Computer Setup (F10) Utility Guide (3rd Edition)
26 www.hp.com en www.hp.nl Handleiding Computerinstellingen
Computer Setup (Computerinstellingen)
Advanced
(Geavanceerd)*
(vervolg)
*Alleen voor
gevorderde
gebruikers.
Onboard Devices
(Apparaten op
systeemkaart)
Hiermee kunt u bronnen instellen voor geïnte-
greerde systeemapparaten (zoals de diskette-
controller, de seriële poort of de parallelle
poort), of deze apparaten uitschakelen.
PCI Devices
(PCI-apparaten)
• Hiermee geeft u een overzicht weer
van de geïnstalleerde PCI-apparaten
en de bijbehorende IRQ-instellingen.
• U kunt bovendien de IRQ-instellingen voor
deze apparaten opnieuw configureren
of de apparaten volledig uitschakelen.
Deze instellingen worden niet gebruikt
als u met een besturingssysteem op basis
van APIC werkt.
PCI VGA Configuration
(VGA configureren
voor PCI)
Deze optie verschijnt alleen als er meerdere
PCI-videokaarten in het systeem zijn geïnstalleerd.
Hiermee specificeert u welke VGA-controller de
“opstartcontroller” of primaire VGA-controller is.
✎
Om deze optie te kunnen zien, moet
Geïntegreerde Video (Geavanceerde >
opties) zijn ingeschakeld en moet u de
wijzigingen opslaan en afsluiten.
Bus Options (Busopties) Op bepaalde modellen kunt u het volgende
in- of uitschakelen:
• PCI SERR# Generation (Aanmaken van
PCI SERR-nummer).
• PCI VGA Palette Snooping: hiermee
definieert u de VGA Palette Snooping-bit
in de PCI-configuratie. Dit is alleen nodig
als er meerdere grafische controllers zijn
geïnstalleerd.
Computer Setup (Computerinstellingen) (Vervolg)
Onderwerp Optie Beschrijving
✎
Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund,
is afhankelijk van de hardwareconfiguratie.