HP Deskjet 6980 series Gebruikershandleiding
Kennisgevingen van Hewlett-Packard Company De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht. De enige garanties voor HP producten en services worden uiteengezet in de garantieverklaringen die bij de producten en services worden geleverd.
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 Inleiding .................................................................................................................4 Speciale functies ..................................................................................................5 Introductie .............................................................................................................6 Printerfuncties ..............................................................................................
Algemeen standaard afdrukken ...........................................................................87 Presentatie afdrukken ..........................................................................................87 Een afdrukkwaliteit selecteren ..............................................................................87 De paginavolgorde instellen .................................................................................88 Gesorteerd afdrukken .............................................
Inhoudsopgave 12 Accessoires ......................................................................................................135 Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) ..............135 Papierlade voor gewoon papier 250-vel .............................................................140 Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade .....144 13 Printerbenodigdheden ...................................................................................
1 Inleiding Selecteer een van de onderstaande onderwerpen als u het antwoord op een vraag wilt weten: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 4 Speciale functies Introductie De printer aansluiten Foto's afdrukken Foto's afdrukken vanaf een digitale camera Andere documenten afdrukken Afdruktips Printersoftware Onderhoud Problemen oplossen Optionele accessoires Printerbenodigdheden Specificaties Informatie over milieu HP Deskjet 6980 series
2 Speciale functies Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over verschillende indrukwekkende functies: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Ingebouwde netwerkmogelijkheden: maak een verbinding met een bekabeld of een draadloos netwerk zonder een externe afdrukserver te gebruiken. Modus Inkt-backup: de modus inkt-backup biedt de mogelijkheid om door te gaan met afdrukken als de andere inktpatroon leeg is. Knop Afdrukken annuleren: annuleer afdruktaken met één druk op de knop.
3 Introductie ● ● ● ● ● ● ● Printerfuncties Knoppen en lichtjes Papierladen Foto-/envelopinvoer Inktpatronen Modus Inkt-backup Automatische papiertypesensor Zie de pagina optionele accessoires voor een beschrijving van de optionele accessoires. Printerfuncties De printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken.
1 Inktpatronen 2 Automatische papiertypesensor (niet afgebeeld) 3 Modus Inkt-backup (niet afgebeeld) 1 Achterste USB-poort 2 Vaste Ethernet-poort Optionele accessoires Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (optioneel) Papierlade voor gewoon Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met papier 250-vel kleine papierlade (optioneel) (optioneel) Knoppen en lichtjes Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, afdruktaken te annuleren, afdruktaken opnie
Hoofdstuk 3 draadloze verbinding te maken met SecureEasySetup. De printerlampjes geven een indicatie over de status van de printer.
Opmerking Energieverbruik kan worden voorkomen door de printer uit te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Knop Afdrukken annuleren Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. Knop Doorgaan Het lampje Doorgaan knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u de knop Doorgaan in om verder te gaan met afdrukken.
Hoofdstuk 3 1. 2. Het linkerstatuslichtje stelt de driekleurenpatroon voor, die links in de inktpatroonhouder is geïnstalleerd. – Als het lichtje continu brandt, is de driekleurenpatroon bijna leeg. – Het lichtje knippert als de driekleurenpatroon moet worden nagekeken. Het rechterstatuslampje geeft de status aan van de inktpatroon die zich in de ruimte bevindt aan de rechterkant van de inktpatroonhouder. Dat kan de zwarte inktpatroon, de fotopatroon of de grijze fotopatroon zijn.
1 Invoerlade Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het afdrukmateriaal waarop u wilt afdrukken. 1 Papierbreedtegeleider 2 Papierlengtegeleider Uitvoerlade Afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade geplaatst. 1 Uitvoerlade 2 Foto-/envelopinvoer Gebruik de foto-/envelopinvoer om één envelop, kleine foto's en kaarten af te drukken. Klap de uitvoerlade omhoog om papier of ander afdrukmateriaal te plaatsen. Klap de uitvoerlade omlaag als u gaat afdrukken.
Hoofdstuk 3 Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt moet u het verlengstuk van de uitvoerlade volledig uittrekken. Als u in de modus Snel concept afdrukt, moet u de verlengstukstop van de uitvoerlade uitklappen. Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het afdrukken op legal-papier.
1 Foto-/envelopinvoer Enveloppen Voer deze stappen uit om de foto-/envelopinvoer voor enkele enveloppen te gebruiken: 1. Plaats de envelop met de afdrukzijde naar beneden gericht en de klep naar links in de foto-/envelopinvoer. 2. 3. Duw de envelop zo ver mogelijk, zonder deze te buigen, in de printer. Druk de envelop af. Foto's Voer deze stappen uit om de foto-/envelopinvoer voor het afdrukken van één foto te gebruiken: 1. 2. Plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de foto-/envelopinvoer.
Hoofdstuk 3 3. Schuif de foto-/envelopinvoer zo ver mogelijk naar voren. 4. Druk de foto af. Briefkaarten Voer deze stappen uit om de foto-/envelopinvoer voor het afdrukken van één briefkaart te gebruiken: 14 1. 2. Plaats de briefkaart met de afdrukzijde omlaag in de foto-/envelopinvoer. Duw de briefkaart zo ver mogelijk in de foto-/envelopinvoer. 3. Schuif de foto-/envelopinvoer zo ver mogelijk naar voren. 4. Druk de briefkaart af.
Inktpatronen U kunt vier inktpatronen in de printer gebruiken. 1 Zwarte inktpatroon 2 Driekleurenpatroon 3 Fotopatroon 4 Grijze fotopatroon Opmerking De beschikbaarheid van inktpatronen varieert per land/regio. Inktpatronen gebruiken De inktpatronen kunnen op de volgende manieren worden gebruikt: ● ● ● Standaard afdrukken: gebruik de zwarte inktpatroon en driekleurenpatroon voor dagelijkse afdruktaken.
Hoofdstuk 3 1 ● ● Label met selectienummer Printerdocumentatie: een lijst met selectienummers van inktpatronen kunt u vinden in de naslaghandleiding bij de printer. HP Printer Utility: open de HP Printer Utility en selecteer vervolgens het paneel Status benodigdheden. Als een inktpatroon leeg is, kan de printer in de modus Inkt-backup afdrukken. Zie de pagina over het inktpatronen installeren voor informatie over het plaatsen van een vervangende inktpatroon.
Automatische papiertypesensor De automatische papiertypesensor van HP detecteert het papier in de printer en selecteert vervolgens de meest geschikte afdrukinstellingen voor het afdrukmateriaal. Hierdoor hoeft u minder handelingen te verrichten om het afdrukken te starten en krijgt u een optimale afdrukkwaliteit voor gewoon papier, fotopapier, brochurepapier en andere papiersoorten van hoge kwaliteit.
4 De printer aansluiten ● ● ● ● ● Werken in een draadloos netwerk Vast Ethernet-netwerk Een digitale camera aansluiten USB Draadloos afdrukken via Bluetooth USB De printer wordt met een USB-kabel (Universal Serial Bus) aangesloten op de computer. Zie de installatieposter die bij de printer wordt geleverd, voor instructies over het aansluiten van de printer met een USB-kabel. Opmerking Mogelijk is bij de printer geen USB-kabel geleverd.
Een USB-aansluiting wijzigen in een Ethernet-verbinding 1. Koppel de USB-aansluiting aan de achterzijde van de printer los. 2. Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort aan de achterzijde van de printer en op een beschikbare Ethernet-poort op de router, het schakelapparaat of het toegangspunt. 3. Plaats de cd met de printersoftware in het cd-rom-station van de computer en volg de instructies op het scherm. De installatiewizard wordt gestart. 4.
Hoofdstuk 4 megabits per seconde (Mb/s). 802.11b apparaten communiceren met een maximum snelheid van 11 Mb/s. Voor instructies over het schakelen tussen 802.11b en 802.11g klikt u hier. 802.11a 802.11a is een nieuwe technologie voor draadloze netwerken die binnen het frequentiebereik van 5 GHz werkt en een communicatiesnelheid biedt die vergelijkbaar is met die van 802.11g. De printer kan niet communiceren met 802.11a apparaten via een draadloze verbinding. Als u een 802.
Voorbeelden van draadloze netwerken Raadpleeg de pagina met voorbeelden van draadloze netwerken voor voorbeelden van draadloze netwerken. Communicatiemodus Er zijn twee soorten communicatiemodi voor draadloze apparaten: ● ● Infrastructuurmodus Ad hoc Infrastructuurmodus Voor optimale prestaties en de grootst mogelijke veiligheid in een draadloos netwerk, raadt HP u aan een draadloos toegangspunt (WAP) (802.11b of g) te gebruiken om de printer en de andere netwerkapparaten te verbinden.
Hoofdstuk 4 Ad hoc-modus Als de printer is ingesteld op de ad hoc-communicatiemodus, communiceert de printer direct met overige draadloze apparaten in het netwerk zonder het gebruik van een WAP. U kunt een ad hoc-verbinding gebruiken als u geen toegangspunt wilt aanschaffen of als u een eenvoudiger, minder officieel netwerk wilt instellen. Opmerking Een ad hoc-verbinding is beschikbaar als u niet beschikt over een toegangspunt.
