Energiebeheer Artikelnummer van document: 406858-331 April 2006 In deze handleiding wordt het gebruik van elektrische voeding door de computer beschreven.
Inhoudsopgave 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes 2 Voedingsbronnen Netvoedingsadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–3 3 Standbystand en hibernationstand Standbystand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hibernationstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wanneer u uw werk onderbreekt . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 5 Opties voor energiebeheer Opties voor energiebeheer openen. . . . . . . . . . . . . . . . . Pictogram Energiemeter weergeven . . . . . . . . . . . . . . . Energiebeheerschema instellen of wijzigen. . . . . . . . . . Beveiligingsprompt instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Processorsnelheid beheren 7 Accu's 5–1 5–2 5–3 5–4 Accu's herkennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7–2 Primaire accu plaatsen of verwijderen . . . . . . . . . . . . . .
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes. Onderdeel Beschrijving 1 Beeldschermsch Hiermee wordt het beeldscherm uitgeschakeld wanneer u het beeldscherm sluit terwijl de computer is ingeschakeld.
Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes Onderdeel Beschrijving 2 Aan/uit-lampjes* Aan: de computer staat aan. Knipperend: de computer staat in de standbystand. Snel knipperend: er moet een HP Smart netvoedingsadapter (hierna "netvoedingsadapter" genoemd) met een hoger vermogen worden aangesloten. Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand.
Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes Onderdeel Beschrijving 5 Acculampje Oranje: er wordt een accu opgeladen. Groen: een accu is bijna volledig opgeladen. Oranje knipperend: een accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau bereikt, begint het acculampje snel te knipperen. Uit: als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron, gaat het lampje uit wanneer alle accu's in de computer volledig zijn opgeladen.
2 Voedingsbronnen U kunt voor de computer een interne of een externe voedingsbron gebruiken. In de volgende tabel ziet u voor een aantal veelvoorkomende taken welke voedingsbron daarvoor geschikt is. alleen de meegeleverde netvoedingsadapter of een ✎ Gebruik netvoedingsadapter die is goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
Voedingsbronnen Activiteit Aanbevolen voedingsbron Met de meeste applicaties werken ■ Opgeladen accu in de computer ■ Externe voeding geleverd door een van de volgende apparaten: ❐ Netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd ❐ Optioneel dockingapparaat ❐ Optionele voedingsadapter Een accu opladen of kalibreren in de computer Externe voeding geleverd via: ■ Netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd ■ Optioneel dockingapparaat ■ Optionele voedingsadapter Å Systeemsoftware installeren
Voedingsbronnen Netvoedingsadapter aansluiten Å WAARSCHUWING: U kunt als volgt het risico van een elektrische schok en schade aan de apparatuur beperken: ■ Steek de netsnoerstekker in een geaard stopcontact dat altijd makkelijk te bereiken is. ■ Schakel de voeding naar de computer uit door de stekker uit het stopcontact te halen (niet door het netsnoer los te koppelen van de computer).
Voedingsbronnen Al naar gelang de aangesloten netvoedingsadapter kan een van de volgende berichten verschijnen nadat de computer is ingeschakeld: ■ "Vermogen van intelligente netvoedingsadapter is te laag voor deze computer". Als u op dit bericht klikt, verschijnt het volgende aanvullende bericht: "Het vermogen van de HP Smart netvoedingsadapter die op uw computer is aangesloten, is ontoereikend. Sluit een adapter met een hoger vermogen aan".
3 Standbystand en hibernationstand De standbystand en de hibernationstand zijn energiebesparende voorzieningen die het stroomverbruik verminderen en de opstarttijd verkorten. Deze voorzieningen kunnen door u of automatisch (door het systeem) worden geactiveerd. Raadpleeg "Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten" voor meer informatie.
Standbystand en hibernationstand Hibernationstand Ä VOORZICHTIG: Als de configuratie van de computer wordt gewijzigd terwijl de computer in de hibernationstand staat, kan de hibernationstand mogelijk niet worden beëindigd. Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer de hibernationstand is geactiveerd: ■ Sluit de computer niet aan op of koppel deze niet los van een dockingapparaat. ■ Installeer en verwijder geen geheugenmodules. ■ Plaats en verwijder geen vaste schijven of optische-schijfeenheden.
Standbystand en hibernationstand Ä VOORZICHTIG: Sla uw werk op alvorens de hibernationstand te activeren, om het risico van gegevensverlies te verminderen. U kunt de hibernationvoorziening uitschakelen. Bij een uitgeschakelde hibernationvoorziening wordt uw werk echter niet automatisch opgeslagen als het systeem is ingeschakeld of de standbystand is geactiveerd en de accu bijna leeg is.
