Operation Manual

12 Energiebeheer
Het apparaat uitschakelen
Met de uitschakelprocedure sluit u alle geopende programma's af, waaronder het besturingssysteem, en
worden vervolgens het beeldscherm en het apparaat uitgeschakeld.
Schakel het apparaat uit als deze lange tijd niet wordt gebruikt en de externe voedingsbron is losgekoppeld.
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.
2. Houd de aan/uit-knop ingedrukt totdat het bericht Naar beneden schuiven om uit te schakelen wordt
weergegeven. Laat de aan/uit-knop los en veeg vervolgens omlaag op het scherm om het apparaat uit
te schakelen.
Als het apparaat niet reageert en het niet mogelijk is de hierboven genoemde procedure te gebruiken,
probeert u de volgende noodprocedures in de volgorde waarin ze hier staan vermeld:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze minimaal vijf seconden ingedrukt.
Koppel het apparaat los van de externe voedingsbron.
Opties voor energiebeheer instellen
Standen voor energiebesparing gebruiken
Scherm uitschakelen activeren en beëindigen
Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u het scherm uitschakelen door kort op de aan/uit-knop te drukken.
Als u het scherm weer wilt inschakelen, drukt u kort op de aan/uit-knop.
Wanneer het scherm weer aan gaat, wordt het vergrendelingsscherm weergegeven. Veeg omhoog vanaf het
midden van het scherm om terug te keren naar het scherm waar u was gestopt met werken.
OPMERKING: Als u een ontgrendelingspincode hebt ingesteld, moet u deze invoeren voordat het apparaat
naar dit scherm terugkeert.
Batterijbesparing gebruiken
Met behulp van de batterijbesparing krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer en kunt u de
resterende acculading bekijken.
1.
Veeg omlaag vanaf de bovenkant van het scherm en tik vervolgens op Alle instellingen.
2. Tik op Systeem.
3. Tik op Accu.
4. Volg de instructies op het scherm de resterende acculading weer te geven, instellingen voor het gebruik
van de batterij te selecteren of instellingen voor de batterijbesparing te selecteren.
Het apparaat uitschakelen 37