Computer Setup (Computerinstellingen) - Windows Vista and Windows XP

2 Computer Setup gebruiken
Navigeren en selecteren in Computer Setup
De informatie en instellingen in Computer Setup zijn beschikbaar via de menu’s File (Bestand),
Security (Beveiliging), Diagnostics (Diagnose) en System Configuration (Systeemconfiguratie).
Ga als volgt te werk om te navigeren in Computer Setup en items te selecteren:
1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer de melding ‘Press the
ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt
weergegeven.
Gebruik de tabtoets en de pijltoetsen op het toetsenbord en druk op enter om een menu of
een menuonderdeel te selecteren, of gebruik een aanwijsapparaat om op het onderdeel te
klikken.
Klik op de pijl-omhoog of pijl-omlaag in de rechterbovenhoek van het scherm of gebruik de
toetsen pijl-omhoog of pijl-omlaag om omhoog of omlaag te bladeren.
Druk op esc om alle open dialoogvensters te sluiten en terug te keren naar het hoofdscherm
van Computer Setup. Volg daarna de instructies op het scherm.
OPMERKING: U kunt in Computer Setup navigeren en selecties maken met behulp van een
aanwijsapparaat (zoals het touchpad, de EasyPoint-muisbesturing of een USB-muis) of het
toetsenbord.
2. Druk op f10 om BIOS Setup te openen.
3. Selecteer het menu File (Bestand), Security (Beveiliging), Diagnostics (Diagnose) of System
Configuration (Systeemconfiguratie).
Ga als volgt te werk om de menu's van Computer Setup af te sluiten:
Klik op het pictogram Exit (Afsluiten) linksonder in het scherm en volg de instructies op het scherm
om de menu's van Computer Setup te sluiten zonder uw wijzigingen op te slaan.
– of –
Selecteer met de tabtoets en de pijltoetsen File (Bestand) > Ignore changes and exit (Wijzigingen
negeren en afsluiten) en druk vervolgens op enter.
– of –
Klik op het pictogram Save (Opslaan) linksonder in het scherm en volg de instructies op het scherm
om de menu's van Computer Setup te sluiten en uw wijzigingen op te slaan.
– of –
2 Hoofdstuk 2 Computer Setup gebruiken