Troubleshooting Guide

2–24 www.hp.com en www.hp.nl Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Leeg scherm (geen beeld).
(vervolg)
U gebruikt een monitor
met vaste synchronisatie
en de synchronisatie
werkt niet bij de gekozen
resolutie.
Controleer of de monitor de
horizontale verversingsfrequentie
van de ingestelde resolutie
ondersteunt.
Computer is in de
standbystand.
Druk kort op de aan/uit-knop
om de computer te activeren.
Ä
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren vanuit de standbystand,
houd dan de aan/uit-knop niet langer dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt
de computer uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren gaan.
Monitorkabel is op
de verkeerde uitgang
aangesloten.
Als de computer zowel een in
de systeemkaart geïntegreerde
grafische controller als een externe
grafische kaart bevat, sluit u de
monitorkabel aan op de connector
van de externe grafische kaart.
De beeldscherminstel-
lingen op de computer
zijn niet compatibel met
de monitor.
1. Start de computer opnieuw
op en druk op F8 wanneer
rechtsonder op het scherm
de melding “Press F8” (Druk
op F8) wordt weergegeven.
2. Gebruik de pijltoetsen
om Enable VGA Mode
(VGA-stand inschakelen)
te selecteren en druk op Enter.
3. Dubbelklik in Windows
Configuratiescherm op het
pictogram Beeldscherm
en selecteer het tabblad
Instellingen.
4. Gebruik de schuifregelaar
om de beeldschermresolutie
in te stellen.
Problemen met het beeldscherm oplossen (Vervolg)
Probleem Oorzaak Oplossing