Operation Manual
19. Zet de aandrijvingshendel omlaag.
20. Zet de papierladingshendel van rol 2 omlaag.
21. Sluit het venster.
22. Zet de printer aan.
23. Hang de rollen weer op hun plaats. Zie
Een rol in de printer plaatsen [4500].
Als het papierpad nog altijd wordt geblokkeerd door vastgelopen papier, kunt u dit vaak verhelpen
door een stevig papiertype in de printer te laden.
24. Bevestig de opvangbak of de stapelaar weer aan de printer.
25. Als er na een papierstoring problemen met de afdrukkwaliteit optreden, probeert u het probleem
op te lossen door de printkoppen opnieuw uit te lijnen. Zie
De printkoppen uitlijnen.
280 Hoofdstuk 17 Het probleem is... (onderwerpen over papier) NLWW