Standbystand en hibernationstand Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten In de volgende gedeelten wordt uitgelegd wat de overwegingen zijn om de standbystand te activeren, de hibernationstand te activeren, of de computer af te sluiten. of het uitvoeren van computerfuncties ✎ Netwerkcommunicatie is niet mogelijk wanneer de computer in de standbystand of de hibernationstand staat.
Standbystand en hibernationstand Wanneer de voedingsbron onbetrouwbaar is Zorg ervoor dat de hibernationvoorziening is ingeschakeld, vooral als de computer op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron beschikbaar is. Als de accu uitvalt, zorgt de hibernationvoorziening ervoor dat uw werk wordt opgeslagen in een hibernationbestand en dat de computer wordt afgesloten.
Standbystand en hibernationstand Bij gebruik van draadloze communicatie of van media die kunnen worden gelezen of beschreven Ä VOORZICHTIG: Activeer de standbystand of hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een cd, een dvd of een externe-mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke audio- of videoverslechtering of verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit.
4 Standaardinstellingen voor energiebeheer In dit gedeelte worden de procedures voor de standbystand, de hibernationstand en het afsluiten van de computer beschreven. Raadpleeg "Opties voor energiebeheer" voor informatie over het wijzigen van de werking van sommige energievoorzieningen op de computer. De in dit hoofdstuk beschreven knoppen en lampjes staan afgebeeld in "Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes".
Standaardinstellingen voor energiebeheer Computer of beeldscherm in- of uitschakelen Activiteit Procedure Resultaat De computer aanzetten Druk op de aan/uit-knop. ■ De aan/uit-lampjes gaan branden. de ✎ Als aan/uit-lampjes snel knipperen, moet een netvoedingsadapter met een hoger vermogen worden aangesloten. ■ De computer uitschakelen 1. Sla uw werk op en sluit alle ■ openstaande programma's af. 2.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Noodprocedures voor afsluiten gebruiken Ä VOORZICHTIG: Noodprocedures voor afsluiten resulteren in het verlies van niet-opgeslagen gegevens. Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de normale afsluitprocedures van Windows te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de volgorde waarin ze hier staan vermeld: ■ Druk op ctrl+alt+delete. Selecteer vervolgens Uitschakelen > Uitschakelen.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Standbystand activeren of beëindigen Activiteit Procedure Resultaat De standbystand activeren ■ Druk op fn+f3 terwijl de computer is ingeschakeld. ■ De aan/uit-lampjes knipperen. ■ Selecteer Start > Uitschakelen > Stand-by.* Windows XP Professional: als Stand-by niet wordt weergegeven, doet u het volgende: 1. Klik op de pijl-omlaag. 2. Selecteer Stand-by in de lijst. 3. Klik op OK. ■ Het scherm wordt gewist. ■ De aan/uit-lampjes knipperen.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Activiteit Procedure Resultaat De automatisch of handmatig geactiveerde standbystand beëindigen Druk op de aan/uit-knop. ■ De aan/uit-lampjes gaan branden. ■ Uw gegevens verschijnen weer op het scherm. *Als u bij een netwerkdomein bent geregistreerd, heet de knop waarop u moet klikken Afsluiten in plaats van Uitschakelen.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Hibernationstand activeren of beëindigen De hibernationstand kan alleen worden geactiveerd wanneer deze voorziening is ingeschakeld. De hibernationvoorziening is standaard ingeschakeld. U controleert als volgt of de hibernationvoorziening is ingeschakeld: » Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld, is de optie Slaapstand inschakelen ingeschakeld.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Activiteit Procedure Resultaat De hibernationstand automatisch activeren (als de hibernationvoorziening is ingeschakeld) U hoeft niets te doen. Als de computer op accuvoeding werkt, wordt de hibernationstand automatisch geactiveerd in de volgende situaties: ■ De aan/uit-lampjes gaan uit. ■ Het scherm wordt gewist. ■ De aan/uit-lampjes gaan branden. ■ Uw gegevens verschijnen weer op het scherm.
5 Opties voor energiebeheer Een groot aantal standaardinstellingen voor energiebeheer kan worden gewijzigd in het Configuratiescherm van Windows. U kunt bijvoorbeeld instellen dat u bij een bijna lege accu een waarschuwingssignaal wilt horen of u kunt de standaardinstellingen voor de aan/uit-knop wijzigen. Standaard gebeurt het volgende als de computer is ingeschakeld: ■ Als u op fn+f3 drukt (in het besturingssysteem de "slaapknop" genoemd), wordt de standbystand geactiveerd.
