gebruikershandleiding Selecteer een van de onderstaande onderwerpen als u het antwoord op een vraag wilt weten: ● kennisgevingen ● speciale functies ● aan de slag ● aansluitingen ● afdrukken ● onderhoud ● problemen oplossen ● specificaties
kennisgevingen ● kennisgevingen en handelsmerken ● termen en conventies
kennisgevingen en handelsmerken kennisgeving van hewlett-packard company De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HewlettPackard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht. kennisgevingen Microsoft, MS, MS-DOS, Windows en XP zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
termen en conventies De volgende termen en conventies worden gebruikt in de gebruikershandleiding. termen Met de term printer of HP printer wordt verwezen naar HP Deskjet printers. symbolen Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld: Klik op Bestand > Afdrukken. Let op en Waarschuwing Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere apparatuur beschadigd kan raken.
Reinig de binnenkant van de printer niet.
speciale functies Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over verschillende indrukwekkende functies: ● ● ● ● ● ● ● ● Ingebouwde netwerkmogelijkheden: u kunt verbinding maken met een bedraad of een draadloos netwerk zonder gebruik te maken van een externe afdrukserver. Afdrukken zonder rand: gebruik de volledige pagina tijdens het afdrukken van foto's en kaarten met behulp van de functie Afdrukken zonder rand.
bedraad ethernet-netwerk Klik op een van de volgende opties voor informatie over configuratie: ● basisprincipes van ethernet ● de printer installeren in een ethernet-netwerk Klik op een van de volgende opties voor meer informatie over de Ethernet-functie van de printer: ● ethernet-lampjes ● netwerkknop ● netwerkconfiguratiepagina ● ingebouwde webserver (EWS) Overige informatie: ● de fabrieksinstellingen van de printer herstellen ● problemen oplossen ● verklarende woordenlijst
basisprincipes van ethernet Met de ingebouwde Ethernet-functie van de printer kunt u de printer direct aansluiten op een 10/100 Base-T Ethernet-netwerk zonder een externe afdrukserver te gebruiken. Wanneer u de printer op een Ethernet-netwerk wilt installeren, volgt u deze instructies op. hardware hubs, schakelapparaten en routers Apparaten, zoals computer en printers, in een Ethernet-netwerk, zijn op het netwerk aangesloten via een hub, een schakelapparaat of een router.
1. RJ-45-stekker netwerkcommunicatie TCP/IP Apparaten in een netwerk communiceren met elkaar via een 'taal' die een protocol wordt genoemd. De printer is geschikt voor netwerken die het veelvoorkomende protocol TCP/IP gebruiken. IP-adres Elk apparaat in een netwerk wordt geïdentificeerd aan de hand van een uniek IPadres. Veel netwerken maken gebruik van een hulpprogramma, zoals DHCP of AutoIP, om IP-adressen automatisch toe te wijzen.
versturen, worden er vier afdruktaken geaccepteerd en wordt de vijfde geweigerd. De gebruiker die de vijfde afdruktaak heeft verstuurd, moet enkele minuten wachten en de afdruktaak vervolgens opnieuw versturen.
netwerkwoordenlijst cijfers a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z cijfers 10/100 Base-T : een technische term voor Ethernet. 10/100 verwijst naar de snelheid van het Ethernet-netwerk. 10 betekent 10 megabits per seconde (Mb/s) voor normaal Ethernet en 100 betekent 100 Mb/s voor Fast Ethernet. 802.11a : een draadloze netwerkaansluiting met een transmissiesnelheid van 54 MB/ s in het 5 GHz frequentiebereik. 802.
netwerk worden verzonden, worden gecodeerd, zodat deze niet door onbevoegden kunnen worden gelezen. De printer ondersteunt WEP en WPA . Coderingssleutels : een serie tekens of cijfers die door een draadloos apparaat wordt gebruikt voor het coderen van gegevens. Coderingsleutels kunnen statisch zijn (zoals het geval is bij WEP ) of dynamisch (zoals bij WPA ).
h Host-naam : de naam waarmee de printer zich in het netwerk identificeert. De hostnaam van de printer wordt vermeld op de netwerkconfiguratiepagina. U gebruikt de host-naam om de ingebouwde webserver (EWS) van de printer te openen. Hub : een simpel apparaat dat als het middelpunt van een Ethernet-netwerk fungeert. Andere apparaten in het netwerk zijn aangesloten op de hub.
Mb/s (megabits per seconde) : de maateenheid voor de snelheid van een netwerk. 1 Mb/s is bijvoorbeeld gelijk aan 1.000.000 bits per seconde (of 125.000 bytes per seconde). mDNS : als alternatief voor een Domain Name Server zent een apparaat een Multicast Domain Name Server-melding (mDNS) uit om informatie te verschaffen over zijn service. De melding omvat het type service (zoals afdrukken), de naam van de service (zoals 'uw printer'), IP- en poortadressen en andere benodigde informatie.
gemaakt, in hetzelfde subnet te plaatsen. Subnet-masker : een nummer dat aangeeft tot welk subnet een IP-adres behoort. t TCP/IP : Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP) is het netwerkcommunicatieprotocol dat op het internet wordt gebruikt. De ingebouwde netwerkfunctie van de printer ondersteunt LAN's waarin van TCP/IP gebruik wordt gemaakt. TKIP : Zie WPA.
apparaten die dezelfde WPA-instellingen hebben als de printer, kunnen met de printer communiceren. WPA maakt gebruikt van coderingssleutels die vaak worden veranderd. WPA biedt een betere beveiliging dan WEP . WPA wordt ook wel TKIP genoemd.
wired equivalent privacy (WEP) Wired Equivalent Privacy (WEP) biedt beveiliging door gegevens te coderen die via radiogolven van het ene naar het andere draadloze apparaat worden verzonden. WEP codeert de gegevens die via het netwerk worden verzonden waardoor deze niet kunnen worden gelezen door onbevoegden. Alleen apparaten die dezelfde WEPinstellingen hebben als de printer, kunnen met de printer communiceren.
bekend zijn bij alle apparaten in het netwerk. de printer configureren voor WEP Gebruik de ingebouwde webserver (EWS) van de printer om deze te configureren voor het gebruik van WEP. U kunt de WEP-instellingen van de printer ook configureren met behulp van de cd met de printersoftware. U kunt met de cd met de printersoftware echter slechts één WEP-sleutel instellen.
ingebouwde webserver (EWS) Met de ingebouwde webserver (EWS) kunt u op eenvoudige wijze uw printer in een netwerk beheren. U kunt met de EWS van de printer het volgende doen: ● De status van de printer controleren. ● De netwerkconfiguratie van de printer aanpassen. ● Het inktniveau van de inktpatronen controleren. ● Netwerkstatistieken weergeven. ● ● De instellingen voor draadloze beveiliging van de printer configureren.
Wanneer de printer zich in een ander subnet bevindt dan de computer, typt u het IP-adres van de printer (bijvoorbeeld: http://192.168.1.1) in het adresvak van de browser om de ingebouwde webserver te openen. Wanneer de computer via een proxyserver toegang krijgt tot het internet, moet u mogelijk uw browser zo configureren dat deze proxyserver wordt omzeild, om toegang te kunnen krijgen tot de EWS.
draadloze beveiliging De printer biedt deze opties voor draadloze beveiliging: ● verificatie ● Codering ❍ WEP ❍ WPA (TKIP)
verificatie Verifieert de identiteit van een gebruiker of apparaat voordat er toegang wordt verleend tot een netwerk. Hiermee wordt voorkomen dat onbevoegde gebruikers toegang kunnen krijgen tot netwerkbronnen. verificatie is een netwerkfunctie Verificatie is een optionele functie voor draadloze netwerken. Niet alle draadloze netwerken maken gebruik van verificatie. Configureer de printer alleen voor verificatie als het netwerk van de printer van deze mogelijkheid gebruikmaakt.
802.1x 802.1x is vooral geschikt voor bedrijfsnetwerken. Infrastructuur WPA (TKIP) of WEP beschrijvingen Elk type verificatie heeft bepaalde voordelen en beperkingen. verificatietype Open systeem Gedeelde sleutel EAP/PSK beschrijving voordelen Apparaten in een netwerk maken zichzelf niet bekend. De minst ingewikkelde strategie. Apparaten delen een hoofdgeheim om zichzelf kenbaar te maken als bevoegde leden van het netwerk.
802.1x De identiteit van een gebruiker of een apparaat die toegang tot een netwerk probeert te krijgen, wordt geverifieerd door een speciale verificatieserver voordat er toegang wordt verleend. Hoogste beveiligingsniveau. Vooral geschikt voor bedrijfsnetwerken. Is mogelijk te duur voor kleinere netwerken. De verificatieserver maakt gebruik van een van de beschikbare verificatieprotocollen.
Wi-Fi Protected Access (WPA) Wi-Fi Protected Access (WPA) biedt als volgt beveiliging: ● ● Het coderen van gegevens die via radiogolven van het ene draadloze apparaat naar het andere draadloze apparaat worden verzonden Het beheren van de toegang tot de netwerkbronnen met behulp van verificatieprotocollen WPA wordt ook wel 'TKIP' (Temporal Key Integrity Protocol) genoemd. Alleen apparaten die dezelfde WPA-instellingen hebben als de printer, kunnen met de printer communiceren.
