Desktop Management Guide
22 www.hp.nl Handleiding Desktop Management
Handleiding Desktop Management
Device Security 
(Apparaatbeveiliging)
Hiermee schakelt u de seriële poorten, de parallelle poort, 
de USB-poorten aan de voorkant, het systeemgeluid en de 
netwerkadapters (alleen op bepaalde modellen) in of uit.
Network Service Boot 
(Netwerk-opstartbeveiliging)
Hiermee maakt u het mogelijk of onmogelijk om op te 
starten met een besturingssysteem dat is opgeslagen op 
een netwerkserver. (Deze functie is alleen beschikbaar 
op modellen met een netwerkadapter. De netwerkadapter 
moet op de PCI-bus zijn aangesloten of in de systeemkaart 
zijn ingebouwd.)
System IDs 
(Systeemidentificatie)
Hiermee kunt u het volgende instellen:
• Inventarisnummer (18-byte code) en eigendomslabel 
(80-byte code die tijdens de POST wordt weergegeven).
• Serienummer van het chassis of het UUID-nummer 
(Universal Unique Identifier). Het UUID-nummer kan 
alleen worden gewijzigd als het huidige serienummer 
van het chassis ongeldig is. (Deze identificatienummers 
worden normaal gesproken in de fabriek ingesteld en 
dienen ter eenduidige identificatie van het systeem.)
De toetsenbordinstelling (in Nederland wordt meestal 
de instelling VS/Internationaal gebruikt).
Beveiligingsvoorzieningen – overzicht (Vervolg)
Optie Beschrijving
✎
Meer informatie over Computer Setup vindt u in de Handleiding Computerinstellingen 
op de documentatie-cd.
Welke beveiligingsopties precies worden ondersteund, is afhankelijk van de computerconfiguratie.










