hp 48gII_manual_English_D_HDPMSG48D64_V2

Blz. 1-16
U kunt de modi voor hoekmetingen als volgt wijzigen:
Druk op de toets H. Druk daarna twee keer op de toets pijltje omlaag,
˜. Selecteer de modus Hoekmeting met de toets \ (tweede van links
in de vijfde rij onder in het toetsenbord) of door op de softmenutoets
@CHOOS ( B) te drukken. Bij de tweede methode kunt u de pijltjes
omhoog en omlaag, —˜, gebruiken om de gewenste modus te
selecteren. Druk daarna op de softmenutoets !!@@OK#@ ( F) om de
handeling te voltooien. In het volgende scherm is bijvoorbeeld de modus
Radians geselecteerd:
Coördinatenstelsel
Als u het coördinatenstelsel selecteert, heeft dit invloed op de manier waarop
vectoren en complexe getallen worden weergegeven en ingevoerd.
Raadpleeg hoofdstuk 4 en 8 in deze handleiding voor meer informatie over
respectievelijk complexe getallen en vectoren . De rekenmachine beschikt over
drie soorten coördinatenstelsels: Rechthoekig (RECT), Cilindrisch (CYLIN) en
bolvormig (SPHERE). Zo wijzigt u het coördinatenstelsel:
Druk op de toets H. Druk daarna drie keer op de toets pijltje omlaag,
˜. Selecteer de modus Coord System door op de toets \ (tweede
van links in de vijfde rij onder in het toetsenbord) of doorop de
softmenutoets @CHOOS ( B) te drukken. Bij de tweede methode kunt u de
pijltjes omhoog en omlaag, —˜, gebruiken om de gewenste modus
te selecteren. Druk daarna op de softmenutoets !!@@OK#@ ( F) om de
handeling te voltooien. In het volgende scherm is bijvoorbeeld het
coördinatenstelsel Polar geselecteerd: