snelle hulp hp deskjet 948c/940c/920c series inhoud leren werken met de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 kennismaking met uw hp deskjet printer informatie zoeken . . . . . . . . . . . . . . . kennisgeving en handelsmerken . . . . . termen en conventies . . . . . . . . . . . . . printerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . papierladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . taakagent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
onderhoud van product . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 inktpatroonstatus-lichtje . . . . . . . . . . inktpatronen vervangen . . . . . . . . . inktpatronen uitlijnen . . . . . . . . . . . inktpatronen automatisch reinigen . . inktpatronen handmatig reinigen . . de printer reinigen . . . . . . . . . . . . inktpatronen navullen . . . . . . . . . . . inktpatronen onderhouden . . . . . . . artikelnummers van de inktpatronen . de hp deskjet werkset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
leren werken met de printer • kennismaking met uw hp deskjet printer • informatie zoeken • kennisgeving en handelsmerken • termen en conventies • printerfuncties • papierladen • taakagent 1
kennismaking met uw hp deskjet printer Gefeliciteerd! Uw nieuwe HP Deskjet printer biedt interessante mogelijkheden: • Fotoafdrukken van uitstekende kwaliteit dankzij PhotoREt III, de ColorSmart III-afdruktechnologie van HP • Afdrukken met hoge resolutie: kleurenfotomodus van 2400 x 1200 dpi en zwartetekstmodus van 600 x 600 dpi • Afdruksnelheid van maximaal 12 pagina’s per minuut voor zwarte tekst en 10 pagina’s per minuut voor tekst en kleurenafbeeldingen (De afdruksnelheid verschilt van model tot model)
informatie zoeken snelle hulp biedt instructies voor het gebruik van de HP deskjet printer. Meer informatie vindt u ook in andere bij de printer geleverde documentatie. Specifieke soorten informatie vindt u als volgt. De snelle installatieposter bevat informatie over het opstellen van de printer en het installeren van de printersoftware. De snelle naslaggids bevat informatie over de garantie en het oplossen van installatieproblemen.
kennisgeving en handelsmerken kennisgeving van hewlett-packard company De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal volstrekt geen garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel.
termen en conventies De volgende termen en woordconventies zijn gebruikt in snelle hulp. termen De termen HP Deskjet of HP printers verwijzen naar HP Deskjet printers. symbolen Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld: Klik op Start > Programma’s > hp deskjet series > hp deskjet series Werkset om de HP Deskjet Werkset te openen. let op en waarschuwing Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere apparatuur beschadigd raakt.
pictogrammen Het pictogram Opmerking geeft aan dat er aanvullende informatie wordt verschaft. Bijvoorbeeld: De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp. Een muis pictogram duidt erop dat de hulpfunctie Wat is dit? extra informatie biedt. Meer informatie over de opties op elke tab vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Het dialoogvenster Wat is dit? wordt dan weergegeven. Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
printerfuncties knoppen en lichtjes Met de knoppen van de HP Deskjet printer kunt u de printer aan- en uitzetten, een afdruktaak annuleren of het afdrukken hervatten. De lichtjes geven een indicatie over de status van de printer. 1. knop annuleren 2. inktpatroonstatus-lichtje en -pictogram 3. doorgaan-lichtje en -knop 4. aan/uit-knop en -lichtje annuleren (knop) Als u op deze knop drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd.
inktpatroonstatus-pictogram en -lichtje Het lichtje boven het Inktpatroonstatus-pictogram knippert wanneer een van de inktpatronen bijna leeg is of niet juist is geïnstalleerd. Zie ook: inktpatroonstatus-lichtje doorgaan-knop en -lichtje Het lichtje boven de Doorgaan-knop knippert als er iets moet gebeuren, zoals het laden van papier of het verhelpen van een papierstoring. Als het probleem is opgelost, drukt u op de Doorgaan-knop om verder te gaan met afdrukken.
dubbelzijdig afdrukken De printer heeft een functie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken waarmee u op beide zijden van een pagina kunt afdrukken. Een optioneel accessoire voor dubbelzijdig afdrukken kan worden aangeschaft om automatisch dubbelzijdig af te drukken met 948c en 940c series printers.
papierladen invoerlade De invoerlade bevat papier of ander afdrukmateriaal dat moet worden bedrukt. 1. uitvoerlade 2. invoerlade ingeschoven Schuif de invoerlade uit om papier en ander afdrukmateriaal te laden. Laat de invoerlade uitgeschoven als u op papier van legal-formaat afdrukt. 1.
U kunt op afdrukmateriaal van diverse afmetingen afdrukken door de papierregelaars in en uit te schuiven. 1. papierbreedteregelaar 2. invoerlade uitgeschoven 3. papierlengteregelaar uitvoerlade De stand van de uitvoerlade kan worden aangepast om diverse printertaken te kunnen uitvoeren. Uitvoerlade omhoog – Klap de lade op om de invoerlade gemakkelijk met papier te kunnen vullen. Klap de uitvoerlade op om banieren af te drukken. 1.
Uitvoerlade omlaag – Voor de meeste afdruktaken en voor het afdrukken van één envelop laat u de lade omlaag staan. Verlengstuk van uitvoerlade – (Niet verkrijgbaar voor alle printermodellen.) Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit wanneer u een groot aantal pagina's afdrukt. Trek de lade ook uit als u in de conceptmodus afdrukt om te voorkomen dat het papier uit de lade valt. Als de afdruktaak klaar is, duwt u het verlengstuk van de lade terug in de sleuf.
opklaplade Uw printer is mogelijk voorzien van een opklaplade die de invoerlade en uitvoerlade omvat. De opklaplade moet altijd omlaag staan om af te drukken of om bij de inktpatronen te komen. 1. opklaplade omhoog 2.
taakagent Met de Taakagent kunt u de status van de inktpatronen controleren en instellingen zoals de standaardafdrukkwaliteit wijzigen. De taakagent bevindt zich in de Windows-taakbalk. 1. Taakagent afdrukkwaliteit wijzigen Met de Taakagent kunt u snel de resolutie van uw afdrukken wijzigen. 1. Klik op het pictogram Taakagent in de Windows-taakbalk. Het dialoogvenster Standaardafdrukinstellingen verschijnt.