1. Open de ingebouwde webserver (EWS) van de printer (klik hier voor instructies). 2. Klik op het tabblad Netwerk. 3. Selecteer het tabblad Draadloos in het venster Netwerk. 4. Klik op de knop Geavanceerde configuratie onder Verificatie. 5. Selecteer Infrastructuur en klik vervolgens op Volgende. 6. Selecteer de netwerknaam (SSID) of voer deze in en klik op Volgende. 7.
netwerkconfiguratiepagina De netwerkconfiguratiepagina verschaft nuttige informatie over de netwerkaansluiting van de printer. een netwerkconfiguratiepagina afdrukken Druk eenmaal op de Netwerkknop op de printer terwijl deze aan staat en geen afdruktaken verwerkt. Als de printer net is verbonden met een netwerk, wacht u enkele minuten voordat u de netwerkconfiguratiepagina afdrukt, zodat de printer de geldige instellingen kan verkrijgen.
De netwerkstatus van de printer: Status ● ● Klaar: de printer is gereed om af te drukken. Offline: de printer is niet verbonden met een netwerk. Het type netwerk waarmee de printer is verbonden: ● Netwerkaansluitingstype ● ● Bedraad: de printer is verbonden met een Ethernet-netwerk. Draadloos: de printer is verbonden met een draadloos netwerk. Uitgeschakeld: de printer is niet verbonden met een netwerk. URL Het adres dat moet worden gebruikt om de ingebouwde webserver van de printer te openen.
Standaard gateway Het gatewayadres van de printer. Hoe de printer aan zijn IP-adres is gekomen: Configuratiebron DNS-server ● DHCP ● Automatisch: AutoIP ● Handmatig: statisch IP-adres ● BOOTP Het IP-adres van de Domain Name Server van de printer. Niet opgegeven betekent dat er geen IP-adres is ingesteld. Deze instelling is niet van toepassing op de printer. De mDNS servicenaam van de printer in het netwerk.
De configuratie van de netwerkkoppeling: ● 802.11b ● 10T-Full ● 10T-Half ● 100TX-Full ● 100TX-Half Koppelingsinstellingen informatie over draadloze verbinding Deze informatie heeft alleen betrekking op draadloze netwerken: item betekenis De status van de printer in een draadloos netwerk: ● ● ● Draadloze status ● ● Klaar: de printer is gereed om af te drukken. Bezig met initialiseren: de verbinding met het netwerk wordt gemaakt.
Een bericht dat de status aangeeft van de draadloze verbinding van de printer: ● ● Bericht ● ● ● Geen signaal gedetectseerd: de printer kan geen signaal detecteren vanaf een draadloos toegangspunt (WAP) in een infrastuctuurnetwerk. Bezig met scannen SSID: de printer is bezig met het zoeken naar de netwerknaam ( SSID ) waarvoor deze is geconfigureerd. Verificatie in uitvoering: de printer is bezig om via verificatie toegang te krijgen tot het netwerk.
De sterkte van het 802.11 radiosignaal dat door de printer wordt ontvangen: ● ● Signaalsterkte ● ● Toegangspunt apparatuuradres 1 - 5: 5 betekent een zeer goed signaal; 1 betekent een slecht signaal. Geen signaal: de printer ontvangt geen radiosignaal. Klik hier voor informatie over het oplossen van problemen. Niet van toepassing: de printer is ingesteld op de communicatiemodus adhoc of het draadloze netwerk is uitgeschakeld. [leeg]: de printer is bezig met het zoeken naar een SSID.
De verificatie-instelling van de printer: ● ● ● verificatietype ● ● ● ● ● Codering ● ● WPA Open systeem: er wordt geen verificatie gebruikt. Gedeelde sleutel: de printer gebruikt een WEP-sleutel voor verificatie. LEAP, PEAP, EAP-TLS, EAP-MD5 en EAP-TTLS: geavanceerde verificatieprotocollen voor bedrijfsnetwerken. EAP-PSK: EAP-verificatie waarbij een PreShared Key (PSK) wordt gebruikt. Wordt gebruikt als onderdeel van WPA voor kleine netwerken. Geen: er wordt geen verificatie gebruikt.
Aantal pakketten dat foutloos is verzonden. Totaal pakketten verzonden Het is mogelijk dat HP Service en ondersteuning u om dit nummer vraagt. Aantal pakketten dat foutloos is ontvangen. Totaal pakketten ontvangen Het is mogelijk dat HP Service en ondersteuning u om dit nummer vraagt. Aantal pakketten dat met fouten is verzonden. Ontvangen slechte pakketten Het is mogelijk dat HP Service en ondersteuning u om dit nummer vraagt.
problemen met draadloze communicatie Druk een netwerkconfiguratiepagina af (klik hier voor instructies). Als de netwerkconfiguratiepagina niet wordt afgedrukt, controleert u het volgende: ● De printer is geconfigureerd en ingeschakeld ● De inktpatronen zijn correct geïnstalleerd (klik hier voor instructies) ● De printer is ingeschakeld en de papierlade bevat papier ● De printer bevat geen vastgelopen papier Klik hier als een van de bovenstaande problemen voorkomt.
Uit Controleer het volgende: ● ● Er is geen Ethernet-kabel op de printer aangesloten. Wanneer er een Ethernet-kabel op de printer wordt aangesloten, wordt de draadloze radio automatisch uitgeschakeld. Verwijder de kabel uit de printer. De printer is aangesloten. het lampje draadloze status brandt Als het lampje draadloze status brandt, probeert u het document opnieuw af te drukken en controleert u vervolgens het lampje voor draadloze communicatie van de printer: als het lampje draadloze status... dan...
Niet knippert Werkt de draadloze radio wel, maar kunnen de printer en computer niet met elkaar communiceren. ● ● ● De netwerkinstellingen van de printer komen niet overeen met de instellingen van het netwerk. Volg deze stappen op. De computer is mogelijk ingesteld op het verkeerde profiel voor draadloze netwerken. Volg deze stappen op. Het is mogelijk dat de personalfirewallsoftware de communicatie tussen de printer en de computer blokkeert. Volg deze stappen op.
netwerkconfiguratiepagina van de printer. Controleer of er verschillen zijn. Mogelijke problemen zijn: probleem De apparatuuradressen van de WAP-filters (MACadressen) oplossing Volg deze stappen op. Een van deze instellingen in de printer is mogelijk niet juist: ❍ Communicatiemodus ❍ Netwerknaam (SSID) ❍ Kanaal (alleen adhoc-netwerken) ❍ verificatietype ❍ Codering ❍ WPA (TKIP) Volg deze stappen op. 3. Druk het document opnieuw af.
Als de printer langzaam afdrukt is het mogelijk dat het radiosignaal zwak is. Bekijk de netwerkconfiguratiepagina. Als de Signaalsterkte 1 of 2 is, volgt u deze aanwijzingen op.
toegevoegd aan de lijst met toegestane MAC-adressen van de WAP. 1. Druk een netwerkconfiguratiepagina af (klik hier voor instructies). 2. Het apparatuuradres van de printer wordt vermeld op de netwerkconfiguratiepagina. 3. Open het configuratieprogramma van de WAP en voeg het apparatuuradres van de printer toe aan de lijst met toegestane MAC-adressen.
inktpatronen vervangen Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe inktpatronen koopt. De printer kan werken met slechts één geïnstalleerde inktpatroon. Klik hier voor meer informatie. Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen: 1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade. 2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. 3. Open de printerkap. 4. Duw de vergrendeling van de inktpatroon in de positie open. 5. Schuif de inktpatroon uit de houder. 6.
kunststof tape. Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn vereiste elektrische contactpunten. 1. Verwijder het beschermende plakband 7.
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het bereik van kinderen.
inktpatronen U kunt deze inktpatronen in de printer gebruiken. ● zwarte inktpatroon ● driekleurenpatroon ● foto-inktpatroon 1. zwarte inktpatroon 2. driekleurenpatroon 3. foto-inktpatroon Mogelijk worden niet al deze inktpatronen bij uw printer geleverd. Niet alle inktpatronen zijn in alle landen/regio's verkrijgbaar.
navullen van HP inktpatronen valt uitdrukkelijk buiten de garantie van de HP printer.
inktpatronen onderhouden De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en bieden u een consistente afdrukkwaliteit: ● ● Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig hebt. Inktpatronen moeten op kamertemperatuur worden bewaard (15-35 °C). Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de inktpatroon is verwijderd, moet u deze niet meer terugplaatsen.
Let op! Laat de inktpatroon niet vallen. Hierdoor kan de inktpatroon beschadigd raken.
inktpatronen recyclen Klanten die hun HP inkjetpatronen willen recyclen, kunnen deelnemen aan het Planet Partner recyclingprogramma voor lege inktpatronen van HP. HP biedt dit programma in meer landen/regio's aan dan enig andere producent van inkjetpatronen in de wereld. Dit programma wordt aangeboden als een gratis service voor HP klanten en is een milieuvriendelijke oplossing voor deze producten aan het einde van de levenscyclus.
modus inktreserve In de modus Inktreserve kan de printer werken terwijl er maar één inktpatroon in gebruik is. Deze modus wordt ingeschakeld wanneer een inktpatroon uit de houder wordt verwijderd. Klik hier voor instructies over het verwijderen van een inktpatroon. uitvoer in modus inktreserve Als u afdrukt in de modus Inktreserve, werkt de printer langzamer en gaat de kwaliteit van de afdrukken achteruit. wanneer alleen deze inktpatroon is geïnstalleerd... is het resultaat...
printer drukt niet af Controleer het volgende: ● Is de printer aangesloten op een stopcontact? ● Zijn de kabels goed aangesloten? ● Staat de printer aan? ● Zijn de inktpatronen correct geïnstalleerd? ● Is papier of ander afdrukmateriaal correct in de invoerlade geladen? ● Is de printerkap van de printer gesloten? ● Is de optionele duplexeenheid of de achterklep aanwezig? de printerlampjes controleren De printerlampjes geven de printerstatus weer en waarschuwen u voor een eventueel probleem.