Draadloze beveiliging Apparaten in een draadloos netwerk moeten dezelfde instellingen voor netwerkbeveiliging hebben. Meer informatie over de draadloze beveiligingsopties die voor de printer beschikbaar zijn, vindt u op de pagina draadloze beveiliging.
Hoofdstuk 4 Infrastructuurnetwerken In een infrastructuurnetwerk communiceren apparaten, zoals computers en printers, met elkaar via een draadloos toegangspunt (WAP). In kleine netwerken fungeren WAP's als routers of gateways. Een eenvoudig draadloos infrastructuurnetwerk kan bijvoorbeeld bestaan uit een laptop en een printer die via een WAP met elkaar communiceren. Een gecombineerd vast en draadloos netwerk Een groot vast netwerk bevat vaak ook draadloze apparaten.
Veel draadloze apparaten hebben een configuratieprogramma waarmee voor het apparaat profielen kunnen worden ingesteld voor meerdere draadloze netwerken. Om de printer te kunnen gebruiken moet de printer zijn ingesteld op het profiel voor het draadloze netwerk waarin deze zich bevindt. Opmerking Niet alle draadloze apparaten ondersteunen meerdere profielen. De printer ondersteunt slechts één profiel voor een draadloos netwerk.
Hoofdstuk 4 Netwerknaam (SSID) Een netwerknaam of SSID (Service Set Identifier) identificeert een bepaald draadloos netwerk. Om op een netwerk te kunnen functioneren moet het apparaat over de netwerknaam van het netwerk beschikken. Een draadloos netwerk heeft slechts één netwerknaam. Er kunnen op een bepaalde locatie, bijvoorbeeld een kantoor, verschillende draadloze netwerken zijn, die elk een andere netwerknaam hebben.
1 Netwerknaam is "netwerk_1" 2 Netwerknaam is "netwerk_2" De printer is geconfigureerd voor netwerk_2 De netwerknaam (SSID) waarvoor de laptop is geconfigureerd is netwerk_2. Er kan niet vanaf de laptop met de printer worden gecommuniceerd en er kunnen dus geen afdruktaken naar de printer worden gestuurd. 1 Netwerknaam is "netwerk_1" 2 Netwerknaam is "netwerk_2" De laptop is geconfigureerd voor netwerk_1 De netwerknaam (SSID) waarvoor de laptop is geconfigureerd is netwerk_1.
Hoofdstuk 4 Infrastructuurnetwerken ● ● ● WPA WEP Open systeem Ad hoc-netwerken (draadloze directe verbinding) ● ● WEP Open systeem Meer informatie over draadloze beveiliging kunt u vinden op de pagina verificatie en codering. De beveiliging van het netwerk uitbreiden Net als bij andere netwerken is beveiliging voor draadloze LAN's (WLAN's) gericht op toegangscontrole en privacy.
Om voor een netwerk te worden geverifieerd moet een apparaat een bekend wachtwoord verschaffen aan de andere apparaten in het netwerk. Als het apparaat dit niet kan, kan het de andere apparaten in het netwerk niet gebruiken. Verificatietypen De printer ondersteunt drie typen verificatie. Elk type heeft bepaalde voordelen en beperkingen. Verificatietype Beschrijving Voordelen Beperkingen Open systeem Apparaten in een netwerk identificeren zichzelf alleen met behulp van de netwerknaam (SSID).
Hoofdstuk 4 30 Coderingstype Beschrijving Voordelen Beperkingen Open systeem Apparaten in een netwerk coderen gegevens niet. De minst ingewikkelde strategie. Biedt geen bescherming tegen afluisteraars. WEP-codering Apparaten in een De eenvoudigste netwerk delen een coderingsstrategie. wachtwoord, dat een WEP-sleutel wordt genoemd, om gegevens te coderen en decoderen. Alle apparaten moeten over de sleutel beschikken. De WEP-sleutel wordt niet automatisch gewijzigd.
(vervolg) Coderingstype Beschrijving Voordelen worden automatisch op bepaalde tijdsintervallen gewijzigd waardoor het draadloze netwerk minder blootstaat aan afluisteraars. gegevens te decoderen.
Hoofdstuk 4 3. 4. 5. 6. 7. 8. Klik op Draadloos (802.11) onder Verbindingen. Klik op het tabblad Geavanceerd. Selecteer onder Netwerkinstellingen de optie Infrastructuur en klik vervolgens op WPA-PSK-verificatie. Selecteer een van de volgende opties in de vervolgkeuzelijst Codering: – TKIP – AES – AES/TKIP – WEP Voer in het vak Toegangscode de toegangscode in en herhaal dit in het vak Toegangscode bevestigen. Controleer de samenvatting van de configuratie, klik op Toepassen en sluit de EWS.
Let op Als u de WEP-sleutels kwijtraakt, kunt u alleen een nieuw apparaat aan het netwerk toevoegen door de WEP-instellingen voor elk apparaat in het netwerk opnieuw te configureren. Er kunnen meerdere WEP-sleutels worden gebruikt in een netwerk dat gebruikmaakt van WEP. Aan elke WEP-sleutel wordt een sleutelnummer toegewezen (bijvoorbeeld sleutel 2). Alle WEP-sleutels en het sleutelnummer van elke WEP-sleutel moeten bekend zijn bij alle apparaten in het netwerk.
Hoofdstuk 4 Knop SecureEasySetup SecureEasySetup vereenvoudigt het instellen van een Wi-Fi-netwerk door het proces voor het configureren van nieuwe draadloze netwerken en het toevoegen van apparaten aan bestaande netwerken te automatiseren.
(vervolg) Status van het statuslampje Draadloos Printerstatus Knipperen Er worden gegevens ontvangen.
Hoofdstuk 4 (vervolg) Status van het pictogram Status van de verbinding van de printer met het netwerk Uit De printer is niet aangesloten op een Ethernet-netwerk of een draadloos netwerk. Draadloze radio de printer beschikt over een interne draadloze radio voor draadloze communicatie. De functie voor de draadloze radio is ingeschakeld of uitgeschakeld. Wanneer de functie is ingeschakeld, kan de draadloze radio aan of uit staan, maar wanneer de functie is uitgeschakeld, kan de radio alleen uit staan.
De draadloze radio uitschakelen Volg de onderstaande stappen om de draadloze radio uit te schakelen: 1. 2. 3. 4. Controleer of de printer is ingeschakeld en niet actief is. Druk op de knop Rapportpagina en houd deze ingedrukt. Houd de knop Rapport-pagina ingedrukt, druk een keer op de knop Annuleren en druk vervolgens een keer op de knop Doorgaan. Laat de knop Rapportpagina los. De draadloze radio inschakelen Volg onderstaande stappen om de draadloze radio weer in te schakelen: 1. 2. 3. 4.
Hoofdstuk 4 HP Rapportpagina De HP Rapportpagina biedt nuttige informatie over de draadloze en vaste verbindingen van de printer, evenals verbindingen via de voorste USB-poort. Een HP Rapportpagina afdrukken Om een HP rapportpagina af te drukken controleert u of de printer is ingeschakeld en niet actief is en drukt u één keer op de knop Rapportpagina.
(vervolg) Item Omschrijving Type actieve verbind. Het type netwerk waarop de printer is aangesloten: ● ● ● Vaste verbinding: de printer is aangesloten op een Ethernetnetwerk Draadloos: de printer is aangesloten op een draadloos netwerk. Uitgeschak.: de printer is niet op een netwerk aangesloten. URL Het adres dat u gebruikt om de ingebouwde webserver van de printer te openen. Hardwareadres (MAC) Het MAC (Media Access Control)-adres van de printer.
Hoofdstuk 4 802.11 draadloos De informatie over 802.11 draadloos geldt alleen voor de draadloze verbinding van de printer: Item Omschrijving Status draadloos De status van de printer in een draadloos netwerk: ● ● ● Verbonden: de printer is verbonden met het draadloze netwerk. Niet verbonden: de printer is niet verbonden met het draadloze netwerk. Uitgeschak.: de draadloze radio staat uit en de printer is op een Ethernet-netwerk aangesloten.
(vervolg) Item Omschrijving ● ● Aansluitpunt HW-adres TKIP: een coderingsmethode die bij WPA kan worden gebruikt. Geen: er wordt geen codering gebruikt. Het MAC-adres van het draadloze toegangspunt (WAP) van het netwerk van de printer. Deze instelling is alleen van toepassing op infrastructuurnetwerken. Niet van toepassing betekent dat de printer is ingesteld op de communicatiemodus ad hoc.
Hoofdstuk 4 (vervolg) printerbenodigdheden aan te schaffen Let op Het wordt aanbevolen om de printer en de computers die de printer gebruiken in hetzelfde subnet te plaatsen. Wanneer deze zich niet in hetzelfde subnet bevinden, kan dit problemen geven, afhankelijk van het type router dat wordt gebruikt. Wanneer u de interne webpagina van de printer wilt gebruiken, controleert u eerst of de printer en de computer aan staan en verbonden zijn met het netwerk.