2. Kies uit de volgende mogelijkheden: • Afdrukkwaliteit: Concept, Normaal of Beste • Automatisch dubbelzijdig afdrukken: Indien van toepassing 3. Klik buiten het dialoogvenster Standaardafdrukinstellingen. Er verschijnt een dialoogvenster met de melding dat de nieuwe instellingen zullen worden gebruikt telkens wanneer u afdrukt. (Als u dit dialoogvenster niet opnieuw wilt weergeven, selecteert u Dit bericht niet meer weergeven.) 4. Klik op OK om de standaardafdrukinstellingen te wijzigen.
inktpatroonwaarschuwingen De kleur en het uiterlijk van de Taakagent veranderen wanneer er waarschuwingsberichten zijn. Er verschijnen waarschuwingsberichten als een van de inktpatronen bijna leeg is of onjuist is geïnstalleerd. • Als het pictogram knippert en geel is omkaderd, zijn er ongelezen waarschuwingsberichten verschenen. • Als het pictogram geel is omkaderd en niet meer knippert, zijn er eerder gelezen waarschuwingsberichten die nog niet zijn opgelost.
afdrukken op papier en ander afdrukmateriaal • afdrukken met de hp deskjet printer • gewoon papier • enveloppen • transparanten • etiketten • visitekaartjes, systeemkaarten en ander klein afdrukmateriaal • foto’s • wenskaarten • posters • banieren • opstrijkpatronen • handmatig dubbelzijdig afdrukken • speciale papierformaten 17
afdrukken met de hp deskjet printer dialoogvenster printereigenschappen De printer wordt bestuurd door software die op de computer is geïnstalleerd. De printersoftware (de printerdriver) verschaft een dialoogvenster voor communicatie met de printer. In het dialoogvenster printereigenschappen kunt u opties zoals papierformaat en -soort, afdrukrichting en kleureninstellingen selecteren.
instellingen voor de printereigenschappen wijzigen Het dialoogvenster printereigenschappen bevat de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd. • Gebruik de tab Instelling om de afdrukkwaliteit, de papiersoort, het papierformaat en banieren afdrukken te kiezen. U kunt ook de schaal van het afgedrukte document wijzigen zodat het op het papier in de printer past. • Gebruik de tab Functies om de afdrukrichting, het aantal exemplaren, meerdere pagina's per vel en posters afdrukken te kiezen.
gewoon papier • papier van A4-/letter-formaat • papier van legal-formaat papier van A4-/letter-formaat voorbereiding 1. Klap de uitvoerlade op en trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit. 3. Leg een stapel papier in de invoerlade. 4. Leg maximaal 100 vellen papier in de invoerlade als de printer van een opklaplade is voorzien. Leg maximaal 150 vellen papier in de invoerlade als de printer niet van een opklaplade is voorzien. 5.
afdrukken op papier van A4-/letter-formaat 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen.
afdrukrichtlijnen De meeste soorten gewoon kopieerpapier kunnen in de printer worden gebruikt, vooral als erop vermeld staat dat het papier bestemd is voor gebruik in inkjetprinters. De beste resultaten verkrijgt u met papiersoorten van HP. Deze papiersoorten zijn speciaal ontwikkeld voor gebruik met door HP vervaardigde inkten en printers. Zie ook: afdrukken met uw hp deskjet printer handmatig dubbelzijdig afdrukken speciale papierformaten papier van legal-formaat voorbereiding 1.
afdrukken op papier van legal-formaat 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen.
enveloppen Druk één envelop af met gebruik van de envelopinvoer of druk meerdere enveloppen af met gebruik van de invoerlade. • één envelop afdrukken • meerdere enveloppen afdrukken één envelop afdrukken voordat u afdrukt 1. Plaats de envelop in de invoer voor enkele envelop en zorg ervoor dat de klep zich links bovenaan bevindt. 2. Schuif de envelop zo ver mogelijk in de printer. de envelop afdrukken Als uw programma een functie heeft voor het afdrukken van enveloppen, slaat u deze aanwijzingen over.
2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen. Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd. 3.
meerdere enveloppen afdrukken voordat u afdrukt 1. Trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 3. Plaats niet meer dan 15 enveloppen in de lade en zorg ervoor dat de klep zich links bevindt en naar boven is gericht. 4. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer. 5. Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van de enveloppen en schuif de lade vervolgens zo ver mogelijk in de printer.
2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen. Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd. 3.
afdrukrichtlijnen • Plaats nooit meer dan 15 enveloppen tegelijk in de invoerlade. • Maak een nette stapel van de enveloppen voordat u deze in de lade plaatst. • Gebruik geen enveloppen met klemmetjes of vensters. • Gebruik geen glanzende enveloppen, enveloppen met reliëf, dikke, onregelmatige of gekrulde randen of gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen. U verkrijgt de beste resultaten met producten van hp.
transparanten voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 3. Waaier de randen van de stapel transparanten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Leg maximaal 25 transparanten in de lade als de printer van een opklaplade is voorzien. Leg maximaal 30 transparanten in de lade als de printer niet van een opklaplade is voorzien.
transparanten afdrukken 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen.
etiketten voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 3. Waaier de randen van de stapel etiketvellen uit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Leg maximaal 20 etiketvellen – etiketzijde omlaag – in de lade. 5. Schuif de papierregelaars goed tegen de vellen en duw de lade naar binnen. etiketten afdrukken 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2.
