de zwarte pijl die de scanrichting aangeeft in deze voorbeelden. Acties 1. Reinig en kalibreer de scanner zoals beschreven in Scanneronderhoud op pagina 160. Scan het origineel opnieuw en zorg ervoor dat de printer niet werkt terwijl u scant.
1. Zorg ervoor dat de scanner op een vlakke ondergrond is geplaatst, dat de scannerklep goed is gesloten en dat de printer niet actief is terwijl u scant. Scan het origineel opnieuw. 2. Als het probleem aanhoudt, wijzig dan (verhogen of verlagen) de scanresolutie en scan uw origineel opnieuw. Tevens adviseren wij het origineel 90 graden te draaien voordat u dit opnieuw scant. 3. Als het probleem aanhoudt, analyseer dan patroon 4 van de diagnostische plot.
2. Als het probleem aanhoudt, reinig en kalibreer de scanner dan zoals beschreven in Scanneronderhoud op pagina 160, en analyseer patroon 1 van de diagnostische plot. Als u horizontale periodieke stroken aantreft in dit patroon, zoals aan de rechterkant hieronder wordt getoond, neem dan contact op met HP Support en meld 'horizontal periodical banding' (horizontale periodieke stroken). Let op de zwarte pijl die de scanrichting aangeeft in dit voorbeeld.
4. Als het probleem aanhoudt, analyseer dan patroon 7 in modules A tot E van de diagnostische plot. Een correct voorbeeld is hieronder weergegeven, gevolgd door twee onjuiste voorbeelden. Merk op dat er zich een zwarte ring bevindt bij het midden van patroon 7. Bij deze stap dient u de omgeving van de zwarte ring te bestuderen. Als u onderbrekingen ziet in de zwarte en witte lijnen, neem dan contact op met HP Support en meld 'defocus or blurring' (onscherpte of wazigheid).
Acties 1. Draai het origineel 90 graden en herhaal uw scan. 2. Als het probleem aanhoudt, open dan de klep van de scanner. Reinig de motorwieltjes (kleine zwarte rubberen wieltjes) en de aandrukrollen (brede witte plastic rollen). Controleer of alle aandrukrollen vrij kunnen bewegen. Als u stofdeeltjes aantreft of objecten die de beweging van de rollen belemmeren, probeer deze dan te verwijderen, sluit de scannerklep en herhaal de scan. 3.
Acties 1. Open de klep van de scanner en controleer of de vijf CIS-modules afwisselend rood, groen en blauw knipperen. Als een module een storing vertoont, neem dan contact op met HP Support en meld een fout met de 'CIS module illumination' (verlichting CIS-module). 2. Als alle modules in de vorige stap correct brandden, start de scanner dan opnieuw door deze uit te schakelen en weer in te schakelen.
u contact op met HP Support en meldt u de fout. Geef hierbij aan dat de foutmelding werd weergegeven nadat u volledig verkeerde kleuren constateerde in de gescande afbeelding. 4. Als de kalibratie is geslaagd, herhaal het scannen dan en controleer de kleuren. 5. Als de kleuren nog steeds verkeerd zijn, analyseer dan het volledige diagnostische vel. Controleer of u volledig verkeerde kleuren aantreft in het gebied dat overeenkomt met slechts één van de CIS-modules, zoals in de volgende afbeelding.
Objectreplicatie (echobeeld) Deze fout treedt zeer zelden op bij CIS-scanners. U kunt echter soms afbeeldingsfouten aantreffen zoals de volgende: origineel aan de linkerkant, gescande afbeelding aan de rechterkant. Afbeelding © www.convincingblack.com, gereproduceerd met toestemming. Acties 1. Start de printer opnieuw. Kalibreer de scanner vervolgens zoals aangegeven in Scanneronderhoud op pagina 160 en herhaal uw scan. Draai indien mogelijk het origineel 90 graden voordat u opnieuw scant. 2.
deel van de rand of marge van de tekening worden afgesneden, omdat de printer niet tot aan de randen van het papier kan afdrukken. ● Aanpassen aan paginaformaat: In dit geval wordt de inhoud van de oorspronkelijke afbeelding geschaald met het percentage dat nodig is om ervoor te zorgen dat alle inhoud correct wordt afgedrukt en er geen delen worden bijgesneden.
ene geval uitschakelen en in het andere niet.) U kunt de automatische correctie van schuintes tevens uitschakelen via de knop Instellingen bij elke nieuwe scantaak.