1. Verwijder het netsnoer uit de wandcontactdoos. 2. Wacht ongeveer 10 seconden. 3. Sluit het netsnoer weer aan. 4. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. Als de printer nu nog niet aan gaat, probeert u het volgende: ● ● Sluit de printer aan op een andere wandcontactdoos of Sluit de printer direct aan op een wandcontactdoos in plaats van op een stroomstootbeveiliging.
printerlampjes branden of knipperen betekenis van de lampjes De printerlampjes geven de printerstatus weer. 1. knop netwerklampje 2. annuleerknop 3. inktpatroonstatus-lampje 4. doorgaanlampje 5. lampje draadloze communicatie 6. aan/uit-lampje netwerklampjes branden of knipperen ethernet-lampjes Klik hier als de Ethernet-lampjes branden of knipperen. lampje draadloze status Klik hier als het lampje voor de draadloze status brandt of knippert.
er kan een papierstoring zijn Volg deze instructies voor het oplossen van de papierstoring. inktpatroonstatus-lampje brandt of knippert als het lampje brandt en niet knippert Controleer of de inktpatroon bijna leeg is. Als een inktpatroon bijna leeg is, overweeg dan de inktpatroon te vervangen. Als geen van beide inktpatronen bijna leeg is, druk dan op de knop Doorgaan. Als het inktpatroonstatus-lampje blijft branden, schakelt u de printer uit en weer aan.
4. Steek het netsnoer van de printer opnieuw in het stopcontact. 5. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
ethernet-lampjes De Ethernet-lampjes op de printer geven de status van de Ethernet-verbinding van de printer aan. verbindingslampje Het verbindingslampje brandt constant wanneer de printer is aangesloten op een Ethernet-netwerk en is ingeschakeld. het verbindingslampje heeft de volgende status... Aan betekenis… De printer is aangesloten op een Ethernet-netwerk en ingeschakeld. De draadloze radio van de printer is uitgeschakeld wanneer er een Ethernet-kabel is aangesloten op de printer.
als het activiteitenlampje... betekenis… Knippert De printer verzendt of ontvangt gegevens via de Ethernet-verbinding. Uit De printer verzendt of ontvangt geen gegevens via de Ethernet-verbinding.
lampje draadloze status Het lampje voor de draadloze status geeft de status aan van de interne draadloze communicatieradio van de printer. stand van lampje draadloze status betekenis… Aan De printer kan draadloos gegevens ontvangen en verzenden. Uit De printer kan niet gegevens draadloos ontvangen en verzenden.
Knippert Er worden gegevens ontvangen.
netwerkknop U kunt met de netwerkknop van de printer het volgende doen: ● Een netwerkconfiguratiepagina afdrukken (klik hier voor instructies). ● De fabrieksinstellingen van de printer herstellen (klik hier voor instructies) 1. netwerkknop Het pictogram op de netwerkknop licht op wanneer de printer is aangesloten op: 1. een Ethernet-netwerk 2. een actief draadloos netwerk 3. een actieve draadloze verbinding met een computer of een ander draadloos apparaat het pictogram staat...
Uit De printer is niet aangesloten op een Ethernet-netwerk of een draadloos netwerk.
de fabrieksinstellingen van de printer herstellen Wanneer de printer voor een netwerk is geconfigureerd, zijn de configuratieinstellingen in het geheugen van de printer opgeslagen. Wanneer u de printer terugzet op de fabrieksinstellingen, worden alle instellingen van de printer voor het netwerk uit het geheugen verwijderd. Wanneer u een probleem met de printer probeert op te lossen, gebruikt u deze mogelijkheid alleen als niets anders meer helpt.
draadloos netwerk Klik op een van de volgende opties voor informatie over configuratie: ● basisprincipes van draadloze netwerken ● draadloze beveiliging ● de printer installeren in een draadloos netwerk Klik op een van de volgende opties voor meer informatie over de functie voor draadloze communicatie van de printer: ● lampje draadloze status ● netwerkknop ● de 802.
basisprincipes van netwerken Met de ingebouwde printerfunctie voor draadloze communicatie kunt u de printer direct aansluiten op een 802.11b draadloos netwerk zonder dat u hiervoor een externe afdrukserver nodig hebt. Voor het installeren van de printer in een 802.11b draadloos netwerk volgt u deze instructies op. 802.11b of Wi-Fi beschrijving 802.
Voorbeelden van veelgebruikte adapters zijn: PCMCIA-kaart die in de PCMCIA-sleuf op een laptop wordt geplaatst. ISA- of PCI-kaart die met een desktopcomputer kan worden gebruikt. USB-adapter die op een USB-poort van een desktop- of laptopcomputer wordt aangesloten. Er zijn ook andere soorten adapters verkrijgbaar. Bij alle adapters wordt configuratiesoftware geleverd waarmee u de adapter kunt configureren voor uw draadloze netwerk.
interferentie in een draadloos netwerk reduceren De volgende tips helpen u de kans op interferentie in een draadloos netwerk te verkleinen: ● ● ● ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote metalen objecten zoals archiefkasten en andere elektromagnetische apparaten zoals microgolven of draadloze telefoons, aangezien deze radiosignalen kunnen verstoren.
adhoc-modus Wanneer een printer is ingesteld op de communicatiemodus adhoc communiceert de printer direct met andere apparaten in het netwerk via een draadloos toegangspunt (WAP). instellingen voor draadloze netwerken Apparaten (zoals computers en printers) in een draadloos netwerk moeten de volgende instellingen gemeen hebben: profielen voor draadloze netwerken Een profiel voor een draadloos netwerk is een set netwerkinstellingen die uniek is voor een bepaald draadloos netwerk.
Netwerknaam (SSID) Een draadloos netwerk wordt geïdentificeerd aan de hand van een netwerknaam of 'Service Set Identifier (SSID)'. Een apparaat moet de netwerknaam van een netwerk weten om in het netwerk te kunnen functioneren. Klik hier voor een uitgebreide uitleg van netwerknamen.
de printer installeren in een draadloos netwerk Voor het installeren van de printer in een draadloos netwerk hebt u de volgende informatie nodig: ● De netwerknaam (SSID) van de printer. ● De communicatiemodus van het netwerk: hetzij infrastructuur of adhoc De beveiligingsinstellingen van het netwerk: WEP en de gebruikte WEP-sleutel, de verificatiemethode en/of WPA (TKIP) ● Let op! Aanbevolen wordt de printer en de computers waarop van deze printer gebruik wordt gemaakt, in hetzelfde subnet te plaatsen.
5. Voer een van de volgende handelingen uit: het verbindingslampje heeft de volgende status... dan... Aan Ga naar stap 6. Uit Herhaal stap 2 tot en met 4. Als de lampjes nog steeds uit zijn, controleert u het volgende: ❍ ❍ De printer is ingeschakeld. Het draadloze toegangspunt (WAP) is ingeschakeld (als er een WAP wordt gebruikt). ❍ De kabels zitten goed vast. ❍ U gebruikt een Ethernet-kabel. 6. Plaats de cd met de printersoftware in het cd-rom-station van de computer. 7.
de printer aansluiten op een ethernet-netwerk Volg deze stappen op om de printer op een Ethernet-netwerk aan te sluiten: 1. Stel zo nodig de printerhardware in. Meer informatie over het instellen van de printerhardware vindt u op de installatieposter die bij de printer is geleverd. 2. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 3. Sluit de Ethernet-kabel aan op een beschikbare poort op de hub of router van het netwerk. Sluit de Ethernet-kabel niet aan op een poort met het label WAN of Uplink. 4.
Aan Ga naar stap 6. Uit Herhaal stap 2 tot en met 4. Als de lampjes nog steeds uit zijn, controleert u het volgende: ❍ ❍ De printer is ingeschakeld. De netwerkhub of router is ingeschakeld. ❍ De kabels zitten goed vast. ❍ U gebruikt een Ethernet-kabel. 6. Druk een netwerkconfiguratiepagina af (klik hier voor instructies). 7. Installeer de printersoftware op elke computer waarop de printer wordt gebruikt.
de printersoftware installeren Voordat u de printersoftware installeert op een computer in een netwerk, controleert u het volgende: ● De printer is geconfigureerd en ingeschakeld. ● De hub, het schakelapparaat of de router is ingeschakeld en functioneert goed. ● ● Alle computers op het netwerk zijn ingeschakeld en aangesloten op het netwerk. De printer is geïnstalleerd in het netwerk.
voorbeelden van draadloze netwerken Er zijn drie veelgebruikte configuraties voor draadloze netwerken: ● Adhoc ● Infrastructuur ● gecombineerd, bedraad en draadloos adhoc-netwerken Een draadloos netwerk waarin de apparaten direct met elkaar communiceren en niet via een draadloos toegangspunt (WAP). Een eenvoudig adhoc-netwerk kan bijvoorbeeld bestaan uit een laptop en een printer die direct met elkaar communiceren. Adhoc-netwerken zijn vaak klein en eenvoudig.
gecombineerde, bedrade en draadloze netwerken Een groot bedraad netwerk bevat vaak ook draadloze apparaten. In dit geval wordt een WAP op het hoofdnetwerk aangesloten met een Ethernet-kabel die is aangesloten op de WAN-poort van de WAP. De WAP fungeert als tussenapparaat voor de bedrade apparaten en de draadloze apparaten. De bedrade apparaten communiceren via de Ethernet-kabel met de WAP en de draadloze apparaten communiceren met de WAP via radiogolven.
Om de printer te kunnen gebruiken verstuurt een desktopcomputer de afdruktaak via de Ethernet-kabel naar de WAP. De WAP verstuurt de afdruktaak vervolgens draadloos naar de printer.
profielen voor draadloze netwerken Een profiel voor een draadloos netwerk is een set netwerkinstellingen die uniek is voor een bepaald draadloos netwerk. Veel draadloze apparaten hebben een configuratieprogramma waarmee voor het apparaat profielen kunnen worden ingesteld voor meerdere draadloze netwerken. Om de printer te kunnen gebruiken moet u de computer configureren voor het draadloze netwerk van de printer. Niet alle draadloze apparaten ondersteunen meerdere profielen.