Opties voor energiebeheer Pictogram Energiemeter weergeven Het pictogram Energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Aan de vorm van het pictogram kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. U verwijdert het pictogram Energiemeter als volgt uit het systeemvak: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen. 2. Klik op de tab Geavanceerd. 3.
Opties voor energiebeheer Energiebeheerschema instellen of wijzigen Op het tabblad Energiebeheerschema's van het dialoogvenster Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u energieniveaus aan systeemonderdelen toewijzen. U kunt verschillende schema's toewijzen, al naar gelang de computer op accuvoeding of op netvoeding werkt.
Opties voor energiebeheer Beveiligingsprompt instellen Ter beveiliging kunt u instellen dat om een wachtwoord wordt gevraagd wanneer de computer wordt ingeschakeld of wanneer de standbystand of de hibernationstand wordt beëindigd. U stelt het vragen om een wachtwoord als volgt in: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen. 2. Klik op de tab Geavanceerd. 3.
6 Processorsnelheid beheren Ä VOORZICHTIG: Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een dik kleed of kleding). Door oververhitting kan de computer beschadigd raken en kan de processorsnelheid afnemen.
Processorsnelheid beheren In Windows XP kunt u de processorsnelheid beheren door een energiebeheerschema te selecteren. U kunt de processorsnelheid instellen voor optimale prestaties of voor optimale energiebesparing. De instellingen voor de processorsnelheid zijn te vinden in het dialoogvenster Eigenschappen voor Energiebeheer.
Processorsnelheid beheren Nadat een energiebeheerschema is ingesteld, hoeft u niets meer te doen om de snelheid van de processor te regelen. In de volgende tabel wordt voor elk van de beschikbare energiebeheerschema's de processorsnelheid beschreven bij gebruik van externe voeding en bij gebruik van accuvoeding. Energiebeheerschema Processorsnelheid bij externe voeding Processorsnelheid bij accuvoeding Thuis/kantoor De processor werkt altijd op het hoogste prestatieniveau.
7 Accu's Wanneer zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding. Als in de computer een opgeladen accu is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
Accu's Accu's herkennen Deze computer ondersteunt maximaal twee accu's: ■ Bij de computer wordt één primaire lithium-ion-accu geleverd. ■ Een optionele extra accu kan worden bevestigd aan de onderkant van de computer. Als u de computer langer dan twee weken niet gebruikt en loskoppelt van de externe voedingsbron, verwijdert u de accu en bergt u de accu op zoals beschreven in "Accu opbergen". Raadpleeg "Standbystand en hibernationstand" voor meer informatie over het onderbreken van uw werk.
Accu's Primaire accu plaatsen of verwijderen Ä VOORZICHTIG: Activeer de hibernationstand of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat gegevens verloren gaan. ✎ Het uiterlijk van accu's kan per model verschillen. U plaatst een primaire accu als volgt: 1. Plaats de computer ondersteboven op een plat oppervlak, met de accuruimte naar u toe gericht. 2. Schuif de accu 1 in de accuruimte tot de accu goed op zijn plaats zit.
Accu's U verwijdert een primaire accu als volgt: 1. Plaats de computer ondersteboven op een plat oppervlak, met de accuruimte naar u toe gericht. 2. Verschuif de rechter accu-ontgrendeling 1 naar rechts. 3. Verschuif de linker accu-ontgrendeling 2 naar rechts en houd deze vast. 4. Verwijder de accu 3 uit de computer.
Accu's Meerdere accu's opladen Wanneer er verschillende accu's in het systeem aanwezig zijn, worden deze in een vooraf ingestelde volgorde opgeladen en ontladen. ■ Oplaadvolgorde: 1. Primaire accu in de accuruimte van de computer 2. Optionele extra accu ■ Ontlaadvolgorde: 1. Optionele extra accu 2. Primaire accu in de accuruimte van de computer Het acculampje op de computer brandt oranje wanneer een accu wordt opgeladen. Als de accu bijna volledig is geladen, brandt het acculampje groen.
Accu's Accu opladen U kunt als volgt de accuwerktijd verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de acculading optimaliseren: Å WAARSCHUWING: Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. ■ Als u een nieuwe accu oplaadt, doet u het volgende: ❏ Laad de accu op terwijl de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe voedingsbron. ❏ Laad de accu volledig op voordat u de computer aanzet.
Accu's Het acculampje geeft de status van de acculading aan: ■ Aan: de accu wordt opgeladen. ■ Knipperend: de accu is bijna leeg en wordt niet opgeladen. ■ Snel knipperend: het ladingsniveau van de accu is kritiek laag en de accu wordt niet opgeladen. ■ Uit: de accu is volledig opgeladen of niet geplaatst. Raadpleeg het gedeelte "Acculading controleren" voor meer informatie over het vaststellen van het ladingsniveau van de accu.
