Computer Setup (F10) Handleiding - dx2200 Microtowermodel Zakelijke personal computers
© Copyright 2006, 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup .................................................................................................... 2 Werken met Computer Setup .............................................................................................. 2 Computer Setup—System Information ................................................................................ 4 Computer Setup—Standard CMOS Features ....................................................................
vi NLWW
Computer Setup NLWW 1
Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u: ● De fabrieksinstellingen wijzigen. ● De systeemdatum en -tijd instellen. ● De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
Op het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) worden acht menu’s weergegeven: ● System Information (Systeeminformatie) ● Standard CMOS Features (Standaard CMOS-voorzieningen) ● Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-voorzieningen) ● Advanced Chipset Features (Geavanceerde Chipset-voorzieningen) ● Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) ● Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) ● PnP/PCI Configurations (PnP/PCI-configuraties) ● PC Health Status (Compu
Tabel 1 Hoofdmenu Computer Setup (F10) Utility (Computerinstellingen) (vervolg) Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) Tabel 6 Computer Setup: Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) op pagina 9 Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) Tabel 7 Computer Setup: Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) op pagina 10 PnP/PCI Configurations (PnP/PCI-configuraties) Computer Setup—PnP/PCI Configurations op pagina 11 PC Health Status (Computerstatus) Tabel 9
Tabel 2 Computer Setup: System Information (Systeeminformatie) (vervolg) Enter Asset Tag No. (Inventarisnummer invoeren) Voer het inventarisnummer in dat door het bedrijf is toegekend (maximaal 18 tekens). CPU Clock Ratio (Kloksnelheid processor) (alleen bekijken) Computer Setup—Standard CMOS Features OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 3 Computer Setup: Standard CMOS Features (Standaard CMOS-voorzieningen) (vervolg) Precomp ● Landing Zone ● Sector SATA Controller (SATAcontroller) Hiermee schakelt u de SATA-controller op de systeemkaart in of uit.
Tabel 3 Computer Setup: Standard CMOS Features (Standaard CMOS-voorzieningen) (vervolg) Halt On (Onderbreken bij) Hiermee kunt u het gedrag van foutberichten tijdens de zelftest (POST) als volgt instellen: POST Delay (POSTvertraging) ● All Errors (Alle fouten) ● No Errors (Geen fouten) ● All but Keyboard (Alles behalve toetsenbord) ● All but Diskette (Alles behalve diskette) ● All but Diskette/Keyboard (Alles behalve diskette/toetsenbord) Hiermee kunt u een POST-vertraging instellen van: ● 0 se
Tabel 4 Computer Setup: Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-voorzieningen) (vervolg) Network Boot Seq. (Opstartvolgorde netwerk) Hiermee kunt u de volgorde opgeven waarin netwerkapparatuur (zoals UP-netwerkkaarten) worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een besturingssysteem dat kan worden opgestart.
Tabel 5 Computer Setup: Advanced Chipset Features (Geavanceerde Chipset-voorzieningen) (vervolg) UMA Frame Buffer (Buffer UMA-frame) Init Display First (Eerste weergave) (VGA-instelling) SURROUNDVIEW Selecteer het UMA-framebufferformaat (Unified Memory Architecture): ● 32 MB ● 64 MB ● 128 MB ● Auto (Automatisch) Hiermee kunt u het primaire weergaveapparaat als volgt instellen: ● PCI Slot (PCI-slot) ● OnChipVGA ● PCIEx Hiermee schakelt u SURROUNDVIEW (beschikbaar wanneer een ATI PCIEx-videok
Tabel 6 Computer Setup: Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) (vervolg) Onboard Parrallel Port (Parallelle poort op de systeemkaart) Parallel Port Mode (Parallelle poort-modus) ECP Mode Use DMA (ECP-modus gebruikt DMA) ● 2F8/IRQ3 ● 3E8/IRQ4 ● 2E8/IRQ3 Hiermee kunt een instelling voor de parallelle poort op de systeemkaart selecteren: ● Disabled (Uitgeschakeld) ● 378/IRQ7 ● 278/IRQ5 ● 3BC/IRQ7 Hiermee kunt de modus voor de parallelle poort selecteren: ● SPP ● EPP ● ECP
Tabel 7 Computer Setup: Power Management Setup (Instellingen Energiebeheer) (vervolg) modem S5 uit slaapstand komen) RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) Hiermee schakelt u het alarm van de real-timeklok in of uit. Date (of Month) (Datum (van maand)) Als RTC Alarm Resume (Opnieuw aanvangen alarm real-timeklok) is ingeschakeld, kunt u de dag van de maand instellen waarop het alarm van de real-timeklok opnieuw moet worden aangevangen. (Stel 0 in voor iedere dag.
Tabel 8 Computer Setup: PnP/PCI Configurations (PnP/PCI-configuraties) (vervolg) ● IRQ-10 assigned to (IRQ-10 toegewezen aan) ● IRQ-11 assigned to (IRQ-11 toegewezen aan) ● IRQ-14 assigned to (IRQ-14 toegewezen aan) ● IRQ-15 assigned to (IRQ-15 toegewezen aan) Maximum Payload Size (Maximale payloadgrootte) Hiermee kunt u de volgende TLP-payloadgrootten instellen voor de PCI Express Devices (PCI Express-apparaten) (in bytes): ● 128 ● 256 ● 512 ● 1024 ● 2048 ● 4096 Computer Setup—PC Healt
Tabel 9 Computer Setup: PC Health Status (Computerstatus) (vervolg) snelheid systeemventilator) Vcore (alleen bekijken) +12V (alleen bekijken) VCC5 (alleen bekijken) +3.3V (alleen bekijken) VBAT (V) (alleen bekijken) 3VSB (V) (alleen bekijken) Computer Setup—(Action Choices) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Configuratie-instellingen herstellen Als u de configuratie-instellingen die u in Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) heeft vastgelegd wilt herstellen, maakt u voordat een herstelactie nodig is een backup van de instellingen. Het hulpprogramma CMOS Save/Load (CMOS opslaan/laden) vindt u op http://www.hp.com onder Software & Driver Downloads (Software- en stuurprogrammadownloads) voor uw specifieke model. Download de firmwarebestanden in een map op een verwijderbaar opslagapparaat.