Operation Manual

Wi-Fi Direct gebruiken
Met Wi-Fi Direct kunt u draadloos afdrukken vanaf een computer, smartphone, tablet of een ander draadloos
toestel - zonder verbinding te maken met een bestaand draadloos netwerk.
Richtlijnen voor het gebruik van Wi-Fi Direct
Zorg ervoor dat uw computer of mobiel apparaat de nodige software heeft.
Zorg ervoor dat u de printersoftware, die bij de printer wordt geleverd, hebt geïnstalleerd als u een
computer gebruikt.
Als u de HP-software niet op de computer hebt geïnstalleerd, moet u eerst verbinding maken met
Wi-Fi Direct en vervolgens de printersoftware installeren. Selecteer Draadloos wanneer de
printersoftware u vraagt om een verbindingstype.
Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd als u een mobiel apparaat
gebruikt. Ga naar www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.html voor meer
informatie over mobiel afdrukken.
Zorg ervoor dat Wi-Fi Direct voor uw printer is ingeschakeld.
Tot vijf computers en mobiele apparaten kunnen dezelfde Wi-Fi Direct-verbinding gebruiken.
Wi-Fi Direct kan worden gebruikt als de printer via een USB-kabel is verbonden met een computer of
draadloos is verbonden met een netwerk.
Wi-Fi Direct kan niet worden gebruikt om een computer, mobiel apparaat of printer met internet te
verbinden.
Wi-Fi Direct inschakelen
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm (Wi-Fi Direct) aan .
2.
Druk op ( Instellingen ).
3. Als het scherm aangeeft dat Wi-Fi Direct is Uit , druk dan op de knop naast Wi-Fi Direct om het in te
schakelen.
TIP: U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf de EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie
over het gebruiken van de EWS.
De verbindingsmethode wijzigen
1.
Raak op het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm (Wi-Fi Direct) aan .
2.
Druk op ( Instellingen ).
3. Tik op Verbindingsmethode en selecteer vervolgens Automatisch of Handmatig .
74 Hoofdstuk 7 Netwerkinstallatie NLWW