Toetsenbord en cursorbesturing Artikelnummer van document: 406845-331 April 2006 In deze handleiding wordt de werking van de cursorbesturing en het toetsenbord van de computer beschreven.
Inhoudsopgave 1 Cursorbesturing Cursorbesturingsapparaten herkennen . . . . . . . . . . . . . . Touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . EasyPoint-muisbesturing gebruiken (alleen bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Externe muis gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorkeuren voor cursorbesturing instellen . . . . . . . . . . 2 1–2 1–4 1–5 1–5 1–6 Toetsenbord Hotkeys . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 3 Toetsenblokken Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken . . . . . . . Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Werken met een extern numeriek toetsenblok. . . . . . . . Num lock-functie op een extern numeriek toetsenblok in- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Cursorbesturing De volgende gedeelten bevatten informatie over de voorzieningen van de cursorbesturing van de computer, die per model kunnen verschillen. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit hoofdstuk ✎ Uw afgebeelde computer.
Cursorbesturing Cursorbesturingsapparaten herkennen Het gebruik van de EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde modellen) en het touchpad is uitwisselbaar. Onderdeel Beschrijving 1 Linkerknop van de Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Cursorbesturing Onderdeel Beschrijving 4 Rechterknop van de Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde modellen) 5 Schuifzone van het touchpad* 6 Rechterknop van het touchpad* 7 Middenknop van het touchpad* 8 Linkerknop van het touchpad* 9 Touchpad* Hiermee schuift u de weergave in een venster op het beeldscherm omhoog of omlaag. Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Cursorbesturing Touchpad gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de knoppen van het touchpad zoals u zou doen met de betreffende knoppen op een externe muis. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het touchpad, schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over de lijnen.
Cursorbesturing EasyPoint-muisbesturing gebruiken (alleen bepaalde modellen) Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, drukt u de EasyPointmuisbesturing in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen. Gebruik de knoppen van de EasyPointmuisbesturing zoals u zou doen met de betreffende knoppen op een externe muis. Externe muis gebruiken U kunt een externe USB-muis aansluiten via een van de USB-poorten op de computer.
Cursorbesturing Voorkeuren voor cursorbesturing instellen Via het venster Eigenschappen voor muis in Microsoft® Windows® kunt u de instellingen voor cursorbesturing aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld: ■ De aantipfunctie van het touchpad (tapping) inschakelen. Hiermee kunt u een object selecteren door eenmaal op het touchpad te tikken of dubbelklikken op een object door tweemaal op het touchpad te tikken (standaard ingeschakeld). ■ De randschuiffunctie (Edge motion) inschakelen.
2 Toetsenbord In de volgende gedeelten vindt u informatie over de toetsenbordvoorzieningen van de computer. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit hoofdstuk ✎ Uw afgebeelde computer.
Toetsenbord Hotkeys Hotkeys zijn vooraf ingestelde combinaties van de fn-toets 1 met de esc-toets 2 of een van de functietoetsen 3. De pictogrammen op de toetsen f3, f4 en f8 tot en met f11 vertegenwoordigen hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten. hotkeyvoorziening is alleen beschikbaar wanneer de ✎ De computer met Windows werkt.
Toetsenbord Overzicht van hotkeys Om deze functie uit te voeren Drukt u op De standbystand activeren fn+f3 De standbystand beëindigen Aan/uit-knop Schakelen tussen het beeldscherm van de computer en een extern beeldscherm fn+f4 Accugegevens weergeven fn+f8 Weergave van accugegevens sluiten fn+f8 Helderheid van het beeldscherm verlagen fn+f9 Helderheid van het beeldscherm verhogen fn+f10 Omgevingslichtsensor in- en uitschakelen fn+f11 Systeemgegevens weergeven fn+esc Weergave van systeem
Toetsenbord Standbystand activeren (fn+f3) Druk op fn+f3 om de standbystand te activeren. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, worden uw gegevens opgeslagen in het RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de computer in de standbystand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. Ä VOORZICHTIG: Sla uw werk op alvorens de standbystand te activeren. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies.
Toetsenbord Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4) Druk op fn+f4 om te schakelen tussen beeldschermen die op het systeem zijn aangesloten. Als er bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, kunt u fn+f4 gebruiken om te schakelen tussen weergave op het computerbeeldscherm, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op de computer en de monitor. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externeVGA-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen.
Toetsenbord Helderheid van het beeldscherm verlagen (fn+f9) Druk op fn+f9 als u de helderheid van het beeldscherm wilt verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen. Helderheid van het beeldscherm verhogen (fn+f10) Druk op fn+f10 als u de helderheid van het beeldscherm wilt verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen. Omgevingslichtsensor activeren (fn+f11) Druk op fn+f11 om de omgevingslichtsensor in of uit te schakelen.