Parameter Beschrijving Apparaatadres Het hardware-adres van het Bluetooth-apparaat. Opmerking U kunt dit adres niet wijzigen. Als het Bluetooth-apparaat niet op de printer is aangesloten, verschijnt het bericht Er is geen Bluetoothapparaat aangesloten. Apparaatnaam De apparaatnaam die aan de printer is toegekend, zodat andere Bluetooth-apparaten de printer kunnen herkennen. Toegangscode Een waarde die de gebruiker moet invoeren om te kunnen afdrukken via Bluetooth.
Hoofdstuk 4 Als u de fabriekinstellingen van de printer herstelt, worden alle instellingen voor het netwerk uit het geheugen van de printer gewist. Dit moet alleen worden uitgevoerd als laatste hulpmiddel bij het oplossen van problemen met de printer. Wanneer u de fabriekinstellingen herstelt, wordt het beheerderswachtwoord van de ingebouwde webserver (EWS) gewist. Het is wellicht noodzakelijk dat u, nadat u de printer hebt hersteld naar de fabrieksinstellingen, de printersoftware opnieuw moet installeren.
slechter worden als er meer dan zes apparaten op het netwerk zijn aangesloten. Ad hocnetwerken worden ook wel peer-to-peer-netwerken, IBSS (independent basic service stations) of "direct-connect" draadloze netwerken genoemd. AES: Advanced Encryption Standard (AES) is een door de Amerikaanse overheid gesponsorde coderingsmethode waarbij een complex algoritme genaamd Rijndael wordt gebruikt. AES maakt gebruik van coderingssleutels om gegevens te coderen.
Hoofdstuk 4 Ethernet: een populaire vorm van een bekabeld computernetwerk voor LANomgevingen. Ethernet-kabel: er zijn twee soorten Ethernet-kabels. Een straight-through-kabel is de meest gebruikelijke en wordt gebruikt om apparaten in een netwerk aan te sluiten op een hub of router. Een crossover-kabel wordt gebruikt om twee apparaten aan te sluiten die Ethernet-poorten hebben, maar geen hub of router zijn. Gebruik een CAT-5-kabel met een RJ-45-stekker om de printer op een Ethernet-netwerk aan te sluiten.
l LAN (Local Area Network): een snel computernetwerk waarin apparaten die zich op een relatief korte afstand van elkaar bevinden, met elkaar zijn verbonden. Een Ethernetnetwerk is een type LAN. m MAC-adres (Media Access Control-adres): het hardware-adres van een apparaat in een netwerk. Het MAC-adres van de printer wordt vermeld op de HP Rapportpagina. Mb/s (megabits per seconde): de maateenheid voor de snelheid van een netwerk. 1 Mb/s is bijvoorbeeld gelijk aan 1.000.000 bits per seconde (of 125.
Hoofdstuk 4 Subnet: een klein netwerk dat als onderdeel van een groot netwerk functioneert. Aanbevolen wordt de printer en de computers waarop van deze printer gebruik wordt gemaakt, in hetzelfde subnet te plaatsen. Subnetmasker: een nummer dat aangeeft tot welk subnet een IP-adres behoort. Schakelapparaat: een netwerkapparaat dat het netwerkverkeer regelt om botsingen te voorkomen en de snelheid te verhogen.
van de draadloze radio aan. Als het statuslampje Draadloos brandt, staat de draadloze radio aan. WPA: WPA biedt beveiliging door gegevens te coderen die via radiogolven worden verzonden van het ene draadloze apparaat naar het andere draadloze apparaat en door de toegang tot netwerkbronnen te regelen via verificatieprotocollen. Alleen apparaten die dezelfde WPA-instellingen hebben als de printer, kunnen met de printer communiceren. WPA maakt gebruikt van coderingssleutels die vaak worden veranderd.
Hoofdstuk 4 Hubs, schakelapparaten en routers lijken hetzelfde, maar er zijn belangrijke verschillen: ● ● ● Hubs zijn passief. Andere apparaten in een netwerk worden op een hub aangesloten om met elkaar te kunnen communiceren. Hubs verrichten geen netwerkbeheertaken. Via een schakelapparaat kunnen apparaten in een netwerk direct en efficiënt met elkaar communiceren. Een schakelapparaat bewaakt en regelt het netwerkverkeer zo dat elke transmissie de best mogelijke bandbreedte krijgt.
Rendezvous Rendezvous® is een netwerkfunctie die beschikbaar is bij Mac OS X v10.2 en hoger. Met Rendezvous kunt u onmiddellijk op IP gebaseerde vaste of draadloze netwerken van computers en apparaten aanmaken zonder enige configuratie. Meer informatie over Rendezvous vindt u in de documentatie bij de Windows-computer. Opmerking Hewlett-Packard ondersteunt Rendezvous voor Mac OS X v 10.2.3 en hoger.
Hoofdstuk 4 Gedeelde internetverbinding met een router als gateway In dit voorbeeld worden de netwerkaansluitingen door de router beheerd en fungeert de router als een gateway tussen het netwerk en het internet. Gedeelde internetverbinding met een computer als gateway In dit voorbeeld is de netwerkapparatuur aangesloten op een hub. Een van de Macintosh OSX-computers fungeert als gateway tussen het netwerk en het internet.
Ethernet-netwerk zonder internetverbinding In dit voorbeeld is de netwerkapparatuur aangesloten op een hub. Apparaten maken gebruik van AutoIP om IP-adressen te verkrijgen. De printer in een Ethernet-netwerk installeren Het installeren van de printer in een Ethernet-netwerk bestaat uit twee stappen. Eerst moet u de printer aansluiten op het netwerk. Vervolgens moet u de printersoftware installeren op elke computer waarop de printer wordt gebruikt.
Hoofdstuk 4 Status van het verbindingslampje Taak Uit Ga naar stap 6. Uit Herhaal stap 2 tot en met 4. Als de lampjes nog steeds niet branden, moet u het volgende controleren: – – – – 6. 7. Is de printer ingeschakeld? Is de hub of router ingeschakeld? Zijn alle kabelverbindingen goed bevestigd? Gebruikt u een Ethernet-kabel? Druk een HP Rapportpagina af. Installeer de printersoftware op alle computers waarop de printer wordt gebruikt.
Software installeren Volg deze stappen om de printersoftware op de computer te installeren: 1. 2. 3. 4. Sluit alle toepassingen die op de computer zijn geopend. Plaats de cd met de printersoftware in het cd-rom-station van de computer. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm. Selecteer Met kabel in het scherm Type aansluiting. Zodra de installatie is voltooid, volgt u de instructies op het scherm om een testpagina te printen.
Hoofdstuk 4 (vervolg) Status van het activiteitenlampje Status van de printer Uit De printer is niet bezig met het ontvangen of verzenden van gegevens via de Ethernet-verbinding. Draadloos afdrukken via Bluetooth Gebruik een optionele HP Bluetooth-adapter voor draadloos afdrukken om afbeeldingen draadloos vanaf een Bluetooth-apparaat op de printer af te drukken.
De HP Bluetooth-adapter voor draadloos afdrukken op de printer aansluiten 1. Plaats de HP Bluetooth-adapter voor draadloos afdrukken in de voorste USB-poort van de printer. 1 2. Voorste USB-poort Sommige Bluetooth-apparaten wisselen apparaatadressen uit als ze met elkaar communiceren en een verbinding tot stand brengen. Bepaalde Bluetooth-apparaten geven bovendien de naam van de printer weer als er een verbinding met het apparaat tot stand is gebracht.
Hoofdstuk 4 De printer is op een netwerk aangesloten. 1. Open de ingebouwde webserver (EWS) van de printer. 2. Klik op het tabblad Bluetooth. 3. Geef de gewenste instellingen op en klik op Toepassen. In de volgende tabel worden de Bluetooth-instellingen beschreven: Optie Beschrijving Apparaatadres Het MAC-adres van de Bluetooth-adapter. Opmerking U kunt dit adres niet wijzigen. Apparaatnaam De apparaatnaam die aan de printer is toegekend, zodat andere Bluetooth-apparaten de printer kunnen herkennen.
(vervolg) Optie Beschrijving ● Gebruikershandleiding sturen. Schakel het selectievakje voor de printer uit wanneer een toegangscode niet noodzakelijk is. EWS: selecteer een van de volgende opties: – Laag: de printer heeft geen toegangscode nodig. Elk Bluetooth-apparaat dat binnen het bereik ligt, kan een afdruk maken. – Hoog: de printer heeft een toegangscode van het Bluetooth-apparaat nodig om een afdruktaak naar de printer te sturen.
