Aan de slag HP notebookcomputer
© Copyright 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 4 Bovenkant ....................
Audio .................................................................................................................................................. 23 Geluidsvolume aanpassen ................................................................................................ 24 Audiofuncties op de computer controleren ........................................................................ 24 Webcam (alleen bepaalde modellen) .................................................................................
Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron beschikbaar is ................................................................................... 38 Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan beëindigen ..................................................... 38 Accuvoeding besparen ...................................................................................................... 38 Door de gebruiker vervangbare accu opbergen (alleen bepaalde modellen) ....................
Computer schoonmaken .................................................................................................................... 59 Schoonmaakproducten ...................................................................................................... 59 Schoonmaakprocedures .................................................................................................... 59 Beeldscherm schoonmaken ..............................................................................
1 Welkom Nadat u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt en heeft geregistreerd, moet u de volgende stappen uitvoeren: ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet. Raadpleeg Netwerk op pagina 16 voor meer informatie. ● Update uw antivirussoftware: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis updates.
Informatie zoeken De computer bevat verschillende hulpmiddelen voor het uitvoeren van uiteenlopende taken.
Hulpmiddelen Informatie Beperkte garantie* Garantiegegevens U kunt als volgt de garantie weergeven: Selecteer Start > Help en ondersteuning > Gebruikershandleidingen > Garantie-informatie weergeven. – of – Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de gebruikershandleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos.
2 Vertrouwd raken met de computer Bovenkant Touchpad OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel 4 Beschrijving (1) Aan/uit-knop van het touchpad Hiermee schakelt u het touchpad in en uit. (2) Touchpadzone Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (3) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Lampjes OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de hier afgebeelde computer. Onderdeel Beschrijving (1) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. (2) Lampje voor Geluid uit ● Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld. ● Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld. ● Oranje: Microfoon is gedempt. ● Uit: Microfoon is ingeschakeld.
Toetsen OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lock-toets, de esc-toets of de b-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-toets Hiermee keert u vanuit een openstaande app of het Windows-bureaublad terug naar het startscherm.
Rechterkant Onderdeel Beschrijving (1) Aan/uit-knop Hiermee schakelt u in of uit. (2) Aan/uit-lampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld. (3) Draaivergrendelingknop Vergrendelt de schermstand van het scherm in de modus Liggend of Staand. OPMERKING: Wanneer u tussen notebook- en tabletconfiguratie schakelt, wordt het computerscherm automatisch verticaal of horizontaal weergegeven.
Linkerkant OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel (1) Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Achterkant OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel Beschrijving (1) RJ-45-netwerkconnector Hierop sluit u een netwerkkabel aan. (2) USB-3.0-poorten (1) Hierop sluit u optionele USB 3.0-apparaten aan. Deze poorten zorgen voor hogere USBprestaties. OPMERKING: zie USB-apparaat gebruiken op pagina 28 voor informatie over de verschillende types USB-poorten.
10 (6) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten. (7) Lampje van de netvoedingsadapter ● Wit: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu is opgeladen. ● Oranje: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu wordt opgeladen. ● Uit: de computer werkt op gelijkstroomvoeding.
Beeldscherm Uw computer kan dienst doen als een standaardnotebook, maar kan ook gedraaid worden in een tabletconfiguratie, zodat u gebruik te maken van de mogelijkheden van een aanraakscherm met een groot aantal apps. VOORZICHTIG: Forceer het draaien niet om schade aan de scharnieren van de monitor te voorkomen.
VOORZICHTIG: Om schade aan de scharnieren van het beeldscherm te voorkomen, roteert u het beeldscherm in de notebookconfiguratie niet tegen de wijzers van de klok in. Uw notebook wijzigen in een tablet 1. Draai het beeldscherm 180 graden met de wijzers van de klok mee tot het scherm naar achteren is gericht. 2. Klap het beeldscherm naar beneden op het toetsenbord. Voer deze stappen in omgekeerde volgorde uit om de tablet weer te wijzigen in een notebook.