Thuis thuis ● Netwerknaam: thuis ● Communicatiemodus: adhoc ● Coderingstype: WEP ● Verificatie: Open systeem Wanneer de laptop op het werk wordt gebruikt, moet het profiel voor draadloze netwerken worden ingesteld op het profiel werk om verbinding te kunnen maken met het kantoornetwerk. Wanneer de laptop thuis wordt gebruikt, moet het profiel voor draadloze netwerken worden ingesteld op het profiel thuis om verbinding te kunnen maken met het thuisnetwerk.
Netwerknaam (SSID) Een draadloos netwerk wordt geïdentificeerd aan de hand van een netwerknaam of 'Service Set Identifier (SSID)'. Een apparaat moet de netwerknaam van een netwerk weten om in het netwerk te kunnen functioneren. Een draadloos netwerk heeft slechts één netwerknaam. Er kunnen op een bepaalde locatie, bijvoorbeeld een kantoor, verschillende draadloze netwerken zijn, die elk een andere netwerknaam hebben.
de printer communiceert met netwerk_1. de laptop is geconfigureerd voor netwerk_2 De netwerknaam (SSID) waarvoor de laptop is geconfigureerd is netwerk_2. Er kan niet vanaf de laptop met de printer worden gecommuniceerd en er kunnen dus geen afdruktaken naar de printer worden gestuurd. de laptop kan niet met de printer communiceren. de laptop is wordt geconfigureerd voor netwerk_1 De netwerknaam (SSID) waarvoor de laptop is geconfigureerd is netwerk_1.
de laptop en de printer kunnen met elkaar communiceren
de 802.11b-radio van de printer De printer heeft een interne 802.11b-radio voor draadloze communicatie. hoe de radio werkt De radio maakt gebruik van de 2,4 Ghz frequentie wanneer u deze inschakelt en activeert. De radio gaat automatisch uit wanneer de printer: ● ● wordt uitgeschakeld of de stekker uit een stroombron wordt getrokken.
1. druk op de aan/uit-knop en houd deze ingedrukt 2. druk zeven maal op de knop annuleren 3. druk eenmaal op de knop doorgaan en laat vervolgens de aan/uit-knop los de 802.11b-radio van de printer inschakelen U schakelt als volgt de 802.11b-radio van de printer weer in: 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en geen taken verwerkt. 2. Druk op de Aan/uit-knop en houd deze ingedrukt. 3. Terwijl u de Aan/uit-knop ingedrukt houdt, drukt u zeven maal op de knop Annuleren. 4. Laat de Aan/uit-knop los. 1.
de netwerknaam van de printer wijzigen Om een probleem met de printer op te kunnen lossen moet u mogelijk de instelling voor de netwerknaam (SSID) van de printer instellen op een van de volgende opties: ● hpsetup ● een niet-opgegeven netwerknaam de netwerknaam wijzigen in hpsetup Wanneer u de netwerknaam van de printer wilt instellen op hpsetup, volgt u deze stappen op: 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en geen taken verwerkt. 2. Druk op de Netwerkknop en houd deze ingedrukt. 3.
papierstoring volg deze stappen 1. Druk op de knop Doorgaan. 2. Als u etiketten afdrukt, controleert u of er geen etiket is losgeraakt van het etikettenvel terwijl het vel door de printer werd gevoerd. als de papierstoring niet verholpen is printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten 1.
4. Druk het document af. printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten 1. Druk de knoppen aan de linker- en rechterkant van de module voor dubbelzijdig afdrukken in en haal deze van de printer. 2. Haal eventueel aanwezig papier uit de achterzijde van de printer. Als de papierstoring is verholpen, gaat u verder met stap 3 hieronder. Als de papierstoring niet is verholpen, gaat u verder met stap 1 hieronder. 1.
Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt. Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit de printer haalt. 4. Druk op de knop Doorgaan.
problemen met afdrukken zonder rand Volg de volgende richtlijnen voor het afdrukken zonder randen: ● ● ● ● Controleer of het gespecificeerde papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is op het tabblad Papier/Kwaliteit overeenkomt met het papierformaat dat in de invoerlade is geladen. Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Type is op het tabblad Papier/Kwaliteit. Als u afdrukt in grijstinten, selecteert u Hoge kwaliteit onder Afdrukken in Grijsschaal op het tabblad Kleur.
Als op ongeveer 2,5 tot 6,5 cm vanaf de rand van een foto vervaging optreedt, kunt u het volgende proberen: ● ● ● Installeer een fotopatroon in de printer. Open het dialoogvenster Printereigenschappen, selecteer de tab Papier/ Kwaliteit en stel vervolgens de Afdrukkwaliteit in op Maximale dpi. Draai de afbeelding 180 graden.
Volg deze stappen als de afbeelding onder een hoek wordt afgedrukt : 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Laad het fotopapier correct in de invoerlade. 3. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het afdrukmateriaal geschoven zijn. 4. Volg de laadinstructies voor het soort afdrukmateriaal. afdruk heeft een ongewenste rand voor de meeste fotopapiersoorten Als de afdruk een ongewenste rand heeft, moet u de printer kalibreren.
Als de rand boven de afscheurrand verschijnt, moet u de printer kalibreren. inktvegen Volg deze stappen als de achterkant van een afdruk inktvegen bevat of het papier aan elkaar vastplakt. 1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies. 2. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer. 3. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht. De kleuren in het beeld kunnen lichter worden. 4. Klik op OK. Als het probleem blijft bestaan: 1.
2. Druk op de knop Afdrukken annuleren en houd deze ingedrukt tot er een zelftestpagina wordt afgedrukt. Laat vervolgens de knop los. 3. Herhaal stap 2 tot de achterkant van het papier geen inktvegen meer heeft.
tabblad papier/kwaliteit Op het tabblad Papier/Kwaliteit kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Gebruik ander papier voor: Zie een voorblad afdrukken. 3. Formaat is: formaat van het gebruikte papier. 4. Afdrukken zonder rand: Zie afdrukken zonder rand. 5. Aangepast: zie een aangepast papierformaat instellen. 6. Bron is: Selecteer de lade waaruit u wilt afdrukken. Selecteer Bovenste lade om af te drukken vanuit de invoerlade van de printer.
een randloos document op een bepaald papiertype afdrukt en u het beeld over de volledige pagina wilt afdrukken. 10. Afdrukkwaliteit: Er zijn vijf opties voor de afdrukkwaliteit: Snel concept, Snel normaal, Normaal, Best en Maximum dpi. Naarmate de afdrukkwaliteit toeneemt van Snel concept naar Maximum dpi wordt de kwaliteit van het gedrukte beeld beter en neemt de afdruksnelheid af. Voor Snel concept wordt de minste hoeveelheid inkt gebruikt.
snelinstellingen afdruktaak Gebruik snelinstellingen voor afdruktaken als u wilt afdrukken met instellingen die u regelmatig gebruikt of als u deze wilt opslaan. Als u bijvoorbeeld vaak enveloppen afdrukt, kunt u een afdruktaak maken met de instellingen voor het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukstand die u normaal gezien gebruikt voor enveloppen. Nadat u de afdruktaak eenmaal hebt gemaakt, kunt u deze gewoon selecteren wanneer u enveloppen afdrukt.
3. Klik op OK. Als u de standaardprinterinstellingen wilt herstellen, selecteert u Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak en klikt u op OK. snelinstellingen voor een afdruktaak maken Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor afdruktaken te maken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de opties die u in de nieuwe afdruktaak wilt opnemen. 3.
Als u meer opties aan de afdruktaak toevoegt, moet u de naam van de afdruktaak wijzigen en op OK klikken. snelinstellingen voor afdruktaken verwijderen Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te verwijderen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de afdruktaak die u uit de vervolgkeuzelijst wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Een aantal snelinstellingen voor afdruktaken kunt u niet verwijderen.
afdrukinstellingen De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik de printersoftware (dat wil zeggen het printerstuurprogramma) om de afdrukinstellingen voor een document te wijzigen. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer om de printerinstellingen te wijzigen. het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te openen: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2.
1. Tabbladen: klik op een tabblad om de inhoud ervan weer te geven. 2. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 3. Afdrukvoorbeeld: geeft aan wat voor gevolgen wijzigingen in de printerinstellingen op de afdruk hebben. 4. Knoppen: ❍ ❍ ❍ OK: als u hierop klikt, worden wijzigingen opgeslagen en toegepast. Annuleren: als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder dat de nieuwe instellingen worden opgeslagen.
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven. tabbladen ● tabblad papier/kwaliteit ● tabblad afwerking ● tabblad effecten ● tabblad basis ● tabblad kleur De printerfuncties en instructies voor het gebruik ervan kunnen worden gewijzigd.
een voorblad afdrukken Met de functie Gebruik ander papier voor kunt u de eerste pagina van een document dat uit meerdere pagina's bestaat, op een andere papiersoort afdrukken dan de rest van het document. U gebruikt de functie Gebruik ander papier voor als volgt: 1. Volg de instructies op voor het plaatsen van papier. wordt de papierlade voor 250 vel gewoon papier gebruikt? dan... Ja Plaats papier voor de eerste pagina in de invoerlade en gewoon papier in de lagere lade.
papierlade voor 250 vel gewoon papier De papierlade voor 250 vel gewoon papier breidt de papiercapaciteit van uw printer uit tot 400 vel. Het is handig als u grote hoeveelheden afdrukt en voor situaties waarbij u de invoerlade voor speciaal afdrukmateriaal gebruikt zoals briefhoofdpapier maar ook het gewone papier beschikbaar wilt hebben. Als de papierlade voor 250 vel gewoon papier niet bij uw printer is geleverd, kan deze afzonderlijk worden aangeschaft bij een geautoriseerde HP-dealer.
de papierlade voor 250 vel gewoon papier gebruiken beschrijving van het accessoire De papierlade voor 250 vel gewoon papier bestaat uit twee delen. 1. voetstuk 2. onderste lade De onderste lade heeft aanpassingen voor drie formaten. 1. papierbreedtegeleider 2. papierbreedtehekje 3. papierlengtegeleider Als u het papierformaat in de papierlade wijzigt, moet u alle drie papiergeleiders instellen.