24 Diagnostische plot scanner ● De printer en het papier voorbereiden voor het afdrukken van het diagnostische vel ● Visuele foutcontrole tijdens het afdrukken van het diagnostische vel ● De diagnostische plot scannen of kopiëren ● Monitorkalibratie ● De diagnostische plot bewaren voor toekomstig gebruik 228 Hoofdstuk 24 Diagnostische plot scanner NLWW
De printer en het papier voorbereiden voor het afdrukken van het diagnostische vel Schakel uw printer in en wacht totdat deze klaar is voor gebruik. Selecteer vervolgens het papier waarop de diagnostische plot moet worden afgedrukt (u kunt de diagnostische plot op elk gewenst moment in de toekomst opnieuw gebruiken, wanneer u deze zorgvuldig bewaart).
Hier ziet u eerst een voorbeeld van een situatie waarin alles in orde is, gevolgd door twee voorbeelden met defecten. Uitlijning Als u de patronen 4, 13 en 14 bekijkt, ontdekt u mogelijk problemen met de uitlijning van de printkoppen van de printer, die bijvoorbeeld de volgende defecten kunnen veroorzaken. Problemen met een verkeerde uitlijning kunnen ook worden gezien in de patronen 4 en 9 en in de vorm van kleurfranjes (hieronder rechts in overdreven vorm weergegeven).
Tot slot is er een speciaal patroon voor het controleren van de uitlijning van de printkoppen links bovenaan het diagnostische vel. Dit patroon heeft geen nummer aangezien het niet wordt gebruikt voor het controleren van de scanner. Het bestaat uit drie gekleurde kruisen die kunnen worden gebruikt om het betreffende probleem te identificeren. Het juiste patroon wordt links weergegeven, rechts ziet u een voorbeeld van onjuiste uitlijning.
U kunt tevens streepvorming waarnemen in patronen 4, 9, 10 en 11 wat erop duidt dat de printkoppen moeten worden gereinigd. Het reinigen van de printkoppen wordt gestart vanaf het voorpaneel door te , vervolgens op , en dan op Onderhoud beeldkwaliteit > Printkoppen schoonmaken. drukken op Strepen Als u de patronen 1, 2, 3, 9 en 16 bekijkt, ziet u verticale strepen zoals in de voorbeelden hieronder als de printkoppen van de printer niet goed functioneren.
De diagnostische plot scannen of kopiëren Er zijn twee mogelijkheden voor evaluatie van de diagnostische plot: scannen naar een JPEG-bestand of kopiëren op papier. We raden u aan de scanoptie te gebruiken, zodat het gegenereerde bestand indien nodig gemakkelijker kan worden geanalyseerd door een externe support-medewerker. Als u de plot besluit te scannen, pas dan eerst uw computermonitor aan zoals is beschreven in Monitorkalibratie op pagina 233.
Nu kunt u elk patroon afzonderlijk controleren. De diagnostische plot bewaren voor toekomstig gebruik Wij adviseren de diagnostische plot samen met het onderhoudsvel te bewaren in de meegeleverde stevige koker.
25 Problemen met inktpatroon en printkop oplossen NLWW ● Kan inktpatroon niet plaatsen ● Statusberichten voor inktpatronen ● De printkop kan niet worden geplaatst ● Het voorpaneel geeft aan dat u de printkop opnieuw moet installeren of vervangen ● De printkop reinigen ● Lijn de printkop uit ● Statusberichten voor printkoppen 235
Kan inktpatroon niet plaatsen 1. Controleer of u het juiste type patroon hebt (modelnummer). 2. Controleer of de kleur van het etiket op de patroon overeenkomt met de kleur van het etiket op de sleuf. 3. Controleer of de patroon goed is georiënteerd en of de letters zich aan de rechterkant bevinden en goed leesbaar zijn. VOORZICHTIG: Maak nooit de binnenkant van de inktpatroonsleuven schoon.