Onderdeel Beschrijving (1) Omgevingslichtsensor Maakt het beeldscherm helderder of minder helder als reactie op het omgevingslicht. (2) WLAN-antennes (2)* Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN). (3) WWAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WWAN's (wireless wide area networks).
Onderkant OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel (1) Beschrijving Onderpaneel Bevat de vaste schijf, het slot voor de LAN-module, het slot voor de WWAN-module (alleen bepaalde modellen) en het slot voor de geheugenmodule.
Onderdeel Beschrijving (4) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (5) Ontgrendeling voor het afdekplaatje van de accuruimte Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte.
3 Netwerk OPMERKING: de voorzieningen van internethardware en -software variëren, afhankelijk van het computermodel en uw locatie. Uw computer kan een van de volgende of beide onderstaande typen internettoegang ondersteunen: 16 ● Draadloos: voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Zie Verbinding maken met een bestaand WLAN op pagina 18 of Nieuw WLAN instellen op pagina 18 voor meer informatie.
Gebruikmaken van een internetprovider Om toegang te krijgen tot internet, moet u een account bij een internetprovider openen. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de computer met voorzieningen voor draadloze communicatie aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
Voor meer informatie over draadloze technologie en verbinding maken met een draadloos netwerk raadpleegt u de Naslaggids voor HP notebookcomputer en de informatie en koppelingen naar relevante websites in Help en ondersteuning. Verbinding maken met een bestaand WLAN 1. Schakel de computer in. 2. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld. 3. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. 4. Selecteer een WLAN waarmee u verbinding wilt maken.
Draadloze router configureren Voor hulp bij het installeren van uw WLAN raadpleegt u de informatie die wordt verstrekt door de fabrikant van de router of door uw ISP. Het besturingssysteem Windows biedt ook hulpprogramma's om u te helpen bij het installeren van een draadloos netwerk.
Raadpleeg voor meer informatie over het plaatsen en verwijderen van de SIM-kaart het gedeelte SIM-kaart plaatsen en verwijderen op pagina 20 in dit hoofdstuk. Informatie over HP mobiel breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP mobiel breedband dat bij de computer is geleverd. Ga voor meer informatie naar de website van HP op http://www.hp.com/go/mobilebroadband (alleen bepaalde regio's/landen).
9. Sluit de externe voeding weer aan. 10. Sluit de externe apparaten weer aan. 11. Zet de computer aan. Als u een SIM-kaart wilt verwijderen, drukt u de SIM-kaart iets naar binnen en verwijdert u deze vervolgens uit het slot. GPS gebruiken (alleen bepaalde modellen) De computer kan zijn voorzien van een GPS-apparaat (Global Positioning System). GPS-satellieten geven locatie-, snelheids- en richtinggegevens door aan systemen die met GPS zijn uitgerust.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Er zijn twee soorten bekabelde verbindingen: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LANverbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te beperken, mag u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector steken.
4 Multimedia De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● Geïntegreerde luidspreker(s) ● Geïntegreerde microfoon(s) ● Geïntegreerde webcam ● Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware ● Multimediaknoppen of -toetsen Besturingselementen voor het afspelen van media gebruiken Afhankelijk van uw computermodel beschikt u mogelijk over de volgende bedieningselementen voor het afspelen van media waarmee u een mediabestand kunt afspelen, pauzeren, vooruit spoelen of terugspoelen
● radioprogramma's streamen; ● Audio-cd's maken of "branden" met de optische-schijfeenheid (alleen bepaalde modellen) of een optionele externe optische-schijfeenheid (afzonderlijk aan te schaffen). Geluidsvolume aanpassen Afhankelijk van uw computermodel kunt u het volume aanpassen met: ● volumeknoppen; ● Hotkeys voor het geluidsvolume (specifieke toetsen die in combinatie met de fn-toets worden ingedrukt) ● volumetoetsen.