2. Verschuif de papierbreedtegeleider tot de pijl de gewenste instelling aanwijst. 1. breng de pijlen op één lijn Stel de papierbreedtegeleider in op LTR om op papier met legal-formaat af te drukken. 3. Stel de papierbreedtehekje in door deze voorzichtig in de sleuf met het gewenste formaat te plaatsen. 1. kantel het hekje naar voren 2. plaats het hekje in de gewenste sleuven 3.
Stel het papierbreedtehekje in op LTR om op papier met legal-formaat af te drukken. 4. Stel de papierlengtegeleider in door deze uit te trekken tot de pijlen zich op één lijn bevinden met het papierformaat. 1. breng de pijlen op één lijn Om op papier met legal-formaat af te drukken, moet u de papierlengtegeleider geheel uittrekken. de onderste lade laden Volg deze stappen om papier te plaatsen: 1. Controleer of alle drie papiergeleiders juist zijn ingesteld. 2. Plaats het papier in de onderste lade. 3.
afdrukinstructies Klik hier voor instructies over het afdrukken met de papierlade voor 250 vel gewoon papier.
een papierbron selecteren De printer biedt de volgende opties voor papierbron: ● invoerlade ● papierlade voor 250 vel gewoon papier De papierlade voor 250 vel gewoon papier is niet bij uw printer geleverd, maar kan afzonderlijk worden aangeschaft bij een geautoriseerde HP-dealer. De accessoire is niet beschikbaar in alle landen/regio's. Voer de volgende stappen uit om de papierbron te selecteren: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 3.
❍ ❍ ❍ Onderste lade: printer drukt af vanuit de papierlade voor 250 vel gewoon papier. Boven, daarna onder: printer drukt af vanuit de invoerlade. Als de invoerlade leeg is, drukt de printer af vanuit de papierlade voor 250 vel gewoon papier. Onder, daarna boven: printer drukt af vanuit de papierlade voor 250 vel gewoon papier. Als de accessoire leeg is, zal de printer afdrukken vanuit de invoerlade.
papierladen Selecteer een van de volgende onderwerpen voor informatie over de papierlade: ● de papierlade openvouwen ● invoerlade ● uitvoerlade ● de papierlade open- en dichtvouwen de papierlade openvouwen Voer de volgende stappen uit om de papierlade open te vouwen: 1. Druk de invoerlade naar beneden. 2. Trek de papierlengtegeleider naar buiten naar de rand van de invoerlade. 3. Druk de uitvoerlade naar beneden. 4. Klap het verlengstuk van de lade uit.
invoerlade De invoerlade bevat papier en ander te bedrukken afdrukmateriaal. 1. invoerlade papierbreedtegeleider De papierbreedtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende papierformaten. 1. papierbreedtegeleider papierlengtegeleider De papierlengtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende papierformaten.
1. papierlengtegeleider verlengstuk van de invoerlade Als u wilt afdrukken op groot papier zoals legal-papier, trekt u de papierlengtegeleider naar buiten tot aan de rand van de invoerlade en trekt u vervolgens het verlengstuk van de invoerlade naar buiten. 1. verlengstuk van de invoerlade uitvoerlade Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst. 1. uitvoerlade Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van de uitvoerlade uittrekken.
1. verlengstuk van uitvoerlade Tijdens het afdrukken in de modus Snel concept trekt u het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten, schuift u het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouwt u de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 1. verlengstuk van de uitvoerlade 2. verlengstukstop van de uitvoerlade Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het afdrukken op legal-papier.
2. Trek de uitvoerlade naar boven. 3. Indien noodzakelijk duwt u het verlengstuk van de invoerlade naar binnen. 4. Duw de papierlengtegeleider naar binnen totdat deze stopt. 5. Trek de invoerlade naar boven.
afdrukken Klik hieronder op het juiste onderwerp voor uitleg over de printersoftware: ● afdrukinstellingen ● geavanceerde functies ● venster apparaatstatus Klik hieronder op het gewenste onderwerp om instructies voor de afdrukfuncties weer te geven: ● een document afdrukken ● standaardinstellingen wijzigen ● digitale foto's afdrukken ● digitale fotografie-technologie ● dubbelzijdig afdrukken ● snelinstellingen afdruktaak ● afdrukken zonder rand ● een aangepast papierformaat instellen ●
● indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal ● wenskaarten ● hagaki-kaarten ● foto's ● posters ● banieren ● iron-on transfers
geavanceerde functies Voor het afdrukken van foto's, transparanten of documenten met illustraties moet u mogelijk in het dialoogvenster Geavanceerde functies opties instellen. het dialoogvenster geavanceerde functies openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Geavanceerde functies te openen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies.
drukken vanaf een computer die over onvoldoende geheugen of schijfruimte beschikt om het document onder normale omstandigheden af te drukken. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. De kwaliteitsmodus Maximum dpi is niet beschikbaar wanneer de printer in de Modus weinig geheugen staat.
venster apparaatstatus Het venster Apparaatstatus verschijnt elke keer dat een bestand wordt afgedrukt. De volgende items worden weergegeven: 1. Inktniveaus: geschat inktniveau van elke inktpatroon. 2. Apparaatstatus: de status van de printer. Bijvoorbeeld Bezig met spoolen of Bezig met afdrukken. 3. Documenteigenschappen: de volgende informatie wordt over de huidige afdruktaak weergegeven. ❍ Document: naam van het document dat op dat moment wordt afgedrukt.
een document afdrukken basisafdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een document af te drukken: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken. 3. Klik op OK als u wilt afdrukken met de standaardinstellingen van de printer. afdrukopties instellen Voer de volgende stappen uit om afdrukopties te wijzigen: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
afdrukken zonder rand Met Afdrukken zonder rand kunt u tot aan de randen van bepaalde papiersoorten en een reeks van standaard papierformaten zoals L-formaat (89 x 127 mm) tot Letter (216 x 279) en A4 (210 x 297 mm) afdrukken. De printer kan ook op fotopapier van 10 x 15 mm met afscheurrand afdrukken. richtlijnen ● ● Druk geen documenten zonder rand af in de modus inktreserve. Er moeten altijd twee inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd.
4. Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Type is. Selecteer niet Automatisch. 5. Klik op het selectievakje Zonder rand automatisch passend maken om de grootte van het beeld automatisch zo aan te passen dat er geen rand wordt afgedrukt. De optie Automatisch zonder randen is alleen beschikbaar voor fotopapiersoorten.
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Als u wilt afdrukken op fotopapier met een afscheurrand, moet u de rand verwijderen om het document volledig randloos te maken.
digitale foto's afdrukken De printer biedt een aantal functies waarmee u de kwaliteit van digitale foto's kunt verbeteren. het dialoogvenster hp opties voor digitale fotografie openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie te openen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en vervolgens op de knop HP opties voor digitale fotografie.
uitbalanceren. 3. Digitale flitser: Hiermee maakt u donkere beelden lichter. Klik op Automatisch als u licht en donker automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten uitbalanceren. 4. SmartFocus: Als u op Aan klikt, worden beelden automatisch door het stuurprogramma van de printer scherpgesteld. 5. Scherpte: Hiermee stelt u de scherpte van beelden naar wens in. Klik op Automatisch als u de scherpte automatisch door het stuurprogramma wilt laten bepalen. 6.
tabblad afwerking Op het tabblad Afwerking kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Dubbelzijdig afdrukken. zie dubbelzijdig afdrukken. 3. Brochure-indeling is: zie een brochure afdrukken. 4. Pagina's per vel: zie meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. 5. Poster afdrukken: selecteer het aantal pagina's dat u als poster naast elkaar wilt laten afdrukken om het formaat van uw poster te bepalen. 6.
dubbelzijdig afdrukken Gebruik een van de volgende methoden om documenten dubbelzijdig af te drukken: ● handmatig dubbelzijdig afdrukken ● automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex-afdrukken) handmatig dubbelzijdig afdrukken afdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document handmatig af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4.
uit: ❍ Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is geselecteerd. 1. liggend 2. staand ❍ Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan. 1. liggend 2. staand 5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. De oneven genummerde pagina's worden het eerst afgedrukt. 6.
❍ Binden als boek met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt: ❍ Binden als schrijfblok met afdrukstand staand: laad het papier als volgt: ❍ Binden als schrijfblok met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt: 7. Klik op Doorgaan om de even genummerde pagina's af te drukken. automatisch dubbelzijdig afdrukken (module vereist) Om documenten automatisch dubbelzijdig af te drukken, moet de module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn bevestigd.
