Operation Manual
d. Plaats de papierbaankap terug. Let erop dat deze weer vastklikt.
e. Sl
uit de toegangsklep voor de cartridges.
f. Druk o
p OK op het bedieningspaneel om verder te gaan met de huidige afdruktaak.
2. A
ls het probleem niet is opgelost, controleer dan de zone van de wagen met inktcartridges in de printer.
VOORZICHTIG: Vermijd tijdens het proces alle contact met de kabel aan de wagen met inktcartridges.
a. Open de t
oegangsklep van de printcartridges.
b. A
ls er een vastgelopen papier aanwezig is, verplaats de wagen met inktcartridges dan naar de
rechterkant van de printer, grijp het vastgelopen papier met twee handen vast en trek het naar u
toe.
VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en
wieltje
s controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven.
Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe
papier
storingen optreden.
c. V
erplaats de wagen naar de linkerkant van de printer en doe hetzelfde als in de vorige stap om
afgescheurde stukjes papier te verwijderen.
NLWW Papierstoringen en problemen met papieraanvoer 59