3. Klik op de tab Instelling en kies de volgende opties: • Afdrukkwaliteit: Normaal • Papiersoort: Gewoon papier • Papierformaat: A4 of Letter 4. Klik op de tab Functies en stel de volgende opties in: • Afdrukrichting: Juiste afdrukrichting • Dubbelzijdig afdrukken: Niet ingeschakeld • Aantal: Maximaal 20 5. Selecteer de tab Geavanceerd als u in grijsschaal wilt afdrukken of het inktvolume, de kleur of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen. 6.
visitekaartjes, systeemkaarten en ander klein afdrukmateriaal voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Klap de uitvoerlade op. 3. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 4. Maak een nette stapel van de kaarten of het andere kleine afdrukmateriaal. 5. Leg maximaal 30 kaarten in de lade als de printer van een opklaplade is voorzien. Leg maximaal 45 kaarten in de lade als de printer niet van een opklaplade is voorzien. 6.
visitekaartjes, systeemkaarten en ander klein afdrukmateriaal afdrukken 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen.
afdrukrichtlijnen • Als er een bericht verschijnt dat het papier op is, controleert u of de systeemkaarten of het andere kleine afdrukmateriaal juist in de invoerlade zijn geplaatst. • Als de systeemkaarten of het andere kleine afdrukmateriaal kleiner zijn dan 100 x 148 mm, moet u de invoerlade niet gebruiken. Gebruik de invoer voor enkele envelop van de printer om het afdrukmateriaal kaart voor kaart te laden. De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
foto’s voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 3. Waaier de randen van de stapel fotopapier uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Leg maximaal 20 vellen fotopapier – afdrukzijde omlaag – in de lade. 5. Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van het fotopapier en duw de lade naar binnen. foto's afdrukken 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen. Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd. 3.
afdrukrichtlijnen • U kunt alleen foto's in elektronisch formaat afdrukken. U kunt digitale of gescande foto's gebruiken of door een fotozaak elektronische bestanden van de af te drukken foto's laten maken. • Gebruik de instelling PhotoREt om op de meeste soorten fotopapier af te drukken. • Als u beschikt over een parallelle kabelverbinding, kunt u wellicht uw foto's sneller afdrukken door Hardware-ECP (Extended Capabilities Port) in te schakelen. De beste resultaten verkrijgt u met hp photographic paper.
wenskaarten voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Klap de uitvoerlade op. 3. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 4. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken. 5. Maak een nette stapel van de kaarten en plaats niet meer dan 5 kaarten in de lade. 6. Schuif de kaarten zo ver mogelijk naar voren in de printer. 7. Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van de kaarten. 8.
2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen. Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd. 3.
afdrukrichtlijnen • Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze in de invoerlade. • Als er een bericht verschijnt dat het papier op is, controleert u of de kaarten juist in de invoerlade zijn geplaatst. • Als de kaarten kleiner zijn dan 100 x 148 mm, moet u de invoerlade niet gebruiken. Gebruik de invoer voor enkele envelop van de printer om de kaarten een voor een te laden. De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
posters voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 3. Waaier de randen van de postervellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Leg de vellen in de lade. 5. Schuif de papierregelaars goed tegen de vellen en duw de lade naar binnen. posters afdrukken 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2.
4. Klik op de tab Functies en stel de volgende opties in: • Afdrukrichting: Juiste afdrukrichting • Posters afdrukken: Selecteer deze optie en selecteer vervolgens 2x2, 3x3 of 4x4 • Dubbelzijdig afdrukken: Niet ingeschakeld • Aantal: Aantal exemplaren 5. Selecteer de tab Geavanceerd als u de kleur, het inktvolume of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen. 6. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of Printerinstelling. 7. Klik op OK om af te drukken.
banieren voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 3. Klap de uitvoerlade op. 4. Gebruik maximaal twintig vellen banierpapier. Verwijder alle geperforeerde stroken en gooi deze weg. 5. Plaats het banierpapier in de invoerlade met de losse rand van het papier in de richting van de printer. 6. Schuif de papierregelaars goed tegen het banierpapier. 7. Duw de invoerlade naar binnen. Laat de uitvoerlade omhoog staan.
2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen. Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd. 3.
afdrukrichtlijnen In de Uitgave-info vindt u een beschrijving van problemen die kunnen optreden als u met bepaalde softwareprogramma's banieren afdrukt. Klik op Start > Programma's > hp deskjet series > Uitgave-info om deze informatie weer te geven. De beste resultaten verkrijgt u met producten van hp.
opstrijkpatronen voorbereiding 1. Trek de invoerlade uit. 2. Schuif beide papierregelaars uit en verwijder al het papier uit de lade. 3. Waaier de randen van de vellen opstrijkpatroonpapier uit om te voorkomen dat ze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Leg het opstrijkpatroonpapier in de lade met de afdrukzijde omlaag. 5. Schuif de papierregelaars goed tegen het opstrijkpatroonpapier en duw de invoerlade naar binnen. opstrijkpatronen afdrukken 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
4. Klik op de tab Functies en stel de volgende opties in: • Afdrukrichting: Spiegelbeeld • Dubbelzijdig afdrukken: Niet ingeschakeld • Aantal: Aantal exemplaren 5. Selecteer de tab Geavanceerd als u het inktvolume, de kleur, de droogtijd of de afdruksnelheid (Modus weinig geheugen) wilt aanpassen. 6. Klik op OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of Printerinstelling. 7. Klik op OK om af te drukken.
handmatig dubbelzijdig afdrukken voorbereiding 1. Verwijder al het papier uit de uitvoerlade. 2. Trek de invoerlade uit en leg papier in de lade. 3. Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van het papier. 4. Duw de invoerlade naar binnen. handmatig afdrukken 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. Controleer of het document dat u wilt afdrukken, ten minste twee pagina's lang is. 2.