Gebruik handmatig dubbelzijdig afdrukken om op niet-ondersteund afdrukmateriaal af te drukken. afdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document automatisch af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. Selecteer het tabblad Afwerking. 2. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 3. Zorg dat Automatisch is geselecteerd. 4.
aan de marges aan beide zijden: Zorg dat Lay-out bewaren niet is geselecteerd. 5. Selecteer een bindoptie: ❍ Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is geselecteerd. 1. liggend 2. staand ❍ Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan. 1. liggend 2. staand 6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Nadat de eerste zijde van de pagina is afgedrukt, pauzeert de printer terwijl de inkt opdroogt.
accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) De duplexeenheid is speciale hardware waarmee de printer automatisch beide zijden van een pagina kan bedrukken. Het heeft meerdere voordelen om een duplexeenheid met uw printer te gebruiken. U kunt dan: ● Dubbelzijdig afdrukken zonder de pagina handmatig opnieuw te laden. ● Lange documenten snel en efficiënt afdrukken. ● Minder papier gebruiken door dubbelzijdig af te drukken.
Doe de achterklep niet weg. Om te kunnen afdrukken, moet de duplexeenheid of de achterklep op de printer bevestigd zijn. 2. Schuif de duplexeenheid achter in de printer tot beide zijden op hun plaats vastklikken. Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt. Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit de printer haalt.
met ondersteunde afdrukmaterialen.
standaardinstellingen wijzigen Gebruik het pictogram op de taakbalk als u de standaardinstellingen van de printer wilt wijzigen. De standaardafdrukinstellingen zijn van toepassing op alle documenten die op de printer worden afgedrukt. 1. taakbalkpictogram het snelmenu van het taakbalkpictogram gebruiken Voer de volgende stappen uit om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen: 1. Klik op het taakbalkpictogram. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt. 2.
een brochure afdrukken Bij het afdrukken van brochures worden de pagina's van een document automatisch zo gerangschikt en vergroot of verkleind dat wanneer het document tot een brochure wordt gevouwen, de paginavolgorde correct is. Selecteer een van de volgende opties voor de gewenste instructies: ● ● een brochure afdrukken een brochure afdrukken met gebruik van de module voor dubbelzijdig afdrukken een brochure afdrukken Voer de volgende stappen uit om een brochure af te drukken: 1.
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4. Zorg dat Automatisch niet is geselecteerd. 5. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is: ❍ ❍ Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de brochure plaatsvindt. Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de brochure plaatsvindt. 6.
❍ ❍ Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u Afdrukken op een zijde. Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken op een zijde niet is geselecteerd. 7. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. 8. Laad op de hieronder getoonde wijze papier in de invoerlade wanneer u daarom wordt gevraagd. 9. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien.
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4. Selecteer Automatisch. 5. Selecteer lay-out bewaren. 6. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is: ❍ ❍ Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de brochure plaatsvindt. Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de brochure plaatsvindt.
7. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ ❍ Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u Afdrukken op een zijde. Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken op een zijde niet is geselecteerd. 8. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. De printersoftware biedt u de mogelijkheid verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken. De printersoftware vergroot/verkleint de documenttekst en -afbeeldingen automatisch zodat deze op de afgedrukte pagina passen. Voer de volgende stappen uit om verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Afwerking. 3.
posters richtlijnen ● ● Nadat de onderdelen van een poster zijn afgedrukt, snijdt u de randen van de vellen af en plakt u de vellen aan elkaar. capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats het gewone papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer. 4.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat Bron is: Bovenste lade of Onderste lade Type is: Automatisch of gewoon papier Afwerking Posters afdrukken: 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4, of 5 x 5 Basis Afdrukstand: de gewenste afdrukstand 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
tabblad effecten Op het tabblad Effecten kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Document afdrukken op: als u deze optie selecteert, kunt u het document op een ander papierformaat afdrukken dan het papierformaat waarvoor het document is opgemaakt. Selecteer het doelpapierformaat in de vervolgkeuzelijst. 3.
watermerken Watermerken worden als achtergrond op documenten afgedrukt. een bestaand watermerk op een document toepassen Voer de volgende stappen uit om een bestaand watermerk op een document toe te passen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Effecten. 3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. Als u niet een van de weergegeven watermerken wilt gebruiken, maakt u een nieuw watermerk. 4.
❍ Als u wilt dat het watermerk alleen op alle afgedrukte pagina's wordt weergegeven, zorgt u dat Alleen eerste pagina niet is geselecteerd. 5. Druk het document af op basis van de instructies voor de papiersoort. een watermerk maken of wijzigen Voer de volgende stappen uit om een watermerk te maken of wijzigen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Effecten. 3. Klik op de knop Bewerken. Het dialoogvenster Watermerkgegevens verschijnt. 4.
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
tabblad basis Op het tabblad Basis kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Afdrukstand: geef de pagina-indeling op: ❍ Staand: de lengte van de afgedrukte pagina is groter dan de breedte. ❍ Liggend: de breedte van de afgedrukte pagina is groter dan de lengte. ❍ Spiegelbeeld: hiermee draait u het afgedrukte beeld van links naar rechts om. 3.
❍ ❍ Aantal exemplaren: aantal af te drukken exemplaren. Sorteren: bij het afdrukken van meerdere exemplaren van een document wordt elk exemplaar in zijn geheel afgedrukt voordat een nieuw exemplaar wordt afgedrukt. 5. Afdrukvoorbeeld: selecteer deze optie als u de lay-out van een document wilt weergeven voordat het wordt afgedrukt. 6. Geavanceerde functies: zie geavanceerde functies.
tabblad kleur Op het tabblad Kleur kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Afdrukken in Grijsschaal: als u deze optie selecteert, wordt met grijstinten afgedrukt. ❍ ❍ ❍ Hoge kwaliteit: als u deze optie selecteert, wordt de driekleureninktpatroon en/of de foto-inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van hoogwaardige grijswaarden.
4. Helderheid: hiermee past u de licht- of donkerheid van afgedrukte kleuren aan. 5. Kleurschakering: hiermee geeft u aan of afgedrukte kleuren warm of koel zijn. 6. Kleurruimte: Zie digitale fotografie-technologie.
digitale fotografie-technologie De printersoftware biedt meerdere technische functies voor het afdrukken van digitale foto's. afdrukken met PhotoREt PhotoREt biedt de optimale combinatie van afdruksnelheid en afdrukkwaliteit voor uw beeld. Voer de volgende stappen uit om af te drukken met PhotoREt-technologie: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 3. Selecteer Best uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. 4.
camera die compatibel is met Exif Print, worden gegevens als de belichtingstijd, type flits en kleurverzadiging met de foto opgeslagen. Met behulp van deze informatie kan de software van de HP Deskjet printer automatisch beeldspecifieke verbeteringen uitvoeren, wat resulteert in foto's van uitmuntende kwaliteit.
2. Selecteer het tabblad Kleur. 3. Selecteer sRGB/sYCC uit de vervolgkeuzelijst Kleurruimte. 4. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Adobe RGB Adobe RGB is een nieuwe kleurruimte die meer kleuren biedt dan sRGB/sYCC maar alleen geschikt is voor afbeeldingen. Als u vanuit een professionele softwaretoepassing Adobe RGB gebruikt, moet u het kleurbeheer in de toepassing uitschakelen en de printersoftware de kleurruimte laten beheren.
een aangepast papierformaat instellen Gebruik het dialoogvenster Aangepast papierformaat als u wilt afdrukken op een speciaal papierformaat. een aangepast papierformaat definiëren Voer de volgende stappen uit om een aangepast papierformaat te definiëren: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 3. Klik op de knop Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt weergegeven.
4. Selecteer een aangepast papierformaat in de vervolgkeuzelijst Naam. 5. Voer de afmetingen van het papier in de vakken Breedte en Lengte in. Onder elk vak staan de minimale en maximale papierafmetingen. 6. Selecteer de maateenheid: Inches of Millimeters. 7. Klik op Opslaan om het aangepaste papierformaat op te slaan. U kunt maximaal vijf aangepaste papierformaten opslaan. 8. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast papierformaat af te sluiten.
Een papiersoort selecteren De printersoftware biedt de volgende opties voor het selecteren van een papiersoort: ● gebruik de automatische papiertypesensor ● selecteer een bepaalde papiersoort de automatische papiertypesensor gebruiken De automatische papiertypesensor selecteert automatisch de geschikte afdrukinstellingen voor het afdrukmateriaal waarop wordt afgedrukt, in het bijzonder bij HP-papier en afdrukmateriaal.
3. Selecteer Automatisch in de vervolgkeuzelijst Soort is. 4. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. een bepaalde papiersoort selecteren Als u een afdruk met hoge kwaliteit afdrukt, wordt u geadviseerd een bepaalde papiersoort te selecteren. Volg de volgende stappen voor het selecteren van een bepaalde papiersoort: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is. 4. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
automatische papiertypesensor De automatische papiertypesensor selecteert automatisch de geschikte afdrukinstellingen voor het afdrukmateriaal waarop wordt afgedrukt, in het bijzonder bij HP-papier en afdrukmateriaal. Wanneer de automatische papiertypesensor is ingeschakeld, scant de printer de eerste pagina van een document met een blauw optisch sensorlicht om de beste instelling voor de papiersoort vast te stellen. Zodra de instelling voor de papiersoort is vastgesteld, wordt de pagina afgedrukt.
een schermafdruk afdrukken Gebruik het hulpprogramma HP Schermafdrukken om de afbeelding op het beeldscherm van uw computer af te drukken. het hulpprogramma hp schermafdrukken configureren Volg deze stappen voor het configureren van het hulpprogramma HP Schermafdrukken: 1. Ga naar printer hulpprogramma's en klik vervolgens op scherm afdrukken. 2. Selecteer de volgende gewenste configuratie-opties: ❍ ❍ Open/Sluit HP Scherm afdrukken: activeert of deactiveert het hulpprogramma.
gewoon papier richtlijnen capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider naar links. 3. Voer het volgende uit voor het papierformaat: ❍ ❍ Letter, Executive en A4: trek de papierlengtegeleider helemaal naar voren. Legal: Trek de papierlengtegeleider naar voren en vouw het verlengstuk van de invoerlade uit. 4. Plaats het papier in de invoerlade. 5.
papierlade voor 250 vel gewoon papier laden Klik hier voor instructies over het laden van de papierlade voor 250 vel gewoon papier. Als de papierlade voor 250 vel gewoon papier niet bij uw printer is geleverd, kan deze afzonderlijk worden aangeschaft bij een geautoriseerde HP-dealer. Het accessoire is niet beschikbaar in alle landen/regio's. afdrukken 1.
enveloppen richtlijnen ● Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke, onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben; gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn. ● Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 enveloppen één envelop afdrukken 1. Plaats de envelop met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links in de envelopinvoer voor één envelop. 2.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de enveloppen. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst envelopformaat Type is: Automatisch of gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
transparanten richtlijnen ● Gebruik inkjet transparanten van het merk HP. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de transparanten met de afdrukzijde omlaag en de plakstrook omhoog naar de printer gericht in de invoerlade. 4.
