Operation Manual

d. Schuif de printerwagen helemaal naar rechts.
e. Controleer het papierpad tot helemaal links en verwijder elk papierspoor uit
het apparaat.
4. Sluit de voorklep.
5. Controleer of er geen papier vastzit in de toegangsklep achteraan.
Controle of er geen papier vastzit in de toegangsklep achteraan
a. Druk het nokje van de achterklep in om de klep te openen. Verwijder de klep
door deze weg te trekken van het toestel.
b. Controleer of er papier in het apparaat is achtergebleven. Trek het papier
voorzichtig tussen de rollen vandaan.
c. Sluit de klep aan de achterzijde. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat
deze op zijn plaats klikt.
6. Voer een van onderstaande handelingen uit, afhankelijk van de status van het
apparaat:
•Als de Aan-knop continu brand, drukt u een zelftestrapport af. Indien u een
zelftestrapport kunt afdrukken zit de wagen niet meer vast.
Zie
Een zelftestrapport afdrukken voor meer informatie.
Indien de Aan-knop niet brandt of knippert en de printwagen zit nog steeds
vast, ga dan verder met het volgende.
7. Ontkoppel en reset het apparaat.
Het apparaat ontkoppelen en resetten
a. Zorg ervoor dat het apparaat aan staat.
b. Druk op de knop Aan om het apparaat uit te zetten.
c. Koppel de voedingskabel los van de achterzijde van het toestel.
d. Sluit het netsnoer weer aan de achterzijde van het apparaat aan.
e. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Oorzaak: De printcartridgewagen is vastgelopen door een papierstoring.
Hoofdstuk 12
200 Probleemoplossing
Probleemoplossing