5 Foto's afdrukken De printersoftware biedt meerdere functies die het eenvoudiger maken om digitale foto's af te drukken en de fotokwaliteit te verbeteren. Lees hier hoe u de de volgende taken kunt uitvoeren: ● ● ● ● ● ● ● ● ● Een foto zonder rand afdrukken. Een foto met rand afdrukken. Foto's verbeteren met HP Real Life-technologieën. De fotopatroon gebruiken voor prachtige kleuren en nagenoeg korrelvrije foto's. Gebruik de grijze fotopatroon voor prachtige zwart-wit foto's.
Volg deze stappen wanneer u grotere foto's of meerdere foto's wilt afdrukken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Controleer of de printer aan staat. Voor kleine foto's verwijdert u de uitvoerlade. Voor grote foto's haalt u de uitvoerlade omhoog. Verwijder al het papier uit de invoerlade. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. Controleer of het fotopapier vlak ligt. Plaats de fotokaarten in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag.
Hoofdstuk 5 5. 6. Selecteer het paneel Real Life digitale fotografie en stel de HP Real Lifetechnologieën naar wens in. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af. Als u op fotopapier hebt afgedrukt dat een afscheurrand heeft, verwijdert u de rand om het document volledig randloos te maken. Foto's afdrukken met rand Volg deze instructies op om foto's met een witte rand af te drukken.
1 Kleine foto's 2 Grote foto's Opmerking Sommige soorten panoramapapier kunnen buiten de rand van de invoerlade uitsteken. 7. Voor kleine foto's zet u de uitvoerlade terug. Voor grote foto's laat u de uitvoerlade zakken. Afdrukken 1. Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: het juiste papierformaat – Afdrukstand: de juiste afdrukstand 2. Klik op OK. 3. Open het dialoogvenster Print. 4.
Hoofdstuk 5 HP Real Life-technologieën openen Voer deze stappen uit om de HP digitale fotografie Real Life-technologieën te openen: 1. 2. Open het dialoogvenster Print. Selecteer het paneel Real Life digitale fotografie. HP Real Life-technologieën gebruiken Dit paneel bevat de volgende opties: ● ● ● ● ● ● ● Aangepaste verlichting: pas de belichting van de donkere gebieden in foto's aan om de details zichtbaar te maken.
Opmerking Volg de richtlijnen voor opslag om een inktpatroon te beschermen als deze niet in de printer is geïnstalleerd. De fotopatroon gebruiken 1. Open het dialoogvenster Print. 2. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. 3. Kies de juiste soort fotopapier in het menu Papiersoort menu. 4. In het menu Kwaliteit klikt u op Normaal, Beste of Maximum dpi. 5. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af. De fotopatroon opslaan Volg de richtlijnen op voor het bewaren van fotopatronen.
Hoofdstuk 5 Voer de volgende stappen uit om kleurenopties in te stellen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Open het dialoogvenster Print. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. Zorg dat ColorSmart/sRGB is geselecteerd in het uitrolmenu Kleur. Klik op het tabblad Kleuropties. Stel de Verzadiging, Helderheid en Schakering in voor het afdrukken van de kleuren. Pas de geleiders Cyaan, Magenta, Geel en Zwart aan om het niveau van elke kleur die bij het afdrukken wordt gebruikt, te specificeren.
U kunt een grijze fotopatroon apart kopen als deze niet bij de printer is geleverd. De grijze fotopatroon installeren Om de grijze fotopatroon te installeren verwijdert u de zwarte inktpatroon uit de printer en installeert u de grijze fotopatroon in de ruimte rechts van de houder. Zie de pagina inktpatronen installeren voor meer informatie. De grijze fotopatroon gebruiken Voor het gebruik van de grijze fotopatroon volgt u de stappen voor het afdrukken van een zwart-wit foto.
Hoofdstuk 5 Opslag ● Bewaar fotopapier dat u niet gebruikt in een plastic zak. Bewaar het verpakte fotopapier op een vlak oppervlak in een koele ruimte. ● Als u wilt gaan afdrukken, haalt u alleen het papier uit het plastic dat u direct van plan bent te gebruiken. Wanneer u klaar bent afdrukken, plaatst u het ongebruikte fotopapier terug in de plastic zak. ● Laat geen ongebruikt fotopapier in de papierlade liggen. Het papier kan gaan krullen waardoor de kwaliteit van de foto's slechter kan worden.
6 Foto's afdrukken vanaf een digitale camera Leer hoe u foto's direct vanaf een digitale camera kunt afdrukken. ● ● Een PictBridge-camera gebruiken Een cameratelefoon met Bluetooth gebruiken Een PictBridge-camera gebruiken Wanneer u een PictBridge-camera hebt, hebt u geen computer nodig om digitale foto's af te drukken. U hoeft alleen de camera op de voorste USB-poort van de printer aan te sluiten.
Hoofdstuk 6 Afdrukken met PictBridge Wanneer u foto's direct vanaf een digitale camera wilt afdrukken, hebt u het volgende nodig: ● ● Een met PictBridge compatibele camera Een USB-kabel voor een digitale camera Raadpleeg de documentatie bij de camera om na te gaan of de camera PictBridge ondersteunt. Voer deze stappen uit om vanaf een met PictBridge compatibele camera af te drukken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Controleer of de printer aan staat. Voor kleine foto's verwijdert u de uitvoerlade.
1 Verbindingslampje 2 Foutlampje Wanneer u de camera correct op de printer hebt aangesloten, kunt u de foto's gaan afdrukken. Zorg dat het formaat van het papier in de printer overeenkomt met de instelling op de camera. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie over het afdrukken vanaf de camera.
Hoofdstuk 6 1 Voorste USB-poort Het lampje op de adapter geeft de status aan: 8. 72 Scherm Beschrijving Knippert elke seconde tweemaal Het apparaat is geïnstalleerd en krijgt stroom. Knippert snel Een versturend apparaat detecteert de HP Bluetoothadapter voor draadloos afdrukken. Brandt De HP Bluetooth-adapter voor draadloos afdrukken ontvangt gegevens. Verzend de foto's naar de printer volgens de instructies in de documentatie bij de digitale camera.
7 Andere documenten afdrukken E-mail Brieven Documenten Enveloppen Brochures Wenskaarten Briefkaarten Transparanten Etiketten Indexkaarten Banieren Opstrijkpatronen Cd-/dvd-tattoos Afdruktips: bespaar kosten en moeite en vergroot tegelijkertijd de kwaliteit van afdrukken met deze afdruktips. Printersoftware: kom meer te weten over de printersoftware. E-mail Richtlijnen Zorg dat u de capaciteit van de invoerlade niet overschrijdt: 150 vellen gewoon papier. Het afdrukken voorbereiden 1.
Hoofdstuk 7 6. Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken 1. Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal en de afdrukstand in. 2. Open het dialoogvenster Print. 3. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. 4. Klik in het uitrolmenu Papiersoort op Automatisch of Gewoon papier. 5. Geef de volgende afdrukinstellingen op: – Afdrukkwaliteit – Papierbron 6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af.
Afdrukken 1. Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal en de afdrukstand in. 2. Open het dialoogvenster Print. 3. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. 4. Klik in het uitrolmenu Papiersoort op Automatisch of Gewoon papier. 5. Geef de volgende afdrukinstellingen op: – Afdrukkwaliteit – Papierbron 6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af. Documenten Richtlijnen ● Bespaar papier met dubbelzijdig afdrukken.
Hoofdstuk 7 Afdrukken 1. Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal en de afdrukstand in. 2. Open het dialoogvenster Print. 3. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. 4. Klik in het uitrolmenu Papiersoort op Automatisch of Gewoon papier. 5. Geef de volgende afdrukinstellingen op: – Afdrukkwaliteit – Papierbron – Dubbelzijdig printen 6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af.
7. Plaats de uitvoerlade terug. Afdrukken 1. Open indien nodig het dialoogvenster Pagina-instelling en stel de opties voor het papierformaat, de schaal en de afdrukstand in. 2. Open het dialoogvenster Print. 3. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. 4. Klik in het uitrolmenu Papiersoort op Automatisch of Gewoon papier. 5. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af. Brochures Richtlijnen ● Druk geen randloze documenten af in de modus inkt-backup.
Hoofdstuk 7 6. Klap de uitvoerlade omlaag. Brochures zonder rand afdrukken 1. Open het dialoogvenster Pagina-instelling. 2. Klik op het juiste randloze papierformaat in het menu Papierformaat. 3. Klik op OK. 4. Open het dialoogvenster Print. 5. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit en geef de volgende instellingen op: – Bron: Bovenste lade – Papiersoort: de juiste soort brochurepapier – Kwaliteit: Normaal of Best 6. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af.
6. 7. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 8. Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken 1. Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: een geschikt kaartformaat. – Afdrukstand: de juiste afdrukstand 2. Klik op OK. 3. Open het dialoogvenster Print. 4.
Hoofdstuk 7 3. 5. 6. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. Plaats de kaarten zo veel mogelijk naar rechts in de invoerlade. Het papier moet met de afdrukzijde naar beneden liggen en de korte rand moet in de richting van de printer wijzen. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten. 7. Plaats de uitvoerlade terug. 4. Afdrukken 1.
