Operation Manual
Algemeen advies
Wanneer u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, doet u het volgende:
●
Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van de
fabrikant gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor
probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit. Zie
Ondersteunde papiertypen
selecteren voor informatie over aanbevolen papiertypen.
●
Zorg dat het papiertype dat op het voorpaneel is geselecteerd, overeenkomt met het type dat in
de printer is geladen. U controleert dit door het pictogram
of op het voorpaneel te markeren.
●
Rolpapier levert doorgaans een betere afdrukkwaliteit op dan een enkel vel van hetzelfde
papiertype. Wanneer u losse vellen gebruikt, wordt u ten zeerste aangeraden de afdrukkwaliteit
altijd op Best in te stellen.
●
Controleer of u de meest geschikte kwaliteitsinstellingen voor uw toepassing gebruikt (zie
Instellingen voor de afdrukkwaliteit selecteren). Als u de afdrukkwaliteit op Fast (Snel) instelt,
treden wellicht problemen met de afdrukkwaliteit op.
●
Voor een lagere snelheid maar de beste afdrukkwaliteit stelt u de optie Printhead monitoring
(Printkopcontrole) in op Intensive (Intensief). Zie
Printkopcontrole beheren.
●
Controleer of de omgevingsvoorwaarden (temperatuur en vochtigheidsgraad) geschikt zijn voor
afdrukken met hoge kwaliteit. Zie
Milieuspecificaties.
Streepvorming (horizontale strepen over de afbeelding)
Als de afgedrukte afbeelding toegevoegde horizontale strepen bevat zoals in het voorbeeld (de kleur
kan variëren), doet u het volgende:
1. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt. Zie Instellingen voor de
afdrukkwaliteit selecteren.
2. Als het probleem niet is opgelost, reinigt u de printkoppen. Zie
De printkoppen herstellen (reinigen).
284 Hoofdstuk 18 Het probleem is... (onderwerpen over de afdrukkwaliteit) NLWW