Als u de audio-instellingen van de computer wilt bevestigen of wijzigen, selecteert u Start > Configuratiescherm > Audio. Webcam (alleen bepaalde modellen) Sommige computers beschikken over een geïntegreerde webcam. In combinatie met de vooraf geïnstalleerde software kunt u de webcam gebruiken om een foto te maken of een video op te nemen. U kunt eerst een voorbeeld van de foto of de video-opname bekijken en ze dan opslaan.
U sluit een video- of audioapparaat als volgt aan op de DisplayPort: 1. Sluit het ene uiteinde van de DisplayPort-kabel aan op de DisplayPort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat en raadpleeg daarna de instructies van de fabrikant voor aanvullende informatie. OPMERKING: als u de apparaatkabel wilt verwijderen, drukt u de connectorvergrendeling omlaag om de kabel los te maken van de computer.
5 Externe kaarten en apparaten Kaarten voor mediakaartlezers gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en pda's. Zie het gedeelte Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor meer informatie over de types digitale kaarten die worden ondersteund op de computer.
Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Gebruik de volgende procedure voor het veilig verwijderen van de digitale kaart, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. 1. Sla uw gegevens op en sluit alle toepassingen af die gebruikmaken van de digitale kaart. 2. Klik op het pictogram voor het verwijderen van hardware in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk op het Windows-bureaublad. Volg daarna de instructies op het scherm. 3.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de afgebeelde computer. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: zie de instructies van de fabrikant voor meer informatie over de vereiste software en stuurprogramma's en over de computerpoort die moet worden gebruikt. U sluit als volgt een extern apparaat aan op de computer: VOORZICHTIG: als u een apparaat met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald. 1.
Dockingconnector gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met de dockingconnector kunt u de computer aansluiten op een optioneel dockingapparaat. Een optioneel dockingapparaat biedt extra poorten en connectoren die met de computer kunnen worden gebruikt. OPMERKING: Uw computer of dockingapparaat kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/ uit-knop wordt in deze gehele handleiding gebruikt om te verwijzen naar de aan/uit-knop en aan/uitschakelaar. Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet heeft opgeslagen.
Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken De computer beschikt over twee energiebesparende voorzieningen die standaard zijn ingeschakeld: de slaapstand en de sluimerstand. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de sluimerstand.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren: ● Druk kort op de aan/uit-knop. ● Sluit het beeldscherm. ● Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Slaapstand. Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het punt waar u was gestopt met werken en de slaapstand werd geactiveerd.
Energiebeheerschema's gebruiken Een energiebeheerschema bestaat uit een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema's gebruiken om energie te besparen of de prestaties van de computer te maximaliseren. Huidig energiebeheerschema weergeven Gebruik een van de volgende methodes: ● Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Accuvoeding gebruiken WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij HP. De computer werkt op accuvoeding wanneer deze niet is aangesloten op een externe netvoedingsbron.
Ontlaadtijd van de accu maximaliseren De accuwerktijd varieert afhankelijk van de voorzieningen die u gebruikt terwijl de computer op accuvoeding werkt. De maximale accuwerktijd neemt geleidelijk af omdat de capaciteit van de accu afneemt ten gevolge van bepaalde natuurlijke processen. Tips voor het maximaliseren van de ontlaadtijd van de accu: ● Verlaag de helderheid van het beeldscherm.
Problemen met lage acculading verhelpen Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is ▲ Sluit een van de volgende apparaten aan: ● netvoedingsadapter ● optioneel docking- of uitbreidingsapparaat ● optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron beschikbaar is ● Activeer de sluimerstand. ● Sla uw werk op en schakel de computer uit.
Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren (alleen bepaalde modellen) WAARSCHUWING! Probeer de accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's.