4. Klik op de tab Functies en stel de volgende opties in: • Afdrukrichting: Juiste afdrukrichting • Dubbelzijdig afdrukken: Schakel dit vakje in Het dialoogvenster Marges voor dubbelzijdig afdrukken verschijnt. a. Kies de juiste optie voor de inhoud van de pagina en klik op OK om terug te keren naar het scherm Functies. b. Selecteer Boek (binden aan zijkant) of Schrijfblok (binden aan bovenzijde). c.
9. Klik op Doorgaan als het papier op de juiste manier opnieuw is geladen.
Schrijfblok afdrukrichtlijnen • De printer drukt automatisch oneven pagina’s eerst af. Als de oneven pagina’s afgedrukt zijn, verschijnt er een bericht waarin u wordt gevraagd het papier opnieuw te laden, zodat de even pagina’s kunnen worden afgedrukt. • Als u het HP accessoire voor dubbelzijdig afdrukken heeft aangeschaft, kunt u automatisch op beide zijden van het papier afdrukken. Volg de gebruiksaanwijzing van het product.
speciale papierformaten voorbereiding 1. Klap de uitvoerlade op. 2. Leg het papier of het andere afdrukmateriaal waarop u wilt afdrukken, in de invoerlade, met de afdrukzijde omlaag. 3. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 4. Schuif de papierregelaars goed tegen de randen van het afdrukmateriaal en duw de invoerlade naar binnen. 5. Klap de uitvoerlade neer. een speciaal papierformaat definiëren 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Volg naar gelang van het gebruikte softwareprogramma een van deze paden om uw afdrukopties te selecteren: • Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Printerinstelling en selecteer vervolgens Eigenschappen – of – • Klik op Bestand > Afdrukken > Instelling en selecteer vervolgens Eigenschappen. Het dialoogvenster printereigenschappen verschijnt met de tabbladen Instelling, Functies en Geavanceerd. 3.
onderhoud van product • inktpatroonstatus-lichtje • inktpatronen vervangen • inktpatronen uitlijnen • inktpatronen automatisch reinigen • inktpatronen handmatig reinigen • de printer reinigen • inktpatronen navullen • inktpatronen onderhouden • artikelnummers van de inktpatronen • de hp deskjet werkset 55
inktpatroonstatus-lichtje werking van het inktpatroonstatus-lichtje Het Inktpatroonstatus-lichtje knippert als een inktpatroon of beide inktpatronen bijna leeg zijn, niet goed zijn geïnstalleerd of slecht werken. Dit lichtje knippert ook als het verkeerde type inktpatroon wordt gebruikt. 1. inktpatroonstatus-lichtje Als er nog maar weinig inkt in een van de inktpatronen zit, stopt het Inktpatroonstatus-lichtje met knipperen als de printerkap wordt geopend.
de inktpatroonstatus controleren Open de printerkap als het Inktpatroonstatus-lichtje knippert. De gele pijl op de inktpatroonhouder wijst naar een van de vijf Inktpatroonstatuspictogrammen die precies aangeven wat het probleem is. 1. pictogram 'probleem met driekleurenpatroon' 2. pictogram 'probleem met zwarte inktpatroon' 3. pictogram 'weinig inkt in driekleurenpatroon' 4. pictogram 'weinig inkt in zwarte inktpatroon' 5. pictogram 'inktpatronen in orde' 6.
problemen met de driekleuren- of zwarte inktpatroon oplossen Als de gele pijl naar een pictogram wijst dat een probleem met de inktpatroon aangeeft, ontbreekt de inktpatroon, is deze niet goed geïnstalleerd of defect of wordt de verkeerde inktpatroon voor de printer gebruikt. Verhelp het probleem als volgt: • Installeer de juiste inktpatroon als er een ontbreekt. De printer heeft een zwarte inktpatroon en een driekleurenpatroon nodig om te kunnen werken.
inktpatronen vervangen Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe patronen koopt. Als een inktpatroon leeg is, laat u de lege inktpatroon in de inktpatroonhouder totdat deze wordt vervangen. De printer heeft beide inktpatronen nodig om te kunnen werken. Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het bereik van kinderen. Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen: 1. Controleer of de uitvoerlade omlaag staat.
1. uitvoerlade (omlaag) 2. druk op Aan/uit-knop 3.open kap 4. klap houderklem op 5.
6. Haal de reservepatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de beschermende tape. Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen er problemen met de inkt optreden of kunnen er zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn vereiste elektrische contactpunten. 1. zwarte inktpatroon 2. kleurenpatroon 3. inktsproeiers 4.
inktpatronen uitlijnen Om afdrukken te maken van optimale kwaliteit dient u na vervanging van een inktpatroon de inktpatronen uit te lijnen. U kunt de inktpatronen uitlijnen vanuit de HP Deskjet Werkset. 1. Open de HP Deskjet Werkset op een van de volgende manieren: • Klik op Start > Programma's > hp deskjet series > hp deskjet series Werkset – of – • Klik met de rechtermuisknop op Taakagent en selecteer Werkset openen. 2. Klik op Inktpatronen uitlijnen en volg de aanwijzingen op het scherm.