3. 4. 5. 6. 7. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. Plaats de transparanten in de invoerlade. Het papier moet met de afdrukzijde omlaag liggen en de zelfklevende strip met de afdrukzijde omhoog, in de richting van de printer. Duw de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen, zodat de zelfklevende strips niet aan elkaar kleven. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de transparanten. Klap de uitvoerlade omlaag.
Hoofdstuk 7 4. 5. 6. 7. Waaier de randen van de etikettenvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. Plaats de etiketten in de invoerlade met de etiketzijde omlaag. Schuif de vellen zo ver mogelijk in de printer. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de vellen. 8. Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken 1. Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: A4 of US Letter – Afdrukstand: de juiste afdrukstand 2.
3. 5. 6. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. Plaats de kaarten zo veel mogelijk naar rechts in de invoerlade. Het papier moet met de afdrukzijde naar beneden liggen en de korte rand moet in de richting van de printer wijzen. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten. 7. Plaats de uitvoerlade terug. 4. Afdrukken 1.
Hoofdstuk 7 Het afdrukken voorbereiden 1. Controleer of de printer aan staat. 2. Til de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 3. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 4. Plaats het papier voor opstrijkpatronen in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag. 5. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 6. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 7. Klap de uitvoerlade omlaag. Afdrukken 1.
Het afdrukken voorbereiden 1. Controleer of de printer aan staat. 2. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 3. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 4. Plaats het banierpapier zo in de invoerlade dat de losse rand zich boven op de stapel papier bevindt en in de richting van de printer wijst. 1 5. Losse rand Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen het papier.
Hoofdstuk 7 ● ● Gebruik geen tattoos die zijn losgeraakt van het beschermvel of die op één of andere wijze gekreukeld of beschadigd zijn. Als de vellen met tattoos niet goed door de printer worden gevoerd, probeert u een van de volgende suggesties: – Vul de invoerlade niet tot de volledige capaciteit. – Waaier de stapel met tattoos uit. – Voer de tattoos met één vel tegelijk in. Het afdrukken voorbereiden 1. Controleer of de printer aan staat. 2.
8 Afdruktips Bespaar tijd ● ● ● Gebruik de Papierlade voor gewoon papier 250-vel om ervoor te zorgen dat u minder vaak papier hoeft bij te vullen. Stel de volgorde in voor de pagina's die worden afgedrukt. Druk exemplaren gesorteerd af. Bespaar geld ● ● ● Druk meerdere pagina's op één vel papier af. Druk een document dubbelzijdig af. Gebruik HP Everyday Fotopapier om bij het afdrukken van foto's geld en inkt te besparen. Verbeter de kwaliteit van afdrukken ● ● ● ● Selecteer de juiste papiersoort.
Hoofdstuk 8 – – 4. Best: biedt afdrukken van de hoogste kwaliteit. Maximum dpi: biedt de hoogste afdrukkwaliteit maar een langzamere afdruksnelheid dan de modus Best en vereist veel schijfruimte. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af. De paginavolgorde instellen De paginavolgorde bepaalt de volgorde waarin documenten met meerdere pagina's worden afgedrukt. Voer deze stappen uit om de paginavolgorde in te stellen: 1. 2. 3. 4. Open het dialoogvenster Print.
1. 2. 3. 4. 5. 6. Open het dialoogvenster Print. Selecteer het paneel Lay-out. Selecteer in het menu Pagina’s per vel het aantal pagina’s dat u op elk vel papier wilt afdrukken. In het menu Lay-outrichting selecteert u de relevante optie voor de rangschikking van de pagina's op één vel. Als u wilt dat rond elk paginabeeld dat wordt afgedrukt een rand wordt weergegeven, selecteert u de soort rand in het menu Rand. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af.
Hoofdstuk 8 Invoerlade Papierlade voor gewoon papier 250-vel Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade Voer de volgende stappen uit om de papierbron te selecteren: 1. 2. 3. Open het dialoogvenster Print. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. In de vervolgkeuzelijst Bron klikt u op een van de volgende opties: – Bovenste lade: printer drukt af vanuit de invoerlade. – Onderste lade: printer drukt af vanuit de papierlade voor 250 vel gewoon papier.
Boek binden 3. Schrijfblok binden Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af. Na het afdrukken van de eerste pagina pauzeert de printer om de inkt te laten drogen. Wanneer de inkt droog is, wordt het papier weer in de duplexeenheid getrokken en de achterzijde van de pagina afgedrukt. Opmerking Verwijder het papier pas uit de printer nadat beide zijden van de pagina zijn afgedrukt.
9 Printersoftware ● ● ● ● ● Afdrukinstellingen De printer beheren (Mac OS X 10.3 en later) De printer beheren (Mac OS X v10.2) De status van een afdruktaak weergeven en wijzigen (Mac OS x 10.3 en later) De status van een afdruktaak weergeven en wijzigen (Mac OS X 10.2) Afdrukinstellingen De printer wordt aangestuurd door software die op de computer is geïnstalleerd. Gebruik de printersoftware (dat wil zeggen de printerdriver) om de afdrukinstellingen voor een document te wijzigen.
5. 6. 7. 8. 9. Voorvertoning: een afdrukvoorbeeld van het document op het scherm weergeven. Bewaar als PDF: een document naar de indeling Adobe PDF converteren. Fax: een document als fax verzenden. Annuleer: het dialoogvenster Print sluiten zonder het document af te drukken. Druk af: het document afdrukken. Opmerking De optie Fax is alleen bescikbaar in Mac OS X 10.3 en later. De printer beheren (Mac OS X 10.3 en later) Gebruik de Printerconfiguratie om de printer te beheren.
Hoofdstuk 9 De printer beheren (Mac OS X v10.2) Gebruik Afdrukbeheer om afdruktaken te beheren. Het beheren van de printer omvat de volgende taken: ● ● ● Een printer toevoegen Een standaardprinter selecteren Een printer verwijderen Een printer toevoegen Volg deze stappen om een printer aan uw computer toe te voegen: 1. 2. 3. 4. 5. Klik in de Finder op Programma's, vervolgens op Hulpprogramma's en dubbelklik tot slot op Afdrukbeheer. Klik op Voeg printer toe.
Gebruik de volgende knoppen om de afdruktaak te beheren: – Verwijder: de geselecteerde afdruktaak annuleren. – Stel uit: de geselecteerde afdruktaak onderbreken. – Hervat: een onderbroken afdruktaak hervatten. – Stop afdruktaken: alle afdruktaken in de wachtrij onderbreken. De status van een afdruktaak weergeven en wijzigen (Mac OS X 10.2) Als u een document op de achtergrond afdrukt, kunt u via Afdrukbeheer de voortgang van het afdrukken zien.
10 Onderhoud ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Inktpatronen installeren De functie voor automatisch uitschakelen instellen Inktpatronen uitlijnen Kleur kalibreren Inktpatronen automatisch reinigen Een testpagina afdrukken Een schatting van het inktniveau bekijken De printerbehuizing onderhouden Inkt verwijderen van de huid en van kleding Inktpatronen handmatig reinigen Inktpatronen onderhouden HP Printer Utility Inktpatronen installeren Wanneer u inktpatronen moet vervangen, moet u ervoor zorgen dat u de juiste in
1 ● ● Label met selectienummer Printerdocumentatie: een lijst met selectienummers van inktpatronen kunt u vinden in de naslaghandleiding bij de printer. HP Printer Utility: open de HP Printer Utility en selecteer vervolgens het paneel Status benodigdheden. Modus Inkt-backup De printer kan werken met slechts één geïnstalleerd inktpatroon. Zie modus Inktbackup voor meer informatie. Installatie-instructies Voer de volgende stappen uit om de inktpatroon te installeren: 1. 2. 3. 4.
Hoofdstuk 10 6. Haal de vervangende inktpatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de kunststof tape. Houd de inktpatroon zo vast dat de koperen strook zich aan de onderkant bevindt en naar de printer toe is gericht. 1 De beschermende tape verwijderen Let op Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan.
8. Duw de vergrendeling van de inktpatroon omlaag totdat deze vastklikt. 9. Sluit de printerkap. De printer drukt automatisch een kalibratiepagina af. Zie Inktpatronen onderhouden voor informatie over het bewaren van de inktpatronen. Zie Inktpatronen recyclen voor informatie over het recyclen van lege inktpatronen. Waarschuwing Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het bereik van kinderen.
Hoofdstuk 10 Inktpatronen uitlijnen Na het installeren van een nieuwe inktpatroon worden de inktpatronen automatisch opnieuw uitgelijnd. Om ervoor te zorgen dat u een optimale afdrukkwaliteit krijgt, kunt u de inktpatronen ook op een ander moment uitlijnen. Ga als volgt te werk om inktpatronen uit te lijnen: 1. 2. 3. 4. Plaats gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade. Open de HP Printer Utility. Klik op Inktpatronen uitlijnen. Klik op Uitlijnen en volg de instructies op het scherm op.