Externe netvoeding gebruiken WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter. OPMERKING: zie de poster Installatie-instructies, die u vindt in de doos van de computer, voor informatie over het aansluiten van de computer op netvoeding.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer is aangesloten op netvoeding en een van de volgende symptomen vertoont: ● De computer gaat niet aan. ● Het beeldscherm blijft leeg. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: OPMERKING: de volgende instructies gelden voor computers met een door de gebruiker vervangbare accu. 1. Schakel de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3.
7 Toetsenbord en aanwijsapparaten Toetsenbord gebruiken Hotkeys herkennen OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Een hotkey is een combinatie van de fn-toets (2) en ofwel de esc-toets (1) of een van de functietoetsen (4). U gebruikt een hotkey als volgt: ▲ Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeycombinatie. Hotkeycombinatie 42 Beschrijving fn+esc Hiermee geeft u systeeminformatie weer.
Hotkeycombinatie fn+f3 Beschrijving Activeert de slaapstand waarbij uw informatie in het systeemgeheugen wordt opgeslagen. Het beeldscherm en andere systeemonderdelen worden uitgeschakeld en de energiebesparingsmodus wordt geactiveerd. Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. VOORZICHTIG: sla uw werk op voordat u de slaapstand activeert, om het risico van gegevensverlies te beperken. fn+f4 Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten.
Toetsenblokken gebruiken De computer is voorzien van een ingebed numeriek toetsenblok.Daarnaast ondersteunt de computer een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Ingebed numeriek toetsenblok gebruiken OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
Ingebed numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het ingebedde numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk nogmaals op fn +num lk om het toetsenblok uit te schakelen. OPMERKING: het geïntegreerde numerieke toetsenblok wordt uitgeschakeld wanneer een extern toetsenbord of een extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer.
Cursorbesturing gebruiken OPMERKING: naast de bij de computer horende aanwijsapparaten kunt u een (afzonderlijk aan te schaffen) externe USB-muis gebruiken door deze aan te sluiten op een van de USB-poorten van de computer. Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen Gebruik Eigenschappen voor Muis in Windows om instellingen voor aanwijsapparaten te wijzigen, zoals de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer.
Touchpad in- of uitschakelen Om het touchpad uit en in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de aan/uit-knop van het touchpad. Het lampje van het touchpad en de weergavepictogrammen op het scherm geven de status van het touchpad aan. In de volgende tabel worden de touchpadpictogrammen afgebeeld en beschreven. Touchpadlampje Pictogram Beschrijving Oranje Geeft aan dat het touchpad is uitgeschakeld. Uit Geeft aan dat het touchpad is ingeschakeld.
Selecteren Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de betreffende knoppen op een externe muis zou gebruiken. Touchpadbewegingen gebruiken Het touchpad ondersteunt een aantal bewegingen. Om touchpadbewegingen te gebruiken, plaatst u twee vingers gelijktijdig op het touchpad. OPMERKING: touchpadbewegingen worden niet in alle programma's ondersteund. U geeft als volgt een demonstratie van een beweging weer: 1.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. Doe het volgende om te schuiven: plaats twee vingers enigszins uit elkaar op het touchpad en sleep deze over het touchpad. Beweeg hierbij omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: de schuifsnelheid wordt bepaald door de snelheid van uw vingers. Knijpen/zoomen Door te knijpen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst.
Draaien (alleen bepaalde modellen) Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's en pagina's draaien. ● Fixeer de wijsvinger van uw linkerhand in de TouchPad-zone. Schuif met de wijsvinger van uw rechterhand in een vegende beweging van 12 naar 3 uur. Om de draaibeweging om te keren, beweegt u uw wijsvinger van drie uur naar twaalf uur. OPMERKING: Draaien is bedoeld voor specifieke apps waar u een object of afbeelding kunt manipuleren. Het is niet voor alle apps functioneel.
