Operation Manual
Gebruik deze hulpmiddelen om de volgende taken uit te voeren:
• Een schatting van het inktniveau weergeven.
• De printcartridges reinigen.
• De printer kalibreren.
• Een testpagina afdrukken.
• Andere benodigde functies uitvoeren.
De printer drukt niet af
Als de printer niet afdrukt, moet u volgende onderwerpen raadplegen voor meer
informatie:
•
Controleer het volgende
•
De printerkabelaansluiting controleren
•
Taken uit de afdrukwachtrij verwijderen
•
Printer is opgehouden met afdrukken
•
Als de printer nog steeds niet afdrukt
Controleer het volgende
Controleer de volgende omstandigheden als de printer niet afdrukt:
• Is de printer aangesloten op een stopcontact?
• Zitten de kabels goed vast?
• Staat de printer aan?
• De printer bevat de juiste printcartridges voor de printer en deze zijn correct
geïnstalleerd.
Zie "
Printcartridges" op pagina 15 en "Installatie-instructies" op pagina 57 voor meer
informatie.
• Is papier of ander afdrukmateriaal correct in de papierlade geladen?
• Is de kap van de printer gesloten?
• Is de achterklep bevestigd?
De printerkabelaansluiting controleren
Als de printer en de computer een USB-verbinding hebben en niet met elkaar
communiceren, doet u het volgende:
• Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en een stopcontact.
• Controleer de USB-kabel. Als u een oudere kabel gebruikt, werkt deze mogelijk niet
goed. Als er problemen optreden, moet de USB-kabel mogelijk worden vervangen.
De kabel mag niet langer zijn dan 3 meter.
• Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer of de USB-kabel
goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. Zorg ervoor
dat het andere uiteinde van de USB-kabel is aangesloten op een USB-poort van de
computer. Als de kabel goed is aangesloten, zet u de printer uit en weer aan.
De printer drukt niet af 71
Problemen oplossen