Een schatting van het inktniveau bekijken Volg deze instructies om de geschatte inktniveaus van de inktpatronen die in de printer zijn geïnstalleerd, te bekijken: 1. 2. Open de HP Printer Utility. Klik op het tabblad Geschatte inktniveaus. Opmerking Als u een gebruikte inktpatroon installeert, verschijnt geen schatting van het inktniveau op het tabblad Geschat inktniveaus. Het tabblad Geschat inktniveau bevat ook de bestelinformatie voor inktpatronen.
Hoofdstuk 10 Reinigingsmiddelen Voor het reinigen van de inktpatronen hebt u het volgende nodig: ● ● Gedistilleerd water (kraanwater kan middelen bevatten die besmettingen kunnen veroorzaken en de inktpatroon kunnen beschadigen) Wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de inktpatronen blijft kleven Let op dat u tijdens het reinigen geen inkt op uw handen of kleding krijgt. Voorbereidingen 1. Open de printerkap. 2.
Inktpatronen onderhouden De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en bieden u een consistente afdrukkwaliteit: ● ● Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig hebt. Inktpatronen moeten op kamertemperatuur worden bewaard (15 tot 35 °C). Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de inktpatroon is verwijderd, mag u deze niet meer terugplaatsen.
Hoofdstuk 10 Let op Laat de inktpatroon niet vallen. Hierdoor kan de inktpatroon beschadigd raken. HP Printer Utility De HP Printer Utility bevat hulpmiddelen om de volgende taken uit te voeren: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Een testpagina afdrukken. De inktpatronen reinigen. De geschatte inktniveaus van de inktpatronen bekijken. De inktpatronen uitlijnen. Kleur kalibreren. Afdrukkwaliteit kalibreren. De functie voor automatisch uitschakelen configureren.
● ● ● ● Testen: hiermee drukt u een testpagina af. Kleuren kalibreren: hiermee kunt u de kleur aanpassen om problemen met kleurtinten op te lossen. Stroombeheer: hiermee stelt u de printerfunctie automatisch uitschakelen in. Instellingen Bluetooth: hiermee kunt u de Bluetooth-instellingen configureren (als de printer via een USB-kabel op een computer is aangesloten).
11 Problemen oplossen ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Problemen met Ethernet Problemen met draadloze communicatie De printer drukt niet af Papierstoring Papierproblemen Papierconflict De printer houdt op met afdrukken Problemen met inktpatronen Foto's worden niet juist afgedrukt PictBridge-problemen Problemen met afdrukken via Bluetooth Banieren worden niet goed afgedrukt De afdrukkwaliteit is slecht Het document is verkeerd afgedrukt Problemen met het afdrukken van documenten zonder rand Foutberi
(vervolg) Status van het verbindingslampje Taak Uit Controleer het volgende: ● ● ● De Ethernet-kabel is goed op de printer aangesloten. De hub, het schakelapparaat of de router is ingeschakeld en functioneert goed. De printer is aangesloten op het netwerk. Activiteitenlampje Volg deze stappen als het verbindingslampje brandt, maar de printer niets afdrukt: 1. 2. 3. Wacht tot de printer niets meer doet. Probeer het document opnieuw af te drukken. Controleer het Activiteitenlampje achter op de printer.
Hoofdstuk 11 ● ● De hub, het schakelapparaat of de router is ingeschakeld en functioneert goed. De computer die u gebruikt, is aangesloten op het netwerk Als u nog steeds geen toegang kunt krijgen tot de EWS van de printer, volgt u deze stappen: 1. 2. 3. Druk een HP Rapportpagina af. Zoek het IP-adres van de printer op. Start de internetbrowser. Opmerking Gebruik Microsoft Internet Explorer 5.0 of hoger, Netscape 4.75 of hoger, of Safari 1.0 of hoger. 4.
(vervolg) Status van het statuslampje Draadloos Taak Uit Controleer het volgende: ● ● Er is geen Ethernet-kabel op de printer aangesloten. Wanneer er een Ethernet-kabel op de printer is aangesloten, wordt de draadloze radio automatisch uitgeschakeld. Verwijder de kabel. De printer is aangesloten.
Hoofdstuk 11 De netwerkinstellingen van de printer komen niet overeen met de instellingen van het netwerk. De netwerkinstellingen van de printer moeten overeenkomen met die van het netwerk. De netwerkinstellingen van de printer zijn niet juist 1. 2. Zoek de instellingen van het netwerk op een van de volgende manieren op: Communicatiemodus van printer Taak Infrastructuurnetwerk Open het configuratieprogramma van het draadloze toegangspunt (WAP).
uitstekend signaal; 1 betekent een zwak signaal). Als het signaal zwak is, volgt u onderstaande aanwijzingen. Storingen in een draadloos netwerk reduceren De volgende tips helpen u de kans op storingen in een draadloos netwerk te verkleinen: ● ● ● ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote metalen objecten zoals archiefkasten en andere elektromagnetische apparaten zoals microgolven of draadloze telefoons, aangezien deze radiosignalen kunnen verstoren.
Hoofdstuk 11 De netwerkinstellingen van de printer zijn niet juist Als een van deze netwerkinstellingen van de printer niet juist is, kunt u niet met de printer communiceren: ● ● ● ● ● ● Communicatiemodus Netwerknaam (SSID) Kanaal (alleen ad hoc-netwerken) Verificatietype Codering WPA Volg deze stappen om de netwerkinstellingen van de printer te corrigeren: 1. 2. 3. 4. 5. Sluit de printer met een Ethernet-kabel op het netwerk of de computer aan. Open de ingebouwde webserver (EWS) van de printer.
● ● ervoor dat het andere uiteinde van de USB-kabel is aangesloten op een USB-poort van de computer. Als de kabel goed is aangesloten, zet u de printer uit en weer aan. Zorg dat de hub is ingeschakeld als u de printer aansluit via een USB-hub. Probeer een rechtstreekse verbinding met de computer te maken als de hub is ingeschakeld. Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van de computer. Start de computer na het controleren van de aansluitingen opnieuw op.
Hoofdstuk 11 5. Plaats de achterklep weer goed terug. 6. Als de papierstoring niet via de achterkant van de printer kan worden verholpen, trekt u de printerkap omhoog, verwijdert u het papier via de voorkant van de printer en sluit u de kap vervolgens weer. Let op Zorg dat u bij het verwijderen van papier voorzichtig te werk gaat. De printer kan beschadigd raken wanneer u papier via de voorkant verwijdert. 7. 8. Schakel de printer in en druk op de knop Doorgaan. Druk het document opnieuw af.
● ● ● ● ● ● Zorg dat de printer niet in direct zonlicht staat. De printer is mogelijk in direct zonlicht geplaatst, wat invloed heeft op de automatische papiertypesensor. Selecteer een andere papiersoort dan Automatisch. Als u een kleurkalibratie uitvoert, installeert u zowel de driekleuren- als de fotopatronen. Als u een document zonder rand afdrukt en de lichtjes Doorgaan en Inktpatroonstatus knipperen, volgt u de richtlijnen voor afdrukken zonder rand op.
Hoofdstuk 11 U kunt ondanks dit papierconflict toch afdrukken door op de knop Doorgaan te drukken. Druk op de knop Annuleren om het afdrukken te annuleren. U kunt het papierconflict oplossen door de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het softwareprogramma of de printersoftware te wijzigen of ander papier in de invoerlade te plaatsen. De printer houdt op met afdrukken Als de printer tijdens een afdruktaak ophoudt met afdrukken, drukt u op de knop Doorgaan.
3. 4. 5. 6. 1 Selectienummer 2 Garantiedatum Raadpleeg de lijst met inktpatronen die in de printer kunnen worden gebruikt. Open de HP Printer Utility en selecteer vervolgens het paneel Status benodigdheden. Controleer de garantiedatum op de inktpatroon. Als de inktpatroon een onjuist selectienummer heeft of de garantie is verlopen, installeert u een nieuwe inktpatroon. Sluit de printerkap. Als het statuslichtje van de inktpatroon niet knippert, is het probleem verholpen.
Hoofdstuk 11 Als het bericht verschijnt dat in de modus Inkt-backup wordt afgedrukt en er zijn twee inktpatronen in de printer geïnstalleerd, controleert u of de tape van de inktpatronen is verwijderd. Wanneer de contacten van een inktpatroon worden bedekt door de beschermende kunststof tape, kan de printer de inktpatroon niet detecteren.
Kleuren zijn anders of onjuist Voer deze stappen uit als de kleuren van de foto's anders of onjuist verschijnen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Lijn de inktpatronen uit. Druk de foto opnieuw af. Als de kleuren er nog steeds niet goed uitzien, kalibreert u de kleuren. Voor het kalibreren van kleuren moeten zowel een fotopatroon als een driekleurenpatroon zijn geïnstalleerd. Druk de foto opnieuw af.