8 Onderhoud Accu plaatsen of verwijderen OPMERKING: zie de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor aanvullende informatie over het gebruik van de accu. U plaatst de accu als volgt: 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. 2. Plaats de accu (1) met een hoek van 45 graden in de accuruimte totdat de accu op zijn plaats zit. Kantel de accu omlaag totdat de accu goed op zijn plaats zit (2). De accuontgrendeling vergrendelt de accu automatisch.
3. Kantel de accu omhoog en verwijder de accu uit de computer (2). Onderpaneel verwijderen of terugplaatsen VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sla uw werk op en sluit de computer af voordat u een geheugenmodule of een vaste schijf toevoegt of vervangt. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
Onderpaneel verwijderen Verwijder het onderpaneel om toegang te krijgen tot het geheugenmoduleslot, de vaste schijf, het label met kennisgevingen en andere componenten. U verwijdert het onderpaneel als volgt: 1. Verwijder de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 51). 2. Verwijder met de onderhoudsruimte naar u toe gericht de drie vergrendelingsschroeven in het midden van de eenheid en de twee schroeven aan de voorkant van de eenheid (1).
Onderpaneel terugplaatsen Plaats het onderpaneel terug nadat u toegang heeft gehad tot het geheugenmoduleslot, de vaste schijf, het label met kennisgevingen en andere componenten. U plaatst het onderpaneel als volgt terug: 1. Zet het onderpaneel omlaag op zijn plaats (1) en zorg daarbij dat u deze goed recht zet. Schuif het vervolgens naar de accuruimte tot de serviceklep vastklikt op zijn plaats (2). 2. Vervang zo nodig de micro-SD-behuizing met de onderhoudsruimte naar u toe gericht.
Vaste schijf vervangen of upgraden VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vaste-schijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
U installeert een vaste schijf als volgt: 1. Plaats de vaste schijf schuin in de vasteschijfruimte en leg de vaste schijf plat in de vasteschijfruimte. 2. Draai de schroef van de vasteschijfeenheid vast. 3. Plaats de serviceklep terug en zorg daarbij dat die goed recht zit. (Zie Onderpaneel verwijderen of terugplaatsen op pagina 52). 4. Plaats de accu (zie Door de gebruiker vervangbare accu vervangen (alleen bepaalde modellen) op pagina 39). 5.
5. Voor het vervangen van een geheugenmodule verwijdert u de bestaande geheugenmodule: a. Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg. De geheugenmodule komt omhoog. b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule, totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: zorg dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 7. Plaats de onderhoudsklep terug (zie Onderpaneel verwijderen of terugplaatsen op pagina 52). 8. Plaats de accu (zie Door de gebruiker vervangbare accu vervangen (alleen bepaalde modellen) op pagina 39). 9.
Computer schoonmaken Schoonmaakproducten Gebruik de volgende producten om de computer veilig schoon te maken en te desinfecteren: ● Dimethyl benzyl ammonium chloride 0,3 procent maximale concentratie (bijvoorbeeld: kiemdodende wegwerpdoekjes. Deze doekjes zijn er van een aantal merken).
Touchpad en toetsenbord schoonmaken WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord schoon te maken. Zo beperkt u het risico van een elektrische schok en schade aan de interne onderdelen. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten. VOORZICHTIG: zorg bij het schoonmaken van het touchpad en het toetsenbord dat er geen vloeistoffen tussen de toetsen komen. Hierdoor kunnen interne componenten blijvend beschadigd raken.
9 Back-up en herstel Ga als volgt te werk om uw informatie te beschermen: gebruik Windows Back-up maken en terugzetten om een back-up te maken van uw individuele bestanden en mappen en uw volledige vaste schijf (alleen bepaalde modellen), systeemherstelschijven te creëren (alleen bepaalde modellen), of systeemherstelpunten te creëren. In het geval van een systeemfout kunt u de backupbestanden gebruiken om de inhoud van de computer terug te zetten.