2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
etiketten richtlijnen ● Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn ontworpen. ● Gebruik alleen volledige vellen met etiketten. ● ● ● De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de vellen loskomen. Gebruik geen kunststof etiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt niet op deze etiketten. capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1.
tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Letter of A4 Bron is: Bovenste lade Type is: Automatisch of gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal richtlijnen ● Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor specificaties. ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2.
Papier/ Kwaliteit Bron is: Bovenste lade Formaat is: gewenst papierformaat Type is: gewenst papiersoort Afdrukkwaliteit: Normaal of Best 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
wenskaarten richtlijnen ● Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze vervolgens in de invoerlade. ● Gebruik HP wenskaarten voor de beste resultaten. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3.
tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: het gewenste kaartformaat Bron is: Bovenste lade Type is: het gewenste kaarttype 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
hagaki richtlijnen ● Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor specificaties. ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2.
Papier/ Kwaliteit Bron is: Bovenste lade Formaat is: Een beschikbaar formaat hagaki of hagaki-kaart zonder rand Type is: Een beschikbaar soort hagaki-papier Afdrukkwaliteit: Normaal of Best 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
foto's richtlijnen Gebruik voor goede resultaten HP-fotopapier. ● Gebruik voor een hoge afdrukkwaliteit een afdrukinstelling met een hoge resolutie, installeer een fotopatroon in de printer en stel de HP opties voor digitale fotografie in. ● Gebruik HP Premium Plus Fotopapier en installeer een foto-inktpatroon in de printer om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt. ● ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
invoerlade. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van foto's, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1.
opslag en verwerking van fotopapier Volg deze instructies om de kwaliteit van uw HP-fotopapier te behouden. opslag ● ● ● Houd ongebruikt fotopapier in een hersluitbare plastic tas in de doos waarin het papier oorspronkelijk is geleverd. Bewaar het verpakte fotopapier op een vlak oppervlak in een koele ruimte. Als u wilt gaan afdrukken, moet u alleen het papier pakken dat u direct van plan bent te gebruiken. Als u klaar bent afdrukken, moet u het ongebruikte fotopapier terug in de plastic tas doen.
banieren richtlijnen ● ● ● Gebruik hp banierpapier voor de beste resultaten. Verwijder de geperforeerde stroken van het banierpapier voordat u deze in de invoerlade plaatst. capaciteit invoerlade: maximaal 20 kettingvellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. Vouw niet de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 3.
afdrukken Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van banieren, volgt u de instructies van het programma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Letter of A4 Bron is: Bovenste lade Type is: hp banierpapier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
iron-on transfers richtlijnen ● ● ● Gebruik HP iron-on transfers voor goede resultaten. Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen horizontaal gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm verschijnt. capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3.
Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van opstrijkpatronen, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst papierformaat Bron is: Bovenste lade Type is: hp iron-on transfer Afdrukkwaliteit: Normaal of Best Basis Afdrukstand: Spiegelbeeld 2.
inktpatronen kalibreren De printer kalibreert automatisch de inktpatronen zodra een nieuwe inktpatroon wordt geïnstalleerd. U kunt de inktpatronen ook kalibreren op andere momenten om zo een optimale afdrukkwaliteit te garanderen. Ga als volgt te werk om inktpatronen te kalibreren: 1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade. 2. Ga naar printeronderhoud. 3. Klik op Printer kalibreren. 4. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op.
de inktpatronen handmatig reinigen Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich enig vuil ophopen op de contactpunten van de inktpatronen. reinigingsmiddelen verkrijgen U hebt het volgende nodig als u de inktpatronen wilt reinigen.
1. reinig alleen de koperen contactpunten Herhaal dit proces totdat er geen inktresten of stof meer op een schoon wattenstaafje verschijnen. 3. Plaats de inktpatronen in de printer en sluit de printerkap.
inkt van de huid en van kleding verwijderen Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen: inkt verwijderen van methode huid Was de huid op de desbetreffende plaats met een zeep met schuurmiddel. witte stof Was de stof in koud water met bleekmiddel. gekleurde stof Was de stof in koud water met schuimende ammonia. Let op! Gebruik altijd koud water om de inkt uit stof te verwijderen. Door lauw of heet water kan de inktkleur zich aan de stof hechten.
problemen met ethernet de printer drukt niet af Druk een netwerkconfiguratiepagina af (klik hier voor instructies). Als de netwerkconfiguratiepagina niet wordt afgedrukt, controleert u het volgende: ● De printer is geconfigureerd en ingeschakeld ● De inktpatronen zijn correct geïnstalleerd (klik hier voor instructies) ● De printer is ingeschakeld en de papierlade bevat papier ● De printer bevat geen vastgelopen papier Klik hier als een van de bovenstaande problemen voorkomt.
Controleer het volgende: Uit ● ● ● De Ethernet-kabel is goed op de printer aangesloten. De hub, het schakelapparaat of de router is ingeschakeld en functioneert goed. De printer is aangesloten op het netwerk. activiteitenlampje Volg deze stappen op als het verbindingslampje brandt, maar de printer niets afdrukt: 1. Wacht tot de printer geen afdruktaken meer heeft. 2. Probeer het document opnieuw af te drukken. 3. Controleer het Activiteitenlampje achter op de printer. als het activiteitenlampje...
Controleer het volgende: Uit ❍ ❍ ❍ De printer is geselecteerd in de toepassing waaruit u afdrukt. De computer is aangesloten op het netwerk. Het is mogelijk dat de personalfirewallsoftware de communicatie tussen de printer en de computer blokkeert. Volg deze stappen op. de ingebouwde webserver van de printer kan niet worden geopend (EWS) Controleer het volgende: ● U gebruikt geen telefoonkabel om de printer op het netwerk aan te sluiten ● De Ethernet-kabel is goed op de printer aangesloten.
De personal-firewallsoftware is een beveiligingsprogramma dat de computer beschermt tegen ongewenste toegang. Het is echter mogelijk dat de personalfirewallsoftware de communicatie tussen de printer en de computer blokkeert. Als er geen communicatie met de printer mogelijk is, schakelt u de personal firewall uit. Als er nog steeds geen communicatie met de printer mogelijk is, schakelt u de firewall weer in.
foutberichten bericht dat het papier op is als de invoerlade of de optionele onderste lade papier bevat 1. Controleer het volgende: ❍ De papierlade bevat voldoende papier (ten minste tien vellen). ❍ De papierlade mag niet te vol zijn. ❍ De papierstapel raakt de achterkant van de papierlade. 2. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier. 3. Druk op de knop Doorgaan om door te gaan met afdrukken. als de invoerlade of de optionele onderste lade leeg is 1. Plaats papier in de lade.
papierproblemen de printer voert het papier uit Als de printer het papier uitvoert, moet u een van de volgende opties uitvoeren: ● ● ● ● Plaats de printer uit direct zonlicht. De printer is mogelijk in direct zonlicht geplaatst, wat invloed heeft op de automatische papiertypesensor. Selecteer een ander papiersoort dan Automatisch. Als u een kleurkalibratie uitvoert, installeert u zowel de driekleuren- als de foto- patronen.
kleur kalibreren Voer alleen een kleurcalibratie uit als de fotokleuren die zijn afgedrukt met de fotopatroon zichtbaar anders zijn. Voor het uitvoeren van een kleurkalibratie moet u de printer kalibreren en vervolgens uw foto opnieuw afdrukken. Als de kleur nog steeds zichtbaar anders is, moet u een kleurkalibratie uitvoeren. Kleur kalibreren: 1. Laad het witte papier in de invoerlade. 2. Controleer of een fotopatroon in de printer is geïnstalleerd. 3. Ga naar printeronderhoud. 4. Klik op Kleur kalibreren.
voorbeelden van Ethernet-netwerken Dit zijn enkele veel voorkomende Ethernet-netwerkconfiguraties: gedeelde internetverbinding met een router als gateway In dit voorbeeld worden de netwerkaansluitingen door de router beheerd en fungeert de router als een gateway tussen het netwerk en het internet. gedeelde internetverbinding met een computer als gateway In dit voorbeeld zijn de netwerkapparaten aangesloten op een hub.
