Operation Manual
Tips voor geslaagd afdrukken
Om geslaagd af te drukken, moeten de HP-inktcartridges goed werken met voldoende inkt, moet het
papier goed zijn geplaatst en het apparaat de juiste instellingen hebben.
Inkttips
●
Gebruik originele HP-inktcartridges.
●
Plaats de zwarte en driekleurencartridges juist.
Zie
Vervangen van inktcartridges op pagina 27 voor meer informatie.
●
Controleer het geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt
is.
Zie
Bekijk de geschatte inktniveaus op pagina 24 voor meer informatie.
●
Als de printkwaliteit niet aanvaardbaar is, raadpleegt u De afdrukkwaliteit verbeteren
op pagina 38 voor meer informatie.
Tips voor het plaatsen van papier
●
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde
formaat en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
●
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd
zijn.
●
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt.
Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 18 voor meer informatie.
Tips voor printerinstellingen
●
Selecteer in het tabblad Papier/kwaliteit de juiste papiersoort en afdrukkwaliteit in de
vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal.
●
Selecteer het geschikte papierformaat uit de vervolgkeuzelijst Grootte in het dialoogvenster
Geavanceerde opties. Ga naar het dialoogvenster Geavanceerde opties door te klikken op de
knop Geavanceerd op het tabblad Lay-out of Papier/kwaliteit.
●
Om de standaardafdrukinstellingen te wijzigen, klikt u op Afdrukken en daarna op Voorkeuren
instellen in het printersoftware.
NLWW Tips voor geslaagd afdrukken 13