Accu's Ladinginformatie op het scherm weergeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u informatie over de acculading weergeeft en interpreteert. Informatie over de acculading weergeven U geeft als volgt informatie weer over de status van elke accu in de computer: ■ Dubbelklik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. – of – ■ Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Energiemeter.
Accu's Omgaan met een bijna lege accu In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die in de fabriek zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een bijna lege accu en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm van Windows. Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Accu's Kritiek laag niveau van de acculading Als u niets onderneemt wanneer de accu bijna leeg is, wordt het niveau van de acculading kritiek laag en gaat het acculampje sneller knipperen. Bij een kritiek laag niveau van de acculading gebeurt het volgende: ■ Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld en de computer aanstaat of in de standbystand staat, wordt de hibernationstand geactiveerd.
Accu's Wanneer er externe voeding beschikbaar is Sluit een van de volgende voorzieningen aan als de accu bijna leeg is en er een externe voedingsbron beschikbaar is: ■ Netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd ■ Optioneel dockingapparaat ■ Optionele voedingsadapter Wanneer er een opgeladen accu beschikbaar is U vervangt als volgt een lege accu wanneer er een opgeladen accu beschikbaar is: 1. Schakel de computer uit of activeer de hibernationstand. 2. Plaats een opgeladen accu. 3.
Accu's Accu kalibreren Wanneer is kalibreren noodzakelijk? Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet altijd nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren. Het is niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren voordat deze in gebruik wordt genomen.
Accu's Stap 1: de accu opladen Een accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat. Wanneer de computer is uitgeschakeld, verloopt het opladen echter sneller. Å WAARSCHUWING: Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. U laadt de accu als volgt op: 1. Plaats de accu in de computer. 2.
Accu's ■ Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw werk op voordat u de ontladingsprocedure start. ■ Als u de computer incidenteel gebruikt tijdens de ontladingsprocedure en u time-outperioden voor energiebesparing heeft ingesteld, kunnen de volgende verschijnselen optreden tijdens het ontladingsproces: ❏ De monitor wordt niet automatisch uitgeschakeld. ❏ De snelheid van de vaste schijf neemt niet automatisch af wanneer de computer inactief is.
Accu's Stap 3: de accu opnieuw opladen U laadt de accu als volgt opnieuw op: 1. Sluit de computer aan op een externe voedingsbron en laat de computer daarop aangesloten totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen. Het opladen verloopt echter sneller als de computer is uitgeschakeld. 2.
Accu's Accuvoeding besparen Als u gebruikmaakt van de in dit gedeelte beschreven procedures en instellingen voor energiebesparing voor de accu, werkt de computer langer op één acculading. Voeding besparen terwijl u werkt U kunt als volgt voeding besparen terwijl u met de computer werkt: 7–16 ■ Activeer de standbystand of de hibernationstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken. ■ Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemsoftware af wanneer u deze niet gebruikt.
Accu's Instellingen voor energiebesparing selecteren U stelt de computer als volgt in om energie te besparen: ■ Selecteer een korte wachttijd voor de schermbeveiliging en selecteer een schermbeveiliging met zo weinig mogelijk afbeeldingen en bewegende beelden. U opent als volgt de instellingen voor de schermbeveiliging: Selecteer Start > Configuratiescherm > Vormgeving en thema's > Schermbeveiliging instellen.
Accu's Accu opbergen Å WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een accu die als accessoire is aangeschaft bij HP. Zo beperkt u mogelijke veiligheidsrisico's. Ä VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen.
Index A B Aan/uit-knop 1–2 Aan/uit-lampje 1–2 Accu accuvoeding vs.
Index inschakelen/ uitschakelen 3–3 wanneer gebruiken 3–1 Hotkeys, fn+f3 1–2, 4–4, 4–6 R K S Kalibreren, accu 7–12 Knop, aan/uit 1–2 Kritiek laag niveau acculading 7–10 Schermbeveiliging 7–17 Software, Energiemeter 5–1 Standaardinstellingen, energiebeheer 4–1 Standbystand activeren 4–4 beëindigen 4–4 definitie 3–1 L Lampjes, aan/uit 1–2 Leesbare media 3–6 M Media 3–6 T N Temperatuur, voor opslag van accu 7–18 Netvoedingsadapter 2–3, 7–5 Noodprocedures voor afsluiten 4–3 U O Ontgrendeling, accu
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende houder en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.