Hoofdstuk 11 Vervaging treedt op op de randen van een foto Controleer of het fotopapier niet gekruld is. Wanneer het fotopapier gekruld is, plaatst u het papier in een plastic zak en buigt u het voorzichtig in de tegenovergestelde richting tot het weer recht is. Als dit niet lukt, gebruikt u fotopapier dat niet gekruld is. In Opslag en verwerking van fotopapier kunt u lezen hoe u kunt voorkomen dat fotopapier omkrult.
PictBridge-problemen De foto's op een aangesloten digitale camera worden niet afgedrukt Er kunnen verschillende redenen zijn waarom de foto's op een aangesloten digitale camera niet worden afgedrukt: ● ● ● ● De digitale camera is niet compatibel met PictBridge. De digitale camera staat niet in de modus PictBridge. De foto's hebben een indeling die niet wordt ondersteund. U hebt op de camera geen foto's geselecteerd om af te drukken.
Hoofdstuk 11 PictBridge-lichtjes knipperen Status van de lichtjes Probleem en actie Verbindingslichtje en foutlichtje knipperen Tijdens het afdrukken is de verbinding tussen de camera en de printer verbroken. Controleer de USB-verbinding. Verbindingslichtje brandt en foutlichtje knippert De camera krijgt geen stroom meer. Vervang de batterijen in de camera of sluit de camera op een stroomvoorziening aan.
Problemen met afdrukken via Bluetooth Het Bluetooth-apparaat kan de printer niet vinden Probeer een van de volgende oplossingen: ● ● Controleer of de HP Bluetooth-adapter voor draadloos afdrukken is aangesloten op de camerapoort aan de voorzijde van de printer. Het lampje op de adapter knippert tweemaal per seconde als het apparaat klaar is om gegevens te ontvangen. Mogelijk is de afstand tussen het apparaat en de printer te groot.
Hoofdstuk 11 3. 4. 5. Plaats de Bluetooth-adapter in de printer. Sluit de stroom weer aan. Zet de printer aan. Banieren worden niet goed afgedrukt Controleer de papierlade ● Vouw het papier open en weer dicht als er meerdere vellen tegelijk door de printer worden gevoerd. ● Controleer of de losse rand van de stapel banieren bovenaan ligt en naar de printer is gericht. ● Controleer of het juiste papier wordt gebruikt voor het afdrukken van banieren.
1 ● De beschermende tape verwijderen Selecteer een hogere afdrukkwaliteit. Er worden lege pagina's afgedrukt ● De kunststof tape is mogelijk nog niet van de inktpatronen verwijderd. Controleer of de kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd. 1 ● ● ● De beschermende tape verwijderen De inktpatronen kunnen leeg zijn. Vervang één of beide lege inktpatronen. De printer staat mogelijk in direct zonlicht. Direct zonlicht kan echter de automatische papiertypesensor beïnvloeden.
Hoofdstuk 11 Het document is verkeerd afgedrukt Tekst en afbeeldingen zijn niet uitgelijnd Als de tekst en afbeeldingen op afdrukken niet goed zijn uitgelijnd, kunt u de inktpatronen uitlijnen. Document wordt scheef of niet in het midden van de pagina afgedrukt 1. Controleer of het papier goed in de invoerlade is geplaatst. 2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de rand van het papier zitten. 3. Druk het document opnieuw af.
Als strepen in een licht gedeelte van een foto verschijnen, ongeveer 63 mm (2,5 inch) vanaf één van de lange zijden van de foto, probeert u de volgende oplossingen: Als strepen in een licht gedeelte van een foto verschijnen, ongeveer 63 mm vanaf één van de lange zijden van de foto, moet u een fotopatroon in de printer installeren: Er verschijnen horizontale lijnen op een foto Als er lichte of donkere horizontale lijnen op de foto's verschijnen: 1. 2. 3. 4. Reinig de inktpatronen. Druk de foto opnieuw af.
Hoofdstuk 11 3. 4. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de rand van het papier zitten. Plaats het papier volgens de instructies voor de papiersoort. Inktvegen Volg deze richtlijnen op als op de achterkant van een foto inktvegen verschijnen of als het papier aan elkaar vastplakt: ● ● Gebruik HP fotopapier. Controleer of het fotopapier niet gekruld is.
Controleer of het fotopapier niet is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als dit niet lukt, gebruikt u fotopapier dat niet gekruld is. In Opslag en verwerking van fotopapier kunt u lezen hoe u kunt voorkomen dat fotopapier gaat omkrullen.
Hoofdstuk 11 Probeer een van de volgende oplossingen als de foto een ongewenste rand bevat: ● ● Lijn de inktpatronen uit. Controleer of er geen probleem met de bronafbeelding is. Als u bijvoorbeeld een gescande afbeelding afdrukt, controleert u of de afbeelding niet scheef was geplaatst tijdens het scannen. Voor fotopapier met een afscheurrand Als de rand onder de afscheurrand verschijnt, moet u de afscheurrand verwijderen. Als de rand boven de afscheurrand verschijnt: ● ● Lijn de inktpatronen uit.
Bericht "Probleem met inktpatroon" Het statuslampje van de inktpatroon gaat branden als een inktpatroon bijna leeg is. Het statuslampje van de inktpatroon gaat knipperen als een inktpatroon niet juist is geïnstalleerd of defect is. Zie statuslampje van inktpatroon brandt of knippert voor meer informatie over het verhelpen van het probleem. Bericht "Inktpatroonhouder beweegt niet" Volg deze stappen op als de printer tijdens het afdrukken ophoudt.
Hoofdstuk 11 Statuslampje Draadloos knippert Meer informatie over het statuslampje Draadloos vindt u op de pagina Statuslampje Draadloos. Aan/uit-lichtje knippert Het lampje stopt met knipperen wanneer de printer alle gegevens heeft ontvangen. De printer bereidt zich voor op het afdrukken. Doorgaan-lichtje knippert Als het Doorgaan-lichtje knippert, controleert u of er sprake is van de volgende situaties: ● ● ● ● De printer bevat mogelijk geen papier meer.
Als een document zonder rand werd afgedrukt toen het lampje begon met knipperen, volgt u de richtlijnen voor afdrukken zonder rand. Volg anders de deze stappen: 1. 2. 3. Open de printerkap, verwijder de inktpatroon aan de rechterzijde en sluit vervolgens de kap. Voer een van de volgende stappen uit: – Als het lampje knippert: Open de kap, plaats de zojuist verwijderde inktpatroon weer terug en haal vervolgens de andere inktpatroon uit de printer. Ga door met stap 3.
Hoofdstuk 11 Printersoftware moet worden bijgewerkt Het is mogelijk dat de printersoftware is verouderd. Bezoek voor informatie over het bijwerken van de printersoftware de website van HP op www.hp.com/go/mac-connect. Computer voldoet niet aan de systeemvereisten Als uw computer onvoldoende RAM of onvoldoende vrije ruimte op de harde schijf heeft, neemt de verwerking door de printer meer tijd in beslag. 1. 2.
12 Accessoires Voor uw HP printer zijn de volgende accessoires verkrijgbaar. Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken Papierlade voor gewoon papier 250-vel Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade Als er bij de printer geen accessoire is geleverd, kunt u dit afzonderlijk aanschaffen bij een geautoriseerde HP leverancier. Zie de lijst met accessoires voor artikelnummers van accessoires. Opmerking De beschikbaarheid van accessoires varieert per land/regio.
Hoofdstuk 12 Er worden alleen bepaalde papiersoorten door de duplexeenheid ondersteund. Zie de specificaties van de duplexeenheid voor een lijst met ondersteunde papiersoorten en formaten. Leer hoe u de duplexeenheid installeert. De duplexeenheid gebruiken om een dubbelzijdig document automatisch af te drukken. Volg deze tips om problemen met het automatisch dubbelzijdig afdrukken op te lossen. De duplexeenheid installeren Volg deze stappen om de duplexeenheid op de printer aan te sluiten: 1.
Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade In het accessoire voor dubbelzijdig afdrukken kunnen alleen bepaalde papiersoorten worden gebruikt. Raadpleeg de documentatie bij het accessoire voor een lijst met ondersteunde papiersoorten. Wanneer er geen accessoire voor dubbelzijdig afdrukken aan de printer is bevestigd of u een niet-ondersteunde papiersoort gebruikt, kunt u handmatig dubbelzijdig afdrukken. Afdrukken 1.
Hoofdstuk 12 3. 4. Wanneer er papier in de printer vastzit, verwijdert u dit. Open de duplexeenheid. 5. 6. Wanneer er papier in de duplexeenheid vastzit, verwijdert u dit. Sluit de duplexeenheid en bevestig deze weer aan de printer. Optie voor dubbelzijdig afdrukken kan niet worden geselecteerd De printerdriver kan de duplexeenheid pas detecteren wanneer er een afdruktaak naar de printer wordt gestuurd. Druk een enkelzijdig document af en druk vervolgens het dubbelzijdige document af.
Als de optie voor dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, wordt slechts één zijde van de pagina afgedrukt Verifieer het volgende: ● ● ● De juiste afdrukopties zijn ingesteld in zowel de printersoftware als het softwareprogramma dat u gebruikt. Als u op dubbelzijdig fotopapier afdrukt, is het papier niet gekruld. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op te kunnen afdrukken. Zie voor meer informatie opslag en verwerking van fotopapier.