2. Maak de elektrische verbindingen aan de achterkant van de printkop schoon met een pluisvrije doek. U kunt voorzichtig schoonmaakalcohol gebruiken als er vochtigheid nodig is om residu te verwijderen. Gebruik geen water. VOORZICHTIG: Dit is een delicaat proces en kan de printkop beschadigen. Raak de spuitstukken aan de onderkant van de printkop niet aan, vooral niet met alcohol. 3. Plaats de printkop terug, zie De printkop plaatsen op pagina 150. 4. Controleer het bericht op het voorpaneel.
3. Druk in het voorpaneel op , druk vervolgens op Onderhoud afdrukkwaliteit > Printkop uitlijnen. OPMERKING: De uitlijning van de printkop kan ook worden gestart vanaf de geïntegreerde webserver (Ondersteuning > Probleemoplossing afdrukkwaliteit) of vanaf de HP Utility (Windows: Ondersteuning > Probleemoplossing afdrukkwaliteit; Mac OS X: Informatie en afdrukkwaliteit > Uitlijnen). 4.
26 Algemene problemen met de printer oplossen NLWW ● De printer start niet ● De printer drukt niet af ● De printer lijkt langzaam ● De printer doet vreemd ● Communicatieproblemen tussen de computer en de printer ● Geen toegang tot de HP Utility ● Geen toegang tot geïntegreerde webserver ● Kan geen verbinding maken met internet ● Probleemoplossing afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Automatische controle bestandssysteem ● Meldingen 239
De printer start niet Als de printer niet start, is het aanbevolen de firmware op de volgende manier te vervangen. 1. Ga naar het HP Support Center (zie HP Support Center op pagina 251) en download de firmware. 2. Zet de firmware op een USB-flashstation. Het USB-flashstation zou idealiter leeg moeten zijn en geformatteerd in het FAT-bestandssysteem. 3. Controleer of de printer uit staat. Verbind het USB-flashstation met de Hi-Speed USB-hostpoort in het voorpaneel en zet de printer dan aan. 4.
● Mogelijk hebt u een afdrukvoorbeeld gevraagd in het printerstuurprogramma. Dit is een functie waarmee u kunt controleren of de afbeelding de gewenste afbeelding is. In dat geval wordt het voorbeeld weergegeven in een webbrowservenster en moet u op de knop Afdrukken klikken om het afdrukken te starten. ● Zorg ervoor dat u de stapelaar hebt gesloten, tenzij u de handmatige modus gebruikt.
● De melding Bezig met ontvangen verschijnt niet op het voorpaneel wanneer u een afbeelding naar de printer hebt verzonden. ● Op de computer verschijnt een foutmelding wanneer u probeert af te drukken. ● De computer of printer loopt vast (blijft inactief) terwijl communicatie plaatsvindt. ● De afgedrukte uitvoer bevat willekeurige of onverklaarbare fouten (onjuist geplaatste lijnen, gedeeltelijk afgedrukte tekeningen, enzovoort).
De normale en aanbevolen manier om de printer in en uit te schakelen, is met de aan/uit-toets op het voorpaneel. Kan geen verbinding maken met internet Als uw printer problemen heeft om verbinding te maken met internet, kan het de wizard Connectiviteit automatisch starten. U kunt de wizard ook op elk gewenst moment handmatig starten. ● Vanaf het voorpaneel: Druk achtereenvolgens op , , Verbinding > Verbindings-wizard.
Er vindt een bestandsysteemcontrole plaats. Dit kan zo'n 40 minuten duren. Wacht totdat deze afrondt. VOORZICHTIG: Als u de printer aanzet voordat de bestandsysteemcontrole is afgerond, kan het bestandsysteem ernstig beschadigd raken waardoor de harde schijf van de printer onbruikbaar wordt. Als u de printer uitschakelt, wordt de controle van het bestandssysteem opnieuw gestart wanneer u de printer weer inschakelt.