Toetsenbord Quick Launch-knoppen Met de HP Quick Launch-knoppen opent u veelgebruikte programma's, ook wel applicaties genoemd. In het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons stelt u in met welke knop u welk programma wilt starten. Onderdeel Beschrijving 1 Knop Info Center Hiermee start u Info Center (Informatiecentrum), (Informatiecentrum) waarin u verschillende softwareoplossingen kunt openen.
Toetsenbord Onderdeel Beschrijving 2 Presentatieknop Hiermee start u de presentatievoorziening. Hiermee opent u een programma, map, bestand of website en geeft u de informatie gelijktijdig weer op het beeldscherm van de computer en op een extern apparaat. Raadpleeg "Presentatieknop" voor meer informatie.
Toetsenbord Presentatieknop De eerste keer dat u op de presentatieknop drukt, verschijnt het dialoogvenster Presentation Settings (Instellingen voor presentatie). In dit dialoogvenster kunt u de knop instellen voor uitvoering van een van de volgende acties: ■ een door u opgegeven programma, map, bestand of website openen; ■ een energiebeheerschema kiezen; ■ een beeldscherminstelling kiezen.
Toetsenbord Knop Info Center (Informatiecentrum) De eerste keer dat u op de knop Info Center drukt, verschijnt het venster Info Center. Hierin kunt u vooraf ingestelde softwareoplossingen openen. Als u de standaardinstellingen van de knop Info Center niet wilt gebruiken, kunt u de knop programmeren voor uitvoering van een van de volgende acties: ■ Q-menu openen of de presentatievoorziening starten; ■ een e-maileditor openen; ■ een zoekvak openen om een website te zoeken.
Toetsenbord ■ andere voorkeuren instellen, waaronder: ❏ voorkeuren voor de weergave van het pictogram HP Quick Launch Buttons; ❏ toestemming voor gebruikers zonder beheerdersrechten om knoptoewijzingen te wijzigen; ❏ toestemming voor gebruikers om de knoptoewijzingen van de Easy Access-knoppen op een optioneel extern toetsenbord te wijzigen; ❏ berichten van HP Quick Launch Buttons op het bureaublad weergeven; ❏ automatische standwijziging activeren of deactiveren; ❏ beeldschermschakelaar activeren of
Toetsenbord Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons openen U kunt het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de volgende manieren openen: ■ Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Quick Launch Buttons (Quick Launch-knoppen). ■ Dubbelklik op het pictogram HP Quick Launch Buttons in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Toetsenbord ❏ Een e-maileditor openen of een website zoeken bij een druk op de knop: a. Klik op de pijl-omlaag naast de knop die u wilt instellen en klik op Launch eMail or Search URL (E-mail starten of URL zoeken). b. Om de voorkeuren op te slaan en het configuratiescherm te sluiten, klikt u op OK. ❏ Een applicatie, map, bestand of website openen bij een druk op de knop: a. Klik op de pijl-omlaag naast de knop die u wilt instellen en klik op Presentation (Presentatie). b.
Toetsenbord e. Selecteer een weergave-instelling door te klikken op Internal Only (Alleen intern), Dual Display (Twee beeldschermen) of Extended Desktop (Vergroot bureaublad). is de optie Internal Only (Alleen intern) Å Standaard geselecteerd. Wanneer u Extended Desktop (Vergroot bureaublad) kiest, kunt u een optie selecteren om de optimale resolutie automatisch te laten bepalen.
Toetsenbord Voorkeuren voor Q-menu instellen In het Q-menu kunnen maximaal 40 onderdelen worden weergegeven. Verschillende door het systeem gedefinieerde onderdelen worden standaard weergegeven. U kunt instellen of u deze onderdelen wel of niet wilt weergeven. Alleen door de gebruiker gedefinieerde onderdelen kunnen worden toegevoegd, gewijzigd of verwijderd. De onderdelen van het Q-menu worden beheerd vanuit de lijst Items to Display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties).
Toetsenbord Door de gebruiker gedefinieerd onderdeel toevoegen aan het Q-menu Als u een onderdeel dat niet in de lijst Items to Display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) staat, zoals een onderdeel op een schijfeenheid, in een netwerk of op Internet, wilt toevoegen aan zowel de lijst Items to Display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) als het Q-menu, gaat u als volgt te werk: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Q Menu. 2. Klik op Add (Toevoegen). 3.
Toetsenbord Door de gebruiker gedefinieerd onderdeel wijzigen Door de gebruiker gedefinieerde onderdelen kunnen worden gewijzigd, door het systeem gedefinieerde onderdelen niet. Als u een door het systeem gedefinieerd onderdeel in de lijst Items to display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) selecteert, is de knop Modify (Wijzigen) niet beschikbaar. U kunt als volgt de weergavenaam en/of bestandsnaam van een door de gebruiker gedefinieerd onderdeel wijzigen: 1.