inktpatronen automatisch reinigen Als er op de afgedrukte pagina´s lijnen of stippen ontbreken of als deze inktstrepen bevatten, moet de inktpatroon worden gereinigd. Inktpatronen worden automatisch gereinigd met de volgende procedure: 1. Open de HP Deskjet Werkset. 2. Selecteer de tab Printerservice. 3. Selecteer Inktpatronen reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
inktpatronen handmatig reinigen Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich wat vuil vastzetten in de behuizing van de printer. Deze verontreinigingen kunnen stof-, haar-, tapijt- of kledingvezels bevatten. Wanneer het vuil op de inktpatronen en de houder terecht komt, kan het inktstrepen en vlekken op de afgedrukte pagina´s veroorzaken. Inktstrepen zijn gemakkelijk te verhelpen door de patronen en de houder handmatig te reinigen.
de inktpatronen en de inktpatroonhouder reinigen 1. Dompel het uiteinde van een wattenstaafje in gedestilleerd water en en knijp het overtollige water eruit. 2. Reinig het oppervlak en de randen van de eerste inktpatroon met het wattenstaafje, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. Veeg NIET over de sproeikop. 1. sproeikop 2. reinig deze oppervlakken 3. Controleer of er zich geen vezels op het oppervlak of de randen bevinden.
5. Veeg de onderkant van de behuizing van de inktpatroonhouder af met schone, met water bevochtigde wattenstaafjes. Herhaal dit proces totdat er geen inkt meer op een schoon wattenstaafje verschijnt. 1. inktpatroonhouder 2. houderwand 6. Plaats de inktpatronen terug en sluit de printerkap. 7. Sluit het netsnoer weer op de achterzijde van de printer aan. 8. Druk een testpagina af vanuit de HP Deskjet Werkset door de tab Printerservice te selecteren en op Testpagina afdrukken te klikken. 9.
de printer reinigen de printerbehuizing De printer spuit inkt in een fijne nevel op papier, waardoor er na verloop van tijd kleine hoeveelheden inkt op de behuizing van de printer komen. Gebruik een zachte, bevochtigde doek om stof, vegen, vlekken en gemorste inkt van de behuizing van de printer te verwijderen. Gebruik alleen water. Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of wasmiddelen.
inktpatronen navullen Vul HP inktpatronen niet na. De elektronische en mechanische componenten van nagevulde inktpatronen overschrijden hun normale levensduur. Bovendien kan er een groot aantal problemen optreden, zoals: • Slechte afdrukkwaliteit. Niet door HP vervaardigde inktsoorten kunnen bestanddelen bevatten die de inktsproeiers verstoppen en een inconsistente afdrukkwaliteit veroorzaken.
inktpatronen onderhouden De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en zorgen voor een consistente afdrukkwaliteit: • Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig heeft. Bewaar inktpatronen bij kamertemperatuur (15,6 - 26,6 graden C). • Als inktpatronen uit de verzegelde verpakkingen zijn gehaald en niet worden gebruikt, bewaart u de patronen in een luchtdichte doos van kunststof. Bewaar de inktpatronen met de sproeier naar boven gericht.
artikelnummers van de inktpatronen Als u nieuwe inktpatronen voor de HP Deskjet printer nodig heeft, koopt u patronen met de volgende artikelnummers: • Zwart: HP 6615A Series of HP nr. 15 • Driekleuren: HP C6578 Series of HP nr.
de hp deskjet werkset De HP Deskjet Werkset bevat een aantal handige hulpmiddelen waarmee u een testpagina kunt afdrukken, de inktpatronen kunt reinigen en uitlijnen en het geschatte inktniveau in de patronen kunt controleren. Als u het HP accessoire voor dubbelzijdig afdrukken heeft aangeschaft (niet verkrijgbaar voor alle printers), kunt u het accessoire inschakelen vanuit de Werkset.
72
problemen oplossen • printerlichtjes knipperen • printer drukt niet af • printer is te langzaam • problemen met afdrukken 73
printerlichtjes knipperen • betekenis van knipperende lichtjes • het inktpatroonstatus-lichtje knippert • het doorgaan-lichtje knippert • het aan/uit-lichtje knippert • alle lichtjes knipperen betekenis van knipperende lichtjes Knipperende lichtjes geven de printerstatus aan. 1. inktpatroonstatus-lichtje en -pictogram 2. doorgaan-lichtje en -knop 3.
het inktpatroonstatus-lichtje knippert de kap is open Sluit de kap. er is wellicht een probleem met een van de inktpatronen • Controleer of de juiste inktpatronen zijn geïnstalleerd. • Controleer of een van de inktpatronen nog maar weinig inkt bevat of onjuist is geïnstalleerd. Zie ook: artikelnummers van de inktpatronen status van de inktpatronen controleren het doorgaan-lichtje knippert het papier in de printer is wellicht op 1. Plaats papier in de invoerlade. 2.
het aan/uit-lichtje knippert de printer maakt zich klaar om af te drukken Het lichtje stopt met knipperen als de printer alle gegevens heeft ontvangen. alle lichtjes knipperen de printer moet wellicht opnieuw worden opgestart 1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te zetten en druk nogmaals op de Aan/uit-knop om de printer opnieuw op te starten. Ga naar stap 2 als de lichtjes blijven knipperen. 2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te zetten. 3.
printer drukt niet af • er komt geen papier uit de printer • er verschijnen foutberichten bij gebruik van een USB-verbinding • er zijn papierstoringen • printer gaat niet aan er komt geen papier uit de printer Volg de onderstaande aanwijzingen om het probleem op te lossen. de printer controleren Controleer het volgende: 1. Is de printer aangesloten op een stopcontact? 2. Zitten de kabels goed vast? 3. Staat de printer aan? 4. Is de printerkap gesloten? 5.