● HP Designjet Utility voor Windows: Selecteer Meldingsinstellingen van het pictogram Taakbalk van HP Designjet Utility om te bepalen welke meldingen standaard zullen worden weergegeven. ● HP Printer Monitor voor Mac OS X: De HP Printer Monitor geeft waarschuwingen meteen in het Dock weer als u HP Utility hebt geïnstalleerd. Lees Meldingen in- en uitschakelen op pagina 32 als u dat nog niet hebt gedaan. Meldingen worden standaard alleen weergegeven als u aan het afdrukken bent.
27 Foutmeldingen op het voorpaneel De volgende meldingen kunnen verschijnen op het voorpaneel. Volg in dat geval het advies in de kolom Recommendation (Aanbeveling) op. Als u een foutmelding ziet die hier niet verschijnt en u twijfelt over de juiste actie, of als de aanbevolen actie het probleem niet oplost, probeer dan eerst de printer opnieuw op te starten. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met HP Support; zie Ondersteuning van HP op pagina 253.
Tabel 27-1 Tekstberichten (vervolg) Bericht Aanbeveling Vervang incorrecte [kleur] patroon Vervang de patroon. Controleer de ondersteunde inktpatronen en raadpleeg Omgaan met inktpatronen en printkop op pagina 141. Installeer [kleur] patroon opnieuw Verwijder patroon en plaats deze opnieuw. Zie Omgaan met inktpatronen en printkop op pagina 141. Tabel 27-2 Numerieke foutcodes NLWW Foutmelding Aanbeveling 05,5:10 De printer-BIOS bijwerken. 08:04 Start de printer opnieuw op.
Tabel 27-2 Numerieke foutcodes (vervolg) Foutmelding Aanbeveling 63:10 ● Schakel de printer uit met de aan/uit-knop aan de voorkant. ● Schakel de aan/uit-knop aan de achterkant uit. ● Koppel het netsnoer los. ● Sluit het netsnoer opnieuw aan en schakel de printer in. ● Controleer ook of de netwerkkabel juist is aangesloten. ● Controleer of u de meest recente firmware voor de printer gebruikt. Zie De firmware bijwerken op pagina 156.
Tabel 27-2 Numerieke foutcodes (vervolg) Foutmelding Aanbeveling 86:01 Open de scanner en controleer of er geen obstakels zijn die de beweging van de printkopwagen beperken. Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het vastgelopen papier door de instructies op het voorpaneel te volgen. 94:94,1 Start de kleurcalibratie opnieuw. Zie Kleurkalibratie op pagina 109. Het systeemfoutlogboek De printer slaat een logbestand van de systeemfouten op die u op de volgende manieren kunt openen.
28 HP Customer Care ● Inleiding ● HP Professional Services ● HP Proactive Support ● Customer Self Repair ● Ondersteuning van HP 250 Hoofdstuk 28 HP Customer Care NLWW
Inleiding HP Customer Care biedt bekroonde ondersteuning zodat u optimaal kunt gebruikmaken van uw HP DesignJet. Hiervoor heeft HP Customer Care uitgebreide, bewezen ervaring op het gebied van ondersteuning en worden nieuwe technologieën toegepast om de klant unieke eind-tot-eindondersteuning te bieden.
HP Care Packs and en garantie-uitbreidingen Met HP Care Packs en garantie-uitbreidingen kunt u de garantie van de printer verlengen tot na de standaard periode. Ze bieden ook ondersteuning op afstand. Service ter plaatse wordt ook geboden wanneer nodig, met twee alternatieve opties voor responstijden. ● Volgende werkdag ● Dezelfde werkdag binnen vier uur (mogelijk niet in alle landen beschikbaar) Meer informatie over HP Care Packs is beschikbaar op http://www.hp.com/go/printservices.
