Memory modules
1–10 Geheugenmodules
Geheugenmodules toevoegen of vervangen
12. U plaatst een geheugenmodule als volgt:
a. Breng de inkeping 1 in de geheugenmodule op één lijn 
met het nokje in het geheugenmoduleslot.
Ä
Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, 
anders kan schade ontstaan aan de module. Raak de 
onderdelen van de geheugenmodule niet aan.
b. Druk de geheugenmodule onder een hoek van 45 graden 
ten opzichte van het geheugenmodulecompartiment in het 
geheugenslot 2 totdat de module goed op zijn plaats zit.
c. Kantel de geheugenmodule 3 naar beneden, waarbij u 
drukt op de linker- en rechterrand van de module, totdat 
de borgklemmetjes vastklikken. 