de printerlichtjes controleren • Als het Inktpatroonstatus-lichtje knippert, opent u de printerkap om na te gaan of de inktpatronen juist zijn geïnstalleerd. • Als het Doorgaan-lichtje knippert, drukt u op de Doorgaan-knop. • Als het Aan/uit-lichtje knippert, is de printer bezig met afdrukken. 1. inktpatroonstatus-lichtje en -pictogram 2. doorgaan-lichtje en -knop 3. aan/uit-lichtje en -knop de printersoftware opnieuw installeren Zie de snelle installatieposter voor meer informatie.
er verschijnen foutberichten bij gebruik van een USB-verbinding het foutbericht “fout bij schrijven naar ” wordt weergegeven Als de printer is aangesloten op een USB-hub samen met verscheidene andere USB-apparaten, is het mogelijk dat hij geen juiste gegevens ontvangt. Sluit de printer rechtstreeks op de USB-poort van de computer aan. er zijn papierstoringen 1. Verwijder het papier uit de invoerlade en de uitvoerlade. 2. Druk op de Doorgaan-knop aan de voorkant van de printer. 3.
2. Verwijder het papier en plaats de achterklep terug. 3. Leg opnieuw papier in de invoerlade. 4. Druk op de Doorgaan-knop. 5. Druk het document af. printer gaat niet aan De printer heeft mogelijk te veel stroom gekregen. 1. Maak het netsnoer van de printer los. 2. Wacht ongeveer 10 seconden. 3. Sluit het netsnoer weer aan op de printer. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. Neem contact op met de Klantenondersteuning van HP als u nog steeds problemen heeft.
printer is te langzaam De afdruksnelheid en algemene prestaties van de printer zijn van diverse factoren afhankelijk: • de computer voldoet niet aan de systeemvereisten • de printersoftware is verouderd • er zijn conflicterende USB-kabelverbindingen • er worden complexe documenten, afbeeldingen of foto's afgedrukt computer voldoet niet aan de systeemvereisten 1. Controleer het RAM-geheugen en de processorsnelheid van de computer. Zie systeemvereisten voor meer informatie. 2.
er zijn conflicterende USB-kabelverbindingen Er kan een printerconflict optreden wanneer de printer en verscheidene andere USB-apparaten op een hub zijn aangesloten. Er zijn twee methoden om het conflict op te lossen: • Sluit de USB-kabel van de printer rechtstreeks op de computer en niet op een hub aan – of – • Laat de printer aangesloten op een hub, maar gebruik de andere USB-apparaten niet terwijl u afdrukt.
Als u beschikt over een parallelle kabelverbinding, kunt u wellicht uw foto's sneller afdrukken door Harware-ECP (Extended Capabilities Port) in te schakelen. U doet dat als volgt: 1. Open de HP Deskjet Werkset op een van de volgende manieren: • Klik op Start > Programma's > hp deskjet series > hp deskjet series Werkset – of – • Klik met de rechtermuisknop op Taakagent en selecteer Werkset openen. 2. Klik op de tab Configuratie en selecteer Hardware-ECP gebruiken. 3. Klik op Toepassen. 4. Druk de foto af.
problemen met afdrukken • er worden lege pagina’s afgedrukt • de afdruk staat niet helemaal in het midden of staat scheef • delen van het document ontbreken of staan op de verkeerde plaats • nieuwe afdrukinstellingen worden niet toegepast • foto's worden niet juist afgedrukt • banieren worden niet juist afgedrukt er worden lege pagina’s afgedrukt De printer kan in de volgende gevallen pagina's zonder tekst of afbeeldingen produceren: • Als een inktpatroon leeg is of beide inktpatronen leeg zijn • Als de be
de afdruk staat niet helemaal in het midden of staat scheef 1. Controleer of het papier goed in de invoerlade is geplaatst. 2. Controleer of de papierregelaars goed tegen het papier geschoven zijn. 3. Druk het document opnieuw af. delen van het document ontbreken of staan op de verkeerde plaats Volg de onderstaande aanwijzingen om de afdrukrichting, het papierformaat, de afdrukmarges en andere opties opnieuw in te stellen: 1.
foto's worden niet juist afgedrukt 1. Controleer of het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de invoerlade is geplaatst. 2. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 3. Schuif de papierregelaars goed tegen het papier en duw de invoerlade naar binnen. 4.
banieren worden niet juist afgedrukt 1. Controleer of de uitvoerlade omhoog staat. De uitvoerlade moet omhoog blijven staan terwijl u banieren afdrukt. 2. Leg het banierpapier zo in de invoerlade dat de losse rand boven aan de stapel ligt. 3. Schuif de voorste rand van het banierpapier zo ver mogelijk in de invoerlade. Zorg dat de invoerlade volledig in de printer is geschoven. 4.
6. Klik op Toepassen > OK om terug te keren naar het venster Afdrukken of Printerinstelling. 7. Klik op OK om de banier af te drukken. 8. Controleer of de printersoftware juist functioneert als er bij het afdrukken openingen zichtbaar zijn aan het einde van de vellen. In de Uitgave-info vindt u een beschrijving van problemen die kunnen optreden als u met bepaalde softwareprogramma's banieren afdrukt. Klik op Start > Programma's > hp deskjet series > Uitgave-info om deze informatie weer te geven.
productspecificaties • productspecificaties voor hp deskjet 948c series printers • productspecificaties voor hp deskjet 940c series printers • productspecificaties voor hp deskjet 920c series printers • minimumafdrukmarges • systeemvereisten 89
productspecificaties voor hp deskjet 948c series printers hp deskjet 948c model nr.
