Computer Setup (F10) Utility Guide (Dutch)
2 www.hp.com en www.hp.nl Handleiding Computerinstellingen
Computer Setup (Computerinstellingen)
■ Een eigendomslabel instellen. Deze tekst wordt weergegeven
telkens wanneer het systeem wordt ingeschakeld of opnieuw
wordt opgestart.
■ Het inventarisnummer of eigendomsidentificatienummer
invoeren dat door uw bedrijf aan deze computer is toegekend.
■ Instellen dat naar het opstartwachtwoord wordt gevraagd, zowel
bij het opnieuw starten van het systeem (warme start) als bij het
inschakelen van het systeem met behulp van de aan/uit-knop.
■ Een instelwachtwoord definiëren dat de toegang regelt tot
het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen)
en de instellingen die in dit gedeelte worden beschreven.
■ De geïntegreerde I/O-functionaliteit beveiligen, waaronder
de seriële poorten, USB-poorten, parallelle poorten en
de geïntegreerde geluids- en netwerkkaarten, zodat deze
voorzieningen alleen kunnen worden gebruikt nadat de
beveiliging is opgeheven.
■ De beveiliging van de MBR (Master Boot Record,
hoofdopstartrecord) in- of uitschakelen.
■ De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare
schijfeenheden in- of uitschakelen.
■ Schrijftoegang tot oudere diskettedrives in- en uitschakelen
(indien dit door de hardware wordt ondersteund).
■ Fouten in de systeemconfiguratie oplossen die tijdens de POST
wel zijn gedetecteerd maar niet automatisch zijn verholpen.
■ De instellingen van het door u gebruikte systeem gebruiken voor
andere computers door de gegevens over de systeemconfiguratie
op een diskette op te slaan en vervolgens naar een of meer andere
computers te kopiëren.
■ Zelftests voor een bepaalde ATA vaste schijf uitvoeren
(indien ondersteund door de schijfeenheid).
■ DriveLock-beveiliging in- of uitschakelen (indien ondersteund
door de MultiBay-schijfeenheid).