Operation Manual
50
Meer informatie over uw printer
5
Een USB-kabel gebruiken
(vereist Windows 98)
1
Sluit het netsnoer aan.
Sluit de USB-kabel nog NIET aan.
2 Laad wit papier met de afdrukzijde omlaag.
3 Installeer de inktpatronen.
a Druk op de Aan/uit-knop om de printer
aan te zetten.
b Verwijder de vinyltape van de inktpatronen.
U moet de koperen strip op de inktpatronen
NIET aanraken of verwijderen.
c Open de bovenklep van de printer en
installeer de inktpatronen.
d Sluit de houdervergrendelingen en de
bovenklep van de printer. De printer drukt
een kalibratiepagina af.
4 Plaats de cd met printersoftware in het cd-rom-
station.
a Zet de computer aan en wacht tot
Windows 98 wordt gestart.
b Plaats de cd met HP-printersoftware in het
cd-rom-station.
5 Sluit de USB-kabel aan
• U kunt de kabel op alle USB-poorten
aansluiten.
• Zie pagina 35 als de wizard Nieuwe hardware
gevonden niet verschijnt nadat u de USB-
kabel hebt aangesloten.
• Een USB-kabel, zoals een kabel die voldoet
aan de USB-standaard, bijvoorbeeld de HP
interfacekabel (onderdeelnummer C6518A),
moet afzonderlijk worden aangeschaft.
6 Installeer de USB-software.
a Klik op Volgende.
b Klik op Volgende.
c Selecteer Een locatie specificeren en klik
vervolgens op Bladeren.
d Dubbelklik op het cd-pictogram en klik
achtereenvolgens op de map win98usb en
op OK.
e Klik op Volgende.
f Klik op Volgende.
g Klik op Voltooien.
7 Installeer de printersoftware.
a Klik op Volgende.
b Installeer de printersoftware door de
instructies op het beeldscherm uit te voeren.
Opmerking: de printersoftware
wordt pas gestart nadat u de USB-kabel
hebt aangesloten.
1
3
2
Opmerking: het is mogelijk dat
op uw systeem een andere
stationsaanduiding wordt gebruikt.
Opmerking: als u problemen
hebt met de installatie, raadpleegt u
pagina 33–35 in deze
Gebruikershandleiding.