Toetsenbord Locatie van een onderdeel van het Q-menu wijzigen U wijzigt als volgt de locatie van een onderdeel van het Q-menu: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Q Menu. 2. Selecteer het onderdeel in de lijst Items to display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties). Doe daarna het volgende: ❏ Als u het onderdeel naar boven wilt verplaatsen, klikt u op de knop Move Up (Omhoog). ❏ Als u het onderdeel naar beneden wilt verplaatsen, klikt u op de knop Move Down (Omlaag).
Toetsenbord Voorkeuren voor vensterschikking instellen U stelt als volgt voorkeuren in voor het schikken van vensters op het bureaublad van Windows: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Quick Tile (Snel vensters schikken). 2. Klik op Vertical Tile (Verticaal schikken) of Horizontal Tile (Horizontaal schikken) en klik op de programma's die u wilt schikken in het vak Applications currently running (Momenteel actieve applicaties). 3.
Toetsenbord Overige voorkeuren instellen U kunt ook andere voorkeuren instellen op het tabblad Preferences (Voorkeuren) van het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons voorkeuren die staan vermeld op het tabblad ✎ Sommige Preferences (Voorkeuren), worden mogelijk niet door de computer ondersteund. U stelt als volgt een voorkeur in: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Preferences (Voorkeuren). 2.
Toetsenbord Omgevingslichtsensor instellen De computer heeft een ingebouwde lichtsensor, die de helderheid van het beeldscherm automatisch aanpast aan de lichtomstandigheden in de omgeving. U kunt de omgevingslichtsensor op drie manieren in- en uitschakelen: ■ door te drukken op de hotkey fn+f11; ■ via de Quick Launch Buttons-software; ■ via het pictogram Quick Launch Buttons in het systeemvak.
3 Toetsenblokken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Onderdeel Beschrijving 1 Num lock-lampje Aan: num lock is aan. 2 fn-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met een functietoets of de esc-toets, kunt u veelgebruikte systeemfuncties uitvoeren.
Toetsenblokken 3–2 Onderdeel Beschrijving 3 num lk-toets Wanneer u hierop drukt in combinatie met de fntoets, wordt het geïntegreerde numerieke toetsenblok geactiveerd. 4 Geïntegreerd numeriek toetsenblok Deze toetsen kunt u laten werken als de toetsen op een extern numeriek toetsenblok.
Toetsenblokken Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, voert u met elke toets van dit toetsenblok de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets.
Toetsenblokken Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok U kunt tijdelijk de andere functies van de toetsen op het geïntegreerde numerieke toetsenblok gebruiken door te drukken op de fn-toets of de toetscombinatie fn+shift. ■ Als u de toetsenblokfunctie van een toetsenbloktoets wilt activeren wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u de fn-toets ingedrukt terwijl u op de toetsenbloktoets drukt.
Toetsenblokken Werken met een extern numeriek toetsenblok De werking van de meeste toetsen op de meeste externe toetsenblokken hangt af van de stand van de num lock-toets. (De num lock-functie is standaard uitgeschakeld.) Bijvoorbeeld: ■ Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ■ Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets.
Index A Acculading, informatie weergeven 2–5 Activeren, standbystand 2–4 E EasyPoint-muisbesturing 1–2 Extern toetsenblok 3–5 Externe muis 1–5 F fn-toets 3–1 Functietoetsen 2–2 G schakelen tussen beeldschermen 2–5 standbystand activeren 2–1, 2–3, 2–4 systeemgegevens weergeven 2–6 Hotkeys herkennen 2–2 overzicht 2–1, 2–3 HP Quick Launch Buttons, configuratiescherm 2–10 I Geïntegreerd numeriek toetsenblok 3–2 Geïntegreerd toetsenblok 3–3 Info Center (Informatiecentrum), knop 2–7 Inschakelen, num lock
Index L T Lampjes, num lock 3–1 Toetsen fn 3–1 functietoetsen 2–2 hotkeys 2–2 num lock 3–2 shift 3–4 Toetsenblok extern 3–5 geïntegreerd 3–3 geïntegreerd numeriek 3–2 Touchpad definitie 1–3 voorkeuren instellen 1–6 N Num lock inschakelen 3–5 uitschakelen 3–5 Num lock, toets 3–2 Num lock-lampje 3–1 O Omgevingslichtsensor 2–3 P Presentatie, knop 2–8, 2–9 Q Q-menu door gebruiker gedefinieerd onderdeel 2–15 onderdelen verplaatsen 2–18 verwijderen 2–15 voorkeuren 2–15 weergeven 2–14 Quick Launch-knoppen
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties die voor HP producten en diensten worden gegeven, worden uiteengezet in de uitdrukkelijke garantievoorwaarden bij de desbetreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.