User guide

Opmerking Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u de printer in als een
gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos aan op
de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort met het label 1-LINE achter op de printer. Als u een
ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk problemen ondervinden met het verzenden en ontvangen van
faxen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen Aanbevolen
installatiemethode fax
DSL PBX Abonneme
nt op
specifieke
belsignale
n
Gesprek
soproep
en
Computermo
dem voor
inbellen
Antwoordappa
raat
Voicemail
service
Situatie A: Aparte faxlijn (er
worden geen
gespreksoproepen
ontvangen)
Situatie B: De printer
configureren voor DSL
Situatie C: De printer
configureren met een PBX-
telefoonsysteem of een
ISDN-lijn
Situatie D: Fax met een
specifiek belsignaal op
dezelfde lijn
Situatie E: Gedeelde
telefoon-/faxlijn
Situatie F: Gedeelde
gespreks-/faxlijn met
voicemail
Situatie G: Gedeelde faxlijn
met computermodem (er
komen geen
gespreksoproepen binnen)
Situatie H: Gedeelde lijn
voor gespreks- en
faxoproepen met
computermodem
Situatie I: Gedeelde lijn voor
gesprekken/fax met
antwoordapparaat
Situatie J: Gedeelde lijn
voor zowel gespreks- als
faxoproepen, een
computermodem en een
antwoordapparaat
Situatie K: Gedeelde lijn
voor gespreks- en
faxoproepen met een
computermodem voor
inbellen en voicemail
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 79