User guide
7. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
9. Wijzig de instelling Belsignalen voor overgaan op de printer en stel het maximale aantal belsignalen in dat
door uw apparaat wordt ondersteund. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.)
10. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen. De
door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de telefoonlijn en "luistert" of er in
de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen worden gedetecteerd, geeft de printer tonen
voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van
de lijn en kan uw antwoordapparaat een bericht opnemen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale
serviceprovider of verkoper voor hulp.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een
antwoordapparaat
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-filter
4 Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de
printer
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
5 DSL/ADSL-modem
6Computer
7 Antwoordapparaat
8 Telefoon (optioneel)
Opmerking U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan
de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriƫle
splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Hoofdstuk 12
94 Bijkomende faxinstallatie