Hoofdstuk 12 ● A4: 210 x 297 mm ● A5: 148 x 210 mm ● B5: 182 x 257 mm Kaarten: ● 127 x 203 mm (5 x 8 inch) ● 102 x 152 mm (4 x 6 inch) ● A6: 105 x 148,5 mm ● Hagaki: 100 x 148 mm ● L-formaat: 89 x 127 mm Papierlade voor gewoon papier 250-vel De Papierlade voor gewoon papier 250-vel breidt de papiercapaciteit van uw printer uit tot 400 vel.
4. Plaats de printer voorzichtig boven op de papierlade. Papier in de papierlade voor gewoon papier 250-vel plaatsen Volg deze stappen om papier in de Papierlade voor gewoon papier 250-vel te plaatsen: Twee delen De Papierlade voor gewoon papier 250-vel bestaat uit twee delen. 1 Voetstuk 2 Onderste lade De onderste lade heeft aanpassingen voor drie formaten.
Hoofdstuk 12 Voer de volgende stappen uit om het papierformaat in te stellen: 1. Haal de onderste lade van het voetstuk af. 2. Verschuif de papierbreedtegeleider tot de pijl de gewenste instelling aanwijst. 1 Breng de pijlen op één lijn Opmerking Stel de papierbreedtegeleider in op LTR om op papier van legal-formaat af te drukken. 3. 142 Stel het papierbreedtehekje in door dit voorzichtig in de juiste sleuven te plaatsen.
Opmerking Stel de papierbreedtegeleider in op LTR om op papier van legal-formaat af te drukken. 4. Stel de papierlengtegeleider in door deze uit te trekken tot de pijlen zich op één lijn bevinden met het papierformaat. 1 Breng de pijlen op één lijn Opmerking Om op papier van legal-formaat af te drukken moet u de papierlengtegeleider geheel uittrekken. Papier laden Volg deze stappen om papier te plaatsen: 1. 2. 3. Haal de onderste lade van het voetstuk af.
Hoofdstuk 12 De papierlade voor gewoon papier 250-vel gebruiken Als de Papierlade voor gewoon papier 250-vel niet aan de printer is bevestigd, volgt u de installatie-instructies op. Opmerking De Papierlade voor gewoon papier 250-vel is niet in alle landen/ regio's beschikbaar. Volg deze stappen om de Papierlade voor gewoon papier 250-vel te gebruiken: 1. 2. 3. Open het dialoogvenster Print. Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit. Klik op Onderste lade in de vervolgkeuzelijst Bron.
● ● ● U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken op briefkaarten en ander klein afdrukmateriaal wanneer deze vanuit de achterste lade worden ingevoerd. U kunt enkelzijdig afdrukken op fotopapier en enveloppen door gebruik te maken van de kleine papierlade. U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken. Als het Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade niet bij de printer is geleverd, kan deze afzonderlijk worden aangeschaft bij een geautoriseerde HP leverancier.
Hoofdstuk 12 Opmerking Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van het accessoire terwijl u dit in de printer installeert. Gebruik de knoppen alleen wanneer u het accessoire van de printer verwijdert. Briefkaarten afdrukken Richtlijnen ● Gebruik alleen kaarten die voldoen aan de specificaties voor het Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade. Zie de specificaties voor het Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade voor meer informatie.
Afdrukken 1. Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: het juiste papierformaat Opmerking Wanneer u een kaart zonder rand afdrukt, klikt u op het randloze fotoformaat dat overeenkomt met het kaartformaat. 2. 3. 4. 5. 6. – Afdrukstand: de juiste afdrukstand Klik op OK. Open het dialoogvenster Print.
Hoofdstuk 12 het Accessoire voor dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade. Hierna drukt de printer PictBridge-foto's vanuit het accessoire af, tot u de printer weer configureert voor het gebruik van de invoerlade. De printer configureren om papier vanuit de invoerlade in te voeren Volg deze stappen op om de printer te configureren voor het invoeren van papier vanuit de invoerlade bij het afdrukken van PictBridge-foto's: 1. 2. 3. Druk op de knop Rapportpagina en houd deze ingedrukt.
3. 4. Laat de papierhendel los. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van het fotopapier. Afdrukken 1. Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: – Papierformaat: het juiste papierformaat Opmerking Selecteer een papierformaat voor een foto zonder rand wanneer u een randloze foto wilt afdrukken. 2. 3. 4. 5. 6. – Afdrukstand: de juiste afdrukstand Klik op OK. Open het dialoogvenster Print.
Hoofdstuk 12 Het afdrukken voorbereiden 1. Schuif de papierbreedtegeleider naar links. 2. Trek de papierhendel naar voren en plaats de enveloppen. Plaats de enveloppen met de adreszijde naar buiten en de klep naar links gericht. 3. 4. Laat de papierhendel los. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen de rand van de enveloppen. Afdrukken 1. Open het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer de volgende instellingen: Papierformaat: het juiste envelopformaat 2. Klik op OK. 3.
Papierstoring Los een papierstoring niet op via de voorkant van de printer. Volg deze stappen om vastzittend papier te verwijderen uit het Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade: 1. 2. Zet de printer uit. Druk op de knoppen aan de linker- en rechterkant van het accessoire in en verwijder het accessoire van de printer. Waarschuwing Verwijder het Accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken met kleine papierlade, voordat u dit opent om een papierstoring te verhelpen.
Hoofdstuk 12 6. 7. 8. 1 Kantel de kleine papierlade 2 Open de onderste klep Wanneer er papier in het accessoire vastzit, verwijdert u dit. Sluit het accessoire en zet de achterste vergrendeling vervolgens vast om het accessoire te sluiten. Bevestig het accessoire weer aan de printer. Optie voor dubbelzijdig afdrukken kan niet worden geselecteerd De printerdriver kan de duplexeenheid pas detecteren wanneer er een afdruktaak naar de printer wordt gestuurd.
Bindmarge bevindt zich op de verkeerde plaats 1. Open het dialoogvenster Print. 2. Selecteer het paneel Dubbelzijdig afdrukken. 3. Controleer of het juiste bindtype is geselecteerd. – Met Boek wordt het document afgedrukt met een bindmarge aan de zijkant. – Met Schrijfblok wordt het document afgedrukt met een bindmarge aan de bovenkant.
Hoofdstuk 12 ● ● ● – A6, 105x148 mm – Indexkaart, 4x6 inch – L, 89x127 mm Fotopapier: – 10x15 cm, 10x15 cm met afscheurrand – 4x6 inch, 4x6 inch met afscheurrand – A6, 105x148 mm – L, 89x127 mm, L, 89x127 mm met afscheurrand – Panorama 4x10 inch, 4x11 inch, 4x12 inch Enveloppen: – Nr. 10 Envelop, 4,12x9,5 inch – Japanse envelop Nr.
13 Printerbenodigdheden ● ● ● ● Papier USB-kabels Accessoires Inktpatronen Opmerking De beschikbaarheid van printerbenodigdheden en accessoires varieert per land/regio. Papier U kunt op www.hp.com afdrukmateriaal bestellen, bijvoorbeeld HP Premium Papier, HP Premium Inkjet Transparanten, HP Opstrijkpatronen of HP Wenskaarten. Kies uw land/regio en selecteer vervolgens Kopen.
14 Specificaties ● Printerspecificaties Printerspecificaties Zie de naslaghandleiding die bij de printer is geleverd, voor de volledige printerspecificaties, inclusief de volgende informatie: ● ● ● ● 156 soorten, formaten en gewicht van het papier en overig afdrukmateriaal dat met de printer kan worden gebruikt.
15 Informatie over milieu ● ● Milieuverklaring Hergebruik van inktpatronen Milieuverklaring Hewlett-Packard streeft voortdurend naar een verbetering van de ontwerpprocessen van haar Deskjet printers om zodoende de negatieve effecten te verminderen op de kantooromgeving en op de omgevingen waar printers worden geproduceerd, verzonden en gebruikt.
Hoofdstuk 15 Levensduur van het product: HP biedt het volgende waarmee de levensduur van de HP Deskjet printer kan worden verlengd: ● ● ● Garantieverlenging: meer informatie vindt u in de naslaghandleiding die bij de printer is geleverd. Vervangende onderdelen en verbruiksartikelen zijn beschikbaar tot een beperkte periode nadat de fabricage is stopgezet. Inname van het product: als u dit product aan het einde van de levensduur aan HP wilt retourneren, gaat u naar www.hp.com/recycle.
Energieverbruik in de stand-bystand: zie de naslaggids voor energieverbruikspecificaties. Energieverbruik in de uitgeschakelde stand: als de printer uit staat, wordt nog steeds een minimale hoeveelheid energie verbruikt. Energieverbruik kan worden voorkomen door de printer uit te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
Hoofdstuk 15 160 HP Deskjet 6980 series