Operation Manual
11
Meer informatie over afdrukken
2
Tabblad Instelling Tabblad Functies
HP-afdrukinstellingen kiezen Richtlijnen
Tabblad Instelling
- Papiersoort: kies HP Photo Paper of
- Afdrukkwaliteit: kies Beste
- Papierformaat: kies het juiste papierformaat
Tabblad Functies
- Oriëntatie: kies de juiste oriëntatie
- Dubbelzijdig afdrukken: uitgeschakeld
• Het beste resultaat bereikt u met HP Photo Paper.
• De foto moet in elektronisch (digitaal) formaat zijn om deze
af te kunnen drukken. Neem een digitale foto, scan een
gewone foto of laat een elektronisch bestand van uw foto
maken in de plaatselijke fotozaak.
• Als u de papiersoort hebt geselecteerd, kiest u het juiste
papierformaat in het vervolgmenu.
• U kunt de snelheid voor het afdrukken van foto’s wellicht
verhogen door Hardware-ECP in te schakelen. Open de
HP DeskJet-werkset. Klik op het tabblad Configuratie en
schakel Hardware-ECP proberen te gebruiken in. Pas de
wijzigingen toe en druk de foto af.
Tabblad Instelling
- Papiersoort: kies de juiste papiersoort
- Afdrukkwaliteit: kies Normaal of Beste
- Papierformaat: kies het juiste kaartformaat
Tabblad Functies
- Oriëntatie: kies de juiste oriëntatie
- Dubbelzijdig afdrukken: uitgeschakeld
• Lijn de randen van de kaarten uit voordat u de
kaarten invoert.
• Als u een bericht krijgt dat het papier op is, controleert u of
het fotopapier of andere kleine afdrukformaten correct in
de INVOER-bak zijn geplaatst. Plaats het afdrukmateriaal
aan de rechterzijde en in de richting van de printer.
De INVOER-bak moet zo naar binnen worden gedrukt dat
de papierlengtegeleider het afdrukmateriaal op de plaats
kan houden.
• Als het afdrukmateriaal kleiner is dan 100 x 148 mm
(4 x 5 5/8 inch), gebruikt u de sleuf voor één envelop om het
afdrukmateriaal met één vel tegelijk te laden.