geheugen 2 MB ingebouwd RAM knoppen/lichtjes Knop Annuleren Inktpatroonstatus-lichtje Doorgaan-knop en -lichtje Aan/uit-knop en -lichtje i/o-interface Centronics Parallel, IEEE 1284-compatibel met 1284-B aansluiting Compatibel met Universal Serial Bus 1.
stroomverbruik Uitgeschakeld maximaal 2 watt In rust gemiddeld 4 watt Tijdens afdrukken gemiddeld 40 watt voeding Ingangsspanning: 100 tot 240 V AC (±10%) Ingangsfrequentie: 50/60 Hz (+3 Hz) Past zich overal ter wereld aan de netspanning en frequentie aan.
transport van afdrukmateriaal Capaciteit invoerlade: Vellen gewoon papier: Maximaal 100 Banieren: Maximaal 20 vellen Enveloppen: Maximaal 15 Wenskaarten: Maximaal 5 kaarten Etiketten: Maximaal 20 etiketvellen (gebruik uitsluitend vellen van letter- of A4-formaat) Fotopapier: Maximaal 20 vellen Systeemkaarten: Maximaal 30 kaarten Transparanten: Maximaal 25 Capaciteit uitvoerlade: Concept: Maximaal 35 vellen Normaal: Maximaal 50 vellen Beste: Maximaal 50 vellen formaat van afdrukmateriaal Papier: Letter 216 x
Banier: Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Enveloppen: U.S. nr. 10 103 x 241 mm Invitation A2 111 x 146 mm DL 220 x 110 mm C6.114 x 162 mm Systeemkaarten/wenskaarten: 76 x 127 mm 102 x 152 mm 127 x 203 mm A6-kaart: 105 x 148,5 mm Hagaki: 100 x 148 mm Etiketten: Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Transparanten: Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Foto (met afscheurrand): 102 x 152 mm inktpatronen Zwart: HP 6615A Series of HP nr. 15 Driekleuren: HP C6578 Series of HP nr.
productspecificaties voor hp deskjet 940c series printers hp deskjet 940cxi model nr. C6431A hp deskjet 940cse model nr. C6431B hp deskjet 940cvr model nr.
levensduur 2.000 pagina’s per maand geheugen 2 MB ingebouwd RAM knoppen/lichtjes Knop Annuleren Inktpatroonstatus-lichtje Doorgaan-knop en -lichtje Aan/uit-knop en -lichtje i/o-interface Centronics Parallel, IEEE 1284-compatibel met 1284-B aansluiting Compatibel met Universal Serial Bus 1.
stroomverbruik Uitgeschakeld maximaal 2 watt In rust gemiddeld 4 watt Tijdens afdrukken gemiddeld 40 watt voeding Ingangsspanning: 100 tot 240 V AC (±10%) Ingangsfrequentie: 50/60 Hz (+3 Hz) Past zich overal ter wereld aan de netspanning en frequentie aan.
transport van afdrukmateriaal Capaciteit invoerlade: Vellen gewoon papier: Maximaal 150 Banieren: Maximaal 20 vellen Enveloppen: Maximaal 15 Wenskaarten: Maximaal 5 kaarten Etiketten: Maximaal 20 etiketvellen (gebruik uitsluitend vellen van letter- of A4-formaat) Fotopapier: Maximaal 20 vellen Systeemkaarten: Maximaal 45 kaarten Transparanten: Maximaal 30 Capaciteit uitvoerlade: Concept: Maximaal 35 vellen Normaal: Maximaal 50 vellen Beste: Maximaal 50 vellen formaat van afdrukmateriaal Papier: Letter 216 x
Enveloppen: U.S. nr. 10 103 x 241 mm Invitation A2 111 x 146 mm DL 220 x 110 mm C6 114 x 162 mm Systeemkaarten/wenskaarten: 76 x 127 mm 102 x 152 mm 127 x 203 mm A6-kaarten: 105 x 148,5 mm Hagaki: 100 x 148 mm Etiketten: Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Transparanten: Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Foto (met afscheurrand): 102 x 152 mm inktpatronen Zwart: HP 6615A Series of HP nr. 15 Driekleuren: HP C6578 Series of HP nr.
productspecificaties voor hp deskjet 920c series printers hp deskjet 920cxi model nr. C6430A hp deskjet 920cse model nr. C6430B hp deskjet 920cvr model nr.
levensduur 1.000 pagina’s per maand geheugen 2 MB ingebouwd RAM knoppen/lichtjes Knop Annuleren Inktpatroonstatus-lichtje Doorgaan-knop en -lichtje Aan/uit-knop en -lichtje i/o-interface Centronics Parallel, IEEE 1284-compatibel met 1284-B aansluiting Compatibel met Universal Serial Bus 1.
stroomverbruik Uitgeschakeld maximaal 2 watt In rust gemiddeld 4 watt Tijdens afdrukken gemiddeld 40 watt voeding Ingangsspanning: 100 tot 240 V AC (±10%) Ingangsfrequentie: 50/60 Hz (+3 Hz) Past zich overal ter wereld aan de netspanning en frequentie aan.