Eenvoudig, gemakkelijk te gebruiken ● Een Support Specialist van HP voert een diagnose uit en bepaalt of een vervangend onderdeel nodig is voor een defecte hardwarecomponent. ● Vervangende onderdelen worden per expres verzonden. De meeste onderdelen die op voorraad zijn, worden dezelfde dag nog door uw contactpersoon bij HP verzonden. ● Beschikbaar voor de meeste HP-producten waarvoor momenteel garanties of contracten lopen. ● Beschikbaar in de meeste landen.
U kunt ook hulp via de chat krijgen op uw smartphone door gebruik te maken van de mobiele toepassing van HP Support Center: http://www8.hp.com/us/en/products/smart-phones-handhelds-calculators/mobileapps/app_details.html?app=tcm:245-1163163&platform=tcm:245-1163164. Het telefoonnummer van HP Support vindt u op het internet: ga naar http://welcome.hp.com/country/us/en/ wwcontact_us.html.
29 Specificaties van de printer NLWW ● Functionele specificaties ● Specificaties afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Fysieke specificaties ● Geheugenspecificaties ● Voedingsspecificaties ● Milieuspecificaties ● Akoestische specificaties 255
Functionele specificaties Tabel 29-1 HP 727 inktbenodigdheden Printkop Eén printkop, met dubbele spuitstukken voor matzwart Inktpatronen Inktpatronen met 40 ml inkt: grijs, fotozwart, matzwart, geel, magenta, cyaan Inktpatronen met 130 ml inkt: grijs, fotozwart, matzwart, geel, magenta, cyaan Tabel 29-2 Papierformaten Rolbreedte Minimaal Maximaal 279 mm 914 mm Rollengte 91 m Roldiameter 140 mm Gewicht rol 11,9 kg Velbreedte 210 mm 914 mm Vellengte 279 mm 1676 mm Velbreedte (scanner) 9
Tabel 29-3 Afdrukresolutie (vervolg) Afdrukkwaliteit Maximale details Snel (gewoon, gecoat, natuurlijk kalkpapier) Uit Economy-modus Uit Grafische taal Renderingresolutie (ppi) Afdrukresolutie (dpi) HP PCL3GUI, PostScript 300 × 300 1200 × 1200 HP-GL/2 600 × 600 600 × 1200 HP PCL3GUI, PostScript 300 × 300 600 × 1200 een 300 × 300 600 × 1200 * Zie Papier bestellen op pagina 172 voor een lijst met ondersteunde papiersoorten. Scannerresoluties: 200, 300, 600 ppi.
Specificaties afdrukken vanaf een mobiel apparaat Tabel 29-7 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat Afdrukken vanaf een mobiel apparaat Ja, direct vanuit zowel iOS met AirPrint als Android met de invoegtoepassing HP Print Service Mobiele apparaten die worden ondersteund door HP Mobiel afdrukken Smartphones en tablets Ondersteunde besturingssystemen iOS, Android, Windows OS-versies iOS vanaf 7.0 en Android vanaf 4.
Geheugenspecificaties Tabel 29-10 Geheugenspecificaties HP DesignJet Fysieke DRAM Virtueel bestandsverwerkingsgeheuge n Vaste schijf T2500 serie 1,5 GB 128 GB 320 GB T2530 serie 1,5 GB 128 GB 500 GB Voedingsspecificaties Tabel 29-11 Voedingsspecificaties van de printer Bron 100-240 V ±10%, zelfinstellend Frequentie 50–60 Hz Stroom < 4,2 A Verbruik < 330 W Milieuspecificaties Tabel 29-12 Milieuspecificaties voor de printer Gebruikstemperatuur 5 tot 40°C Aanbevolen bedrijfstemperatuur 1
Woordenlijst AirPrint Een technologie gebruikt door iPod, iPhone, iPad en (optioneel) Mac OS X 10.7 en volgende versies, die een onmiddellijke afdruk naar een printer in hetzelfde netwerk toestaan zonder een printer-specifieke driver nodig te hebben. AppleTalk Een serie protocollen die Apple Computer in 1984 ontwikkelde voor computernetwerken. Apple beveelt in plaats daarvan nu TCP/IP- en Bonjour-netwerken aan. HP DesignJet-printers ondersteunen AppleTalk niet meer.