Herstelmedia maken met HP Recovery Disc Creator HP Recovery Disc Creator is een softwareprogramma waarmee u op een alternatieve manier herstelmedia kunt maken. Nadat u uw computer hebt ingesteld, kunt u herstelmedia maken met HP Recovery Disc Creator. Met deze herstelmedia kunt u een systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd raakt.
● Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermopname van uw instellingen te maken. Een schermafbeelding kan veel tijd besparen als u opnieuw uw voorkeuren moet instellen. ● Als u een back-up op schijven maakt, kunt u een van de volgende schijftypen gebruiken (apart aan te schaffen): cd-r, cd-rw, dvd+r, dvd+r dl, dvd-r, dvd-r dl of dvd±rw. Welke schijven u gebruikt, hangt af van het type optischeschijfeenheid dat u gebruikt.
VOORZICHTIG: Met Windows Opstartherstel wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Wanneer het herformatteren is voltooid, herstelt de herstelprocedure het besturingssysteem en de stuurprogramma’s, software en hulpprogramma’s vanaf de back-up die voor herstel is gebruikt. 1.
4. Druk op f11 als het bericht "Press for recovery" (Druk op f11 voor herstellen) op het scherm wordt weergegeven. 5. Volg de instructies op het scherm. De dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) Als u een dvd met het besturingssysteem Windows 7 wilt bestellen, neemt u contact op met de klantenondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.
10 Ondersteuning Contact opnemen met de klantenondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding, in de Naslaggids voor HP notebookcomputer of in Help en ondersteuning geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de klantenondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/ wwcontact_us.html.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie, waaronder: Onderdeel (1) Productnaam (2) Serienummer (3) Artikelnummer/productnummer (4) Garantieperiode (5) Modelbeschrijving (alleen bepaalde modellen) Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
11 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf 5 °C tot 35 °C 41 °F tot 95 °F Buiten bedrijf -20 °C tot 60 °C -4 °F tot 140 °F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
Index A Aan/uit-knop 32 Aan/uit-schakelaar 32 Aanwijsapparaten voorkeuren instellen 46 Accu acculading weergeven 36 afvoeren 39 lage acculading 37 ontladen 37 opbergen 38 vervangen 39 voeding besparen 38 Accu, informatie opzoeken 36 Accu, temperatuur 38 Accucontrole 36 Accuhendel, herkennen 15 Accuruimte 67 Accu vervangen 51 Accuvoeding 36 Afsluiten 32 Audiofuncties controleren 24 Audio-ingang (microfooningang) herkennen 7 Audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang) herkennen 7 B Backup and Restore (Back-up en he
knoppen 24 toetsen 24 Geluid uit, toets herkennen Gezichtsherkenning 25 GPS 21 43 H harde schijf Installeren 55 verwijderen 55 herstellen, vaste schijf 64 Herstelpartitie 64 Hoofdtelefoonuitgang (audiouitgang) 7 Hotkeys beschrijving 42 draadloze communicatie 43 gebruiken 42 geluidsvolume aanpassen 43 Geluidsvolume verhogen 43 geluidsvolume verlagen 43 geluid uitschakelen 43 helderheid van beeldscherm verhogen 43 helderheid van beeldscherm verlagen 43 microfoon dempen 43 schakelen tussen beeldschermen 43 s
RJ-45-netwerkconnector herkennen 9 S Schakelaar, aan/uit 32 Schijfeenheden externe 30 optische 30 vaste 30 Schijfmedia 33 Schuiven, touchpadbeweging 49 serienummer 67 Serienummer, van computer 67 SIM-kaart plaatsen 20 Slaapstand activeren 33 beëindigen 33 Slots beveiligingskabel 9 Sluimerstand activeren 34 beëindigen 34 geactiveerd bij kritiek lage acculading 37 Sneltoetsen, media 23 Systeemherstelpunten 61 systeemherstelschijf 61 T Temperatuur 38 Testen, netvoedingsadapter 41 toetsen functie 6 Toetsen esc