Dit voorbeeld lijkt veel op het eerste voorbeeld. In dit voorbeeld zijn de netwerkapparaten echter aangesloten op een hub en niet op een router. De hub is direct verbonden met het internet. Let op! Deze configuratie wordt niet aanbevolen door HP. Gebruik, indien mogelijk, een gateway om internettoegang via het netwerk te beheren en zo het risico van virussen te beperken en te beschermen tegen ongewenste toegang.
de printer installeren in een ethernet-netwerk Het installeren van de printer in een Ethernet-netwerk bestaat uit twee stappen. Eerst moet u de printer aansluiten op het netwerk. Vervolgens moet u de printersoftware installeren op elke computer waarop de printer wordt gebruikt.
knoppen en lampjes Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om afdruktaken te annuleren en een afdruktaak opnieuw te starten. De printerlampjes geven visuele informatie over de status van de printer. 1. netwerkknop 2. knop afdrukken annuleren 3. inktpatroonstatus-lampje 4. knop doorgaan 5. lampje draadloze status 6. aan/uit-knop netwerkknop Klik hier voor een beschrijving van de netwerkknop.
aan/uit-knop en -lichtje Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt gedrukt. Het aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is. Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen veroorzaken.
aan de slag Klik hier voor een overzicht van de printerfuncties en optionele accessoires.
printerfuncties De HP printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken. 1. knoppen en lampjes 2. lampje draadloze status 3. papierladen 4. enkele envelopsleuf 1. inktpatronen 2. modus inktreserve 3.
1. netwerken en verbindingen 1. module voor dubbelzijdig afdrukken (optioneel) 2.
aansluitingen ● USB ● bedrade en draadloze netwerken
USB De printer wordt met een USB-kabel (Universal Serial Bus) aangesloten op de computer. Op de computer moet Windows 98 of hoger staan als u een USB-kabel wilt gebruiken. Zie de naslaggids die bij de printer is geleverd voor instructies over het aansluiten van de printer met een USB-kabel.
bedrade en draadloze netwerken Netwerkopties: ● bedraad ethernet-netwerk ● draadloos netwerk Andere onderwerpen over netwerken: ● netwerkknop ● netwerkconfiguratiepagina ● ingebouwde webserver (EWS) ● de fabrieksinstellingen van de printer herstellen ● verklarende woordenlijst
onderhoud ● inktpatronen vervangen ● inktpatronen kalibreren ● kleur kalibreren ● inktpatronen automatisch reinigen ● de inktpatronen handmatig reinigen ● inktpatronen onderhouden ● opslag en verwerking van fotopapier ● printerbehuizing onderhouden ● inkt van de huid en van kleding verwijderen ● printerhulpmiddelen
inktpatronen automatisch reinigen Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen. Klik hier als u het inktniveau van de inktpatronen wilt controleren. Als de inktpatronen voldoende inkt bevatten, volgt u deze stappen op om de inktpatronen automatisch te reinigen: 1. Ga naar printeronderhoud. 2. Klik op Inktpatronen reinigen. 3. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op.
printerbehuizing onderhouden Aangezien de printer in een fijne waas op het papier spuit, zullen er uiteindelijk inktvlekken op de printerbehuizing en de aangrenzende oppervlakken verschijnen. Als u strepen, vlekken en/of opgedroogde inkt van de buitenkant van de printer wilt verwijderen, gebruikt u een zachte doek die met water vochtig is gemaakt. Denk aan de volgende tips wanneer u de printer reinigt: ● ● ● Reinig de binnenkant van de printer niet. Houd alle vloeistoffen bij de binnenkant vandaan.
printerhulpmiddelen De printersoftware bevat een aantal handige hulpmiddelen om de prestaties van de printer te verbeteren. Gebruik de printerhulpmiddelen om: ● een schatting van het inktniveau weer te geven. ● de inktpatronen te reinigen. ● de printer te kalibreren. ● een testpagina af te drukken. ● andere benodigde functies uit te voeren. Klik hier om toegang te krijgen tot deze hulpmiddelen.
problemen oplossen ● printer drukt niet af ● papierstoring ● papierproblemen ● afdrukkwaliteit is slecht ● het document is verkeerd afgedrukt ● foto's worden niet goed afgedrukt ● problemen met afdrukken zonder rand ● banieren worden niet goed afgedrukt ● foutberichten ● printerlampjes branden of knipperen ● document wordt langzaam afgedrukt ● problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken ● als zich problemen blijven voordoen ● problemen met ethernet ● problemen met draadloze
afdrukkwaliteit is slecht strepen en ontbrekende lijnen Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen. de afdruk is vaag ● Controleer of er een zwarte inktpatroon is geïnstalleerd. Als de zwarte tekst en afbeeldingen op uw afdrukken vaag zijn, drukt u mogelijk alleen met de driekleurenpatroon af. Installeer een zwarte inktpatroon naast de driekleurenpatroon om een optimale zwarte afdrukkwaliteit te verkrijgen.
● ● De kunststof tape is mogelijk nog niet van de inktpatronen verwijderd. Controleer of de kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd. De inktpatronen kunnen leeg zijn. Vervang een of beide lege inktpatronen. er wordt te veel of te weinig inkt op de pagina gedrukt pas het inktvolume en de droogtijd aan 1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies. 2. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht of Zwaar.
het document is verkeerd afgedrukt tekst en afbeeldingen zijn niet goed uitgelijnd Als de tekst en afbeeldingen op uw afdrukken niet goed zijn uitgelijnd, moet u de printer kalibreren. het afgedrukte document staat scheef of staat niet helemaal in het midden van het papier 1. Controleer of het papier correct in de invoerlade of de optionele onderste lade is gelegd. 2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het papier geschoven zijn. 3. Druk het document opnieuw af.
De standaardprinterinstellingen kunnen verschillen van de afdrukinstellingen in het toepassingsprogramma. Selecteer de juiste afdrukinstellingen in de softwaretoepassing.
foto's worden niet goed afgedrukt de papierladen controleren 1. Controleer of er fotopapier met de afdrukzijde naar beneden in de invoerlade is geplaatst. 2. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 3. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
vervaging treedt op aan de randen van een afdruk Controleer of het fotopapier is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het probleem blijft, moet u fotopapier gebruiken dat niet gekruld is. Klik hier voor instructies over het voorkomen van fotopapier dat gaat krullen.
banieren worden niet goed afgedrukt de papierlade controleren ● ● ● Vouw het papier open en weer dicht als er meerdere vellen tegelijk door de printer worden gevoerd. Controleer of de losse rand van de stapel banieren bovenaan ligt en naar de printer is gericht. Controleer of het juiste papier wordt gebruikt voor het afdrukken van banieren.
document wordt langzaam afgedrukt De prestaties van de printer kunnen door verschillende variabelen negatief worden beïnvloed. er zijn meerdere softwaretoepassingen geopend De computer heeft niet voldoende bronnen om de printer op optimale snelheid te kunnen laten werken. Als u de snelheid van de printer wilt verhogen, sluit u alle overbodige softwaretoepassingen af, wanneer u gaat afdrukken.
van de afdruktaak gedurende enkele seconden om de papiersoort te bepalen. Om de afdruksnelheid te verhogen, schakelt u de Automatische papiertypesensor uit. er worden dubbelzijdige documenten afgedrukt Het afdrukken van dubbelzijdige documenten neemt meer tijd in beslag dan het afdrukken van enkelzijdige documenten. Om de snelheid te verhogen, opent u het dialoogvenster Geavanceerde functies, en vervolgens schuift u de regelaar Droogtijd naar Korter.
minimale systeemvereisten Uw computer moet aan de volgende minimale vereisten voldoen: Microsoft Windows XP Minimale processorsnelheid: Pentium II 233 MHz Vereist RAM-geheugen: 128 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB* Microsoft Windows 98 of Me Minimale processorsnelheid: Pentium 150 MHz Vereist RAM-geheugen: 32 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB* Microsoft NT 4.
problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken (als de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken op de printer is bevestigd). er is een papierstoring in de module voor dubbelzijdig afdrukken opgetreden Zie papierstoring voor instructies. optie voor dubbelzijdig afdrukken kan niet worden geselecteerd Controleer het volgende: ● ● ● De module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) is op de printer bevestigd. De duplexeenheid is in de printersoftware ingeschakeld.
2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Controleer of: ❍ ❍ Pagina's naar boven omslaan is geselecteerd voor binden aan de bovenzijde (schrijfblok binden). Pagina's naar boven omslaan wordt niet geselecteerd voor binden aan de zijkant (boek binden). Zie voor meer informatie dubbelzijdig afdrukken. papierformaat wijzigt zodra de optie voor dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd Het papierformaat wordt niet door de duplexeenheid ondersteund.
als zich problemen blijven voordoen Als zich problemen blijven voordoen, nadat u de probleemoplossingsonderwerpen hebt doorgenomen, schakelt u de computer uit en start u deze vervolgens opnieuw op. Als u ook met het opnieuw opstarten van de computer de problemen niet kunt oplossen, gaat u naar HP Klantenondersteuning op www.hp.com/support.
specificaties ● printerspecificaties ● minimale systeemvereisten ● milieuverklaring ● inktpatronen recyclen
printerspecificaties Zie de naslaggids die bij uw printer is geleverd voor de volledige printerspecificaties, inclusief: ● soorten, formaten en gewicht van het papier en overige afdrukmateriaal dat met uw printer gebruikt kan worden.
milieuverklaring Hewlett-Packard streeft voortdurend naar een verbetering van de ontwerpprocessen van haar Deskjet printers om zodoende de negatieve effecten te verminderen op de kantooromgeving en op de omgevingen waar printers worden geproduceerd, verzonden en gebruikt. reductie and eliminatie Papiergebruik: Doordat de printer dubbelzijdig afdrukt, wordt het papiergebruik en daardoor ook de belasting van het milieu teruggebracht.
(3) jaar nadat de fabricage is stopgezet. ● Inname van het product: als u dit product aan het einde van de nuttige levensduur aan HP wilt retourneren, gaat u naar www.hp.com/recycle. Zie inktpatronen recyclen als u lege inktpatronen bij HP wilt inleveren. De mogelijkheid tot garantieverlenging en inname van het product is niet beschikbaar in alle landen/regio's. energieverbruik Energieverbruik in de stand-bystand: zie de naslaggids voor energieverbruikspecificaties.