transport van afdrukmateriaal Capaciteit invoerlade: Vellen gewoon papier: Maximaal 100 Banieren: Maximaal 20 vellen Enveloppen: Maximaal 15 Wenskaarten: Maximaal 5 kaarten Etiketten: Maximaal 20 etiketvellen (gebruik uitsluitend vellen van letter- of A4-formaat) Fotopapier: Maximaal 20 vellen Systeemkaarten: Maximaal 30 kaarten Transparanten: Maximaal 25 Capaciteit uitvoerlade: Concept: Maximaal 35 vellen Normaal: Maximaal 50 vellen Beste: Maximaal 50 vellen formaat van afdrukmateriaal Papier: Letter 216 x
Enveloppen: U.S. nr. 10 103 x 241 mm Invitation A2 111 x 146 mm DL 220 x 110 mm C6 114 x 162 mm Systeemkaarten/wenskaarten: 76 x 127 mm 102 x 152 mm 127 x 203 mm A6-kaarten: 105 x 148,5 mm Hagaki: 100 x 148 mm Etiketten: Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Transparanten: Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Foto (met afscheurrand): 102 x 152 mm inktpatronen Zwart: HP 6615A Series of HP nr. 15 Driekleuren: HP C6578 Series of HP nr.
minimumafdrukmarges De printer kan niet afdrukken buiten een bepaald gebied van de pagina. Minimumafdrukmarges voor veelvoorkomend afdrukmateriaal vindt u hieronder.
banieren – A4-formaat (210 x 297 mm) Linker- en rechtermarge: 3,4 mm Bovenmarge: 0,0 mm Ondermarge: 0,0 mm banieren – letter-formaat (216 x 279 mm) Linker- en rechtermarge: 6,4 mm Bovenmarge: 0,0 mm Ondermarge: 0,0 mm foto met afscheurrand Linker- en rechtermarge: 3,2 mm Bovenmarge: 3,2 mm Ondermarge: 3,2 mm 106
systeemvereisten Uw computer moet aan de volgende eisen voldoen: Windows Microsoft Windows 2000 Minimumprocessorsnelheid: Pentium 133 MHz Vereist RAM: 64 MB Vereiste vrije ruimte op vaste schijf: 40 MB* Microsoft Windows 95, 98, Me of NT 4.0 Minimumprocessorsnelheid: Pentium 66 MHz Vereist RAM: 32 MB Vereiste vrije ruimte op vaste schijf: 40 MB* MS-DOS versie 3.
108
Index a accessoire voor dubbelzijdig afdrukken inschakelen vanuit HP Werkset 71 inschakelen vanuit Taakagent 15 printers gebruikt met 9 afdrukeigenschappen 87 afdrukinstellingen standaard 14 standaardafdrukinstellingen (dialoogvenster) 15 wijzigen 15 afdrukken banieren 44 richtlijnen 46 enveloppen één envelop 24 meerdere 26 richtlijnen voor één envelop 25 richtlijnen voor meerdere enveloppen 28 etiketten 31 richtlijnen 31, 32 foto’s 36 richtlijnen 38 gewoon papier richtlijnen 22 handmatig dubbelzijdig 49 ri
automatisch dubbelzijdig afdrukken accessoire voor dubbelzijdig afdrukken 14 Extended Capabilities Port (ECP) 86 complexe documenten afdrukken 83 foto's afdrukken 38 b f banieren afdrukken 44 uitvoerlade omhoog 11 banierpapier 44 besturingsomgeving deskjet 920c series 101 deskjet 940c series 96 deskjet 948c series 91 binden Boek 51 schrijfblok 52 boekbinden 51 formaten van afdrukmateriaal deskjet 920c series 103 deskjet 940c series 98 deskjet 948c series 93 foto's worden niet goed afgedrukt 86 foto’s a
hulpprogramma's 71 inktpatronen uitlijnen 62 openen 71 HP fotopapier foto's afdrukken 37 problemen met foto's afdrukken 86 i informatie zoeken 3 ingebouwd geheugen deskjet 920c series 101 deskjet 940c series 96 deskjet 948c series 91 inktniveau 71 inktpatronen uitlijnen 62 inktpatroon artikelnummers 70 bewaren 69 defect 58 inktsproeiers 61 koperen contactpunten 61 navullen 68 uitsluiting van garantie 68 onderhouden 69 onjuiste installatie 58 ontbrekend 58 problemen oplossen met 58 reinigen 71 automatisch 6
lichtjes Aan/uit 8 deskjet 920c series 101 deskjet 940c series 96 deskjet 948c series 91 Doorgaan 8 Inktpatroonstatus bij knipperend lichtje 56 controleren of juiste inktpatroon is geïnstalleerd 61 functie 8 inktpatroonstatus controleren 57 knipperen betekenis 74 problemen oplossen 78 m marges 105 banieren 106 briefkaarten 105 enveloppen 105 fotopapier met afscheurrand 106 kaarten 105 papier 105 meerdere enveloppen 26 minimumafdrukmarges 105 Modus weinig geheugen 82 printereigenschappen (dialoogvenster) 19
besturingsomgeving deskjet 920c series 101 deskjet 940c series 96 deskjet 948c series 91 formaten van afdrukmateriaal deskjet 920c series 103 deskjet 940c series 98 deskjet 948c series 93 geluid van inktpatroonhouder 67 geluidsniveau deskjet 920c series 102 deskjet 940c series 97 deskjet 948c series 92 gewicht deskjet 920c series 101 deskjet 940c series 96 deskjet 948c series 91 gewicht van afdrukmateriaal deskjet 920c series 102 deskjet 940c series 97 deskjet 948c series 92 I/O-interface deskjet 920c serie
s u schade aan printer inktpatronen installeren 61 inktpatronen navullen 68 schrijfblokbinden 52 snelkoppelingen Taakagent 15 snelle installatieposter 3 snelle naslaggids 3 softwarecompatibiliteit deskjet 920c series 100 deskjet 940c series 95 deskjet 948c series 90 speciale papierformaten 53 specificaties inktpatronen deskjet 920c series 104 deskjet 940c series 99 deskjet 948c series 94 systeemvereisten 107 spiegelbeeld 48 stroomstootbeveiliging 8 stroomverbruik deskjet 920c series 102 deskjet 940c serie