Hi-Speed USB Een versie van USB die soms ook wel USB 2.0 wordt genoemd en 40 keer sneller is dan de oorspronkelijke USB, maar in andere opzichten compatibel is met de oorspronkelijke USB. De meeste pc's gebruiken tegenwoordig Hi-Speed USB. HP-GL/2 HP Graphics Language 2: een taal die is ontworpen door HP om Vector Graphics te beschrijven. HP RTL HP Raster Transfer Language: een taal die is ontworpen door HP om rastergraphics (bitmap) te beschrijven.
Nauwkeurigheid van kleuren De mogelijkheid kleuren af te drukken die zo veel mogelijk lijken op de originele afbeelding, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat alle apparaten een beperkt kleurbereik hebben en fysiek niet altijd in staat zijn bepaalde kleuren precies na te bootsen. Netwerk Een netwerk is een serie verbindingen die gegevens doorgeven tussen computers en apparaten. Alle apparaten in hetzelfde netwerk zijn in staat met elkaar te communiceren.
Index Symbolen en getallen 's nachts afdrukken 88 A accessoires bestellen 172 account-id vereisen 34 achteraanzicht 8 Acrobat, afdrukken vanuit 121 afdrukken 73 afdrukken met veegvlekken 195 afdrukken op afstand voorkeuren instellen 23 Afdrukken per e-mail 258 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat 99, 258 afdrukken 97 inleiding 13 afdrukken vanaf mobiel 97 afdrukken vanuit Geïntegreerde webserver 75 Hulpprogramma van HP 75 printerdriver 77 USB-flashdrive 74 afdrukken vanuit iOS met AirPrint 89 Afdrukken vanu
taal 50 toegang 49 gekraste afdrukken 195 geschikte papiersoort 29 getrapte lijnen 191 grafische talen 257 grijstinten 113 H helderheid van het voorpaneel HP Care Packs 252 HP Connected uitschakelen 34 HP Customer Care 251 HP-GL/2 52 HP installatie 252 HP Proactive Support 252 HP Start-Up Kit 251 HP Start-Up Kit dvd 3 HP Support 253 HP Support Center 251 Hulpprogramma van HP geen toegang tot 242 taal 50 toegang 49 iPod Touch 99 IPSec 18 IPv6 17 IPV6-instellingen 51 I in de wacht voor papier bericht 177 i
automatisch uitschakelen 50 CMYK-bronprofiel 119 configuratie wijzigen 52 diagnostische afbeelding afdrukken 201 droogtijd 68 economode 83 eenheidselectie 51 EWS toestaan 242 formaat wijzigen 82 Form feed en afsnijden 69 informatie afdrukpapier 68 informatie printkoppen 145 inktpatronen vervangen 143 Internetconnectiviteit 22 kalibratiestatus 110 Kalibreer de kleuren 110 kleur/grijswaarden 119 luidsprekervolume 51 maximale details 84 nestopties 30 ophaaltijd 69 PANTONE Emulation 119 paper mismatch action (P
krassen 195 lijndikte 190 onderbroken lijnen 192 onderzijde van afdruk 197 onjuiste lengte van lijnen 193 onjuist uitgelijnde kleuren 191 papier niet vlak 194 randen donkerder dan verwacht 197 randen getrapt of niet scherp 197 streepvorming 189 veegvlekken 195 verticale lijnen van diverse kleuren 197 wazige lijnen 193 witte plekken 198 wizard 187 problemen met het netwerk oplossen 38 problemen met plaatsen van papier 175 problemen met scankwaliteit beschadigd origineel 223 echobeeld 225 horizontale periodie
Webservices instellen 22 Z zuinigheid met inkt 88 op papier 86 zwartpuntcompensatie zwart-wit 113 NLWW 118 Index 267