Keyboard and cursor control

3–4 Toetsenbord en cursorbesturing
Toetsenblokken
Schakelen tussen functies van toetsen
op
het geïntegreerde toetsenblok
U kunt tijdelijk de andere functies van de toetsen op het
geïntegreerde numerieke toetsenblok gebruiken door te drukken
op de
fn-toets of de toetscombinatie fn+shift.
Als u de toetsenblokfunctie van een toetsenbloktoets wilt
activeren wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u
de
fn-toets ingedrukt terwijl u op de toetsenbloktoets drukt.
Wanneer het toetsenblok is ingeschakeld, gebruikt u de
toetsenbloktoetsen als volgt tijdelijk als standaardtoetsen:
Houd de fn-toets ingedrukt en druk op de toetsenbloktoets
om een kleine letter te typen.
Houd fn+shift ingedrukt en druk op de toetsenbloktoets om
een hoofdletter te typen.